Wijde Wereld
Waalwijkse en Langstraatse Courant
2J,u Ctsiand
UIT DE
Binnenland,
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noord-Brabant
te Waalwijk
Dames! Vooral nn
MOSSADEQ KOMT NAAR
DEN HAAG.
VERZOENENDE GEBAREN
VAN EGYPTE.
REDE, uitgesproken door de heer
J. W. van Heesbeen, Voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noordbrabant te Waal
wijk op Maandag 28 Januari 1952.
Hamea-Gelei voor Uw handen
MAANDAG 4 FEBRUARI 1952.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
OPGERICHT 1818
DE ECHO HET ZUIDEN
15e JAARGANG No. 6
Abonnement
18 cent per week
2.35 per kwartaal
2.60 franco p. p.
Advertentie-prijs
10 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK
TEL. 2621
SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121
TEL.-ADRES „ECHO"
Het is niet onze schuld dat wij met bijzondere nauwlettendheid
gadeslaan wat er in Duitsland gebeurt en hoe het zich ontwikkelt.
Evenmin kan men het ons kwalijk nemen wanneer wij met een
zekere huiver vervuld worden, als daar weer met kracht eisen
naar voren worden gebracht die uiting zijn van een nationalistische
instelling die vroeger voor ons niet slechts een gevaar heeft be
tekend, maar zelfs meer dan een bedreiging is geweest. Duitsland
blijft vooralsnog voor West-Europa een probleem.
Het is niet zozeer dat wij Duitsland
als een verslagene beschouwen. Van een
land dat zich aan het einde van zijn
krachten heeft overgegeven, heeft men
tenslotte weinig te vrezen. Als het zover
gekomen is, kan men het verder uitmer
gelen of men kan trachten het weer op
de been te helpen. Na de capitulatie zijn
de geallieerden begonnen met Duitslands
industrie te ontmantelen, zoals na de
vorige oorlog. Ze hebben toen een bit
terheid verwekt, die voor Hitier en de
zijnen vele jaren later nog een dank
baar voorwendsel was om zijn nationaal
socialistische ideeën ingang te doen vin
den. Na de laatste oorlog is men deze
weg niet ten einde gegaan. De omstan
digheden eisten een andere politiek en
van de ene kant is dat goed geweest.
Door de drang van de omstandigheden
is de herhaling van een ernstige fout
voorkomen. Het verslagen Duitsland
werd op de been geholpen door Mars-
haligelden, waarbij mag worden opge
merkt dat de Duitsers meer zichzelf heb-
ben goed gedaan dan hersteld wat ver
nield was.
Dit was nog niet alles. Allengs is
duidelijk geworden dat de Duitsers van
vijand bondgenoot moesten worden, dat
ze onmisbaar zijn voor de verdediging
van West-Europa tegen de dreiging uit
het Oosten. Dit had tot gevolg dat nog
geen zes jaar na de capitulatie weer ge
sproken werd over de heroprichting van
een Duits leger. Uiteraard was en is dit
geen aanlokkelijk vooruitzicht voor de
velen die de kracht van de Duitse wa
penen aan den lijve hebben ondervonden.
Er is en wordt dus nog ijverig gezocht
naar een vorm waardoor het Duitse le
ger met het minste gevaar in de Euro
pese defensie kan worden ingeschakeld.
Deze vorm zou dan het Europese leger
moeten zijn.
Natuurlijk is dit niet zonder meer langs
de Duitsers heengegaan. Uit de adrd der
zaak heeft de richting die de loop der
dingen genomen heeft het nationale ge
voel sterk geprikkeld. Het is tamelijk on
omwonden gezegd, dat Duitsland onmis
baar is in het verdedigingssysteem voor
Westeuropa. De Duitsers van hun kant
laten nu duidelijk blijken dat ze niet al
leen, naar het schijnt zelfs niet op de
eerste plaats, plichten op zich wensen
te nemen, maar ook rechten willen ge
nieten. Tegen de opvatting dat er naast
plichten ook rechten staan is weinig in'
te brengen. Wanneer echter met name
de socialisten hoog van de toren begin
nen te blazen en zich zo weinig moge
lijk aan Europa gelegen willen laten
liggen en zoveel mogelijk gelijkberechtigd
willen zijn, vergeten ze een paar dingen.
Ze vergeten dat Duitsland na de oorlog
voor het overgrote deel door het bui
tenland op de been is geholpen, dat er
nog steeds geen vredesverdrag is geslo
ten en dat tenslotte Duitsland op de eer
ste plaats plichten heeft tegenover West
europa na wat er tussen 1939 en 1945
is voorgevallen. De kous is niet af met
te beweren dat alles het werk was van
Hitier en consorten, want er zijn symp
tomen die er op wijzen dat het Duitse
volk ook nu nog niet helemaal van na-
tionaal-socialistische smetten vrij is.
Nu hoeft men aan de goede trouw
van een man als bondskanselier Adenauer
niet te twijfelen. Maar hij heeft het niet
voor het zeggen omdat er sinds 1945
een democratisch Duitsland is. Adenauer
moet dus wel rekening houden met zijn
mederegeerders, de oppositie en de pu
blieke opinie. Misschien hebben deze hem
ertoe gedrongen de Saarkwestie naar vo
ren te schuiven bij de besprekingen over
het Europese leger en Duitslands toela
ting tot het Atlantisch Pact te vragen.
Heel begrijpelijk is dit alles niet in beste
aarde gevallen in Westeuropa. Men re
deneert juist andersom als de Duitsers.
Zij moeten eerst maar eens bewijzen le
veren van hun Europese gezindheid eer
ze tot het Atlantisch Pact worden toege
laten. Ze hebben er tot nog toe weinig
van laten blijken, wel zijn er andere ge
luiden gehoord, zoals we hierboven al
hebben gesignaleerd uit socialistische
mond. En als ze de 'Saarkwestie ngar
voren schuiven, geven ze ^erder blijk
van een nationalistische dan van een
Europese gezindheid. Tenslotte is het
Europese leger een Europese aangele
genheid en de wrok tegen Frankrijk dat
het zijn vertegenwoordiger in het Saar-
gebied tot ambassadeur heeft benoemd,
is op de eerste plaats een uiting van
nationalistisch sentiment.
Ondertussen zit Adenauer met 'binnen-
en buitenlandse moeilijkheden. De eisen
die gesteld zijn, worden in het buitenland
afgewezen en in het binnenland met gro
ter kracht naar voren gebracht. Het zal
voor hem een toer worden om tussen
Scylla en Carybdis door te zeilen. Het
is niet te verwachten dat de publieke
opinie of zij die geen regeringsverant
woordelijkheid dragen zich matigen. Als
Adenauer er niet in slaagt de juiste weg
te vinden, kon dit wel eens een neder
laag betekenen en een stap terug op de
weg naar een Europees leger, die toch
al niet over rozen gaat.
Dit alles doet de Westeuropeaan niet
aangenaam aan. Wij hebben in het be
gin al gezegd dat wij Duitsland niet zo
zeer als een verslagene beschouwen.
Evenmin willen wij het als een vijand
bejegenen, maar er heerst nog een ze
kere beduchtheid en die kunnen de Duit
sers ons moeilijk kwalijk nemen. De les
sen van het verleden zijn ons te scherp
ingeprent. Het zou daarom een betere
indruk maken als de Duitsers in hun ge
heel ondubbelzinnig toonden dat ze van
goede wil zijn en dat ze met de rest
van Europa één willen zijn en niet in
de geest van: eerst komen wij, dan een
hele tijd niets en tenslotte de rest. Het
„Deutschland, Deutschland übe.r alles"
kan een heel loffelijke uiting zijn van
vaderlandsliefde, maar de minder gun
stige interpretatie die er aan gegeven
wordt is geen uitvinding van anti-Duits
gezindheid.
HUISZOEKINGEN IN GEHEEL
WEST-DUITSLAND.
Over het gehele gebied van de
Westduitse Bondsrepubliek heeft de
politie vorige week invallen gedaan
in hoofdkwartieren en lokalen van
de communistische partij en de na-
tionaal-socialistisch georiënteerde
Duitse Rijkspartij. Er werd een
grote hoeveelheid bezwarend mate
riaal in beslag genomen. Het mini
sterie van binnenlandse zaken
maakte bekend, dat al dit materiaal
naar het Constitutionele Hof ge
zonden zal worden, dat op grond
hiervan zal nagaan of er termen
zijn om beide partijen te verbieden.
Het staat nu vast, dat Mossadeq,
de minister-president van Perzië,
naar Den Haag zal gaan om per
soonlijk te pleiten in het Brits-Per
zische oliegeschil. De Perzische re
gering heeft bekend gemaakt, dat
Mossadeq zijn reeds enige tijd ge
leden bij geruchte bekend gemaakte
voornemen om het Perzische stand
punt voor het Internationaal Ge
rechtshof te verdedigen, zal uitvoe
ren.
Perzië blijft de bevoegdheid van
het Hof om te oordelen in het olie
geschil, ontkennen.
Zowel op het militaire als het di
plomatieke front heeft de nieuwe
Egyptische minister-president, Ali
Maher Pasja, een verzoenend ge
baar gemaakt in de richting van En
geland. In de eerste plaats heeft hij
een onderhoud gehad met generaal
Aziz al Misri, de leider van de „be
vrijdingsbataljons", waarna van
Cairo naar de kanaalzone een order
uitging om de guerilla-activiteit in
de kanaalzone te staken. Verder
heeft Ali Maher Pasja verklaard,
dat hij altijd voorstander is geweest
van een regionaal verdedigingspact
voor het nabije Oosten.
De Waf disten hebben zich bereid
verklaard deel te nemen aan een
„Nationaal Front", dat alle Egyp
tische partijen, met uitzondering
van de uiterst rechtse en linkse ex
tremisten, zal omvatten.
LENING VOOR
WONINGBOUW.
De minister van binnenlandse za
ken, prof. Beel, heeft in de Tweede
Kamer op vragen van de heer Mae-
nen (K.VP.) meegedeeld, dat de re
gering binnenkort een lening voor
de woningbouw zal uitschrijven met
een nationaal karakter. De minister
deed uitkomen dat de oorspronke
lijk voorgenomen premielening niet
doorgaat.
200.000 WONINGEN SINDS
DE BEVRIJDING.
Minister In 't Veld heeft vorige
week de eerste paal geslagen voor
een complex van 600 flatwoningen
in Dordrecht. Bij die gelegenheid
hield hij een rede, waarin hij zich
optimistisch toonde over de woning
bouw en waarin hij een aantal cij
fers gaf. In het afgelopen jaar zijn
er 58.600 woningen gebouwd, 13.000
meer dan begroot was. Bovendien
was dat meer dan er ooit in een jaar
gebouwd is. Ook is in de maand Ja
nuari de 200.000ste woning sinds de
bevrijding klaargekomen.
Uit de cijfers toonde de minister
voorts aan dat het woningtekort
met 10.000 woningen ofwel 16 is
verminderd. In 1950 en 1951 waren
74.000 woningen nodig om de bevol
kingsgroei op te vangen. Er zijn er
echter 114.000 klaargekomen, zodat
er 40.000 woningen overschoten om
op het tekort in te lopen.
Om het programma van 50.000
woningen in 1952 te kunnen uitvoe
ren moeten er na April 4000 a 4500
woningen per maand goedgekeurd
worden. Er is al heel wat geld voor
de financiering bijeengebracht en er
worden middelen beraamd om nog
meer geldmiddelen te krijgen (zie
boven), 's Ministers grootste zorg
ging uit naar de jaren 1953 en vol
gende.
Eisenhower treedt in Juni af
als opperbevelhebber van 't Atlan
tische leger. Hij wordt opgevolgd
door generaal Guenther, zijn tegen
woordige stafchef.
Vijftien Arabische landen heb
ben hun bemiddeling aangeboden
in Tunis. Nu gaat 't weer spoken in
Frans Marokko.
De Belgische chirurg-terrorist
Rinchard is door het Assisenhof te
Brussel veroordeeld tot levenslange
dwangarbeid.
In Frankrijk hangt het mini
sterie Faure weer aan een zijden
draadje, 't Gaat over loonsverho
ging.
Op Soesterberg zijn 10 perso
nen, burgers en militairen, gearres
teerd. 't Gaat over malversaties.
Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de
Jeude, oud-minister van Waterstaat
en oorlog, die overal grote water
staatswerken aanlegde, is plotseling
in Den Haag overleden.
Zijn eerste waterstaatkundig werk
was het kanaal 's-Bosch-Drongelen,
dat gegraven werd door de firma's
Kalis en De Groot. Hij woonde toen
eerst in hotel Verwiel alhier en la
ter in de villa nabij 't kanaal te
Drunen.
Philips te Eindhoven gaat in
enige afdelingen korter werken.
ii.
LOOISTOFFEN.
Deze hebben een geheel ander
beeld gegeven. Door een wereldte
kort aan looistoffen en de monopo
listische positie van de produce
rende landen zijn deze steeds in
prijs stijgende gebleven. De laatste
verhoging van 1015 voor que
bracho, mimosa en kastanje date
ren van het laatste kwartaal 1951.
Chroomlooistoffen zijn aan uiter
mate grote prijsschommelingen on
derhevig geweest. Prijzen voor bi-
chromaten liepen terug van 3.20
tot 1.40 per kg. Gedurende de
eerste maanden van het jaar waren
deze grondstoffen practisch niet te
bekomen.
CHEMICALIËN.
Hierin is de voorziening behou
dens een kleine uitzondering (sul-
fiet en bisulfiet) vrij normaal ge
weest met niet noemenswaardige
prijsverschillen. Import-chemicaliën
zijn iets duurder geworden.
OLIËN EN VETTEN.
Behoudens voor ricinus-olie en
traan kwamen hierin geen noemens
waardige prijsverschillen voor.
Bovengenoemde artikelen zijn
enige maanden schaars geweest
door Amerikaanse aankopen, waar
door de prijzen met ongeveer 50
zijn gestegen. Sindsdien is het aan
bod dermate gering geweest, dat de
prijzen zich op dit hoog niveau heb
ben gehandhaafd.
De afzet van leder liep, zoals ge
zegd, na April zeer sterk terug. Het
hoge prijispeil deed de lederver-
werkende industrie grijpen naaf
goedkopere vervangingsstoffen, ter
wijl het afzetgebied in 't buitenland
niet steeds kon worden gehand
haafd o.a. door overheidsmaatrege
len en de slechte gang van zaken in
de schoenindustrie aldaar.
Aan reparatie-leder bleef nog een
matige behoefte bestaan, fijne lichte
overledersoorten liepen echter sterk
in vraag terug. Ook de exporten in
de betreffende soorten is veel min
der geworden.
Naar tuig- en technisch leder was
de vraag in het binnenland zeer
matig. Gelukkig was de export in
deze ledersoorten zeer gunstig, on
danks de moeilijkheid, dat Duits
land ruim 3 maanden voor invoeren
gesloten was.
De eerste helft van 1952 zal ver
moedelijk wel een opleving van de
lederindustrie te zien geven. De
grondstoffen-prijzen zijn nu immers
op een vastere basis gekomen en
grote voorraden in gereed product
zijn op enkele uitzonderingen na
niet voorhanden.
De prijzen van de afgewerkte
producten zijn op een niveau be
land, dat voor de handel een niet
te groot risico oplevert, terwijl deze
op het ogenblik voor het kopende
publiek beter bereikbaar liggen. Of
het gehele jaar echter gunstig be
oordeeld mag worden, hangt te veel
af van politieke en economische
factoren dan dat daar nu reeds een
oordeel over zou kunnen worden
geveld. Grote verbeteringen zouden
voor de afzet bereixt kunnen wor
den door de opheffing van de be
staande handelsbelemmeringen tus
sen de landen van Europa onder
ling. Door liberalisatie van het han
delsverkeer met landen met een
groot verbruiksareaal, zoals Duits
land, Engeland en Italië, zou voor
Nederland een gunstiger perspectief
worden geopend, indien tevens de
hoge beschermende invoerheffingen
in deze landen zouden worden ver
minderd. Dit geldt vooral nu in het
buitenland belangstelling voor Ne
derlands leder en vooral zooi-
leder blijkt te bestaan.
CHEMISCHE INDUSTRIE.
De malaise in de schoenindustrie
gedurende het tweede halfjaar 1951
heeft een terugslag gehad op de pro
ductie en verkoop van lijmen en
schoenafwerkingsartikelen In de
binnenlandse behoefte kon nage
noeg geheel worden voorzien, ter
wijl de export naar het buitenland
nog moeilijkheden ondervond ten
gevolge van de slechte deviezen-
positie van sommige landen met
potentiële kopers o.a. Oostenrijk,
W.-Duitsland en Finland.
De afzet van chemische producten
aan de rubber- en rubberverwer-
kende industrie ondervond moeilijk
heden tengevolge van de enorme
stijging van de rubberprijzen in
einde 1950 en begin 1951 /n.l. met
ongeveer 400 waardoor voor ve
le artikelen, welke voorheen uitste
kend van rubber konden worden
vervaardigd en laag in prijs waren,
geen afzetgebied meer gevonden
kon worden.
De grondstoffen-voorziening was
goed. Slechts ten aanzien van ace-
ton bestond een dergelijke schaars
te, dat zelfs distributie werd over
wogen.
De verwachtingen voor 1952 zijn
niet hoog gespannen. De concurren
tie zal zeer toenemen.
METAALVERWERKENDE
INDUSTRIE.
Machinefabrieken.
Dé gang van zaken in de voor de
schoenindustrie fabricerende ma
chinefabrieken ondervond ook de
weerslag van de afnemende bedrij
vigheid in deze industrietak. De
overige fabrieken hadden een vrij
gunstig jaar, al werd bij de vraag
naar stanzmessen een daling van
de vraag geconstateerd. Ook leverde
de materiaalvoorziening enige ma
len moeilijkheden op, terwijl in en
kele gevallen de export door moei
lijkheden in het buitenland werd
belemmerd. De vooruitzichten voor
1952 zijn niet ongunstig, al zullen
de stijgende grondstof fenprij zen
wellicht enige afname in de bedrij
vigheid kunnen veroorzaken.
Apparatenfabrieken.
Gedurende 1951 was deze bedrijfs
tak in het district van de Kamer
goed van orders voorzien. Wel liep
gedurende de laatste maanden de
hoeveelheid nieuwe orders ten op
zichte van 1950/1951 terug in ver
band met algemene versobering en
zwaardere concurrentie. Het ziet
er naar uit, dat deze factoren ook in
1952 een rol zullen spelen bij het
verkrijgen van bestellingen. De
slechte verbindingen van en met de
Langstraat vormen ook hier een
ernstige belemmering voor volledi
ge ontplooiing van activiteit.
Scheepsbouw.
Hoewel de scheepsbouw over 't al
gemeen gedurende 't afgelopen jaar
goed van opdrachten was voorzien
(zowel voor nieuwbouw als voor
reparatie-werkzaamhedenwaren
de bedrijfsuitKomsten toch geens
zins gunstig door de voortdurende
stijging van de materiaalprijzen en
de prijzen van onderdelen. De tus
sen opdrachtaanvaarding en ople
vering opgetreden prijsstijgingen
konden veelal niet worden doorbe
rekend. Ook de hoge prijs van bui
tenlands ijzer en staal, waar men in
het algemeen op is aangewezen,
werkt remmend en maakt een ren
dabele bedrijfsvoering zeer moeilijk.
Verder bestond een tekort aan ge
schoolde arbeidskrachten, waardoor
opvoering tot de vooroorlogse pro
ductiecapaciteit nog niet mogelijk
bleek. De vooruitzichten voor 1952
zijn niet gunstig. Aan totstandko
ming van een regeling tot opheffing
van het staaltekort bestaat grote
behoefte.
VOEDINGS- EN
GENOTMIDDELEN
INDUSTRIE.
Ehnonadefabrieken, bottelarijen.
De gang van zaken was bevredi
gend, alhoewel handhaving van de
omzet op het peil van 1950 voor de
bottelarijen moeilijk bleek. De om
zet van de limonadefabrieken be
woog zich over het algemeen nog in
stijgende lijn, mede doordat nieuwe
afzetgebieden konden worden ge
vonden. Belemmerend werkte ech
ter ook hier de voortdurende over
heidsbemoeiing.
Oliefabrieken.
Door de schaarste aan grondstof
fen uit tropische gebieden liepen de
prijzen zeer sterk op. Thans liggen
de prijzen van b.v. ricinuszaden on
geveer 100 boven die van 1950
(Juni). Deze prijsstijging veroor
zaakte een sterke teruggang van de
afzet, wat tot gevolg had, dat met
geringere capaciteit moest worden
gewerkt. De concurrentie met bui
tenlandse producten werd ver
scherpt door de lage buitenlandse
prijzen en vele protectionistische
maatregelen. De verwachtingen voor
1952 zijn niet erg gunstig, daar de
prijzen bij geringe vraag toch hoog
zullen blijven. Een verder voortzet
ten van prijsfluctuaties zal grote
risico's met zich mee brengen.
Wellicht zal de prijs van zaden na
de gunstige oogst in de Verenigde
Staten dalen. Dit zal echter vermoe
delijk eerst in 1953 zijn invloed
doen gelden.
Meelfabrieken.
De meelfabrieken waren in 1951
steeds ruim van orders voorzien.
Door te kleine toewijzingen van
grondstoffen welke moeten worden
geïmporteerd, kon slechts met ver-
minderde capaciteit worden ge
werkt. De vooruitzichten voor het
eerste halfjaar van 1952 zijn vrijwel
dezelfde als in 1951.
Zuivelfabrieken.
Over het algemeen is de gang van
zaken in deze sector gedurende 1951
gunstig geweest. De producten kon
den vlot en tegen redelijke prijzen
worden afgezet, terwijl arbeids
krachten in voldoende mate be
schikbaar waren. Hierbij moet in
het oog worden gehouden, dat de
weersgesteldheid vooral in de zo
mermaanden gunstig is geweest voor
grasgroei en minder voor hooi- en
xorenbouw. Wel is de melkgift on
geveer 5 minder dan in het top
jaar 1950, doch dit vindt zijn oor
zaak in de sterk verhoogde prijzen
van kracht- en andere veevoeders,
waardoor minder wordt gevoed en
in het reeds in grote mate opruimen
van t.b.c.-reagerende dieren, het
geen tot vermindering van de melk
gevende veestapel heeft geleid. De
gemaakte prijzen in de handel wa
ren zoals reeds gezegd goed, hoewel
zij aan sterke seizoenschommelin
gen onderhevig zijn geweest. De
prijzen voor boter waren standvas
tig, omdat eventuele overschotten
veelal aan het Bedrijfschap voor
Zuivel tegen een vaste prijs konden
worden verkocht. De melk- en on-
dermelk-prijzen daalden tot eind
Meibegin Juni, doch daarna ver
toonden zij een stijging, welke
vooral in September sterk was. In
eind November werden de hoogste
prijzen geboekt. Momenteel zijn de
ze prijzen echter weer dalende. De
prijzen van de in consumptie ge
brachte gesteriliseerde melk, karne
melk, pap en yoghurt waren nog
aan prijsbepalingen onderhevig.
Voor de aflevering aan consumen
ten zijn maximumprijzen vastge
steld, doch de prijzen voor de afle
vering aan slijters zijn vaste prijzen.
Vrijlating van deze prijzen wordt
voor de interne rust in de zuivel
sector gewenst geacht. De verwach
tingen voor 1952 zijn gunstig, al zal
er zeer waarschijnlijk minder melk
dan in 1951 worden aangevoerd, om
dat de veevoederpositie precair
blijft en het t.b.c. 5-jarenplan ten
uitvoer zal worden gebracht, waar
door dus nog vele reagerende die
ren geslacht zullen moeten worden.
Over het verloop van de prijzen
in 1952 kan nog weinig worden me
degedeeld. Wel heeft de Minister
van Landbouw een prijs van 20.
per 100 kg. gegarandeerd en zal ook
de winterprijs aanmerkelijk hoger
liggen dan de zomerprijs, doch om
trent de hoogte en diepte van deze
schommelingen kan nog niets wor
den vastgesteld.
HOUTINDUSTRIE,
üriendbedrijven.
Een behoorlijk afzetgebied was er
voor de volgende producten Hol
lands rijshout, stelen en hoepelhout,
waarvoor dan ook goede prijzen
weraen betaald. Ook voor het lo
pende jaar 1952 is voor Hollands
rijshout nog voldoende afzetgebied
in verband met de onder handen
zijnde Zuiderzeewerken, terwijl uit
Duitsland zeer veel vraag komt
naar wügenstelenhout en hoepel
hout. Voor wilgen bonenstokken
bestond weinig animo, gezien de
moeilijkheden in de tuinderij i.v.m.
teelt en afzet van bonen. In het
griendbedrijf had men te kampen
met een tekort aan geschoolde ar
beidskrachten, waardoor de lonen
zeer werden opgedreven en de
griendcultures niet voldoende be
hartigd konden worden
Rietbedrijven.
Ook in deze bedrijfstak werden
zeer lonende prijzen betaald, zowel
voor mat- als dakriet. Mede door
export was het gewas reeds vroeg
tijdig geruimd. Verder werd zeer
veel riet afgeleverd voor waterwer
ken en bij gebrek aan stro ook aan
cartonnagefabrieken. De vooruit
zichten voor 1952 zijn ook niet on
gunstig, aangezien reeds grote con
tracten konden worden afgesloten
met Duitsland voor riet van de nieu
we oogst. In deze bedrijfstak waren
voldoende arbeidskrachten aanwe
zig.
Rietmattenfabricage.
In deze tak van bedrijf was wei
nig te doen. Tengevolge van de min
der bevredigende gang van zaken in
de bloemisterij en tuinderij en me
de door de zachte winter werden
weinig matten gekocht. De prijs van
de rietmatten kon zich derhalve dan
ook niet handhaven op een lonend
peil. Meestal werd er met verlies
gewerkt. De export van rietmatten
naar Amerika, Engeland, Duitsland
en België was ook vrij gering en
lager dan het vorig jaar.
Over 1952 valt nog weinig te zeg
gen, aangezien men hier van vele
externe factoren afhankelijk is.
Hoepelmakerijen.
Zeer veel vraag was er naar het
artikel witte hoepels voor boterva
ten uit de Scandinavische landen. De
'productie in Nederland bleef echter
beneden het peil van hetgeen ge
vraagd werd. De prijzen waren
evenwel zeer lonend. Men staat hier
voor een steeds afnemende produc
tie, daar er bijna géén jonge ar
beidskrachten bijkomen en de ou
dere arbeiders uiteraard geleidelijk
verdwijnen. Voor grauwe hoepels
bestond een iets grotere vraag uit
het buitenland dan normaal, daar
de hoge ijzerprijzen de verbruikers
naar vervangingsmiddelen van ijze
ren hoepels deden uitzien. Voor
1952 zijn de vooruitzichten voor de
hoepelindustrie niet ongunstig.
Meubelfabrieken.
Gedurende het eerste halfjaar
van 1951 kwam er een enorme toe
vloed van orders, waaraan het Ko
reaanse conflict wellichti ten grond
slag heeft gelegen. Het kopend pu
bliek reageerde echter niet op de
zelfde wijze, waardoor bij de de
taillisten grote voorraden ontston
den. Hierdoor kwam niet alleen de
liquiditeitspositie op ernstige wijze
in het gedrang, maar openbaarde
zich tevens een ernstig tekort aan
opslagruimte. Het gevolg was, dat
men lopende orders trachtte te
anuleren of deze te wijzigen in
afroeporders, in welk laatste geval
de orders over het algemeen even
eens als verloren konden worden
beschouwd. In de fabrieken ont
stond zodoende ook een grote voor
raad, welke natuurlijk grote risi
co's met zich brengt. Bovendien viel
de export naar Engeland uit, waar
door de op dit land georiënteerde
bedrijven in moeilijkheden kwa
men. Personeel werd in dienst ge
houden in de hoop, dat de export
naar Engeland zich zou herstellen,
doch toen difinitief de onmogelijk
heid hiervan bleek en termen tot in
stelling van een wachtgeldregeling
aanwezig konden worden geacht,
bleek uitvoering ervan door het Be-
jsluit Arbeidsverhoudingen niet mo
gelijk. De import van grondstoffen
verbeterde in 1951 echter aanzien
lijk en leverde practisch geen moei
lijkheden meer op. De verwachtin
gen voor 1952 zijn niet gunstig, ten
zij een internationale regeling voor
verbetering van de exportmogelijk
heden wordt getroffen.
Lederwaren- en
handschoenenindustrie.
Voor lederwaren en handschoe
nen was het begin van het jaar goed
te noemen, er kwamen behoorlijke
orders. Voor luxe handschoenen
blijft de gemakkelijke import van
deze artikelen uit het buitenland
en de lagere prijs van het buiten
landse product altijd nog remmend
werken op de Nederlandse indu
strie.
De oorzaak van het lager liggen
van de prijs van de buitenlandse
producten is de geringere omzetbe
lasting op deze artikelen. Bij im
port wordt n.l. weeldebelasting ad
15 van de importwaarde geheven,
terwijl door de Nederlandse fabri
kant de weeldebelasting moet wor
den betaald op de opbrengst. Een
voorbeeld zal u dit wellicht verdui
delijken Op een paar handschoe
nen, welke 8.importprijs kos
ten, komt 15 omzetbelasting van
8.dus 1.20. De handschoenen
komen dan voor de winkelier op
8.1.20 4- 20 grossiers
winst ad 1.84, in totaal dus 11.04.
Op handschoenen door de Neder
landse fabrikant aan de winkelier
geleverd a 11.04 is belasting ver
schuldigd van 15 van 11.04, dus
1.66 of 0.46 meer dan bij invoer.
Bovendien is door de Nederlandse
fabrikant reeds betaald 6 invoer
rechten op het leder en 33 invoer
rechten op voerings, welke evenals
het leder veelal uit het buitenland
moeten worden betrokken.
Het ligt voor de hand, dat de
luxe-handschoenenindustrie vraagt
naar meer begrip bij de regering en
naar een rechtvaardige verdeling
van de lasten.
Voor de lederwaren voor de rij
wielbranche is het jaar 1951 vrij
slecht geweest. Als oorzaak zou
misschien kunnen worden aangege
ven een over het algemeen verza
digde markt. De concurrentie in de
ze artikelen is bovendien buitenge
woon groot, terwijl ook het weer in