Waalwijkse en Langsiraalse Courant PINKSTEREN in de tijd. Discussies rond de Uitbreidingsplan nen Moeilijkheden rond de Indonesië-veteranen. ONZE DEFENSIE OP EEN HELLEND VLAK Gemeenteraad Heusden. Belangen der boeren verwaarloosd 1 3 Mei Moederdag WIJN EN AZIJN IN DE LANGSTRAAT VRIJDAG U MEI 1931. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. DE ECHO Wi HET ZUIDEN 74e JAARGANG No. 38 Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK OPGERICHT 1878. TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. TEL.-ADRES „ECHO". De tijd waarin wij leven schijnt eerder aanleiding te geven tot bezorgdheid dan tot enthousiasme en eerder tot somberheid dan tot vurig heid. Dit te constateren lijkt meer te getuigen van wer kelijkheidszin dan van opti misme. Het is in ieder geval de meest voor de hand liggen de conclusie uit het beeld dat de wereld ons biedt en het is wel overbodig en onmogelijk om de talrijke symptomen op te sommen die het recht ge ven tot bovenstaand besluit te komen. Moeilijker wordt het als men de lichtzijde van het le ven wil beschouwen. Niet dat er geen zou zijn, maar wij mensen zijn nu eenmaal ei genaardige wezens. Hunke rend en zoekend naar het ge luk, vinden wij doorgaans toch het eerst wat wij niet nastreven: ongeluk, verdriet. Ligt dat aan het karakter van deze wereld die door de val van onze eerste vader tot een tranendal is geworden? Of is de aarde zo vol leed dat er voor vreugde weinig plaats meer is overgebleven? We zien het overal, we komen het allerwege tegen en worden er soms haast wanhopig onder. Het lijkt wel of we er ons in ons verlangen naar geluk te weinig op ingesteld hebben dat de aarde geen paradijs meer is. En ondanks dikwijls verwoede pogingen is het nog nooit gelukt dat paradijs te herstellen en het zal ook nooit lukken. De tragiek van geheel averechtse uitkomsten van dergelijke pogingen bewijst pijnlijk dat we ons streven naar geluk hoger moeten rich ten. Twee gebreken in levens richting verhinderen dus in vele gevallen ons de optimis tische kijk op het leven te hebben die we eigenlijk nodig hebben: tekort aan bezieling en verkeerde bezieling. Dit tekort aan bezieling, voortko mend uit een defaitistische in stelling omdat de schaduw zijden het licht verduisteren, kan slechts opgeheven worden wanneer wc boven het leed van deze aarde uitgroeien, evenals de verkeerd gerichte bezieling alleen 't juiste doel kan vinden als men beseft dat de aarde onze definitieve woonplaats niet is. Hieruit volgt dat alleen het Christen dom nog in staat is enige en alle zin aan het leven te ge ven. Dit neemt niet weg dat het ook voor de Christen niet altijd gemakkelijk is de zon zijde te houden. Immers, wij zijn allemaal zonen en doch ters van Adam, achter wie 't Aards Paradijs is gesloten en tot wie God zei, dat hij in het zweet van zijn aanschijn zijn brood zou moeten verdienen met al wat er aan vastzit. Daarom zal de aarde tot het einde der tijden distels en doornen blijven voortbrengen en daar zullen we ons door heen moeten slaan om ons doel te bereiken. Nu staan wij aan de voor avond van Pinksteren, 't feest van de vurige bezieling. Bren gen wij ons even de gebeur tenis in gedachten, hoe de apostelen uit vrees bijeen za ten met gesloten deuren. Tien dagen echter na de Hemel vaart van de Heer verscheen hun de H. Geest die hun be loofd was in de gedaante van vurige tongen en meteen was alle vrees geweken. De Geest Gods bezielde hun en gaf hun de moed om voor de waarheid uit te komen en die te ver kondigen, ondanks tegenwer king, vervolging en martel dood. Het resultaat geven ons 19 eeuwen Christendom te zien en dezelfde kracht doet duizenden de vervolgingen in Oost-Europa en elders ver dragen. Ook in kleiner verband heeft het Pinksterfeest veel te zeggen, speciaal in deze tijd. Het kan ieder zich op de vraag doen bezinnen waar de kracht vandaan te halen om de moei lijkheden te overwinnen. En dat niet alleen, zelfs niet op de eerste plaats, want ons streven moet positief gericht zijn op het goede. Het is een voudig te zeggen, maar min der eenvoudig om te doen. Er staan ons echter ruime hulp middelen ten dienste, want Christus beloofde de H. Geest te zenden als Trooster en Hel per. Troost is er nodig voor de velen die de volle maat van het aardse leed ondervon den hebben, hulp voor allen wie het ernst is met het leven, In het besef dat we niet alleen staan, maar kunnen putten uit een oneindige Hulpbron van sterkte, zullen wij optimist kunnen zijn. Als wij met vertrouwen door het leven gaan, een gerechtvaar digd vertrouwen omdat 't op een hechte basis berust, kun nen wij de tegenslagen over winnen en hier en hierna maals gelukkig zijn. Moge Pinksteren in deze tijd het be sef in de juiste waarden geven en het vertrouwen in de goed heid van het leven in het licht van dit feest, dan is niets te vergeefs. Uit de resultaten van de her halingsoefeningen van de eerste groep van de zogenaamde „Indo nesië-veteranen", voor 't grootste deel militairen van de 7 Decem ber divisie, is opnieuw gebleken dat de opbouw van 'n vernieuw de Nederlandse strijdmacht een uitermate moeilijke zaak is. De militairen, die ongetwijfeld individueel uitstekend geoefend zijn, bleken niet geschikt voor 't optreden in grotere verbanden, die nu eenmaal noodzakelijk zijn in een moderne oorlog. Dit is een harde conclusie. Een uitstekend leger is op het ogenblik niet ge schikt voor 't Europese gevechts terrein. Aldus heeft men in vele dagbladen in verscheidene varia ties kunnen lezen. De minister van oorlog deed er nog n schep je bovenop door te verklaren dat de herhalingsoefeningen inderdaad mislukt zijn, maar, zo voegde de minister er als een lapje voor het bloeden bij, daar kunnen die In donesië-veteranen niets aan doen. Wat deze laatste, opmerking betreft, daar kunnen wij het mee eens zijn, maar dat het le ger dat in Indonesië is ge weest, niet geschikt is om in die grotere verbanden op te treden, zijn wij zo vrij ernstig in twijfel te trekken. Dit verhaaltje van ongeschikt heid is de grootste kolder, die wij tot nu toe in het kader van onze defensie hebben gehoord. De sol daat heeft niets met grotere ver banden te maken. Het blijft voor een groep, een peleton, een com pagnie. een bataljon zelfs, in we zen precies hetzelfde of hij als zelfstandige eenheid optreedt of als eenheid, ingedeeld in een di visie. Zo'n klein onderdeel heeft een betrekkelijke taak en die taak blijft nagenoeg hetzelfde of dat onderdeel nu optreedt in 'n kleine sector alleen of in een kleine sec tor van een groot geheel. De in dividuele soldaat en de kleine groep heeft praktisch niets met divisies, legerkorpsen te maken. Deze grotere verbanden zijn stafwerk. Enkel en alleen staf- werk. Wanneer b.v. een divisie oefening met individueel uitste kende soldaten mislukt, dan ligt de schuld bij de staf en nergens anders De allereerste eis voor de op bouw van ons leger is* dus, dat wij uitstekende staven hebben, bezet met officieren die alleszins deskundig zijn en volledig voor hun taak berekend. Zulke staven kunnen met geoefende en goed uitgeruste rtoepen doen wat ze willen .Dat blijkt wel uit het op treden van het Nederlandse ba taljon in Korea. Deze kerels zijn geen van allen ooit in groter ver band opgetreden, maar nu ze het moeten gaat het uitstekend. „GEEN BEZIELING". Een ander geluid dat wij dezer dagen hebben kunnen beluisteren, is ,,het gebrek aan bezieling". Wij hebben hierover verscheide ne officieren, die de laatste her halingsoefeningen hebben meege maakt, naar hun mening ge vraagd. Op de eerste plaats be aamden zij, zij het in enige vari aties, de opmerkingen die wij hierboven schreven. Wat dit gebrek aan bezieling betrof, vertelde men ons het vol gende De troepen die onder de wapenen zijn geweest, zijn onder delen die zo'n drie jaar in Indo nesië hebben gediend. De meeste soldaten hebben in West-Java gevochten, o.a. tegen de goed be wapende en behoorlijk getrainde Siliwangi-divisie en de twee po litionele acties meegemaakt. Men moet bij deze mensen niet aanko men met theorie over „het reg lement van de krijgstucht", de eerste les geweer en meer van die dingen, die ze als recruten heb ben gehad. Hiervoor bestaat geen enkele interesse. Op de oefenin gen was er een groot gebrek aan materieel en dientengevolge moes ten de jongens vechten tegen wapens „pro memorie", troepen „pro memorie tanks „pro me morie" enz. Het is voor ons be grijpelijk dat die lui hun opmars ook „pro memorie" deden en rus tig bleven zitten waar ze waren. Het is toch dwaasheid om bij deze militairen, die jarenlang on middellijk contact met de vijand hebben gehad, met zo'n spelletje aan te komen, om te oefenen met wapens, die er niet zijn, tegen een vijand die er niet is, tegen tanks die ze nooit zien. of om dekking te zoeken voor een luchtaanval zonder vliegtuigen. „Daar trappen deze kerels be- toel niet in" was dc mening van een officier met 3^2 jaar tropen- dienst. ADMINISTRATIE. Bovendien komt daarbij de on voldoende administratieve voor bereiding van de herhalingsoefe ningen. Een le luitenant vertelde ons dat het bijna een week duur de voor zijn onderdeel volledig was gemobiliseerd. De militairen moesten urenlang wachten om een of ander formuliertje klaar te maken, de uitrusting ging ge paard met een ontzaggelijke hoe veelheid papier, controlestaten, handtekeningen en wat er zo al ineer bij de militaire administratie komt kijken. Nu zijn wij enigszins bekend met de administratie van een bataljon en een brigade en wij zijn er van overtuigd dat bij een goede voorbereiding een 10.000 man in twee dagen gemo biliseerd en uitgerust kunnen zijn. Maar het zal wel zoiets zijn als vorig jaar in het demob.-centrum voorkwam. Daar moesten van een bataljon dat pas uit de tropen was teruggekeerd, alle controle lijsten, lijsten met gegevens van de soldaat, vernieuwd worden en alle zakboekjes bijgewerkt. Enfin, het werd gedaan en toen dit bijna klaar was, bleek dat de hele ver nieuwing niet nodig was geweest en dat er een map voor iedere militair aangelegd moest worden met een nieuwe kaart er in. De zakboekjes hadden ook niet bijge werkt hoeven te worden, want die raakten uit de mode. Niette min moesten er nieuwe zakboek jes worden ingevuld als de oude te zeer versleten waren. Een ander feit, dat ons bekend is, is niet minder droevig. Een groep militairen ging in 't najaar van 1947 op rijkskosten van Den Bosch naai Amsterdam om iloc.r middel van een bloedproef hun bloedgroep te laten bepalen. Met een uitoef-reide staf van doktoren en verpleegsters gebeurde zulks en de groep kon v.eer op rijks kosten naar Den Bosch. Diezelf de groep vertrok naar I.idoncs.ë, maar ged> -ende de 2H iaar dat ze daar verbleven, wLst niemand in Indonesië wat de bloedgroep van deze militairen was. Ja, als er zo'n administratie is in ons leger, dan kunnen we de militairen beter thuis laten en ze geen tijd laten verliezen met een week lang rondhangen in een of andere kazerne. Dit is dus de tweede eis een perfecte administratie, die op al les is voorbereid en de troepen dei onder de wapenen komen kan opvangen. TIJDELIJKE RANGEN. Tot voor kort bestond er in het Nederlandse leger een zeer merk waardig instituut dat der tijde lijke rangen. Militairen kregen dan bij hun vertrek of tijdens het verblijf in Indonesië de rang van hun functie. Een sergeant die pe lotonscommandant werd, kreeg dc rang van 2e luitenant (meestal), een luitenant-compagniescomman dant werd in vele gevallen ma joor etc. Ook bij het kader was dat het geval. Korporaals werden sergeant enz. Het is zelfs voorge komen dat een korporaal wegens zijn uitzonderlijke verdiensten bij dagorder werd bevorderd tot tij delijk sergeant. Zo geliefd was dat instituut. Na de terugkeer in Nederland zijn de rangen tot en met serge ant geëffectueerd. De hogere tij delijke rangen kwamen te verval len en de militair ging terug naar zijn oorspronkelijk effectieve rang. Enkele uitzonderingen daargela ten. De militairen boven de rang van sergeant, die een hogere functie bekleedden dan bij hun rang paste en desondanks niet tij delijk werden bevorderd, keerden weer terug naar de functie die bij hun rang behoort. Deze gedragslijn bracht merk. waardige konsekwenties met zich mee. Laten wij U enkele voor beelden noemen, die ons bekend zijn. Een majoor, commandant van een bataljon (de functie van een overste), dat tijdens de twee de actie een uitstekende opmars maakte, werd in Nederland terug gesteld tot kapitein en als instruc teur naar een kaderschool ge stuurd. Een majoor-compagnies, commandant, commandant van 'n gcvechtspnderdeel in Djokja, werd kapitein en ergens in een kazerne gestopt. Een luitenant-compag niescommandant, drager van dc Bronzen Leeuw, wordt nu weer pelotonscommandant, omdat hij pas luitenant is. Op kadcrscholen in Nederland zijn er onderofficieren, die in In donesië luitenant waren. En dan is men nog verwonderd over „gebrek aan bezieling". De behandeling van de militairen- met-tijdelijke-rangen is de onge lofelijkste dwaasheid. Stelt U zich voor dat U in Indonesië, onder de moeilijkste omstandigheden, 't commando over een compagnie voert en in Nederland comman dant wordt van een peloton. Wij zouden U groot gelijk geven als U daarvoor bedankte. Een militair die bewezen heeft voor een bepaalde functie uitste kend geschikt te zijn moet die functie blijven bezetten en de rang krijgen waarop hij recht heeft. Dat is logisch en noodza kelijk. Alleen met „the right man on the right place" kan er een goede organisatie worden opge bouwd. Dat geldt overal, maar zeker in het leger. Deze tijdelijke rangen zijn dus verdwenen, maar ter compensatie van dit verlies hanteert men thans een andere mogelijkheid met de grootste willekeur. Er zijn nu mi litairen die de onderscheidingste kenen en de functie van een ser geant hebben, maar als korporaal worden betaald. De man heet dan sergeant-titulair. Dit is zo moge lijk nog dwazer dan het andere. Laat iedere sergeant als sergeant worden betaald en blijkt hij niet geschikt voor z'n functie, goed, laat hij dan teruggesteld worden naar een lagere functie met een lager salaris. Men kan in vredes tijd onmogelijk zonder fouten se lecteren. Minder goede zullen in oorlogstijd uitstekende inihtairer blijken te zijn en het omgekeerde zal ook wel voorkomen. Daar is nu eenmaal niets aan te doen. Maar dit is geen reden om min der te betalen aan militairen die, krachtens hun rang, recht hebben op een groter salaris. Trouwens, de salariëring van ons leger laat nog wel meer te wensen over. CONCLUSIE. Men versta ons goed. Het is niet onze bedoeling om de exces sen goed te praten, die tijdens de laatste herhalingsoefeningen zijn voorgekomen. De discipline in het leger dient onvoorwaardelijk te worden gehandhaafd en degenen die uit de band springen, moeten er met sterke hand weer in wor den teruggebracht. Maar van bovenaf moet tevens de mogelijkheid tot bezieling wor den geschapen. Als ons leger wordt opgeroepen moeten er op de eerste plaats uit stekende staven zijn en een admi- nistretie die de mobilisatie kan opvangen. Voor dc troepen moet er voldoende materieel zijn om te kunnen oefenen. De oefeningen moeten gevarieerd zijn de sol daat moet niet de indruk krijgen dat hij zo maar wordt bezig ge houden. De militairen moeten hun functie en rang uit Indonesië, mits zij daarin hebben voldaan, weer terugkrijgen en niet worden te ruggesteld en tenslotte moet de salariëring, op de eerste plaats van de Koninklijke Landmacht, drastisch worden herzien. Als aan deze voorwaarden is voldaan, dan komt het slechts op de kundigheid van officieren en kader en de snelheid van de wa penvoorziening aan om een goed leger te scheppen. Wij zijn er ons volkomen van bewust dat de moeilijkheden enorm groot zijn, maar wij zijn er ook van over tuigd dat er onnodig nieuwe moeilijkheden zijn geschapen. Die te elimineren is de eerste taak van de minister van oorlog en de le gerleiding. De hoofdschotel van de gemeenteraadsvergadering, Dinsdagavond in Heusden, werd gevormd door het uitbreidingsplan voor de kommen van Herpt, Hedik- huizen en Oudheusden met de bebouwingsvoorschrif- ten. En er werden soms behoorlijk kruidige spijzen opgediend, want speciaal de heer v. Herpt was er vast van overtuigd dat de belangen der boeren wa ren verwaarloosd. Het plan kon dan ook om meer dan een reden zijn goedkeuring niet wegdragen en hij stemde als enige tegen. Op deze vergadering was mede aanwezig de heer Han sen, assistent van Ir. Van der 1 Laan, die eventuele vragen op technisch gebied zou beant woorden. Na de opening door de voor zitter, burgemeester v. Delft, vaststelling der notulen en mededeling der ingekomen stukken, kwam het punt van de avond aan de oi-de. Wij hadden ons op het ergste voorbereid. De voorzitter deelde mee dat het uitbreidingsplan in onderdelen van 16 Maart tot 12 April ter inzage had gele gen en dat er geen bezwaar schriften waren binnengeko men. Na goedkeuring door de raad zou het nog 14 dagen ter visie liggen. Aan de toelichting ontlenen wij het volgende: Het plan omvat de kommen Herpt, Hedikhuizen en Oud heusden. Voor de kommen Herpt en Hedikhuizen zijn de grenzen van het uitbreidings plan in onderdelen bepaald, rooilijnbepalingen gemaakt en bestemmingen vastgelegd. Bij de kom Oudheusden is ten behoeve van woongelegen heid buiten de wallen van het stadje Heusden een nieuwe woonkern geprojecteerd, Oos telijk van de provinciale weg HeusdenElshout, in 't Noor den aansluitend op de be staande kom Oud-Heusden, in het Oosten zich uitstrekkend tot het Oude Maasje. Binnen de wallen zijn geen verdere terreinen voor wo ningbouw meer beschikbaar en hiervoor moet buiten de wallen gelegenheid geschapen worden. Waar het hier woongelegen heid betreft hoofdzakelijk voor arbeiders in verband met bestaande en na de oorlog ge vestigde en nog te vestigen industrieën en bedrijfjes, kan deze woongelegenheid niet gevonden worden in de kom men Herpt en Hedikhuizen, daar deze kommen een uit sluitend agrarisch karakter dragen. Na ampele overwegingen van stedebouwkundige en cul tuur-technische aard, is beslo ten de nieuwe woonkern te projectei-en op de bovenge noemde plaats, welke gronden uitsluitend weilanden zijn en een gunstige ligging hebben nabij de provinciale weg, waarvan een omlegging is ge projecteerd Westelijk langs 't stadje, rechtstreeks uitlopend op de brug over de Maas. Deze omlegging vormt een onderdeel van de verbetering van de verbinding van de Langstraat via het Land van Altena met Gorinchem. Dit, tesamen met de na-oorlogse drang naar industrialisatie, kan de vestiging van meer kleine bedrijven in Heusden sterk bevorderen, mits er vol doende mogelijkheid van wo nen in de naaste toekomst wordt geschapen, woongele genheid met name voor arbei ders. Kom Oudheusden. 1. Voor het bestaande ge deelte is enkel een rooilijn bepaling gemaakt en de be stemming vastgelegd, n.l. ge mengde bebouwing met lan delijk karakter. Uit stedebouwkundig op zicht moet dit meer landelijk gebied intact blijven tussen het eigenlijke stadje met zijn wallen en de nieuw te stich ten woonkern Zuidelijk hier van. De nieuwe woonkern is op gezet voor een totaal van on geveer 400 woningen, meren deels ai-beiderswoningen, ver der woningen en winkels voor neringdoenden die ter plaatse nodig zijn, enkele kleinere be drijfjes en een aantal wonin gen voor meer leidinggeven de personen in winkels en be drijven. 2. Bij de kommen Herpt en Hedikhuizen is uitgegaan van de gedachte dat deze ker nen niet groter moeten wor den en hun agrarisch landelijk karakter zoveel mogelijk moe ten behouden. Ehnnen de vastgestelde grenzen van bei de kommen is voldoende ves tigingsmogelijkheid voor nieu we boerderübedrijven, tuinde rijen en vrijstaande woningen met landelijk karakter. De heer Te Vrudhte was de eerste die een opmerking maakte dat hij vond dat de nieuwe kern wel een beetje ver van Heusden kwam af te liggen. Van hetzelfde gevoelen was de heer Verschuur en deze vroeg zich af of de economi sche structuur wel voldoende in ogenschouw was genomen. De Heusdense middenstand was berekend op een groter aantal kopers dan Heusden zelf opleverde. Het achter land, dat vroeger altijd op Heusden was aangewezen, was nu verloren gegaan door dat het zelf winkels had ge kregen enz. Het gevolg was dat de middenstand nu te groot was. Als de nieuwe kern nu een eigen leven ging lei den zo ver van de oude kern en slechts door één weg ermee verbonden zou dat niet in het voordeel zijn van de Heusdense middenstand. In het z.g. Kerkblok (tussen het Kasteeltje en Herpt) zou de kern dichter bij Heusden liggen. Bovendien moest de voi-ming van „buurtjes" wor den voorkomen en daarvoor zou 't risico dichter bij Heus den ook minder zijn. Maak Moeder mede blij meteen tube Hamea-Gelei. Tube 90 kt. in welvoorziene zaken. Wallen en Industrie terreinen. In Augustus 1948, aldus de heer Verschuui-, waren Ged. Staten er op attent gemaakt, dat Heusden wel in ernstige mate de financiële gevolgen ondervindt van zijn wallen en grachten. Hij zou graag heb ben dat dit nog eens onder de aandacht van Ged. Staten zou worden gebracht. De stichting van. een nieuwe kei'n was nu beduidend duui'der dan wan neer er geen wallen en grach ten wai'en. In Januari 1947, zo veiwolg- de de heer Vei*schuui', bij de eerste bespreking was er ge sproken over industrieterrei nen. Ir Van der Laan had toen gezegd dat die zouden komen in de richting van de brug en achter de werf in de richting Bern. De heer Verschuur had gedacht dat dit nu wel ter sprake zou zijn gekomen, maar er wei'd niet over ge- spi'oken. Dit verwonderde hem te meer, daar er in een brief van Ged. Staten aan de gemeentebesturen werd ge zegd dat de industrialisatie bevorderd kon worden door 't aanleggen en bouwrijp maken van industrieterreinen. Nu zou de heer Verschuur al tevre den zijn met een bescheiden industrieteiTeintje. De com missie die hiervoor indertijd was ingesteld kon echter niet wei-ken doordat er niets klaar was. Hij wilde het plan in de ze zin gewijzigd zien dat er voor een industrieteri-ein zou gezorgd woi-den. De heer Hansen wees er op dat een een strook industrie terrein voor kleine bedrijfjes was geprojecteerd aan de rand van het woongebied van de nieuwe kern. Dit was zo be scheiden omdat Ged. Staten vooi-al op woningbouw had den aangedi-ongen. De plaats van de nieuwe kern was gekozen om te kun nen vastknopen aan bestaan de wegen. Men mocht niet uit gaan van de slechting der wal len, dan lag hemelsbreed het Kerkblok misschien wel dich- terbij, maar niet zo gunstig. Ook nu was de afstand een kwestie van niet meer dan 10 minuten. Wat de ekonomische kant voor de middenstand be trof, voor winkels was in de nieuwe kern in hoofdzaak ge dacht aan verzorgingsbedrij- ven, zoals groenteboer en melkboer; misschien waren ook deze niet nodig, doch de mogelijkheid moest in ieder geval bestaan. De heer Verschuur vond het industrieterrein toch maar erg bescheiden tegenover de woonkern, maar de heer Han sen merkte op dat een groter industrieterrein ressorteei'de onder het plan in hoofdzaak, dat tengevolge van technische moeilijkheden nog moest wachten. De heer Verschuur van zijn kant herinnerde er aan dat 15 a 16 jaar geleden de Maas was uitgebaggerd en dat toen met het zand een Maasarm was dichtgespoten. Aan de gemeente was toen zand aangeboden, maar die was niet klaar. Het zou ver schrikkelijk zijn als zich nu weer zo'n gelegenheid voor deed en de gemeente was weer niet klaar. De heer Van Bladel vroeg of er geen mogelijkheid was de nieuwe kern te stichten tussen Oudheusdense Poort en Oude Maasje. De heer Hansen antwoordde dat dit enorme kosten zou meebi-engen. Er was een moment aan gedacht, maar het was vastgelopen op een weg. De heer Dekkers kon de be zwaren van de heer Verschuur betreffende de ekonomische positie van de middenstand door Nomis. Lieve lezer(s) (essen), wij hebben een verheugende tij ding voor U. Wij worden be roemd. Van de week hebben wij dat gemerkt. Toen wij op het raadhuis in Waalwijk kwa men, zei een erg vriendelijke meneer „Dag Nomis" tegen ons en toen wij de volgende morgen naar ons redactiekan toor gingen riep een vriende lijk ventje met zwart haar en een donkere bril op deszelfs neus „Ha Nomis" tegen ons. Wij hoeven U niet te ver tellen hoe goed ons dat heeft gedaan. Dit zijn, lezersschaar, de eerste stappen op de weg naar de roem. Er ligt nog een enorme toekomst voor ons open. Wij zyn er van de week van overtuigd geworden dat er nog een tijd zal komen dat onze naam met vlammende letters in het gouden boek der journalistiek zal wox-den ge schreven. Men zal over ons praten op Bi-oadway en in Downingstreet, in het Krem- lin en het Koningsplein. Haalt U nu niet Uw schouders hierover op, want Truman is ook als kleermaker begonnen en Evita Peron als een dood gewoon actricetje. Terwijl wij als journalist beginnen en dus een stap voor zijn op Truman en Evita. Ja, deze vriendelijke groe ten van van de week waren heerlijke wijn voor ons. Tin telend en sprankelend als het zonlicht. Vlag. Maar die tintelingen en sprankelingen waren gauw verdwenen toen wij consta teerden dat er een prachtig gebruik in het vei-geetboek is geraakt. Als er vroeger een nieuw huis wei-d gebouwd en de kap kwam er op, dan werd de Nederlandse driekleur daarboven gehesen: een sym bool van de overwinning van de geest over de stof. De ste nen, hout, cement, spijkei-s en wat er allemaal nog meer bij- hoort waren door de mense lijke geest en vaardigheid sa mengevoegd tot een woonhuis, waar weer een nieuw gezin gesticht ging worden. Als te ken van vreugde werd dan de vlag gehesen. Maar blijkbaar is men dit gebruik vei-geten. Er worden veel huizen gebouwd, maar als de kap er op gaat, ontbreekt de vlag. Juist in deze tijd moest de vlag gehesen worden als er een huis klaar kwam. De wo ningnood is een van onze grootste nationale problemen en het moet toch tot vreugde stemmen wanneer er weer een heel klein snippertje van dat probleem wordt afgehaald. Wij verzekei-en U: als wij nog eens een huis gaan bouwen voor onze Bloem en voor ons zelf, dan komt er een vlag op. Fietspad. Weet U, lezerschaar, ons (heeidijke) beroep brengt voor ons mee dat wij vaak moeten fietsen. Wij fietsen soms van 's morgens vroeg tot 's avonds laat door weer en wind en dan trotsei'en we alle elementen. Dat is een lust voor ons: dat ti'otseren. Maar toch zijn onze fietstochten vaak bittei'e azijn voor ons en voor sommige onzer lichaams delen. En dat komt enkel en alleen door fietspaden. En dan hoeven we nog niet eens de abominabele fietspad langs de provinciale weg naar Tilburg als voorbeeld te nemen. We kunnen het ook dichter bij huis zoeken. Als ge door Waalwijk fietst, dan zijn er fietspaden die voor een recht geaard fietser als wij een per manente ei'gernis zijn. Ge hotst en botst erover heen en wee de fietser die geen goede veren in zijn zadel heeft. Bij regenweei-, en daar worden wij nog al rijkelijk mee ge zegend, is de toestand zo mo gelijk nog erger. Dan zijn al die gaten waarover ge hotst en botst grote plassen gewor den met al de bittere gevol gen van dien. Dat moet toch eens gauw veranderd woi'den, vinden wij. Paddestoel. Sinds er in onze omgeving paddestoelen zijn geplaatst, een gelukkig idee overigens, zijn wij op zoek naar de grens van onze (dierbare) gemeente Waalwijk. Als ge de padde stoelen zoudt geloven, dan wonen wij toch maar in' een heel kleine plaats. Op de pad destoel bij onze schone Maria kapel aan het eind van de Kloosterweg, staat tenminste aangegeven: „Waalwijk; 1,2 kilometer". En dat, vinden wij, is helemaal niet waar.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 1