ademtnsen
Brieven uit verre landen.
verkwikkende
WRIGLei
De H. Theresiaverering in Waspik.
Over Oostenrijk en Oostenrijkers.
HET MYSTERIE
Brabantse Toneelspelen
2
2
echte kaiM9om
Het ontstaan en de groei van
Reisnotities uit Villach
INVOER IN JULI VOOR
89% GEDEKT.
Volgens voorlopige gegevens be
droeg de waarde van de geïmpor
teerde goederen in Juli 1952 728
millioen (v.m. ƒ722 millioen), ter
wijl voor een waarde van 650 mil
lioen (v.m. 638 millioen) werd ge
ëxporteerd.
Het dekkingspercentage bedroeg
89 pet. (v.m. 88 pet.). Het dekkings
percentage over de laatste twaalf
maanden bedroeg 93 procent.
ook nu uit de parochianen weer een
comité gevormd onder voorzitter
schap van de heer C. J. v. Hooren,
dat zich ten doel stelt de huldiging
en de verdere feestelijkheden te or
ganiseren. Op Zondag 14 Sept. zal
de kerkelijke viering plaats heb
ben. Dan zal de vicaris-generaal
van het Bisdom, Mgr. Hendrikx,
een plechtige Hoogmis celebreren,
waarna er in de Kleuterschool een
receptie is, terwijl dan ook de kin
deren een zanghulde zullen bren
gen.
Om 6 uur zal het cadeau van de
parochie aangeboden worden en
zullen de Harmonie „Volksvlijt en
Volksvermaak", 't parochiëel zang
koor en het Gemengd Koor „Po-
lymnia" een vocale hulde brengen.
In een grote feesttent, die zal
verrijzen aan de Carmelietenstraat
en die 450 personen kan herbergen,
zullen dan op 20, 21, 22 en 23 Sep
tember de feesten voor de parochie
plaats hebben.
Deze worden op Zaterdag 20 Sep
tember om half zeven geopend met
een concert, dat verzorgd wordt
door „Volksvlijt en Volksvermaak"
en „Polymnia"; daarna zal „So
phia's Klein Orkest" uit Loon op
Zand met de bekende Sophia's Ro
salie de verdere avond verzorgen,
evenals de Zondagavond.
Maandag- en Dinsdagavond zal
dan het bekende gezelschap „Kla
veren Vijf" uit Roosendaal voor 't
voetlicht komen met de cabaret
revue „Vooruit met de Schuit";
voor deze twee avonden zullen rond
kermis kaarten in voorverkoop
worden aangeboden, die dan goed
koper zijn dan 's avonds aan de zaal.
Zo maakt men in Waspik zich op,
om op grootse wijze het zilveren
feest der Paters te gaan vieren. En
in dit feest zal tot uiting komen de
grote eensgezindheid die er heerst
in de parochie van de H. Theresia:
deze gebeurtenis zal een demonstra
tie zijn van de medewerking die de
Paters steeds van de bevolking heb
ben ondervonden, en waarvoor zij,
zoals één der Paters ons verzeker
de, zeer erkentelijk zijn.
Twee heiligen kent de Orde der Carmelieten, die steeds een bij
zondere plaats hebben ingenomen, niet alleen in de devotie van
de Orde zelf, maar ook in de verering van het katholieke volk.
De Heilige Theresia van Avilla, de Grote Heilige Theresia ge
naamd, die met Sint Joannes a Cruce, de' hervormster was van
de Orde, en de Heilige Theresia van Lisieux, de Kleine Heilige
Theresia van het Kindje Jezus, welke laatste, bijzonder vereerde
Heilige in de Waspikse kerk die aan haar is toegewijd, 't voor
werp is van de vrome devotie der velen die telken jare opnieuw
deze kerk bezoeken.
EEN WONDERBARE
GENEZING?
Hoe deze speciale devotie ont
stond en hoe zij groeide, plotseling
tot grote omvang, zullen we U gaan
vertellen, en dan voeren wij U te
rug naar de maand Augustus van
het jaar 1927, toen de nieuwe kerk
in Waspik reeds klaar was, maar
nog niet was geconsacreerd.
Er leefde toen in Tilburg een
vrouw Anna Cuypers-Mommers, die
meer dan vijf jaren lijdende was
aan een verlamming van 't rechter
been, als gevolg van een door schrik
bekomen zenuwbeslag; reeds velc-
goede werken had deze vrouw ter
verkrijging van haar genezing ver
richt, maar niets mocht bgten. In
tegendeel, haar toestand toonde
zeer ernstige inzinkingen, die haar
gedurende geruime tijd ook de
spraak ontnamen.
Op aanraden van kennisssen uit
Waspik, de familie v. d. Linden,
kwam zij toen tot het besluit een
noveen te laten doen ter ere van
de H. Theresia in de kerk aldaar.
Zij ging naar Waspik en logeerde
gedurende die dagen bij haar ken
nissen. Nagenoeg dagelijks ging zij,
ondersteund door haar begeleiders,
naar de kerk, waar zij communi
ceerde.
Toen kwam de laatste dag van de
noveen en wij halen hierover haar
eigen woorden aan, zoals onze toen
malige redacteur die optekende:
Ik kan niet vertellen hoe ik mij
voelde. Ik wil wel, maar ik kan 't
niet zeggen. Ik was helemaal weg.
Vanaf dat ik in de kerk was, heb
ik met mijn handen voor mijn ogen
zitten bidden en wat er toen ge
beurd is weet ik niet meer. Plots
bij de Communie ben ik alleen op
gestaan. Zoals anders, wilden ze
mij weer onder de armen naar vo
ren dragen, maar toen moet ik. ze
geweerd hebben en ben alleen naar
de H. Tafel gegaan. Maar zelf kan
ik er weinig of niets van zeggen,
't Was me allemaal zo vreemd.
Deze opzienbarende genezing,
waarvan nooit door de hoge kerke
lijke instanties het bovennatuurlijk
karakter is bevestigd omdat men er
blijkbaar nooit werk van heeft ge
maakt, is het begin geweest van 'n
grote Theresia-devotie in de kerk
van Waspik-Boven. Reeds tijdens
de noveen van mevr. Cuypers kwa
men honderden met haar 's middags
het rozenhoedje bidden, en de dag
na het opzienbarende feit van de
genezing kwamen honderden en
honderden naar de kerk, die te
klein bleek, en zij droegen bloemen
aan in grote hoeveelheden. Er kwam
een Tilburgse processie, en ieder
jaar kwam die processie terug; in
Mei van dit jaar kwam deze pro
cessie voor de 25e keer.
We moeten zeer voorzichtig zijn
om de gebeurtenis, die de grote op
bloei van deze devotie bracht, een
bovennatuurlijk aspect toe te ken
nen; zolang de bevoegde instanties
zich hierover niet hebben uitge
sproken, mogen we dit in genen
dele doen, maar de vrome volks
devotie heeft vertrouwen in de
voorspraak van de Kleine Heilige
van Lissieux, en heeft die voor haar
sterven niet gezegd: Ik zal mijn
hemel doorbrengen met goed te
doen op aarde?
„De Ridders van de Grossglockner"
Villach is een lelijke stad. Dat is een
indruk die je niet alleen krijgt als je er
's nachts om een uur of twee met hon
derd man aankomt, terwijl er voor nie
mand een slaapplaats blijkt te zijn. Even
min is die indruk een gevolg van het feit
dat we er diezelfde nacht tot 's morgens
10 uur hebben rondgezeuld in afwach
ting van een rustplaats. Villach blijft le
lijk, ook als je na vijf dagen van enorm
veel plezier boven op de toren van de
katholieke kerk staande de hele stad
met omgeving kunt overzien. De hui
zen zijn plomp en vierkant, en missen
elke charme die de dorpjes in het Noor
den zo aantrekkelijk maken. Dat geldt
niet alleen voor Villach, maar ook voor
andere plaatsen ten Zuiden van de
Grossglockner, zoals Spittal en Velden.
Deze laatste stad is trouwens een typisch
touristencentrum, een badplaats en is
daardoor heel anders van karakter. Maar
hoe de steden en dorpen verder ook
zijn, de GaSthofe zijn bijna allemaal ge
zellig. Waar het hem precies in zit, is
moeilijk te zeggen. Wel is het een feit
dat ze er van buiten uitnodigend uitzien
en dan is er natuurlijk al veel gewon
nen. Je zit er gemakkelijk en bepaald
niet op een schopstoel. Het lijkt een aan
wijzing van de voornaamste inkomsten
bron van Oostenrijk. Daar komt bij dat
b.v. het bier er erg goedkoop is, zeker
voor Nederlandse begrippen: 3740 cent
voor een glas, d.w.z. een halve liter,
van het beste bier is toch niet veel. Met
de wijn is het iets anders. Je moet goed
uit je doppen kijken dat je niet meer
betaalt dan nodig is, maar 90 ct. voor
een kwart liter schijnt toch wel gewoon
te zijn. Het eten is er best, als er enige
voorwaarden vervuld zijn. Je moet gauw
gewend raken aan knoflooksmaak of je
moet de keuken aan het verstand ge
bracht kunnen krijgen dat knoflook on
verdraaglijk is voor een Nederlandse
smaak en maag. Want men dient je dat
spul op in spinazie b.v., in boterham
worst, in knakworstjes, gehakt, kortom
overal waarin het maar verwerkt kan
worden. Enfin, na twee dagen waren de
Villacher keukenprinsessen tot de ont
dekking gekomen dat ze daarmee geen
succes hadden bij de Nederlanders, en
toen werd hun producten alle eer aan
gedaan.
Je krijgt weinig aardappelen voor Hol
landse begrippen, daarentegen veel vlees
en veel rauwe groenten. De samenstel
ling van de soep is voor een niet des
kundige moeilijk te achterhalen, doch de
smaak is voortreffelijk. En als toespijs
kan men u vergasten op een heerlijk
stuk gebak. Of dat een Oostenrijkse ge
woonte is, weten we niet, maar we kre
gen alleen voor het ontbijt 'brood en
verder twee maal warm eten. Margarine
schijnt er onbekend te zijn, of men be
waart het voor de eigen bevolking. Die
heeft het, naar de gesprekken te 'oor
delen, niet zo goed als de vreemdeling.
Deze is er in verscheidene opzichten
goedkoop uit, maar de Oostenrijker zelf
niet. Trouwens, je ziet verschillende din
gen die in ons land aanmerkelijk goed
kope r zijn. Voor schoenen b.v. die hier
40 kosten, betaalt men in Oostenrijk
60 en mensen die het beter kunnen
weten dan wij vertelden dat de textiel
ook zeker twee keer 'zo duur is als in
Nederland. Oostenrijkse sigaretten zijn
vrij duur en niet zo best, maar voor
1.50 kun je een pakje beste Ameri
kaanse sigaretten kopen. Voor 3.50"
heb je in een hotel een behoorlijk diner.
Alles bijeen lijkt het dat Oostenrijk qua
duurte niet zoveel verschilt van Neder
land, maar dat de bevolking het minder
kan betalen.
Wij hebben de vorige keer verteld van
onze tocht over de pass Van de Gross
glockner. Om twee dingen vooral waren
de Nederlanders in Villach populair: om
onze charmante meisjes en om onze over
schrijding van de Grossglockner. Nu ja,
de charme van ons meiskes kenden wij
zelf ook wel, maar dat die oversteek
zo'n bravourstukje was, hadden wij
eigenlijk alleen van horen zeggen. Op
den duur gingen we ons echter voelen
als Hannibal toen hij over de Alpen
was getrokken en men noemde ons „De
Ridders van de Grossglockner". Mis
schien kent u de legende van de -Ridder
van de Bodensee. Dit meer vriest nooit
dicht, maar eens is er een ridder over
gelopen, toen er een vliesje van één
nacht over lag. Op deze legende was
onze erenaam geïnspireerd, wel een te
ken dat de Oostenrijkers de prestaties
van onze chauffeurs wisten te waarde
ren. Wij spraken een Nederlander uit
Wenen, die als correspondent naar Vil
lach was gekomen en het eerste wat hij
daar over de Nederlanders hoorde was
weer het verhaal van de Grossglockner.
Pas achteraf hoorden wij dat we de
laatste waren geweest die de pas in
mochten, dat er ijs op de weg lag, dat
de chauffeurs het traject niet kenden en
meer dingen die onze tocht tot een
waarlijk avontuurlijke onderneming heb
ben gemaakt.
En we zijn ook in de gelegenheid ge
weest om te bekijken wat we hadden
gedaan, want onze terugtocht ging langs
dezelfde weg, nu bij daglicht. Het is een
fantastische tocht geworden, nu niet zo
zeer om de spanning als wel om de
grootsheid van dit berglandschap. Plus
minus 2500 meter is het hoogste punt
van deze pas en dan ben je boven de
bomengrens en je kijkt neer op sneeuw
velden, van waaruit kleine beekjes zich
als glinsterend zilveren linten over de
j bergen een weg banen naar bene-
I den. Je kijkt als vanuit een vliegtuig neer
j in het diepe dal, waar je auto's als
I speelgoed tegen de wegen op ziet krui
pen. Het ene ogenblik zie je vlak onder
j je drie, vier wegen in harspeldbochten
I steil omlaag lopen, terwijl je er een
kwartier later zelf rijdt. Je bent dan
1 misschien enkele honderden meters ge-
daald, en je hebt kilometers gereden. Af
gezien van de tekenen der beschaving
lijkt zo'n complex van bergtoppen op
een voorwereldlijk landschap: kaal en
onherbergzaam, met grote plekken vale
sneeuw, omhuld door wolken en nevels,
Regen versterkt deze indruk nog en de
kou jaagt je de rillingen over het lijf,
Het enige groen is van wat mos of half
dor gras, want dennebomen, die dikwijls
tot boven tegen de. steilste bergen groei
en, zijn er zelfs niet meer. Zo vol af
wisseling is het landschap dat je je on
der de urenlange tocht geen moment ver
veelt. Hij is een van de hoogtepunten
van onze aan hoogtepunten zo rijke reis
geweest. Vermoeidheid telt dan niet
meer, evenmin als de slaap die we veel
tekort hebben gedaan. Vertellen dat het
prachtig was, is gemakkelijk genoeg,
weergeven hoe het was, is praktisch on
mogelijk. Men moet dit zelf ervaren.
a/b Hr. Ms. „Boeroe"
NIEUW-GUINEA.
Hollandia, 12 Augustus 1952.
De zon is nog niet opgegaan, maar
de duisternis is reeds vervlogen. De zee
ligt rustig en kalm te wiegen onder een
koel tropen-ochtend-windje. Het lijkt of
zelfs de golven slapen. Nog is alles in
diepe rust. Het schip glijdt eenzaam
voort. Door donkere wolken en nog twin
kelende sterren worden we begeleid.
Om 4 uur vanochtend als uitkijk op
post gekomen, zit ik nu eentonig
rondkijkend stil te dromen van thuis, van
Waalwijk en van Holland. Duidelijk zie
ik voor me de groene, uitgestrekte pol
der met zeilende grutto's en grazende
koeien. Als een film glijdt alles voor me
voorbij, 't Is of daar aan de horizon, on
bereikbaar nochtans, dat alles ligt, wach
tend op mij, opdat ik het opnieuw kan
beleven en er van kan genieten.
Het is stil. En de stilte lijkt eindeloos,
evenals de tijd dat ik nog hier moet ver
blijven om mijn plicht en taak te ver
vullen.
Maar we varen door. Doorklieven de
golven en stomen door Oceanen en zee-
en, door golven en baaien. Ik doe mijn
plicht, kijk en wacht en wacht en kijk.
Ik kijk naar de horizon, waar nu de zon
worstelt met de nacht. De spanning van
de overwinnende zon is voelbaar op de
deinende zee. 'Plots zie ik de eerste stra
len achter het nevelgordijn uitkomen. Ze
lachen me toe, geven me het sein tot
actie. „Vooruit", schreeuwen ze, „Pluk
de dag". En mèt (de prikkels van het
ochtendgloren verdwijnen mijn dromen en
realiseer ik me dat het vandaag Zondag
is. Maar veel tijd om daar verder op in
te gaan is er niet. De zon is op, de dag
is daar. Speelse golfjes gluren over het
dek en spetteren en spatteren brutaal
door en over elkaar op de blote licha
men van de matrozen die er rusten. ,,'Het
is tijd, Het is tijd" juichen -zij.
Ik rek me uit, kijk eens hoe laat het
is en ziende dat het tijd voor opstaan is
stap ik naar de Officier van de Wacht.
„Tijd voor overal mijnheer".
„Safe boy, maak er de provoost maar
op attent dat hij die jongens daar gauw
laat opdonderen, want de pater moet er
j over een kwartiertje de mis doen",
i Het is alsof de provoost die (woorden
gehoord heeft, want plots klinkt er een
schril gefluit door het verblijf en even
later steekt zijn hoofd lal boven het dek
uit.
„Er uit heren. Het is de hoogste tijd.
Strek je luie benen en trek aan de knie-
en. Hé jo, weet je dan niet dat het
Zondag is en dat de pater dadelijk de
mis hier moet doen. Alia, neem je vuil
tje op en scheer je weg. Vooruit ouwe
zeerobben, blijf niet na liggen te draaien
als een jonge meid". Deze en dergelijke
preken horen we iedere dag. Het is als
het ware ons eerste ontbijt. De slapers,
die de nacht aan dek hebben doorge
bracht (wat in dit land normaal is) pak
ken hun bed op, rollen dit in elkaar en
verdwijnen een voor een langs de smal
Ie trap in het verblijf.
Reeds zijn er enkelen die de bak wat
aanvegen. Voor deze unieke gelegenheid
kan dit wel verschreven worden op Zon
dagmorgen zo vroeg. Het gebeurt ons
dan ook niet iedere dag dat we leen pa
ter aan boord hebben, die met ons mee
vaart. Al die maanden die ik nu al op
de Boeroe vaar, heb ik er nog nooit
eerder eentje gezien.
Daar zie ik er al eentje komen met de
tafel, die dóórgaans door ons wordt ge
bruikt om er plunje op te wassen. Van
af mijn hoge uitkijkpost kan ik alles vol
gen.
„Kwartiermeester, waar moet hij
staan? vraagt één van de jongens op
de tafel doelend.
„Och zet hem hier maar neer, dan
staat hij wat uit de wind", en dan nog
eens goedkeurend knikkend betuigdt hij:
„Ja, dit is het beste plaatsje wat er is
om de mis te doen".
Vakkundig, op de centimeter berekend,
alsof ze dagelijks tafels voor de 'H. Mis
klaar zetten, wordt op de door de kwar
tiermeester aangewezen plaats de tafel
gezet..
„Jij en jij en jij helpen mee om de mis
op te tuigen", wijst de kwartiermeester
aan, die kennelijk de leiding van het
bouwbedrijf op zich heeft genomen.
„En jij gaat bij de pater het kerkkof-
FEUILLETON
VAN DE BLAUWE TRAM.
-
11 door T. Lode wijk
28)
Weer flitsten de lampen van de
auto in de verte. Snel verdwenen
de conducteurs in de motorwagen.
Een grote truck met aanhangwagen
dreunde voorbij. Daarna ging het
overbrengen van pakken uit de be
stelwagen in het tramrijtuig onge
hinderd verder. Toen stapten allen
in, de schijnwerpers van de motor
wagen gloeiden weer aan, en lang
zaam begon de tramtrein weer te
glijden in de richting Hillegom.
Jochem stond een ogenblik per
plex. Hij had voor zijn ogen de ver
klaring van het raadsel der roof
overvallen gezien. Hij vergat de
taxi, die geparkeerd stond, en ren
de over de weg. Hij greep de hand
greep van de vervolgwagen en
sprong op de treeplank. Zo, dicht
tegen de deur van het achterbalcon
aangedrukt, reed hij mee. Hij liet
zich nu z'n prooi niet meer ontglip
pen.
De tram slingerde door de boch
tige Hoofdstraat van Hillegom. Een
late wandelaar staarde verbaasd de
liftende trampassagier na en ver
volgde dan mopperend zijn weg.
Jochem klemde zich stijf tegen de
deur, bang dat een der medeplich
tigen hem vanuit de motorwagen
zou zien. Maar ongehinderd bereik
te de tram met haar zonderlinge
last en geheimzinnige passagiers de
grens van Bennebroek. Daar werd
vaart geminderd. Jochem zag het
tramhuisje voorbij draaien, de hoge
bomen van het gesticht aan de over
kant van de Rijksweg; dan begon
sissend de zandstrooier te werken,
de snelheid verminderde. Ze waren
nu midden in het duinterrein, en
rechts zag Jochem het duister sil
houet van een landhuis, waar het
schijnsel van een laiVip flauw door
een gordijn drong.
Hij sprong van de wagen en liet
zich op zijn buik in het mulle duin
zand vallen. Hij hoorde hoe de tram
stopte, kroop als een haas terzijde
achter enkele struiken. Niemand
zou hem hier zoeken.
Vanuit zijn schuiplaats hoorde hij
hoe n man bij 'n hek, waarschijn
lijk de toegang naar 't landhuis,
fluisterend iets vroeg aan een der
trammannen. Het antwoord scheen
bevredigend, want Jochem hoorde
de deuren openklappen en weldra
wipte een der misdadigers naar bui
ten, om de pakken op te vangen,
die hem door zijn kornuiten vanuit
het tramrijtuig werden aangereikt.
In ademloze spanning volgde Jo
chem het tafereel. Nu begreep hij
hoe het kwam, dat nimmer een
spoor van de daders der roofover
vallen werd gevonden, dat nooit
een auto met medeplichtigen werd
aangehouden. De overvallen waren
van te voren beraamd. De leider
van de bende had ongetwijfeld me
deplichtigen die hem op de hoogte
stelden van een komende vette
vangst. De man in de luxe wagen
maakte wellicht gebruik van een
nachtkijker, gaf een signaal aan de
wachtende helpers, die terstond de
verlichting inschakelden en de co-
medie van de tramtrein-met-stag-
natie opvoerden. De niets kwaads
vermoedende autobestuurders stop
ten natuurlijk, om het tramperso
neel te helpen, en werden dan met
een met zandzak of via een bedwel
mend middel onschadelijk gemaakt.
De buit werd in de tram geladen,
die rustig doorreed. Wie zou er aan
denken, gesteld dat hij de tram zag
rijden, deze te doorzoeken? Op deze
eenzame plek, waar geen sterve
ling passeerde, werd de buit over
geladen en opgeslagen in het ge
heimzinnige landhuis, om dan later
langs allerlei wegen weer te wor
den vèrvoerd en naar alle waar
schijnlijkheid aan helers in andere
streken van het land verkocht. Zij
zouden wel zo handig zijn slechts
goederen te roven, die gemakkelijk
verhandelbaar waren en waarnaar
navraag uiterst moeilijk zou zijn.
Terwijl Jochem zo stukje voor
stukje aan de legkaart in elkaar
paste, volgden zijn ogen onophou
delijk het doelmatig en snel afla
den der goederen. Weer klonken
enkele woorden. De deuren werden
dichtgeklapt, bijna onhoorbaar zet
te de tram zich in beweging. Het
rode achterlicht, dat gedoofd was
tijdens de lossingswerkzaamheden,
schitterde weer en weldra hoorde
Jochem het bonken van de wagens
over de trambrug nabij het Benne-
broekse kerkje.
„Goed in mekaar gezet, wat?"
fluisterde opeens een stem vlak bij
zijn oor.
Jochem verloor bijna zijn even
wicht van schrik. Hij had niet het
flauwste vermoeden, dat, behalve
hij, nog enig levend wezen de nach
telijke vertoning had gadegeslagen.
De villa lag zeed eenzaam. De
tramtrein stond tussen de duinen
in, geheel verborgen.
Hij keek verschrikt om. Een zacht
lachen klonk vanuit het duister.
Opgelucht wiste hij zich het kou
de zweet van het voorhoofd.
„De Boer", glimlachte hij. „Zit je
hier al lang achter me?"
,,'n Minuut of vijf", fluisterde de
beambte terug, ,,'t Was net zoals ik
dacht. Zeg, vader, ik meende dat
jij met een zware hersenschudding
in het ziekenhuis lag
„Dat dachten er meer", ant
woordde Jochem, „maar je ziet dat
het nogal losliep".
„Zeg", siste De Boer, „wat wou
je nu gaan doen? D'r op af toch ze
ker? Die lui vermoeden niets, en
als het een beetje wil kunnen we
dat hele stelletje zo overbluffen,
dat ze zich als lammeren overge
ven. In ieder geval kunnen we de
situatie eens gaan opnemen".
,,'n Beetje gevaarlijk", aarzelde
Jochem. „Ik heb in de haast niet
eens een revolver meegenomen."
„Ik wel", grinnikte De Boer. „Als
't op schieten aankomt sta ik mijn
mannetje. Wil ik voorop gaan?"
Een ogenblik weifelde Jochem.
„Nee", zei hij toen. „Dat gaat
niet. Ik kan jou niet als dekking
gebruiken. Ik ga eerst".
„Zoals je wilt", gaf De Boer toe,
ofschoon merkbaar niet van harte.
Voorzichtig slopen ze nu door het
duinterrein. Jochem onderdrukte
ternauwernood 'n krachttern, toen
hij zijn handen aan de duindoorns
openhaalde, en glimlachte, toen 'n
zacht gekanker achter hem verried,
dat De Boer ook met deze duin
flora had kennis gemaakt.
Plotseling stootte hij bijna zijn
neus tegen prikkeldraad. Ze had
den de afrastering van het villa
terrein bereikt. Jochem bedacht
zich niet lang, maar kroop op z'n
buik onder de draad door. Een kra
kend geluid overtuigde hem, dat
z'n zitvlak iets te dik was geweest,
en zijn broek tol had moeten beta
len aan de stekels van de afraste
ring.
Hij hoorde het hijgen van De
fer halen, zeg maar dat we over '10 min.
klaar zijn en dat hij dan mag komen,
oh ja, vergeet ook de rouwvlag niet
mee te brengen, die kunnen we mooi
over de tafel uitspreiden, dan is dat ding
tenminste ook weer bedekt."
Als even later Thijs met het kerkkof-
fer en de rouwvlag terugkomt, staan er
rond de tafel al enkele banken opgesteld.
„Voor de „feestelingen", hoor ik een
maat zeggen.
Nieuwsgierig buigen ze zich allemaal
over het koffer heen, als de kwartier
meester met een plechtig gebaar, zich
ten volle bewust van het gewichtige van
zijn taak, de sleutel omdraait. De in
houd wordt bekeken en besproken, maar
niemand durft er al aan te komen. Plot
seling vraagt er eentje verschrikt: „Wie
Weet eigenlijk hoe we alles neer moeten
zetten? „Och meid, laat dat maar aan
mij over zegt minachtend een oude
matroos, „ik fikste zulke kattebelletjes
al toen jij nog zonder luier achter je moe
liep aan te dabberenEn als een etaleur
van Vroom en Dreesmann gaat hij alles
op de met de zwarte rouwvlag omfloers
te tafel uitstallen.
De provoost, die met kennersogen de
boel had staan te bekijken, vindt nu de
tijd rijp om in het verblijf te gaan praai
en. Even later klinkt er dan ook, na een
waarschuwend gefluit, het: „Kerkgan
gers aan dek" door het verblijf.
Vanaf m'n hoge post zie ik ze alle
maal komen. Op slippers en in hun kor
te broek, de donkere lichamen glimmend
van het water. Ze nemen plaats op de
banken rond de zwarte tafel. De men
sen die alles hadden opgetuigd verdwij-
n^n' even later de. pater ook komt,
hij alles op z n plaats heeft gezet en
heeft gevraagd hoeveel man er te com
munie moet, begint het H. Misoffer. Hier
midden op zee. Onder de blote hemel.
Is er eigenlijk een indrukwekkender Huis
Gods denkbaar? Ik zou wel willen dat U
dat ook eens kon zien. Hier vanaf mijn
hoge plaats. De eindeloze, grote op en
neer deinende zee en het kleine groepje
biddende mensen op de punt van het
scheepje. Op deze momenten, die zo zeld
zaam zijn hier, spreken onze harten. Ze
juichen en jubelen de Zondag in. Dit
is nu werkelijk de eerste Zondag voor
mij sinds maanden. Het geestelijk levens
lied van Nieuw-Guinea is een solo. Ge
zongen en beleefd door ieder apart. En
hier wordt de juiste toon getoetst. Hier
is een pater even onontbeerlijk als eten
en drinken. Dit is leven. Dit is een Zon
dagmorgen aan boord van Hr. Ms. Boe
roe. Kwamen er zo maar meer.
Met hartelijke groeten eindig ik.
GUUS VAN BLADEL.
Naar wij vernemen wordt de mogelijk
heid overwogen om begaafde amateur
toneelspeelsters en -spelers in de gele
genheid te stellen, de Toneelacademie te
Maastricht te volgen, eventueel door in
schakeling^ van het Studiefonds Noord-
Brabant. Een en ander houdt nauw ver
band met de bestaande plannen om met
tertijd tot de vorming van een eigen,
regionaal beroepstoneelgezelschap te
kunnen komen.
Met het oog op het nieuwe academie
jaar, hetwelk in October a.s. aanvangt,
zal op Zaterdag 6 September a.s. des
namiddags 3 uur, een Auditie worden
gehouden in de toneelzaal Prekerspoort,
Hinthamerstraat, 's-Hertogenbosch. Tij
dens deze zitting zullen de in Noord-
Brabant woonachtige amateur-toneel
speelsters en -spelers, die èn om hun
begaafdheid èn om hun asperaties op
toneelgebied voor een eventuele uitzen
ding naar genoemde Toneelacademie in
aanmerking menen te komen, in de ge
legenheid worden gesteld hun capaci
teiten te laten beoordelen door de exa
men-commissie van deze instelling.
Gegadigden dienen zich hiervoor per
omgaande, uiterlijk 25 Augustus a.s.,
schriftelijk aan te melden ter Provinciale
Griffie, Waterstraat 16, s-Hertogen
bosch, Kamer 37, onder opgave van
naam en voornamen, adres, godsdienst,
leeftijd, genoten onderwijs en eventueel
lidmaatschap van amateur-toneelgezel
schap. Deze gegevens moeten in twee
voud worden ingezonden; op de envelop
pe vermelde men in de linkerbovenhoek
Auditie Toneelacademie".
Nadere instructies met betrekking tot
de verplichte speelnummers e.d. zullen
betrokkenen na aanmelding zo spoedig
mogelijk door de Toneelacademie wor
den toegezonden.
BURGEMEESTER GODWALDT
VAN ZWALUWE TE ETTEN
BENOEMD.
Met ingang van 1 September is de
heer J. P. Godwaldt, burgemeester van
Hog e- en Lage Zwaluwe in gelijke func
tie benoemd te Etten-Leur, waar hij mr.
dr. Ch. van Rooy opvolgt, die eerder
als burgemeester van Venlo werd ge-
installeerd.
De heer Godwaldt werd in 1910 te
Delft geboren. Na zijn middelbare stu
dies was hij vanaf 1930 acht jaar werk
zaam op de gemeentesecretarie van
Voorburg.
In 1939 werd hij chef van algemene-
zaken op de gemeentelijke arbeidsbeurs-
te Den Haag tot 1941, in welk jaar hij,
directeur werd van het gewestelijk ar
beidsbureau te Oosterhout. Na de be
vrijding kwam hij in dezelfde functie
naar Roosendaal, vanwaar hij in 1947
tot het burgemeestersambt in Zwaluwe
werd geroepen.
Boer's adem achter zich en kreeg
respect voor het uithoudingsver
mogen van de oudere man, die hem
blijkbaar zonder al te veel inspan
ning bijhield.
Het terrein glooide enigszins naar
omlaag en Jochem kon nu het huis
duidelijk zien afsteken tegen de
nachtelijke hemel. Even verderop
liep een smal geplaveid pad met
flauwe wendingen naar boven.
(Wordt vervolgd).