Waaiwijkse en Langstraatse Courant
0.e e.co.noJnisc&e. tae.stan.cL
WEDERGEBOORTE
Wees niet
koffie-krenterig!
in de Langstraat voor en tijdens
de Tweede Wereldoorlog.
DE GROOTSTE
ECONOMISCHE
PLUNDERING.
Last ran cenuwenf
■KBEBBaSEBnBBBHaaM
Engeland staat model voor de organisatie van
Bescherming Bevolking".
Studie groepen uit 15 landen daar reeds ,,ter school" geweest
Voor vlijtige handen
VAN KRUGER TOT MAIAN
Lk.
VRIJDAG 7 MAART 1952
Uitgever
Waaiwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
DE m \M HET ZUIDEN
75e JAARGANG No. 20
Abonnement
2.60 franco p. p.
18 cent per week
speciaal tarief.
2.35 per kwartaal
Advertentie-prijs
10 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
OPGERICHT 1878
SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121
TEL.-ADRES „ECHO"
Om gebeurtenissen en feiten juist te kunnen beoordelen en op
de juiste waarde te kunnen schatten, moet men er afstand van
kunnen nemen. Eerst wanneer een gebeurtenis of een toestand
geschiedenis gaat worden of is geworden, kan men ze zien in
het juiste licht en plaatsen in de juiste omstandigheden en zal
het beeld dat wij er ons van gaan vormen hoe langer hoe objec
tiever worden.
Dit is dan ook een van de grote voordelen van het verslag dat
het Kantoor Waalwijk van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Noordbrabant, over de jaren 19391950 dezer dagen
het licht heeft doen zien en aan de hand waarvan we op een
afstand de situatie kunnen bekijken zoals die in de Langstraat
was voor en tijdens de oorlog, op economisch gebied.
OPLEVING IN 1939.
Graag lichten wij uit 't interes
sante rapport enkele gegevens, die
ons, goed gedocumenteerd als ze
zijn, een vrij duidelijk beeld geven
van de economische situatie en
ontwikkeling, zoals we die gekend
hebben 10 jaren geleden, maar die
we, zoals we reeds zeiden, nu be
ter dan toen doorzien en begrij
pen.
Bij het begin van de verslagpe
riode, dus in het begin van 1939,
was de algemene economische toe
stand niet onverdeeld gunstig.
Toch was er als gevolg van de po
litieke ontwikkeling reeds een be
gin van economische opleving
merkbaar. Toen op 29 Sept. 1938
de conferentie van Munchen plaats
vond, waarbij de geallieerden Hit-
Iers eisen inwilligden, om tijd te
winnen voor een eventuele oor
logsvoorbereiding, leidde dit tot
een sterk toenemende activiteit in
de landen van de geallieerden,
waarvan ons land ook steeds meer
de symptonen merkte. In de eer
ste maanden van 1939 nam dan ook
de activiteit in het district van de
Kamer steeds toe. Op 15 April
1939 bedroeg het aantal geheel
werklozen 1.564 tegen 2,335 op de
zelfde datum in .1938, het aantal
gedeeltelijk werklozen 116 tegen
317 in 1938.
Een mijlpaal in de ontwikkeling
van de economische toestand was
3 September 1939, de dag, waarop
Engeland en Frankrijk de oorlog
verklaarden. Handel en scheep
vaart ondervonden direct ernstige
belemmeringen, maar het was een
gelukkige omstandigheid dat in de
jaren 19391940 de industrialisa
tie van Nederland grote vorderin
gen had gemaakt, zodat ons land
nu ruime mogelijkheden bezat om
in de materiële welvaart van de
bevolking te voorzien. De indu
strieën van bedrijfsgroepen ston
den onverwacht voor een dringen
de vraag, die in vele bedrijven,
zoals in de schoenindustrie, leidde
tot een ongekende drukte. De
schoenindustrie heeft dan ook van
Januari 1939 tot Mei 1940 een gro,
te opleving gekend vooral na de
oorlogsverklaring waren schoenen
een zeer gewild artikel voor het
publiek, zodat en in de winkels en
in de fabrieken de omzetten be
langrijk stegen. Het aantal werk
loze schoenarbeiders in het dis
trict van de Kamer nam dan ook
onmiddellijk af. Bezien we de pro
ductie-statistiek van de schoenin
dustrie in 1938/40, dan blijkt dat
in Waalwijk in 1938 28 onderne
mingen (met een jaarproductie van
minstens 1000 paar) 2.758 maal dui
zend paar schoenen produceerde,
in 1939 3.076 maal duizend paar
en in 1940 2.745 maal duizend.
Voor Kaatsheuvel waren deze cij
fers 50 ondernemingen met in
1938 1.168 maal duizend, in 1939
1.492 maal duizend en in 1940
1.129 maal duizend. Voor de gehele
Langstraat zien we vermeld staan
voor 1938 ruim 5 millioen paar,
voor 1939 ruim 7 millioen paar en
voor 1940 weer ruim 5 millioen.
OOK IN DE
LEERINDUSTRIE.
Ook de resultaten van de Leder
industrie na 1 Januari 1939 waren
vrij gunstig. Op 15 April 1939 wa
ren er in het district van de Kamer
nog 36 geheel en geen gedeeltelijk
werkeloze lederarbeiders tegen
resp. 116 en 5 in 1938. De binnen
landse productie van de voornaam
ste ledersoorten nam in 1939 be
duidend toe; werd er in 1938 ruim
9 millioen kg. zooileder geprodu
ceerd, in 1939 was dit ruim 10
millioen in 1938 werd er 13'Yi mil
lioen v.vt. javabox en rundsbox
e.d. geproduceerd, in 1939 bijna 19
millioen; maar ook hier zien we in
1940 een gevoelige daling intreden.
Uit de personeelscijfers kan wor
den afgeleid, dat ongeveer 85% van
de Nederl. Lederindustrie geves
tigd is in Noordbrabant Het aan
deel van de Langstraat steeg 1938-
1940 van 20 tot 24%; dat van Waal,
wijk van 11.6 tot 14.8. Opvallend is
dat hoewel Waalwijk' een veel ge
ringer aantal ondernemingen heeft
dan Gilze-Rijen, de personeels
sterkte niet in zeer grote mate ver
schilt.
In i 939 waren in de Waaiwijkse
lederfabrieken gemiddeld 64 arbei
ders ped fabriek werkzaam, in de
fabrieken te Gilze-Rijen gemiddeld
slechts 27; in Dongen was het ge
middelde 11 arbeiders per fabriek.
Er zijn van die kleine
dagelijkse genoegens in
het leven, die een mens
zich zeker gunnen moet.
Eén van die genoegens is
ons dagelijks kopje koffie
en Lve zijn er niet krenterig
mee nu de koffie vrij is.
Maar aan de p r ij s kun
nen we wat doen. Ruim
twintig cent per half pond
kunnen we besparen op
koffie van de beste soort.
Want De Gruyter's koffie
wordt met cassabon
verkocht. In deze dure tijd
maakt 10 korting op
kwaliteits-koffie zóveel uit,
dat geen enkele huisvrouw
zich veroorloven kan daar
van niet te profiteren,
i
520306
Met de komst van de Duitsers in
Mei 1940 begon de periode van de
grootste economische plundering
welke ons land in zijn geschiedenis
gekend heeft, vervolgt het rapport
van de Kamer in het hoofdstuk
over de tweede wereldoorlog.
Talrijke falbrile'ken werden ge
sloten. Voorraden en machines
werden overgeheveld naar concur
renten of naar Duitsland getrans
porteerd. Fabrikanten werden ver
plicht te fabriceren voor de bezet
ters. Arbeiders werden op grote
schaal naar Duitsland gevoerd. De
bevolking zelf nam echter haar te
genmaatregelen. Op alle mogelijke
wijze werden verordeningen ont
doken en gesaboteerd. Naast de of
ficiële, gereglementeerde industrie
en handel ontstond de niet-offi-
ciële, de z.g. „zwarte" handel en
productie. In het district van de
Kamer van Koophandel te Waal
wijk, waar een groot deel van de
nijverheid gericht is op de ver
vaardiging van noodzakelijke con
sumptiegoederen (schoenen), is
deze niet-officiële handel en pro
ductie van groot belang geweest.
Vanzelfsprekend is de omvang er
van echter niet geregistreerd, zo
dat deze zelfs niet bij benadering
kan worden aangegeven Men weet
in ieder geval dat de officiële pro
ductiecijfers geen juist beeld geven
van de situatie ook na de bevrij
ding heeft deze toestand nog enige
tijd voortgeduurd.
Door velen is hieraan meege
daan, uit alle lagen van de bevol
king. Zij, die hierbij geluk hadden,
verwierven ongedachte rijkdom
men, zoals in normale tijden
ongekend is. Later werden deze
rijkdommen weer geliquideerd,
waartoe ook de fiscus het zijne
heeft bijgedragen. Bovendien wer
den de oorlogswinsten ook vlot
uitgegeven een blijvende verster
king van de economische positie
van de streek is er dan ook niet uit
voortgekomen.
CONCENTRATIE VAN
DE INDUSTRIE.
Een van de meest ingrijpende
maatregelen van de bezetters was
de concentratie van de industrie.
Het waren voornamelijk de kleine
bedrijven welke gesloten werden.
Waren er b.v in Waalwijk in
1941 nog 24 bedrijven met een
jaarproductie van tenminste 1000
paar, in 1942 bedroeg dit aantal
nog 13; in Kaatsheuvel-Loonop-
zand liep het terug van 55 tot 13
in de gehele Langstraat van 124 tot
46. Bezien wij echter de produc
tiecijfers dan blijkt dat in Waal
wijk in 1943 de productie bijna
verdrievoudigd werd, vergeleken
bij 1941. In Kaatsheuvel-Loonop-
zand werd de productie daarente
gen in 1943 bijna gehalveerd.
Men houde echter in het oog dat
deze cijfers zeer onvolledig zijn,
omdat enquête en onderzoekingen
in die jaren achterwege zfjn ge
bleven en omdat veel fabrikanten
een beduidend aantal paren heb
ben verzwegen en dan spreken we
nog niet van de bedrijfjes die clan
destien werden opgericht of clan
destien doorwerkten.
Naar aanleiding van de verhoog,
de productie in 1943 zegt het ver
slag van de Kamer Voor een
groot deel kwam de verhoogde
productie ten goede aan de bezet
ters. In Waalwijk en „het overige
gedeelte van Noord-Brabant buiten
de Langstraat" werd in dat jaar
een recordproductie bereikt, gere
kend naar het aantal schoenen.
Het zijn vooral de grootbedrijven
geweest, welke van de maatregelen
van de bezetters hebben kunnen
profiteren. Overigens dient men
wel in aanmerking te nemen, dat
de kwaliteit van de productie in
deze jaren sterk is- gedaald. Vele
soorten, welke werden voortge
bracht, konden nog nauwelijks de
naam van schoenen dragen. Dit
ziet men ook weergegeven in de
gemiddelde productie per arbeider.
Deze bedroeg in Waalwijk in 1942
1.261 paren per jaar, in 1943 ech
ter 2.439. In „overig Noord-Bra
bant" steeg de gemiddelde produc
tie per arbeider per jaar van 1.883
in 1942 tot 2.848 paren in 1943.
Het Ieder was soms geheel vervan
gen door hout en textiel Een van
de oogmerken van de bezetters bij
deze concentratie was de bespa
ring van kolen en electriciteit. Van
Nederlandse zijde is hier aanvan
kelijk heftig tegen geageerd. Niets
baatte echter en zo werden op 11
November 1941 door het Rijksbu
reau voor Huiden en Leder de
eerste circulaires verzonden, waar
in van de stillegging mededeling
werd gedaan.
Naast het Rijksbureau voor Hui
den en Leder werd in de bezet
tingstijd een Bedrijfsgroep Leder
en Lederverwerkende Industrie
opgericht, in het kader van de or
ganisatie Woltersom.
De doorwerkende bedrijven had
den te kampen met beperkte ko
len, en electyiciteitstoewijzingen,
met personeelstekorten, met slijage
van het niet vervangbare machi
nepark en stillegging van de aan
voer van onderdelen, met gebrek
kige voorziening van grondstoffen
enz. Vooral tegen het einde van
1943 werd de materiaalvoorziening
- vooral van zoolleder zo, dat'
van een noodtoestand kon worden
gesproken. In September 1944
kwam practisch de gehele indu
strie stil te liggen. In deze tijden
organiseerden de bezetters nog
grote roofpartijen. Geroofd werden
o.a. ca. 182 ton zoolleder en surro
gaten, ruim 400.000 v. vt. overle-
der, ca. 140.000 paar schoenen,
Mijnhardt's Zenuwtabletten
helpen U er overheen.
belangrijke hoeveelheden textiel en
fournituren en van sommige be
drijven zelfs de gehele machine
installatie.
De lederindustrie ondervond voor
een groot deel op gelijke wijze als
de schoenindustrie de weerslag van
de oorlog.
De productie van zoolleder be
droeg in 1943 nog niet de helft van
de productie in 1939. Tuig- en za
delleder liep terug van 750.000 kg.
tot 141.000 enz.
En ook hier inkrimping van de
bedrijven. Waren er in de Lang
straat in 1940 33 ondernemingen
in bedrijf met tesamen 918 arbei
ders, in 1943 bedroegen deze aan
tallen resp. slechts 17 en 495.
Schrijvend over de werkgelegen
heid in de Langstraatse schoen- en
lederindustrie, wijst het verslag er
op dat in vergelijking met 1939 de
werkgelegenheid bijna is gehal
veerd, n.l. in totaal teruggelopen
met 47%. In overig Nederland in
totaal met 37 De Langstraat is
derhalve door de bezettingsmaat
regelen sterker getroffen dan de
rest van ons land in deze sector.
Geen wonder dan ook dat velen ge
dreven werden naar de niet-offi
ciële productie en handel.
(Van een speciale verslaggever).
Engeland heeft gedurende de tweede wereldoorlog zwaar geleden
onder de Blitzkrieg en de V-wapens en in Londen kan men thans
nog de littekens in het stadsbeeld zien. Men heeft daar dus alle
ondervinding kunnen opdoen* welke eigenlijk nodig is om een
organisatie ter bescherming van de burgerbevolking te kunnen
opbouwen. Mèt die ondervinding en in het besef, dat men bij het
uitbreken van een eventuele derde wereldoorlog paraat dient te
zijn, is men daar al enkele jaren bezig met de opbouw van de
Civil Defence (Burgerlijke verdediging)., En het is niet verwon
derlijk, dat onze Nederlandse Bescherming Bevolking zich de
Engelse tot voorbeeld gekozen heeft. Evenals dat ook reeds een
vijftiental andere landen hebben gedaan, Amerika incluis. Vorige
week heeft de Nederlandse provinciale en nieuwsbladpers de ge
legenheid gekregen, zich ter plaatse op de hoogte te stellen van
de Engelse organisatie, de recrutering, de werking der diensten,
de opleiding der instructeurs en commandanten e.d. Een onzer
verslaggevers maakte deel uit van deze groep journalisten en
geeft hieronder een korte indruk van zijn bevindingen1.,
Door vertraging van het vlieg
tuig waarmee onze groep de reis
naar Londen maakte, waren de
Engelsen genoodzaakt diverse pro
gramma-onderdelen in te korten.
Men kan niet zeggen, dat dit af
breuk deed aan het nut van de
studiereis, want alle sprekers ver
stonden de kunst om in de kortere
tijd welke hun ter beschikking
bleef, toch het essentiële te vertel
len. Jammer genoeg moesten wij
het spectaculaire gezicht van een
grote oefening der Londense
brandweer echter missen.
Wij kunnen als conclusie van de
excursie gerust voorop zeggen, dat
Nederland met de opzet van zijn
organisatie, zijn stafschool enz.
heus geen slecht figuur maakt in
vergelijking met Engeland, al is
de leermeester uiteraard verder en
beschikt hij over meer tastbare re
sultaten dan wij hier. En in verge,
lijking met andere landen, zoals
bijv. Frankrijk, België e.a. kunnen
wij tevreden zijn, wat echter aller
minst wil zeggen, dat wij er nu al
zijn. Integendeel, 99% moet nog
gedaan worden. De basis is echter
gelegd
De Bescherming Bevolking in
Engeland steunt ook op de plaat
selijke organisaties, waarvan de
zelfbescherming de pijler is. Haar
organisatie tot in onderdelen uit
eenzetten heeft hier geen zin. Al
is het interessant te vermelden,
dat de regering niet alle kosten
voor haar rekening neemt. Ander
mans geld is gemakkelijk uitgeven,
zo redeneert men en daarom moet
elke plaats zelf 25 van de to-
taalkosten dragen. De andere 75
vergoedt de regering.
De Civil Defence is eigenlijk een
coördinatie van bestaande dien
sten, die in vredestijd naast el
kaar werken. Politie, brandweer,
Rode Kruis, E.H.B.O., technische
diensten enz. komen in oorlogstijd
onder één bevel. Want samenwer
king is nodig, zowel ter plaatse als
in naaste en verdere omgeving.
(Bq grotere rampen). Wil men
echter voor het geval er oorlog
komt paraat zijn, dan moet men
thans de organisatie opbouwen,
moet men thans oefenen en in
strueren. Dat ziet men ginds in en
daarom is de recrutering voor al
lerlei diensten in volle gang. Door
middel van affiches, advertenties,
strooibiljetjes, films, e.d. wordt de
bevolking bewerkt. Over de resul
taten is men niet ontevreden, al
loopt het niet storm met de aan
meldingen. Maar van de ene kant
is dat goed, want een lawine zou
men immers niet kunnen verwer
ken. Toch hoopt men, dat zich een
voldoend aantal zal opgeven, zo
dat men bij eventueel oorlogsgevaar
de stroom van aanmeldingen zal
kunnen verwerken, want dan zal
elke Engelse man en vrouw zich
melden. Daar is men zeker van.
Het is echter beter in dat geval
voor 50 klaar te zijn, dan niets
te hebben.
Men draaide voor ons enkele
suggestieve films. „Fire's the ene,
my" werft leden voor de brand
weer en laat in flitsende beelden
zien, hoe de oefeningen verlopen,
hoe de opleiding is en wat bereikt
kan worden. „It's still time" apel-
leert op het sentiment en werft
voor de opruimings, en hulpploe
gen.
In Sunningdale, het Britse „De
Schaffelaar", op een prachtig
landgoed op 40 km. van Londen
gelegen, worden de mannen opge
leid, die in tijd van oorlog de red
dingsdiensten zullen commande,
ren. Zij krijgen les van instruc
teurs met oorlogservaring. De
school leverde reeds 1000 uian af,
die allen een cursus van 5 weken
volgden. De aanmelding is zo
groot, dat men thans sterk aan het
uitbreiden is, zodat in de herfst
van dit jaar telkens 120 cursisten
geplaatst kunnen worden. (De
nieuwbouw kost maar even 20 mil
lioen gulden). Het ligt voor de
hand, dat de Britse regering dit
geld en de millioenen die overal
in het land aan de burgerlijke ver
dediging worden gespendeerd,
goed bestead acht. Immers, vele
levens zullen er door gered wor
den, veel fabrieken en steden zal
men er door in stand kunnen hou
den wanneer er eventuele lucht
aanvallen op Engeland zouden
worden uitgevoerd. De industrie,
die de maatregelen welke zij neemt
grotendeels op eigen kosten moet
verrichten, (op het eind van het
jaar mag zij waarschijnlijk 50
van de gemaakte kosten van de
belastingen aftrekken) doet dit om
dezelfde redenen. En het zegt wel
iets, dat thans reeds 15.000 men
sen uit de industrie op de wacht
lijst staan voor instructeursoplei
ding De ondervinding heeft ook
haar' geleerd, dat tijdige Voorbe
reiding van zelfbescherming drin
gend nodig is.
Grote indruk op ons gezelschap
maakte de demonstratie in een on,
dergrondse meldingspost onder de
City Hall van Westminster te Lon
den. Daar stond een veteraan van
de laatste oorlog een „amateur
van de Civil Defence", zoals hij
zich noemde ons uit te leggen,
hoe de meldingen binnenkwamen
en werden doorgegeven, hoe hulp
werd verleend en bij het uitvallen
van verbindingen toch nog gewerkt
kon worden. Het was indrukwek
kend en bewonderenswaardig. El
ke seconde tijdverlies werd ver
meden, omdat dit anders verlies
van mensenlevens en stadsdelen
zou kunnen betekenen.
in het schoonmaakgetij Hamea-Geleï
Met de rook van een blusdemon
stratie op een trainingsschool nog
in onze ogen trokken wij ons te
rug ervan overtuigd, dat Engeland
zich niet zonder reden zoveel
moeite geeft voor de inrichting
van een Civil Defence en voldoen
de oefening van haar leden. Moge
ons volk hier een voorbeeld aan
nemen, wanneer over enkele maan
den met de werving voor de Be
scherming Bevolking zal worden
begonnen.
v. d. Z.
Uit die blou van onse hentel
uit die diepte van ons see
Oer ons ewige gebergtes
waar die kranse antwoord gee
Deur ons ver verlate vlaktes
met die kreun van ossewa
Ruis die stem vain ons geliefde
van ons land Suid Afrika
Ons sal antwoord op jou roepstem
ons sal offer wat jij vra
Ons sal lewe, ons sal sterwe
ons vir jou, Suid Afrika
(Die stem van Suid Afrika).
In 1902 tekenen de Boerengeneraals
de smadelijke vrede van Vereniging.
En daarna heerst de chaos.
Vrouwen en kinderen missen de kost
winners. Burgers staren naar de puin
hopen van hun verbrande boerderijen,
de kadavers van hun afgeslacht vee. En
overal zijn graven. Na de heroïsche
strijd komt de moedeloze inzinking.
De Engelse Hoge Commissaris, Lord
Milner, doet wat hij kan om in deze
toestand verbetering te brengen. Maar
de hooghartige, stijfhoofdige Engelse
edelman vindt geen aanknopingspunt,
noch bij de bevolking, noch bij de voor
malige leiders. En hij heeft de wind in
alle opzichten tegen.
Zijn staf van jonge ambtenaren, spot
tend als „de bewaarschool" betiteld, heeft
het hoofd vol theorieën, maar mist er
varing. Naast het lijdelijk verzet der be
volking zijn daar de plagen van droogte
en sprinkhanen, de kaffers gaan niet
naar de mijnen terug. Tegen Milners po
litiek van verengelsing der scholen ko
men de kerken in 't geweer. Wat er
gebeurt of niet gebeurt, Milner is de
zondebok. En heel handig trekken de
voormannen der Boeren daarvan partij.
CHINESE SLAVERNIJ!
Milner graaft zijn eigen politieke graf
als hij in arren moede Chinese koelies
importeert voor het allernoodzakelijkste
werk: het weer op gang brengen van de
goudmijnen, de welvaartsbronnen van 't
Transvaalse land. De Boerenleiders,
vooral Botha en Smuts, luiden de alarm
klokmaar dat gelui wordt ginds,
in Engeland, overgenomen. Daar azen
de liberalen op hun kans, de Tories uit
het regeerkasteel te verdrijven en onder
de leus: „Weg met de Chinese Slaver
nij" beginnen zij een verkiezingscampag
ne die het Britse volk tegen de regering-
Chamberlain zodanig ophitst, dat het
eind een Liberale overwinning is!
Botha en Smuts hebben deze ontwik
keling (hun reeds door Lord Kitchener
voorspeld) niet lijdzaam gadegeslagen.
Ze zien hun kans. De liberale regering
zal de Transvaal zelfbestuur moeten ge
ven.
De Boerenleiders spreken met de libe
rale voormannen en al zijn er onder hen,
met name Winston Churchill, die nog
een weinig wantrouwend tegenover de
verlangens der Boeren staan, men kan
met goed fatsoen niet anders doen dan
ze hun zin geven. Want de Liberalen
weten, ondanks alle verkiezingshetze,
heel goed dat men die Chinezen nog niet
missen kan. Daarom dragen ze de liqui
datie van deze onfrisse aangelegenheid
véél liever op aan de Boeren zélf. En
door ze zelfbestuur te geven, maakt men
nog een mooi liberaal gebaar ook.
Botha bemerkt dat hij op het winnen
de paard heeft gewed, toen hij aanslui
ting zocht bij de Britse liberalen. Zij
nerzijds geeft hij de verzekering van de
loyaliteit der Boeren: er is geen dorst
naar wraak, er is alleen de wens het
land te doen opleven. Maar dat kan al
leen onder een eigen Boerenregering!
NAAR DE EENHEID.
Het verloopt niet allemaal zo glad.
Vele Transvalers en vooral Vrijstaters
kunnen het maar slecht zetten, dat Bo
tha en Smuts zo met de Britten aanpap
pen en loyaliteitsverklaringen afleggen.
Smuts ontmoet fel verzet als hij, als mi
nister van onderwijs, het Afrikaans op
de scholen geen voorkeur wil geven bo
ven het Engels. De mening van Botha
en Smuts, dat er alleen in samenwerking
met Engeland nog een toekomst voor
Zuid-Afrika is, wordt lang niet door al
le Boeren gedeeld. Er is voorts nogal
wat wrijving tussen Transvaal en Oran
je Vrijstaat. De Vrijstaters hebben de
Transvalers broederlijk geholpen en in
vele gevallen het spit afgebeten. Nu gaat
de Transvaal economisch snel vooruit en
de agrarische Vrijstaat blijft achter.
Terwijl Botha en Smuts de Volkspartij
organiseren, groeit langzaam een oppo
sitie die nog niet openlijk tevoorschijn
treedt, en haar voormannen vindt in
oud-president Steyn, Christiaan de Wet
en Generaal Herzorg.
Steeds meer echter raakt Botha er
van overtuigd, dat Zuid-Afrika: het
Kaapland, de Vrijstaat, de Transvaal en
Natal, één moet worden. Een conferen
tie over de spoorwegtarieven maakt hem,
en vele anderen, dit volkomen duidelijk.
En dan begint de grote strijd om de
Zuid-Afrikaanse Unie.
ZUID-AFRIKA VERENIGD.
Uit alle delen van het land komen de
afgevaardigden naar Durban, waar En
gelse oorlogsschepen saluutschoten af
vuren. Hier worden de debatten gevoerd.
Voorlopig ziet iedere groep nog alléén
het eigen belang, probeert ieder zoveel
mogelijk voordelen uit de vereniging te
halen. Sentimenten en vooroordelen,
sympathieën en antipathieën spreken n
geducht woordje mee. Een bijna onover-
komenlijk struikelblok vormt bijvoor
beeld de vlag der Unie. Zoveel hoofden,
zoveel zinnen!
Maar gestadig vordert het werk. Voor
al Botha is onvermoeid bezig, compro
missen te sluiten, oplossingen te vinden.
Wat zal de hoofdstad van de Unie zijn?
Tenslotte vindt men ook hiervoor een
oplossing: het parlement zal bijeenko
men in Kaapstad, de departementen zul
len worden gevestigd in Pretoria, Bloem
fontein zal de zetel zijn van het recht en
van de wetenschap.
Het is een wonderlijk gezelschap, dat
daar in Durban bijeen is. Bijna al de
voormannen uit de Boerenoorlog zitten
er, stoere, gebaarde mannen, dragers
van beroemde namen: Botha, Smuts,
Steyn, De la Rey, Christiaan de Wet,
Malan..., maar onder de afgevaardigden
is ook Dr. Jameson, die eens de brutale
raid in het Transvaalse land waagde op
order van Cecil Rhodes, en die thans
het ideaal van deze geniale „empire-
builder": Zuid-Afrika één!, toch nog in
vervulling ziet gaan...
Op 31 Mei 1910, op de dag af 8 jaar
na de vrede van Vereniging, is het zo
ver.
De Zuid-Afrikaanse Unie is geboren.
In plechtige zitting wordt het besluit
bekrachtigd. Nog zetelt in Kaapstad de
Britse Gouverneur-Generaal, maar Louis
Botha wordt de eerste minister-president
van de Zuid-Afrikaanse Unie.
De smaad van Vereniging is door
deze vereniging gewroken.
De wedergeboorte van Zuid-Afrika is
een feit!
(Nadruk verboden.