l. Wijde Wereld Q-uCésêand ais g,&£yk& UIT DE HET HUIS ZONDER SLEUTELS, DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 26 NOVEMBER 1951 8 „Zo", zei deze, „je bekent dus helemaal geen schuld? En waarom bloos je dan telkens, wanneer je haar -tegenkomt?" „En verdomd, Willem", zei mijn vriend, ,,'t was er uit voor ik het gedacht had: Omdat ik haar zo lief vind, Sinterklaas! en meteen sloeg ik de handen voor 't gezicht; ik snap nog niet hoe ik er toe kwam dit te zeggen, maar je begrijpt hoe plotseling heel de familie het uit brulde, ook de kinderen die er niets van begrepen, maar wel snapten dat Oom Jan iets heel geks had ge zegd. De groten lachten natuurlijk niet zozeer om wat ik zei, als om mijn beteuterde houding, waar ik geen raad mee wist. „Vinden jullie niet dat Oom Jan heel stout is geweest?", vroeg Sin terklaas aan de kinderen. „Ja, ja!", schreeuwden die. „Inderdaad, monseigneur", zei mijn zwager, „eerst een meisje pro beren te schaken en dan haar nog lief vinden ook, ik vind dat heel erg". „Maar Ome Jan zal het nooit meer doen, hè Ome Jan?", zei de kleine Pieter, die medelijden begon te krijgen blijkbaar. „Nou, dat weet ik niet", dacht Sinterklaas, „ja, als hij mij belooft dat hij dat meisje nooit meer lief zal vindenKun je dat belo ven, Oom Jan?" Wat moest ik daarop antwoor den? Ja, je lacht er mee, Willem; ik kon natuurlijk wel zeggen dat ik het niet meer zou doen en de hele geschiedenis, die ik ondertussen toch wel een klein beetje vervelend begon te vinden, zou afgelopen zijn; maar van de andere kant wilde ik mijn liefde, want verduiveld Wil lem, ik was zó verliefd op d'r, niet ontrouw worden. Ja, daar lach je nou om, maar zo zag ik het. dat ik daar zelf tocli ook niets aan dat ik daar zelf toch took niets aan kon doen en dat ik er toch geen kwaad mee deed; maar Sinterklaas, dapper geholpen door Karei, mijn zwager, die nooit iets liever doet dan mij er door slepen, was het er natuurlijk niet mee eens. „Moet ik hem mee naar Spanje nemen, kinderen?" „Ja, Sinterklaas!" brulde Karel- tje. „Piet, stop Oom Jan buiten maar in de zak, dan nemen we hem di rect mee; wie niet horen wil moet maar voelen! Ja, Zwarte Piet, doe wat ik zeg!", zei de Sint ernstig, toen Piet geen aanstalten maakte mij te grijpen. Weer die vriendelijke greep om mijn arm en een aarzelend duwtje in de richting van de deur. Om het voor de kinderen, waarvan Pieter- tje al begon te huilen, helemaal echter te maken, liep ik naar moe der en omhelsde haar ten afscheid, de rest keurde ik geen blik waar dig. Vóór Pieterman liep ik de deur uit. Nou ja, daar stonden we dan en, eerlijk gezegd, ik vond het verve lend zo tegenover vreemden, die Sinterklaas en Zwarte Piet kwamen spelen, te kijk gezet te worden om een dergelijk feit. Ik presenteerde Piet een sigaret toen we in de gang stonden, zijn vingers beefden. „Een mooi bak, hè", zei ik minder vriendelijk dan eigenlijk mijn be doeling was. „Och, mijnheer, ik kon er ook niets aan doen, ik wist nergens iets van Willemwat ik toen voelde ik weet het niet meer, maarde stem die de woorden zongwas van haar Wat me toen allemaal door het hoofd schoot, ik kan het me niet meer herinneren; ik weet alleen dat ik haar aan heb staan kijken, vol komen uit het lood geslagen en te overdonderd om een kleur te krijgen. En haar grote ogen keken me aan met een zekere angst: „Heus, mijnheer, ik wist ook niet dat mijnheer Karei dit van plan was; toen hij 't mij vroeg, dacht ik dat 't alleen voor de kinderen was". Toen realiseerde ik me opeens: ze had gehoord dat ik haar lief vondDe kinderen zongen binnen van het heerlijke avondje en boven alles uit hoorde ik de treite rende stem van Karei, mijn zwa ger: ,,'t Heerlijk avondje is geko men „O, wat vind ik het beroerd voor U, was ik maar niet gekomen", zei het meisje. Willem, Willem, nog nooit ben ik in een zo belabberde situatie ge weest als toen. Wat moest ik doen? Hier stond ik nu met het meisje waarop ik zo verliefd was, en ik durfde niet eens naar haar kijken. Weer naar binnen gaan, en de risé worden van heel de familie? Wat moest het meisje van me denken? Toen was 't alsof het meisje zich vermande; ze leunde tegen de gang muur:. „Neen", zei ze peinzend, „toch ben ik blij dat ik gekomen ben, toch ben ik blij", en haar lieve ogen keken me aan met een uitdrukking die ik als eerzaam vrijgezel nooit kende. „Juffrouwbegon ik hak kelend. „Hélène, zegt U maar Hélène", zei ze lief. Wat er toen met me gebeurd is, Willem, ik weet het niet, ging mijn vriend verder, maar ineens stond ik voor haar, haar kleine handen in de zwarte zijden handschoenen, in mijn bevende handen en: „Hélène, heb je 't gehoord? Ik vind je zo lief, en dat jij dat nu weet! Ik vind het hopeloos erg, maar trek je er in Godsnaam niets van aan „Jan", riep ze verbaasd, „maar Jan!" „Och, 't is zo erg niet, 't gaat wel weer over", trachtte ik te geksche ren. Toen klemde ze zich aan mijn arm: „Neen Jan, 't mag niet over gaan" en voor ik er erg in had om helsde ze mij, zo spontaan en zo overrompelend, dat ik niets anders kon doen dan haar dicht tegen mij aandrukken en haar mond zoenen; en ik lette niet op de zwart smink". Mijn vriend zweeg en zuchtte als of hij het inwerkelijkheid weer had beleefd. „Verduveld, Jan", zei ik tegen hem, „dat is vermakelijk; ha, ha, jij mag St. Nicolaas wel erg dank baar zijn. 't Was verder natuurlijk een gezellige avond!" Allicht, we gingen na een tijdje naar binnen en de kinderen begon nen direct te juichen. Karei riep: „Oom Jan, wat ziet U zwart in Uw gezicht". „Ja, jongen, dat heeft Zwarte Piet gedaan, ze heeft me zo hard geslagen". „Hé, pa, Zwarte Piet is toch geen „ze"; Ome Jan zegt „ze". De groten keken me allemaal veelbetekenend aan en ze moeten wel aan mijn gezicht gezien heb ben hoe laat 't was. Ik begreep nu natuurlijk ook dat het allemaal doorgestoken kaart was geweest. Nou ja, dat is 't hele verhaal". „Ja maar", zei ik, „hoe kwam jou zwager aan Hélène als Pieterman? „Nou, zij was zijn secretaresse, en de procuratiehouder, mijnheer Bar- tels, speelde voor Sinterklaas". „Ik geloof wel dat ik nou stof ge noeg heb voor Sinterklaasverzen", zei ik. „En ik geloof dat de heren weer erg hard hebben zitten werken"; met deze woorden kwam Hélène 't kantoor van haar man binnen. „Ha! Daar hebben we ze", riep ik. „Ze?", deed ze verwonderd, „zo, hebben jullie weer over mij zitten kletsen?" „Natuurlijk niet, Hélène", lachte ik, „ik hoop alleen maar dat ik een even gezellige Sinterklaasavond heb Binnen niet al te lange tijd kan men verwachten, dat de Wes telijken1 een vredesverdrag zullen sluiten met West-Duitsland. Het zal dan als souvereir.e mogendheid een onafhankelijke plaats innemen in de Westerse gemeenschap, de bezettingsmogend- heden zullen normale verdragen sluiten en de Hoge Commis sarissen zullen vervangen worden door gewone diplomatieke functionarissen. De ministers van de Verenigde Staten, Enge land en Frankrijk zijn in Parijs in dit opzicht tot overeen stemming geraakt, Westcuropcse regeringen er bij tijds bij zijn om hun verlangens en eisen kenbaar te maken tegenover Amerika. Hoe meer ze samenwer ken, hoe meer kans op succes er is. De belangen van Noorwegen, Denemarken, Nederland, België, Luxemburg 'en Frankrijk liggen in deze zeer dicht bij elkaar. Waar om zouden ze dan niet als één op treden om hun woorden kracht bij te zetten Het is een zeer belang rijk punt waarop de Westeuro- pese eenheid dwingend is. Dit alles neemt niet weg dat Ne derland graag een goede buur van West-Duitsland wil zijn, maar het recht moet zijn loop hebben. Daarenboven moet de liefde niet van één kant komen. Het is heel gemakkelijk anti-Nederlandse stem mingen te kweken door b.v. te mokken over de wel zeer kleine grenscorrecties die Nederland heeft gekregen, doch dat is geen bewijs van góede nabuurschap. Een man als de socialist Schu macher maakt graag stemming dat Duitsland nog niet de plaats heeft die het zou toekomen. Misschien zijn dergelijke uitingen alleen voor binnenlands gebruik bestemd als propaganda voor de socialis ten, die het wel eens even zouden klaarmaken ze dringen evenwel ook in het buitenland door en daar hoort men niet graag dat er Duitsers zijn die nu al weer zo hoog van de toren blazen. Al zul len ze binnenkort hun plaats in Westeuropa hernemen, ze mogen toch bedenken dat het er op aan komt nu eerst een zekere good will te kweken, door te tonen dat het hun ernst is met de demokra- tie. En het komt ons voor dat ze wat dat betreft nog wel het een en ander van de buren kunnen leren. 9 Afgezien van deze overwegingen ten opzichte van Duitsland zelf, kan men naar aanleiding van het komend vredesverdrag nieuwe wrijvingen verwachten tussen Oost en West. Het ene Duitsland is blijkbaar voorlopig van de baan, wat niemand hoeft te verwonde ren. De Duitsres moeten hun ver langen naar dit ideaal voorlopig /bedwingen, want de omstandig heden z;jn er niet naar. En zo lang de toenadering in de U.N.O. in Parijs niet groter is dan nu, kan men deze zaak wel als een wensdroom beschouwen. Dit neemt niet weg, dat het vooruitzicht dat het Westen een nieuwe onafhankelijke bondgenoot er bij krijgt wie had dat zes jaar geleden gedacht een be langrijke stap in de goede richting is. Nederland voor ontwapening. Ook Nederland heeft zijn stem laten horen naar aanleiding van de Westerse ontwapeningsvoor stellen in de U.N.O. In de politie ke commissie heeft onze afgevaar digde, de heer Von Balluseck, ver klaard dat de Nederlandse rege ring er zich voorlopig achter plaatst, maar dat zij zich voorbe- iHet Vredesverdrag met West- Duitsland zal in menig opzicht niet ongelijk zijn aan dat met Ja pan. Rusland zal het niet onder tekenen, want dat wil slechts vre de sluiten met één Duitsland en wat dat betekent hoeft men niet te vragen. Als het wordt uitgeno digd tot de betreffende plechtig heid het zal wel evenmin een conferentie worden als in San Francisco, want dat haalt toch niets uit zal het nog meer dan in San Francisco fulmineren tegen het Westen, als het daartoe de kans krijgt. En hoewel de Russen West-Duitsland zullen uitmaken voor satelliet van Amerika c.s., zal na de ondertekening Oost- Duitsland meer gedoemd zijn vol ledig satelliet te zijn van Rusland dan West-Duitsland van Amerika. Dit zijn echter min of meer bij komende factoren. Wat de inhoud van het verdrag betreft, kan men vtrwachten dat Duitsland even ge nereus behandeld zal worden als Japan. Wat betekent dat Wel, dat de overwonnene er beduidend be ter af zal komen dan de overwin naars. Nu kan men er weinig op tegen hebben, dat de verslagen landen niet „uitgebeend" worden, zoals men dat na de eerste wereld oorlog met zulke jammerlijke ge volgen heeft gedaan en waarvan na de laatste oorlog landen als Italië nog juist een tik hebben meegekregen, iets waarvan men nu al spijt heeft. Iets anders is of de landen die de volle maat van een aanvalsoorlog hebben gehad, vijf jaar lang onder bezetting heb. ben geleden, leeggeroofd zijn en het onbetaalbaar vérlies van dui zenden mensenlevens hebben ge leden, tenminste niet enige com pensatie mogen hebben voor de rampen die een brute aanvaller heeft gebracht. De kous is natuur lijk niet af met de bewering dat dit werk van de Nazi's is geweest en dat Duitsland nu een demokra- tische regering heeft, die een an dere koers vaart. Afgezien van het feit dat het nog niet allemaal koek en ei is, geldt ook dat de ware schuldigen meestal op andere wij ze gestraft worden. Nu zal (ie I'ranse minister bij de besprekin gen wel een vinger in de pap ge had hebben en men kan niet ver wachten dat Frankrijk zo maar een streep door de uitgebreide re kening zet. En hoewel Duitsland sinds de oorlog geen land meer is dal van melk en honing overvloeit is het toch ook een feit, dat de Duitsers het potje dat ze van de Amerikanen hebben gekregen om weer een beetje op de been te ko men, aardig verteerd hebben, dik wijls aan andere zaken dan waar voor het bedoeld was. Het is heus niet overbodig der gelijke dingen van te voren op Ie merken, want ten overvloede zij er nog eens aan herinnerd dat Nederland met het Japanse vre desverdrag lelijk achteraan kwam, of eigenlijk helemaal niet aan zijn trekken kwam. Meer dan ooit ver dient het dus aanbeveling dat de FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Door EARL DERR BIGGF.RS. VERTALING VAN P. ORETLLE. 27) Ik ik zal eens zien, zei hij en stond haastig op. Ik zal er eens over denken. Maar ik kan vannacht niet slapen als ik het niet weet, zei ze. Ik moet er over denken, her haalde hij. Hij keerde zich naar de tafel, juist bijtijds om de slanke hand van de vrouw iiet juweel te zien grijpen. Ik neem de broche mee, voeg de hij er bij. Zij keek naar hem op. Plotseling wist John Quincy, dat zij comedie gespeeld had, dat zij op zijn ge voel had gewerkt en weer voelde hij een hete bloedstroom naar zijn hoofd stijgen, die golf van woede, die hij ook in de hall van Dan Winterslip had gevoeld. Tante Mi nerva had voorspeld, dat hij met vrouwen van dit slag niet kon om gaan. Nu, hij zou het haar dan eens tonen haar en de hele we. held. Geef mij die broche, zei hij koel. Ze is van mij, antwoordde de vrouw koppig. John Quincy verspilde geen woorden, hij greep haar pols Zij gilde. Achter hen ging een deur open. Wat gebeurt hier vroeg Leatherbee. Ik dacht dat u ons verlaten had, zei John Quincy. Steve, laat hem (lat niet hou den, riep de vrouw. Steve kwam strijdvaardig nader, maar er was iets voorzichtigs in zijn houding. John Quincy lachte. Blijf waar je bent, Steve, raadde hij. Of ik ver pletter je bleke gezicht. Vreemd zeggen voor een Win terslip. Uw vriendin tracht een belangrijk overtuigingsstuk in de moordzaak op het strand achter te houden en met de grootste tegen zin moet ik straffe methoden toe passen. De broche viel op de vloer, hij bukte en raapte ze op. Nu, dat is alles. Goeden avond. Hij verliet het huis en vond de weg naar buiten. Eén ding had hij tot zijn eigen voldoening vastge steld Chan moest weten van de broche, en dadelijk. Het verhaal van mevrouw Compton kon al of niet waar zijn zeker verdiende het verder onderzocht te worden door een verantwoordelijk per soon. John Quincy had plan om naar Dan's woning terug te gaan langs een beter verlichte weg dan hij gekomen was. Nu bemerkte hij. dat hij dicht bij het Rif en Palni- hotel was. Zijn belofte aan Car- lota Egan hij had gezegd dat hij vandaag nog eens komen zou. Aan Chan kon hij eigenlijk wel telefo neren vanuit het hotel. Hij liep er heen. Struikelend door de donkere tuin zag hij eindelijk het hotel. Lichten van weinig kaarsen sterk te brandden hier en daar op de dubbele veranda. In de ruime ge lagkamer zaten een paar tamelijk sjofel uitziende gasten op hun ge mak. Achter de lessenaar stond alleen de Japanse klerk. Hij wees hem de telefooncel en John Quincy belde op. Chan was uit, maar de beantwoordende stem beloofde, dat hem bij zijn te rugkomst gezegd zou worden, zich onmiddellijk met de heer Winter slip in verbinding te stellen. Wat ben ik u schuldig, vroeg John Quincy de klerk. Niets, zei iemand en Carlota Egan stond naast hem. Hij glimlachte. Nu was het pas goed. Maar ik heb toch van uw te lefoon gebruik gemaakt. Die is vrij, zei ze. Dat zijn maar al te veel dingen hier. Daar om worden we niet rijk. Het is heel vriendelijk van u om terug te komen. Volstrekt niet. Hij keek om zich heen. Uw vader. Zij wierp de klerk'een blik toe en ging naar de zij-veranda. Zij zagen vandaar het licht op de Diamantkop en de zilveren golven van de Zuidzee, die van heel ver aanrolden en tenslotte onder het Rif en Palmhotel verdwenen. Ik vrees dat vadertje het heel naar heeft, zei ze met een stem die wat trilde. Ik heb hem niet kunnen opzoeken. Zij houden hem daarginds, als getuige, geloof ik. Er was sprake van borgstelling, maar daar heb ik niet eens naar geluisterd. Wij hebben geen geld - dat dacht ik tenminste. U dacht niet begon hij verbaasd. ZAj legde een stukje papier in zijn hand. Ik moet uw raad vra gen. Ik heb het kantoor opgeruimd en net voor u kwam vond ik dit op de schrijftafel. John Quincy staarde naar het rose papiertje, dat zij hem gaf. Bij het licht an een der kleine lamp jes zag hij, dat het een cheque was voor vijf duizend dollar, te betalen aan toonder en getekend door Dan Winterslip, de dag tevoren. Dat lijkt belangrijk, nietwaar? zei John Quincy. Hij gaf de cheque terug en dacht even na. Dit is heel belangrijk Het lijkt me een af doend getuigenis van uw vaders onschuld. Als hij dat kreeg, moet zijn zaak met Dan Winterslip tot een goed einde gebracht zijn en liet is dus niet waarschijnlijk dat hijeh de man die getekend heeft, uit de weg zou ruimen en de uitbetaling bemoeilijken. De ogen van het meisje straal den. Zo heb ik ook geredeneerd. Maar ik weet niet wat ik er mee moet doen. Uw vader heeft natuurlijk- een advocaat genomen. Ja, maar een goede, die kun nen wij niet bekostigen. Zou ik hem dit in handen geven Neen wacht even. Is er kans dat u uw vader gauw kunt spreken Ja- Dat is bepaald. Morgen ochtend mag ik hem bezoeken. John Quincy knikte Beter eerst met hem praten, raadde luj. Hij zag plotseling Egan's gezicht weer voor zich, toen hij weigerde een verklaring te geven van zijn za ken met Dan Winterslip. Neem deze chèque mee en vraag uw vader wat hij wil dat er mee gedaan wordt. Maak hem duidelijk, dat het een gewichtig getuigenis te zijnnen gunste is. Ja, dat zal het beste zijn, gaf het meisje toe. Wilt wilt u'niet even gaan zitten Even dan. John Quincy dacht aan juffrouw Minerva, die "vol 011- hoiijdt er later nader op terug te komen. De heer Von Balluseck verklaarde dat Nederland de ont wapening ziet als een uiterst ge compliceerd probleem en zich geheel achter de ontwapening in etappen plaatst. Hij meende dat de politieke commissie er goed aan zou doen de punten van overeen komst tussen de Westerse en Oos telijke voorstellen te onderzoeken. Zo dacht er ook de Engelse af gevaardigde over. Hij somde zelfs 'n aantal punten van overeenkomst op en meende dat er geen reden is tot pessimisme, tenzij de tegen partij blijk geeft van kwade trouw. Zo is het maar. D uits stoomschip op mijn gelopen. Het Duitse stoomschip „Stein- butt" is Donderdagavond 40 km. ten Noordwesten van Den Helder op een mijn gelopen. De Neder landse reddinsgboot „Brandaris", die met andere schepen te hulp was gekomen, nam 21 leden vas de bemanning over. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Hoewel (1e bemanning 'aanvanke lijk getracht had het schip nog te redden, bleek het al spoedig niet mogelijk om nog aan boord te komen. Het schip moet als verlo ren worden beschouwd. Eerste begroting voor Nicuw-Guinea. Bij de Tweede Kamer is de eer ste begroting voor Nieuw-Guinea ingediend. Aan uitgaven wordt ge raamd 'n' bedrag van 47.0G0.G4G, waartegenover een bedrag aan middelen staat van 23.355.89G. Het is niet onmogelijk dat het be grote nadelig saldo belangrijk minder zal bedragen dan werd beraamd. De regering liee£t twee gfrotc objecten op het oog voor de ont wikkeling van Nieuw-Guinea. Op de eerste plaats het „self-suppor ting" maken van Nieuw-Guinea op vocdselgebied. Het is nu nog voor de dagelijkse levensbehoeften voor het grootste deel afhankelijk van import. Aan deze schaarste zal op zo kort mogelijke termijn een eind worden gemaakt. Het tweede belangrijke object is het onder geregeld bestuur brengen van het hele grondgebied, gepaard met de uitbreiding van de zorg op medisch en onderwijsge bied. Opdat Nederland de taak die het op zich heeft genomen, ten uit voer kan brengen, is het nodig dat er een eind wordt gemaakt aan de zorgwekkende toestand op het punt van onderbrenging van men sen en goederen. Daartoe is op de begroting voorlopig een bedrag van 1.200.000 uitgetrokken voor de bouw van woningen, ziekenhui zen, scholen, politiekazernes, kan toren, magazijnen ene. De zorg voor het bizonder on derwijs, die na de oorlog wegens de omstandigheden in handen van het gouvernement was gekomen, zal weer worden toevertrouwd aan missie en zending, nadat een subsidieregelinp is vastgesteld. Indrukwekkende uitvaart van mr Van Maarseveen. Onder overweldigende belang stelling heeft vorige week Donder dag in Utrecht de plechtige uit vaart van minister Van Maarse veen plaats gehad. Zij werd bijge woond door de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, jhr. Smits van Oyen van Eckart deze bood namens H. M een krans aan. Voorts waren er het voltallige ka binet op minister Manshoït na staatssecretarissen, de pauselijke internuntius, mgr. Paolo Giobbc, mgr. Huujrdeman namens kardi naal De Jong, Kamerleden, com missarissen der koningin en vele andere vooraanstaande persoon lijkheden. De plechtige H. Mis geduld op tijding wachtte. Ik moet weten hoe het u gaat. Hebben zich al rekenkundige problemen voor gedaan Zij schudde het hoofd. Nog niet. Het werk is heus zo erg niet. Wij hebben nu niet veel gasten, ziet u. Ik zou heel gelukkig kunnen zijn 77. a's inc* vadertje er niet was. Zij zuchtte. Zolang ik mij heugen kan, is er een „als" in mijn geluk geweest", voegde zij er bij. Hij moedigde haar aan om over zichzelf te spreken, daar op die kalme avond bij dat romantische strand. Door haar vertellen heen flitsten beelden van haar moeder loze jeugd op deze exotische kust van afmattend vechten tegen ar moede, van haar vaders bittere strijd om haar naar school te zen den op het vasteland, om haar de wat hij de haar. toekomende plaats in de wereld vond, te geven Dit meisje verschilde van alle, die hij ontmoet had en John Quincv hoorde haar met genoegen aan Eindelijk dwong hij zich tot heengaan. Toen zij het balcon over gingen, ontmoetten zij een zacht zinnige kleine man met gebogen schouders. Zelfs op dit late uur droeg hij nog een zwempak. Geluk gehad, meneer Saladi- ne vroeg het meisje. Het geluk is tegen mij, lispel de hij en ging haastig door. Carlota Egan lachte zacht Dat moest ik toch niet doen, zei ze berouwend. I)ie arme man. Wat scheelt hem vroeg. John Quincy. Het is een toerist een za kenman, zei ze, uit Des Moines of zoiets. En hij heeft een vreselijk ongeluk gehad. Hij is zijn tanden kwijt. ARBEIDSBUREAU WAALWIJK. WORDEN GEVRAAGD Schoen- en Leder. Machine-zwikker Allround stikmeester le kl. Zoolleerstanzer Ie kl. Kantcnschrooicr Schoenstiksters (fabriek) Voor schoenfabriek te Amsterdam, (bij voorkeur ongehuwd): Stikkers Zwikkers - Overleersnijders Arbeiders onderwerk-afdeling BIEDEN ZICH AAN Bouwnijverheid. 1 immerlieden Metselaars Schilders Grondwerkers Opperlieden Bouwvaksjouwers Leerling timmerlieden en leerling schilders, met Ambachtsschool- opleiding HoutKurk, Stro Meubelmakers Meubelstoffeerders Fineerder Kleding en reiniging: Kleermakers Herenkapper Schoen- en Leder. Stikkers (lederwaren) Ilandzwikkers lland-overhalers Doorzetters Aanklopper Opzolers Gliitter Hakkenbouwers Zolenschuurder Zolenbimser Hakkenschuurder Leestensorteerder Uitpoetser Inpakker Overleersnqders Modelmaker Hakkenzetters (houten en Ieren). Huidenspanner Strijker Sjouwers looierij (voor nathuis en droogzolder) Metaalnijverheid. Machinebankwerkers Metaaldraaier Stokers Rijwielreparateur Autog. lasser L.l. automonteur, 1.1. machine bankwerker en 1.1. electriciën met Ambachtsschool-opleiding. Vrije beroepen. Vrouwel. kantoorbedienden met Mulo-opleiding. Mannelijke kantoorbedienden Portier. Verkeer. Div. chauffeurs Bezorgers Handel Verkoopster. Huishoudelijke diensten Dagmeisje Werkster werd opgedragen door de pastoor van de parochie. Op 't kerkhof voerde minister president Drees het woord. Hij vertolkte de gevoelens van dank baarheid van de Nederlandse re gering tegenover minister Van Maarseveen, die in de vijf jaar na de oorlog zijn krachten in dienst heeft gesteld van de opbouw van het vaderland. Hij wees ook op de miskenning die hij in Nederland heeft ondervonden, maar ook zijn er velen die met dankbaarheid zullen gedenken wat hij voor het vaderland heeft gedaan. Voorts spraken nog de secreta ris-generaal van het ministerie van binnenlandse zaken, dr. Prinsen, de voorzitter van de Tweede Ka mer, dr. Kortenhorst en de voor zitter van de K.V.P., de heer W. J. Andriessen. Zij allen herdach ten de overledene met eerbied en met bewnodering om zijn grote gaven, werkkracht en toewijding. De oudste zoon van minister Van Maarseveen sprak een dankwoord. Zijn tanden herhaalde John Quincy. - Ja. Als zovele dingen in deze wereld, waren ze vals. Ginds bij het tweede vlot kreeg hij het met een golf te kwaad en ze verdwe nen. Nu brengt hij al zijn tijd door met overdag in het water te kijken en er t nachts naar te duiken en te voelen. Een van de tragische figuren der geschiedenis, voegde zij er bij. John Quincy glimlachte. Het treurigste is, ging het meisje voort, dat iedereen hem voor de gek houdt. Maar hij blijft heel ernstig doorzoeken. Voor hem is het natuurlijk ernstig. Zij gingen de gelagkamer door naar de voordeur. De tragedie van meeneer Saladine was John Quin cy al vergeten. Goeden nacht, zei hij. Denk aan de cheque als u morgen uw vader ziet. Ik kom nog wel eens aan gedurende de dag. Het was heel vriendelijk van u om te komen, zei ze. Haar hand was in de zijne. Het heeft mij zo ontzaglijk geholpen. Tob nu maar niet. De geluk kige dagen zijn niet zo ver meer. Gelukkige dagen zonder „als". Houd die gedachte vast. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 8