miWYK OLIEBOL! D.D.D O/zs jTe/zgcfverrfaaf v u* adem fris en u\n tandengeton j door de HET MYSTERIE Houdt 'J verkwikkende 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 30 MEI 1952. 2 Het volksconcert van Het Brabants Orkest Enthousiasme bij orkest en publiek Een heerlijk hapje en een goede daad I KOOPT ten bate van het Ned. Roode Kruis. je* SPANNING ROND DE AUTOBAAN DOOR A. VIERVEYZER Met een weldadig enthousiasme heeft Het Brabants Orkest Dinsdag avond in „Musis Sacrum" gemusi ceerd, en met een even groot en thousiasme heeft het Waalwij kse publiek, dat slechts op enkele rijen verstek liet gaan, zijn waardering hiervoor getoond; en vooral aan 't einde van het concert, toen Jordans „con brio" zijn orkest omhoog ge stuwd had naar de apotheose van Beethovens onvergelijkelijk mooie Vijfde Symphonie, zocht deze waar dering zich een uitweg in een ova tie; en op dergelijke ogenblikken voelt men de onvolmaaktheid van het applaus als middel tot uiting van zijn enthousiasme. En bij het gewaar worden van de geestdrift en de bezieling waarmee gespeeld wordt, vergeet en vergeeft men zo gemakkelijk de enkele on volkomenheden, een slordige of on juiste inzet, de minder welluidende klank van. 'n hoorn, een te noncha lant pizzicato, dan vergeet men ook, hoewel niet zo gemakkelijk, de wij ze waarop men zich bij de opstel ling heeft moeten behelpen en hele groepen van het orkest ergens in een hoek weggeduwd zitten, zodat het geluid dikwijls allesbehalve gaaf en homogeen is; en nu we dan toch enkele opmerkingen plaatsen, willen we ook nog eens wijzen op de te kleine ruimte die de zaal biedt; ze is juist groot genoeg voor het in Waalwijk voorhanden zijnde muziek-publiek, zodat ze altijd goed gevuld is, maar het volume van Het Brabants Orkest vraagt om een grotere ruimte. Het concert, waarbij ook de bur gemeester en de wethouders van Waalwijk aanwezig waren, werd geopend met de Ouverture „II ma- trimonio Segreto" van Cimarosa, en dit werk kreeg de lichte, luch tige toets die het behoefde; speels en sprankelend was de vertolking in alle onderdelen. Lucienne Bouwman zong hierna een tweetal aria's, van Mozart en van Haydn. Deze jonge sopraan, in het eerste jaar van haar concert- practijk, een tikje ingenue, maar dat verleent wel charme aan haar optreden, heeft een stem waarvan de mogelijkheden niet onbeperkt zijn en duidelijk trad dit aan de dag; maar niettemin zong zij zeer gaaf, met een glanzende techniek, die haar deugdelijkheid bewees in de coloratuur (in de eerste aria volgde de solo-violist haar niet altijd even perfect), terwijl ook haar voor dracht volkomen aannemelijk is. Twee werkjes van Saint-Saëns completeerden het gedeelte voor de pauze. Zowel in „La Havanaise" als in „Introduction en Rondo Capric- cioso", beide voor solo-viool en or kest, weet de componist brillante effecten te bereiken, maar hij ont ziet noch de solist, noch het orkest; beide stelt hij voor moeilijke op gaven. Simon Kooke werkte zich vaar dig door zijn vioolpartij heen en met het orkest dat de begeleiding precieus verzorgde, kwam hij tot een lofwaardige vertolking. Het hoogtepunt van dit concert was de Vijfde Symphonie van Lud- wig van Beethoven, de meester van de zeldzame klankenrijkdom en de onvolprezen harmonie, die alle mo gelijkheden van de muziek kent en weet te gebruiken om er onverge telijke en onverwoestbare monu menten mee op te bouwen. En vooral voor Beethovens mu ziek bleken zaal en podium te klein. De voortreffelijke dirigent, Hein tflPTTTT" Niet krabben. De heldet i I t" 3 vloeibare D. D. D. kal- U» iü U meert de jeuk in enkel® seconden, doodt de ziektekiemen en ge neest tot diep in de huidporiën. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN Jordans, heeft zijn orkest met be kwame en vaste hand door de moeilijke partituur geleid, naar een vierde deel van zeldzame blijheid en opgeruimdheid; na al de som bere motieven van de eerste delen, waarin bij tijd en wijle het orkest een grote hoogte bereikte, liet hij eerst in het laatste deel het orkest zich uitspelen, en het was een warm en blij stemmend einde. Men kan mogelijk nog opmerken dat in bepaalde delen enkele par tijen een enigszins verwaarloosde indruk maakten; we denken hier bijvoorbeeld aan de eerste violen, daar tegenover staat weer de voor treffelijkheid van de celli en de bij zonder rijke klank van de blazers, die de meerdere glans verleenden aan dit nooit te miskennen werk, dat dit volksconcert van ons eigen jong en geestdriftig Brabants Or kest bekroonde. WAALWIJKS BELANG. De jaarlijkse kwitanties van „Waalwijks Belang" gaan dezer da gen uit en wij vertrouwen dat allen deze met genoegen zullen honore ren, omdat wij menen dat een bij drage van 3.per jaar voor een vereniging als deze toch zeker dub bel z'n geld waard is. Als we maar even zien wat Waalwijks Belang zo de laatste tijd presteerde, dan zal men dit met ons eens zijn, en uit de talrijke nieuwe aanmeldingen van leden blijkt duidelijk dat men haar werk appreciëert. Naast de prachtige Gids met dito wandelkaart 't vorig jaar, is thans een folder in grote getale ver spreid over 't gehele land en daar buiten, door de Alg. Vereniging van Vreemdelingenverkeer, door de Streek-V.V.V. Brabants Centrum, door de V.V.V. in geheel Neder land, door de fabrikanten en han delaren enz. De vereniging verzorgde de in stallatie van burgemeester Teijssen op stijlvolle wijze, organiseerde een schitterende tentoonstelling „Waal wijks Kunstbezit" die een groot succes was, zij geeft prima concer ten van hier en elders, zo krijgen we dit seizoen o.a. nog „Concordia" uit Loon op Zand, zij had bespre kingen over verbetering van we gen, over 't zwembad, over een kampeergelegenheid, over een re creatie-oord enz. enz. Zij verkreeg toestemming om een aantal foto's onzer gemeente te plaatsen in de diesseltreinen (al rijden die nog niet langs onze gemeente), een pracht-reclame van lange duur, plannen zijn er voor tal van evene menten op sport- en ander gebied, ook in samenwerking met de mid denstand, en zo zouden we voort kunnen gaan. Wij menen dat er alle motief aan wezig is om de vereniging „Waal wijks Belang" te blijven steunen; dus ieder betale zijn kwitantie, en die nog geen lid is, geve zich op bij het secretariaat. AANBESTEDING ZWEMBAD. Dinsdagmorgen om 11 uur had op het gemeentehuis alhier de aan besteding plaats van het nieuwe zwembad, zoals wij dat in een van onze vorige nummerse hebben be sproken. De uitslag was als volgt: Fa. Elshout en De Bont, Raamsdonk 130.930 Fa. P. v. d. Oord en Zn., Raamsdonk 149.450 Fa. H. v. Beurden-Seebregts, Tilburg 149.620 Fa. S. J. Pepping en Zn., Kaatsheuvel 149.995 Fa. C. Verwaten, Tilburg 152.981 Fa. Sins-de Laat, Breda 153.900 Fa. L. Kooien, Waalwijk 156.500 Fa. Gebr. Schippers, Mierlo 156.700 Fa. W. Klijngeld, Waalwijk 157.000 Fa. H. M. Kramer, Waalwijk 157.300 Fa. P. Broeken, Breda 158.718 Fa. P. A. Kramer, Genderen 159.300 Fa. A. Smits, Heusden 159.900 UITREIKING ONDERSCHEIDINGEN. Heden (Vrij dag) avond om 8 uur zal op hèt gemeentehuis de uitrei king plaats hebben van de onder scheidingen voor Orde en Vrede, met de daarbij behorende versier selen, aan een aantal militairen, die een gedeelte van hun diensttijd in Indonesië hebben vertoefd. De Edelachtb. Heer Burgemees ter zal de onderscheidingen per soonlijk uitreiken. K.A.B. AFD. WAALWIJK. In de week van 16—21 Juni, de juiste datum is nog niet vastge steld, zal de K.A.B. afdeling Waal wijk haar jaarvergadering houden. De bestuursleden, de heren v. Se vers, v. Huiten en Krol zijn perio diek aftredend; nieuwe candidaten- lysten kunnen reeds worden inge diend. Worden een dezer dagen huis aan huis aangeboden. MOEDERDAGVIERING K.A,V. BAARDWIJK. Nadat Zondag j.l. 's morgens in de parochiekerk van St. Clemens een H. Mis was opgedragen tot in tentie van de afd. Baardwijk van de Katholieke Arbeiders Vrouwen beweging, en de leden 's middags om 3 uur het Lof hadden bijge woond, had de eigenlijke viering van Moederdag op Maandag plaats. Op die dag waren de leden des avonds bijeen gekomen in het Pa tronaat, waar Mej. Remie, de voor zitster, de avond opende en de aan wezigen, onder wie de Zeereerw. Heer Pastoor A. v. d. Brekel, ver welkomde. De voorzitster sprak ook over de betekenis van Moeder dag, wat de moeder betekent voor haar man en haar gezin, en hoe een moeder veel moest geven, maar weinig had te ontvangen. Zij stelde de K.A.V. onder de veilige bescher ming van Moeder Maria en zij bad de opdracht aan Maria en een ge bed voor de gestorven en zieke le den. Allen zongen een Maria-lied, voordat de geestelijk Adviseur het woord kreeg, die ook sprak over Maria en dieper inging op de woor den van de voorzitster. En hiermee was het ernstige gedeelte van de avond gesloten. Nadat men nog even gepraat had over de reis die men deze zomer zou maken, maar waarvoor men het beter vond een afzonderlijke vergadering te beleg gen, ging men over tot een bont programma, dat buitengewoon slaagde en waarvan allen zeer ge- 9) Enkele takken hinderden John in zijn uitzicht en behoedzaam schoof hij die opzij. Zonder het minste ge rucht te maken boog hij zich nog verder naar voren, tot hij het ge heel goed kon overzien. Zachtjes wiegden de kruinen van de hoge dennenbomen in de zoele avond wind heen en weer, als wilden zij voor de maan verborgen houden wat zich op deze eenzame plek in het bos afspeelde. „Ik doe het niet meer. Jij en die mooie broer van je delen het geld en ik kan er voor opdraaien als er iets mis gaat", hoorde John de stem van de monteur zeggen. John ver schrok: had Blécourt dan nog een broer? Lang tijd om hierover na te denken kreeg hij echter niet, want nu hoorde hij de stem van Blécourt: „Dacht je mij bang te kunnen ma ken? Je kunt toch niet naar de po litie lopen", en zich omdraaiend in de richting van een hut, die uit groene takken was opgebouwd en geheel in de schaduw van de bo men en struiken verloren ging, riep hen: „Henri, heb je gehoord wat onze brave monteur zojuist heeft gezegd? Kom eens naar buiten!" Op 't geroep van Blécourt kwam inderdaad iemand uit het duister te voorschijn. Eerst zag John niets, maar toen de man enkele stappen in de richting van de beide mannen deed, kwam hij precies in 't bleke maanlicht te staan, dat schuchter door de toppen van de bomen heen kwam kijken. Met een schok zag John dat de man een treffende overeenkomst met Blécourt ver toonde. Nu begreep hij dat de Fransman op deze manier altijd 'n geldig alibi1) kon hebben. Drei gend deed de figuur, die aange sproken was men Henri, nog enke le stappen in de richting van de monteur en beet hem honend toe: „Ben je soms altijd zo'n liefje ge weest? en vervolgde onmiddellijk: „Denk er om vriendje, dat je niet naar de politie loopt, want dan we ten we nog wel een paar middeltjes om je te vinden". Dan het ineens over een andere boeg gooiend: „Maar we zullen er niet langer over praten. Het wordt zo langzamer hand hoog tijd om te gaan slapen. Als mijn broer morgen gestart is, kom je direct hierheen en gaat op de uitkijk staan. De rest is je be kend; Tabé" En met deze woorden verdween hij in de hut, gevolgd door Blécourt. Onbewust bleef John in de strui ken liggen. Het was ineens teveel geweest voor hem om te kunnen verwerken. Het was maar gelukkig, dacht hij bij zich zelf, dat de drie mannen Nederlands hadden gespro ken, want deze taal beheerste hij goed. Terwijl hij nog over het ge hoorde lag na te denken, passeerde de monteur hem rakelings. John hield zijn adem in, maar nog vrees de hij dat de man het bonsen van zijn hart zou horen. Hij durfde niet direct op te staan, en met kloppend hart bleef hij liggen,. Juist toen hij bezig was om zich zcf stil mogelijk te verwijderen, hoorde hij weer stemmen. Toen hij opnieuw door de takken gluurde, zag hij dat beide broers voor de hut stonden. John luisterde aandachtig en kon zodoende ieder woord dat zij met elkaar bespraken, verstaan. „Ik heb je al eerder gewaar schuwd", hoorde hij Henri zeggen. „Ik wist, dat we hem niet langer konden vertrouwen. We zullen dus moeten ingrijpen!" „Maar waarom „Ja, ik weet wat je zeggen wil", onderbrak Henri zijn broer: „waar om direct zo hardhandig? Je be grijpt toch wel dat, als we hem al leen voor een paar dagen opbergen, hij later de politie toch nog waar schuwt en wat hebben we dan ver diend?" noten, evenals van het bakske dat de meisjes van de V.K.A.J. in schonken. Er heerste heel de avond een ge zellige en gemoedelijke sfeer, en velen vonden het wellicht jammer toen het tijd werd dat de voorzit ster de vergadering met gebed sloot. EEN LAATSTE OPROEP Ik wéét: dat door de hulp van Rode Kruis blinden worden gene zen door de Hoornvliestransplan tatie. Ik weet: dat vele levens gered worden door de Bloedtransfusie dienst, evenals door de moeder- melkcentrale. Ik weet: dat, als ik op reis ben, langs de wegen 900 hulpkisten (verbandkisten) voor mij gereed staan bij eventuele ongelukken. Ik weet: dat 1100 helpers en help sters gereed staan om dag en nacht, geheel vrijwillig en belangeloos, te helpen waar dit nodig is. Ik weet: dat bij rampen het Rode Kruis steeds paraat is om te helpen. En om dat ik van dit alles en nog meer overtuigd ben, geef ik gaarne mijn morele steun, maar ook mijn finantiële steun, als de propagandisten van 25 Mei tot 8 Juni een beroep op mij zullen doen. Indien de collectanten bij U ko men, zij doen hun werk geheel be langeloos, ontvang ze dan vriende lijk en stuur ze niet zonder Uwe gift, die spontaan en loyaal moet zijn, door, om hun werk te belonen. Zodoende zult U meewerken om Uwe evenaasten te helpen, door 't mogelijk te maken ons werk be hoorlijk te kunnen volvoeren. Wij danken U bij voorbaat. Ned. Rode Kruis, Afd. Waalwijk, Sprang-Capelle, Drunen, Waspik. CHR. HIST. KIESVERENIGING NEDERLAND EN ORANJE WAALWIJK. Dinsdagavond 3 Juni a.s. komt bovengenoemde Kiesvereniging in ledenvergadering bijeen. Het punt van behandeling is: „De komende verkiezingen en de daarvoor ook door het Chr. Hist. Kiezersvolk al hier te verrichten arbeid". Men hoopt op een trouwe opkomst. Dit temeer, daar (alhoewel 25 Juni «UVWJ v - FEUILLETON VAN DE BLAUWE TRAM. door T, Lodewijk 3) „Licht nog es bij", vroeg de dok ter. Aandachtig keek hij in het ge zicht van de man achter het stuur, floot dan zachtjes tussen de tanden. „Een kennis van me", legde hij uit. „Van der Jagt, weet je wel? Jacques van der Jagt, van Van der Jagt Brothers uit Hillegom, die grote bollenexporteurs. Weduw naar, z'n zoon zit ergens in Cali- fornië. Aardige vent.... de vader bedoel ik. Wie zou 'm dat gelapt hebben?" „Tja", de inspecteur krabde zich eens onder z'n pet, „het zal wel 'n kluifje voor mij worden om dat uit te zoeken!" ,,'t Is je gegund", spotte de dok ter. „Je kunt naam maken, kerel. De Lisser Moordzaak. Inspecteur Ontraadselt Mysterie van de Ge heimzinnige Auto. Met kruisje: de plek van de misdaad, links op de foto de onvermoeide speurder, in specteur Vallentgoéd. Ik zie de kop pen en de foto's al in de kranten. Je maakt nog promotie!" „Promotie?" bromde Vallentgoed. „Meer kans op vervroegd pensioen" „Kom, kom", lachte de dokter „oud cavaleriepaard, je wilt nog best. Weer es wat anders dan arti kel 461 en zwijntjesjagers, man!" „Ik weet het niet", zei de inspec teur, plotseling ernstig, „je moet er geluk bij hebben ook. 't Hangt voor een groot deel af van wat deze vrijer kan vertellenals ie nog wat vertelten wat ze in de wagen vinden. In de boeken loopt dat allemaal prachtig kunnen ze aan de kleur van je sok ken zien dat de moordenaar van spiegeleieren houdt. Maar ik zou Edgar Wallace en Van Dine en al die mysterie-makers wel eens met d'r lui neus voor die wagen hier op de Hereweg willen zetten en kij ken wat ze er van terecht brach ten!" Jochem Verkruysen had al die tijd, bescheiden op de achtergrond, toegeluisterd. Nu waagde hij een stap naar voren. „Als U die zaak gaat uitpluizen, chef" z'n stem klonk bijna sme kend „laat mij U dan helpen! Brinkmans interesseert er zich niet voor, dat heeft U wel gemerkt, en de andere collega's hebben allemaal hun vaste aanstelling en hun dienst jaren. Maar ik moet nog leren!" „Nou jaje wilt tenminste leren", antwoordde de inspecteur vaderlijk-goedmoedig. „Jij denkt tenminste niet, dat het maken van je ronde en afzettingsdiensten op Koninginnedag de voornaamste plichten van de politieman zijn". Hij mocht Verkruysen wel. Een vent uit 't goede hout gesneden. Niet om 't makkelijke baantje, vrij kleding en pensioen politie-agent geworden, of om de meisjes het hoofd op hol te brengen. Nee, die Verkruysen was een echte speur der, of zijn mensenkennis en jaren lange ervaring zouden hem geducht bedrogen hebben. ,,'k Zal eens zien", hield hij een slag om de arm. „Daar heb je de ambulance. Van der Aar was vast nog niet naar bed, want anders krijg je hem met geen twintig po- litie-agenten wakker". Geluidloos remmend, stond de witte wagen met groen-lichtende kruis boven de cabine, naast de donkere auto. Voorzichtig trokken de mannen de stille figuur van de exporteur van achter 't stuur van daan, legden hem op de brancard, sloegen met een gewoontegebaar de deken over het, in de maneschijn nog ééns zo witte gezicht, en scho ven het lichaam in de wagen. „Jij gaat mee", zei de inspecteur opeens tegen Jochem „en wijkt niet van z'n sponde, zoals dat in de boe ken heet. Zodra hij een veer van z'n lippen kan blazen, probeer je te weten te komen wat er gebeurd is voorzichtig an, natuurlijk en bel me op zo gauw je wat weet. Goeie reis, en maak geen gekheid met die knappe verpleegsters daar". Jochem salueerde, en zat enkele ogenblikken later op het bankje naast de brancard. Zacht verend schoof de wagen door de nacht, de weg op naar Leiden. HOOFDSTUK II. Een tram floot Door het venster van de zieken kamer scheen het heldere licht van de voorjaarsmorgen, met een groe nige weerschijn van de bomen in de ziekenhuistuin. Jochem Verkruysen verschoof eens op z'n stoel. 't Was nu negen uur 's morgens; hij had in geen etmaal een oog dicht gedaan. De patiënt was meteen behandeld en verbonden. Nu lag hij daar op het witte bed, het hoofd geheel in verband gehuld, bewegingloos en buiten bewustzijn. De zuster, die, zoals ze zei, nog meer te doen had, had Jochem haar taak zolang overgedragen. Bij het eerste teken van verandering moest hij bellen. En nu wachtte hij en staarde naar wat er van het was bleke gezicht op het kussen tussen het verbandlinnen te zien was. Och, hij had het hier niet slecht. En als 't roken niet verboden was geweest, zou hij het weken hebben kunnen uithouden. Zwak klonken de geruchten uit de buitenwereld tot hem door. Een auto-claxon snerpte door de stilte, een tram reed, gedempt bellend voorbij, in de verte zeurde de def tige fluittoon van de Wassenaarse tram. Af en toe trippelden vlugge passen in de gang voorbij, soms af gewisseld door langzame, zware mannenstappen. Plotseling meende Jochem een lichte beweging bij de patiënt te bespeuren. Gespannen tuurde hij naar de roerloze gestalte. Neen, hij „Water en droog brood", poogde Blécourt grappig te zijn. „Jij liever dan ik", beantwoordde Henri deze opmerking. „Je moest wijzer zijn". En toen er zoals te verwachten was geen antwoord kwam, vervolgde hij: „jij gaat nu met de wagen terug. Hij John begreep dat hiermee de monteur werd bedoeld loopt nu op de baan en jij rijdt er op. Er heeft een ongeluk plaats en wij zijn van die lastpost bevrijd". „En de politiewierp Blé court nog tegen. „Dat is nog al eenvoudig. We vertellen gewoon, dat jij pech ge had hebt met je wagen. Je monteur is gekomen en heeft het euvel ver holpen. Op de terugweg werd je door de duisternis misleid en zo doendeNiemand zal echter argwaan tegen je koesteren, omdat je zijn baas bent. Ik hoop, dat je alles begrepen hebt. Wacht nog en kele ogenblikken, dan is hij ver ge noeg van hier verwijderd. Ik ga nu werkelijk slapen. Adieu", Blécourt mompelde nog iets te rug, haalde een sigaret te voor schijn, stak haar aan en ging op de grond zitten. Het koude angstzweet was John m de laatste minuten uitgebroken. Hij maakte plannen en verwierp ze weer. Hij kon niet meer logisch denken. Eén ding stond voor hem echter als een paal boven water: hij moest zien dat hij hier zo gauw mogelijk weg kwam. Hier mochten ze hem in geen geval vinden. Hij had nu gehoord dat de beide man nen voor niets terugdeinsden. Eerst kroop hij een eindje over de grond, maar dan durfde hij overeind te gaan staan en gewoon te lopen. Na enkele minuten begon hij echter te hollen. Hij merkte niet dat de tak ken zijn kleren scheurden. Het ha merde maar aldoor in zijn hoofd: maak dat je weg komt, maak dat je weg komt. Zodoende was hij spoe dig aan de baan. In het bos achter zich hoorde hij het aanzetten van een motor en het liet voor hem geen twijfel: dat was Blécourt. Zou John nog in staat zijn 't ge vaar dat de monteur boven 't hoofd hing, af te wenden? 1) Alibi: bewijs, dat men op het ogenblik van een zekere mis daad ergens anders was dan op de plaats hiervan. (Wordt vervolgd). reeds kort in het zicht is) men zich onwillekeurig nog wel eens af vraagt of de politieke belangstel ling van het kiezersvolk al wel bo ven het nulpunt uitgekomen is. Dit is toch nodig voor een gezond en fris democratisch volksbestaan. Al zou het alleen maar gaan om de handhaving van de duur verwor ven vrijheid in ons volksbestaan, waarmee tenslotte een ieder ge baat is, dan moet er thans toch een opgewekt en vrolijk politiek mede leven te constateren zijn. Moge ook de hierboven genoem de ledenvergadering hiervan eni germate de kentekenen dragen. MUSIS SACRUM. „Abbott en Costelto ontmoeten de onzichtbare man". Twee pas geslaagde detectives A C) wor den betrokken in een moordzaak, waarvan een bekend bokser wordt verdacht. Deze bokser weet echter te ontsnappen, geeft zichzelf een injectie met een serum dat hem onzichtbaar maakt en samen met de twee detectives stelt hij pogin gen in het werk zijn onschuld te bewijzen. Een van de detectives moet hierbij optreden als bokser en de aanwezigheid van de on zichtbare in de ring maakt dit op treden natuurlijk tot een groot suc ces. Op deze manier weten zij ten slotte de manager van een collega van de bokser te ontmaskeren terwijl er daarna bovendien een serum is uitgevonden dat de bok ser weer zichtbaar weet te ma ken en hij zich weer kan hereni gen met zijn geliefde. De beide de tectives delen in de vreugde van de goede afloop, waarin zijn een had zich niet vergist. Hij bewoog heel even onder de gladde deken, een zacht kreunen ontsnapte de half-geopende mond. Op z'n tenen wipte Jochem naar de belknop. Een ogenblik later opende een bijdehand verpleegster tje met koolzwarte ogen de deur en trok vragend de wenkbrauwen op. Jochem wees naar 't bed. Zacht jes liep ze er heen, bekeek de ge wonde lang en aandachtig. „Hij komt bij", knikte ze tegen Jochem, „maar U moogt geen woord tegen hem zeggen, denkt U er om? Maakt U maar zolang een wandelingetje op de gang, dan zal ik de dokter halen en eens zien of U bij de pa tiënt kunt worden toegelaten". Ze verdween met een air of het hele ziekenhuis haar persoonlijk eigendom was, meende Jochem, die bang was voor verpleegsters. Hij slipte de gang op en vond tot zijn verrassing een geopend raam met uitzicht op de tuin, van waaruit hij clandestien een paar trekjes kon doen aan de sigaret, waarnaar hij reeds enkele uren had zitten snak ken. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 2