en daarna 14 dagen ter inzage worden gelegd op de gemeentesecretarie. Men kon dan
bezwaren inbrengen b.v. tegen het niet vóórkomen op de lijsten. In Amsterdam werd van
deze mogelijkheid slechts zeer sporadisch gebruik gemaakt. Na eventuele wijzigingen wer
den de lijsten uiterlijk 25 april gesloten. Degenen die de 23-jarige leeftijd bereikten voor
deze sluitingsdatum en die aan de vereisten om kiezer te worden voldeden, werden al
op de lijsten vermeld.
c. De interpretatie en de betrouwbaarheid van de gegevens uit de kiezerslijsten
Voor een goede interpretatie van met name de belastinggegevens uit de kiezerslijsten is
het zonder meer noodzakelijk nauwkeurig op de hoogte te zijn van de veranderingen in
de belastingstructuur (belastingen zelf plus opcentheffing) en veranderingen in de
grondslagen waarop deze belastingen berusten. Deze veranderingen beïnvloeden nl. de
omvang en samenstelling van het electoraat. Bijvoorbeeld: de afschaffing van de rijks-
opcenten op de grondbelasting in 1866 en de herziening van het kadaster in 1874/1875
deden de aanslagen in de grondbelasting met bijna 40% dalen, althans in Amsterdam.
In andere gemeenten zal dit percentage anders hebben gelegen, wegens de plaatselijk va
riërende uitkomsten van de kadastrale herziening. Daardoor haalden sommige kiezers
de censusdrempel niet meer. In Amsterdam kromp het electoraat als gevolg van deze
veranderingen met ±10 in.6
De betrouwbaarheid van gegevens zoals adres, geboortedatum en -plaats kan eenvoudig
worden gecontroleerd aan de hand van het bevolkingsregister. De Amsterdamse lijsten
blijken bij controle vrij betrouwbaar te zijn, al komt het vooral in de beginperiode (vóór
1860) voor dat reeds overleden of uit de gemeente vertrokken personen nog op de lijsten
vóórkomen. Dit is voor ±3 van de namen het geval. De belastinggegevens kan men
controleren aan de hand van de kohieren van de directe belastingen, voor zover deze be
waard zijn gebleven. Uiteraard zijn deze belastinggegevens onderhevig aan enige mate
van fraude. Een indicatie voor de redelijke betrouwbaarheid van de lijsten zou kunnen
zijn het gering aantal bezwaarschriften dat werd ingediend, maar dit kan even goed duiden
op een geringe belangstelling voor de verkiezingen.7
3. Verwijzende notities
aVindplaatsen
Gemeentearchieven.
b. Aanvullende bronnen
1. Gerelateerde bronnen:
Gemeenteverslag, hoofdstuk verkiezingen.
2. Toetsingsbronnen:
Bevolkingsregister.
Akten van de burgerlijke stand.
Kohieren van de rijksbelastingen (soms kopieën in gemeentearchieven).
c. Literatuur
1. Andere gidsen en commentaren:
2. Enkele recente historische studies (na 1945) van belang voor een goed begrip van de
historische situering van de kiezerslijsten:
L. Blok, 'Van eene wettelijke fictie tot eene waarheid. Beschouwingen over het kiesstel-