Waaiwijkse en Langstraatse Courant
KING
PUROL
0
ft
WM1WYK
Kamer van Koophandel en Fabrieken
▼oor Noordelijk Noord-Brabant
te Waalwijk
DA
Kindje verkouden?
REDE, uitgesproken door de heer
J. W. van Heesbeen, Voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noordbrabant te Waal
wijk op Maandag 28 Januari 1952.
Het beste
dagelijkse middel
ter opwekking
en verkwikking
De natuurzuivere
PEPERMUNT
t
K.l.-Vereniging „De Langstraat"
vergaderde te Waalwijk
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1952.
Uitgever
Waaiwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
BSDWB
75e JAARGANG No. 5
Abonnement
2.60 franco p. p.
18 cent per week
speciaal tarief.
2.35 per kwartaal
Advertentie-prijs
10 cent per m.M.
Contract-advertenties
Bureaux GROTE STRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
OPGERICHT 1878
SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL.
TEL. 2121
TEL.-ADRES „ECHO"
Moest ik in mijn voorgaand jaar
overzicht over 1950 vaststellen, dat
het economisch wereldgebeuren me
de in belangrijke mate werd beïn
vloed door de toenemende interna
tionale politieke spanningen, ook
gedurende 1951 kon hierin on
danks de aanvankelijke hoop, dat
de wapenstilstandsbesprekingen in
Korea positieve resultaten zouden
opleveren geen verbetering wor
den geconstateerd.
Integendeel. De toenemende con
flicten op politiek terrein deden
een zeer onrustige economische
sfeer ontstaan.
Zo deden, naast de zich in het Ko
reaanse conflict realiserende tegen
stelling tussen West en Oost, ook
enige andere internationale wrij
vingen gedurende 1951 hun invloed
gelden op het economisch leven,
waarbij ik dan vooral denk aan de
moeilijkheden in Iran, het Midden-
Oosten, de Egyptische kwestie en de
toespitsing van de verhouding tus
sen Frankrijk en Tunis en enige
andere Noord-Afrikaanse gebieden.
Hoewel de voornaamste proble
men hier in hoofdzaak lagen en lig
gen op zuiver politiek terrein, on
dervindt men ook op economisch
gebied in niet onbelangrijke mate
de weerslag ervan. In sommige ge
vallen is dit inderdaad r iet te ver
mijden, doch ook menigmaal zal
men de oorzaak moeten zoeken in
de koppeling van de economie aan
de politiek. Deze sterke binding nu
vormt naar mijn mening een van de
oorzaken van de geringe vooruit
gang, welke ook in het afgelopen
jaar gemaakt kon worden bij de
verwerkelijking van de integratie-
en liberalisatieplannen. Grotere eco
nomische vrijheid en losmaking van
economie en politiek zover daar
toe uiteraard de mogelijkheden aan
wezig zijn zijn mijns inziens
voor een gunstige economische ont
wikkeling noodzakelijke voorwaar
den.
Internationale economische sa
menwerking en de daarmede nauw
samenhangende liberalisatie van
het handelsverkeer waarvan al-
lerwege de noodzaak wordt beseft
dienen derhalve met kracht te
worden nagestreefd en op korte
termijn te worden verwezenlijkt.
Van groot belang lijkt mij de
taak, welke de Internationale Ka
mer van Koophandel met haar
groots opgezette organisatie en
haar talrijke door internationaal
befaamde deskundigen gevormde
commissies in dit verband kan ver
vullen. Het wil mij voorkomen, dat
de betrokken instanties zich over
het algemeen aan de door deze in
stelling in haar jaarlijkse congres
sen door zo prominente vakmensen
geformuleerde opvattingen nog te
weinig gelegen laten liggen, waar
door resoluties en voorstellen nogal
eens in een enigszins onwezenlijk
vlak komen te liggen. Deze vrije in
ternationale organisatie van het
handels- en bedrijfsleven dient toch
in ieder geval die plaats te worden
gegeven, welke haar inderdaad toe
komt.
De economische ontwikkeling in
Nederland liep vanzelfsprekend in
hoge mate parallel met de wereld
ontwikkeling. Het zou het bestek
van dit overzicht ver te buiten gaan
alle deze ontwikkeling hier te
lande bepalende factoren hier
aan een uitvoerig onderzoek te on
derwerpen, terwijl ook op vele van
deze factoren reeds in voorgaande
jaaroverzichten enigszins dieper kon
worden ingegaan. Hieruit blijkt te
vens, dat zich in wezen geen wijzi
gingen van ingrijpend belang heb
ben voorgedaan. Dat zich op korte
termijn de talrijke problemen
zoals de voortdurende spanning tus
sen lonen en prijzen, de ontwikke
ling van de werkgelegenheid en in
verband daarmede de emigratie, de
invloed van de belastingen op de
sociaal-economische ontwikkeling
en de vraag naar de juistheid en
wenselijkheid van dirigisme zul
len kunnen doen oplossen ligt niet
in de lijn van de verwachtingen. De
oplossing hiervan hangt trouwens
ook te zeer af van de internationale
ontwikkeling.
In voorgaande jaren heb ik even
eens reeds enkele malen gewezen
op het bezwaar dat gelegen is in de
afroming van risicodragend kapi
taal. Nederland is, naar mijn me
ning, thans aangeland op een punt
waarop zal worden bepaald, niet
door prachtig opgezette theorieën,
doch door harde feiten, wat van het
ethisch en sociaal wenselijke door
het economisch mogelijke kan blij
ven of worden verwezenlijkt. En
daarbij zal men niet kunnen uit
gaan van een knus onderonsje bin
nen onze landsgrenzen, doch zal de
economische en financiële ontwik
keling van de landen waarmede Ne
derland te maken heeft, ons steeds
in sterkere mate hare wil opleggen.
De tegenwoordige belastinghef
fing en de vele prijzenswaardige
sociale maatregelen die in de laat
ste jaren zijn tot stand gekomen,
hebben enorme bedragen afgeleid
naar een besteding buiten de indu
striële sector en deze drainage gaat
nog steeds door. De op komst zijnde
wachtgeld- en werkeloosheidsver
zekering, hoe lofwaardig en nood
zakelijk deze ook moge zijn, zal
verdere kapitalen gaan vastleggen
in de leggingssfeer.
Niemand zal willen ontkennen
dat Nederland, voor zijn zo snel
groeiende bevolking en in de om
standigheden, waarin de laatste
oorlog ons heeft achtergelaten, voor
alles zijn industrie en handel zal
moeten uitbreiden, waarvoor een
groeiende hoeveelheid risicodra
gend kapitaal even onontbeerlijk is
als de bloedtoename voor de groei
van het menselijk lichaam.
Wij hebben nu ongeveer 7 jaren
geleefd in een inflatieperiode. Onze
uitgaven over de hele linie zijn,
naar mijn mening, ver boven onze
stand gegaan. En zijn tekenen die
er op wijzen, dat het nationale in
komen zal gaan in een dalende
richting, tenzij men zijn toevlucht
zou nemen tot kunstgrepen. Een
zeer groot gedeelte van dit nationa
le inkomen moet worden besteed
aan onze defensie.
Het zal een zware taak zijn voor
onze Regering om in deze omstan
digheden aan de nationale economie
voldoende adem te laten om zich
op de internationale markten te
kunnen handhaven resp. deze te
kunnen winnen. En nu de nationale
consumptie doelbewust wordt be
perkt zullen bedrijf en handel zich
meer en meer op uitvoer moeten
gaan richten. De werkgevers zullen
zich alle denkbare inspanningen
moeten getroosten om buitenlandse
markten te winnen. En dit is in het
kader van de omstandigheden waar
in het Nederlandse bedrijfsleven is
geraakt, een enorm zware taak.
Van de werknemers zal, meer
dan ooit worden gevraagd hun ar
beid met een groot besef van ver
antwoordelijkheid, toewijding en
inspanning te verrichten teneinde
de productie zowel kwalitatief als
kwantitatief zo hoog mogelijk op te
voeren. Ook voor onze arbeiders
staat mijns inziens, thans alles op
het spel. De grootste inspanning van
het gehele Nederlandse volk zal no
dig zijn om ons tegenwoordige le
venspeil te kunnen handhaven.
Het zij mij thans vergund U in
kort bestek een overzicht te geven
van het gebeuren binnen het district
van de Kamer en daarna meer uit
gebreid een overzicht van de gang
van zaken in het bedrijfsleven, zo
als deze uit door representatief te
achten bedrijven verstrekte gege
vens kan worden afgeleid.
De waterstaatkundige toestand
en het Biesboschprobleem kwamen
in 1951 althans op papier weer iets
dichter bij een oplossing, hoewel
dikwijls om onbegrijpelijke redenen
nog tegenwerking wordt ondervon
den. Op de begroting 1952 van het
Ministerie van Verkeer en Water
staat zijn inmiddels voor voortzet
ting van de Biesboschwerken geen
bedragen uitgetrokken. In de Me
morie van Antwoord van de Minis
ter van Verkeer en Waterstaat op
het Voorlopig Verslag van de Twee
de Kamer naar aanleiding van de
Begroting 1952 merkt de Minister
over de drooglegging van de Bies-
bosch echter o.a. op
„Als gevolg van de noodzaak tot
beperking van de uitgaven voor
waterstaatswerken, moest worden
besloten, voor 1952 het tempo van
uitvoering van de Biesboschwerken
te vertragen en slechts een bedrag
uit te trekken, waaruit de thans
reeds in uitvoering genomen wer
ken kunnen worden gefinancierd.
Ook dit offer werd met schroom
gebracht, omdat door de indijking
van de Biesbosch en de watervrij
making van het gebied van Donge
en Oude Maasje belangrijke winst
aan cultuurland zal worden verkre
gen en voor grote gebieden, die
daarin thans nagenoeg volledig
worden geremd, een normale ont
wikkeling mogelijk zal worden, ter
wijl bij het tot nog toe aangehouden
tempo toch reeds een termijn van
6 a 7 jaar met de uitvoering ge
moeid zou zijn. Ook voor deze wer
ken wordt de verwachting uitge
sproken dat het straks, door het ge
reedkomen van andere grote wa
terstaatswerken, mogelijk zal blij
ken, het langzame tempo, dat thans
wordt aangehouden, weer te ver
snellen.
Als gevolg van de beperking van
de fondsen die ter beschikking
kunnen worden gesteld, was het
niet mogelijk om zoals m het
voornemen lag nog in 1951 een
begin te maken met de bouw van
de nieuwe Spieringsluis, terwijl het
werk ook in 1952 niet ter hand zal
kunnen worden genomen".
Het laat zich dus aanzien, dat on
danks alle begrip voor de noodzaak
van snelle uitvoering van de Bies
boschwerken toch de oplossing van
het gehele waterstaatsprobleem in
het district van de Kamer een lang
durige kwestie zal worden.
Ook ten aanzien van het wegver
keer konden in 1951 in het district
van de Kamer geen belangrijke
vorderingen worden gemaakt. Alle
vervoer behoudens in geringe
mate het vrachtvervoer blijft ge
schieden over de slechte wegen door
de Langstraat, waardoor het ver
keersprobleem onverminderd blijft
voortduren. Wel werd een aanvang
gemaakt met partiële verbetering
van de weg 's-Hertogenbosch
Waalwijk onder de gemeente Dru-
nen, doch deze verbeteringen kun
nen naar mijn mening nooit een op
lossing van het probleem beteke
nen. De aanleg van een geheel nieu
we weg zal dus öf moeten wachten
op de voltooiing van de Biesbosch
werken, öf nieuwe plannen zullen
moeten worden uitgewerkt voor de
aanleg van een snelverkeersweg
naast de spoorlijn, nu een weg over
de spoorbaan niet mogelijk is ge
bleken. Het zal U duidelijk zijn, dat
beide projecten geruime tijd zullen
vergen. Wel lijkt mij voorlopig de
verbetering van de Noord-Zuid
doorkruising van het district uit
voerbaar, o.a. door gebruikmaking
van de Marshall-gelden voor de ont
wikkeling van noodgebieden.
Ook de bouw van de vaste oever
verbinding tussen Sleeuwijk en Go-
rinchem kon nog geen doorgang
vinden en alle verzekeringen van
de Minister van Verkeer en Water
staat dat men overtuigd is van het
belang van deze verbinding ten
spijt, en ondanks alle verklaringen,
dat aan de bouw iedere mogelijke
voorrang zal worden verleend, kan
men toch ook hier niet aan de in
druk ontkomen, dat niet dat tempo
wordt aangehouden, dat mogelijk
en noodzakelijk is. De kortste ver
binding van het district met het
hart van het land ondervindt thans
een ernstige belemmering door de
veerverbinding bij Gorinchem,
waarvan bovendien de hoge tarie
ven zware lasten leggen op het in
't Land van Heusden en Altena ge
vestigde bedrijfsleven. Inmiddels is
door de Gemeente Gorinchem een
hernieuwd verzoek om verhoging
van de tarieven ingediend en het
heeft er alle schijn van ondanks
de vele klemmende argumenten
door vele instanties, waaronder de
Brabantse Kamers van Koophandel,
naar voren gebracht deze verho-
ging toch doorgang zal vinden.
De industriële ontwikkeling in
het district wordt en werd te zeer
door de waterstaatkundige en ver
keersmoeilijkheden bepaald, om
onder de huidige omstandigheden,
mede in verband met de slechte
gang van zaken in de wereldecono
mie, van grote betekenis te kunnen
zijn. Wel dient te worden vermeld
de bouw van twee industriehallen,
n.l. te Lage-Zwaluwe en te Waal
wijk.
Naast haar talrijke administratie
ve werkzaamheden legde de Kamer
in 1951 grote activiteit aan de dag
bij het behartigen van de belangen
van handel en industrie in haar
district door het verlenen van on
gevraagde en gevraagde adviezen
o.a. inzake het verkeer en wetge
ving op voor het bedrijfsleven be
langrijk gebied.
Het jaarverslag 19391950 kwam
eveneens gereed en is thans in druk
verschenen.
HET BEDRIJFSLEVEN IN 1951.
De Schoenindustrie.
Het eerste halfjaar van 1951 was
voor deze bedrijfstak goed, mede
doordat vele afnemers zich door
vroegtijdig inkopen tegen de stij
gende grondstoffenprijzen trachtten
te dekken. De meeste bedrijven wa
ren derhalve goed van orders voor
zien, al bleek soms het tempo,
waarin de orders afkwamen, te snel
om in alle grondstoffen tijdig ge
dekt te zijn. Een kentering kwam
door de vaststelling van Overheids
wege van de winstmarges van de
kleinhandel. Hierdoor werden nieu
we orders slechts zeer voorzichtig
en op kleine schaal geplaatst en door
verschillende afnemers nog lopende
orders geannuleerd, terwijl ook aan
de kwaliteit van de afgewerkte pro
ducten veel hogere eisen werden ge
steld. Het gevolg van deze intre
dende vermindering van de bedrij
vigheid was, dat meerdere bedrij
ven genoodzaakt werden voor hun
Ruwe huid
Ruwe handen
Ruwe lippen
arbeiders een wachtgeldregeling in
te stellen en dat ook ontslag van
arbeiders voorkwam. Hierdoor werd
uiteraard de personeelsvoorziening,
welke in het begin van 1951 nog
enige moeilijkheden opleverde
met name was er nog vraag naar
stiksters en snijders aanzienlijk
verbeterd, zodat deze geen reden
tot klagen meer gaf.
De aanvoer van grond- en hulp
stoffen kan over het algemeen be
vredigend worden genoemd. De ex
port van het afgewerkte product
gaf behoudens enige uitzonderin
gen in gevallen, waarin de produ
cent zich voor een zeer groot deel
op de export toelegde niet die
resultaten, welke aanvankelijk ge
dacht waren. Samenvattend kan,
men zeggen, dat voor vele bedrij
ven de goede gang van zaken ge
durende het eerste halfjaar de min
der goede bedrijfsuitkomsten van
het tweede halfjaar zal moeten com
penseren. De oorzaken van de slap
te gedurende deze laatste periode
waren voornamelijk
a. het verdwijnen van de na-oor-
logse behoefte, welke na het uit
breken van het Koreaanse con
flict nog voortduurde en die tot
algemene vergroting van het pro
ductie-apparaat heeft geleid, wel
ke oorzaak is van de thans be
staande overproductie
b. het hoge niveau van de schoen-
prijzen en de dalende koop
kracht
c. de grote prijsschommelingen,
welke afnemers noopten tot een
zeer voorzichtige inkooppolitiek
d. de liquiditeitsmoeilijkheden, me
de veroorzaakt door de toene
mende concurrentie, welke leid
de tot calculaties, gebaseerd op
inkoop- en niet op vervangings
waarde
e. de zware belastingen en ten
slotte
f. de vaststelling van de winst
marges voor de detailhandel.
De vooruitzichten voor 1652 zijn
niet onverdeeld gunstig men ver
wacht gedurende de eerste maan
den wel enige opleving na de laat
ste slechte maanden van het vorig
jaar, doch met lagere prijzen. Deze
opleving zal naar algemene ver
wachting zich echter niet door kun
nen zetten en de productie zal dan
ook, onvoorziene omstandigheden
voorbehouden, naar alle waarschijn
lijkheid nog belangrijk lager liggen
dan het voorgaande jaar.
Ik kan niet ontkomen aan de in
druk, dat enige standaardisering in
de schoenenproductie wenselijk ge
acht moet worden. Wanneer ik zie
dat zelfs kleinere schoenfabriekjes
meedoen aan een wedloop in het
produceren van een haast onbeperk
te hoeveelheid van modellen, kleu
ren en snitten, dan kan het niet an
ders of dit moet leiden tot, in ver
houding tot de productie, veel te
grote investeringen aan machines,
grondstoffen en personeel, tot een
zeer oneconomische bedrijfsuitnut-
ting en tot veel te hoge productie
kosten.
Vanzelfsprekend is bedoeld een
individuele standaardisering en ik
geef direct toe, dat het probleem
niet eenvoudig is. Zowel het pu
bliek als ook de schoenwinkeliers
zouden hiervoor misschien be
grip moeten tonen. Maar wanneer
ik zo in het buitenland de schoen
etalages eens bekijk, dan ontkom ik
niet aan de indruk, dat bedoeld eu
vel nergens zo diep heeft doorge
vreten als hier in Nederland.
Ik ben van mening, dat op dit
gebied kapitaal- en productie-ver
spilling kan worden voorkomen.
De lederindustrie.
Het jaar 1951 heeft voor de Ne
derlandse lederindustrie een zeer
eigenaardig verloop gehad. Waren
in het begin van het jaar alle be
drijven met orders overstelpt en
werd overal op volle capaciteit ge
werkt, het einde is met minder goe
de vooruitzichten gekomen. Prac-
tisch nergens wordt meer op volle
kracht gewerkt en vooral in de sec
tor overleder werden in het laatste
half jaar de bedrijven met een ster
ke terugval van de bedrijvigheid en
practisch zonder afzet gaande ge
houden. In meerdere bedrijven
moest een wachtgeldregeling wor
den ingesteld en ook arbeiders wor
den ontslagen. Als oorzaken van
deze sterke teruggang van de be
drijvigheid in vrijwel de gehele le
derindustrie zijn o.m. aan te wijzen:
het zeer hoge prijsniveau van de
grondstoffen, die in April 1951 een
ongekende hoogte bereikten het
niet aanpassen van de lonen aan
het verhoogde prijspeil, zodat voor
elementaire levensbehoeften, zoals
kleding en schoeisel, niet voldoende
geld bij het kopend publiek beschik
baar was het door de Regering op
een zeer ongunstig moment ingrij
pen in de winstmarges voor de
schoen winkeliers.
Door de sterk teruglopende pro
ductie en het ontbreken van bijna
iedere normale seizoenvraag naar
afgewerkte producten werd onge
veer in het midden van het jaar het
vertrouwen in de markt geschokt
en kwam een sterke daling van de
prijs van de grondstoffen, die zich
tot het einde .van het jaar voort
zette.
Ten aanzien van de grondstoffen
kan in grote lijnen het volgende
worden opgemerkt
Huiden De Europese huiden be
reikten, wat de prijzen aangaat, in
Februari 1951 de hoogste top, welke
men ooit heeft gekend. De omzetten
liepen echter niet parallel met de
hoogte van de prijzen, daar de grote
vraag toen reeds aan het afnemen
was. Betaalde men aan het begin
van het jaar voor Hollandse huiden
3.303.50 per kg. vers, aan het
'einde liepen deze niet hoger dan
1.60 per kg. De prijzen van de
Zuid-Amerikaanse huiden bleven
door de militaire aankopen van ver
schillende landen oplopen tot in
Juni-Juli. Een uitzondering vormen
de huiden en vellen, die van de
Republik Indonesia werden betrok
ken. De redenen hiervan waren
de toename van de behoeften van
de inlandse bevolking, het aanleg
gen van hoge prijzen door China en
andere Aziatische landen en een
vlucht in goederen door Indonesi
sche handelaren in het laatste half
jaar.
(Wordt vervolgd).
Dan rug. keel of borstje
inwrijven met
Combinatie met de vereniging
„Het Land van Heusden en Altena".
Dinsdagmorgen kwamen de leden
van de K.I.-vereniging „de Lang
straat" in de Gildenbond te Waal
wijk bijeen voor het houden van de
eerste jaarvergadering in het be
staan van de jonge vereniging.
De vergadering besloot in prin
cipe tot samenwerking met de
K.I.-vereniging „Land van Heusden
en Altena", in dit opzicht dat men
gezamenlijk de stieren zou houden.
De voorzitter, de heer P. de Bont
uit Raamsdonk leidde de vergade
ring in zijn openingswoord ver
welkomde hij alle aanwezigen en
benadrukte vooral datgene wat ge
daan moest worden om de achter
stand die er in de Langstraat nog
bestond in te halen.
Zoals uit het jaarverslag van de
secr.-penningmeester, de heer A. de
Jong uit Kaatsheuvel, bleek, telt de
vereniging thans 212 leden, terwijl
er in het afgelopen jaar 1960 vaar
zen en koeien werden geinsemi-
neerd.
Uit het financieel verslag
bleek dat het boekjaar 1951
sloot met een batig slot van
3922.49. De voorzitter tekende hier
aanstonds echter bij aan, dat het
eigenlijke batig slot pl.m. 200.
bedroeg, daar het inleggeld ook nog
in kas was.
Hij besprak ook nog de subsidie
die bedoeld was als steun aan de
kleine boeren in totaal zou een
bedrag van 1347.17 uitgekeerd
worden.
De bestuursleden, de heren P. de
Bont uit Raamsdonk en Th. Rijken
uit Capelle, die aan de beurt van
aftredenwaren, werden met grote
meerderheid van stemmen herko
zen.
Een punt van discussie vormde
de vaststelling van het entree-geld,
dat tot nog toe 2.50 had bedragen;
het bestuur stelde voor dit te stel
len op 3.na de opmerkingen
echter van enige leden, besloot men
het entree-geld voor stierhouderijen
én voor leden hiervan te houden op
2.50, terwijl alleenstaande fokkers
3.zouden betalen. Zij die in de
afgelopen maanden 3.50 hadden
betaald, kregen restitutie.
Er werd vervolgens een finan
ciële commissie benoemd, waarin
zitting namen de heren Haanstra uit
Capelle en J. Hamers uit Kaats
heuvel.
Het agenda-punt Combinatie met
de K.I.-vereniging „Land van Heus
den en Altena" werd door de voor
zitter als volgt toegelicht en gemo
tiveerd. Tot nu toe betrok men het
sperma van de K.I.-ver. Gilze we
zullen echter, zei de voorzitter, in
de toekomst een zelfstandige ver
eniging moeten worden, gezien ons
groot gebied. Het volgend jaar
reeds kunnen we 2500 te insemine-
ren dieren verwachten, a f 4.per
dier, wordt dit een bedrag van
10.000.—.
We zullen er dus naar moeten
streven zelf stieren te gaan exploi
teren en dan moeten we toch be
ginnen met drie stieren. Goede
K.I.-stieren zijn heel duur we zou
den de kosten kunnen verhogen en
zo langzaam een reserve vormen.
Toen wees de voorzitter op de
K.I.-vereniging „Het Land van
Heusden en Altena", die twee stie
ren heeft en dit jaar maar 1500 ge-
insemineerde dieren had. De leden
van de vereniging betalen echter
11.per dier, de leden van de
Langstraat maar 8.Nu was het
idee geopperd om gezamenlijk de
stieren te gaan exploiteren. In een
gecombineerde vergadering van
beide besturen werd besloten een
schema te ontwerpen, waarin o.m.
het volgende was bepaald. Beide
verenigingen blijven zelfstandige
rechtspersonen, met zelfstandige ex
ploitatie, uitgezonderd de stieren.
Het in te brengen kapitaal zou door
iedere vereniging voor de helft ge
stort worden de rente van 4
kwam ten laste van de gezamenlijke
exploitatierekening van beide ver
enigingen.
Heusden zou twee stieren in
brengen van 13000.en een van
4000.(met deze laatste prijs
ging de Langstraat niet accoord);
er zou nog een derde aangekocht
moeten worden tegen een geschat
bedrag van 13000.Hierbij
kwam nog de rente, de onderhouds-
j kosten, de verzekeringspremie van
het te lenen geld zou men jaarlijks
I 25 minus een bedrag van 1000,
is 6250.aflossen.
Na nog enkele zaken besproken
te hebben, stelde de voorzitter dus
voor, behoudens enkele wijzigin
gen, tot deze gezamenlijke exploita
tie te besluiten.
Er waren enkele leden die voor
eerst nog liever de kat uit de boom
wilden kijken en die er naar wilden
streven baas in eigen huis te blij
ven. Maar, aldus de voorzitter, men
bleef baas in eigen huis, men bleef
volkomen zelfstandig. Nog enkele
andere ideeën werden door de le
den naar voren gebracht, maar ten
slotte besloot men de combinatie in
principe aan te gaan en machtigde
men het bestuur bepaalde dingen
nog te wijzigen.
Er was nog een verslag van de
eerste inseminator, de heer v. Delft,
en een rondvraag, waarbij nog en
kele kwesties behandeld werden.
Tot slot drukte de voorz. de leden
nog op het hart, zich aan te sluiten
bij de plaatselijke fok- en controle
verenigingen.
Om half drie werd de vergade
ring gesloten.
BIJZONDERE RAADSVERGADE
RING TER HULDIGING VAN
WETHOUDER SMOLDERS.
Wij vernemen, dat bij gelegen
heid van het zilveren wethouders
jubileum van Wethouder Fr. Smol
ders de gemeenteraad van Waalwijk
op Dinsdag 12 Februari in een bij
zondere openbare raadsvergadering
bijeen zal komen, ter huldiging van
de jubilaris.
KAPITEIN VL. DIO ROX NAAR
AMERIKA.
In tegenstelling tot een bericht
in verschillende andere bladen kun
nen wij meedelen dat de kapitein
vlieger Dio Rox, door het comman
do Luchtmacht Nederland naar
Amerika wordt uitgezonden om als
Kpt.Vl. de functie waar te nemen
van detachements-commandant en
liaison-officer van de Nederlandse
leerling-vliegers die in Amerika op
15 a 16 vliegbases hun opleiding
krijgen. De berichten, als zou onze
plaatsgenoot Kapitein Rox comman
dant worden van 15 Amerikaanse
vliegvelden, zijn dus wel enigszins
bezijden de waarheid.
BROEDER-OVERSTE
GAAT WAALWIJK VERLATEN.
De Eerw. Broeder Julianus, over
ste van het Klooster der Broeders
en Hoofd van de St. Petrusscholen,
gaat vandaag Waalwijk verlaten.
Wij vernemen namelijk dat de
Eerw. Broeder is overgeplaatst naar