VROOM Si DREESMANN
woens
«lag.
de &OAiW> kom 95 wafeui^en.
prijzen
HET MEISJE
MET DE KAM
DE RAAD VAN WAALWIJK opent de
mogelijkheid voor
De onderhandse aanbesteding bleek, volkomen
terecht, geen bezwaar voor het aannemen van
dit zeer belangrijke voorstel.
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 7 APRIL 1952
6
ALLEEN GELDIG
VOENSDAG 9 APRIL
28-31 32-35 36-39
750 050
's-HËRTOGENBOSCH
495
925
TILBURG - HELMOND
725
595 725 8?5
ÏQ25 1125
Waarom wcrdi er niet gespreid gebouwd
DE GROOTTE VAN
DE WONINGNOOD.
2) I
i fc i
Plastic eierlepeltjes in
vrolijke kleuren, aq(
6 stuks voor Z/
kinde
ren
Prism3 molières m. prima Iets voor de
crêpe rolen. In mooie kleur Paasnet met
bruin, maten 4 suikereieren
20-21 22-23 24-27
395 450 55O
Modern ontbijtlaken in
3 smaakvolle kleurencombi
naties. Was- en kleurecht,
(linke maat «j» 25
165 x 130 cm.
Poplin overhemd, vaste
trubenijs boord, sanfor, ge
voerde borst. In uni beige,
grijs, bleu, wit en Q 25
groen
Machinegaren,zwartenwit,
nrs. 40 en 50, 1/>c
klos van 200 yards
Wit keperband.h'jn weefsel,
stuk van 5 meter 28c
Grotecandijkoek, CCc
heerlijke kwaliteit
Kristalnylonkousen met
donkere naad 15
Garnituur 2 delig,
onderjurk en slip in satin
charmeuse met fijne kant-
garnering, ook langs de rok.
Beige kampeerdeken, met
streeprand, prima kwaliteit,
150 x 190 cm. 95
In wit, geel, zalm,
cyclame en groen
65 cm.
Weekend koffer, hard-
platte, met lederen label.
In alle maten in voorraad,
45cm. 50cm. 55cm. 60cm.
70 cm. 75 cm.
Grote flacon prima Eau
de Cologne, plm. 4 25
100 gram inhoud
SCHRIFTELIJKE EN TELEFONISCHE
BESTELLINGEN WORDEN HIEROP
NIET AANGENOMEN
Geprepareerde poets
doek voor het poetsen van
zilver, koper, nikkel CQc
enz., grote maat
„We moesten meer van zulke vergaderingen hebben", zei de heer
Kemperman in de Waalwijkse raadsvergadering van Vrijdag j.l.,
die inderhaast bijeengeroepen was, omdat er beslist moest worden
over een belangrijk voorstel van B. W„ dat de bouw behelsde
van 95 nieuwe woningen ten Oosten van de St. Crispijnstraat..
Natuurlijk waren r.lle leden unaniem vol lof voor dit bewijs van
activiteit, maar er bleken toch voor velen van hen enkele punten
te zijn die het nodige voorbehoud eisten; met name heeft de
kwestie van do onderhandse aanbesteding de behandeling even
gestagneerd. Maar de openhartige uiteenzetting van de voorzitter
maakte spoedig de wig effen.
Burgemeester Teyssen opende dan
deze vergadering en stelde het voor
stel aan de orde inzake de bouw
van 95 Woningwei woningen ten
Oosten van de St. Crispijnstraat.
B. W. prijzen zich gelukkig,
aldus lichtte de voorzitter het voor
stel toe, omdat hier wellicht de mo
gelijkheid wordt geschapen (ik druk
mij zeer voorzie!ilig uit) tot het
bouwen van 95 woningen over te
gaan. En hij bracht dank aan de
genen die vóór hem dit belangrijke
project hadden voorbereid; de wo
ningnood, dat was hem gebleken
uit het spreekuur dat hij liad gehou
den, bleek hier nog zeer groot.
De heer van Saters, die het eerst
het woord kresg, had woorden van
lof en wees op de omvangrijkheid
van de woningnood en de grote el
lende, die deze nood in vele gezin
nen bracht.
Het was wel waar dat nu bij dit
voorstel de plaatselijke aannemers
niet aan bod kwamen, maar hij was
er van overtuigd dat, als de moge
lijkheid er was geveest, zij dan
een kans hadden gehad hij was er
evenzeer van overtuigd dat die mo
gelijkheid nu niet b' stond.
Dhr. Brouwer, die vei klaarde dat hij
het vooJ stel evenzeer toejuichte, zei
echter dat, gezien de ervaring, de
mogeli,ikheid niet uitgesloten was,
dat er in de toekomst weer wonin
gen leeg zouden komen staan, wan
neer het aanbod de vraag overtrof,
omdat men naar een bepaald cen
traal punt trok om te wonen. Jaren
geleden bouwde men in dezelfde
omgeving ook een complex wonin
gen, die bijna van het begin af leeg
hebben gestaan.
Graag had hij gezien, dat de 95
woningen gespreid waren gebouwd,
dat eon Baardwijker in Baardwijk
ton blijven wonen, en zo voor het
Gentium, voor Besoyen en voor de
Antoniusparochie idem.
Op zijn minst moest men toch
aan Baardwijk en Besoyen denken,
meende hij, hoewel hij wel wist dat
dit weer meerdere kosten met zich
zou brengen.
De heer Kemperman sloot zich,
althans wat de hulde en de lof be
trof, volledig bij de vorige sprekers
aan. „Zulke vergaderingen moesten
er meer zijn", aldus spreker.
De heer van den Hoven sprak
eveneens zijn dank en zijn bewon
dering uit voor de voortvarendheid,
waarmee dit project weer kon wor
den voorgelegd.
Maar hij zou toch ook wel willen
aanbevelen om ook de andere wij
ken 'ns aan bod te laten komen.
Besoyen heeft in dit opzicht nog
niets gehad, aldus de heer v. d.
Hoven, men voelt zich nu eenmaal
Besoyenaar en wil daar graag blij
ven wonen. Ik ben bang, dat de
kans voor Besoyen dit jaar weer erg
klein zal zijn.
De heer Pullens, die evenals de
vorige sprekers zijn voldoening niet
voor zich hield, vroeg zich af, waar
om men zich niet aan het uitbrei
dingsplan had gehouden. Men zou
steeds uitgaan van het centrum,
maar nu had men er ineens een
streep doorgehaald. Het argument,
dat men daar geen grond had, kon
niet gelden; want wanneer men één
perceel grond kocht, kon men weer
normaal verder bouwen ten Oosten
van de Putstraat.
Maar wanneer het nu uitgesloten
was dat men in het centrum bouw
de, dan had hij toch ook graag ge
zien, dat men meer gespreid bouw
de.
En ook de heer van Veldhoven
pleitte voor een gespreid bouwplan.
OM ALLERLEI REDENEN
IS SPREIDING NIET
MOGELIJK.
Nadat de voorzitter zich zeer er
kentelijk getoond had voor de dank
die men het college had gebracht,
herleidde hij de diverse betogen tot
twee hoofdpunten I de kwestie
van de spreiding; II de kwestie van
het Uitbreidingsplan.
Wat het eerste punt betreft ver
klaarde de voorzitter, dat hij zich
volledig de achtergrond van de be
togen om gespreid te bouwen kon
voorstellen. Maar, zei hij, men moet
goed in het oog nemen, dat het pro
ject om allerlei redenen als één pro
ject moet worden gebouwd. Facto
ren van technische en verdere ma
teriele aard spelen hierbij een rol.
Bovendien merkte hij nog op dat
dit voorstel nog geen beslissing
was men hoopte dat men het zo
ver zou kunnen brengen, maar er
waren nog moeilijke barricaden te
overwinnen een zeer moeilijke, na
melijk die van het geldgebrek, was
reeds overwonnen.
En vooral moest toch op de voor
grond treden het feit, dat men op
deze wijze een belangrijk aantal
gezinnen huisvesting kon verschaf
fen.
Betreffende punt II beantwoordde
hij de heer Pullens met te verkla
ren, dat wel degelijk het uitbrei
dingsplan werd gevolgd; dit immers
wees ook de onderhavige gedeelten
van de gemeente aan. Het was ech
ter de bedoeling deze terreinen
meer intensief te verkavelen. Het
plan bleef volkomen in tact, maar
in de detaillering kwam enige wij
ziging, in zoverre men daar tot een
intensievere verkaveling overging.
De vrees, die de heer Brouwer
koesterde, had de voorzitter aller
minst de nood zou nog lang zeer
nijpend blijven.
En hier sloot de heer van Seters
bij aan, toen hij, in tweede instantie
het woord krijgend, er op wees,
dat er momenteel 800 woningzoe
kende gezinnen waren, dat er bo
vendien nog verschillende gezinnen
waren die zich graag in Waalwijk
zouden willen vestigen, dat men
geen industrie kon aantrekken wan
neer er niet voldoende woningen
waren, dat er ieder jaar weer hu-
welijkscandidaten zouden zijn, en
dat er tenslotte nog 200 woningen
waren die beter afgebroken konden
worden.
De heer de Brouwer repliceerde
met er op te wijzen, dat hij in de
eerste plaats natuurlijk zeer ver
heugd was over dit voorstel; en op
de tweede plaats had hij gezegd,
dat de mogelijkheid zou kunnen be
staan, wanneer het aanbod de vraag
zou overtreffen, hij had allerminst
over een tijd gesproken en besloot
met de hoop, dat Waalwijk steeds
een trekpleister zou blijven en dat
de bordjes „te huur" nooit voor de
huizen zouden komen te staan.
De heer Pullens was het antwoord
van de voorzitter voldoende duide
lijk geweest om zijn stem aan het
voorstel te kunnen geven hij be
val echter de bouw ten Oosten van
de Putstraat in de toekomst drin
gend aan.
Nadat de voorzitter de heer Brou
wer verzekerd had dat het gevaar
van een te groot aanbod wel denk
beeldig zou zijn en wethouder
Smolders de dank die het college
door de voorzitter was gebracht,
voor een groot gedeelte had overge
heveld naar de directeur van Ge
meentewerken en de secretaris met
hun staven, verklaarden allen met
dit voorstel accoord te gaan.
WAAROM ONDERHANDSE
AANBESTEDING?
Punt twee behelsde het voorstel
de 95 woningen onderhands aan te
besteden aan de fa. Schuurkens te
Tilburg.
De heer Duyvelaar vond dit punt
wel ondergeschikt aan punt één,
maar niettemin toch zeer belang
rijk.
De hele raad, aldus de heer Duy
velaar, had met grote verwonde
ring, misschien werl verbittering,
kennis genomen van dit voorstel.
Alweer immers stelde men de raad
voor een onderhandse aanbesteding.
Men zou mogelijk wel tegenwerpen
dat deze manier voordeliger was,
maar voor hem stond het vast dat
bij een publieke aanbesteding de
concurrentie de prijzen lager zou
doen zijn. In het prae-advies stond
dat een openbare aanbesteding geen
gunstiger uitslag mogelijk maakte,
maar dus wel een even gunstige, al
dus de heer Duyvelaar.
De heer Meijs sloot zich bij deze
woorden volkomen aan. Bij de be
handeling van een vorige aanbe
steding was de toezegging gedaan
dat de plaatselijke aannemers bij
een volgende gelegenheid zeker in
aanmerking zouden komen. Waar
om was dit niet gebeurd
Al was de toestand in het bouw
bedrijf iets gunstiger dan bij de vo
rige onderhandse aanbesteding, er
waren zeker aannemers die graag
deze woningen gebouwd zouden
hebben.
En ook hij wees op het woord
„gunstiger" in het prae-advies
wanneer dus bij een publieke aan
besteding een even gunstige uitslag
mogelijk was en zelfs een iets min
der gunstige, dan moest men de
voorkeur geven aan de aannemers
uit de eigen plaats.
De heer Brouwer herinnerde aan
de vorige keer, toen men voor een
fait accompli werd gesteld. Er was
toen een schrijven gericht door de
aannemers aan de raadsleden,
waarin zij hun grieven naar voren
brachten en zij kregen toen de toe
zegging dat bij de eerstvolgende ge
legenheid zij ook hun kans zouden
krijgen.
Wanneer de fa. Schuurkens uit
Tilburg, aldus dhr. Brouwer, er zo
zeker van is, dat zij voor dit bedrag
kan bouwen, dan kan het alleen
maar voordelig zijn voor de ge
meente, wanneer men een openbare
aanbesteding houdt dan immers
bestaat de mogelijkheid dat de
bouwkosten nog minder zijn door
de concurrentie en dan krijgen de
plaatselijke aannemers ook 'n kans.
De volgende spreker was de heer
Verdoorn Wanneer ik deze zaak
zie in het licht van de besprekin
gen zoals die gevoerd zijn in de wo
ningcommissie, dan ben ik er van
overtuigd dat het niet anders kan
en dan zal ik voor 't voorstel stem
men. Maar graag zou ik in de be
sloten vergadering enkele opmer
kingen willen maken aangaande de
onderhandse aanbesteding.
AANNEMER OPENDE DE
WEG NAAR HET GELD.
Ook deze betogen werden door de
voorzitter weer tot twee hoofdpun
ten herleid, n.l. ten eerste de vraag:
een openbare of onderhandse aan
besteding en ten tweede de beste
ding van het bedrag zelf.
Wat het eerste punt betreft, al
dus de voorzitter, is het natuurlijk
in beginsel volkomen juist dat er
in het openbaar wordt aanbesteed.
Maar hier doen zich omstandig
heden voor, die de zaak in een ge
heel ander licht plaatsen. De aan
nemer heeft namelijk de weg ge
opend om de geldlening te verkrij
gen, die nodig is om deze woningen
te kunnen bouwen. Besteden wij
deze woningen niet onderhands aan
dan betekent dit, dat de weg weer
gesloten wordt. Ik was bekend met
de besprekingen waarbij dit punt
aan de orde is geweest en daarom
hebben wij ons in een schrijven tot
de bouwpatroonsbonden gericht en
hun mededeling gedaan van de om
standigheden, die ons tot deze on
derhandse aanbesteding dwongen.
Betreffende het bestedingsbedrag
trok de voorzitter een vergelijking
tussen de woningen die de vorige
keer aanbesteed zijn geworden en
die nu worden aanbesteed de wo
ningen van de eerste aanbesteding
waren kleiner van inhoud dan deze
en de huurprijs van die woningen
bedroeg 7.20, terwijl de prijs van
de nu aan te besteden woningen
6.50 zou bedragen.
Dhr. Brouwer toonde zich zeer ver
heugd dat de voorz. zo openhartig
gesproken had. Ook hij wilde open
hartig spreken en verklaarde dat de
leden van de raad toen ze dit voor
stel onder ogen kregen, dachten
Nu hebben we een nieuwe burge
meester en nu komt die ook al met
een dergelijk voldongen feitdat
gaat de verkeerde kant op.
Maar nu, vervolgde de heer Brou
wer, begrijp ik dat U volkomen
gehandeld hebt in het belang van
de huisvesting in onze gemeente.
De heer Duyvelaar gaf zich niet
zo gauw gewonnen hij vond het
een gekke figuur dat de gemeente
geld aantrok via de aannemer er
moet dus van te voren enig contact
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
Uit de plooien van haar brede
sjerp was iets op de grond gevallen.
Ze sprong er op af, maar hij was
harr vóór geweest.
Mijn hemel, hoe kwam je daar
bij Er werd daar geschoten?
Door jou?"
„Neen! Neen! Ik heb wel gescho
ten, maar niet om hem te doden,
senor, maar omdat ik zo dodelijk
verschrikt was: Hij kwam naderbij
en ik voelde dat ik niet lopen kon;
dat ik vallen zou. Dus schoot ik
enhet, was de jonge senor, de
broer van de senora. Toen hij pas
kwam was hij ziek en hij keek maar
steeds naar mij. Nadat de senora
dood was, kwam hij dikwijls en
steeds keek hij naar mij, zodat ik
hem haatte en bang werd voor
hem.
Op een goede dag, na het eten,
sloot hij de deur af en zei, dat ik
zijn gevangene was: ik moest mij
gewillig door hem laten kussen, of
hij zou mij opgesloten houden. Ik
nam een mes van tafel en zei, dat ik
hem doden zou als hij mij aanraak
te. Hij lachte mij uit en zei dat ik
heel dwaas deed, maar dat ik er nog
veel aardiger uitzag als ik boos was.
Toch liet hij mij gaan. En gisteren
had ik hem niet horen komen, se
nor. Hij pakte mij bij de armen
„Was ik er toch maar geweest!"
zei Strickland met verbeten woede,
„dan zou hij niet gedurfd hebben."
„Ik dacht aan u, sir Antonio. Hij
hield mij dicht tegen zich aan en
kuste mij in de nek. Ik spartelde
tegen en schreeuwde; de bedienden
kwamen aanlopen en weer liet hij
mij los. Ik ijlde naar mijn kamer en
schoof er de grendel voor. Maar
eerst bezon ik mij waar de senora
de revolver bewaarde, die ze nog
van haar man had. Ik nam 't ding.
De senor kwam en riep mij zacht.
Hij trachtte mij te overreden dat ik
uit mijn kamer zou komen en met
hem spreken zou. Ik antwoordde
niet en door het venster zag ik dat
hij wegliep. De bedienden zeiden
dat hij naar de races ging en dat hij
niet voor tegen de avond thuis zou
zijn. Dus verliet ik de kamer. Het
was bijna donker toen ik de auto
hoorde. Ik ijlde naar boven en gren
delde opnieuw de deur. Hij had nog
anderen bij zich, maar ik kon niet
zien wie. Er werd beneden druk ge
praat. Ik geloof dat hij te veel
dronk. Ik ging naar bed, maar
wachtte en luisterde met de revol
ver in mijn sjerp
Het was al laat en het was stil in
huis, toen ik hem ineens weer voor
mijn deur hoorde. Hij draaide de
knop om en riep mij toe dat ik hem
toch zou opendoen. Ik wist dat hij
dronken was. Ik zei dat ik een re
volver had en dat ik schieten zou.
Allen in huis sliepen, behalve de
oude senor, die nog in zijn boeken
was verdiept. Als ik niet open deed j
zou hij het slot verbreken of de
deur intrappen. Maar de balcondeur
stond open en daar was. het klimop
waar ik mij aan kon vasthouden. Zo
daalde ik af en rende toen, zoals ik
van mijn leven nog niet gerend heb.
Ik was in het bosje, dicht bij de ri
vier, en daar hoorde ik hem steeds
nader komen. Ik dacht aan de re
volver in mijn sjerp en als ik schoot
dat hij mij dan niet langer zou ach
tervolgen. Dit deed ik dan ook. En
toen zag ik ineens licht in de boot
branden. Ze zullen mij toch niet in
de gevangenis zetten, senor, omdat
ik schoot?"
„Wel neen, kind. Had je die el
lendeling maar vleugellam gemaakt.
Maar nu is het nog heel vroeg. Ga
eerst nog wat slapen. Als je wakker
wordt heb ik het ontbijt klaar. En
dan
Ze keek nog even over haar
schouder.
„En dandon Antonio?"
Een zegen dat hij in slaap geval
len was, gisteravond. Een zegen dat
de kajuitvensters verlicht waren.
Als dat niet zo was geweest, wat
zou er dan gebeurd zijn met het ar
me kind? Maar wat nu? Zijn oog
viel op de foto die op de grond lag.
Margaret?Ja, natuurlijk. Hij
zou haar bij Margaret brengen. Dat
was de oplossing.
Een paar minuten later was „De
Wilde Eend" losgemaakt en voer in
grote haast de rivier af.
HOOFDSTUK III.
Met vragende blik keek Conchita
de ontbijttafel rond. De rivierarm,
waarin „De Wilde Eend" op 't ogen
blik lag, was zo stil als een vijver.
,,De senorita ziet er heel lief en
vriendelijk uit. Misschien is ze nog
niet oud, Don Antonio?"
„OudMargaret?" lachte
hij. „Ze is heel jong, ofschoon niet
zo jong als jij".
„Zou ze soms graag hebben dat ik
haar Spaans leer en mijn dansen en
mijn liederen?"
„We zullen zien. In ieder geval
zul je in haar smaak vallen en zij
in de jouwe. Ik zal nu in de jol
naar haar huis varen. Kom mee op
dek. Je kunt het huis zien liggen
tussen de bomen. Je bent toch niet
bang om een tijdje alleen te blij
ven?"
„Bang?Bij u ben ik altijd
veilig."
Opeens klampte ze zich angstig
aan zijn arm vast en vroeg: „Wat
is toch dat geluid van zo veel water
dat ik altijd hoor als ik wakker
word?"
„O, dat is de stuwdam. Die is wat
luidruchtig, omdat het water in de
rivier door de vele regens zo hoog
staat. Verleden jaar ben ik er eens
te dicht bij gekomen met mijn boot
en ik had moeite niet meegesleurd
te worden."
„Gisteravond toen ik op de oever
liep was ik bang dat de rivier mij
niet gauw genoeg zou doden; dat ik
er misschien uitgehaald zou worden
eer ik nog dood was.
„Je moet niet aan zulke sombere
dingen denken. Het is nu zo'n mooie
ochtend dat je je verheugen moet
in het leven".
Al heel gauw waren ze bjj de lan
dingsplaats van de villa. Hij bond
de sloep vast en liep de treden op.
Het witte hek ging open, zodra hij
zich daar vertoonde, en daar stond
Margaret, blootshoofds in een licht
blauw japonnetje. Achter haar ver
toonde zich de gevulde gestalte van
Mrs. Ludlow, tante Barbara, de zus
ter van zijn oom, de oude heer
Strickland, die zijn huishouden
bestuurde sinds zij weduwe was ge
worden.
„Heerlijk, dat je uit Italië terug
bent, Margaret. Je ziet er uit
zo fris als de morgen."
„Maar jij ziet er ook uitstekend
uit, Antonio. Waarom heb je je va-
cantietocht zo plotseling onderbro
ken? Me dunkt: zodra je mijn brief
gekregen hebt, moet je naar hier
gekomen zijn. Zelfs je oom is er
van overtuigd dat je wat vacantie
hoog nodig had. En denk nu maar
niet dat tante Bab en ik naar jou
stonden uit te kijken: het was ons
om Bobby te doen".
„Wat is er dan met hem aan de
hand?"
„Ja, dat is het nu juist! Bobby en
Hermione. Tante maakt zich over
die twee toch zo ongerust: 't klinkt
gek, maar ze zijn verdwenen."
„Sinds wanneer?"
„Sinds gisteren. Je kent de Cos
sals, waar Hermione de laatste tijd
zo druk mee is geweest; die de ko
lossale villa verderop aan de rivier
hebben laten bouwen?"
„Jawel. De zoon is een vreselijk
lawaaierig heer; de anderen ken ik
niet, maar die zijn zeker net zo?"
„Ja, ik vind ze verschrikkelijk.
Maar een geld dat ze hebben. En ze
zijn geweest tussen de gemeente en
de aannemer, concludeerde hij
hieruit, anders was hij toch niet
naar Waalwijk gekomen.
En ook de heer Meijs had deze
conclusie al getrokken Wist de ge
meente dat de aannemer geld had
vroeg hij, of wist de aannemer dat
de gemeente wilde bouwen.
Iedere gemeente wil graag geld
hebben, maar waarom kwam die
aannemer dan juist naar Waalwijk.
Waarom bleef hij niet in Tilburg.
De heer Meijs verklaarde nog
persoonlijk te spreken en niet na
mens een club die zich tegen een
onderhandse aanbesteding verzette.
De voorzitter begon zijn beant
woording met het mogelijke mis
verstand uit de weg te ruimen, dat
de fa. zelf over geld zou beschik
ken de aannemer had alleen de
weg naar het geld geopend, zoals
de voorz. al eerder had verklaard.
Waarom hij naar de gemeente
kwam Hij heeft reeds eerder voor
de gemeente gebouwd en hij zal
dus mogelijk ook wel geweten heb
ben, dat de gemeente nog bouwvo
lume had, terwijl dat van de gro
tere gemeenten niet gezegd kon
worden. Bovendien speelde het
bouwvolume hier ook nog een rol,
maar daar kon de voorzitter nu niet
dieper op ingaan.
En een opmerking van de heer
Duyvelaar gaf de voorzitter gele
genheid er op te wijzen dat de ge
meenten individueel geen geld aan
konden en kunnen trekken, van
daar ook de nationale woningbouw
lening. Ook in Waalwijk zijn po
gingen aangewend om rechtstreeks
geld ter beschikking te krijgen,
maar nogmaals, het was voor de ge
meenten nagenoeg ondoenlijk ge
worden.
De heer Meys verklaarde dat hij
na de uiteenzetting van de voorzit
ter niet anders kon doen dan voor
het voorstel stemmen. Maar hij
moest wel concluderen dat de plaat
selijke aannemers geen gelegenheid
meer kregen om voor de gemeente
te bouwen, tenzij zij makelaars in
geld waren.
Wanneer de gemeente zelf geld
heeft, aldus de voorzitter, dan is er
van een onderhandse aanbesteding
geen sprake; en vooruitlopend op
het volgende punt van de agenda
waarin voorgesteld werd het deel
van de nationale woningbouwlening
dat Waalwijk toekwam te accepte
ren, verklaarde hij dat de woningen
die voor die gelden zouden worden
gebouwd, vanzelfsprekend in het
openbaar zouden worden aanbe
steed.
En hierna ging de raad ook met
dit voorstel z.h.st. accoord.
GELDLENINGEN.
Het volgende punt van de agenda
betrof dus enkele geldlening. Op de
eerste plaats de geldlening via
de aannemer voor de 95 woningen.
Op de tweede plaats besloot men
bij de N.V. Bank voor Ned. Ge
meenten 28.748.te lenen, welke
som was besteed aan hypothecaire
voorschotten voor de particuliere
woningbouw, terwijl men tenslotte
bij voorbaat reeds het deel uit de
nationale woningbouwlening, dat de
gemeente Waalwijk toekwam, ac
cepteerde.
Een kleine begrotingswijziging
was het laatste punt en toen kon de
voorzitter deze belangrijke vergade
ring, die het toonbeeld was van een
goed geleide en zakelijke vergade
ring, besluiten.
moeten heel gul en goedhartig zijn.
Hermione heeft nu eenmaal van die
bevliegingen; dus is ze dol-ingeno
men met hem."
„Ja, dat is echt iets voor haar. En
Bobby volgt haar in alles."
„De Cossals waren van plan een
extra-weelderig gecostumeerd bal te
geven. En Hermione had zich in 't
hoofd gezet een costuum te dragen
van de een of andere Chinese prin
ses. En Bobby; ja, ik weet niet hoe
fantastisch die wel zou verschijnen.
Het bal moet eergisteravond heb
ben plaats gehad. Ze gingen er heen
met de auto. Bobby zou Hermione,
volgens afspraak, hierheen hebben
gebracht. Nu, ze zijn wel naar het
bal gegaan, maar ze zijn hier nog
niet komen opdagen."
„Is dat alles?" lachte Strickland,
„dan hoeft tante Bab zich toch ook
niet zo ongerust te maken. Ze zijn
stellig al lang terug op him flat."
„Ja, dat dacht ik ook. Maar tante
heeft daarheen opgebeld en de be
dienden zeiden dat ze er niet wa
ren; dat zij 't er juist voor hielden
dat ze hier zouden zijn."
„Nu, dan logeren ze misschien bij
de Cossals."
(Wordt vervolgd).