In de gemeentelijke opgave van Breda is sprake van 3 azijnmakerijen en 7 bierbrouwerijen
met samen 16 werklieden. De azijnmakerijen draaien en draaiden als vanouds, maar de
bierbrouwerijen waren vroeger veel bloeiender en zijn in 1816 in verval. Redenen zijn
het feit dat geen verzendingen meer plaatsvinden, het grotere gebruik van sterke drank
en de belasting op de fabriekkolen.
In de provinciale verzameltabel valt het volgende te lezen: Breda kent 3 azijnmakerijen
met 5 werklieden. Hun toestand is als vanouds redelijk al is er enige belemmering door
het feit dat geen verzendingen meer plaatsvinden en door de belasting op de steenkolen.
Daarbij wordt verder verwezen naar bierazijnbrouwerijen. Daar staat echter niets over
Breda. Wel bij bierbrouwerijen. Daarvan zijn er 7 met in totaal 11 werklieden. Hun
toestand is redelijk, als vanouds. Over enige belemmering wordt niets vermeld.
Het enige dat in beide tabellen hetzelfde is, is de middelprijs der arbeidslonen 4,-
's weeks) en de bestemming der goederen (ter stedelijke consumptie). Deze samentrekking
van azijnmakerijen met bierbrouwerijen wordt overigens ook in de wet op het patent ge
hanteerd. Op zich niet zo verwonderlijk aangezien beide activiteiten in zeer veel gevallen
binnen hetzelfde bedrijf werden uitgeoefend.
Een vergelijking van de gegevens met die van 1819, 1843 en 1848 is problematisch.
De enquête van 1816 wijkt door haar beperktheid van opzet en de vrijheid en daarmee
onduidelijkheid voor de lokale en provinciale bestuurderen nogal af. Een bijkomende fac
tor is dat de enquête van 1816 uitging van de situatie op 1 augustus, waar de andere de
toestand op 1 januari als uitgangspunt nemen. Hierdoor zou het seizoengegeven een onbe
kende rol kunnen gaan spelen bij een vergelijking. In het algemeen wordt de vergelijking
dan ook niet gemaakt. De enquêtes van 1819, 1843 en 1848 en de kinderarbeid-enquête
van 1841 sluiten daarentegen beter op elkaar aan.
Verwijzende notities
a. Vindplaatsen
Een overzicht van de tot nu toe bekende Staten van fabrieken en trafieken uit 1816 en
hun vindplaatsen.
provinciaal
lokaal
Harlingen, G.A.
Leeuwarden, G.A.
Groningen, G.A.
Friesland
Groningen
Drente
Overijssel
R.A. Drente
Almelo, G.A.
Deventer, A.R.A.
Enschede, A.R.A.
Oldenzaal, G.A.
Zwolle, A.R.A.
Arnhem, R.A.Ge.
Nijmegen, G.A.
Gelderland
R.A. Gelderland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
R.A. Utrecht
R.A. Noord-Holland
A.R.A.
Amsterdam, G.A.
Brielle, G.A.
Delft, G.A.
Dordrecht, G.A.
's-Gravenhage, G.A.
Leiden, G.A.
Oudewater, G.A.
Schiedam, G.A.
Vlaardingen, G.A.
Goes, G.A.
Vlissingen, G.A.
Zierikzee, G.A.
Breda, G.A.
Eindhoven, G.A.
Zeeland
R.A. Zeeland
Noord-Brabant
R.A. Noord-Brabant