L
Wijde Wereld
Waalwijkse en Langstraatse Courant
T<e>9>enaP(lcn6ief..
UIT DE
Gemeente Waalwijk bouwt 40 woningen
DE KAMPIOENSCHAPPEN 47/2 IN BUENOS AIRES
De onsterfelijke Bisschop.
BEHULP VAN DE INDUSTRIE
MET
KEES DE RUIJTER vertelt ons zijn indrukken
MAANDAG 12 NOVEMBER 1951
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
DE' ECHO HET ZUIDEN
74e JAARGANG No. 91
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p. p.
Advertentie-prys
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux GROTE STRAAT 205, WAALWIJK
TEL. 2621
OPGERICHT 1878
SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121
TEL.-ADRES „ECHO"
J
De Russen hebben het er niet bij laten zitten. De Westerse Grote
Drie hadden nauwelijks hun ontwapeningsvoorstellen gepubli
ceerd, of ze hadden hun antwoord klaar: afwijzend. Van zijn
kant kwam de Russische minister van buitenlandse zaken met
een plan dat vier punten omvat en waarvan hij blijkbaar ver
wacht dat het meer kans van slagen heeft. Het is tenslotte maar
net hoe men het bekijkt.
Hoe men het echter ook bekijkt,
het ziet er niet naar uit dat de
vredes-actie, waarmee de zesde Al
gemene Vergadering der Verenigde
Naties is ingezet, veel zoden aan
den dijk heeft gezet. Wanneer er
van de ene kant voorstellen wor
den gedaan tot controle en vermin
dering van de bewapening, serieuze
voorstellen wel te verstaan, dan zou
verwacht mogen worden dat ook hij
die het er niet mee eens is, ze niet
onmiddellijk in het belachelijke
trekt, als hij tenminste van zijn
kant met de vaste wil bezield is om
te trachten deze hoogst ernstige
zaak mee op te lossen. Edoch, wat
doet dhr. Vishinsky? Hij verklaart
doodgemoedereerd in een wereld
vergadering dat hij 's nachts niet
heeft kunnen slapen van 't lachen!
Omdat die voorstellen blijkbaar
toch zo geweldig grappig, of kinder
lijk warenHoe men het ook
kere of draait, een dergelijke hou
ding getuigt niet van goede wil om
serieus mee te werken aan een op
lossing. De Engelse, noch de Fran
se, noch de Amerikaanse politici
zijn leken in het vak. Van hun valt
dus geen voorstel te verwachten
dat a priori belachelijk is. Blijkt 't
onuitvoerbaar, dan is dat aller
waarschijnlijkst enkel een gevolg
van een vergissing die ze ten op
zichte van de tegenpartij hebben
gemaakt door die au sérieux te ne
men. Kenmerkend voor deze vergis
sing is dan wel, dat degene die
goedbedoelde pogingen saboteert de
schuld afwentelt op de anderen, die
irreëel zouden zijn.De Russen ken
nen zeer goed de waarheid van de
stelregel: de aanval is de beste ver
dediging. Ondertussen wordt hier
door groot kwaad aangericht. Met
de uitroep: Hoe kan men nu de wa
pens over de hele wereld gaan tel
len! krijgt men gemakkelijk de
massa, die niet doordenkt, op zijn
hand. Inderdaad is het plan moei
lijk uitvoerbaar, niet evenwel om
dat het irreëel zou zijn, maar omdat
er een grenzenloos wantrouwen
heerst in de wereld. Om het plan
onder deze omstandigheden te doen
slagen, zou er dus een haast onfeil
baar controle-systeem ingesteld
moeten worden (waaraan dan alle
landen zich zouden moeten onder
werpen) ofhet wantrouwen
zou opgeheven moeten worden.
Men kan dus de zaak bekijken zo
als men wil, de goede wil blijft een
conditio sine qua non voor welk
plan dan ook, en die schijnt voor
alsnog bij één van de partijen af
wezig.
Ondertussen is het Russische
propaganda-apparaat wel zo per
fect, dat het zich niet beperkt tot
het afbreken (op een zeer handige
manier) van de plannen der tegen
partij. Nee, de Sovjets weten zich
een schijn van welwillendheid te
geven door daartegenover zelf met
een plan voor den dag te komen,
dat van oprechte vredeswil lijkt te
getuigen. Van de andere kant sla
gen ze er nooit in te verhelen dat
al wat zij te berde brengen, bedoeld
is om de kracht van het Westen te
verzwakken. Het beeld van de wolf
in schaapskleren dringt zich hier
onwillekeurig op, maar de wolf
verraadt zich desondanks onvermij
delijk door zijn begerige ogen en
grote mond, die niet des schaaps
zijn.
Volgens Vishinsky's voorstellen zou
deelname aan het Atlantisch Pact
onverenigbaar moeten worden ge
steld met het lidmaatschap van de
Verenigde Naties; de strijdende
partijen op Korea zouden onmid
dellijk een wapenstilstand moeten
sluiten en hun troepen tot op een
bepaalde afstand van de 38ste
breedtegraad terugtrekken, terwijl
alle vreemde troepen zich binnen
drie maanden uit Korea zouden
moeten verwijderen; de Grote Vijf
zouden een vredesverdrag moeten
sluiten en tenslotte zou de U.N.O.
op zijn laatst op 1 Juni 1952 een in
ternationale ontwapeningsconferen
tie bijeen moeten roepen.
Men ziet, het is voor het grootste
deel wat men in het gewone
spraakgebruik „ouwe koek" pleegt
te noemen. De laatste drie punten
zouden de indruk kunnen wekken
dat Rusland inderdaad van goede
wil is. Als het echter over het eer
ste punt gaat, kan de wolf zich
moeilijk goed houden in zijn
schaapsrol. Het Atlantisch Pact
moet de Sovjets toch wel geweldig
dwars zitten en we mogen met ze
kere voldoening volmondig toege
ven dat dit dan ook juist de kracht
van het Westen uitmaakt. Waar
mee meteen verklaard is waarom
de Sovjets het zo moeilijk kunnen
verkroppen dat het bestaat. En wat
kunnen ze er anders tegen doen
dan fulmineren en trachten de ver
klaring uit te lokken dat het lid
maatschap onverenigbaar is met
dat van de U.N.O. Dit zal hun niet
lukken, omdat er geen enkele reële
grond is waarop die veroordeling
gebaseerd zou kunnen worden.
Voor het Westen kan deze constel
latie slechts een aansporing zijn om
de defensieve kracht van het At
lantisch Pact te versterken.
De voorstellen over Korea zijn
evenmin nieuw. De ironie van het
lot wil, dat degene die van het be
gin af aan tot deze oorlog heeft
aangezet, er achter de schermen
een groot aandeel in heeft gehad
en de wapenstilstandsonderhande
lingen in feite (alweer achter de
schermen) heeft gesaboteerd, nu
met aanbevelingen komt om de
strijd zo spoedig mogelijk te be
ëindigen en de vreemde troepen te
rug te trekken. Och nee, het is niet
de ironie van het lot, het is het
valse politieke spel dat de Sovjets
nu al jarenlang in naam van de
vrede bedrijven. Het is er tenslotte
om begonnen de agenten van Mos
kou na het mislukte militaire
avontuur vrijer spel te geven.
Het klinkt allemaal te mooi om op
recht te zijn.
Zo is het ook met het voorstel
tot een ontwapeningsconferentie.
Waartoe dit nieuwe plan? Waarom
eerst de goede bedoelingen van de
tegenpartij belachelijk gemaakt om
daarna met een eigen plan te ko
men dat geen uitzicht geeft op een
beter resultaat? Duidelijk spreekt
hieruit weer dat het niet het stre
ven is van de Sovjets om een op
lossing te bereiken, tenzij 't er een
in Sovjet-Russische geest zou zijn.
Het requisitoir van de Amerikaan
se minister van buitenlandse zaken
in de Algemene Vergadering liet
niets aan duidelijkheid of waarheid
te wensen over, toen hij de Russen
er van beschuldigde de mond vol te
hebben over vrede, terwijl ze iede
re vredesdaad van de U.N.O. sabo
teren.
Het is een beetje ontmoedigend
de hoop als uitgangspunt nemend,
telkens steeds verder van dit uit
gangspunt verwijderd te raken en
tot de slotsom te moeten komen dat
er per slot van rekening niet zo
veel reden tot hoop is. Tegen wil
en dank bereikt men dat punt, om
dat de ontwikkeling geheel in die
richting wijst. Nu weer wekten de
vredesvoorstellen van de gealliëer-
den hoop, maar Vishinsky zette een
tegenoffensief in: hij kwam met ei
gen voorstellen, die niet op vrede
gericht zijn, tenzij een zeer bepaald
soort vrede. Toch, werd in Washing
ton verklaard, zal het Westen door
zetten. Gesteld echter dat het plan
door de meerderheid van de Ver
enigde Naties wordt aanvaard, ter
wijl het Oostelijk blok er zich tegen
verklaard. Wat zal het dan uitha
len? Hierop kan maar één ant
woord volgen: niets. En dit behoeft
wel geen nadere toelichting.
Zo zal er in Parijs de komende
weken weer veel gepraat worden
een uitgebreide agenda wacht
de vergadering de Verenigde
Naties zullen hun best doen rege
lingen te ontwerpen om een gewa
pend conflict te voorkomen of op
te lossen. De koude oorlog blijft
echter voortduren, zolang er geen
ommekeer komt in de geesten van
hen die de verantwoordelijkheid
dragen voor deze toestand. Daarop
is geen uitzicht en daarom zal de
mensheid de zware last van zijn
veiligheid als prijs voor de vrede
„voorlopig" moeten blijven dragen.
COÖRDINATIE VAN
INDUSTRIËLE CAPACITEIT.
De ene producent springt de
andere bij.
9
Plan van een
Eindhovens ingenieur.
Een plan om tot coördinatie van
industriële capaciteit te komen, is
ontwikkeld door een ingenieur uit
Eindhoven. Diverse industrieën
hebben reeds toegezegd aan de uit
voering van dit plan mee te zullen
werken.
Het ligt in zijn bedoeling op coö
peratieve basis een organisatie in
het leven te roepen. Deelnemers
hieraan zullen op vertrouwelijke
basis kunnen opgeven, indien zij
door te veel werk overbelast drei
gen te worden of door een tijde-
lijke teruggang bijvoorbeeld enige'
machines zullen moeten gaan stil
zetten.
Het coöperatieve technisch-eco-
nomisch bureau in oprichting, zoekt
dan uit welke producent een ander
kan bijspringen. Contact wordt ge
legd, waarna partijen dienen uit te
maken of zij met elkaar in zee gaan
of niet. De waarde van een derge
lijke bemiddeling is volgens de ini
tiatiefnemer gelegen in het feit, dat
thans met zoeken naar hulp bij
productie, veel arbeid, tijd en geld
verloren gaan.
Bovendien stelt de ingenieur zich
voor, dat bemiddeling zou kunnen
worden verleend bij de spreiding
van surplussen aan grondstoffen en
van afvallen, waardoor regelmati
ger productie en besparing zouden
kunnen worden bewerkstelligd. Re
gelmatiger productie zou ook regel
matiger werkgelegenheid scheppen.
12 AUTO'S OP ELKAAR.
Op de weg tussen Best en Oir-
schot heeft het vorige week Woens
dag wel iets van een kermis weg-
gehad, waar druk gebruik gemaakt
wordt van bots-auto's. Immers, in
enkele uren tijds reden hier op een
weggedeelte van nog geen kilome
ter niet minder dan twaalf auto's
op elkaar. Eén persoon werd licht
gewond.
40 MILLIOEN AUTO'S.
In Amerika zijn 40.000.000 parti
culiere auto's, waarvan 22.000.000
gebruikt worden om van en naar
het werk te gaan of om boodschap
pen te doen. In geval van oorlog
zouden 14.000.000 auto's, die niet
van essentiëel belang worden ge
acht, van de wegen verdwijnen.
De oproep die de gemeente
Waalwijk enige tijd geleden tot
de industrie richtte om behulp
zaam te zijn bij de bouw van
woningen, heeft tot resultaat ge
had dat men 28 huizen kan bou
wen, waarvan er 12 gedupliceerd
worden, zodat er in totaal 40
woonruimten toegevoegd worden
aan het aantal dat Waalwijk tot
nog toe bouwde; dit deelde loco
burgemeester Smolders mee in
de spoedeisende openbare raads
vergadering, die Donderdagavond
gehouden werd.
De agenda vermeldde maar twee
punten en de vergadering was dan
ook in een kwartier afgelopen.
Het eerste punt was een voorstel
tot het aangaan van een kasgeld
lening van 350.000.— in rekening
courant tegen een rente van 3%%,
waartegen natuurlijk geen van de
leden bezwaar had.
Het tweede punt behelsde een
wijziging van de begroting 1951 in
verband met uitvoering van enkele
openbare werken.
Door Ged. Staten waren in het
kader van de algemene bezuiniging
aanmerkingen gemaakt op de be
groting.
Zo was de verhardingsbreedte
van enkele aan te leggen straten
ten Oosten van de Putstraat inge
krompen. De heer Meys vroeg hier
over of men naderhand geen spijt
zou krijgen, wanneer een verbre
ding eventueel niet meer mogelijk
zou zijn.
De voorz. antwoordde hierop dat
de rooilijn hetzelfde bleef, zodat de
mogelijkheid van verbreding steeds
bleef bestaan.
De heer Brouwer informeerde nog
of er enige soepelheid was toe te
passen bij de uitvoering van de
opmerkingen van Ged. Staten;
waarop de voorz. antwoordde dat
men zich te houden had aan deze
bezuinigingsmaatregelen.
De weg- en trottoirbreedte in de
Dr. Mollerlaan die was bepaald op
resp. 7 en 3 meter, moest terugge
bracht worden tot 5 en 1.80 meter.
Ter bezuiniging moest deze straat
bestraat worden met klinkers op
hun platte zijde.
De heer Mombers wees er op dat
dit een bezwaar zou kunnen wor
den in verband met de zware
vrachten die er vervoerd zouden
moeten worden voor de industrie-
en; de voorz. echter was van me
ning dat het een kleine moeite zou
zijn om van de andere in de buurt
liggende straten gebruik te maken.
Het derde punt van deze begro
tingswijziging was het intrekken
van het stratenplan in v.m. Be-
soyen, dat B. en W. echter weer op
de begroting van 1952 zouden zet
ten.
De heren v. d. Hoven en Brouwer
drongen er op aan hier in 1952 ze
ker de nodige aandacht aan te be
steden, wat de voorzitter graag toe
zegde.
De heer v. d. Hoven merkte ook
nog op dat er reeds besprekingen
waren gevoerd over de aankoop
van grond in v.m. Besoyen, maar
dat men toen moest wachten op de
goedkeuring van het prijzenbureau.
'Nu las hij in de stukken dat er nog
geen grond was aangekocht; waar
aan had dit gelegen?
Door burgemeester Lambooy wa
ren deze besprekingen indertijd
aangebonden, antwoordde de voor
zitter, maar van het verdere ver
loop van de besprekingen was hem
niets bekend. In elk geval bestond
er de nodige interesse van gemeen
tewege voor deze aankoop en de
zaak zou de aandacht van het ge
meentebestuur blijven houden.
Hierna ging men met deze be
grotingswijziging accoord en nadat
de voorzitter bovengenoemde me
dedeling omtrent de bouw van de
woningen had gedaan, werd de ver
gadering gesloten.
Het is duidelijk gebleken tijdens de wedstrijden om het wereld
kampioenschap Biljarten 47/2, die medio October te Buenos Aires
in Argentinië zijn gehouden, dat de omstandigheden daar niet
gunstig zijn voor een Europeaan, en met name voor een Neder
lander. Het materiaal, de arbiters, het publiek, kortom de ge
hele sfeer, is verre van ideaal voor het spelen van een normale
partij. Wij hebben dat kunnen constateren uit de uitslagen van
de wedstrijden, wij zijn in deze mening versterkt door hetgeen
Kees de Ruyter in een onderhoud ons zo vriendelijk was te ver
tellen over zijn verblijf in Argentinië.
Enthousiaste ontvangst.
De reis is goed verlopen, vertelde
Kees de Ruyter ons, die voor het
eerst zo'n grote reis per vliegtuig
maakte. Men reisde met een vlieg
tuig van de F.A.M.A. (de Argen
tijnse Luchtvaartmaatschappij) en
men arriveerde op 14 October. Het
vliegveld van Buenos Aires stond
vol met duizenden enthousiaste Ar
gentijnen en ontelbare film-, radio-
en persmensen; ook de Nederland
se gezant in Argentinië, Klein Mo
lenkamp, was ter begroeting aan
wezig. Men logeerde in een hotel
dat behoorlijk geaccomodeerd was;
maar over het eten klaagde Kees
nog al.
Zeer vreemd en zeer fnuikend
voor het spelpeil van de Europese
spelers was het, dat eerst 6 dagen
later, op Zaterdag 20 October, de
wedstrijden begonnen, terwijl de
spelers niet in de gelegenheid wa
ren zich in te spelen. Dit lange
wachten vond zijn oorzaak in de
grote feesten die waren georgani
seerd door de Partij Peronista. „Ja,
daar waren biljarts genoeg", zegt
Kees, „maar daar konden wij niet
behoorlijk op spelen".
Het tournooi werd ook geheel ge
financierd door de Staat; „je kon
wel merken dat het daar een dic
tatuur was", zei onze Waalwijkse
biljarter; „Minister President Drees
krijgt hier geen kans om enkele
honderdduizenden guldens beschik
baar te stellen voor de winnaar.
Maar in Argentinië kreeg Carera
800.000 peso, dat is 200.000.
plus een nieuwe Chevrolet van
Fangio de grote Dealer van de Ge
neral Motors, die een zwager is van
Peron."
Men speelde in de zaal van de
American Club, een combinatie
van alle mogelijke sportverenigin
gen met 35.000 leden; over de zaal
was Kees de Ruyter vol lof.
Na de wedstrijden zijn de deel
nemers door president Peron ont
vangen in zijn paleis, waar zij een
plaquette ontvingen van generaal
Peron en zijn echtgenote Eva Pe
ron.
Aangaande het verblijf in Buenos
Aires kan nog worden meegedeeld
dat de vergoeding voor de spelers
niet erg ruim was, althans niet zo
ruim als was beloofd, zodat zij zich
niet onbelemmerd konden bewegen
in de Argentijnse hoofdstad. „Heel
veel medewerking, zegt Kees, heb
ik ondervonden van Jan v. Tilburg,
die mij gedurende mijn verblijf met
raad en daad ter zijde stond".
Het publiek was wel eens
te enthousiast.
Wij zeiden het al, de omstandig
heden waren voor de Europese
spelers niet erg gunstig en vooral
het publiek droeg hiertoe bij. De
biljartsport is in Argentinië zeer
populair en gemiddeld waren er
dan ook 2000 belangstellenden per
seance, die fanatiek waren en zeer
partijdig.
„Wij zijn dat in Nederland anders
gewend, zegt De Ruyter; wanneer
wij hier spelen en ze gooien bij
wijze van spreken een speld van de
tribune in de zaal, dan hoor je die
vallen; maar wanneer ze daar een
oud fornuis van het balcon zouden
gooien, dan hoor je dat niet. Wan
neer een Europeaan tegen Navarra,
Carera of del Vechio speelde, dan
was er van een normale partij geen
sprake. Toen ik in mijn partij te
gen Navarra nog vijftien caram
boles moest maken om de partij te
winnen, kwam er één de tribune af
de zaal in; gelukkig hielden ze hem
nog tegen, voor hij bij het biljart
was; maar speel dan maar rustig
en geconcentreerd verder".
Bovendien, vertelde Kees, was de
arbitrage van die aard dat, wan
neer het twijfelachtig was of een
bal geraakt had, de arbiter een af
wachtende houding aannam, tot de
reactie van het publiek hem duide
lijk maakte hoe hij moest beslissen.
Daarenboven waren de arbiters, die
allen Argentijnen waren, zeer par
tijdig. Voor de barrage-partij tus
sen Gabriëls en Carera haalde Kees
zeer veelzeggend zijn neus op.
Carera een speler van heel
groot formaat.
Kees de Ruyter zegt het onom
wonden: „Van de Pol en ik hebben
slecht gespeeld. Dit is ook wel te
wijten aan het slechte materiaal
natuurlijk, slechte lakens en on
verwarmde biljarts die niet liepen.
Bovendien was het er erg warm en
wij moesten tot overmaat van ramp
in jacket spelen". En dan waren er
natuurlijk nog de andere factoren,
boven genoemd, die een rol speel-
aen. iNiettemin hebben de Belgen
beter gespeeld, aldus De Ruyter.
Wij vroegen zijn mening over Ca
rera; „Carera is een speler van heel
groot formaat, hij kan zich met de
beste Europese spelers meten. Maar
u.ijn spel is heel anders; hij is heel
sterk in bandspel, masseren doet
hij practisch niet, iedere bal speelt
hij op los band; hier heeft hij een
grote zekerheid in. Het kleine spel
van Carera is niet te vergelijken
met dat van de Europese cracks,
vervolgt De Ruyter; deze kunnen
series van 100 en 200 op de lijn
halen, zonder hun positie te ver
liezen. Bij Carera is dit niet het
geval; als hij de ballen in positie
heeft, dan is hij deze positie bin
nen 10 a 15 caramboles weer kwijt.
Men ziet ook geen hoge series van
hem, wel benut hij iedere beurt en
is van een bandstoot niet bang. Hij
neemt er echter wel zijn tijd voor;
voor iedere stoot legt hij een keer
of vijftien aan. Hij speelt dus in
een verschrikkelijk langzaam tem
po; Van de Pol moest een keer lVz
uur op zijn stoel genageld blijven
zitten, terwijl een Carera een serie
maakte van 136, iets waar we hier
hoogstens 20 minuten voor nodig
hebben. Dit tergend langzame tem
po, zegt Kees, is voor ons een ge-
weldige handicap. Nogmaals, Ca
rera is een zeer sterk speler; ik wil
niet zeggen dat hij hier kampioen
i geworden zou zijn, maar hij hoeft
toch zeker geen genoegen te nemen
met een vijfde plaats". (Dit is een
j heel andere mening dan het inter
view dat in de dagbladen verscheen,
als de mening van de Europese bil
jarters werd kenbaar gemaakt).
Het blijft niettemin jammer dat
het onze biljarters in Buenos Aires
niet zo goed mee heeft gezeten. La
ten we hopen dat we onze Waal
wijkse crack Kees de Ruyter bin
nen twee weken in de strijd om 't
Nederlands Kampioenschap Libre,
in de vorm zien die we zo graag
van hem gewend zijn.
We leven allen in de ban van een dure tijd. Dat is dubbel on
gunstig bedoeld. In de eerste plaats is het gevolg dat we prac
tisch geen geld kunnen overhouden en zelfs tekort komen, maar
bovendien wordt ons gehele leven doortrokken met een duurte-
complex. We worden als kopers angstig om een winkel binnen
te stappen om onszelf of anderen eens een plezier te doen. Dit
leidt tot de bekende uitspraak: „Waar werken we eigenlijk voor?"
De overheid heeft dit onaangename gevoel versterkt. Geen staats
stuk, of er staat iets in over bezuiniging of versobering. Elke
vorm van weelde of luxe wordt tot een vloek. Er is een weelde
belasting gekomen, die in meer dan één opzicht een bedreiging
wordt. Niet alleen de industrie lijdt er onder, maar ook de con
sument. Er zijn goederen onder die weelde-artikelen, die in het
levenspeil dat de moderne mens heeft bereikt, beslist onmisbaar
zijn geworden. Men moet dus deze artikelen kopen, terwijl het
gehele huishoudbudget er door wordt ontwricht. Het gevolg is,
dat de heer Lieftinck een opbrengst krijgt die ver boven zijn
raming ligt en de consument raakt in een moeilijke toestand
met betrekking tot noodzakelijke goederen. Kan er dan niets
extra's meer gebeuren?
len, willen we in vredestijd de goe
de Sint in hoger sferen alle ruimte
gunnen die hem toekomt. Geen
weeldebelasting, geen schaarsge-
vulde beurs of bewapeningskoorts
zal ons tegenhouden. Wij vieren 't
Sinterklaasfeest ook dit jaar!
Vanzelfsprekend kunnen wij min
der uitgeven dan andere jaren voor
het heerlijk avondje. De cadeaux
zullen meer practisch en degelijk
zijn dan ooit, en menigeen zal een
„verrassing" uit de zak of wasmand
zien rollen die hij anders toch had
Nu zal het weldra Sinterklaas
zijn. We willen dat feest vieren, op
zijn minst voor onze kinderen en
ondanks alle bewapening. Wanneer
na al deze voorbereidingen onver
hoopt een oorlog uitbreekt, dan kan
Sinterklaas, die met de nok van ons
huis toch al zo vertrouwd is in ver
band met die geschiedenis van de
schoorstenen, wel voorgoed op het
dak gaan zitten.
Wij willen dat feest dus behou
den en aangezien in tijd van oorlog
op daken alleen maar bommen val-
moeten kopen.
Dat alles is minder belangrijk.
Het doorslaggevende ligt in de Sin
terklaasviering zelf. Wij moeten
ons niet laten afleiden door prach
tige verhalen over een „begrijpen
van de tijd, en daarom laten we die
onzin nu maar achterwege". Wie
zijn tijd begrijpt, viert juist 't Sin
terklaasfeest, al zal zijn baard ook
van krantenpapier zijn inplaats van
witte watten.
Wij hebben de goede Sint nodig
als een kleurrijk feest temidden
van dagen die geladen zijn met ko-
lenbesparing, opgevoerde produc
tiviteit en afgenomen koopkracht.
Wij kunnen steeds minder doen
voor onze kinderen en kennissen,
omdat ons alles wordt ontnomen,
behalve de eerste levensbehoeften.
Eenmaal per jaar doorbreken wij
de barrière van zuinigheid, verso
bering. besparing en begrip voor de
ernst van de toestand.
Het is goed dat wij oog hebben
voor de internationale gevaren die
ons bedreigen. Onze economische
toestand is slecht, onze defensie
moet worden verbeterd en de pro
ductie moet omhoog. Wij zullen er
evenzeer voor moeten zorgen dat
wij niet ondergaan in een sleur van
arbeid, huisvestingsvraagstukken en
belasting betalen. Ons leven mag