Waaiwijkse en Langstraatse Courant 0.e e.co.noJnisc&e. tae.stan.cL WEDERGEBOORTE Wees niet koffie-krenterig! in de Langstraat voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. DE GROOTSTE ECONOMISCHE PLUNDERING. Last ran cenuwenf ■KBEBBaSEBnBBBHaaM Engeland staat model voor de organisatie van Bescherming Bevolking". Studie groepen uit 15 landen daar reeds ,,ter school" geweest Voor vlijtige handen VAN KRUGER TOT MAIAN Lk. VRIJDAG 7 MAART 1952 Uitgever Waaiwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE m \M HET ZUIDEN 75e JAARGANG No. 20 Abonnement 2.60 franco p. p. 18 cent per week speciaal tarief. 2.35 per kwartaal Advertentie-prijs 10 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 TEL.-ADRES „ECHO" Om gebeurtenissen en feiten juist te kunnen beoordelen en op de juiste waarde te kunnen schatten, moet men er afstand van kunnen nemen. Eerst wanneer een gebeurtenis of een toestand geschiedenis gaat worden of is geworden, kan men ze zien in het juiste licht en plaatsen in de juiste omstandigheden en zal het beeld dat wij er ons van gaan vormen hoe langer hoe objec tiever worden. Dit is dan ook een van de grote voordelen van het verslag dat het Kantoor Waalwijk van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Noordbrabant, over de jaren 19391950 dezer dagen het licht heeft doen zien en aan de hand waarvan we op een afstand de situatie kunnen bekijken zoals die in de Langstraat was voor en tijdens de oorlog, op economisch gebied. OPLEVING IN 1939. Graag lichten wij uit 't interes sante rapport enkele gegevens, die ons, goed gedocumenteerd als ze zijn, een vrij duidelijk beeld geven van de economische situatie en ontwikkeling, zoals we die gekend hebben 10 jaren geleden, maar die we, zoals we reeds zeiden, nu be ter dan toen doorzien en begrij pen. Bij het begin van de verslagpe riode, dus in het begin van 1939, was de algemene economische toe stand niet onverdeeld gunstig. Toch was er als gevolg van de po litieke ontwikkeling reeds een be gin van economische opleving merkbaar. Toen op 29 Sept. 1938 de conferentie van Munchen plaats vond, waarbij de geallieerden Hit- Iers eisen inwilligden, om tijd te winnen voor een eventuele oor logsvoorbereiding, leidde dit tot een sterk toenemende activiteit in de landen van de geallieerden, waarvan ons land ook steeds meer de symptonen merkte. In de eer ste maanden van 1939 nam dan ook de activiteit in het district van de Kamer steeds toe. Op 15 April 1939 bedroeg het aantal geheel werklozen 1.564 tegen 2,335 op de zelfde datum in .1938, het aantal gedeeltelijk werklozen 116 tegen 317 in 1938. Een mijlpaal in de ontwikkeling van de economische toestand was 3 September 1939, de dag, waarop Engeland en Frankrijk de oorlog verklaarden. Handel en scheep vaart ondervonden direct ernstige belemmeringen, maar het was een gelukkige omstandigheid dat in de jaren 19391940 de industrialisa tie van Nederland grote vorderin gen had gemaakt, zodat ons land nu ruime mogelijkheden bezat om in de materiële welvaart van de bevolking te voorzien. De indu strieën van bedrijfsgroepen ston den onverwacht voor een dringen de vraag, die in vele bedrijven, zoals in de schoenindustrie, leidde tot een ongekende drukte. De schoenindustrie heeft dan ook van Januari 1939 tot Mei 1940 een gro, te opleving gekend vooral na de oorlogsverklaring waren schoenen een zeer gewild artikel voor het publiek, zodat en in de winkels en in de fabrieken de omzetten be langrijk stegen. Het aantal werk loze schoenarbeiders in het dis trict van de Kamer nam dan ook onmiddellijk af. Bezien we de pro ductie-statistiek van de schoenin dustrie in 1938/40, dan blijkt dat in Waalwijk in 1938 28 onderne mingen (met een jaarproductie van minstens 1000 paar) 2.758 maal dui zend paar schoenen produceerde, in 1939 3.076 maal duizend paar en in 1940 2.745 maal duizend. Voor Kaatsheuvel waren deze cij fers 50 ondernemingen met in 1938 1.168 maal duizend, in 1939 1.492 maal duizend en in 1940 1.129 maal duizend. Voor de gehele Langstraat zien we vermeld staan voor 1938 ruim 5 millioen paar, voor 1939 ruim 7 millioen paar en voor 1940 weer ruim 5 millioen. OOK IN DE LEERINDUSTRIE. Ook de resultaten van de Leder industrie na 1 Januari 1939 waren vrij gunstig. Op 15 April 1939 wa ren er in het district van de Kamer nog 36 geheel en geen gedeeltelijk werkeloze lederarbeiders tegen resp. 116 en 5 in 1938. De binnen landse productie van de voornaam ste ledersoorten nam in 1939 be duidend toe; werd er in 1938 ruim 9 millioen kg. zooileder geprodu ceerd, in 1939 was dit ruim 10 millioen in 1938 werd er 13'Yi mil lioen v.vt. javabox en rundsbox e.d. geproduceerd, in 1939 bijna 19 millioen; maar ook hier zien we in 1940 een gevoelige daling intreden. Uit de personeelscijfers kan wor den afgeleid, dat ongeveer 85% van de Nederl. Lederindustrie geves tigd is in Noordbrabant Het aan deel van de Langstraat steeg 1938- 1940 van 20 tot 24%; dat van Waal, wijk van 11.6 tot 14.8. Opvallend is dat hoewel Waalwijk' een veel ge ringer aantal ondernemingen heeft dan Gilze-Rijen, de personeels sterkte niet in zeer grote mate ver schilt. In i 939 waren in de Waaiwijkse lederfabrieken gemiddeld 64 arbei ders ped fabriek werkzaam, in de fabrieken te Gilze-Rijen gemiddeld slechts 27; in Dongen was het ge middelde 11 arbeiders per fabriek. Er zijn van die kleine dagelijkse genoegens in het leven, die een mens zich zeker gunnen moet. Eén van die genoegens is ons dagelijks kopje koffie en Lve zijn er niet krenterig mee nu de koffie vrij is. Maar aan de p r ij s kun nen we wat doen. Ruim twintig cent per half pond kunnen we besparen op koffie van de beste soort. Want De Gruyter's koffie wordt met cassabon verkocht. In deze dure tijd maakt 10 korting op kwaliteits-koffie zóveel uit, dat geen enkele huisvrouw zich veroorloven kan daar van niet te profiteren, i 520306 Met de komst van de Duitsers in Mei 1940 begon de periode van de grootste economische plundering welke ons land in zijn geschiedenis gekend heeft, vervolgt het rapport van de Kamer in het hoofdstuk over de tweede wereldoorlog. Talrijke falbrile'ken werden ge sloten. Voorraden en machines werden overgeheveld naar concur renten of naar Duitsland getrans porteerd. Fabrikanten werden ver plicht te fabriceren voor de bezet ters. Arbeiders werden op grote schaal naar Duitsland gevoerd. De bevolking zelf nam echter haar te genmaatregelen. Op alle mogelijke wijze werden verordeningen ont doken en gesaboteerd. Naast de of ficiële, gereglementeerde industrie en handel ontstond de niet-offi- ciële, de z.g. „zwarte" handel en productie. In het district van de Kamer van Koophandel te Waal wijk, waar een groot deel van de nijverheid gericht is op de ver vaardiging van noodzakelijke con sumptiegoederen (schoenen), is deze niet-officiële handel en pro ductie van groot belang geweest. Vanzelfsprekend is de omvang er van echter niet geregistreerd, zo dat deze zelfs niet bij benadering kan worden aangegeven Men weet in ieder geval dat de officiële pro ductiecijfers geen juist beeld geven van de situatie ook na de bevrij ding heeft deze toestand nog enige tijd voortgeduurd. Door velen is hieraan meege daan, uit alle lagen van de bevol king. Zij, die hierbij geluk hadden, verwierven ongedachte rijkdom men, zoals in normale tijden ongekend is. Later werden deze rijkdommen weer geliquideerd, waartoe ook de fiscus het zijne heeft bijgedragen. Bovendien wer den de oorlogswinsten ook vlot uitgegeven een blijvende verster king van de economische positie van de streek is er dan ook niet uit voortgekomen. CONCENTRATIE VAN DE INDUSTRIE. Een van de meest ingrijpende maatregelen van de bezetters was de concentratie van de industrie. Het waren voornamelijk de kleine bedrijven welke gesloten werden. Waren er b.v in Waalwijk in 1941 nog 24 bedrijven met een jaarproductie van tenminste 1000 paar, in 1942 bedroeg dit aantal nog 13; in Kaatsheuvel-Loonop- zand liep het terug van 55 tot 13 in de gehele Langstraat van 124 tot 46. Bezien wij echter de produc tiecijfers dan blijkt dat in Waal wijk in 1943 de productie bijna verdrievoudigd werd, vergeleken bij 1941. In Kaatsheuvel-Loonop- zand werd de productie daarente gen in 1943 bijna gehalveerd. Men houde echter in het oog dat deze cijfers zeer onvolledig zijn, omdat enquête en onderzoekingen in die jaren achterwege zfjn ge bleven en omdat veel fabrikanten een beduidend aantal paren heb ben verzwegen en dan spreken we nog niet van de bedrijfjes die clan destien werden opgericht of clan destien doorwerkten. Naar aanleiding van de verhoog, de productie in 1943 zegt het ver slag van de Kamer Voor een groot deel kwam de verhoogde productie ten goede aan de bezet ters. In Waalwijk en „het overige gedeelte van Noord-Brabant buiten de Langstraat" werd in dat jaar een recordproductie bereikt, gere kend naar het aantal schoenen. Het zijn vooral de grootbedrijven geweest, welke van de maatregelen van de bezetters hebben kunnen profiteren. Overigens dient men wel in aanmerking te nemen, dat de kwaliteit van de productie in deze jaren sterk is- gedaald. Vele soorten, welke werden voortge bracht, konden nog nauwelijks de naam van schoenen dragen. Dit ziet men ook weergegeven in de gemiddelde productie per arbeider. Deze bedroeg in Waalwijk in 1942 1.261 paren per jaar, in 1943 ech ter 2.439. In „overig Noord-Bra bant" steeg de gemiddelde produc tie per arbeider per jaar van 1.883 in 1942 tot 2.848 paren in 1943. Het Ieder was soms geheel vervan gen door hout en textiel Een van de oogmerken van de bezetters bij deze concentratie was de bespa ring van kolen en electriciteit. Van Nederlandse zijde is hier aanvan kelijk heftig tegen geageerd. Niets baatte echter en zo werden op 11 November 1941 door het Rijksbu reau voor Huiden en Leder de eerste circulaires verzonden, waar in van de stillegging mededeling werd gedaan. Naast het Rijksbureau voor Hui den en Leder werd in de bezet tingstijd een Bedrijfsgroep Leder en Lederverwerkende Industrie opgericht, in het kader van de or ganisatie Woltersom. De doorwerkende bedrijven had den te kampen met beperkte ko len, en electyiciteitstoewijzingen, met personeelstekorten, met slijage van het niet vervangbare machi nepark en stillegging van de aan voer van onderdelen, met gebrek kige voorziening van grondstoffen enz. Vooral tegen het einde van 1943 werd de materiaalvoorziening - vooral van zoolleder zo, dat' van een noodtoestand kon worden gesproken. In September 1944 kwam practisch de gehele indu strie stil te liggen. In deze tijden organiseerden de bezetters nog grote roofpartijen. Geroofd werden o.a. ca. 182 ton zoolleder en surro gaten, ruim 400.000 v. vt. overle- der, ca. 140.000 paar schoenen, Mijnhardt's Zenuwtabletten helpen U er overheen. belangrijke hoeveelheden textiel en fournituren en van sommige be drijven zelfs de gehele machine installatie. De lederindustrie ondervond voor een groot deel op gelijke wijze als de schoenindustrie de weerslag van de oorlog. De productie van zoolleder be droeg in 1943 nog niet de helft van de productie in 1939. Tuig- en za delleder liep terug van 750.000 kg. tot 141.000 enz. En ook hier inkrimping van de bedrijven. Waren er in de Lang straat in 1940 33 ondernemingen in bedrijf met tesamen 918 arbei ders, in 1943 bedroegen deze aan tallen resp. slechts 17 en 495. Schrijvend over de werkgelegen heid in de Langstraatse schoen- en lederindustrie, wijst het verslag er op dat in vergelijking met 1939 de werkgelegenheid bijna is gehal veerd, n.l. in totaal teruggelopen met 47%. In overig Nederland in totaal met 37 De Langstraat is derhalve door de bezettingsmaat regelen sterker getroffen dan de rest van ons land in deze sector. Geen wonder dan ook dat velen ge dreven werden naar de niet-offi ciële productie en handel. (Van een speciale verslaggever). Engeland heeft gedurende de tweede wereldoorlog zwaar geleden onder de Blitzkrieg en de V-wapens en in Londen kan men thans nog de littekens in het stadsbeeld zien. Men heeft daar dus alle ondervinding kunnen opdoen* welke eigenlijk nodig is om een organisatie ter bescherming van de burgerbevolking te kunnen opbouwen. Mèt die ondervinding en in het besef, dat men bij het uitbreken van een eventuele derde wereldoorlog paraat dient te zijn, is men daar al enkele jaren bezig met de opbouw van de Civil Defence (Burgerlijke verdediging)., En het is niet verwon derlijk, dat onze Nederlandse Bescherming Bevolking zich de Engelse tot voorbeeld gekozen heeft. Evenals dat ook reeds een vijftiental andere landen hebben gedaan, Amerika incluis. Vorige week heeft de Nederlandse provinciale en nieuwsbladpers de ge legenheid gekregen, zich ter plaatse op de hoogte te stellen van de Engelse organisatie, de recrutering, de werking der diensten, de opleiding der instructeurs en commandanten e.d. Een onzer verslaggevers maakte deel uit van deze groep journalisten en geeft hieronder een korte indruk van zijn bevindingen1., Door vertraging van het vlieg tuig waarmee onze groep de reis naar Londen maakte, waren de Engelsen genoodzaakt diverse pro gramma-onderdelen in te korten. Men kan niet zeggen, dat dit af breuk deed aan het nut van de studiereis, want alle sprekers ver stonden de kunst om in de kortere tijd welke hun ter beschikking bleef, toch het essentiële te vertel len. Jammer genoeg moesten wij het spectaculaire gezicht van een grote oefening der Londense brandweer echter missen. Wij kunnen als conclusie van de excursie gerust voorop zeggen, dat Nederland met de opzet van zijn organisatie, zijn stafschool enz. heus geen slecht figuur maakt in vergelijking met Engeland, al is de leermeester uiteraard verder en beschikt hij over meer tastbare re sultaten dan wij hier. En in verge, lijking met andere landen, zoals bijv. Frankrijk, België e.a. kunnen wij tevreden zijn, wat echter aller minst wil zeggen, dat wij er nu al zijn. Integendeel, 99% moet nog gedaan worden. De basis is echter gelegd De Bescherming Bevolking in Engeland steunt ook op de plaat selijke organisaties, waarvan de zelfbescherming de pijler is. Haar organisatie tot in onderdelen uit eenzetten heeft hier geen zin. Al is het interessant te vermelden, dat de regering niet alle kosten voor haar rekening neemt. Ander mans geld is gemakkelijk uitgeven, zo redeneert men en daarom moet elke plaats zelf 25 van de to- taalkosten dragen. De andere 75 vergoedt de regering. De Civil Defence is eigenlijk een coördinatie van bestaande dien sten, die in vredestijd naast el kaar werken. Politie, brandweer, Rode Kruis, E.H.B.O., technische diensten enz. komen in oorlogstijd onder één bevel. Want samenwer king is nodig, zowel ter plaatse als in naaste en verdere omgeving. (Bq grotere rampen). Wil men echter voor het geval er oorlog komt paraat zijn, dan moet men thans de organisatie opbouwen, moet men thans oefenen en in strueren. Dat ziet men ginds in en daarom is de recrutering voor al lerlei diensten in volle gang. Door middel van affiches, advertenties, strooibiljetjes, films, e.d. wordt de bevolking bewerkt. Over de resul taten is men niet ontevreden, al loopt het niet storm met de aan meldingen. Maar van de ene kant is dat goed, want een lawine zou men immers niet kunnen verwer ken. Toch hoopt men, dat zich een voldoend aantal zal opgeven, zo dat men bij eventueel oorlogsgevaar de stroom van aanmeldingen zal kunnen verwerken, want dan zal elke Engelse man en vrouw zich melden. Daar is men zeker van. Het is echter beter in dat geval voor 50 klaar te zijn, dan niets te hebben. Men draaide voor ons enkele suggestieve films. „Fire's the ene, my" werft leden voor de brand weer en laat in flitsende beelden zien, hoe de oefeningen verlopen, hoe de opleiding is en wat bereikt kan worden. „It's still time" apel- leert op het sentiment en werft voor de opruimings, en hulpploe gen. In Sunningdale, het Britse „De Schaffelaar", op een prachtig landgoed op 40 km. van Londen gelegen, worden de mannen opge leid, die in tijd van oorlog de red dingsdiensten zullen commande, ren. Zij krijgen les van instruc teurs met oorlogservaring. De school leverde reeds 1000 uian af, die allen een cursus van 5 weken volgden. De aanmelding is zo groot, dat men thans sterk aan het uitbreiden is, zodat in de herfst van dit jaar telkens 120 cursisten geplaatst kunnen worden. (De nieuwbouw kost maar even 20 mil lioen gulden). Het ligt voor de hand, dat de Britse regering dit geld en de millioenen die overal in het land aan de burgerlijke ver dediging worden gespendeerd, goed bestead acht. Immers, vele levens zullen er door gered wor den, veel fabrieken en steden zal men er door in stand kunnen hou den wanneer er eventuele lucht aanvallen op Engeland zouden worden uitgevoerd. De industrie, die de maatregelen welke zij neemt grotendeels op eigen kosten moet verrichten, (op het eind van het jaar mag zij waarschijnlijk 50 van de gemaakte kosten van de belastingen aftrekken) doet dit om dezelfde redenen. En het zegt wel iets, dat thans reeds 15.000 men sen uit de industrie op de wacht lijst staan voor instructeursoplei ding De ondervinding heeft ook haar' geleerd, dat tijdige Voorbe reiding van zelfbescherming drin gend nodig is. Grote indruk op ons gezelschap maakte de demonstratie in een on, dergrondse meldingspost onder de City Hall van Westminster te Lon den. Daar stond een veteraan van de laatste oorlog een „amateur van de Civil Defence", zoals hij zich noemde ons uit te leggen, hoe de meldingen binnenkwamen en werden doorgegeven, hoe hulp werd verleend en bij het uitvallen van verbindingen toch nog gewerkt kon worden. Het was indrukwek kend en bewonderenswaardig. El ke seconde tijdverlies werd ver meden, omdat dit anders verlies van mensenlevens en stadsdelen zou kunnen betekenen. in het schoonmaakgetij Hamea-Geleï Met de rook van een blusdemon stratie op een trainingsschool nog in onze ogen trokken wij ons te rug ervan overtuigd, dat Engeland zich niet zonder reden zoveel moeite geeft voor de inrichting van een Civil Defence en voldoen de oefening van haar leden. Moge ons volk hier een voorbeeld aan nemen, wanneer over enkele maan den met de werving voor de Be scherming Bevolking zal worden begonnen. v. d. Z. Uit die blou van onse hentel uit die diepte van ons see Oer ons ewige gebergtes waar die kranse antwoord gee Deur ons ver verlate vlaktes met die kreun van ossewa Ruis die stem vain ons geliefde van ons land Suid Afrika Ons sal antwoord op jou roepstem ons sal offer wat jij vra Ons sal lewe, ons sal sterwe ons vir jou, Suid Afrika (Die stem van Suid Afrika). In 1902 tekenen de Boerengeneraals de smadelijke vrede van Vereniging. En daarna heerst de chaos. Vrouwen en kinderen missen de kost winners. Burgers staren naar de puin hopen van hun verbrande boerderijen, de kadavers van hun afgeslacht vee. En overal zijn graven. Na de heroïsche strijd komt de moedeloze inzinking. De Engelse Hoge Commissaris, Lord Milner, doet wat hij kan om in deze toestand verbetering te brengen. Maar de hooghartige, stijfhoofdige Engelse edelman vindt geen aanknopingspunt, noch bij de bevolking, noch bij de voor malige leiders. En hij heeft de wind in alle opzichten tegen. Zijn staf van jonge ambtenaren, spot tend als „de bewaarschool" betiteld, heeft het hoofd vol theorieën, maar mist er varing. Naast het lijdelijk verzet der be volking zijn daar de plagen van droogte en sprinkhanen, de kaffers gaan niet naar de mijnen terug. Tegen Milners po litiek van verengelsing der scholen ko men de kerken in 't geweer. Wat er gebeurt of niet gebeurt, Milner is de zondebok. En heel handig trekken de voormannen der Boeren daarvan partij. CHINESE SLAVERNIJ! Milner graaft zijn eigen politieke graf als hij in arren moede Chinese koelies importeert voor het allernoodzakelijkste werk: het weer op gang brengen van de goudmijnen, de welvaartsbronnen van 't Transvaalse land. De Boerenleiders, vooral Botha en Smuts, luiden de alarm klokmaar dat gelui wordt ginds, in Engeland, overgenomen. Daar azen de liberalen op hun kans, de Tories uit het regeerkasteel te verdrijven en onder de leus: „Weg met de Chinese Slaver nij" beginnen zij een verkiezingscampag ne die het Britse volk tegen de regering- Chamberlain zodanig ophitst, dat het eind een Liberale overwinning is! Botha en Smuts hebben deze ontwik keling (hun reeds door Lord Kitchener voorspeld) niet lijdzaam gadegeslagen. Ze zien hun kans. De liberale regering zal de Transvaal zelfbestuur moeten ge ven. De Boerenleiders spreken met de libe rale voormannen en al zijn er onder hen, met name Winston Churchill, die nog een weinig wantrouwend tegenover de verlangens der Boeren staan, men kan met goed fatsoen niet anders doen dan ze hun zin geven. Want de Liberalen weten, ondanks alle verkiezingshetze, heel goed dat men die Chinezen nog niet missen kan. Daarom dragen ze de liqui datie van deze onfrisse aangelegenheid véél liever op aan de Boeren zélf. En door ze zelfbestuur te geven, maakt men nog een mooi liberaal gebaar ook. Botha bemerkt dat hij op het winnen de paard heeft gewed, toen hij aanslui ting zocht bij de Britse liberalen. Zij nerzijds geeft hij de verzekering van de loyaliteit der Boeren: er is geen dorst naar wraak, er is alleen de wens het land te doen opleven. Maar dat kan al leen onder een eigen Boerenregering! NAAR DE EENHEID. Het verloopt niet allemaal zo glad. Vele Transvalers en vooral Vrijstaters kunnen het maar slecht zetten, dat Bo tha en Smuts zo met de Britten aanpap pen en loyaliteitsverklaringen afleggen. Smuts ontmoet fel verzet als hij, als mi nister van onderwijs, het Afrikaans op de scholen geen voorkeur wil geven bo ven het Engels. De mening van Botha en Smuts, dat er alleen in samenwerking met Engeland nog een toekomst voor Zuid-Afrika is, wordt lang niet door al le Boeren gedeeld. Er is voorts nogal wat wrijving tussen Transvaal en Oran je Vrijstaat. De Vrijstaters hebben de Transvalers broederlijk geholpen en in vele gevallen het spit afgebeten. Nu gaat de Transvaal economisch snel vooruit en de agrarische Vrijstaat blijft achter. Terwijl Botha en Smuts de Volkspartij organiseren, groeit langzaam een oppo sitie die nog niet openlijk tevoorschijn treedt, en haar voormannen vindt in oud-president Steyn, Christiaan de Wet en Generaal Herzorg. Steeds meer echter raakt Botha er van overtuigd, dat Zuid-Afrika: het Kaapland, de Vrijstaat, de Transvaal en Natal, één moet worden. Een conferen tie over de spoorwegtarieven maakt hem, en vele anderen, dit volkomen duidelijk. En dan begint de grote strijd om de Zuid-Afrikaanse Unie. ZUID-AFRIKA VERENIGD. Uit alle delen van het land komen de afgevaardigden naar Durban, waar En gelse oorlogsschepen saluutschoten af vuren. Hier worden de debatten gevoerd. Voorlopig ziet iedere groep nog alléén het eigen belang, probeert ieder zoveel mogelijk voordelen uit de vereniging te halen. Sentimenten en vooroordelen, sympathieën en antipathieën spreken n geducht woordje mee. Een bijna onover- komenlijk struikelblok vormt bijvoor beeld de vlag der Unie. Zoveel hoofden, zoveel zinnen! Maar gestadig vordert het werk. Voor al Botha is onvermoeid bezig, compro missen te sluiten, oplossingen te vinden. Wat zal de hoofdstad van de Unie zijn? Tenslotte vindt men ook hiervoor een oplossing: het parlement zal bijeenko men in Kaapstad, de departementen zul len worden gevestigd in Pretoria, Bloem fontein zal de zetel zijn van het recht en van de wetenschap. Het is een wonderlijk gezelschap, dat daar in Durban bijeen is. Bijna al de voormannen uit de Boerenoorlog zitten er, stoere, gebaarde mannen, dragers van beroemde namen: Botha, Smuts, Steyn, De la Rey, Christiaan de Wet, Malan..., maar onder de afgevaardigden is ook Dr. Jameson, die eens de brutale raid in het Transvaalse land waagde op order van Cecil Rhodes, en die thans het ideaal van deze geniale „empire- builder": Zuid-Afrika één!, toch nog in vervulling ziet gaan... Op 31 Mei 1910, op de dag af 8 jaar na de vrede van Vereniging, is het zo ver. De Zuid-Afrikaanse Unie is geboren. In plechtige zitting wordt het besluit bekrachtigd. Nog zetelt in Kaapstad de Britse Gouverneur-Generaal, maar Louis Botha wordt de eerste minister-president van de Zuid-Afrikaanse Unie. De smaad van Vereniging is door deze vereniging gewroken. De wedergeboorte van Zuid-Afrika is een feit! (Nadruk verboden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 1