miWYK
OLIEBOL!
D.D.D
O/zs jTe/zgcfverrfaaf
v u* adem fris en
u\n tandengeton j
door de
HET MYSTERIE
Houdt 'J verkwikkende
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 30 MEI 1952.
2
Het volksconcert van Het Brabants Orkest
Enthousiasme bij orkest en publiek
Een heerlijk hapje
en een goede daad I
KOOPT
ten bate van het Ned.
Roode Kruis.
je*
SPANNING ROND DE AUTOBAAN
DOOR A. VIERVEYZER
Met een weldadig enthousiasme
heeft Het Brabants Orkest Dinsdag
avond in „Musis Sacrum" gemusi
ceerd, en met een even groot en
thousiasme heeft het Waalwij kse
publiek, dat slechts op enkele rijen
verstek liet gaan, zijn waardering
hiervoor getoond; en vooral aan 't
einde van het concert, toen Jordans
„con brio" zijn orkest omhoog ge
stuwd had naar de apotheose van
Beethovens onvergelijkelijk mooie
Vijfde Symphonie, zocht deze waar
dering zich een uitweg in een ova
tie; en op dergelijke ogenblikken
voelt men de onvolmaaktheid van
het applaus als middel tot uiting
van zijn enthousiasme.
En bij het gewaar worden van de
geestdrift en de bezieling waarmee
gespeeld wordt, vergeet en vergeeft
men zo gemakkelijk de enkele on
volkomenheden, een slordige of on
juiste inzet, de minder welluidende
klank van. 'n hoorn, een te noncha
lant pizzicato, dan vergeet men ook,
hoewel niet zo gemakkelijk, de wij
ze waarop men zich bij de opstel
ling heeft moeten behelpen en hele
groepen van het orkest ergens in
een hoek weggeduwd zitten, zodat
het geluid dikwijls allesbehalve
gaaf en homogeen is; en nu we dan
toch enkele opmerkingen plaatsen,
willen we ook nog eens wijzen op
de te kleine ruimte die de zaal
biedt; ze is juist groot genoeg voor
het in Waalwijk voorhanden zijnde
muziek-publiek, zodat ze altijd
goed gevuld is, maar het volume
van Het Brabants Orkest vraagt
om een grotere ruimte.
Het concert, waarbij ook de bur
gemeester en de wethouders van
Waalwijk aanwezig waren, werd
geopend met de Ouverture „II ma-
trimonio Segreto" van Cimarosa,
en dit werk kreeg de lichte, luch
tige toets die het behoefde; speels
en sprankelend was de vertolking
in alle onderdelen.
Lucienne Bouwman zong hierna
een tweetal aria's, van Mozart en
van Haydn. Deze jonge sopraan, in
het eerste jaar van haar concert-
practijk, een tikje ingenue, maar
dat verleent wel charme aan haar
optreden, heeft een stem waarvan
de mogelijkheden niet onbeperkt
zijn en duidelijk trad dit aan de dag;
maar niettemin zong zij zeer gaaf,
met een glanzende techniek, die
haar deugdelijkheid bewees in de
coloratuur (in de eerste aria volgde
de solo-violist haar niet altijd even
perfect), terwijl ook haar voor
dracht volkomen aannemelijk is.
Twee werkjes van Saint-Saëns
completeerden het gedeelte voor de
pauze. Zowel in „La Havanaise" als
in „Introduction en Rondo Capric-
cioso", beide voor solo-viool en or
kest, weet de componist brillante
effecten te bereiken, maar hij ont
ziet noch de solist, noch het orkest;
beide stelt hij voor moeilijke op
gaven.
Simon Kooke werkte zich vaar
dig door zijn vioolpartij heen en
met het orkest dat de begeleiding
precieus verzorgde, kwam hij tot
een lofwaardige vertolking.
Het hoogtepunt van dit concert
was de Vijfde Symphonie van Lud-
wig van Beethoven, de meester van
de zeldzame klankenrijkdom en de
onvolprezen harmonie, die alle mo
gelijkheden van de muziek kent en
weet te gebruiken om er onverge
telijke en onverwoestbare monu
menten mee op te bouwen.
En vooral voor Beethovens mu
ziek bleken zaal en podium te
klein.
De voortreffelijke dirigent, Hein
tflPTTTT" Niet krabben. De heldet
i I t" 3 vloeibare D. D. D. kal-
U» iü U meert de jeuk in enkel®
seconden, doodt de ziektekiemen en ge
neest tot diep in de huidporiën.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
Jordans, heeft zijn orkest met be
kwame en vaste hand door de
moeilijke partituur geleid, naar een
vierde deel van zeldzame blijheid
en opgeruimdheid; na al de som
bere motieven van de eerste delen,
waarin bij tijd en wijle het orkest
een grote hoogte bereikte, liet hij
eerst in het laatste deel het orkest
zich uitspelen, en het was een warm
en blij stemmend einde.
Men kan mogelijk nog opmerken
dat in bepaalde delen enkele par
tijen een enigszins verwaarloosde
indruk maakten; we denken hier
bijvoorbeeld aan de eerste violen,
daar tegenover staat weer de voor
treffelijkheid van de celli en de bij
zonder rijke klank van de blazers,
die de meerdere glans verleenden
aan dit nooit te miskennen werk,
dat dit volksconcert van ons eigen
jong en geestdriftig Brabants Or
kest bekroonde.
WAALWIJKS BELANG.
De jaarlijkse kwitanties van
„Waalwijks Belang" gaan dezer da
gen uit en wij vertrouwen dat allen
deze met genoegen zullen honore
ren, omdat wij menen dat een bij
drage van 3.per jaar voor een
vereniging als deze toch zeker dub
bel z'n geld waard is.
Als we maar even zien wat
Waalwijks Belang zo de laatste tijd
presteerde, dan zal men dit met
ons eens zijn, en uit de talrijke
nieuwe aanmeldingen van leden
blijkt duidelijk dat men haar werk
appreciëert.
Naast de prachtige Gids met dito
wandelkaart 't vorig jaar, is thans
een folder in grote getale ver
spreid over 't gehele land en daar
buiten, door de Alg. Vereniging van
Vreemdelingenverkeer, door de
Streek-V.V.V. Brabants Centrum,
door de V.V.V. in geheel Neder
land, door de fabrikanten en han
delaren enz.
De vereniging verzorgde de in
stallatie van burgemeester Teijssen
op stijlvolle wijze, organiseerde een
schitterende tentoonstelling „Waal
wijks Kunstbezit" die een groot
succes was, zij geeft prima concer
ten van hier en elders, zo krijgen
we dit seizoen o.a. nog „Concordia"
uit Loon op Zand, zij had bespre
kingen over verbetering van we
gen, over 't zwembad, over een
kampeergelegenheid, over een re
creatie-oord enz. enz. Zij verkreeg
toestemming om een aantal foto's
onzer gemeente te plaatsen in de
diesseltreinen (al rijden die nog
niet langs onze gemeente), een
pracht-reclame van lange duur,
plannen zijn er voor tal van evene
menten op sport- en ander gebied,
ook in samenwerking met de mid
denstand, en zo zouden we voort
kunnen gaan.
Wij menen dat er alle motief aan
wezig is om de vereniging „Waal
wijks Belang" te blijven steunen;
dus ieder betale zijn kwitantie, en
die nog geen lid is, geve zich op bij
het secretariaat.
AANBESTEDING ZWEMBAD.
Dinsdagmorgen om 11 uur had
op het gemeentehuis alhier de aan
besteding plaats van het nieuwe
zwembad, zoals wij dat in een van
onze vorige nummerse hebben be
sproken.
De uitslag was als volgt:
Fa. Elshout en De Bont,
Raamsdonk 130.930
Fa. P. v. d. Oord en Zn.,
Raamsdonk 149.450
Fa. H. v. Beurden-Seebregts,
Tilburg 149.620
Fa. S. J. Pepping en Zn.,
Kaatsheuvel 149.995
Fa. C. Verwaten, Tilburg 152.981
Fa. Sins-de Laat, Breda 153.900
Fa. L. Kooien, Waalwijk 156.500
Fa. Gebr. Schippers,
Mierlo 156.700
Fa. W. Klijngeld,
Waalwijk 157.000
Fa. H. M. Kramer,
Waalwijk 157.300
Fa. P. Broeken, Breda 158.718
Fa. P. A. Kramer,
Genderen 159.300
Fa. A. Smits, Heusden 159.900
UITREIKING
ONDERSCHEIDINGEN.
Heden (Vrij dag) avond om 8 uur
zal op hèt gemeentehuis de uitrei
king plaats hebben van de onder
scheidingen voor Orde en Vrede,
met de daarbij behorende versier
selen, aan een aantal militairen, die
een gedeelte van hun diensttijd in
Indonesië hebben vertoefd.
De Edelachtb. Heer Burgemees
ter zal de onderscheidingen per
soonlijk uitreiken.
K.A.B. AFD. WAALWIJK.
In de week van 16—21 Juni, de
juiste datum is nog niet vastge
steld, zal de K.A.B. afdeling Waal
wijk haar jaarvergadering houden.
De bestuursleden, de heren v. Se
vers, v. Huiten en Krol zijn perio
diek aftredend; nieuwe candidaten-
lysten kunnen reeds worden inge
diend.
Worden een dezer dagen
huis aan huis aangeboden.
MOEDERDAGVIERING
K.A,V. BAARDWIJK.
Nadat Zondag j.l. 's morgens in
de parochiekerk van St. Clemens
een H. Mis was opgedragen tot in
tentie van de afd. Baardwijk van
de Katholieke Arbeiders Vrouwen
beweging, en de leden 's middags
om 3 uur het Lof hadden bijge
woond, had de eigenlijke viering
van Moederdag op Maandag plaats.
Op die dag waren de leden des
avonds bijeen gekomen in het Pa
tronaat, waar Mej. Remie, de voor
zitster, de avond opende en de aan
wezigen, onder wie de Zeereerw.
Heer Pastoor A. v. d. Brekel, ver
welkomde. De voorzitster sprak
ook over de betekenis van Moeder
dag, wat de moeder betekent voor
haar man en haar gezin, en hoe
een moeder veel moest geven, maar
weinig had te ontvangen. Zij stelde
de K.A.V. onder de veilige bescher
ming van Moeder Maria en zij bad
de opdracht aan Maria en een ge
bed voor de gestorven en zieke le
den.
Allen zongen een Maria-lied,
voordat de geestelijk Adviseur het
woord kreeg, die ook sprak over
Maria en dieper inging op de woor
den van de voorzitster. En hiermee
was het ernstige gedeelte van de
avond gesloten. Nadat men nog
even gepraat had over de reis die
men deze zomer zou maken, maar
waarvoor men het beter vond een
afzonderlijke vergadering te beleg
gen, ging men over tot een bont
programma, dat buitengewoon
slaagde en waarvan allen zeer ge-
9)
Enkele takken hinderden John in
zijn uitzicht en behoedzaam schoof
hij die opzij. Zonder het minste ge
rucht te maken boog hij zich nog
verder naar voren, tot hij het ge
heel goed kon overzien. Zachtjes
wiegden de kruinen van de hoge
dennenbomen in de zoele avond
wind heen en weer, als wilden zij
voor de maan verborgen houden
wat zich op deze eenzame plek in
het bos afspeelde.
„Ik doe het niet meer. Jij en die
mooie broer van je delen het geld
en ik kan er voor opdraaien als er
iets mis gaat", hoorde John de stem
van de monteur zeggen. John ver
schrok: had Blécourt dan nog een
broer? Lang tijd om hierover na te
denken kreeg hij echter niet, want
nu hoorde hij de stem van Blécourt:
„Dacht je mij bang te kunnen ma
ken? Je kunt toch niet naar de po
litie lopen", en zich omdraaiend in
de richting van een hut, die uit
groene takken was opgebouwd en
geheel in de schaduw van de bo
men en struiken verloren ging, riep
hen: „Henri, heb je gehoord wat
onze brave monteur zojuist heeft
gezegd? Kom eens naar buiten!"
Op 't geroep van Blécourt kwam
inderdaad iemand uit het duister
te voorschijn. Eerst zag John niets,
maar toen de man enkele stappen
in de richting van de beide mannen
deed, kwam hij precies in 't bleke
maanlicht te staan, dat schuchter
door de toppen van de bomen heen
kwam kijken. Met een schok zag
John dat de man een treffende
overeenkomst met Blécourt ver
toonde. Nu begreep hij dat de
Fransman op deze manier altijd 'n
geldig alibi1) kon hebben. Drei
gend deed de figuur, die aange
sproken was men Henri, nog enke
le stappen in de richting van de
monteur en beet hem honend toe:
„Ben je soms altijd zo'n liefje ge
weest? en vervolgde onmiddellijk:
„Denk er om vriendje, dat je niet
naar de politie loopt, want dan we
ten we nog wel een paar middeltjes
om je te vinden". Dan het ineens
over een andere boeg gooiend:
„Maar we zullen er niet langer over
praten. Het wordt zo langzamer
hand hoog tijd om te gaan slapen.
Als mijn broer morgen gestart is,
kom je direct hierheen en gaat op
de uitkijk staan. De rest is je be
kend; Tabé" En met deze woorden
verdween hij in de hut, gevolgd
door Blécourt.
Onbewust bleef John in de strui
ken liggen. Het was ineens teveel
geweest voor hem om te kunnen
verwerken. Het was maar gelukkig,
dacht hij bij zich zelf, dat de drie
mannen Nederlands hadden gespro
ken, want deze taal beheerste hij
goed. Terwijl hij nog over het ge
hoorde lag na te denken, passeerde
de monteur hem rakelings. John
hield zijn adem in, maar nog vrees
de hij dat de man het bonsen van
zijn hart zou horen. Hij durfde niet
direct op te staan, en met kloppend
hart bleef hij liggen,.
Juist toen hij bezig was om zich
zcf stil mogelijk te verwijderen,
hoorde hij weer stemmen. Toen hij
opnieuw door de takken gluurde,
zag hij dat beide broers voor de hut
stonden. John luisterde aandachtig
en kon zodoende ieder woord dat
zij met elkaar bespraken, verstaan.
„Ik heb je al eerder gewaar
schuwd", hoorde hij Henri zeggen.
„Ik wist, dat we hem niet langer
konden vertrouwen. We zullen dus
moeten ingrijpen!"
„Maar waarom
„Ja, ik weet wat je zeggen wil",
onderbrak Henri zijn broer: „waar
om direct zo hardhandig? Je be
grijpt toch wel dat, als we hem al
leen voor een paar dagen opbergen,
hij later de politie toch nog waar
schuwt en wat hebben we dan ver
diend?"
noten, evenals van het bakske dat
de meisjes van de V.K.A.J. in
schonken.
Er heerste heel de avond een ge
zellige en gemoedelijke sfeer, en
velen vonden het wellicht jammer
toen het tijd werd dat de voorzit
ster de vergadering met gebed
sloot.
EEN LAATSTE OPROEP
Ik wéét: dat door de hulp van
Rode Kruis blinden worden gene
zen door de Hoornvliestransplan
tatie.
Ik weet: dat vele levens gered
worden door de Bloedtransfusie
dienst, evenals door de moeder-
melkcentrale.
Ik weet: dat, als ik op reis ben,
langs de wegen 900 hulpkisten
(verbandkisten) voor mij gereed
staan bij eventuele ongelukken.
Ik weet: dat 1100 helpers en help
sters gereed staan om dag en nacht,
geheel vrijwillig en belangeloos, te
helpen waar dit nodig is.
Ik weet: dat bij rampen het Rode
Kruis steeds paraat is om te helpen.
En om dat ik van dit alles en
nog meer overtuigd ben, geef ik
gaarne mijn morele steun, maar
ook mijn finantiële steun, als de
propagandisten van 25 Mei tot 8
Juni een beroep op mij zullen doen.
Indien de collectanten bij U ko
men, zij doen hun werk geheel be
langeloos, ontvang ze dan vriende
lijk en stuur ze niet zonder Uwe
gift, die spontaan en loyaal moet
zijn, door, om hun werk te belonen.
Zodoende zult U meewerken om
Uwe evenaasten te helpen, door 't
mogelijk te maken ons werk be
hoorlijk te kunnen volvoeren.
Wij danken U bij voorbaat.
Ned. Rode Kruis,
Afd. Waalwijk, Sprang-Capelle,
Drunen, Waspik.
CHR. HIST. KIESVERENIGING
NEDERLAND EN ORANJE
WAALWIJK.
Dinsdagavond 3 Juni a.s. komt
bovengenoemde Kiesvereniging in
ledenvergadering bijeen. Het punt
van behandeling is: „De komende
verkiezingen en de daarvoor ook
door het Chr. Hist. Kiezersvolk al
hier te verrichten arbeid". Men
hoopt op een trouwe opkomst. Dit
temeer, daar (alhoewel 25 Juni
«UVWJ v -
FEUILLETON
VAN DE BLAUWE TRAM.
door T, Lodewijk
3)
„Licht nog es bij", vroeg de dok
ter. Aandachtig keek hij in het ge
zicht van de man achter het stuur,
floot dan zachtjes tussen de tanden.
„Een kennis van me", legde hij
uit. „Van der Jagt, weet je wel?
Jacques van der Jagt, van Van der
Jagt Brothers uit Hillegom, die
grote bollenexporteurs. Weduw
naar, z'n zoon zit ergens in Cali-
fornië. Aardige vent.... de vader
bedoel ik. Wie zou 'm dat gelapt
hebben?"
„Tja", de inspecteur krabde zich
eens onder z'n pet, „het zal wel 'n
kluifje voor mij worden om dat
uit te zoeken!"
,,'t Is je gegund", spotte de dok
ter. „Je kunt naam maken, kerel.
De Lisser Moordzaak. Inspecteur
Ontraadselt Mysterie van de Ge
heimzinnige Auto. Met kruisje: de
plek van de misdaad, links op de
foto de onvermoeide speurder, in
specteur Vallentgoéd. Ik zie de kop
pen en de foto's al in de kranten.
Je maakt nog promotie!"
„Promotie?" bromde Vallentgoed.
„Meer kans op vervroegd pensioen"
„Kom, kom", lachte de dokter
„oud cavaleriepaard, je wilt nog
best. Weer es wat anders dan arti
kel 461 en zwijntjesjagers, man!"
„Ik weet het niet", zei de inspec
teur, plotseling ernstig, „je moet er
geluk bij hebben ook. 't Hangt voor
een groot deel af van wat deze
vrijer kan vertellenals ie
nog wat vertelten wat ze in
de wagen vinden. In de boeken
loopt dat allemaal prachtig
kunnen ze aan de kleur van je sok
ken zien dat de moordenaar van
spiegeleieren houdt. Maar ik zou
Edgar Wallace en Van Dine en al
die mysterie-makers wel eens met
d'r lui neus voor die wagen hier op
de Hereweg willen zetten en kij
ken wat ze er van terecht brach
ten!"
Jochem Verkruysen had al die
tijd, bescheiden op de achtergrond,
toegeluisterd. Nu waagde hij een
stap naar voren.
„Als U die zaak gaat uitpluizen,
chef" z'n stem klonk bijna sme
kend „laat mij U dan helpen!
Brinkmans interesseert er zich niet
voor, dat heeft U wel gemerkt, en
de andere collega's hebben allemaal
hun vaste aanstelling en hun dienst
jaren. Maar ik moet nog leren!"
„Nou jaje wilt tenminste
leren", antwoordde de inspecteur
vaderlijk-goedmoedig. „Jij denkt
tenminste niet, dat het maken van
je ronde en afzettingsdiensten op
Koninginnedag de voornaamste
plichten van de politieman zijn".
Hij mocht Verkruysen wel. Een
vent uit 't goede hout gesneden.
Niet om 't makkelijke baantje, vrij
kleding en pensioen politie-agent
geworden, of om de meisjes het
hoofd op hol te brengen. Nee, die
Verkruysen was een echte speur
der, of zijn mensenkennis en jaren
lange ervaring zouden hem geducht
bedrogen hebben.
,,'k Zal eens zien", hield hij een
slag om de arm. „Daar heb je de
ambulance. Van der Aar was vast
nog niet naar bed, want anders
krijg je hem met geen twintig po-
litie-agenten wakker".
Geluidloos remmend, stond de
witte wagen met groen-lichtende
kruis boven de cabine, naast de
donkere auto. Voorzichtig trokken
de mannen de stille figuur van de
exporteur van achter 't stuur van
daan, legden hem op de brancard,
sloegen met een gewoontegebaar de
deken over het, in de maneschijn
nog ééns zo witte gezicht, en scho
ven het lichaam in de wagen.
„Jij gaat mee", zei de inspecteur
opeens tegen Jochem „en wijkt niet
van z'n sponde, zoals dat in de boe
ken heet. Zodra hij een veer van
z'n lippen kan blazen, probeer je
te weten te komen wat er gebeurd
is voorzichtig an, natuurlijk
en bel me op zo gauw je wat weet.
Goeie reis, en maak geen gekheid
met die knappe verpleegsters daar".
Jochem salueerde, en zat enkele
ogenblikken later op het bankje
naast de brancard. Zacht verend
schoof de wagen door de nacht, de
weg op naar Leiden.
HOOFDSTUK II.
Een tram floot
Door het venster van de zieken
kamer scheen het heldere licht van
de voorjaarsmorgen, met een groe
nige weerschijn van de bomen in
de ziekenhuistuin.
Jochem Verkruysen verschoof
eens op z'n stoel.
't Was nu negen uur 's morgens;
hij had in geen etmaal een oog
dicht gedaan.
De patiënt was meteen behandeld
en verbonden. Nu lag hij daar op
het witte bed, het hoofd geheel in
verband gehuld, bewegingloos en
buiten bewustzijn.
De zuster, die, zoals ze zei, nog
meer te doen had, had Jochem haar
taak zolang overgedragen. Bij het
eerste teken van verandering moest
hij bellen. En nu wachtte hij en
staarde naar wat er van het was
bleke gezicht op het kussen tussen
het verbandlinnen te zien was.
Och, hij had het hier niet slecht.
En als 't roken niet verboden was
geweest, zou hij het weken hebben
kunnen uithouden.
Zwak klonken de geruchten uit
de buitenwereld tot hem door. Een
auto-claxon snerpte door de stilte,
een tram reed, gedempt bellend
voorbij, in de verte zeurde de def
tige fluittoon van de Wassenaarse
tram. Af en toe trippelden vlugge
passen in de gang voorbij, soms af
gewisseld door langzame, zware
mannenstappen.
Plotseling meende Jochem een
lichte beweging bij de patiënt te
bespeuren. Gespannen tuurde hij
naar de roerloze gestalte. Neen, hij
„Water en droog brood", poogde
Blécourt grappig te zijn.
„Jij liever dan ik", beantwoordde
Henri deze opmerking. „Je moest
wijzer zijn". En toen er zoals te
verwachten was geen antwoord
kwam, vervolgde hij: „jij gaat nu
met de wagen terug. Hij John
begreep dat hiermee de monteur
werd bedoeld loopt nu op de
baan en jij rijdt er op. Er heeft een
ongeluk plaats en wij zijn van die
lastpost bevrijd".
„En de politiewierp Blé
court nog tegen.
„Dat is nog al eenvoudig. We
vertellen gewoon, dat jij pech ge
had hebt met je wagen. Je monteur
is gekomen en heeft het euvel ver
holpen. Op de terugweg werd je
door de duisternis misleid en zo
doendeNiemand zal echter
argwaan tegen je koesteren, omdat
je zijn baas bent. Ik hoop, dat je
alles begrepen hebt. Wacht nog en
kele ogenblikken, dan is hij ver ge
noeg van hier verwijderd. Ik ga nu
werkelijk slapen. Adieu",
Blécourt mompelde nog iets te
rug, haalde een sigaret te voor
schijn, stak haar aan en ging op de
grond zitten.
Het koude angstzweet was John
m de laatste minuten uitgebroken.
Hij maakte plannen en verwierp ze
weer. Hij kon niet meer logisch
denken. Eén ding stond voor hem
echter als een paal boven water:
hij moest zien dat hij hier zo gauw
mogelijk weg kwam. Hier mochten
ze hem in geen geval vinden. Hij
had nu gehoord dat de beide man
nen voor niets terugdeinsden. Eerst
kroop hij een eindje over de grond,
maar dan durfde hij overeind te
gaan staan en gewoon te lopen. Na
enkele minuten begon hij echter te
hollen. Hij merkte niet dat de tak
ken zijn kleren scheurden. Het ha
merde maar aldoor in zijn hoofd:
maak dat je weg komt, maak dat je
weg komt. Zodoende was hij spoe
dig aan de baan. In het bos achter
zich hoorde hij het aanzetten van
een motor en het liet voor hem
geen twijfel: dat was Blécourt.
Zou John nog in staat zijn 't ge
vaar dat de monteur boven 't hoofd
hing, af te wenden?
1) Alibi: bewijs, dat men op het
ogenblik van een zekere mis
daad ergens anders was dan op
de plaats hiervan.
(Wordt vervolgd).
reeds kort in het zicht is) men zich
onwillekeurig nog wel eens af
vraagt of de politieke belangstel
ling van het kiezersvolk al wel bo
ven het nulpunt uitgekomen is.
Dit is toch nodig voor een gezond
en fris democratisch volksbestaan.
Al zou het alleen maar gaan om de
handhaving van de duur verwor
ven vrijheid in ons volksbestaan,
waarmee tenslotte een ieder ge
baat is, dan moet er thans toch een
opgewekt en vrolijk politiek mede
leven te constateren zijn.
Moge ook de hierboven genoem
de ledenvergadering hiervan eni
germate de kentekenen dragen.
MUSIS SACRUM.
„Abbott en Costelto ontmoeten
de onzichtbare man". Twee pas
geslaagde detectives A C) wor
den betrokken in een moordzaak,
waarvan een bekend bokser wordt
verdacht. Deze bokser weet echter
te ontsnappen, geeft zichzelf een
injectie met een serum dat hem
onzichtbaar maakt en samen met
de twee detectives stelt hij pogin
gen in het werk zijn onschuld te
bewijzen. Een van de detectives
moet hierbij optreden als bokser
en de aanwezigheid van de on
zichtbare in de ring maakt dit op
treden natuurlijk tot een groot suc
ces. Op deze manier weten zij ten
slotte de manager van een collega
van de bokser te ontmaskeren
terwijl er daarna bovendien een
serum is uitgevonden dat de bok
ser weer zichtbaar weet te ma
ken en hij zich weer kan hereni
gen met zijn geliefde. De beide de
tectives delen in de vreugde van
de goede afloop, waarin zijn een
had zich niet vergist. Hij bewoog
heel even onder de gladde deken,
een zacht kreunen ontsnapte de
half-geopende mond.
Op z'n tenen wipte Jochem naar
de belknop. Een ogenblik later
opende een bijdehand verpleegster
tje met koolzwarte ogen de deur en
trok vragend de wenkbrauwen op.
Jochem wees naar 't bed. Zacht
jes liep ze er heen, bekeek de ge
wonde lang en aandachtig. „Hij
komt bij", knikte ze tegen Jochem,
„maar U moogt geen woord tegen
hem zeggen, denkt U er om? Maakt
U maar zolang een wandelingetje
op de gang, dan zal ik de dokter
halen en eens zien of U bij de pa
tiënt kunt worden toegelaten".
Ze verdween met een air of het
hele ziekenhuis haar persoonlijk
eigendom was, meende Jochem, die
bang was voor verpleegsters. Hij
slipte de gang op en vond tot zijn
verrassing een geopend raam met
uitzicht op de tuin, van waaruit hij
clandestien een paar trekjes kon
doen aan de sigaret, waarnaar hij
reeds enkele uren had zitten snak
ken.
(Wordt vervolgd).