sf Bestuur en Comité s bij de herdenking van 't 25 jarig bestaan ba.takan.Ls oan da J^atk. ^JH.'Lddanstandoi.ganLsatLa Een vereniging die Abraham zag Sèa ivag oan da ^JH'LddanstandsoatanLgLng ging- niat atLtijd ooat tozan. DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1952 Grote perioden van non-activiteit en grote acties wisselen elkander af. Er is misschien geen stand, die zo sterk op zijn persoon lijke vrijheid is gesteld, als de Middenstand. Niet dat de Middenstander zich afzijdig houdt van andere mensen; juist het tegendeel: de Middenstander is in het algemeen een „gezellig" mens. Dat brengt de aard van zijn werkkring mee: hij moet contact hebben met andere mensen, hij moet met anderen kunnen omgaan, hij moet zich in gezelschap pen kunnen bewe gen. Maar die an deren, waarmee hij omgaat, moeten zich niet willen bemoeien met zijn zaak: dan sluit hij zich af; op dat terrein wil hij zelf heer en meester zijn. Deze vrijheids drang treft men niet zo sterk aan bij de arbeiders en zelfs niet bij boeren en werkgevers. Hier hebben we dan ook al een van de rede nen, die het organi seren van midden standers zo moeilijk maakt. De andere standen geven zich gemakkelijker, laten zich gemakkelijker leiden en zien dui delijker hun gemeenschappelijke belangen in. Al is hun orga nisatie soms van jongere datum dan de middenstandsorga nisatie, toch is ze vaak hechter, is er meed door bereikt; leeft ze meer onder de leden zelf. Zeker maken in deze na-oorlogsjaren ook deze stands organisaties een moeilijke tijd door: de belangstelling en de medewerking van de leden is niet zó groot, als dit voor de oorlog was. Zelfs kunnen we in dit opzicht misschien bij de middenstand wel een lichtpuntje zien: relatief is daar na de oorlog de belangstelling in de organisatie niet ver minderd (dat kon ook moeilijk!), maar we menen zelfs enige kleine vooruitgang te bespeuren. Het gaat langzaam en moeilijk; de middenstander komt niet erg vlug in het getouw, maar als hij eenmaal aanpakt, doet hij het goed en degelijk. Laten we hopen, dat in de komende halve eeuw de Middenstandsorganisatie, door de medewerking van alle Middenstanders moge uitgroeien en in bloei komen. Een andere moeilijkheid, die zich bij de Middenstands organisatie voordoet, is de zeer grote verscheidenheid tus sen de leden. Ook de leden Van de andere standen zijn, ge lukkig, niet allen gelijk, maar een arbeider voelt zich toch meer en gemakkelijker arbeider met andere arbeiders, dan een middenstander, met een grote zaak, zich middenstander voelt met zijn economisch zwakkere broeder. Deze broeder is tegelijkertijd) zijn concurrent: wat hij verkoopt, kan de ander niet meer leveren. Dikwijls en veel te dikwijls ziet men elkaar dan ook alleen als concurrent, als tegenvoeter, als iemand, die men economisch bestrijden moet. En daar zit één van de fouten, die de Middenstander ten opzichte van zijn standsorganisatie maakt. Veel te veel ziet hij deze organisatie als een instelling ter behartiging van gezamen lijke, economische belangen. De Middenstandsorganisatie is echter een Standsorganisatie, zoals de K.A.B., de R.K. Werk geversvereniging en de N.C.B. standsorganisaties zijn. Als zodanig heeft nu de Middenstandsorganisatie op de eerste plaats de godsdienstige, culturele en sociale belangen van zijn leden te behartigen; de economische belangen behoren in het algemeen bij de vakorganisaties thuis. De betekenis van de Middenstandsorganisatie is dan ook afhankelijk van de betekenis van de Middenstand als stand. De Middenstand wordt niet voor niets Middenstand ge noemd; hij behoort het midden te houden tussen de andere standen en als zodanig een brug te zijn tussen die standen. Hier ligt dé grote maatschappelijke taak van de Midden stand. Met verwerping van elke klassenstrijdgedachte kan men toch constateren, dat er tussen de verschillende stan den afwijkende opvattingen, uiteenlopende meningen bestaan. Tussen de wel eens al te vooruitstrevende arbeidersstand en de wel eens al te behoudzuchtige hogere stand, staat de middenstand als onafhankelijke, tamelijk stabiele groep, van de ene kant behoudzuchtig, van de andere kant vooruit strevend. Daarom juist kan hij de uitersten overbruggen en moet hij dit ook doen. Als stand, als georganiseerde stand; want elke middenstander apart kan dit niet. De organisatie kan het, onder iéén voorwaarde: Dat de leden ze door hun medewerking, door hun drang, daartoe in staat stellen. Ook plaatselijke Middenstandsorganisaties hebben deze taak, zeker die in grotere plaatsen. Het is de vraag of de jubilerende Waalwijkse Middenstandsorganisatie dit in de afgelopen halve eeuw voldoende heeft ingezien en nage streefd. Laten we hopen, dat in de komende halve eeuw onze plaatselijke middenstandsorganisatie ook in dit opzicht vruchtbaar werk zal kunnen verrichten. Dat zij in staat zal zijn een band te leggen tussen alle standsorganisaties, zodat een hechte samenwerking op allerlei gebied zal kunnen ont staan. Het zal tot heil strekken van onze Waalwijkse, ka tholieke gemeenschap. Ook voor de individuele leden van de Middenstand is de organisatie van grote betekenis. Nu willen we het niet hebben over de economische betekenis. Deze betekenis heb ben we in het herdenkingsboek uitvoerig belicht en daarin gewezen op de noodzakelijkheid van meer en diepere econo mische samenwerking. We zouden het nu kunnen hebben over het optreden en bloc, om zich meer krachtig te doen gelden. Dat is echter al zo vaak verkondigd, dat het aftands dreigt te worden. Bovendien spreekt dit zo sterk voor zich zelf, dat er niet lang over gepraat behoeft te worden. We willen liever de betekenis van de Middenstandsorganisatie nog even bezien als belangrijk voor de godsdienstige en culturele ontwikkeling van de leden. Het is in onze maat schappij niet meer voldoende uitsluitend een goed vakman te zijn. Daardoor kan men misschien wel goed zijn brood verdienen, maar men blijft ten volle slachtoffer van onze, op arbeidsverdeling berustende, samenleving. Men kan een goed winkelier zijn, een goed ambachtsman en het is nodig dit te (zijn maar toch mist men iets, men is geen volwaardig mens. Deze wil met zijn verstand doordringen op andere terreinen, dan dat waarop hij ge specialiseerd is en hij wil genieten van mooie dingen. Daar toe kan zijn organisatie hem een mooie gelegenheid bieden. Daar kan hij ook zijn gedachten met anderen, zijn medeleden en collega's uitwisselen; daar kan hij met hen naar een of andere vorm van hoger genot streven. Om de organisatie in staat te stellen dit te bereiken, is echter weer de volle medewerking van de leden nodig. Daarvoor is op de eerste plaats vergaderingbezoek noodzakelijk; op de tweede plaats het volgen van de leiding, die het eigen gekozen bestuur geeft en op de derde plaats een omstelling in de geest van de leden. Al te veel vraagt men alleen om economische ont wikkeling en verwacht men van de organisatie voorlichting op dit terrein. Hoe allernoodzakelijkst ook, het is niet vol doende! In en mede door zijn organisatie moet de midden stander gevormd worden tot volwaardig en sociaal voelend mens, die zijn plaats in de maatschappij kent, die zijn eigen belang weet te behartigen, maar met in achtneming van de rechtvaardige belangen van andere standen. Vijftig jaren lang streeft de Waalwijkse Middenstands vereniging dit schone doel na; een halve eeuw lang hebben mannen een deel van hun krachten gegeven om het te be naderen. Is er veel bereikt in die tijd? Ja en neen. Natuurlijk is er niet alles bereikt, gelukkig niet. Lr zou dan niets meer te doen overblijven. Maar er is veel en veel meer bereikt dan men over het algemeen denkt. Het best kunnen dat onze oudere middenstanders beoorde- Jen; zij, die misschien die volle halve eeuw lid zijn geweest. Laten zij in hun herinnering eens nagaan, hoe de toestand vijftig jaren geleden was. En dan niet alleen op het gebied van het zaken-doen, met de broodwinning, op zuiver eco nomisch terrein, neen, laat men dan eens bedenken hoe het bij de doorsnee-middenstander gesteld was met godsdienstige, culturele en sociale vorming en ontwikkeling. Dan zullen ook zij moeten bekennen: er is vooruitgang. Het meest viel mij dat op bij de viering van het gouden bestaansfeest van de Bossche bond. Voor meer als duizend, in feeststemming verkerende, middenstanders, gaf Ht Brabants Orkest in Casino een werkelijk hoogstaande muziekuitvoering. Men kon toen die duizend horen en zien genieten. Tegen mijn buurman heb ik toen gezegd: had men dit een 25 of 30 jaren terug gedaan, dan was de zaal waarschijnlijk leeg ge stroomd. Werkelijk er is vooruitgang en het is door niemand te zeggen, hoeveel de organisatie aan deze vooruitgang heeft bijgedragen. I Dit gouden feest is dan ook een gelukwens ten volle waard; een gelukwens aan bestuur en vooral een gelukwens aan de leden zelf. Zij immers maken de organisatie tot wat ze is. Voor de komende 50 jaren dan ook, achter het nieuwe vaandel, eendrachtig opgemarcheerd, vooruit naar een schone toekomst voor allen, naar een betere wereld van «samenwer king en eendracht. Met Gods zegen moet men deze kunnen bereiken; met Gods zegen en Gods hulp en ons aller daad werkelijke medewerking. Dat het de Middenstandsorganisatie in de toekomst goed ga! 1 H. VAN WELL, Economisch Adviseur R.K. Middenstand, Waalwijk. Geschiedenis schrijven, althans op de beperkte schaal gelijk wij dat plegen te doen bij jubilea en herdenkingsfeesten, heeft ons steeds een bepaald genoegen gedaan. Gij moet dat niet .beschouwen als het halen van oude koeien uit een sloot, noch als een wereld- en tijdvreemde gemoedgesteltenis, die alles wat voorbij is, omhult met de schoon schijnende, maar vaak bedrieglijke glans van dé goeie ouwe tijd. Neen, wij voelen ons, schrijvende in onze courant over het verleden van verenigingen en organisaties, als hielden wij de leden van die vereniging een spiegel voor en als zeiden wij hun, al naar het beeld dat in het wonderlijke glas gevangen zat: Kijk, dat zijt gij, dat zijt gij, als het Uwe ver eniging slecht gaat, tot dit zijt gij in staat, wan neer gij met Uw medeleden samenwerkt, dit zijt gij in Uw enthousiasme, dit zijt gij in Uw onver schilligheid WIJ ZIJN HET ARCHIEF En als wij dan over de middenstand van Waalwijk gaan schrijven, dan beginnen wij met trots te zijn en wij beschou wen deze trots als gerechtvaardigd, al werd de mogelijkheid tot deze trots dan ook geschapen door verzuim van anderen. Gewoonlijk begeven wij ons naar de secretaris van een vereniging, willen wij' over die vereniging schrijven, en die slaat dan zijn notulenboeken open en, vertelt ons en wij voegen wat verteld wordt aaneen tot een leerzaam verhaal. Bij de secretaris van de R.K. Middenstandsvereniging zijn we echter niet geweest, want we wisten dat deze gang nut teloos zou zijn... Bij al de ziekten, waarvan de Middenstand, zoals trouwens elke andere vereniging, te lijden heeft gehad, doet zich sinds de oorlogsjaren namelijk een totaal geheugenverlies voor. De middenstand weet niet veel van zich zelf, nauwelijks wist zij hoe oud ze was, en de datum van haar geboorte weet zij niet precies te noemen. Wat deden wij toen? Wij namen de middenstand bij de hand, we zijn het smalle laddertje opgeklommen, dat wankel staat tegen de rekken van ons archief en daar op de boven ste rij, waar de vergeelde oude „Echo's" een brug vormen van ons naar het jaar 1878, hebben we de middenstand in kennis gebracht vani haar eigen verleden. En zo kon de kroniekschrijver van 1952 de vijftigjarige vereniging in het gedenkboek haar geschiedenis vertellen. DE HANZE WERD OPGERICHT. In de „Echo's" van 1902 ziet ge bij tijd en wijle, hoe lang zaamaan de grond werd voorbereid waarin de Waalwijkse neringdoenden het zaad van hun organisatie zouden strooien. Op 31 Juli 1902 leest ge: Met zekerheid kunnen wij meedelen, dat binnen niet lan gen tijd, alhier zal worden opgericht, eene afdeeling der Han ze, R.K. Vereeniging van neringdoenden, die het stoffelijk en geestelijk welzijn van den handeldrijvenden middenstand zal ter harte nemen. Dr. Nouwens zal op de oprichtingsvergadering komen spreken. Met vreugde, schrijft de Echo verder, begroeten wij dit besluit, want t wordt hoog tijd, dat de middenstand, de Kern der Maatschappij, die tusschen 't groot kapitaal en het volk in staat, zich ook eens gaat organiseeren, om dan krachtig, en dat kan hij alleen vereenigd, voor zijne belangen op te komen." De schrijver van dit bericht toont zich ongeduldig; het wordt hoog tijd, schrijft hij; maar, zoals ook de huidige voor zitter de Heer A. Meys opmerkt, elders in deze speciale krant, Waalwijk was een van de eerste plaatselijke afde lingen, een van de oudste dochters van de landelijke en diocesane organisaties, en vele andere plaatsen, heus niet allemaal minder belangrijk dan Waalwijk, moesten toen nog jaren wachten op hun afdeling. In de Echo van 3 Augustus 1902 wordt nogmaals het plan tot oprichting ten zeerste toegejuichd en op 18 Augustus vinden we dan de bedoelde vergadering staan vermeld, waarop dr Nouwens het woord zou voeren. En wat voor een woord werd daar door deze grote redenaar gevoerd voor de velen die langzamerhand de zaal van Hotel Verwiel geheel hadden gevuld; 10 kolommen van ons blad waren bij kans nog niet voldoende om alles weer te geven en leest ge deze kloeke rede, dan is het, na vijftig jaren, nog; alsof de geestdriftige woorden weer uit de kolommen willen sprin gen en weer luid gezegd willen zijn: „Verenigt U, roep ik U toe, nu ik ineen U voldoende te hebben bewezen dat ier iets voor U kan worden ge daan, Doet Waalwijk en Besoijen eer aan. Gij mannen die bezield zijt met kloeken geest, als gij overtuigd bent van 't belang der zaak, want alleen mannen van over tuiging moeten we hebben...". En deze mannelijke wekroep vond gehoor; smeden zou men het ijzer nu het nog heet was en slechts de afwezigheid van Pastoor Sprangers, de geestelijke adviseur, verhinderde, dat er niet eerder ter oprichting kon worden vergaderd dan de 2e September. Maar toen was dan ook de kogel door de kerk; 17 wer kende leden en 1 donateur waren ter vergadering aanwezig; vijf van hen zouden het eerste bestuur vormen; het had nogal wat voeten in de aarde voor het zover was, maar tenslotte zien we dan de volgende namen staan: Zijlmans, voorzitter; D. v. Bavel, C. A. Verwiel, J. van Ree en Th. v. Vianen. 17 leden was te weinig en de eerste actie was die om nieuwe leden; slechts langzaam ging dat; op de vergadering van 25 September waren maar 5 nieuwe gezichten; het be stuur werd toen uitgebreid met twee leden, te weten J. Hen driks uit Besoijen en Jan van Lier uit Waalwijk. En het laatste nieuws betreffende de vereniging dat wij vinden in de 25e jaargang van de Echo is, dat ongeveer een maand na de oprichting de voorzitter vervangen werd door de heer Th. v. Vianen. EINDELIJK DE W.W.W. En dan, terwijl we voortschrijden over die brug, die het verleden met het heden verbindt, bekruipt ons de twijfel: is deze brug wel betrouwbaar, zijn we wel op de goede weg, zal deze brug direct niet plotseling ophouden en zal er dan toch geen verbinding meer zijn met het verleden en zal de middenstand dan toch niet geheel van het geheugenverlies genezen? Dit, lezers, is twijfelen aan ons zelf, is twijfelen aan de voortreffelijkheid en de degelijke betrouwbaarheid van het eigen blad, en dus is dit twijfelen slechts van korte duur. De weg móet goed zijn en de brug betrouwbaar, en daar om schrijden wij voort over deze brug en daarom bladeren wij de ene jaargang na de andere door en wij moeten con cluderen: er is niets. MOEILIJKE JAREN. En toch had de Middenstand het in deze crisisjaren niet zo erg gemakkelijk. In het jaarverslag van de Waalwijkse Kamer van Koophandel over 1934 lezen we immers: „Ten aanzien van den toestand der middenstandsbedrij- ven in het district onzer Kamer moet worden gezegd, dat nog steeds achteruitgang valt te bespeuren. Tengevolge van de daling van het loonpeil en de uiteraard voor werklo zen geringe ondersteuning, wordt de koopkracht der arbei dende bevolking steeds kleiner, waarvan vooral de kleinere winkelier nadeel ondervindt. Sommigen kunnen hunne voor raden niet meer aanvullen met het gevolg, dat zij zelfs courante waren niet meer kunnen verkoopen en derhalve op den duur onherroepelijk ten onder gaan. Naast het ver minderen van de koopkracht der bevolking is voor den kleinen middenstander oorzaak van teruggang de omstan digheid, dat vele werklozen uit allerlei kringen hun heil moeten zoeken in het uitoefenen van winkelnering. De sla gerswinkels daarenboven ondervinden nadeeligen invloed van de distributie van vleesch-in-blik tegen lagen prijs..." Ongetwijfeld was het tengevolge van de in het verslag geschetste toestanden, dat in de nu volgende jaren grote acties die financiële offers vroegen van onze plaatselijke middenstand achterwege blijven. Maar niettemin zit er leven in de organisatie, en als ge tuigen hiervoor noemen wij de actie die de Waalwijkse Middenstand voerde tegen het regeringsplan om de Waal- DE CENTRALE VAN ACTIE EN DE SUB-COMITÉ S van de grote Waalwijkse Winkel Week in 1927. Zittend van links naar rechts J. Pulles, 2e secretaris; H. Aarts, vice-voorzitter; P. Verwiel, voorzitter; H. Martens, adviseur; J. Verkade, le secretaris en P. Bierlaagh. Staande van links naar rechtsChr. Klerkx, J. v. Well, W. Hens, G. Hens, Nic. van Dongen, P. Dekkers, J. v. Mill, J. v. Eijkelenburg, Hub. van Laarhoven, Th. Hombergen, Ed. van Beijnen, J. van Erp en R. van Mill. 1903één vergadering, waarin wordt voorgesteld het vreemdelingenverkeer en daarmee de verkoop te stimuleren. 1904 enkele leden van het bestuur werden afgevaardigd naar congressen. 1905 niets 1906 niets 1907, het eerste-lustrum- jaar, geen spoor van enige activiteit enz. 1912 het tweede lustrumjaar, niets; 19171922 niets, steeds maar niets. Wat betreft deze decennia lijdt de Middenstand dus niet aan ge heugenverlies, want er is niets te onthouden. Tot 23 Juli 1927 moeten we bladeren, en de geur van de oudheid is in onze kleren gaan zitten en onze ogen zijn uiterst gevoelig geworden voor alle andere kleuren dan geel. Maar dan op 23 Juli 1927 springt ons bet 'wooond Mid denstand weer in het oog; er zal een grootse winkel week worden georganiseerd van 27 Augustus tot 3 Sep tember. Vanwaar die plotselinge bloei, dat groot en thousiasme, waarvan we nu weer ineens in elk num mer van ons blad lezen. De middenstand is nieuw bloed ingespoten, er is nieuw leven gekomen; rigoureus is de vernieuwing, zo rigoureus, dat de nieuwe voor zitter de heer Pieter Verwiel, in het feestnummer van de Echo van 27 Augustus spréékt van een heroprich ting, van het vaststellen van statuten en van een huis houdelijk reglement. Laat ons niet het hoofd breken over wat de oorzaak kan geweest zijn van deze dode periode, hoe wij deze non activiteit moeten zien tegen de achtergrond van economi sche opbloei voor de eerste wereldoorlog, van distributie en rantsoenering tijdens die oorlog en tegen de achtergrond van de wisselende economische perspectieven na die oorlog, la ten we slechts met vreugde constateren dat het nieuwe leven er is, dat er hoge opbloei is. Ze zijn heel wat van plan, de middenstanders; een „Cen trale van Actie (U ziet de heren op de foto afgebeeld) doet het voorbereidend werk; etalagewedstrijden zijn er ge pland, muziek, en dansen, vuurwerk enz. enz., niets wordt nagelaten om de mensen naar Waalwijk te trekken geduren de die week, zelfs extra busdiensten van en naar het Land van Heusden en Altena zijn er in de pen en het gemeente bestuur zal het electriciteitstarief met 25 verlagen, van 20 op 15 cent per K.W.U. De propaganda roerde de grote trom (hoe anders dan nu!) en natuurlijk waren „wij" daar ook weer om uit alle kracht mee te bazuinen en mee te roepen in het spreekkoor dat de Waalwijkse Middenstand aanhief; drie extra-nummers verschenen er rond de 27e Augustus, grote in twee kleuren druk opgemaakte pagina's, die niet passen in het kranten- boek van 1927! En het werd een groot succes, alles slaagde. De straten boden een beeld dat in geen jaren zo levendig was geweest, de etalagewedstrijd kende een ongekend groot aantal deel nemers, de kinderspelen, de concerten, de gymnastiekdemon- straties, het vuurwerk, brachten duizenden mensen op de been; saamgewerkt werd op dit terrein met Waalwijks Be lang, enz. enz. „We kunnen tevreden zijn", schreven wij. JAREN VAN GROTE ACTIVITEIT. Jaren van grote activiteit volgden op de kentering van 1927; in hetzelfde jaar nog zien we als bijlage van de Echo .«van de drie Zaterdagen voor 6 December „De Sint Nico- laasbode", een prachtig reclameblad voor en door de Waal wijkse Middenstand, met een aantrekkelijke St. Nicolaas- loterij. Meer acties zien we in de kolommen van het steeds meer recent wordend verleden vermeld; we herinneren aan de twee acties die gevoerd werden in 1931, aan de grote actie van 1933 toen als bijlage van „De Echo" een fraai kunst druk blad werd bijgevoegd waarop de Waalwijkse winkels stonden afgebeeld; het publiek moest zeggen hoe de juiste naam en Eet juiste adres van de winkels was. In deze periode heeft de „grote" middenstand ongetwij feld veel steun genoten van de Katholieke Jonge Midden standers, die ook een zeldzame activiteit aan de dag legden. Wij herinneren ons nog, de prachtig geslaagde, kolderieke begrafenis van de tram en dan de revues, die een grote bekendheid genoten. wijkse Kamer van Koophandel op te heffen; en de wed strijden die wij keer op keer weer aantreffen in de steeds minder geel en steeds minder oud riekende Echo's. In October 1935 verscheen de Mica-courant, bij gelegen heid van de Mica wedstrijd, waarbij kleine mica-plaatjes in de diverse etalages opgespoord moesten worden en er was toen ook een, zij het bescheiden, mica-beurs in de Gildenbond. En ieder jaar verleende ons blad zijn medewerking bij de St. Nicolaaspuzzle. Het waren mogelijk juist de moeilijke omstandigheden die de Middenstanders dichter bij elkaar brachten en hen deden samenwerken om het hoofd boven water te houden. Want de economische toestand werd in de jaren 1937 en 1938 niet Veel minder dan een noodtoestand. Men kwam de midden stand te hulp; op 15 September 1937 werd het Midden- standsborgstellingsfonds opgericht, waarvan de heer Jan Tielen voorzitter werd, welke functie hij nog steeds bekleedt; ondanks het goede werk van dit Fonds, dat in het eerste jaar van zijn bestaan reeds 71 aanvragen behandelde en voor 5875.-credieten verleende, en ondanks andere fi nancieringsmogelijkheden, bleef de situatie speciaal voor middenstanders die over geen of weinig liquide middelen be schikten verre van rooskleurig. I OPLEVING. Voor dat in het jaar 1939 sprake was van een opleving, vinden we eerst (nog vermeld in ons archief, dat op 8 Juni 1938 in Waalwijk de eerste diocesane vergadering van Mid- denstandsbesturen werd gehouden. In deze vergadering wer den de eerste plannen gemaakt voor 'Santos, en werden de mogelijkheden tot uitbreiding van het middenstandsonderwijs aan een bespreking onderworpen. In 1939 klaarde de economische hemel geleidelijk (aan op; aan de werkloosheid kwam voor een goed deel een einde, de omzetten van de middenstand stegen. Maar toen dreigde er weer gevaar aan een ander front en ook hiertegen nam men stelling. Wij doelen hier op de steeds hogere vlucht die het grootbedrijf nam en op het gevaarlijke cadeaustelsel. In een protestvergadering op 1 Maart 1939 bepaalde de Waalwijkse Middenstand zijn houding tegenover deze problemen. Dan valt Ons oog op een middenstandsactie, die al ging ze dan niet uit van de vereniging als zodanig, toch een plaats in dit overzicht verdient. Ze werd georganiseerd door Waalwijks Belang, dat steeds, waar dat nodig en mogelijk was nauw samenwerkte met de middenstand en de acties van de organisatie steunde, en de Middenstanders verleenden in groten getale aan deze win kelactie hun medewerking, en men mocht dan ook van een volkomen succes spreken. MOBILISATIE EN OORLOG. De opleving duurde niet lang; toen in het najaar van 1939 de mobilisatie uitbrak en de regering zich ook gedwongen zag de eerste beperkende economische maatregelen te tref fen, had dit natuurlijk ook zijn terugslag op de Middenstand, die wederom in vaak grote moeilijkheden kwam. De regering nam maatregelen om de credietvoorziening te vergemakkelijken, zo werden de credietmogelijkheden van het Middenstandsborgstellingfonds verhoogd tot een maximum van 20.000.Aangezien men echter nooit deze grens be reikte, en men dus niet tot het uiterste hoefde te gaan, is wellicht de conclusie gerechtvaardigd, dat de positie Van de Waalwijkse Middenstand niet op zijn slechts was. Toen kwam de oorlog, toen kwam de bezetting, toen kwamen de steeds meer beperkingen opleggende maatregelen van de bezetter, die gericjit-waren tegen het voortbestaan van de bona-fide verenigingen en organisaties. Het was iedereen duidelijk dat ook de Middenstandsverenigingen geen lang leven meer beschoren zou zijn; op 10 Juli 1942 werd de vereniging opgeheven, zoals ook ons blad reeds eerder zijn verschijnen had moeten staken. Een van de donkerste perioden uit de Nederlandse geschiedenis, uit de geschie denis van de 'R.K. Middenstandsvereniging en van ons blad was begonnen. DE JAREN NA DE BEVRIJDING. Nauwelijks was Waalwijk bevrijd, of in afwachting van de heroprichting der R.K. Middenstandsvereniging werd in

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 6