l Wijde Wereld 1 Waalwijkse en Langstraatse Courant Speciale reportage V lootmanoeuvres Onze. p.aKtne.h.6. Veilig-verkeeractie Juni 1951 van het verbond voor veilig verkeer UIT DE III. MAANDAG 11 JUNI 1951. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. DE ECHO VM HEI ZUIDEN 74e JAARGANG No. 47. OPGERICHT 1S7S. Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK 'fEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO" Moderne instrumenten getroefd door zeemanschap Van een slingerende vloot en een zeeziek journalist De van Amerika overgenomen fre gatten zijn slingerbakken. Daarover ie iedereen aan boord van de „Du bois" en de „Van Ewijck" het eens. De gasten aan boord wel in de eer ste plaats. Die hebben het een paar dagen tijdens de marinemanoeuvres kwaad te verduren gehad, want zij hadden geen sterkere zeebenen dan zij tijdens de vorige manoeuvres hadden kunnen verwerven. Toen waren evenwel deze moderne Ame rikaanse fregatten nog niet in dienst. Het moet tot zijn eer gezegd wor den, dat een Limburgs journalist zich door alle slingeringen niet van de wijs heeft laten brengen, maar daar mee maakte hij dan ook een uit stekend figuur. Onder de lang be varen bemanning waren er die nu en dan ijlings naar de railing moesten snellen en de specialisten van de radio- en radarkamer hadden een emmertje opgesteld tussen hun in gewikkelde instrumenten. Maar golven en slingeringen ten spijt, de dienst ging door. De kok had behal ve hekjes op zijn fornuis om de pannen in toom te houden, ook in zijn kombuis stellages opgetrokken om zichzelf te vrij waren voor botsingen met het hete for nuis. Als in een van de verblijven iemand een asbakje vroeg, behoefde een ander dat maar op de grond te zetten. Met de volgende slingering slierde het ding naar de andere zijde om even lattr weer terug te komen. net is op een onderzeeboot wel eens voorgekomen, dat iemand uit zijn kooi geslingerd werd, maar het verhaal daar over wordt min ox meer ais een legende oescnouwd. nier op de „Liuhois is eik bed voorzien van riemen om de slaper zodanig vast te snoeren dat hij niet op de ijzeren platen wordt gekwakt. toch is slingeren ot de golven klie ven gelijk een strijkijzer slechts een on belangrijk verschil, niet zozeer voor het leven aan boord als wel voor de ma noeuvres. Aangezien de schout bij nacht niet anders verwacht ot het JNederland- se smaldeel zal de orders nauwkkeurig uitvoeren, moeten de seiners aan de viaggekast van de Tromp (het INeder- landse vlaggeschip) zich maar op de een ot andere wijze schrap zetten en evenzo hun collega s op de andere schepen. 'Z,ij lezen die vlaggeseinen en wankelen zwaaiend naar hun commandant, die zich ergens schoor gezet heett op de brug, om hem het brietje met de boodschap te brengen. Uit dat bevel distilleert die commandant de noodzakelijke orders voor zijn eigen bemanning. De koers wordt gewijzigd en het toerental der ma chines en nu gaan enige schepen zich afzonderen om in de mistige kim te ver dwijnen. Zij zullen pogen de rest van het eskader te ontlopen en zo bij het vallen van de duisternis een klein zee- slagje ensceneren. Zwaaiend en stam pend en op volle vaart lopen de „Du bois en de Van Ewijck" weg, dwars door de golf van Biscaje en juist op dat moment ontfermt de scheepsarts zich over de journalist, die reeds gedurende enige uren niet tot enigfe zelfstandige be weging in staat, onder een kanon ligt, uitgestrekt op een paar kisten munitie, die o zo aangenaam kunnen liggen, wanneer de frisse zeebries een soort medicijn moet zijn. De arts heeft meer met dat bijltje gehakt. Hij weet de slappe passagier aan boord van dit vaartuig te bewegen op te staan en onder zijn lei ding een pilletje in te nemen. Dan mag hij weer een kwartier liggen, maar dan moet het ook afgelopen zijn. Een bordje Indische rijst doet dan de rest en maakt de verzwakte journalist wfeer waarlijk iets dat op een menselijk creatuur gelijkt. Hij is dan in staat om, zich stijf vast klemmend in een hoek van de comman dobrug, het nachtelijk gevecht te volgen en hij vfergeet zijn narigheid geheel wan neer zich dat gaat ontwikkelen. Hoe weinig heeft overigens, met de moderne middelen, die duisternis in vloed op de gevechten. Op de radar schermpjes zien vriend en vijand elkaar s nachts even duidelijk als overdag. In deze volle vredestijd is de enige moei lijkheid om niet een paar koopvaarders voor de „vijand" te verslijten. Want de radar is nog niet zo geperfectionneerd, dat ook dat onderscheid te zien zou zijn. Ondanks alle verfijnde moderne instru menten brengt toch ook in dit nachtelijk gevecht de fijne toets van zeemanschap het verschil tussen nederlaag en over winning. Wat de instrumenten betreft, zijn de partijen vrijwel gelijkwaardig. Zij kunnen elkaar ongeveer op hetzelfde ogenblik waarnemen zondfer elkaar te zien. maar de „vijand" is verre over machtig wat geschutkracht betreft. Het komt er dus op aan zo te manoeuvreren, dat ook de lichte eenheden hun kanons kunnen laten spreken zonder dat zij (theoretisch) al in de grond worden gfe- boord. Het gaat allemaal erg rustig, tenmin ste zonder zichtbare opwinding, die voorbereiding tot een listig gevecht, maar het is een ingespannen samenwerken van' een stel specialisten en over dfe troep heerst de grote, zekere commandant. Een man van weinig woorden is hij en slechts uit een halve zin en de veelkleurige lint jes op zijn Zondagse uniform hebben wij opgemaakt, dat hij een fraaie staat van dienst uit de oorlogsjaren achter zich heeft. Maar met die zekere aanwijzingen en die korte bevelen leidt hij zijn schip en het kleine flottilfe zo, dat straks de vijand weinig kans zal hebben. Hij past zowaar het oude gebaar toe van de natte vinger in de lucht om de windrichting ten opzichte van het schip te leren ken nen. Daaruit volgt weer een koerswijzi ging en dan worden de seiners weer aan het Werk gezet om een boodschap naar het andere schip over te brengen. Er zal met het speciale nevelapparaat een rook gordijn worden gelegd. Vette kwalmen grijze rook slieren over het water. Het hoofd van de machinekamer staat met een bezorgd gfelaat bij die nevelsproeier, die nog nooit in Nederlandse dienst ge werkt heeft. Het ding staat rood gloei end en vlak daarnaast liggen de diepte bommen opgetast. Er worden brandslan gen gereed gehouden. Als de krijgslist wil gelukken, moet dit rookgordijn groot en effectief zijn. Het wordt gelegd en op het moment, dat de „vijand" het vuur wil openen om de prooi, die hij op zijn radarinstrumenten zo duidelijk kan zien, te beschieten, blijkt hoe zorgvuldig over wogen dat plan waarvan slechts enkele woorden op de brug merkbaar werden, is geweest. De vijand jaagt de* ene lichtgranaat na de andere de lucht in. Hij denkt niet anders dan op die manier de gezochte schepen in een fel licht te zetten, zodat zij beschoten kunnen wor den. Maar de felle lichtgranaten onthul len niet anders dan de rookwalm, waar achter de twte schepen ergens verbor gen zijn. De wind is tot bondgenoot ge maakt. Die twee kleine schepen zouden nu de mogelijkheid hebben om in het rookgordijn nader te sluipen en dan zelf het vuur .te gaan openen op de aanval lers. Zover wordt het spel niet gespeeld. De schepen zoeken elkaar wel op maar om vreedzaam een gezamenlijke linie te vormen die opstoomt naar een Franse haven. De zeezieke journalist is door het spannend gemanoeuvreer gedurende eni ge uren, weer geheel fit geworden. (Nadruk verboden) K. Onveilig verkeer presenteert het Neder landse volk jaarlijks een rekening van acht en tachtig miliioen gulden - Vorig jaar heeft het Nederlandse Ver- keersinstituut .voor de Minister van Ver keer en Waterstaat een onderzoek inge steld naar de jaarlijkse financiële Verlie zen, welke tengevolge van verkeersonge vallen door de Nederlandse gemeenschap worden geleden. Men wrijft zich verbijsterd de ogen uit over het resultaat van dit onderzoek, dat zeer consciëntieus en gedegen is ver richt. ONVEILIG verkeer presenteert het Nederlandse volk jaarlijks nml. een re kening van zegge en schrijve acht en tachtig miliioen gulden aan financiële schade! Uit het rapport nu is dezfe zeer be langrijke conclusie te trekken Door een VEILIG verkeer kan het Nederlandse volk jaarlijks millioenen guldens verdienen Inderdaad verdienen, en dat niet door een paar enkelingen, doch door allen gezamenlijk, die van de openbare wegen gebruik maken, op welke manier ook. Het Verbond voor Veilig Verkeer zal de volgende week, wanneer het Veilig Verkteersweek is, de weg wijzen, die naar het begeerde doel zal leiden. Een week „BIZONDERE LEERPLICHT" voor iedere weggebruiker. Behalve deze millioenen-nota zijn er nog een paar andere feiten, die het Vier bond voor Veilig Verkeer hebben doen besluiten om de a.s. Veilig-Verkeers- week tot een periode van „bizondere leerplicht voor iedere weggebruiker te proclameren. 1 en eerste het feit van de inwerking treding van de Wegenverkeerswet op 1 Januari van dit jaar, dat op zichzelf al de „bizondere leerplicht" rechtvaardigt. Inderdaad valt er voor iedere weggebrui ker thans wel iets te leren uit de nieu we wet. Het tweede feit, van heel andere aard, is de stijging van het aantal verkeerson gevallen, doden en gewonden in 1950 in vergelijking met het jaar daarvoor, zo als uit de cijfers hieronder blijkt verkeersongevallen 1950: 66.146 (1949: 54.137) toename 22 doden 1950: 947 (1949: 910) toename 4 gewonden 1950: 18.950 (1949: 16.951) toename 12% HET middel nu, om zowel de finan ciële schade als het verlies van mensen levens belangrijk te doen dalen is een stipte naleving van de verkeersregels door iedere weggebruiker. Doch dit ver onderstelt dat iedereen dan ook de voor schriften kent! Hferaan ontbreekt nog zeer veel. „De school komt bij U thuis!" Door middel van affiches, biljetten, stroken, brochures, films, filmstroken en ander modern materiaal wil het Verbond de volgende week de verkeersregels op de juiste toepassing daarvan op grote schaal propageren. Het zal dit doen in samenwerking met de vele plaatselijke Verenigingen voor Veilig Verkeer, de Consuls va nhet Verbond, de politie en andere contacten, die het overal in het land bezit. En het zal dat zo grondig mogelijk doen. Bizondere vermelding in dit verband verdient een brochure van het model van een miniatuur-school schrift, waarin men een populaire uit eenzetting zal aantreffen van de belang rijkste verkeersregels voor de verschil lende categorieën weggebruikers. Dit z.g. blauwe boekje van Veilig Verkeer zal in een zeer groot aantal huis-aan-huis worden verspreid, hetzij door de plaat selijke postkantoren, hetzij op andere doeltreffende wijze. De toezegging: „De School komt bij U thuis!" wordt dus door het Verbond dan ook werkelijk na gekomen, voorzover gemeentebesturen en andere' instanties er hun medewerking aan verlenen. Bovendien is er de mogelijkheid, dat de leerzame inhoud van het blauwe boekje langs andere wegen in de gezin nen komt, daar radio en pers eveneens de actie zullen steunen. Men zal dan ook verstandig doen in de komende dagen te letten op de „wijze lessen uit het blauwe boekje van Veilig Verkeer", die via de krant en de microfoon in de huis kamers zullen worden gebracht. De jeugd, de hope voor een veilig verkeer nu en in de toekomst, zal we derom via de scholen en de politie wor den onderwezen, terwijl er voorts in ver schillende gemeenten naar zal worden gestreefd om door middel van geluids wegens, luidsprekers, veilig verkeersrit- ten, spandoeken, optochten, tentoonstel lingen enz. enz. de kennis van de ver keersregels te bevorderen. Iedereen weet, dat propaganda voor een veiliger verkeer op de weg ver uit gaat boven stoffelijke belangen. Evenals met de kankerbestrijding het geval is, gaat het ook hier allereerst om het bestrijden van een kwaad en wel een maatschappelijke ziekte, die dood en ver derf zaait op de weg, jeugd noch ouder dom spaart en enkeling en gemeenschap een onzegbaar groot leed berokkent. Te gen deze zwarte achtergrond moet de ac tie worden gezien, die de volgende week in het belang van de veiligheid op de weg zal worden gevoerd. In deze zin moeten bovendien de woorden: „Een week „bizondere leerplicht" voor iedere weggebruiker" worden verstaan, die het Verbond voor deze actie als slagzin zal bezigen. Op basis van de aanzienlijke materiële schade en van het onzegbaar leed jaar lijks in zovele gezinnen gebracht, roept het allen tot medewerking op, niet al leen voor deze Veilig-Vferkeersweek, doch ook daarna. Samenwerking zij het parool van het Nederlandse Volk voor nu en in de toekomst, want „ALLEEN FALEN WIJ, SAMEN SLAGEN WIJ". RAMP IN BRAZILIË. 51 DODEN EN MEER DAN 100 GEWONDEN. Een en vijftig personen zijn in Brazilië omgekomen bij een botsing tussen een electrische personen trein en een benzine-auto met 45.000 liter brandstof. De trein was met arbeiders op weg naar Rio de Janeiro. De eerste drie wagons vlogen na een geweldige ontploffing onmid dellijk in brand. In enkele secon den waren zij bedekt door wit. brandende vloeistof. De hitte was zo intens, dat de deuren niet meer te openen waren. Toegesnelde mensen konden aan vankelijk door de verschroeiende hitte de brandende wagons niet na deren en een gloeiende stroom over een weg langs de spoorbaan hin derde het reddingswerk. Er zijn 110 personen gewond, van wie enkele ernstig en men vreest, dat het aantal doden nog zal stij gen. WEER VIER NEDERLANDERS IN KOREA GESNEUVELD. De Legervoorlichtingsdienst deelt het volgende mede Na de aanval, welke het Neder lands detachement Verenigde Na ties op 31 Mei ten koste van he laas ernstige verliezen heeft afge slagen, heeft het op 1 Juni aan het oostelijk gedeelte van de centrale sector opnieuw een Noord-Kore- aanse tegenaanval moeten door staan, welke aan Nederlandse zijde vier doden en enkele gewonden heeft gekost. De verhouding tussen Nederland en zijn Uniepartner en zijn Overzeese Rijksdelen is op het ogenblik weer actueel. De Tweede Kamer heeft vorige week de begroting van Unie zaken en Overzeese Rijksdelen behandeld en goedgekeurd cn in Indonesië wordt er druk aan gewerkt om de verhou ding tegenover Nederland gewijzigd te krijgen. Men kan zich daartegen verzetten, men kan het ook niet doen, de ontwikkeling gaat toch door, in welke richting dan ook. Trouwens, zo groot is de oppo sitie tegen een eventuele wijziging der verhoudingen zelfs in Neder land ook weer niet. Wel zijn de motieven waaruit men er in zou willen toestemmen of er positief voor is, uiteraard nogal verschil lend. Dit is begrijpelijk wanneer men bedenkt hoe scherp voor- en tegenstanders in de Indonesische kwestie steeds tegenover elkaar hebben gestaan en soms nog staan. Dit nu te continueren is misschien mosterd na de maaltijd, maar het is niet steeds alleen de praclische politiek van een zeker ogenblik die hierin een rol speelt, doch in vele gevallen weerspiegelt zich een hele levenshouding in de politiek. Wan neer dan het gebouw dat men zich voorgesteld heeft, een luchtkasteel schijnt, is het goed mogelijk dat men ook op dat luchtkasteel niet veel prijs meer stelt en het rustig tot een volkomen illusie wil laten vervliegen, noodgedwongen rustig, want er is veel pyn in het hart. Er zijn in Nederland mensen die dit zo zien. Zij hebben heel hun le ven voor een bepaalde zaak met een bepaald inzicht gestreden en ze hebben de loop der dingen in een zekere richting willen stuwen. Ze hebben de strijd verloren en konden hun wil niet opleggen aan de tegenpartij, die sterker was dan zij, noch aan de ontwikkeling der gebeurtenissen. Met onverschillig heid hebben ze het huns inziens magere resultaat aanvaard, met eenzelfde apathie zullen ze die re sultaten verloren laten gaan, om dat ze voor hen toch waardeloos zijn, althans bij lange na niet aan hun ideaal beantwoorden. Er zijn er ook die van een ander standpunt uitgaande, op hetzelfde eindpunt terecht komen. Men hoeft niet te veronderstellen dat de hui dige verhouding voor iemand als ideaal geldt. Hier is men teleurge steld omdat men de band te los vindt, ginds vindt men dat hij nog te strak is. Misschien is deze zeer verschillende .interpretatie wel mogelijk omdat de Unie eigendijk vlees noch vis is. En omdat er zo veel water bij de wijn is gedaan, dat iedereen tevreden zou kunnen zijn, is per slot van rekening nie mand tevreden. Zij die er per se nog iets meer in willen zien, be schouwen ze als een symbool van de verbondenheid, door de eeu wen heen tussen Nederland en In donesië gegroeid. Nu is dat na tuurlijk heel mooi gezien, het is echter alleen de vraag of 't klopt. Wie toekijkt en zich dan eerlijk rekenschap geeft van wat hij ge zien heeft, zal toch wel zichzelf moeten bekennen dat er van die zogenaamde verbondenheid uit drie eeuwen koloniaal regiem toch niet zo heel veel blijkt. Gewoonlijk treft men dergelijke schone uitla tingen het meest aan in de offici ële sfeer, omdat men daar het lang ste beleefd blijft. Desalniettemin zal men ver moeten zoeken om uit datgene wat Indonesische staats lieden de laatste jaren hebben ge zegd, iets te vinden waaruit een gevoel van verbondenheid met Ne derland zou zijn te distilleren. Dit is niet te verwonderen en in de grond niet eens te betreuren. Het is nu eenmaal zo dat de Indone siërs dit anders bekijken dan wij en waar wij op de eerste plaats het zegenrijke van het Nederland se regiem zien, kijken zij allereerst naar de minder fraaie kanten. Wie zal hun dit kwalijk nemen Een onpartijdig standpunt in te nemen is razend moeilijk, zo niet onmo gelijk. Dit alles brengt echter de konse- kwentie mee dat de unie, met veel moeite geconstrueerd om de ene partij tegemoet te komen, weinig hecht is. En waarom zou men ze dan, als er van beide kanten wei nig animo voor blijkt te bestaan, handhaven Daar komt nog meer bij. Nu is de verhouding in som- mige 'gevallen bephald onaange naam en dat zou misschien beter worden als er tussen beide landen normale internationale betrekkin gen gecreëerd zouden worden. Na tuurlijk is het zo dat, wal het zwaarste is, het zwaarst moet we gen. De kwestie is tenslotte wat in dit geval hel zwaarst is en dat is niet zo gemakkelijk te beoordelen. In ieder geval is er in het Ne derlandse parlement tot heden geen ernstige oppositie gerezen te gen de structuurwijziging die de Indonesiërs voorstaan. Minister Peters verklaarde natuurlijk dat Nederland niet het initiatief zal nemen, maar dat zal ook niet no dig ziin. Daarom hoeft het geen betoog dat in Indonesië de stem ming er over het algemeen voor is, want het punt maakt deel uit van bet program der nieuwe regering. Deze treft op het ogenblik voorbe reidingen voor een speciale con ferentie met Nederland. Op die conferentie wil ze haar eisen met betrekking tot een "herziening van de R.T.C.-overeenkomsten te ber de brengen. Minister-president Su- kiman zei, dat zijn regering drie punten als richtsnoer neemt bij de behandeling van deze kwestie op welke wijze de Nederlands-Indo nesische Unie schade toebrengt aan de Indonesische souvereini- tcit. op welke wijze zij de ontwik keling van de Indonesische ge meenschap belemmert, en welke psychologische druk zij uitoefent op het Indonesische volk. Dr. Su- kiman meende, dat de Unie niet leeft in het volk en dat Indonesië haar zelfs niet nodig heeft. Uit deze laatste uitlating blijkt ook, dat de Unie als symbool van de verbondenheid tussen Neder land en Indonesië niet zoveel waarde heeft. Overigens lijkt het dat het derde argument, het psy chologische, het zwaarst weegt, want men kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat de eerste twee niet zo heel veel voorstellen, of het moest zijn dat men ze terug bracht tot het derde. Dan wordt het weer een kwestie van gevoel. Hoe het ook zjj, zoals de Unie zich nu voortsleept, zal het wel niet lang meer gaan. Er zal aan ge dokterd worden en het is te hopen dat de patiënt er gezond uit te voorschijn komt ofeen zachte dood sterft. Dat is waarschijnlijk in het belang van Nederland zo wel als van Indonesië. Een enkel woord over de West. Minister Peters heeft in de Twee de Kamer meegedeeld, dat hij ver wacht dat begin 1952 de Ronde Tafelconferentie met Suriname en de Antillen over hun toekomstige status zal kunnen worden gehou den. Zoals men weet hebben deze rijksdelen wel zelfbestuur, maar ook zij verlangen naar volkomen onafhankelijkheid en liefst op zo kort mogelijke termijn. Door de Indonesische kwestie wijs gewor den, heeft de Nederlandse regering dit onderwerp met meer voortva rendheid aangepakt, zodat men re delijkerwijs mag veronderstellen dat het hier niet op een debacle uitloopt zoals in de Oost. Nu lig gen de verhoudingen in Suriname en op de Antillen wel beduidend anders, verschillende delen zijn ook niet zo sterk ontwikkeld, maar dat neemt niet weg dat ook deze gebieden de laatste jaren snel zijn opgekomen en dat er een sterke stroming is die er naar streeft zo gauw mogelijk op eigen benen te staan. Het is zaak dat deze stro ming in de juiste bedding wordt geleid, opdat ze in de juiste rich ting loopt en op het juiste punt uitkomt een goede toekomst voor Suriname en de Nederlandse An tillen in een harmonische samen werking met Nederland. Drastische maatregelen. De Amerikaanse regering heeft een lijst van duizenden artikelen gepubliceerd, die de niet-commu- nistische niet naar de communis tische staten mogen uitvoeren. Ook heeft het Congres een wet goedge keurd die het mogelijk maakt de handelsverdragen die de Verenig de Staten hebben gesloten met de Sovjet-Unie. Polen, Hongarije, Tsje- cho-Slowakije. Roemenië en Bul garije op te zeggen. In de wet is een clausule inge last dat geen hulp meer zal wor den verleend aan die landen die voor de oorlogvoering belangrijke goederen aan het Oostelijk blok le veren. Men verwacht overigens dat deze bepaling nogal soepel zal worden toegepast, omdat ze anders zeer ernstige konsekwenties zou meebrengen. Bovendien is het de administratie van het Marshall plan toegestaan uitzonderingen te maken, maar die moeten met rede nen omkleed zijn en aan diverse ONTSTELTENIS IN DE BANKWERELD. Over reglementering van het credietwezen. Haar advies tot de regering „Zet de tering naar de nering In een adres aan de Tweede Ka mer zegt de Nederlandse bankiers vereniging „met ontsteltenis te hebben kennis genomen van het wetsontwerp tot toezicht op het credietwezen". Ernstig woédt be treurd, dat de bankiers niet zijn gehoord alvorens het ontwerp werd ingediend. De bezwaren der vereniging richten zich in hoofdzaak tegen het toezicht dat beoogt de onderschik king van het particuliere bankwe zen aan de overheid ten behoeve van de coördinatie van het mone taire beleid van de overheid en van het bankwezen. Het adres spreekt van een grote en onverantwoorde lijke stap, naar een reglementering van het credietwezen. De financie ring van de overheid door middel van schatkistpapier wordt een mis stand geacht, waarop bankiers bij herhaling gewezen hebben. De wenselijkheid van credietcontrole wordt veroorzaakt door de voort durende credieten, maar deze ere- dietverlening heeft toch geen om vang aangenomen, die ook maar te vergelijken is met die van voor de oorlog. De kern der bezwaren van de bankiersvereniging is, dat het wets ontwerp alleen de credietverlening aan het bedrijfsleven, maar niet die aan de overheid beperkt. Daar door wordt het monetair minder gezonde crediet aan de overheid gestimuleerd en beschermd ten koste van het monetair gezonde crediet aan het bedrijfsleven. „De ongeëvenaarde machtscon centratie in handen van de minister van Financiën moet in strijd wor den geacht met de democratische beginselen van ons staatsbestel, aangezien hierdoor niet alleen het bankwezen, maar het gehele be drijfsleven onder de beslissende in vloed van de minister kan worden gebracht". De uitweg uit de impasse moet, naar de mening van de bankiers vereniging worden gezocht in het treffen van een noodvoorziening, waaraan de eis moet worden ge» steld, dat zij zichzelve liquideert. Op een persconferentie heeft het bestuur der bankiersvereniging het adres nader toegelicht. Opge merkt werd, dat dit niet een aan gelegenheid is, die speciaal de ban kierswereld betreft. Integendeel, dit betreft het ge hele Nederlandse bedrijfsleven. Wordt dit wetsontwerp aangeno men dan zou, daar is de bankiers vereniging van overtuigd, het ge hele bedrijfsleven in zeer ernstige moeilijkheden geraken. De oplossing van alle geldzorgen, voor particulier, bedrijfsleven en slaat, is volgens de banken slechts gelegen in het oude Hollandse spreekwoord „Zet de tering naar de nering". congrescommissies worden opge geven. Honderd jaar Gemeentewet. Op haar jaarlijks congres heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Woensdag het feit her dacht dat in 1851 de gemeentewet tot stand kwam. Deze herden kingsplechtigheid werd opgeluis terd door de aanwezigheid van II. M. de Koningin en van de minis ter-president, dr. W. Drees, en de minister van .binnenlandse zaken, mr. J. II. van Maarseveen. Beide ministers hielden een toe spraak tot de verzamelde burge meesters, wethouders en gemeen tesecretarissen. Dr. Drees wees in zijn rede op de ontplooiing die de gemeenten in de loop van honderd jaren hebben doorgemaakt en op het feit dat zij de stoot hebben ge geven tot verschillende landelijke regelingen. Voorts hebben de ge meenten een belangrijke taak als uitvoerende macht. Minister Van Maarseveen verge leek de begrotingscijfers van 1851 met die van nu, en kwam tot de conclusie dat de gemeentelijke uit gaven in honderd jaar tijd verhon derdvoudigd zijn. Hij maakte ook enkele opmerkingen over de huidi- gen beknotting der vrijheid van de gemeente, wat overigens ook voor het rijk geldt ten opzichte van in ternationale organisaties. Hij ver wachtte echter op die beknotting weer een reactie. Prof. L. W. G. Scholten, hoogle raar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, hield een voordracht over de gemeentewet onder de titel „Van Nederlandse Stam". Hierdoor toonde hij aan dat de gemeenten organisch in het Nederlandse volk zijn gegroeid en dat de vorm zoals die is de beste is. 's Middags verscheen ook H. M. de Koningin op de vergadering. Zij werd begroet door de voorzitter van de vereniging, burgemeester Oud van Rotterdam. Deze schetste in enkele grote trekken de ontwikke ling der gemeenten door de eeuwen en in verband daarmee de verhou-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 5