Waalwijkse en Langsiraalse Courant
PINKSTEREN in de tijd.
Discussies rond de
Uitbreidingsplan nen
Moeilijkheden
rond de Indonesië-veteranen.
ONZE DEFENSIE OP EEN
HELLEND VLAK
Gemeenteraad Heusden.
Belangen der boeren verwaarloosd
1 3 Mei Moederdag
WIJN EN AZIJN IN
DE LANGSTRAAT
VRIJDAG U MEI 1931.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
DE ECHO Wi HET ZUIDEN
74e JAARGANG No. 38
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK
OPGERICHT 1878.
TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
De tijd waarin wij leven
schijnt eerder aanleiding te
geven tot bezorgdheid dan tot
enthousiasme en eerder tot
somberheid dan tot vurig
heid. Dit te constateren lijkt
meer te getuigen van wer
kelijkheidszin dan van opti
misme. Het is in ieder geval
de meest voor de hand liggen
de conclusie uit het beeld dat
de wereld ons biedt en het is
wel overbodig en onmogelijk
om de talrijke symptomen op
te sommen die het recht ge
ven tot bovenstaand besluit te
komen.
Moeilijker wordt het als
men de lichtzijde van het le
ven wil beschouwen. Niet dat
er geen zou zijn, maar wij
mensen zijn nu eenmaal ei
genaardige wezens. Hunke
rend en zoekend naar het ge
luk, vinden wij doorgaans
toch het eerst wat wij niet
nastreven: ongeluk, verdriet.
Ligt dat aan het karakter van
deze wereld die door de val
van onze eerste vader tot een
tranendal is geworden? Of is
de aarde zo vol leed dat er
voor vreugde weinig plaats
meer is overgebleven? We
zien het overal, we komen het
allerwege tegen en worden er
soms haast wanhopig onder.
Het lijkt wel of we er ons in
ons verlangen naar geluk te
weinig op ingesteld hebben
dat de aarde geen paradijs
meer is. En ondanks dikwijls
verwoede pogingen is het nog
nooit gelukt dat paradijs te
herstellen en het zal ook nooit
lukken. De tragiek van geheel
averechtse uitkomsten van
dergelijke pogingen bewijst
pijnlijk dat we ons streven
naar geluk hoger moeten rich
ten.
Twee gebreken in levens
richting verhinderen dus in
vele gevallen ons de optimis
tische kijk op het leven te
hebben die we eigenlijk nodig
hebben: tekort aan bezieling
en verkeerde bezieling. Dit
tekort aan bezieling, voortko
mend uit een defaitistische in
stelling omdat de schaduw
zijden het licht verduisteren,
kan slechts opgeheven worden
wanneer wc boven het leed
van deze aarde uitgroeien,
evenals de verkeerd gerichte
bezieling alleen 't juiste doel
kan vinden als men beseft dat
de aarde onze definitieve
woonplaats niet is. Hieruit
volgt dat alleen het Christen
dom nog in staat is enige en
alle zin aan het leven te ge
ven. Dit neemt niet weg dat
het ook voor de Christen niet
altijd gemakkelijk is de zon
zijde te houden. Immers, wij
zijn allemaal zonen en doch
ters van Adam, achter wie 't
Aards Paradijs is gesloten en
tot wie God zei, dat hij in het
zweet van zijn aanschijn zijn
brood zou moeten verdienen
met al wat er aan vastzit.
Daarom zal de aarde tot het
einde der tijden distels en
doornen blijven voortbrengen
en daar zullen we ons door
heen moeten slaan om ons
doel te bereiken.
Nu staan wij aan de voor
avond van Pinksteren, 't feest
van de vurige bezieling. Bren
gen wij ons even de gebeur
tenis in gedachten, hoe de
apostelen uit vrees bijeen za
ten met gesloten deuren. Tien
dagen echter na de Hemel
vaart van de Heer verscheen
hun de H. Geest die hun be
loofd was in de gedaante van
vurige tongen en meteen was
alle vrees geweken. De Geest
Gods bezielde hun en gaf hun
de moed om voor de waarheid
uit te komen en die te ver
kondigen, ondanks tegenwer
king, vervolging en martel
dood. Het resultaat geven ons
19 eeuwen Christendom te
zien en dezelfde kracht doet
duizenden de vervolgingen in
Oost-Europa en elders ver
dragen.
Ook in kleiner verband
heeft het Pinksterfeest veel te
zeggen, speciaal in deze tijd.
Het kan ieder zich op de vraag
doen bezinnen waar de kracht
vandaan te halen om de moei
lijkheden te overwinnen. En
dat niet alleen, zelfs niet op
de eerste plaats, want ons
streven moet positief gericht
zijn op het goede. Het is een
voudig te zeggen, maar min
der eenvoudig om te doen. Er
staan ons echter ruime hulp
middelen ten dienste, want
Christus beloofde de H. Geest
te zenden als Trooster en Hel
per. Troost is er nodig voor
de velen die de volle maat
van het aardse leed ondervon
den hebben, hulp voor allen
wie het ernst is met het leven,
In het besef dat we niet
alleen staan, maar kunnen
putten uit een oneindige
Hulpbron van sterkte, zullen
wij optimist kunnen zijn. Als
wij met vertrouwen door het
leven gaan, een gerechtvaar
digd vertrouwen omdat 't op
een hechte basis berust, kun
nen wij de tegenslagen over
winnen en hier en hierna
maals gelukkig zijn. Moge
Pinksteren in deze tijd het be
sef in de juiste waarden geven
en het vertrouwen in de goed
heid van het leven in het licht
van dit feest, dan is niets te
vergeefs.
Uit de resultaten van de her
halingsoefeningen van de eerste
groep van de zogenaamde „Indo
nesië-veteranen", voor 't grootste
deel militairen van de 7 Decem
ber divisie, is opnieuw gebleken
dat de opbouw van 'n vernieuw
de Nederlandse strijdmacht een
uitermate moeilijke zaak is.
De militairen, die ongetwijfeld
individueel uitstekend geoefend
zijn, bleken niet geschikt voor 't
optreden in grotere verbanden,
die nu eenmaal noodzakelijk zijn
in een moderne oorlog. Dit is een
harde conclusie. Een uitstekend
leger is op het ogenblik niet ge
schikt voor 't Europese gevechts
terrein. Aldus heeft men in vele
dagbladen in verscheidene varia
ties kunnen lezen. De minister
van oorlog deed er nog n schep
je bovenop door te verklaren dat
de herhalingsoefeningen inderdaad
mislukt zijn, maar, zo voegde de
minister er als een lapje voor het
bloeden bij, daar kunnen die In
donesië-veteranen niets aan doen.
Wat deze laatste, opmerking
betreft, daar kunnen wij het mee
eens zijn, maar dat het le
ger dat in Indonesië is ge
weest, niet geschikt is om in die
grotere verbanden op te treden,
zijn wij zo vrij ernstig in twijfel
te trekken.
Dit verhaaltje van ongeschikt
heid is de grootste kolder, die wij
tot nu toe in het kader van onze
defensie hebben gehoord. De sol
daat heeft niets met grotere ver
banden te maken. Het blijft voor
een groep, een peleton, een com
pagnie. een bataljon zelfs, in we
zen precies hetzelfde of hij als
zelfstandige eenheid optreedt of
als eenheid, ingedeeld in een di
visie. Zo'n klein onderdeel heeft
een betrekkelijke taak en die taak
blijft nagenoeg hetzelfde of dat
onderdeel nu optreedt in 'n kleine
sector alleen of in een kleine sec
tor van een groot geheel. De in
dividuele soldaat en de kleine
groep heeft praktisch niets met
divisies, legerkorpsen te maken.
Deze grotere verbanden zijn
stafwerk. Enkel en alleen staf-
werk. Wanneer b.v. een divisie
oefening met individueel uitste
kende soldaten mislukt, dan ligt
de schuld bij de staf en nergens
anders
De allereerste eis voor de op
bouw van ons leger is* dus, dat
wij uitstekende staven hebben,
bezet met officieren die alleszins
deskundig zijn en volledig voor
hun taak berekend. Zulke staven
kunnen met geoefende en goed
uitgeruste rtoepen doen wat ze
willen .Dat blijkt wel uit het op
treden van het Nederlandse ba
taljon in Korea. Deze kerels zijn
geen van allen ooit in groter ver
band opgetreden, maar nu ze het
moeten gaat het uitstekend.
„GEEN BEZIELING".
Een ander geluid dat wij dezer
dagen hebben kunnen beluisteren,
is ,,het gebrek aan bezieling".
Wij hebben hierover verscheide
ne officieren, die de laatste her
halingsoefeningen hebben meege
maakt, naar hun mening ge
vraagd. Op de eerste plaats be
aamden zij, zij het in enige vari
aties, de opmerkingen die wij
hierboven schreven.
Wat dit gebrek aan bezieling
betrof, vertelde men ons het vol
gende De troepen die onder de
wapenen zijn geweest, zijn onder
delen die zo'n drie jaar in Indo
nesië hebben gediend. De meeste
soldaten hebben in West-Java
gevochten, o.a. tegen de goed be
wapende en behoorlijk getrainde
Siliwangi-divisie en de twee po
litionele acties meegemaakt. Men
moet bij deze mensen niet aanko
men met theorie over „het reg
lement van de krijgstucht", de
eerste les geweer en meer van die
dingen, die ze als recruten heb
ben gehad. Hiervoor bestaat geen
enkele interesse. Op de oefenin
gen was er een groot gebrek aan
materieel en dientengevolge moes
ten de jongens vechten tegen
wapens „pro memorie", troepen
„pro memorie tanks „pro me
morie" enz. Het is voor ons be
grijpelijk dat die lui hun opmars
ook „pro memorie" deden en rus
tig bleven zitten waar ze waren.
Het is toch dwaasheid om bij
deze militairen, die jarenlang on
middellijk contact met de vijand
hebben gehad, met zo'n spelletje
aan te komen, om te oefenen met
wapens, die er niet zijn, tegen een
vijand die er niet is, tegen tanks
die ze nooit zien. of om dekking
te zoeken voor een luchtaanval
zonder vliegtuigen.
„Daar trappen deze kerels be-
toel niet in" was dc mening van
een officier met 3^2 jaar tropen-
dienst.
ADMINISTRATIE.
Bovendien komt daarbij de on
voldoende administratieve voor
bereiding van de herhalingsoefe
ningen. Een le luitenant vertelde
ons dat het bijna een week duur
de voor zijn onderdeel volledig
was gemobiliseerd. De militairen
moesten urenlang wachten om
een of ander formuliertje klaar
te maken, de uitrusting ging ge
paard met een ontzaggelijke hoe
veelheid papier, controlestaten,
handtekeningen en wat er zo al
ineer bij de militaire administratie
komt kijken. Nu zijn wij enigszins
bekend met de administratie van
een bataljon en een brigade en
wij zijn er van overtuigd dat bij
een goede voorbereiding een
10.000 man in twee dagen gemo
biliseerd en uitgerust kunnen zijn.
Maar het zal wel zoiets zijn als
vorig jaar in het demob.-centrum
voorkwam. Daar moesten van een
bataljon dat pas uit de tropen
was teruggekeerd, alle controle
lijsten, lijsten met gegevens van
de soldaat, vernieuwd worden en
alle zakboekjes bijgewerkt. Enfin,
het werd gedaan en toen dit bijna
klaar was, bleek dat de hele ver
nieuwing niet nodig was geweest
en dat er een map voor iedere
militair aangelegd moest worden
met een nieuwe kaart er in. De
zakboekjes hadden ook niet bijge
werkt hoeven te worden, want
die raakten uit de mode. Niette
min moesten er nieuwe zakboek
jes worden ingevuld als de oude
te zeer versleten waren.
Een ander feit, dat ons bekend
is, is niet minder droevig. Een
groep militairen ging in 't najaar
van 1947 op rijkskosten van Den
Bosch naai Amsterdam om iloc.r
middel van een bloedproef hun
bloedgroep te laten bepalen. Met
een uitoef-reide staf van doktoren
en verpleegsters gebeurde zulks
en de groep kon v.eer op rijks
kosten naar Den Bosch. Diezelf
de groep vertrok naar I.idoncs.ë,
maar ged> -ende de 2H iaar dat
ze daar verbleven, wLst niemand
in Indonesië wat de bloedgroep
van deze militairen was.
Ja, als er zo'n administratie is
in ons leger, dan kunnen we de
militairen beter thuis laten en ze
geen tijd laten verliezen met een
week lang rondhangen in een of
andere kazerne.
Dit is dus de tweede eis een
perfecte administratie, die op al
les is voorbereid en de troepen
dei onder de wapenen komen kan
opvangen.
TIJDELIJKE RANGEN.
Tot voor kort bestond er in het
Nederlandse leger een zeer merk
waardig instituut dat der tijde
lijke rangen. Militairen kregen
dan bij hun vertrek of tijdens het
verblijf in Indonesië de rang van
hun functie. Een sergeant die pe
lotonscommandant werd, kreeg dc
rang van 2e luitenant (meestal),
een luitenant-compagniescomman
dant werd in vele gevallen ma
joor etc. Ook bij het kader was
dat het geval. Korporaals werden
sergeant enz. Het is zelfs voorge
komen dat een korporaal wegens
zijn uitzonderlijke verdiensten bij
dagorder werd bevorderd tot tij
delijk sergeant. Zo geliefd was
dat instituut.
Na de terugkeer in Nederland
zijn de rangen tot en met serge
ant geëffectueerd. De hogere tij
delijke rangen kwamen te verval
len en de militair ging terug naar
zijn oorspronkelijk effectieve rang.
Enkele uitzonderingen daargela
ten. De militairen boven de rang
van sergeant, die een hogere
functie bekleedden dan bij hun
rang paste en desondanks niet tij
delijk werden bevorderd, keerden
weer terug naar de functie die bij
hun rang behoort.
Deze gedragslijn bracht merk.
waardige konsekwenties met zich
mee. Laten wij U enkele voor
beelden noemen, die ons bekend
zijn. Een majoor, commandant
van een bataljon (de functie van
een overste), dat tijdens de twee
de actie een uitstekende opmars
maakte, werd in Nederland terug
gesteld tot kapitein en als instruc
teur naar een kaderschool ge
stuurd. Een majoor-compagnies,
commandant, commandant van 'n
gcvechtspnderdeel in Djokja, werd
kapitein en ergens in een kazerne
gestopt. Een luitenant-compag
niescommandant, drager van dc
Bronzen Leeuw, wordt nu weer
pelotonscommandant, omdat hij
pas luitenant is.
Op kadcrscholen in Nederland
zijn er onderofficieren, die in In
donesië luitenant waren.
En dan is men nog verwonderd
over „gebrek aan bezieling". De
behandeling van de militairen-
met-tijdelijke-rangen is de onge
lofelijkste dwaasheid. Stelt U zich
voor dat U in Indonesië, onder
de moeilijkste omstandigheden, 't
commando over een compagnie
voert en in Nederland comman
dant wordt van een peloton. Wij
zouden U groot gelijk geven als
U daarvoor bedankte.
Een militair die bewezen heeft
voor een bepaalde functie uitste
kend geschikt te zijn moet die
functie blijven bezetten en de
rang krijgen waarop hij recht
heeft. Dat is logisch en noodza
kelijk. Alleen met „the right man
on the right place" kan er een
goede organisatie worden opge
bouwd. Dat geldt overal, maar
zeker in het leger.
Deze tijdelijke rangen zijn dus
verdwenen, maar ter compensatie
van dit verlies hanteert men thans
een andere mogelijkheid met de
grootste willekeur. Er zijn nu mi
litairen die de onderscheidingste
kenen en de functie van een ser
geant hebben, maar als korporaal
worden betaald. De man heet dan
sergeant-titulair. Dit is zo moge
lijk nog dwazer dan het andere.
Laat iedere sergeant als sergeant
worden betaald en blijkt hij niet
geschikt voor z'n functie, goed,
laat hij dan teruggesteld worden
naar een lagere functie met een
lager salaris. Men kan in vredes
tijd onmogelijk zonder fouten se
lecteren. Minder goede zullen in
oorlogstijd uitstekende inihtairer
blijken te zijn en het omgekeerde
zal ook wel voorkomen. Daar is
nu eenmaal niets aan te doen.
Maar dit is geen reden om min
der te betalen aan militairen die,
krachtens hun rang, recht hebben
op een groter salaris. Trouwens,
de salariëring van ons leger laat
nog wel meer te wensen over.
CONCLUSIE.
Men versta ons goed. Het is
niet onze bedoeling om de exces
sen goed te praten, die tijdens de
laatste herhalingsoefeningen zijn
voorgekomen. De discipline in het
leger dient onvoorwaardelijk te
worden gehandhaafd en degenen
die uit de band springen, moeten
er met sterke hand weer in wor
den teruggebracht.
Maar van bovenaf moet tevens
de mogelijkheid tot bezieling wor
den geschapen.
Als ons leger wordt opgeroepen
moeten er op de eerste plaats uit
stekende staven zijn en een admi-
nistretie die de mobilisatie kan
opvangen. Voor dc troepen moet
er voldoende materieel zijn om te
kunnen oefenen. De oefeningen
moeten gevarieerd zijn de sol
daat moet niet de indruk krijgen
dat hij zo maar wordt bezig ge
houden. De militairen moeten hun
functie en rang uit Indonesië, mits
zij daarin hebben voldaan, weer
terugkrijgen en niet worden te
ruggesteld en tenslotte moet de
salariëring, op de eerste plaats
van de Koninklijke Landmacht,
drastisch worden herzien.
Als aan deze voorwaarden is
voldaan, dan komt het slechts op
de kundigheid van officieren en
kader en de snelheid van de wa
penvoorziening aan om een goed
leger te scheppen. Wij zijn er ons
volkomen van bewust dat de
moeilijkheden enorm groot zijn,
maar wij zijn er ook van over
tuigd dat er onnodig nieuwe
moeilijkheden zijn geschapen. Die
te elimineren is de eerste taak van
de minister van oorlog en de le
gerleiding.
De hoofdschotel van de gemeenteraadsvergadering,
Dinsdagavond in Heusden, werd gevormd door het
uitbreidingsplan voor de kommen van Herpt, Hedik-
huizen en Oudheusden met de bebouwingsvoorschrif-
ten. En er werden soms behoorlijk kruidige spijzen
opgediend, want speciaal de heer v. Herpt was er
vast van overtuigd dat de belangen der boeren wa
ren verwaarloosd. Het plan kon dan ook om meer
dan een reden zijn goedkeuring niet wegdragen en
hij stemde als enige tegen.
Op deze vergadering was
mede aanwezig de heer Han
sen, assistent van Ir. Van der 1
Laan, die eventuele vragen op
technisch gebied zou beant
woorden.
Na de opening door de voor
zitter, burgemeester v. Delft,
vaststelling der notulen en
mededeling der ingekomen
stukken, kwam het punt van
de avond aan de oi-de. Wij
hadden ons op het ergste
voorbereid.
De voorzitter deelde mee
dat het uitbreidingsplan in
onderdelen van 16 Maart tot
12 April ter inzage had gele
gen en dat er geen bezwaar
schriften waren binnengeko
men. Na goedkeuring door de
raad zou het nog 14 dagen ter
visie liggen.
Aan de toelichting ontlenen
wij het volgende:
Het plan omvat de kommen
Herpt, Hedikhuizen en Oud
heusden. Voor de kommen
Herpt en Hedikhuizen zijn de
grenzen van het uitbreidings
plan in onderdelen bepaald,
rooilijnbepalingen gemaakt en
bestemmingen vastgelegd.
Bij de kom Oudheusden is
ten behoeve van woongelegen
heid buiten de wallen van het
stadje Heusden een nieuwe
woonkern geprojecteerd, Oos
telijk van de provinciale weg
HeusdenElshout, in 't Noor
den aansluitend op de be
staande kom Oud-Heusden, in
het Oosten zich uitstrekkend
tot het Oude Maasje.
Binnen de wallen zijn geen
verdere terreinen voor wo
ningbouw meer beschikbaar
en hiervoor moet buiten de
wallen gelegenheid geschapen
worden.
Waar het hier woongelegen
heid betreft hoofdzakelijk
voor arbeiders in verband met
bestaande en na de oorlog ge
vestigde en nog te vestigen
industrieën en bedrijfjes, kan
deze woongelegenheid niet
gevonden worden in de kom
men Herpt en Hedikhuizen,
daar deze kommen een uit
sluitend agrarisch karakter
dragen.
Na ampele overwegingen
van stedebouwkundige en cul
tuur-technische aard, is beslo
ten de nieuwe woonkern te
projectei-en op de bovenge
noemde plaats, welke gronden
uitsluitend weilanden zijn en
een gunstige ligging hebben
nabij de provinciale weg,
waarvan een omlegging is ge
projecteerd Westelijk langs 't
stadje, rechtstreeks uitlopend
op de brug over de Maas.
Deze omlegging vormt een
onderdeel van de verbetering
van de verbinding van de
Langstraat via het Land van
Altena met Gorinchem. Dit,
tesamen met de na-oorlogse
drang naar industrialisatie,
kan de vestiging van meer
kleine bedrijven in Heusden
sterk bevorderen, mits er vol
doende mogelijkheid van wo
nen in de naaste toekomst
wordt geschapen, woongele
genheid met name voor arbei
ders.
Kom Oudheusden.
1. Voor het bestaande ge
deelte is enkel een rooilijn
bepaling gemaakt en de be
stemming vastgelegd, n.l. ge
mengde bebouwing met lan
delijk karakter.
Uit stedebouwkundig op
zicht moet dit meer landelijk
gebied intact blijven tussen
het eigenlijke stadje met zijn
wallen en de nieuw te stich
ten woonkern Zuidelijk hier
van.
De nieuwe woonkern is op
gezet voor een totaal van on
geveer 400 woningen, meren
deels ai-beiderswoningen, ver
der woningen en winkels voor
neringdoenden die ter plaatse
nodig zijn, enkele kleinere be
drijfjes en een aantal wonin
gen voor meer leidinggeven
de personen in winkels en be
drijven.
2. Bij de kommen Herpt
en Hedikhuizen is uitgegaan
van de gedachte dat deze ker
nen niet groter moeten wor
den en hun agrarisch landelijk
karakter zoveel mogelijk moe
ten behouden. Ehnnen de
vastgestelde grenzen van bei
de kommen is voldoende ves
tigingsmogelijkheid voor nieu
we boerderübedrijven, tuinde
rijen en vrijstaande woningen
met landelijk karakter.
De heer Te Vrudhte was de
eerste die een opmerking
maakte dat hij vond dat de
nieuwe kern wel een beetje
ver van Heusden kwam af te
liggen.
Van hetzelfde gevoelen was
de heer Verschuur en deze
vroeg zich af of de economi
sche structuur wel voldoende
in ogenschouw was genomen.
De Heusdense middenstand
was berekend op een groter
aantal kopers dan Heusden
zelf opleverde. Het achter
land, dat vroeger altijd op
Heusden was aangewezen,
was nu verloren gegaan door
dat het zelf winkels had ge
kregen enz. Het gevolg was
dat de middenstand nu te
groot was. Als de nieuwe kern
nu een eigen leven ging lei
den zo ver van de oude
kern en slechts door één weg
ermee verbonden zou dat
niet in het voordeel zijn van
de Heusdense middenstand.
In het z.g. Kerkblok (tussen
het Kasteeltje en Herpt) zou
de kern dichter bij Heusden
liggen. Bovendien moest de
voi-ming van „buurtjes" wor
den voorkomen en daarvoor
zou 't risico dichter bij Heus
den ook minder zijn.
Maak Moeder mede blij meteen
tube Hamea-Gelei. Tube 90 kt.
in welvoorziene zaken.
Wallen en Industrie
terreinen.
In Augustus 1948, aldus de
heer Verschuui-, waren Ged.
Staten er op attent gemaakt,
dat Heusden wel in ernstige
mate de financiële gevolgen
ondervindt van zijn wallen en
grachten. Hij zou graag heb
ben dat dit nog eens onder de
aandacht van Ged. Staten zou
worden gebracht. De stichting
van. een nieuwe kei'n was nu
beduidend duui'der dan wan
neer er geen wallen en grach
ten wai'en.
In Januari 1947, zo veiwolg-
de de heer Vei*schuui', bij de
eerste bespreking was er ge
sproken over industrieterrei
nen. Ir Van der Laan had toen
gezegd dat die zouden komen
in de richting van de brug en
achter de werf in de richting
Bern. De heer Verschuur had
gedacht dat dit nu wel ter
sprake zou zijn gekomen,
maar er wei'd niet over ge-
spi'oken. Dit verwonderde
hem te meer, daar er in een
brief van Ged. Staten aan de
gemeentebesturen werd ge
zegd dat de industrialisatie
bevorderd kon worden door 't
aanleggen en bouwrijp maken
van industrieterreinen. Nu zou
de heer Verschuur al tevre
den zijn met een bescheiden
industrieteiTeintje. De com
missie die hiervoor indertijd
was ingesteld kon echter niet
wei-ken doordat er niets klaar
was. Hij wilde het plan in de
ze zin gewijzigd zien dat er
voor een industrieteri-ein zou
gezorgd woi-den.
De heer Hansen wees er op
dat een een strook industrie
terrein voor kleine bedrijfjes
was geprojecteerd aan de rand
van het woongebied van de
nieuwe kern. Dit was zo be
scheiden omdat Ged. Staten
vooi-al op woningbouw had
den aangedi-ongen.
De plaats van de nieuwe
kern was gekozen om te kun
nen vastknopen aan bestaan
de wegen. Men mocht niet uit
gaan van de slechting der wal
len, dan lag hemelsbreed het
Kerkblok misschien wel dich-
terbij, maar niet zo gunstig.
Ook nu was de afstand een
kwestie van niet meer dan 10
minuten. Wat de ekonomische
kant voor de middenstand be
trof, voor winkels was in de
nieuwe kern in hoofdzaak ge
dacht aan verzorgingsbedrij-
ven, zoals groenteboer en
melkboer; misschien waren
ook deze niet nodig, doch de
mogelijkheid moest in ieder
geval bestaan.
De heer Verschuur vond het
industrieterrein toch maar erg
bescheiden tegenover de
woonkern, maar de heer Han
sen merkte op dat een groter
industrieterrein ressorteei'de
onder het plan in hoofdzaak,
dat tengevolge van technische
moeilijkheden nog moest
wachten. De heer Verschuur
van zijn kant herinnerde er
aan dat 15 a 16 jaar geleden
de Maas was uitgebaggerd en
dat toen met het zand een
Maasarm was dichtgespoten.
Aan de gemeente was toen
zand aangeboden, maar die
was niet klaar. Het zou ver
schrikkelijk zijn als zich nu
weer zo'n gelegenheid voor
deed en de gemeente was
weer niet klaar.
De heer Van Bladel vroeg
of er geen mogelijkheid was
de nieuwe kern te stichten
tussen Oudheusdense Poort en
Oude Maasje. De heer Hansen
antwoordde dat dit enorme
kosten zou meebi-engen. Er
was een moment aan gedacht,
maar het was vastgelopen op
een weg.
De heer Dekkers kon de be
zwaren van de heer Verschuur
betreffende de ekonomische
positie van de middenstand
door Nomis.
Lieve lezer(s) (essen), wij
hebben een verheugende tij
ding voor U. Wij worden be
roemd.
Van de week hebben wij dat
gemerkt. Toen wij op het
raadhuis in Waalwijk kwa
men, zei een erg vriendelijke
meneer „Dag Nomis" tegen
ons en toen wij de volgende
morgen naar ons redactiekan
toor gingen riep een vriende
lijk ventje met zwart haar en
een donkere bril op deszelfs
neus „Ha Nomis" tegen ons.
Wij hoeven U niet te ver
tellen hoe goed ons dat heeft
gedaan. Dit zijn, lezersschaar,
de eerste stappen op de weg
naar de roem. Er ligt nog een
enorme toekomst voor ons
open. Wij zyn er van de week
van overtuigd geworden dat
er nog een tijd zal komen dat
onze naam met vlammende
letters in het gouden boek der
journalistiek zal wox-den ge
schreven. Men zal over ons
praten op Bi-oadway en in
Downingstreet, in het Krem-
lin en het Koningsplein.
Haalt U nu niet Uw schouders
hierover op, want Truman is
ook als kleermaker begonnen
en Evita Peron als een dood
gewoon actricetje. Terwijl wij
als journalist beginnen en dus
een stap voor zijn op Truman
en Evita.
Ja, deze vriendelijke groe
ten van van de week waren
heerlijke wijn voor ons. Tin
telend en sprankelend als het
zonlicht.
Vlag.
Maar die tintelingen en
sprankelingen waren gauw
verdwenen toen wij consta
teerden dat er een prachtig
gebruik in het vei-geetboek is
geraakt. Als er vroeger een
nieuw huis wei-d gebouwd en
de kap kwam er op, dan werd
de Nederlandse driekleur
daarboven gehesen: een sym
bool van de overwinning van
de geest over de stof. De ste
nen, hout, cement, spijkei-s en
wat er allemaal nog meer bij-
hoort waren door de mense
lijke geest en vaardigheid sa
mengevoegd tot een woonhuis,
waar weer een nieuw gezin
gesticht ging worden. Als te
ken van vreugde werd dan de
vlag gehesen.
Maar blijkbaar is men dit
gebruik vei-geten. Er worden
veel huizen gebouwd, maar als
de kap er op gaat, ontbreekt
de vlag.
Juist in deze tijd moest de
vlag gehesen worden als er
een huis klaar kwam. De wo
ningnood is een van onze
grootste nationale problemen
en het moet toch tot vreugde
stemmen wanneer er weer een
heel klein snippertje van dat
probleem wordt afgehaald.
Wij verzekei-en U: als wij nog
eens een huis gaan bouwen
voor onze Bloem en voor ons
zelf, dan komt er een vlag op.
Fietspad.
Weet U, lezerschaar, ons
(heeidijke) beroep brengt
voor ons mee dat wij vaak
moeten fietsen. Wij fietsen
soms van 's morgens vroeg tot
's avonds laat door weer en
wind en dan trotsei'en we alle
elementen. Dat is een lust
voor ons: dat ti'otseren. Maar
toch zijn onze fietstochten
vaak bittei'e azijn voor ons en
voor sommige onzer lichaams
delen. En dat komt enkel en
alleen door fietspaden. En dan
hoeven we nog niet eens de
abominabele fietspad langs de
provinciale weg naar Tilburg
als voorbeeld te nemen. We
kunnen het ook dichter bij
huis zoeken. Als ge door
Waalwijk fietst, dan zijn er
fietspaden die voor een recht
geaard fietser als wij een per
manente ei'gernis zijn. Ge
hotst en botst erover heen en
wee de fietser die geen goede
veren in zijn zadel heeft. Bij
regenweei-, en daar worden
wij nog al rijkelijk mee ge
zegend, is de toestand zo mo
gelijk nog erger. Dan zijn al
die gaten waarover ge hotst
en botst grote plassen gewor
den met al de bittere gevol
gen van dien. Dat moet toch
eens gauw veranderd woi'den,
vinden wij.
Paddestoel.
Sinds er in onze omgeving
paddestoelen zijn geplaatst,
een gelukkig idee overigens,
zijn wij op zoek naar de grens
van onze (dierbare) gemeente
Waalwijk. Als ge de padde
stoelen zoudt geloven, dan
wonen wij toch maar in' een
heel kleine plaats. Op de pad
destoel bij onze schone Maria
kapel aan het eind van de
Kloosterweg, staat tenminste
aangegeven: „Waalwijk; 1,2
kilometer". En dat, vinden
wij, is helemaal niet waar.