MENKES Waalwijkse en Langsiraaise Courant EEN WASSEN NEUS PUROL KIS8& Binnen en buiten onze grenzen Binnenland Hlllv I De EDELE huidgenezer geneest en veredelt de huid Luitenant-Generaal VAN OIJEN Het Roode Kruis heeft het platteland nodig PEPERMUNT Bereid uit het edele natuurproduct. DAGEN VAN UITBUNDIGE VREUGDE IN LIMBURG. MANUEL v. LOGGEM SCHREEF VRIJDAG 16 MEI 1953. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO HET ZUIDEN 75e JAARGANG No. 40 Abonnement 2.60 franco p. p. 18 cent per week speciaal tarief. 2.35 per kwartaal Advertentie-prijs 10 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 TEL.-ADRES „ECHO" Toen indertijd een staatscommis sie tot herziening van de grondwet werd ingesteld, kon men besluiten dat het hier over een belangrijke aangelegenheid ging. Men vormt immers geen aparte commissie om iets te herzien als het over een wissewasje gaat. De commissie vat te haar taak blijkbaar breed op, want het uiteindelijke resultaat van haar werkzaamheden zou waar schijnlijk nog wel enige tijd op zich hebben laten wachten. Het is be grijpelijk dat zij, nu het werk haar eenmaal was opgedragen, streefde naar een volledige aanpassing van de grondwet aan de ontwikkeling die het nationale en het internatio nale recht de laatste honderd jaar hebben doorgemaakt. Van die eeuw zijn het de na-oorlogse jaren die misschien wel 't meest gepresseerd hebben tot een herziening van het fundament van onze wetgeving. Helaas heeft de degelijkheid der staatscommissie een ernstige scha duwzijde gekregen. Zij is niet tijdig met haar groots opgezette taak klaar gekomen. Niet tijdig, dat wil zeggen niet voor de verkiezingen. Uit prac- tische overwegingen werd toen be sloten een aantal van de meest ur gente onderwerpen voor de volks vertegenwoordiging te brengen, zo dat die nog voor de verkiezingen behandeld zouden kunnen worden. Daar grondwetsherziening met ka mer-ontbinding gepaard gaat, wilde men door een combinatie van de periodieke verkiezingen met de grondwetsherziening aparte kamer ontbinding daarna voorkomen. Is dit de oorzaak geweest dat de be handeling der herziening allerminst vlot is verlopen en dat de resulta ten geenszins hebben beantwoord aan de bedoelingen? Minister Beel had zich bereid ver klaard in plaats van wijlen minis ter Van Maarseveen de herziening door het parlement te loodsen. Het is jammer voor hem dat het succes niet evenredig was aan zijn bereid willigheid. Al bij de behandeling in de Tweede Kamer heeft de minis ter op verschillende punten bakzeil moeten halen. In de Eerste Kamer was hem bepaald niet meer geluk beschoren. Niet minder dan drie van de zes overgebleven ontwerpen ver wierpen de senatoren, zonder dat de garantie er is dat de drie die aan genomen zijn, ook de eindstreep zullen halen: goedkeuring van de verenigde vergadering der Staten- Generaal na de verkiezingen. Men kan zich met recht afvragen wat er nu nog overblijft van heel die grondwetsherziening. Dat zijn dan voorlopig drie voor stellen: de uitbreiding van de 2e Kamer, het handhaven van de leef tijdsgrens voor de Eerste Kamer op 30 jaar en de aanpassing aan de nieuwe internationale verhoudingen. Kijkt men even verder, overwegend dat de uitbreiding van de Tweede Kamer noch in die Kamer zelf, noch in de Senaat een meerderheid van twee-derden heeft gekregen en dat er met het handhaven van de leef tijdsgrens helemaal niets nieuws on der de zon is, dan blijkt er een voor stel over te blijven dat tenminste een redelijke Trans maakt in de grondwet te worden opgenomen: de aanpassing aan de nieuwe interna tionale verhoudingen, waarbij de Tweede Kamer grotere invloed zou krijgen op het buitenlands beleid. Geen grondwetskamer dus, geen verlaging van de minimumleeftijd voor het lidmaatschap van de volks vertegenwoordiging, geen uitbrei ding van de Eerste Kamer, geen nieuwe rechtsorde. Het is dus alles bijeen geen won der als men geneigd is over deze grondwetsherziening als over een wassen neus te praten ,of ze te beschouwen als de berg die de muis baarde. Ze wordt eigenlijk gered door de regeling van de buitenland se betrekkingen. Deze immers maakt ook in de opzet een belangrijk hoofdstuk van de hele herziening uit als een noodzakelijke aanpassing aan de gewijzigde verhoudingen in de internationale politiek. Dat neemt evenwel niet weg dat ze ook het minst tot de verbeelding van 't volk spreekt, omdat het daar als zodanig buiten staat. Internationale vraagstukken zijn gewoonlijk aan gelegenheden die tussen regering en volksvertegenwoordiging worden uitgemaakt en waarvan het volk met min of meer belangstelling gewoonlijk het eerste kennis van neemt. In de uitbreiding van de Tweede Kamer was bij amendement opge nomen de mogelijkheid tot stem- oyerdracht, zodat de Kamerleden niet persoonlijk zouden hoeven te stemmen, en de verlaging van het quorum, het aantal leden dat aan wezig moet zijn om besluiten te kunnen nemen. Deze twee toevoe gingen waren oorzaak dat de Eerste Kamer nog al huiverig stond tegen over het voorstel. En aangezien het er voor haar slechts over gaat ofwel het hele ontwerp te verwerpen of aan te nemen, zullen die twee amen dementen wel voor verschillende leden een reden geweest zijn om hun stem niet te geven. Men zag bij de mogelijkheid tot stemo ver dracht de persooonlijke verantwoordelijk heid van de volksvertegenwoordiger in het gedrang komen en bij de ver laging van het quorum speelde de vrees voor een nog groter absen teïsme een rol. Voor beide overwe gingen valt iets te zeggen. Dat er daarnaast ernstige argumenten ble ven voor uitbreiding van het aan tal leden, heeft het ontwerp waar schijnlijk gered, in zoverre we nu ai van redding mogen spreken. Nu wil de stemmenverhouding van vandaag noch zeggen dat ze na de verkiezin gen ook zo zal zijn, noch dat ze an ders zal zijn. Wel stemden nu ver schillende K.V.P.-ers tegen 't ont werp, terwijl de K.V.P. op haar ver kiezingsprogram de uitbreiding van de volksvertegenwoordiging heeft staan; maar ook met alle K.V.P.- stemmen is er geen meerderheid van twee-derden als ook anderen hun standpunt niet herzien. Haar eigen uitbreiding verwierp de Eerste Kamer op het argument dat ze dan helemaal een doublure van de Tweede Kamer zou zijn, maar het karakter van de Senaat zit toch niet in een procentueel ge lijke uitbreiding van het aantal le den. In de redenering die werd aan gevoerd tegen de verlaging van de leeftijd van de Eerste Kamer, dat voor het lidmaatschap van dit cor rigerend lichaam een bezonken oor deel noodzakelijk is, kan men wel inkomen. Kan men echter dan niet redeneren dat, als er in de Eerste Kamer allemaal mensen zitten met een bezonken oordeel, in de Tweede Kamer ook wel eens jongeren aan bod mogen komen, zoals blijkbaar de bedoeling van het voorstel tot verlaging van de leeftijdsgrens tot 23 jaar? Maar hier konden de heren senatoren kennelijk weer niet in komen. Men schijnt in Nederland altijd nog een beetje bang te zijn van de jeugd. Men vindt het prach tig als ze enthousiast is waartoe ze tegenwoordig helaas te weinig kans krijgt maar ze moet om zo te zeggen in de kinderkamer blij ven spelen, terwijl de grote mensen in de huiskamer aan het praten zijn. Dit nu lijkt ons allerminst juist. Het is juist dat er altijd een mogelijk heid blijft wat de jeugd met haar mindere ervaring niet helemaal goed doet te corrigeren, doch men dient haar de kans te geven iets te doen. Is het niet de jongste minister die allerwege het meeste lof oogst om zijn bekwaam beleid? En deze heeft eens gezegd: „Mijn eigen jeugd is nog zo dichtbij, dat ik weet dat de dingen waarvoor de jeugd strijdt, de moeite van het strijden waard zijn". Alles bijeen is er niet zo machtig veel reden tot juichen over wat on ze volksvertegenwoordiging heeft klaargemaakt met de grondwetsher ziening. Prof. Romme heeft ze ver geleken met de tien kleine nikker tjes. Nu zijn er nog drie over; wie weet blijft er tenslotte inderdaad maar één meer over. Een speciale verslaggever heeft een onderhoud gehad met Luite nant-Generaal van Oyen, com mandant van het Rode Kruis- Korps, over het aandeel van „het platteland" in het Rode Kruis werk, speciaal in het kader van de actie Bescherming Burgerbe volking. Generaal v. Oyen heeft zijn werk kamer in één van de reeks gebou wen aan de Prinsessegracht te Den Haag, die tezamen vormen 't hoofd kwartier van het Nederlandse Rode Kruis. De organisatie van het Rode Kruis moge dan uiterlijk, voor wat betreft namen van onderdelen, ran gen, uniformen en commando-voe ring, wel enigszins overeenkomst vertonen met een militaire organi satie, de sfeer op de Prinsessegracht is noch militairistisch, nóch ambte lijk. Loopt U maar door, de naam staat op de deur zegt de portier in de hal en even weinig ceremo- niëel is de ontvangst door de Com mandant van het Rode Kruis Korps, die desgevraagd gaarne zijn mening geeft over wat hij ziet als de taak van het Rode Kruis, speciaal wat betreft „de provincie": Nederland buiten de grote bevolkingscentra. Juist in deze tijd meent Generaal v. Oyen is dat een actueel onder werp. De kranten staan vol over burgerbescherming. Ten behoeve van de Bescherming Burgerbevol king zullen binnenkort overal vrij willigers opgeroepen worden. De be volking wordt voorgelicht op aller lei wijze. Het Rode Kruis heeft bij de be scherming der burgerbevolking in oorlogstijd een heel belangrijke taak. Natuurlijk niet alleen dan. Ook zónder dat hadden en hebben onze afdelingen (de colonnes, bloed transfusie- en plasma-diensten, wel fare-werk, om er maar enkele te noemen) genoeg te doen. Maar in de bescherming der burgerbevolking is het Rode Kruis Korps belast met de vorming en de opleiding van mobie le medische formaties, welke buiten de grote steden geneeskundige teams worden genoemd. Deze teams hebben te zorgen voor de eerste- hulpverlening en het transport van zieken en gewonden naar zieken huizen en noodziekenhuizen. Deze laatste zullen z.n. ten plattelande vooral worden ingericht. In deze zieken-inrichtingen vervullen de helpsters van het Rode Kruis-Korps een zeer belangrijke rol als ver pleeghulp. Het Rode Kruis heeft al tientallen jaren met dat bijltje ge hakt en in de laatste wereldoorlog kostbare ervaring opgedaan. Wat is méér vanzelfsprekend, dan dat men bij het BB-werk een instantie in schakelt met een compleet en be proefd apparaat en een perfecte or ganisatie? In de grote steden merken wij op zal de noodzaak van een be schermingsorganisatie de bevolking wellicht duidelijker toespreken; die vormen, de kwetsbare punten. Maar hoe staat het met de mensen daar buiten, in de kleinere gemeenten, op het platteland? Het gaat niet alleen om het direct dreigend gevaar voor de mensen zelf antwoordt onze gastheer. Is het noodsignaal gegeven, dan wordt z.n. direct een beroep gedaan op de hulp-organisatie buiten de getrof fen sector. Heel het land is in krin gen verdeeld en er zal een regeling worden getroffen zodanig, dat be paalde aangewezen kringen een na burige stad, die getroffen is, te hulp snellen. Wanneer men zelf buiten schot is gebleven, is men daarom niet minder, juist méér geneigd de slachtoffers in de getroffen sectoren te hulp te komen. Dat heeft de er varing bewezen; Nederlanders heb ben, spontaan of georganiseerd, al tijd en terstond klaar gestaan om hulp te bieden waar die nodig was, niet alleen landelijk, maar interna tionaal ik noem slechts enkele gevallen waarbij het Rode Kruis direct betrokken was. Abessynië, Finland en (zeer recent) Italië bij de grote watersnood! We maken ons dus niet zo benauwd over gebrek aan medewerking. Maar wanneer die eerst geboden wordt als de nood aan de man is, dan zouden we moe ten werken met ongeschoold en on ervaren mensenmateriaal. Het is beter wanneer men nu reeds zich de nodige kennis en (door oefening) ervaring eigen maakt. Waarom legt U daarbij juist de nadruk op het Rode Kruis-werk? vragen wij. Behalve omdat ik toevallig com mandant van het Rode Kruis-Korps ben glimlacht de generaal is dat, omdat het Rode Kruis-werk bij de mensen bekend isbekend als vredeswerk. Het Rode Kruis ge niet gelukkig vertrouwen, dat mer ken we steeds wéér. Daarbij komt, dat veel mensen zeggen: als ik me dan toch opgeef om, in geval van nood, m'n steentje bij te dragen tot bescherming van onze burgerbevolking, van weerlo zen, vrouwen, kinderen, zieken, ou den van dagen, dan doe ik dat graag in de vorm waarin het Rode Kruis deze taak verricht. In oorlogstijd verrichten juist velen gaarne vre deswerk. Het symbool van 't Rode Kruis waarborgt hun de taak, die ze graag willen vervullen! U denkt dus dat het Rode Kruis werk van alle takken van „bescher- mingswerk" wel zeer bijzonder aan de mensen appelleert? Ja, en inzonderheid ook aan de vrouwen en meisjes. Ook daaronder zijn er wier voorliefde uitgaat naar een taak buiten het Rode Kruis werk, bij de luchtbescherming of andere diensten. Maar de grote meerderheid van onze vrouwen en meisjes zal zich toch het meest aan getrokken voelen tot deze specifiek- vrouwelijke taak: de zorg voor men sen, door oorlogsgeweld getroffen. De verpleging van gewonden en zie ken, de verzorging van mensen die van huis en haard zijn verdreven. Men kan zich op deze taak als het ware thuis, in de eigen woonplaats of streek voorbereiden. En wat men zodoende leert is, als men het hopelijk! nimmer in praktijk be hoeft te brengen, toch nooit weg. Generaal v. Oyen verwacht bui ten de grote steden belangstelling, meeleven en meewerken met het Rode Kruis, want al zou men ver wachten dat in de grote stad meer interesse (uit welbegrepen eigenbe lang) zou- bestaan voor alles wat met de bescherming samenhangt, „de provincie" biedt wellicht prac- tisch meer mogelijkheden. En ze heeft zeer beslist een taak! Op de Prinsessegracht in Den Haag beschouwt men „het platte land" niet als een grootheid van de tweede rang. Integendeel. Bij het afscheid herhaalt Generaal v. Oyen blij te zijn met deze gelegenheid, óók de Nederlanders buiten de gro te steden, via hun krant, te kunnen opwekken, hun taak in het kader der burgerbescherming te vervul len, door zich te melden bij de plaat selijke afdelingsbesturen van het Rode Kruis. Ik. De mijnstreek heeft het afgelopen weekeind uitbundig feest gevierd. Drie dagen lang was het Limburgse land bezaaid met kermissen, dans tenten en tentoonstellingen, waar duizenden Limburgers en honder den mensen uit andere delen van Nederland en ook Duisland en Bel gië met volle teugen hebben geno ten „dat het klapte", zoals de Lim burger het uitdrukt. De mijnzetels zelve waren met hun straling in het avondlijke duis ter amper terug te kennen. De „Maurits" was in 't licht van schijn werpers en gasfakkels omgevormd tot een droomfabriek, die anders slechts in toekomst fantasieën van technicolor-films voorkomt. De „Emma" en de „Hendrik" wa ren uit de strakheid van alle dag gehaald in reeksen van speelse fan tasieën met electrische en gasver lichtingen. Het feest straalde op in een land, waar vijftig jaar geleden begonnen werd met de aanleg van de „Wilhelmina", de enige staats mijn die in rouw gehuld was door een steenstorting, die dezer dagen een jonge mijnwerker het leven kostte. Zo was het in mijnland en kele dagen vreugdebrand. De feestviering bereikte Zondag j.l. zijn hoogtepunt. Tegen de mid dag trokken duizenden naar 't vlieg veld van Maastricht, waar de beste stunters uit de vliegwereld hun kun nen toonden. Tiger-Moth-vliegtuigen wierpen ter inleiding van de demonstraties parachutes uit, waaraan letters wa ren bevestigd, die samen het woord „Staatsmijnen" vormden. Nadat Gerben Sonderman en Wil lem van Graft hadden laten zien dat er met vliegtuigen heel wat valt te halen, maakten tien leden van de eerste parachutistenclub een sprong uit een K.L.M.-Dakota. De duivenmelkers kregen ook hun deel bij de feestelijkheden. In de morgenuren werden in Orleans 30.000 Limburgse duiven gelost voor de grote Jubileum-duivenprijs. De schitterende symbolische op tochten die door verschillende plaat sen in de mijnstreek trokken, had den enorme belangstelling van tien duizenden uit het gehele land en muntten uit door smaakvolle wa gens en groepen, die de geschiedenis van Zuid-Limburg of van de mijnen tot uitdrukking brachten. De feestviering werd Zondag avond besloten met een indrukwek kend vuurwerk, dat in alle dorpen en steden van de mijnstreek gelijk werd afgestoken. OMZET VAN PHILIPS STEEG IN 1951 BOVEN HET MILLIARD. Als eerste van de internationale concerns heeft de N.V. Philips zijn jaarverslag over 1951 gepubliceerd. Uit het verslag blijkt dat het con cern voor de eerste keer in zijn ge schiedenis een omzetcijfer van meer dan een milliard heeft bereikt. De verkoop bedroeg meer dan 1,25 j milliard tegen 980 millioen in '50. I De export van Philips nam krachtig j toe en bedraagt thans 9% van de totale Nederlandse export. In het verslag van de onderne ming wordt een pleidooi gehouden voor de verlaging van de op het be drijfsleven drukkende belastingen: om het ondernemers-initiatief te sti muleren en de mogelijkheid van ri sico's te kunnen dragen. Op grond van de aanzienlijke verbeterde eco nomische positie van ons land in 't afgelopen jaar, acht men deze ver laging redelijk. Dé vermogenspositie toont een gunstiger beeld dan vorig jaar en vooralsnog bestaan er dan ook geen plannen om binnen afzienbare tijd tot een emissie over te gaan. Ondanks de vooruitgang, die de laatste jaren heeft plaats gevonden in de ontwikkeling van de televisie, is de vraag naar televisie teleurstel lend te noemen. Aan het einde van het verslagjaar had de onderneming met zijn doch termaatschappijen in Nederland ge zamenlijk ruim 43.500 personen in dienst tegen 39.000 in 1950. In Eindhoven waren circa 28.000 personen werkzaam en in andere plaatsen in Nederland 15.500. De to tale personeelsbezetting van de Phi- lipsbedrijven in binnen -en buiten land bedraagt 99.000 man. Verkorte werkweek. Als gevolg van de verminderde afzetmogelijkheden voor sommige producten in het buitenland, is men in het begin van dit jaar over moe ten gaan tot het invoeren van een verkorte werkweek van 40 uur voor 3000 arbeiders. Het zier er echter naar uit, dat deze verkorte werkweek niet langer dan de aangevraagde zes maanden zal behoeven te duren. Over de hete-luchtmotor, waar van de ontwikkeling in vergevor derde staat is, zijn geen nadere in lichtingen gegeven. Wel werd er op gewezen dat er voor het bij een uit vinding vooral op de laatste vijf procent aankomt en deze kunnen soms nog wel eens enkele jaren en veel geld vergen. De winst was 91 millioen, aan be lasting werd 41 millioen betaald. Jhr. MICHIELS v. VERDUYNEN OVERLEDEN. De Nederlandse ambassadeur in Londen, Jhr. Edgar Michiels van Verduynen, is na een lange ziekte Dinsdagavond in Londen overleden. Hij is 66 jaar oud geworden. Jhr. Michiels v. Verduynen stond bekend als één van de bekwaamste Nederlandse diplomaten en stond in binnen- en buitenland in hoog aan zien. Hij werd in Den Haag geboren en studeerde rechten in Leiden. Na o.m. chef van de afdeling economi sche zaken van het ministerie van buitenlandse zaken te zijn geweest, werd hij in 1921 benoemd tot gezant in Praag. Tussen 1929 en 1939 hield hij zich buiten de diplomatie; daar na werd hij gezant in Londen en in 1942 ambassadeur aldaar, welke functie hij tot zijn dood heeft be kleed. Onder de oorlog is hij minis ter zonder portefeuille geweest in de Nederlandse regering te Londen en in 1949 werd hij als onderhande laar naar Indonesië gezonden. Jhr. Michiels van Verduynen was ridder met het Grootkruis in de Royal Victorian Order, Grootkruis in de Orde van Oranje Nassau en commandeur in de Orde van de Ne derlandse Leeuw. Het stoffelijk overschot van de overleden ambassadeur zal in Ne derland ter aarde worden besteld. GIRODIENST GAAT DECENTRALISEREN. De directeur-generaal van de P.T.T., de heer L. Neher, heeft tijdens een causerie voor de commerciële club te Groningen meegedeeld, dat het in de bedoeling ligt de postchèque- en girodienst te decentraliseren. Het land zal daartoe worden gesplitst in drie sectoren, te weten: de provin cies Groningen, Friesland, Drente, Overijsel en een deel van Gelder land; voorts de provincies Limburg, Noord-Brabant, Zeeland en 't overi ge deel van Gelderland, terwijl de provincies Noord- en Zuid-Holland met Utrecht de derde sector zullen vormen. In elk van deze sectoren zal een giro-kantoor komen. Een statistisch onderzoek heeft reeds uitgewezen dat een dergelijke decentralisatie volkomen verant woord is, gezien de grote hoeveel heid opdrachten van en voor reke ninghouders in dezelfde sector. TIJDELIJK GEEN BOUWPREMIES Met ingang van 12 Mei 1952 wor den voorlopig geen aanvragen om toekenning van premie op basis van de premieregeling woningbouw '50 meer in behandeling genomen. De aanvragen, die voor 12 Mei reeds waren ontvangen, zullen nog wor den afgehandeld. Na verloop van enkele maanden zal de toekenning van premie weer voortgaan. Deze maatregel vindt zijn oor zaak in de omstandigheid, dat in de eerste vier maanden van dit jaar reeds voor de bouw van 12.000 wo ningen premieën zijn toegezegd, een verhoudingsgewijze zeer groot deel van het voor 1952 beschikbare be drag. Men had dit gedaan om gedu rende de eerste maanden het aantal in uitvoering zijnde woningen, dat een inzinking had ondergaan, weer op te voeren. Dit doel is thans be reikt. TOEZICHT CREDIETWEZEN IN WERKING. Er is een Koninklijk Besluit ver schenen waarbij wordt bepaald dat de Wet Toezicht Credietwezen op 16 Mei (vandaag) in werking treedt. Terzelfder tijd wordt de wet van toepassing op drie van de vier soor ten van credietinstellingen: de han delsbanken, de landbouwcrediet- banken en de algemene spaarban ken. VORDERING OP E.B.U. BOVEN 500 MILLIOEN. De Nederlandsche Bank heeft meegedeeld dat blijkens de defini tieve cijfers het overschot van Ne derland in het betalingsverkeer met aan de Europese Betalings Unie deelnemende landen in April 110.717.000 gulden heeft bedragen. Van dit bedrag heeft Nederland overeenkomstig de geldende bepa lingen 55.358.000 gulden ontvangen in de vorm van goud en Amerikaan se dollars, terwijl voor 55.358.000 gulden door Nederland crediet is verleend aan de Europese Betalings Unie. De vordering van Nederland op de Europese Betalings Unie be draagt thans 526.691.000 gulden. WE STERLINGS VRIJLATING OPNIEUW VOOR DE RECHTBANK. Uitlevering gevraagd. De Hoge Raad heeft beslist over het cassatieberoep van het O.M. in zake Wester lings vrijlating. De strekking van de uitspraak is, dat de rechtbank te Amsterdam op nieuw zal moeten oordelen over het beroep van het O.M. tegen de be schikking van de rechter-commis- saris, waarbij de vordering tot in bewaringstelling van Westerling was afgewezen. De waarnemend Hoge Commissa ris van Indonesië in Nederland, mr. Susanto Tirtoprodjo, heeft Maan dagmiddag een bezoek gebracht aan de staatssecretaris van buitenlandse zaken, mr. N. S. Blom, waarbij de heer Susanto het officiële Indonesi sche verzoek aan de Nederlandse regering tot uitlevering van Wes terling aan Indonesië heeft over handigd. K.L.M. MOET DIENSTEN BEPERKEN. Met het oog op het tekort aan vliegtuigbenzine, ontstaan door sta kingen in de petroleumindustrie in Amerika, heeft een aantal regerin gen voorzorgsmaatregelen getroffen. Als gevolg daarvan zullen de lucht vaartmaatschappijen hun diensten in gelijke mate moeten inkrimpen, hetgeen in vele gevallen zal neer komen op een beperking van vijftig procent. Ook de K.L.M. zal in de periode van 15 tot 24 Mei verschillende diensten laten vervallen. BOEKENWEEK-NOVELLE. De novelle „Insecten in plastic", het geschenk van de Boekenweek 1952, is geschreven door de Amster damse auteur Manuel v. Loggem. Dit werd Dinsdagmiddag in tegen woordigheid van de meesten der 33 auteurs, die in deze letterkundige prijsvraag hebben meegedongen, in het Vondelpark-paviljoen van het I.C.C. te Amsterdam door de voor zitter van de commissie, de heer Chr. Leeflang, officiëel bekend ge maakt. EEN TON VERDIEND MET j „HEITJE-KARWEITJE". De verkenners van de beide Ne derlandse padvinders-organisaties hebben met hun actie ,,'n Heitje voor 'n karweitje" van 14 tot en met 19 April de som van honderdduizend I gulden verdiend. Het bedrag, dat voor de helf1 aan de beide hoofdkwartieren wordt af- 1 gestaan, stelt de Nederlandse Pad- vinders in staat alle gebrekkige jon- I gens van de N.P.V. uit te zenden naar een internationale bijeenkomst die het volgend jaar in België voor hen wordt gehouden. De verkenners van de Katholieke Jeugdbeweging zijn thans in de gelegenheid hun kapel in Persingen te restaureren en in gebruik te nemen. VIJFJARIG JONGETJE GEDOOD. Door klap van een paard. Het 5-jarig zoontje van de familie Heeren uit de Edisonstraat te Roo sendaal, is Dinsdagmiddag op tra gische wijze om het leven gekomen. Het jongetje speelde in een weide tegenover de Röntgenstraat en joeg achter een paard. Het dier trapte op een gegeven ogenblik het jongetje tegen de borst. Nog even liep net manneke, maar direct daarop viel het neer. Hulp mocht niet meer ba ten.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 1