l.
Wijde Wereld
Q-uCésêand ais g,&£yk&
UIT DE
HET HUIS ZONDER
SLEUTELS,
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 26 NOVEMBER 1951
8
„Zo", zei deze, „je bekent dus
helemaal geen schuld? En waarom
bloos je dan telkens, wanneer je
haar -tegenkomt?"
„En verdomd, Willem", zei mijn
vriend, ,,'t was er uit voor ik het
gedacht had: Omdat ik haar zo lief
vind, Sinterklaas! en meteen sloeg
ik de handen voor 't gezicht; ik
snap nog niet hoe ik er toe kwam
dit te zeggen, maar je begrijpt hoe
plotseling heel de familie het uit
brulde, ook de kinderen die er niets
van begrepen, maar wel snapten
dat Oom Jan iets heel geks had ge
zegd.
De groten lachten natuurlijk niet
zozeer om wat ik zei, als om mijn
beteuterde houding, waar ik geen
raad mee wist.
„Vinden jullie niet dat Oom Jan
heel stout is geweest?", vroeg Sin
terklaas aan de kinderen.
„Ja, ja!", schreeuwden die.
„Inderdaad, monseigneur", zei
mijn zwager, „eerst een meisje pro
beren te schaken en dan haar nog
lief vinden ook, ik vind dat heel
erg".
„Maar Ome Jan zal het nooit
meer doen, hè Ome Jan?", zei de
kleine Pieter, die medelijden begon
te krijgen blijkbaar.
„Nou, dat weet ik niet", dacht
Sinterklaas, „ja, als hij mij belooft
dat hij dat meisje nooit meer lief
zal vindenKun je dat belo
ven, Oom Jan?"
Wat moest ik daarop antwoor
den? Ja, je lacht er mee, Willem;
ik kon natuurlijk wel zeggen dat ik
het niet meer zou doen en de hele
geschiedenis, die ik ondertussen
toch wel een klein beetje vervelend
begon te vinden, zou afgelopen zijn;
maar van de andere kant wilde ik
mijn liefde, want verduiveld Wil
lem, ik was zó verliefd op d'r, niet
ontrouw worden. Ja, daar lach je
nou om, maar zo zag ik het.
dat ik daar zelf tocli ook niets aan
dat ik daar zelf toch took niets aan
kon doen en dat ik er toch geen
kwaad mee deed; maar Sinterklaas,
dapper geholpen door Karei, mijn
zwager, die nooit iets liever doet
dan mij er door slepen, was het er
natuurlijk niet mee eens.
„Moet ik hem mee naar Spanje
nemen, kinderen?"
„Ja, Sinterklaas!" brulde Karel-
tje.
„Piet, stop Oom Jan buiten maar
in de zak, dan nemen we hem di
rect mee; wie niet horen wil moet
maar voelen! Ja, Zwarte Piet, doe
wat ik zeg!", zei de Sint ernstig,
toen Piet geen aanstalten maakte
mij te grijpen.
Weer die vriendelijke greep om
mijn arm en een aarzelend duwtje
in de richting van de deur. Om het
voor de kinderen, waarvan Pieter-
tje al begon te huilen, helemaal
echter te maken, liep ik naar moe
der en omhelsde haar ten afscheid,
de rest keurde ik geen blik waar
dig. Vóór Pieterman liep ik de deur
uit.
Nou ja, daar stonden we dan en,
eerlijk gezegd, ik vond het verve
lend zo tegenover vreemden, die
Sinterklaas en Zwarte Piet kwamen
spelen, te kijk gezet te worden om
een dergelijk feit.
Ik presenteerde Piet een sigaret
toen we in de gang stonden, zijn
vingers beefden.
„Een mooi bak, hè", zei ik minder
vriendelijk dan eigenlijk mijn be
doeling was.
„Och, mijnheer, ik kon er ook
niets aan doen, ik wist nergens iets
van
Willemwat ik toen voelde
ik weet het niet meer, maarde
stem die de woorden zongwas
van haar
Wat me toen allemaal door het
hoofd schoot, ik kan het me niet
meer herinneren; ik weet alleen dat
ik haar aan heb staan kijken, vol
komen uit het lood geslagen en te
overdonderd om een kleur te
krijgen. En haar grote ogen keken
me aan met een zekere angst:
„Heus, mijnheer, ik wist ook niet
dat mijnheer Karei dit van plan
was; toen hij 't mij vroeg, dacht ik
dat 't alleen voor de kinderen
was".
Toen realiseerde ik me opeens:
ze had gehoord dat ik haar lief
vondDe kinderen zongen
binnen van het heerlijke avondje en
boven alles uit hoorde ik de treite
rende stem van Karei, mijn zwa
ger: ,,'t Heerlijk avondje is geko
men
„O, wat vind ik het beroerd voor
U, was ik maar niet gekomen", zei
het meisje.
Willem, Willem, nog nooit ben ik
in een zo belabberde situatie ge
weest als toen. Wat moest ik doen?
Hier stond ik nu met het meisje
waarop ik zo verliefd was, en ik
durfde niet eens naar haar kijken.
Weer naar binnen gaan, en de risé
worden van heel de familie? Wat
moest het meisje van me denken?
Toen was 't alsof het meisje zich
vermande; ze leunde tegen de gang
muur:.
„Neen", zei ze peinzend, „toch
ben ik blij dat ik gekomen ben,
toch ben ik blij", en haar lieve ogen
keken me aan met een uitdrukking
die ik als eerzaam vrijgezel nooit
kende.
„Juffrouwbegon ik hak
kelend.
„Hélène, zegt U maar Hélène",
zei ze lief.
Wat er toen met me gebeurd is,
Willem, ik weet het niet, ging mijn
vriend verder, maar ineens stond ik
voor haar, haar kleine handen in de
zwarte zijden handschoenen, in mijn
bevende handen en:
„Hélène, heb je 't gehoord? Ik
vind je zo lief, en dat jij dat nu
weet! Ik vind het hopeloos erg,
maar trek je er in Godsnaam niets
van aan
„Jan", riep ze verbaasd, „maar
Jan!"
„Och, 't is zo erg niet, 't gaat wel
weer over", trachtte ik te geksche
ren.
Toen klemde ze zich aan mijn
arm: „Neen Jan, 't mag niet over
gaan" en voor ik er erg in had om
helsde ze mij, zo spontaan en zo
overrompelend, dat ik niets anders
kon doen dan haar dicht tegen mij
aandrukken en haar mond zoenen;
en ik lette niet op de zwart smink".
Mijn vriend zweeg en zuchtte als
of hij het inwerkelijkheid weer had
beleefd.
„Verduveld, Jan", zei ik tegen
hem, „dat is vermakelijk; ha, ha,
jij mag St. Nicolaas wel erg dank
baar zijn. 't Was verder natuurlijk
een gezellige avond!"
Allicht, we gingen na een tijdje
naar binnen en de kinderen begon
nen direct te juichen. Karei riep:
„Oom Jan, wat ziet U zwart in Uw
gezicht".
„Ja, jongen, dat heeft Zwarte
Piet gedaan, ze heeft me zo hard
geslagen".
„Hé, pa, Zwarte Piet is toch geen
„ze"; Ome Jan zegt „ze".
De groten keken me allemaal
veelbetekenend aan en ze moeten
wel aan mijn gezicht gezien heb
ben hoe laat 't was. Ik begreep nu
natuurlijk ook dat het allemaal
doorgestoken kaart was geweest.
Nou ja, dat is 't hele verhaal".
„Ja maar", zei ik, „hoe kwam jou
zwager aan Hélène als Pieterman?
„Nou, zij was zijn secretaresse, en
de procuratiehouder, mijnheer Bar-
tels, speelde voor Sinterklaas".
„Ik geloof wel dat ik nou stof ge
noeg heb voor Sinterklaasverzen",
zei ik.
„En ik geloof dat de heren weer
erg hard hebben zitten werken";
met deze woorden kwam Hélène 't
kantoor van haar man binnen.
„Ha! Daar hebben we ze", riep ik.
„Ze?", deed ze verwonderd, „zo,
hebben jullie weer over mij zitten
kletsen?"
„Natuurlijk niet, Hélène", lachte
ik, „ik hoop alleen maar dat ik een
even gezellige Sinterklaasavond heb
Binnen niet al te lange tijd kan men verwachten, dat de Wes
telijken1 een vredesverdrag zullen sluiten met West-Duitsland.
Het zal dan als souvereir.e mogendheid een onafhankelijke plaats
innemen in de Westerse gemeenschap, de bezettingsmogend-
heden zullen normale verdragen sluiten en de Hoge Commis
sarissen zullen vervangen worden door gewone diplomatieke
functionarissen. De ministers van de Verenigde Staten, Enge
land en Frankrijk zijn in Parijs in dit opzicht tot overeen
stemming geraakt,
Westcuropcse regeringen er bij
tijds bij zijn om hun verlangens en
eisen kenbaar te maken tegenover
Amerika. Hoe meer ze samenwer
ken, hoe meer kans op succes er
is. De belangen van Noorwegen,
Denemarken, Nederland, België,
Luxemburg 'en Frankrijk liggen in
deze zeer dicht bij elkaar. Waar
om zouden ze dan niet als één op
treden om hun woorden kracht bij
te zetten Het is een zeer belang
rijk punt waarop de Westeuro-
pese eenheid dwingend is.
Dit alles neemt niet weg dat Ne
derland graag een goede buur van
West-Duitsland wil zijn, maar het
recht moet zijn loop hebben.
Daarenboven moet de liefde niet
van één kant komen. Het is heel
gemakkelijk anti-Nederlandse stem
mingen te kweken door b.v. te
mokken over de wel zeer kleine
grenscorrecties die Nederland
heeft gekregen, doch dat is geen
bewijs van góede nabuurschap.
Een man als de socialist Schu
macher maakt graag stemming dat
Duitsland nog niet de plaats heeft
die het zou toekomen. Misschien
zijn dergelijke uitingen alleen
voor binnenlands gebruik bestemd
als propaganda voor de socialis
ten, die het wel eens even zouden
klaarmaken ze dringen evenwel
ook in het buitenland door en
daar hoort men niet graag dat er
Duitsers zijn die nu al weer zo
hoog van de toren blazen. Al zul
len ze binnenkort hun plaats in
Westeuropa hernemen, ze mogen
toch bedenken dat het er op aan
komt nu eerst een zekere good
will te kweken, door te tonen dat
het hun ernst is met de demokra-
tie. En het komt ons voor dat ze
wat dat betreft nog wel het een
en ander van de buren kunnen
leren.
9
Afgezien van deze overwegingen
ten opzichte van Duitsland zelf,
kan men naar aanleiding van het
komend vredesverdrag nieuwe
wrijvingen verwachten tussen Oost
en West. Het ene Duitsland is
blijkbaar voorlopig van de baan,
wat niemand hoeft te verwonde
ren. De Duitsres moeten hun ver
langen naar dit ideaal voorlopig
/bedwingen, want de omstandig
heden z;jn er niet naar. En zo
lang de toenadering in de U.N.O.
in Parijs niet groter is dan nu,
kan men deze zaak wel als een
wensdroom beschouwen.
Dit neemt niet weg, dat het
vooruitzicht dat het Westen een
nieuwe onafhankelijke bondgenoot
er bij krijgt wie had dat zes
jaar geleden gedacht een be
langrijke stap in de goede richting
is.
Nederland voor ontwapening.
Ook Nederland heeft zijn stem
laten horen naar aanleiding van
de Westerse ontwapeningsvoor
stellen in de U.N.O. In de politie
ke commissie heeft onze afgevaar
digde, de heer Von Balluseck, ver
klaard dat de Nederlandse rege
ring er zich voorlopig achter
plaatst, maar dat zij zich voorbe-
iHet Vredesverdrag met West-
Duitsland zal in menig opzicht
niet ongelijk zijn aan dat met Ja
pan. Rusland zal het niet onder
tekenen, want dat wil slechts vre
de sluiten met één Duitsland en
wat dat betekent hoeft men niet
te vragen. Als het wordt uitgeno
digd tot de betreffende plechtig
heid het zal wel evenmin een
conferentie worden als in San
Francisco, want dat haalt toch
niets uit zal het nog meer dan
in San Francisco fulmineren tegen
het Westen, als het daartoe de
kans krijgt. En hoewel de Russen
West-Duitsland zullen uitmaken
voor satelliet van Amerika c.s.,
zal na de ondertekening Oost-
Duitsland meer gedoemd zijn vol
ledig satelliet te zijn van Rusland
dan West-Duitsland van Amerika.
Dit zijn echter min of meer bij
komende factoren. Wat de inhoud
van het verdrag betreft, kan men
vtrwachten dat Duitsland even ge
nereus behandeld zal worden als
Japan. Wat betekent dat Wel, dat
de overwonnene er beduidend be
ter af zal komen dan de overwin
naars. Nu kan men er weinig op
tegen hebben, dat de verslagen
landen niet „uitgebeend" worden,
zoals men dat na de eerste wereld
oorlog met zulke jammerlijke ge
volgen heeft gedaan en waarvan
na de laatste oorlog landen als
Italië nog juist een tik hebben
meegekregen, iets waarvan men
nu al spijt heeft. Iets anders is of
de landen die de volle maat van
een aanvalsoorlog hebben gehad,
vijf jaar lang onder bezetting heb.
ben geleden, leeggeroofd zijn en
het onbetaalbaar vérlies van dui
zenden mensenlevens hebben ge
leden, tenminste niet enige com
pensatie mogen hebben voor de
rampen die een brute aanvaller
heeft gebracht. De kous is natuur
lijk niet af met de bewering dat
dit werk van de Nazi's is geweest
en dat Duitsland nu een demokra-
tische regering heeft, die een an
dere koers vaart. Afgezien van het
feit dat het nog niet allemaal koek
en ei is, geldt ook dat de ware
schuldigen meestal op andere wij
ze gestraft worden. Nu zal (ie
I'ranse minister bij de besprekin
gen wel een vinger in de pap ge
had hebben en men kan niet ver
wachten dat Frankrijk zo maar
een streep door de uitgebreide re
kening zet. En hoewel Duitsland
sinds de oorlog geen land meer is
dal van melk en honing overvloeit
is het toch ook een feit, dat de
Duitsers het potje dat ze van de
Amerikanen hebben gekregen om
weer een beetje op de been te ko
men, aardig verteerd hebben, dik
wijls aan andere zaken dan waar
voor het bedoeld was.
Het is heus niet overbodig der
gelijke dingen van te voren op Ie
merken, want ten overvloede zij
er nog eens aan herinnerd dat
Nederland met het Japanse vre
desverdrag lelijk achteraan kwam,
of eigenlijk helemaal niet aan zijn
trekken kwam. Meer dan ooit ver
dient het dus aanbeveling dat de
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
Door
EARL DERR BIGGF.RS.
VERTALING VAN P. ORETLLE.
27)
Ik ik zal eens zien, zei hij
en stond haastig op. Ik zal er eens
over denken.
Maar ik kan vannacht niet
slapen als ik het niet weet, zei ze.
Ik moet er over denken, her
haalde hij. Hij keerde zich naar de
tafel, juist bijtijds om de slanke
hand van de vrouw iiet juweel te
zien grijpen.
Ik neem de broche mee, voeg
de hij er bij.
Zij keek naar hem op. Plotseling
wist John Quincy, dat zij comedie
gespeeld had, dat zij op zijn ge
voel had gewerkt en weer voelde
hij een hete bloedstroom naar zijn
hoofd stijgen, die golf van woede,
die hij ook in de hall van Dan
Winterslip had gevoeld. Tante Mi
nerva had voorspeld, dat hij met
vrouwen van dit slag niet kon om
gaan. Nu, hij zou het haar dan
eens tonen haar en de hele we.
held. Geef mij die broche, zei hij
koel.
Ze is van mij, antwoordde de
vrouw koppig.
John Quincy verspilde geen
woorden, hij greep haar pols Zij
gilde. Achter hen ging een deur
open.
Wat gebeurt hier vroeg
Leatherbee.
Ik dacht dat u ons verlaten
had, zei John Quincy.
Steve, laat hem (lat niet hou
den, riep de vrouw.
Steve kwam strijdvaardig nader,
maar er was iets voorzichtigs in
zijn houding.
John Quincy lachte. Blijf waar je
bent, Steve, raadde hij. Of ik ver
pletter je bleke gezicht.
Vreemd zeggen voor een Win
terslip. Uw vriendin tracht een
belangrijk overtuigingsstuk in de
moordzaak op het strand achter te
houden en met de grootste tegen
zin moet ik straffe methoden toe
passen.
De broche viel op de vloer, hij
bukte en raapte ze op. Nu, dat is
alles. Goeden avond.
Hij verliet het huis en vond de
weg naar buiten. Eén ding had hij
tot zijn eigen voldoening vastge
steld Chan moest weten van de
broche, en dadelijk. Het verhaal
van mevrouw Compton kon al of
niet waar zijn zeker verdiende
het verder onderzocht te worden
door een verantwoordelijk per
soon.
John Quincy had plan om naar
Dan's woning terug te gaan langs
een beter verlichte weg dan hij
gekomen was. Nu bemerkte hij.
dat hij dicht bij het Rif en Palni-
hotel was. Zijn belofte aan Car-
lota Egan hij had gezegd dat hij
vandaag nog eens komen zou. Aan
Chan kon hij eigenlijk wel telefo
neren vanuit het hotel. Hij liep er
heen.
Struikelend door de donkere
tuin zag hij eindelijk het hotel.
Lichten van weinig kaarsen sterk
te brandden hier en daar op de
dubbele veranda. In de ruime ge
lagkamer zaten een paar tamelijk
sjofel uitziende gasten op hun ge
mak. Achter de lessenaar stond
alleen de Japanse klerk.
Hij wees hem de telefooncel en
John Quincy belde op. Chan was
uit, maar de beantwoordende
stem beloofde, dat hem bij zijn te
rugkomst gezegd zou worden, zich
onmiddellijk met de heer Winter
slip in verbinding te stellen.
Wat ben ik u schuldig, vroeg
John Quincy de klerk.
Niets, zei iemand en Carlota
Egan stond naast hem.
Hij glimlachte. Nu was het pas
goed.
Maar ik heb toch van uw te
lefoon gebruik gemaakt.
Die is vrij, zei ze. Dat zijn
maar al te veel dingen hier. Daar
om worden we niet rijk. Het is
heel vriendelijk van u om terug te
komen.
Volstrekt niet. Hij keek om
zich heen. Uw vader.
Zij wierp de klerk'een blik toe
en ging naar de zij-veranda. Zij
zagen vandaar het licht op de
Diamantkop en de zilveren golven
van de Zuidzee, die van heel ver
aanrolden en tenslotte onder het
Rif en Palmhotel verdwenen.
Ik vrees dat vadertje het heel
naar heeft, zei ze met een stem
die wat trilde. Ik heb hem niet
kunnen opzoeken. Zij houden hem
daarginds, als getuige, geloof ik.
Er was sprake van borgstelling,
maar daar heb ik niet eens naar
geluisterd. Wij hebben geen geld
- dat dacht ik tenminste.
U dacht niet begon hij
verbaasd.
ZAj legde een stukje papier in
zijn hand. Ik moet uw raad vra
gen. Ik heb het kantoor opgeruimd
en net voor u kwam vond ik dit
op de schrijftafel.
John Quincy staarde naar het
rose papiertje, dat zij hem gaf. Bij
het licht an een der kleine lamp
jes zag hij, dat het een cheque was
voor vijf duizend dollar, te betalen
aan toonder en getekend door Dan
Winterslip, de dag tevoren.
Dat lijkt belangrijk, nietwaar?
zei John Quincy. Hij gaf de cheque
terug en dacht even na. Dit is heel
belangrijk Het lijkt me een af
doend getuigenis van uw vaders
onschuld. Als hij dat kreeg, moet
zijn zaak met Dan Winterslip tot
een goed einde gebracht zijn en
liet is dus niet waarschijnlijk dat
hijeh de man die getekend
heeft, uit de weg zou ruimen en
de uitbetaling bemoeilijken.
De ogen van het meisje straal
den. Zo heb ik ook geredeneerd.
Maar ik weet niet wat ik er mee
moet doen.
Uw vader heeft natuurlijk-
een advocaat genomen.
Ja, maar een goede, die kun
nen wij niet bekostigen. Zou ik
hem dit in handen geven
Neen wacht even. Is er
kans dat u uw vader gauw kunt
spreken
Ja- Dat is bepaald. Morgen
ochtend mag ik hem bezoeken.
John Quincy knikte Beter eerst
met hem praten, raadde luj. Hij
zag plotseling Egan's gezicht weer
voor zich, toen hij weigerde een
verklaring te geven van zijn za
ken met Dan Winterslip.
Neem deze chèque mee en
vraag uw vader wat hij wil dat er
mee gedaan wordt. Maak hem
duidelijk, dat het een gewichtig
getuigenis te zijnnen gunste is.
Ja, dat zal het beste zijn, gaf
het meisje toe. Wilt wilt u'niet
even gaan zitten
Even dan. John Quincy dacht
aan juffrouw Minerva, die "vol 011-
hoiijdt er later nader op terug te
komen. De heer Von Balluseck
verklaarde dat Nederland de ont
wapening ziet als een uiterst ge
compliceerd probleem en zich
geheel achter de ontwapening in
etappen plaatst. Hij meende dat de
politieke commissie er goed aan
zou doen de punten van overeen
komst tussen de Westerse en Oos
telijke voorstellen te onderzoeken.
Zo dacht er ook de Engelse af
gevaardigde over. Hij somde zelfs
'n aantal punten van overeenkomst
op en meende dat er geen reden
is tot pessimisme, tenzij de tegen
partij blijk geeft van kwade trouw.
Zo is het maar.
D uits stoomschip op mijn gelopen.
Het Duitse stoomschip „Stein-
butt" is Donderdagavond 40 km.
ten Noordwesten van Den Helder
op een mijn gelopen. De Neder
landse reddinsgboot „Brandaris",
die met andere schepen te hulp
was gekomen, nam 21 leden vas
de bemanning over. Persoonlijke
ongelukken deden zich niet voor.
Hoewel (1e bemanning 'aanvanke
lijk getracht had het schip nog te
redden, bleek het al spoedig niet
mogelijk om nog aan boord te
komen. Het schip moet als verlo
ren worden beschouwd.
Eerste begroting voor Nicuw-Guinea.
Bij de Tweede Kamer is de eer
ste begroting voor Nieuw-Guinea
ingediend. Aan uitgaven wordt ge
raamd 'n' bedrag van 47.0G0.G4G,
waartegenover een bedrag aan
middelen staat van 23.355.89G.
Het is niet onmogelijk dat het be
grote nadelig saldo belangrijk
minder zal bedragen dan werd
beraamd.
De regering liee£t twee gfrotc
objecten op het oog voor de ont
wikkeling van Nieuw-Guinea. Op
de eerste plaats het „self-suppor
ting" maken van Nieuw-Guinea
op vocdselgebied. Het is nu nog
voor de dagelijkse levensbehoeften
voor het grootste deel afhankelijk
van import. Aan deze schaarste
zal op zo kort mogelijke termijn
een eind worden gemaakt.
Het tweede belangrijke object
is het onder geregeld bestuur
brengen van het hele grondgebied,
gepaard met de uitbreiding van de
zorg op medisch en onderwijsge
bied.
Opdat Nederland de taak die het
op zich heeft genomen, ten uit
voer kan brengen, is het nodig dat
er een eind wordt gemaakt aan de
zorgwekkende toestand op het
punt van onderbrenging van men
sen en goederen. Daartoe is op de
begroting voorlopig een bedrag
van 1.200.000 uitgetrokken voor
de bouw van woningen, ziekenhui
zen, scholen, politiekazernes, kan
toren, magazijnen ene.
De zorg voor het bizonder on
derwijs, die na de oorlog wegens
de omstandigheden in handen van
het gouvernement was gekomen,
zal weer worden toevertrouwd
aan missie en zending, nadat een
subsidieregelinp is vastgesteld.
Indrukwekkende uitvaart van
mr Van Maarseveen.
Onder overweldigende belang
stelling heeft vorige week Donder
dag in Utrecht de plechtige uit
vaart van minister Van Maarse
veen plaats gehad. Zij werd bijge
woond door de vertegenwoordiger
van H. M. de Koningin, jhr. Smits
van Oyen van Eckart deze bood
namens H. M een krans aan.
Voorts waren er het voltallige ka
binet op minister Manshoït na
staatssecretarissen, de pauselijke
internuntius, mgr. Paolo Giobbc,
mgr. Huujrdeman namens kardi
naal De Jong, Kamerleden, com
missarissen der koningin en vele
andere vooraanstaande persoon
lijkheden. De plechtige H. Mis
geduld op tijding wachtte. Ik moet
weten hoe het u gaat. Hebben zich
al rekenkundige problemen voor
gedaan
Zij schudde het hoofd. Nog niet.
Het werk is heus zo erg niet. Wij
hebben nu niet veel gasten, ziet u.
Ik zou heel gelukkig kunnen zijn
77. a's inc* vadertje er niet was.
Zij zuchtte. Zolang ik mij heugen
kan, is er een „als" in mijn geluk
geweest", voegde zij er bij.
Hij moedigde haar aan om over
zichzelf te spreken, daar op die
kalme avond bij dat romantische
strand. Door haar vertellen heen
flitsten beelden van haar moeder
loze jeugd op deze exotische kust
van afmattend vechten tegen ar
moede, van haar vaders bittere
strijd om haar naar school te zen
den op het vasteland, om haar de
wat hij de haar. toekomende plaats
in de wereld vond, te geven Dit
meisje verschilde van alle, die hij
ontmoet had en John Quincv
hoorde haar met genoegen aan
Eindelijk dwong hij zich tot
heengaan. Toen zij het balcon over
gingen, ontmoetten zij een zacht
zinnige kleine man met gebogen
schouders. Zelfs op dit late uur
droeg hij nog een zwempak.
Geluk gehad, meneer Saladi-
ne vroeg het meisje.
Het geluk is tegen mij, lispel
de hij en ging haastig door.
Carlota Egan lachte zacht Dat
moest ik toch niet doen, zei ze
berouwend. I)ie arme man.
Wat scheelt hem vroeg. John
Quincy.
Het is een toerist een za
kenman, zei ze, uit Des Moines of
zoiets. En hij heeft een vreselijk
ongeluk gehad. Hij is zijn tanden
kwijt.
ARBEIDSBUREAU WAALWIJK.
WORDEN GEVRAAGD
Schoen- en Leder.
Machine-zwikker
Allround stikmeester
le kl. Zoolleerstanzer
Ie kl. Kantcnschrooicr
Schoenstiksters (fabriek)
Voor schoenfabriek te Amsterdam,
(bij voorkeur ongehuwd):
Stikkers
Zwikkers -
Overleersnijders
Arbeiders onderwerk-afdeling
BIEDEN ZICH AAN
Bouwnijverheid.
1 immerlieden
Metselaars
Schilders
Grondwerkers
Opperlieden
Bouwvaksjouwers
Leerling timmerlieden en leerling
schilders, met Ambachtsschool-
opleiding
HoutKurk, Stro
Meubelmakers
Meubelstoffeerders
Fineerder
Kleding en reiniging:
Kleermakers
Herenkapper
Schoen- en Leder.
Stikkers (lederwaren)
Ilandzwikkers
lland-overhalers
Doorzetters
Aanklopper
Opzolers
Gliitter
Hakkenbouwers
Zolenschuurder
Zolenbimser
Hakkenschuurder
Leestensorteerder
Uitpoetser
Inpakker
Overleersnqders
Modelmaker
Hakkenzetters
(houten en Ieren).
Huidenspanner
Strijker
Sjouwers looierij (voor nathuis
en droogzolder)
Metaalnijverheid.
Machinebankwerkers
Metaaldraaier
Stokers
Rijwielreparateur
Autog. lasser
L.l. automonteur, 1.1. machine
bankwerker en 1.1. electriciën met
Ambachtsschool-opleiding.
Vrije beroepen.
Vrouwel. kantoorbedienden met
Mulo-opleiding.
Mannelijke kantoorbedienden
Portier.
Verkeer.
Div. chauffeurs
Bezorgers
Handel
Verkoopster.
Huishoudelijke diensten
Dagmeisje
Werkster
werd opgedragen door de pastoor
van de parochie.
Op 't kerkhof voerde minister
president Drees het woord. Hij
vertolkte de gevoelens van dank
baarheid van de Nederlandse re
gering tegenover minister Van
Maarseveen, die in de vijf jaar na
de oorlog zijn krachten in dienst
heeft gesteld van de opbouw van
het vaderland. Hij wees ook op de
miskenning die hij in Nederland
heeft ondervonden, maar ook zijn
er velen die met dankbaarheid
zullen gedenken wat hij voor het
vaderland heeft gedaan.
Voorts spraken nog de secreta
ris-generaal van het ministerie van
binnenlandse zaken, dr. Prinsen,
de voorzitter van de Tweede Ka
mer, dr. Kortenhorst en de voor
zitter van de K.V.P., de heer W.
J. Andriessen. Zij allen herdach
ten de overledene met eerbied en
met bewnodering om zijn grote
gaven, werkkracht en toewijding.
De oudste zoon van minister Van
Maarseveen sprak een dankwoord.
Zijn tanden herhaalde John
Quincy.
- Ja. Als zovele dingen in deze
wereld, waren ze vals. Ginds bij
het tweede vlot kreeg hij het met
een golf te kwaad en ze verdwe
nen. Nu brengt hij al zijn tijd door
met overdag in het water te kijken
en er t nachts naar te duiken en
te voelen. Een van de tragische
figuren der geschiedenis, voegde
zij er bij.
John Quincy glimlachte.
Het treurigste is, ging het
meisje voort, dat iedereen hem
voor de gek houdt. Maar hij blijft
heel ernstig doorzoeken. Voor hem
is het natuurlijk ernstig.
Zij gingen de gelagkamer door
naar de voordeur. De tragedie van
meeneer Saladine was John Quin
cy al vergeten.
Goeden nacht, zei hij. Denk
aan de cheque als u morgen uw
vader ziet. Ik kom nog wel eens
aan gedurende de dag.
Het was heel vriendelijk van
u om te komen, zei ze. Haar hand
was in de zijne. Het heeft mij
zo ontzaglijk geholpen.
Tob nu maar niet. De geluk
kige dagen zijn niet zo ver meer.
Gelukkige dagen zonder „als".
Houd die gedachte vast.
(Wordt vervolgd).