IPAXSÏ00IR VIRSIEEC 410) 1JAXAXIR PRIESTER Waaiwijkse en Langstraatse Courani y.e.h,0Lztah,(ng. lVe.>ikêo.aó(l&Ld REGEREN en GEREGEERD WORDEN. Schoen- en Lederindustrie. Binnen en buiten onze grenzen. BINNENLAND. i n Moeilijkheden veroorzaakt door te hoge productie. ONDANKS ALLES TOCH NOG GUNSTIG. Grooi feesi in Elshout Een leven vol ijver voor Gods Huis. MAANDAG 13 AUGUSTUS 1951. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. DE ECHO WiHET ZUIDEN 14e JAARGANG No. 65 Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p. p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 TEL.-ADRES „ECHO' „Ondanks de alarmerende berichtgeving inzake de noodtoestand welke ontstaan zou zijn in de Brabantse Schoen-, Leder- en Tex tielindustrie, schijnen de beschikbare cijfers aan te tonen dat, zo die noodtoestand er al moge zijn, deze buiten Noord-Brabant tot veel ernstiger consequenties op de arbeidsmarkt heeft ge leid, dan in deze Provincie". Inderdaad zijn de cijfers die „het Economische Technologisch Insti tuut voor Noord-Brabant" in een rapport over de periode April-Mei- Juni publiceert gunstiger dan men aanvankelijk zou verwachten, wan neer men hoorde van de toestand in de textiel-, zowel als in de leder industrie. Immers in alle drie de maanden van het tweede kwartaal 1951 was de Brabantse werkloos heid minder dan op de correspon derende data in 1950. In de schoen- en lederindustrie in Noord-Brabant daalde ze in Rijksverband van 43% in Juni 1950 op nog geen 37% in Juni 1951, tci- wijl toch de nationale schoen- en lederindustrie voor ruim 40% in Noord-Brabant geconcentreerd is. Het zijn vooral de personen in al gemene dienst en het totaal der in- dustrie welke Noord-Brabants aan deel in de Rijkswerkeloosheid nog zo hoog doen zijn. Men moet dus blijven aandringen op doelmatiger beroepskeuze en gedegener scho ling, ter geleidelijke eliminering van het vooral in deze provincie zo ernstige verschijnsel der gelegen heidswerkers. Mogen de cijfers betreffende de werkloosheid gunstig zijn, hierbij zijn niet begrepen degenen die in een gedeeltelijke wachtgeldregeling vallen, en vooral voor Noord-Bra bant is het aantal zeer groot. In de gewesten Apeldoorn, Rot terdam, Eindhoven en Tilburg wa ren eind Juni 1951 in totaal 4926 wachtgelders, waarvan er 2779 uit de Ledernijverheid afkomstig wa ren. Van het totaal van 4926 wacht gelders vielen er 3793 onder 't dis trict Tilburg! Het lag niet voor de hand in de schoen- en lederindustrie, waar te gen het einde van het tweede kwar taal, aldus het rapport, de noodklok werd geluid, een niveau-verbete ring der werkloosheid te constate ren t.o.v. het vorig jaar. Wij weten evenwel dat de ontstane noodtoe stand nog niet geleid heeft tot mas saal ontslag en wanneer we dan ook de beschikbare gegevens raadple gen, dan blijkt de schoen- en leder industrie zelfs een verbetering der werkloosheidsposities t.o.v. de over eenkomstige maanden van 1950 te suggereren. Immers 75175 perso nen minder waren werkloos in het tweede kwartaal 1951 en voor April en Mei betekende dat zelfs een te rugval tot op de helft van 't werk loosheidsniveau in 1950. De ontwik keling tijdens het tweede kwartaal 1951 liet zich echter minder gunstig aanzien dan het vorig jaar, doch ook hier zijn de verschillen in kwar taalverschuiving nog geen 100 per sonen ten nadele van het tweede kwartaal 1951. OORZAKEN VAN DE MOEILIJKHEDEN. De t.o.v. 1950 sterk gestegen pro ductie-index in de schoen- en leder industrie verklaart de gesignaleer de niveau-verlaging van de werk loosheid practisch volkomen. Er dient echter ook op gewezen te worden dat in deze industriële bran che de productie-omvang intussen naar een angstwekkend hoog niveau gestegen was, n.l. hoger dan in el ke andere bedrijfstak het geval was, tot ruim 2 maal zo hoog als in 1938. Het ligt voor de hand dat een der gelijke sterke uitzetting van het productievolume uiteindelijk, juist in deze bedrijfstak, die nog in zo geringe mate buitenlandse contac ten onderhoudt, moet leiden tot af- zetmoeilijkheden, welke door het slechte seizoen in de afgelopen maanden dan ook bijzonder geac centueerd aan de dag traden. De eigenlijke oorzaken van de huidige moeilijkheden in de schoen en lederindustrie moeten dan ook, naar de mening van het E.T.I., niet zozeer gezocht worden in het toe vallig slechte afzetseizoen of in de moeilijkheden rond de margerege ling voor de winkeliers, maar voor al in de naar een veel te hoog vo lume strevende productie, waarop een ineens schrompelende sanering noodzakelijkerwijs zal moeten vol gen. i ZAL DE BUI OVERDRIJVEN 7 Het onweer, waarvan het econo mische leven het gerommel in de verte hoort, heeft, aldus het rap port, in de textiel-, schoen- en le dersector de eerste regen reeds doen vallen uit het sombere wolkendek, dat zich heeft samengepakt en. waarvan men de ontlading bij wege van grootscheeps ontslag in deze branche vooralsnog kon temperen door verkorte werktijden en gedeel telijke wachtgeldregelingen. Zal zodoende deze bui overdrij ven? De vrij stringente correspon dentie, welke men in Noord-Bra bant vermoedt tussen uitbreiding van het productievolume en daling van de werkloosheid, zou dan neerkomen op het in dienst- nemen van- meer personeel ter overbrugging van een tijdelijke verwachte hausse in de afzetmoge lijkheden om aldus, gezien de labie le perspectieven, een uitbreiding der grotendeels constante capaci- teitskosten te ontgaan. Nu evenwel de consumptiehausse is omgeslagen in een consumptie baisse op een moment dat het pro ductievolume op extra hoog niveau ligt en de grond-hulpstoffenpositie aan de liquiditeitsreserve der on dernemingen zijn zware eisen reeds gesteld heeft, is het kernvraagstuk, waarvoor zich diverse bedx-ijfstak- ken gesteld zien of de voorraden ge reed product en producten in be werking nog door een zodanige li quiditeit der financiering kunnen worden opgevangen, dat weliswaar de irrendabele uitzetting der pro ductie wordt afgekapt, doch het overige bedrijf „going" kan worden gehouden. Gelukt zulks niet, dan is van de liquiditeitsspanning zelfs desastreuze kapitaalvernietiging te verwachten door algehele stopzet ting van bedrijven en geraakt het economische leven dus in de eerste werkelijke depressie na de tweede wereldoorlog, met als voornaamste sociaal-economische consequentie de verwekking van massale werk loosheid in een zich zelf verster kend destructief proces. Deze verwachting is inderdaad op zijn somberst geschetst en het rap port haast zich dan ook om deze verwachting nog onwaarschijnlijk te noemen, omdat op de eerste plaats de consumptiebaisse in de private sfeer gecompenseerd kan worden door een consumptiehausse der overheid, die waarschijnlijk grote orders zal gaan plaatsen en reeds heeft geplaatst ook; op de tweede plaats omdat de tot nu toe getroffen bedrijfstakken telkenjare in dit seizoen hun grootste moei lijkheden ondervinden; en op de derde plaats omdat de fabrieks- bouw, die niet slechts voor defen siedoeleinden in Nooi'd-Brabant plaats vindt, momenteel zeer naar stig is. Dat de toekomstverwachtingen ten aanzien van de werkloosheid, die het rapport van het E.T.I. koes tert, niet optimistisch kunnen lui den, vindt zijn oorzaak in het feit dat een aantal additioneel te werk gestelde arbeidskx-achten ten spoe digste door het bedrijfsleven afge stoten zullen worden en voorts in het feit dat de overheidsconsumptie structui'eel verschilt van de private consumptie, terwijl nog enkele an dere factoren hierbij een rol spelen. Men gaat feest vieaien in Els- hout; de ZeerEerw. Heer Pas toor G. C. Versteeg is op Woensdag 15 Augustus, 't feest van Maria ten hemel opneming, veertig jaar priester., Zijn pries terleven kenmerkte zich door een grote activiteit, die vooral gericht was op de luister in Gods Huis, op de eredienst en alles wat daarmee in verband staat. De jubilerende herder werd op 19 September 1885 te Kerkdriel geboren en begon zijn priesterstu dies aan het St. Norbertusgymna- si ii ni te Hees wijk, waar hij ook in de oude abdij van Berne in liet witte habijt zich gereed maakte voor de hogje roeping van liet II. Priesterschap, dat hem op 15 Aug. 1911 werd toegediend. Hij wijdde de eerste 12^ jaar van zijn jonge priesterleven aan de zorg van Berlicums gelovigen waar hij de actieve kapelaan was en zich krachtdadig inzette voor het pa rochie- en het verenigingsleven. Drie jaar was hij toen daarna kapelaan in Heeswijk en vijf jaar in Vlijmen waarna hij door de pre laat van Berne werd benoemd tot pastoor te Bokhoven, dat was op 3 December 1933. Ruim zeven jaar hierna, op 10 Januari 1941, na het overlijden van Pastoor Willems, werd hem de parochie van de H. Johannes te Elshout als pastoraal werkterrein toegewezen, Pastoor Versteeg heeft, we zei den het reeds, zeer veel tot stand gebracht in Elshout. We noemen de oprichting van de H. Familie, verbouwing van de kerk, waar twee nieuwe ingangen bij kwa men; vooral na de bevrijding, toen Elshout en ook de kerk zeer zwaar gehavend uit de strijd kwamen, heeft de jubilerende pastoor zich met grote ijver gericht op 't spoe dige herstel van het Godshuis; en het werd spoedig hersteld; er kwa men nieuwe ramen, het orgel werd geheel gerestaureerd, er kwamen drie klokken, twee meer zelfs dan voor de oorlog, er kwam een cen trale verwarming, er kwamen bij na tweehonderd zitplaatsen bij en het systeem van bankenpacht werd afgeschaft. Hij was vol ijver voor de liturgische dienst en liet o.m. een misweek houden. EEN PRACHTIG NIEUW PAROCHIEHUIS. Naast de kerk staat het nieuwe parochiehuis. Wij geloven dat de pastoor hier zeer trots op is en volkomen met recht. Hier is als 't ware de middeleeuwse idee van de gezamenlijke kerkbouw verwezen lijkt. Vroeger bouwde de parochie (gezamenlijk de kerk, hier in Els hout hebben alle vaklui uit de pa rochie dit mooie verenigingsge- bouw neergezet. De heer Bayens uit Heusden was de architect, het geld is enige tijd geleden gedeelte lijk reeds door de parochianen bij eengebracht. Het exterieur zowel als het interieur is zeer stijlvol en verschilt wel zeer van het onoog lijk zaaltje in het voormalige broe derklooster, waarover men tot nu, toe beschikte. Het benodigde bedrag voor de aankleding van het huis is ook weer door de parochianen bijeen gebracht en zal aan de pastoor worden overhandigd als parochie- geschenk bij gelegenheid van zijn veertigjarig priesterfeest DE FEESTELIJKHEDEN. Het voorlopige programma voor de festiviteiten op Woensdag a.s. vermeldt o.m. op Dinsdagavond een plechtige intocht van de feest vierende pastoor, die vanaf de rand van de parochie door alle vereni gingen en autoriteiten naar het nieuwe parochiehuis zal worden geleid, dat vervolgens zal worden ingewijd. In een feestelijke stoet wordt op de feestdag de jubilaris naar de kerk geleid, waar hij een plechtige H. Mis zal opdragen. Hierbij wordt hij o.m geassisteerd door de Zeer Eerw. Heer Muskes, een oud-paro chiaan, thans pastoor in Vianen bij Cuyk, die de feestpredicatie zal houden. De HoogEerw. Heer De ken Rooijackers zal als presbyter assistens fungeren. Na de H. Mis is er van 12 uur tot half twee een receptie dan zal tevens het cadeau van de parochie worden aangeboden. En dan 's avonds is er in 't nieu we parochiehuis een Elshoutse re vue onder de titel „En gij geleuft dè". De schrijver, het hoofd van de school, de heer D. v. d. Brink, laat in een aantal taferelen het le ven in Elshout in zijn bonte scha kering aan het oog voorbijtrekken. Zeventig mensen uit Elshout wer ken hieraan mee en het enthousi asme waarmee men zich op dit be langrijke gebeuren voorbereidt, wettigt hoge verwachtingen. Zo gaat Elshout in' dit feest to nen de goede waardering te heb ben voor de priester en zijn zegen rijk werk en zal het zijn pastoor gaan huldigen als één grote fami lie. Het kan u, op een avond met en kele vrienden achter een doodge woon kopje koffie zittend, gebeu ren dat ge over zeer ernstige za ken komt te praten. Dit hoeft niet per se Korea te zijn of de Perzi sche oliekwestie of het jongste voorstel van Rusland voor een vijf- mogendhedenpact. Dit zijn onge twijfeld belangrijke dingen, waar over heel wat gesproken en ge schreven kan worden en is, maar men kan voor een keertje wel eens dichter bij huis blijven en kijken hoe het er hier in Nederland toe gaat. Wordt er in onze huiskamers veel over binnenlandse politiek gepraat Zeker wordt er druk ge discussieerd over ekonomische problemen in zoverre die recht streeks onze eigen portcmonnaie raken en dat is tegenwoordig in heel veel gevallen. Ook de bclas- tingpolitiek is een dankbaar on derwerp om af te geven op de han delingen van Zijne Excellentie P. Lieftinck. En dan heeft voor kort de hooggeleerde heer Duynstee zijn rechtervleugel uitgeslagen (en weer toegevouwen), daarmee overvloed van stof leverend voor gesprekken in beperktere kring. Waar het ons echter nu om gaat, of men zich in de Nederlandse huiskamers er om bekommert door wie en hoe we geregeerd worden, of men er zich van bewust is hoe en wie men igekozen heeft, of men beseft dat de taak van de staats burger niet is afgelopen als hij eens in de vier jaar zyn stem heeft uitgebracht voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer, dan nog eens als inwoner van een pro vincie voor de verkiezing van le den in de Provinciale Staten en tenslotte als gemeentenaar voor de verkiezing van vertegenwoordigers in de igemeenteraad. Het gaat er niet over of men op zijn tijd weet Ie kankeren op een maatregel die minder aangenaam is of waarmee men het niet eens is. Geen mens die daaraan zou twijfelen want dat is iets de Nederlander eigen. Even min hoeft men er aan te twijfelen dat het gros van de burgers een oordeel klaar heeft over diverse regeringspersonen, hetzij het gaat over landsbestuur, provinciaal be stuur of gemeentebestuur. Het is maar de vraag of dat oordcel ook cnigszins gefundeerd is en niet het gevolg van een opwelling of van een de klok hebben horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt. Nee, de kwestie is of men wer kelijk bezorgd is over de regering, niet of de ministers 's nachts goed slapen of dat ze wel voldoende comfortabel wonen, maar of men hetgeen de regering doet in 's lands belang acht, in overeenstemming met het program van de partij die men eventueel aanhangt of stro kend met zijn eigen opvattingen. W ij menen dat ook het laatste een factor van belang uitmaakt, moge lijk niet zozeer voor de «gemeen- schap als wel voor ons zelf Wij zijn nog steeds vrije burgers en geen kuddedieren. Anderzijds eist het feit dat wij redelijke wezens zijn. dat wij ons, alvorens ons oor deel te geven, behoorlijk op de hoogte stellen van de zaken waar over wij oordelen. En, zoals wij hierboven al schreven, daar schort het nogal eens aan. We zijn ons in politicis blijkbaar meer van onze vrijheid dan van onze redelijkheid bewust. Bezorgdheid sluit in dat wij ons niet vergenoegen met driemaal per vier jaar ter stembus te igaan. Wan neer wij ons werkelijk verant woordelijk voelen voor de regeer ders die wij gekozen hebben en we zijn mede verantwoordelijk dan moeten wij dit tenminste ui ten in belangstelling voor hun doen en laten. Als wij met onze mening invloed willen uitoefenen, hebben wij er practisch weinig aan dat wij die in de huiselijke kring of op straat verkondigen. Alleen berei ken we er misschien mee dat we de mening van een ander vormen en ook dat kan van belang zijn. Maar ons land wordt nu eenmaal baast net zoveel door partijen als door mensen bestuurd en daarom is het partij-apparaat het aange wezen middel om politieke invloed uit te oefenen. Wij pleiten daarom met nadruk niet alleen voor meer politieke belangstelling, maar met name voor politieke belangstelling in partijverband. Aan beide ont breekt nog veel. Politieke belangstelling wordt ge woonlijk beschouwd als een bezig heid voor een bepaalde categorie mensen en die wordt er dan nog dikwijls op aangekeken ook. Dit is niet rechtvaardig. Op de eerste plaats wordt er onder de burgerij veel meer politiek gepleegd dan men zou denken, alleen meestal in de verkeerde richting, d.w.z. nega tief. Vervolgens is de politiek geen bedrijf om op aangekeken te wor den. Was ze dit, wij zouden er ons wel voor wachten er een lans voor te bi-eken. Dat het toch gebeurt, is enkel een gevolg van 's mensen ge neigdheid tot het kwade. Enerzijds wordt de politiek niet altijd vol gens haar doel beoefend, anderzijds ziet de goegemeente er liefst de kwade kanten van. Deze factoren tesamen stellen haar in een slecht daglicht. Waai-om pleiten wij voor meer politieke belangstelling? Uit het voorgaande kan men al een aantal redenen distillex-en. Bij al hetgeen van bovenaf over ons wordt be schikt, zijn wij persoonlijk betrok ken, zij het niet altijd rechtstreeks. Het is dus een zaak van eigenbe lang. Dat echter niet alleen, want we leven in een gemeenschap waar niet ieder zijn eigen leventje kan leven, zonder zich van een ander iets aan te trekken. Dit wordt te genwoordig helaas al te veel ge probeerd en wij geloven ook dat het egoïsme één van de oorzaken is van de geringe belangstelling in de po litiek. Zolang het mij maar goed gaat, althans niet al te slecht, waar om zou ik me dan om anderen be kommeren? Een beetje meer inte resse in de zaken die mede onze naaste aangaan, zou geen kwaad kunnen. Dit geldt voor ouderen-en jongeren, voor mannen en vrouwen, voor iedereen. En wilt ge tenslotte nog politiek plegen als sport, wel, waarom niet, misschien zou een flinke dosis sportiviteit een goede uitwerking hebben op dit bedrijf. Waarom politiek in partijver band? Wij stiptqn al even aan hoe grote rol het partijwezen in de Ne derlandse politiek speelt. De enke ling heeft buiten of tegenover het grote koor weinig in te brengen: hij wordt ofwel niet gehoord, ofwel hij wordt overschreeuwd. Daarom doet hij het verstandigste zich aan te sluiten bij de partij waarin hij zich het beste thuisvoelt. Dan kan hij zich tenminste zo uiten dat naar hem geluisterd wordt. Hij kan me destanders krijgen die zijn stem doen zwellen en aanvullen, ze dringt door in hogere regionen en mogelijk zal ze de een of andere keer uitwerking hebben. Men hoeft zich natuui'lijk niet te verbeelden dat iedere critische opmerking re sultaat zal opleveren, het is nu een maal zo: zoveel hoofden, zoveel ge zinnen, doch in het koor van velen heeft men de steun die men als en keling mist. Dit is één van de vele redenen waarom politiek in partij verband noodzakelijk is, vooral voor critische geesten, die Neder land vele telt. Het is logisch dat welke partij dan ook niet iedereen bevredigt, we zouden hier weer 't boven aangehaalde spreekwoord kunnen citeren, een zekere lijn waarvan niet afgeweken wordt is onontbeerlijk. Maar eenheid in ver scheidenheid is van grotere waarde dan kuddegeest en het getuigt van meer moed en meer inzicht te trach ten door overleg eventuele me> ningsverschillen op te lossen, dan zich af te wenden omdat men het ergens niet mee eens is. En 't zijn tenslotte niet de grootste geesten die geen principes hebben, en in dien ze die al hebben, weigeren zich dienovereenkomstig te binden. Wat iemand onafhankelijkheid belieft te noemen, kan wel eens karakterloos heid heten. Wij hebben van het brede pro bleem enkele algemene punten in het kort besproken. Het is echter een kwestie van uitwerken in de practijk. Stel voor, dat men iemand zijn mening vraagt over de grond wetsherziening- en wat hij denkt van bepaalde belangrijke punten daarin, als de persvrijheid en het eventuele afzetten van revolutio naire volksvertegenwoordigers, dan zou het niet mogen voorkomen dat hij met zijn mond vol tanden staat en misschien van geen toeten of blazen weet. Toch maken we ons sterk dat dit voorkomt. Waarmee we niet willen beweren dat hij de oplossing van deze problemen op een presenteerblaadje klaar zou moeten hebben. Zo zijn er vele ge vallen. Deskundigen zijn er niet zo veel, maar belangstellend kan haast iedereen zijn. Uit hetgeen wij geschreven heb ben, moge tenminste enigermate blijken dat niet alleen te regeren een kunst is, maar ook geregeerd te worden. Deze lijdende vorm houdt niet in dat de staats- of stadsburger lijdend voorwerp zou moeten zijn. Hij krijgt slechts lei ding van degenen die hij zelf recht streeks of onrechtstreeks heeft ge kozen en het gaat er om dat hij die leiding bewust en critisch volgt. Dan is hij een goed burger. KOREA-STRIJDERS ONDERSCHEIDEN. Het Nederlandse detachement op Korea is vorige week de hoogste Amerikaanse onderscheiding voor een gevechtseenheid te beurt ge vallen. Generaal James van Fleet, bevelhebber van het Achtste Leger, eerde de Nederlandse vrijwilligers met de „Distinguished Unit Citati on". In de bul die de regering der Verenigde Staten aan de onder scheiding toevoegde wordt gezegd: „Na twee keer teruggeslagen te zijn. na drie nachten van ononderbro ken gevechten, deed deze helden troep, die geen munitie meer had en van alle verbindingen was afge sneden, een dreigende nederlaag in een overwinning verkeren, door de bajonet op te steken en een heuvel van strategisch belang te bestormen. Onder het roepen van luin befaamde strijdkreet „Van Houtsz" vochten zii zich een weg naar de top van de heuvel dwars door de vijandelijke troepen heen". En generaal Van Fleet verklaar de „Het is inspirerend, in het ge zelschap te zijn van zulk een nobel bataljon; het is een zeer groot voorrecht de hoogste onderschei ding van mijn land te mogen uit reiken aan zulke dappere verte genwoordigers van vrijheidlieven de mensen. Gjj, mannen, z.ijt een levend bewijs van de macht der Verenigde Naties om communisti sche agressie te stuiten waar dit ook nodiig is. Mtjn hoogachting en mijn erkentelijkheid." C.P.N.-INTERPELLATIE GEWEIGERD. De communist Brandenburg had een verzoek ingediend om de rege ring mondeling vragen te mogen stellen over het verhogen van de kolcnprijs, edoch, dit verzoek werd door de Eerste Kamer niet toege staan 29 heren waren er tegen en sPechts twee communisten er voor. Dit komt niet gemakkelijk voor, dat men een interpellatie niet door laat gaan. Nu echter waren er reeds schriftelijk vragen gesteld over de kolenkwestie. Het is duidelijk, zo betoogden verschillende heren senatoren, dat de communisten politieke munt willen slaan uit de kolenkwestie, vandaar deze wilde verzoeken om der wille van de propaganda. De heer de Bruyn van de K.V.P. kon zich niet weerhouden even onvriendelijk te zijn tegen de com munisten, die door de Nederlandse opvattingen over de democratie, in de gelegenheid worden gesteld dengelijke trucs uit te halen. Zij willen, aldus de heer de Bruyn, deze democratische instelling ge bruiken als surrogaat voor 'n nor maal overleg tussen maatschappe lijke instellingen, waaraan zijzelf niet deelnemen, UITVOER VAN GROENTEN. In onze vorige editie berichtten wij reeds dat de uitvoer van groen ten naar Duitsland ondanks 't feit dat de West-Duitse regering aan vankelijk de grens voor alle groen ten had gesloten, weer op beperk te schaal doorgang kon vinden. In derdaad op beperkte schaal, want men wenst van Nederlandse zijde voorlopig vast te houden aan de verleden week door het Bedrijf schap gestelde beperking. Slechts bepaalde soorten bloemkool, toma ten en komkommers zullen mogen worden uitgevoerd. Voor uien blijft het uitvoerverbod gehand haafd. Tot nu toe is de toestand zo, dat men evenwel toch van plan is met inigtang van heden 13 Aug. de export weer geheel vrij te geven. Van Duitse zijde zou er naar ge streefd worden de aankoop van Nederlandse groenten zodanig te regelen, dat (ie Duitse tuinders er geen nadelige gevolgen van onder vinden. KATHOLIEK OPENBAAR BUREAU VOOR BEROEPSKEUZE. Grotestr. 339 Telef. 63 W A A L W IJ K Zitting der commissie: IEDERE WOENSDAG nam. van 5.306.30 uur In Nederlandse tuinbouwkringien verwacht men er met de beschik bare 1.5 millioen dollar voor de maand Aug. te kunnen komen, mits de uitvoer met enige omzichtigheid geschiedt. 9 MILLIARD LITER WATER IN AMSTERDAM. Zware buien hebben vorige week boven Amsterdam inilliarden liters water naar beneden doen storten; sinds mensenheugenis heeft men een dergelijk natuurverschijnsel niet meer meegemaakt. Nu viel er in 5 uur tijd meer water dan an ders in een maand, en dat in een land met een zo uitgesproken re genachtig klimaat als Nederland. Amsterdam was Venetië gelijk. De straten stonden volkomen blank, liet water drong huizen en kelders binnen en aanzienlijk was de scha de die werd aangericht. Het ver keer ondervond ernstige belemme-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 5