ademtnsen Brieven uit verre landen. verkwikkende WRIGLei De H. Theresiaverering in Waspik. Over Oostenrijk en Oostenrijkers. HET MYSTERIE Brabantse Toneelspelen 2 2 echte kaiM9om Het ontstaan en de groei van Reisnotities uit Villach INVOER IN JULI VOOR 89% GEDEKT. Volgens voorlopige gegevens be droeg de waarde van de geïmpor teerde goederen in Juli 1952 728 millioen (v.m. ƒ722 millioen), ter wijl voor een waarde van 650 mil lioen (v.m. 638 millioen) werd ge ëxporteerd. Het dekkingspercentage bedroeg 89 pet. (v.m. 88 pet.). Het dekkings percentage over de laatste twaalf maanden bedroeg 93 procent. ook nu uit de parochianen weer een comité gevormd onder voorzitter schap van de heer C. J. v. Hooren, dat zich ten doel stelt de huldiging en de verdere feestelijkheden te or ganiseren. Op Zondag 14 Sept. zal de kerkelijke viering plaats heb ben. Dan zal de vicaris-generaal van het Bisdom, Mgr. Hendrikx, een plechtige Hoogmis celebreren, waarna er in de Kleuterschool een receptie is, terwijl dan ook de kin deren een zanghulde zullen bren gen. Om 6 uur zal het cadeau van de parochie aangeboden worden en zullen de Harmonie „Volksvlijt en Volksvermaak", 't parochiëel zang koor en het Gemengd Koor „Po- lymnia" een vocale hulde brengen. In een grote feesttent, die zal verrijzen aan de Carmelietenstraat en die 450 personen kan herbergen, zullen dan op 20, 21, 22 en 23 Sep tember de feesten voor de parochie plaats hebben. Deze worden op Zaterdag 20 Sep tember om half zeven geopend met een concert, dat verzorgd wordt door „Volksvlijt en Volksvermaak" en „Polymnia"; daarna zal „So phia's Klein Orkest" uit Loon op Zand met de bekende Sophia's Ro salie de verdere avond verzorgen, evenals de Zondagavond. Maandag- en Dinsdagavond zal dan het bekende gezelschap „Kla veren Vijf" uit Roosendaal voor 't voetlicht komen met de cabaret revue „Vooruit met de Schuit"; voor deze twee avonden zullen rond kermis kaarten in voorverkoop worden aangeboden, die dan goed koper zijn dan 's avonds aan de zaal. Zo maakt men in Waspik zich op, om op grootse wijze het zilveren feest der Paters te gaan vieren. En in dit feest zal tot uiting komen de grote eensgezindheid die er heerst in de parochie van de H. Theresia: deze gebeurtenis zal een demonstra tie zijn van de medewerking die de Paters steeds van de bevolking heb ben ondervonden, en waarvoor zij, zoals één der Paters ons verzeker de, zeer erkentelijk zijn. Twee heiligen kent de Orde der Carmelieten, die steeds een bij zondere plaats hebben ingenomen, niet alleen in de devotie van de Orde zelf, maar ook in de verering van het katholieke volk. De Heilige Theresia van Avilla, de Grote Heilige Theresia ge naamd, die met Sint Joannes a Cruce, de' hervormster was van de Orde, en de Heilige Theresia van Lisieux, de Kleine Heilige Theresia van het Kindje Jezus, welke laatste, bijzonder vereerde Heilige in de Waspikse kerk die aan haar is toegewijd, 't voor werp is van de vrome devotie der velen die telken jare opnieuw deze kerk bezoeken. EEN WONDERBARE GENEZING? Hoe deze speciale devotie ont stond en hoe zij groeide, plotseling tot grote omvang, zullen we U gaan vertellen, en dan voeren wij U te rug naar de maand Augustus van het jaar 1927, toen de nieuwe kerk in Waspik reeds klaar was, maar nog niet was geconsacreerd. Er leefde toen in Tilburg een vrouw Anna Cuypers-Mommers, die meer dan vijf jaren lijdende was aan een verlamming van 't rechter been, als gevolg van een door schrik bekomen zenuwbeslag; reeds velc- goede werken had deze vrouw ter verkrijging van haar genezing ver richt, maar niets mocht bgten. In tegendeel, haar toestand toonde zeer ernstige inzinkingen, die haar gedurende geruime tijd ook de spraak ontnamen. Op aanraden van kennisssen uit Waspik, de familie v. d. Linden, kwam zij toen tot het besluit een noveen te laten doen ter ere van de H. Theresia in de kerk aldaar. Zij ging naar Waspik en logeerde gedurende die dagen bij haar ken nissen. Nagenoeg dagelijks ging zij, ondersteund door haar begeleiders, naar de kerk, waar zij communi ceerde. Toen kwam de laatste dag van de noveen en wij halen hierover haar eigen woorden aan, zoals onze toen malige redacteur die optekende: Ik kan niet vertellen hoe ik mij voelde. Ik wil wel, maar ik kan 't niet zeggen. Ik was helemaal weg. Vanaf dat ik in de kerk was, heb ik met mijn handen voor mijn ogen zitten bidden en wat er toen ge beurd is weet ik niet meer. Plots bij de Communie ben ik alleen op gestaan. Zoals anders, wilden ze mij weer onder de armen naar vo ren dragen, maar toen moet ik. ze geweerd hebben en ben alleen naar de H. Tafel gegaan. Maar zelf kan ik er weinig of niets van zeggen, 't Was me allemaal zo vreemd. Deze opzienbarende genezing, waarvan nooit door de hoge kerke lijke instanties het bovennatuurlijk karakter is bevestigd omdat men er blijkbaar nooit werk van heeft ge maakt, is het begin geweest van 'n grote Theresia-devotie in de kerk van Waspik-Boven. Reeds tijdens de noveen van mevr. Cuypers kwa men honderden met haar 's middags het rozenhoedje bidden, en de dag na het opzienbarende feit van de genezing kwamen honderden en honderden naar de kerk, die te klein bleek, en zij droegen bloemen aan in grote hoeveelheden. Er kwam een Tilburgse processie, en ieder jaar kwam die processie terug; in Mei van dit jaar kwam deze pro cessie voor de 25e keer. We moeten zeer voorzichtig zijn om de gebeurtenis, die de grote op bloei van deze devotie bracht, een bovennatuurlijk aspect toe te ken nen; zolang de bevoegde instanties zich hierover niet hebben uitge sproken, mogen we dit in genen dele doen, maar de vrome volks devotie heeft vertrouwen in de voorspraak van de Kleine Heilige van Lissieux, en heeft die voor haar sterven niet gezegd: Ik zal mijn hemel doorbrengen met goed te doen op aarde? „De Ridders van de Grossglockner" Villach is een lelijke stad. Dat is een indruk die je niet alleen krijgt als je er 's nachts om een uur of twee met hon derd man aankomt, terwijl er voor nie mand een slaapplaats blijkt te zijn. Even min is die indruk een gevolg van het feit dat we er diezelfde nacht tot 's morgens 10 uur hebben rondgezeuld in afwach ting van een rustplaats. Villach blijft le lijk, ook als je na vijf dagen van enorm veel plezier boven op de toren van de katholieke kerk staande de hele stad met omgeving kunt overzien. De hui zen zijn plomp en vierkant, en missen elke charme die de dorpjes in het Noor den zo aantrekkelijk maken. Dat geldt niet alleen voor Villach, maar ook voor andere plaatsen ten Zuiden van de Grossglockner, zoals Spittal en Velden. Deze laatste stad is trouwens een typisch touristencentrum, een badplaats en is daardoor heel anders van karakter. Maar hoe de steden en dorpen verder ook zijn, de GaSthofe zijn bijna allemaal ge zellig. Waar het hem precies in zit, is moeilijk te zeggen. Wel is het een feit dat ze er van buiten uitnodigend uitzien en dan is er natuurlijk al veel gewon nen. Je zit er gemakkelijk en bepaald niet op een schopstoel. Het lijkt een aan wijzing van de voornaamste inkomsten bron van Oostenrijk. Daar komt bij dat b.v. het bier er erg goedkoop is, zeker voor Nederlandse begrippen: 3740 cent voor een glas, d.w.z. een halve liter, van het beste bier is toch niet veel. Met de wijn is het iets anders. Je moet goed uit je doppen kijken dat je niet meer betaalt dan nodig is, maar 90 ct. voor een kwart liter schijnt toch wel gewoon te zijn. Het eten is er best, als er enige voorwaarden vervuld zijn. Je moet gauw gewend raken aan knoflooksmaak of je moet de keuken aan het verstand ge bracht kunnen krijgen dat knoflook on verdraaglijk is voor een Nederlandse smaak en maag. Want men dient je dat spul op in spinazie b.v., in boterham worst, in knakworstjes, gehakt, kortom overal waarin het maar verwerkt kan worden. Enfin, na twee dagen waren de Villacher keukenprinsessen tot de ont dekking gekomen dat ze daarmee geen succes hadden bij de Nederlanders, en toen werd hun producten alle eer aan gedaan. Je krijgt weinig aardappelen voor Hol landse begrippen, daarentegen veel vlees en veel rauwe groenten. De samenstel ling van de soep is voor een niet des kundige moeilijk te achterhalen, doch de smaak is voortreffelijk. En als toespijs kan men u vergasten op een heerlijk stuk gebak. Of dat een Oostenrijkse ge woonte is, weten we niet, maar we kre gen alleen voor het ontbijt 'brood en verder twee maal warm eten. Margarine schijnt er onbekend te zijn, of men be waart het voor de eigen bevolking. Die heeft het, naar de gesprekken te 'oor delen, niet zo goed als de vreemdeling. Deze is er in verscheidene opzichten goedkoop uit, maar de Oostenrijker zelf niet. Trouwens, je ziet verschillende din gen die in ons land aanmerkelijk goed kope r zijn. Voor schoenen b.v. die hier 40 kosten, betaalt men in Oostenrijk 60 en mensen die het beter kunnen weten dan wij vertelden dat de textiel ook zeker twee keer 'zo duur is als in Nederland. Oostenrijkse sigaretten zijn vrij duur en niet zo best, maar voor 1.50 kun je een pakje beste Ameri kaanse sigaretten kopen. Voor 3.50" heb je in een hotel een behoorlijk diner. Alles bijeen lijkt het dat Oostenrijk qua duurte niet zoveel verschilt van Neder land, maar dat de bevolking het minder kan betalen. Wij hebben de vorige keer verteld van onze tocht over de pass Van de Gross glockner. Om twee dingen vooral waren de Nederlanders in Villach populair: om onze charmante meisjes en om onze over schrijding van de Grossglockner. Nu ja, de charme van ons meiskes kenden wij zelf ook wel, maar dat die oversteek zo'n bravourstukje was, hadden wij eigenlijk alleen van horen zeggen. Op den duur gingen we ons echter voelen als Hannibal toen hij over de Alpen was getrokken en men noemde ons „De Ridders van de Grossglockner". Mis schien kent u de legende van de -Ridder van de Bodensee. Dit meer vriest nooit dicht, maar eens is er een ridder over gelopen, toen er een vliesje van één nacht over lag. Op deze legende was onze erenaam geïnspireerd, wel een te ken dat de Oostenrijkers de prestaties van onze chauffeurs wisten te waarde ren. Wij spraken een Nederlander uit Wenen, die als correspondent naar Vil lach was gekomen en het eerste wat hij daar over de Nederlanders hoorde was weer het verhaal van de Grossglockner. Pas achteraf hoorden wij dat we de laatste waren geweest die de pas in mochten, dat er ijs op de weg lag, dat de chauffeurs het traject niet kenden en meer dingen die onze tocht tot een waarlijk avontuurlijke onderneming heb ben gemaakt. En we zijn ook in de gelegenheid ge weest om te bekijken wat we hadden gedaan, want onze terugtocht ging langs dezelfde weg, nu bij daglicht. Het is een fantastische tocht geworden, nu niet zo zeer om de spanning als wel om de grootsheid van dit berglandschap. Plus minus 2500 meter is het hoogste punt van deze pas en dan ben je boven de bomengrens en je kijkt neer op sneeuw velden, van waaruit kleine beekjes zich als glinsterend zilveren linten over de j bergen een weg banen naar bene- I den. Je kijkt als vanuit een vliegtuig neer j in het diepe dal, waar je auto's als I speelgoed tegen de wegen op ziet krui pen. Het ene ogenblik zie je vlak onder j je drie, vier wegen in harspeldbochten I steil omlaag lopen, terwijl je er een kwartier later zelf rijdt. Je bent dan 1 misschien enkele honderden meters ge- daald, en je hebt kilometers gereden. Af gezien van de tekenen der beschaving lijkt zo'n complex van bergtoppen op een voorwereldlijk landschap: kaal en onherbergzaam, met grote plekken vale sneeuw, omhuld door wolken en nevels, Regen versterkt deze indruk nog en de kou jaagt je de rillingen over het lijf, Het enige groen is van wat mos of half dor gras, want dennebomen, die dikwijls tot boven tegen de. steilste bergen groei en, zijn er zelfs niet meer. Zo vol af wisseling is het landschap dat je je on der de urenlange tocht geen moment ver veelt. Hij is een van de hoogtepunten van onze aan hoogtepunten zo rijke reis geweest. Vermoeidheid telt dan niet meer, evenmin als de slaap die we veel tekort hebben gedaan. Vertellen dat het prachtig was, is gemakkelijk genoeg, weergeven hoe het was, is praktisch on mogelijk. Men moet dit zelf ervaren. a/b Hr. Ms. „Boeroe" NIEUW-GUINEA. Hollandia, 12 Augustus 1952. De zon is nog niet opgegaan, maar de duisternis is reeds vervlogen. De zee ligt rustig en kalm te wiegen onder een koel tropen-ochtend-windje. Het lijkt of zelfs de golven slapen. Nog is alles in diepe rust. Het schip glijdt eenzaam voort. Door donkere wolken en nog twin kelende sterren worden we begeleid. Om 4 uur vanochtend als uitkijk op post gekomen, zit ik nu eentonig rondkijkend stil te dromen van thuis, van Waalwijk en van Holland. Duidelijk zie ik voor me de groene, uitgestrekte pol der met zeilende grutto's en grazende koeien. Als een film glijdt alles voor me voorbij, 't Is of daar aan de horizon, on bereikbaar nochtans, dat alles ligt, wach tend op mij, opdat ik het opnieuw kan beleven en er van kan genieten. Het is stil. En de stilte lijkt eindeloos, evenals de tijd dat ik nog hier moet ver blijven om mijn plicht en taak te ver vullen. Maar we varen door. Doorklieven de golven en stomen door Oceanen en zee- en, door golven en baaien. Ik doe mijn plicht, kijk en wacht en wacht en kijk. Ik kijk naar de horizon, waar nu de zon worstelt met de nacht. De spanning van de overwinnende zon is voelbaar op de deinende zee. 'Plots zie ik de eerste stra len achter het nevelgordijn uitkomen. Ze lachen me toe, geven me het sein tot actie. „Vooruit", schreeuwen ze, „Pluk de dag". En mèt (de prikkels van het ochtendgloren verdwijnen mijn dromen en realiseer ik me dat het vandaag Zondag is. Maar veel tijd om daar verder op in te gaan is er niet. De zon is op, de dag is daar. Speelse golfjes gluren over het dek en spetteren en spatteren brutaal door en over elkaar op de blote licha men van de matrozen die er rusten. ,,'Het is tijd, Het is tijd" juichen -zij. Ik rek me uit, kijk eens hoe laat het is en ziende dat het tijd voor opstaan is stap ik naar de Officier van de Wacht. „Tijd voor overal mijnheer". „Safe boy, maak er de provoost maar op attent dat hij die jongens daar gauw laat opdonderen, want de pater moet er j over een kwartiertje de mis doen", i Het is alsof de provoost die (woorden gehoord heeft, want plots klinkt er een schril gefluit door het verblijf en even later steekt zijn hoofd lal boven het dek uit. „Er uit heren. Het is de hoogste tijd. Strek je luie benen en trek aan de knie- en. Hé jo, weet je dan niet dat het Zondag is en dat de pater dadelijk de mis hier moet doen. Alia, neem je vuil tje op en scheer je weg. Vooruit ouwe zeerobben, blijf niet na liggen te draaien als een jonge meid". Deze en dergelijke preken horen we iedere dag. Het is als het ware ons eerste ontbijt. De slapers, die de nacht aan dek hebben doorge bracht (wat in dit land normaal is) pak ken hun bed op, rollen dit in elkaar en verdwijnen een voor een langs de smal Ie trap in het verblijf. Reeds zijn er enkelen die de bak wat aanvegen. Voor deze unieke gelegenheid kan dit wel verschreven worden op Zon dagmorgen zo vroeg. Het gebeurt ons dan ook niet iedere dag dat we leen pa ter aan boord hebben, die met ons mee vaart. Al die maanden die ik nu al op de Boeroe vaar, heb ik er nog nooit eerder eentje gezien. Daar zie ik er al eentje komen met de tafel, die dóórgaans door ons wordt ge bruikt om er plunje op te wassen. Van af mijn hoge uitkijkpost kan ik alles vol gen. „Kwartiermeester, waar moet hij staan? vraagt één van de jongens op de tafel doelend. „Och zet hem hier maar neer, dan staat hij wat uit de wind", en dan nog eens goedkeurend knikkend betuigdt hij: „Ja, dit is het beste plaatsje wat er is om de mis te doen". Vakkundig, op de centimeter berekend, alsof ze dagelijks tafels voor de 'H. Mis klaar zetten, wordt op de door de kwar tiermeester aangewezen plaats de tafel gezet.. „Jij en jij en jij helpen mee om de mis op te tuigen", wijst de kwartiermeester aan, die kennelijk de leiding van het bouwbedrijf op zich heeft genomen. „En jij gaat bij de pater het kerkkof- FEUILLETON VAN DE BLAUWE TRAM. - 11 door T. Lode wijk 28) Weer flitsten de lampen van de auto in de verte. Snel verdwenen de conducteurs in de motorwagen. Een grote truck met aanhangwagen dreunde voorbij. Daarna ging het overbrengen van pakken uit de be stelwagen in het tramrijtuig onge hinderd verder. Toen stapten allen in, de schijnwerpers van de motor wagen gloeiden weer aan, en lang zaam begon de tramtrein weer te glijden in de richting Hillegom. Jochem stond een ogenblik per plex. Hij had voor zijn ogen de ver klaring van het raadsel der roof overvallen gezien. Hij vergat de taxi, die geparkeerd stond, en ren de over de weg. Hij greep de hand greep van de vervolgwagen en sprong op de treeplank. Zo, dicht tegen de deur van het achterbalcon aangedrukt, reed hij mee. Hij liet zich nu z'n prooi niet meer ontglip pen. De tram slingerde door de boch tige Hoofdstraat van Hillegom. Een late wandelaar staarde verbaasd de liftende trampassagier na en ver volgde dan mopperend zijn weg. Jochem klemde zich stijf tegen de deur, bang dat een der medeplich tigen hem vanuit de motorwagen zou zien. Maar ongehinderd bereik te de tram met haar zonderlinge last en geheimzinnige passagiers de grens van Bennebroek. Daar werd vaart geminderd. Jochem zag het tramhuisje voorbij draaien, de hoge bomen van het gesticht aan de over kant van de Rijksweg; dan begon sissend de zandstrooier te werken, de snelheid verminderde. Ze waren nu midden in het duinterrein, en rechts zag Jochem het duister sil houet van een landhuis, waar het schijnsel van een laiVip flauw door een gordijn drong. Hij sprong van de wagen en liet zich op zijn buik in het mulle duin zand vallen. Hij hoorde hoe de tram stopte, kroop als een haas terzijde achter enkele struiken. Niemand zou hem hier zoeken. Vanuit zijn schuiplaats hoorde hij hoe n man bij 'n hek, waarschijn lijk de toegang naar 't landhuis, fluisterend iets vroeg aan een der trammannen. Het antwoord scheen bevredigend, want Jochem hoorde de deuren openklappen en weldra wipte een der misdadigers naar bui ten, om de pakken op te vangen, die hem door zijn kornuiten vanuit het tramrijtuig werden aangereikt. In ademloze spanning volgde Jo chem het tafereel. Nu begreep hij hoe het kwam, dat nimmer een spoor van de daders der roofover vallen werd gevonden, dat nooit een auto met medeplichtigen werd aangehouden. De overvallen waren van te voren beraamd. De leider van de bende had ongetwijfeld me deplichtigen die hem op de hoogte stelden van een komende vette vangst. De man in de luxe wagen maakte wellicht gebruik van een nachtkijker, gaf een signaal aan de wachtende helpers, die terstond de verlichting inschakelden en de co- medie van de tramtrein-met-stag- natie opvoerden. De niets kwaads vermoedende autobestuurders stop ten natuurlijk, om het tramperso neel te helpen, en werden dan met een met zandzak of via een bedwel mend middel onschadelijk gemaakt. De buit werd in de tram geladen, die rustig doorreed. Wie zou er aan denken, gesteld dat hij de tram zag rijden, deze te doorzoeken? Op deze eenzame plek, waar geen sterve ling passeerde, werd de buit over geladen en opgeslagen in het ge heimzinnige landhuis, om dan later langs allerlei wegen weer te wor den vèrvoerd en naar alle waar schijnlijkheid aan helers in andere streken van het land verkocht. Zij zouden wel zo handig zijn slechts goederen te roven, die gemakkelijk verhandelbaar waren en waarnaar navraag uiterst moeilijk zou zijn. Terwijl Jochem zo stukje voor stukje aan de legkaart in elkaar paste, volgden zijn ogen onophou delijk het doelmatig en snel afla den der goederen. Weer klonken enkele woorden. De deuren werden dichtgeklapt, bijna onhoorbaar zet te de tram zich in beweging. Het rode achterlicht, dat gedoofd was tijdens de lossingswerkzaamheden, schitterde weer en weldra hoorde Jochem het bonken van de wagens over de trambrug nabij het Benne- broekse kerkje. „Goed in mekaar gezet, wat?" fluisterde opeens een stem vlak bij zijn oor. Jochem verloor bijna zijn even wicht van schrik. Hij had niet het flauwste vermoeden, dat, behalve hij, nog enig levend wezen de nach telijke vertoning had gadegeslagen. De villa lag zeed eenzaam. De tramtrein stond tussen de duinen in, geheel verborgen. Hij keek verschrikt om. Een zacht lachen klonk vanuit het duister. Opgelucht wiste hij zich het kou de zweet van het voorhoofd. „De Boer", glimlachte hij. „Zit je hier al lang achter me?" ,,'n Minuut of vijf", fluisterde de beambte terug, ,,'t Was net zoals ik dacht. Zeg, vader, ik meende dat jij met een zware hersenschudding in het ziekenhuis lag „Dat dachten er meer", ant woordde Jochem, „maar je ziet dat het nogal losliep". „Zeg", siste De Boer, „wat wou je nu gaan doen? D'r op af toch ze ker? Die lui vermoeden niets, en als het een beetje wil kunnen we dat hele stelletje zo overbluffen, dat ze zich als lammeren overge ven. In ieder geval kunnen we de situatie eens gaan opnemen". ,,'n Beetje gevaarlijk", aarzelde Jochem. „Ik heb in de haast niet eens een revolver meegenomen." „Ik wel", grinnikte De Boer. „Als 't op schieten aankomt sta ik mijn mannetje. Wil ik voorop gaan?" Een ogenblik weifelde Jochem. „Nee", zei hij toen. „Dat gaat niet. Ik kan jou niet als dekking gebruiken. Ik ga eerst". „Zoals je wilt", gaf De Boer toe, ofschoon merkbaar niet van harte. Voorzichtig slopen ze nu door het duinterrein. Jochem onderdrukte ternauwernood 'n krachttern, toen hij zijn handen aan de duindoorns openhaalde, en glimlachte, toen 'n zacht gekanker achter hem verried, dat De Boer ook met deze duin flora had kennis gemaakt. Plotseling stootte hij bijna zijn neus tegen prikkeldraad. Ze had den de afrastering van het villa terrein bereikt. Jochem bedacht zich niet lang, maar kroop op z'n buik onder de draad door. Een kra kend geluid overtuigde hem, dat z'n zitvlak iets te dik was geweest, en zijn broek tol had moeten beta len aan de stekels van de afraste ring. Hij hoorde het hijgen van De fer halen, zeg maar dat we over '10 min. klaar zijn en dat hij dan mag komen, oh ja, vergeet ook de rouwvlag niet mee te brengen, die kunnen we mooi over de tafel uitspreiden, dan is dat ding tenminste ook weer bedekt." Als even later Thijs met het kerkkof- fer en de rouwvlag terugkomt, staan er rond de tafel al enkele banken opgesteld. „Voor de „feestelingen", hoor ik een maat zeggen. Nieuwsgierig buigen ze zich allemaal over het koffer heen, als de kwartier meester met een plechtig gebaar, zich ten volle bewust van het gewichtige van zijn taak, de sleutel omdraait. De in houd wordt bekeken en besproken, maar niemand durft er al aan te komen. Plot seling vraagt er eentje verschrikt: „Wie Weet eigenlijk hoe we alles neer moeten zetten? „Och meid, laat dat maar aan mij over zegt minachtend een oude matroos, „ik fikste zulke kattebelletjes al toen jij nog zonder luier achter je moe liep aan te dabberenEn als een etaleur van Vroom en Dreesmann gaat hij alles op de met de zwarte rouwvlag omfloers te tafel uitstallen. De provoost, die met kennersogen de boel had staan te bekijken, vindt nu de tijd rijp om in het verblijf te gaan praai en. Even later klinkt er dan ook, na een waarschuwend gefluit, het: „Kerkgan gers aan dek" door het verblijf. Vanaf m'n hoge post zie ik ze alle maal komen. Op slippers en in hun kor te broek, de donkere lichamen glimmend van het water. Ze nemen plaats op de banken rond de zwarte tafel. De men sen die alles hadden opgetuigd verdwij- n^n' even later de. pater ook komt, hij alles op z n plaats heeft gezet en heeft gevraagd hoeveel man er te com munie moet, begint het H. Misoffer. Hier midden op zee. Onder de blote hemel. Is er eigenlijk een indrukwekkender Huis Gods denkbaar? Ik zou wel willen dat U dat ook eens kon zien. Hier vanaf mijn hoge plaats. De eindeloze, grote op en neer deinende zee en het kleine groepje biddende mensen op de punt van het scheepje. Op deze momenten, die zo zeld zaam zijn hier, spreken onze harten. Ze juichen en jubelen de Zondag in. Dit is nu werkelijk de eerste Zondag voor mij sinds maanden. Het geestelijk levens lied van Nieuw-Guinea is een solo. Ge zongen en beleefd door ieder apart. En hier wordt de juiste toon getoetst. Hier is een pater even onontbeerlijk als eten en drinken. Dit is leven. Dit is een Zon dagmorgen aan boord van Hr. Ms. Boe roe. Kwamen er zo maar meer. Met hartelijke groeten eindig ik. GUUS VAN BLADEL. Naar wij vernemen wordt de mogelijk heid overwogen om begaafde amateur toneelspeelsters en -spelers in de gele genheid te stellen, de Toneelacademie te Maastricht te volgen, eventueel door in schakeling^ van het Studiefonds Noord- Brabant. Een en ander houdt nauw ver band met de bestaande plannen om met tertijd tot de vorming van een eigen, regionaal beroepstoneelgezelschap te kunnen komen. Met het oog op het nieuwe academie jaar, hetwelk in October a.s. aanvangt, zal op Zaterdag 6 September a.s. des namiddags 3 uur, een Auditie worden gehouden in de toneelzaal Prekerspoort, Hinthamerstraat, 's-Hertogenbosch. Tij dens deze zitting zullen de in Noord- Brabant woonachtige amateur-toneel speelsters en -spelers, die èn om hun begaafdheid èn om hun asperaties op toneelgebied voor een eventuele uitzen ding naar genoemde Toneelacademie in aanmerking menen te komen, in de ge legenheid worden gesteld hun capaci teiten te laten beoordelen door de exa men-commissie van deze instelling. Gegadigden dienen zich hiervoor per omgaande, uiterlijk 25 Augustus a.s., schriftelijk aan te melden ter Provinciale Griffie, Waterstraat 16, s-Hertogen bosch, Kamer 37, onder opgave van naam en voornamen, adres, godsdienst, leeftijd, genoten onderwijs en eventueel lidmaatschap van amateur-toneelgezel schap. Deze gegevens moeten in twee voud worden ingezonden; op de envelop pe vermelde men in de linkerbovenhoek Auditie Toneelacademie". Nadere instructies met betrekking tot de verplichte speelnummers e.d. zullen betrokkenen na aanmelding zo spoedig mogelijk door de Toneelacademie wor den toegezonden. BURGEMEESTER GODWALDT VAN ZWALUWE TE ETTEN BENOEMD. Met ingang van 1 September is de heer J. P. Godwaldt, burgemeester van Hog e- en Lage Zwaluwe in gelijke func tie benoemd te Etten-Leur, waar hij mr. dr. Ch. van Rooy opvolgt, die eerder als burgemeester van Venlo werd ge- installeerd. De heer Godwaldt werd in 1910 te Delft geboren. Na zijn middelbare stu dies was hij vanaf 1930 acht jaar werk zaam op de gemeentesecretarie van Voorburg. In 1939 werd hij chef van algemene- zaken op de gemeentelijke arbeidsbeurs- te Den Haag tot 1941, in welk jaar hij, directeur werd van het gewestelijk ar beidsbureau te Oosterhout. Na de be vrijding kwam hij in dezelfde functie naar Roosendaal, vanwaar hij in 1947 tot het burgemeestersambt in Zwaluwe werd geroepen. Boer's adem achter zich en kreeg respect voor het uithoudingsver mogen van de oudere man, die hem blijkbaar zonder al te veel inspan ning bijhield. Het terrein glooide enigszins naar omlaag en Jochem kon nu het huis duidelijk zien afsteken tegen de nachtelijke hemel. Even verderop liep een smal geplaveid pad met flauwe wendingen naar boven. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 2