Een Monument
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN" en KAATSHEUVEL.
Hecht met de streek verhonden.
grote betekenló
van Krantenkolommen
Waalwijksche Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
75 JAAR „ECHO VAN HET ZUIDEN"
Wij mogen in dit nummer nog memoreren
dat de drukkerij onder bovenstaande naam,
waar ons blad al die jaren van de pers kwam,
op 1 Januari 1952 80 jaar bestond, dus 5 jaar
voor ons blad werd opgericht onder de naam
Waalwijksche Snelpersdrukkerij Antoon Tie
len. Dit jubileum is ongemerkt voorbijgegaan
voor de buitenwereld.
Van grote betekenis voor het so
ciale. politieke, culturele en gods
dienstige leven van de mensen is
zeker de kundige en juiste" voor
lichting, die ons o.a. door de pers
bereikt. En hoe pervers een onjuis
te voorlichting is, hebben wij in de
oorlogsjaren ondervonden.
Wel heeft de techniek ons in de
laatste decennia meerdere publici-
teits-organen geschonken, de
pers blijft toch hare voorname
plaats innemen en hare grote be
tekenis en daardoor hare grote ver
antwoordelijkheid behouden.
Zeker is de invloed van het dag
bladbedrijf en van de wereldpers
van meer invloedrijke betekenis,
maar toch moeten wij de waarde
van de plaatselijke courant niet on
derschatten. Zulks nog te meer,
wanneer die een lezerskring omvat
die, wat godsdienstige overtuiging
betreft, nogal sterk uiteenloopt.
Als geestelijke leiders van 't ka
tholieke lezersgedeelte, moeten wij
er ons in verheugen dat het jubi
lerende blad steeds de katholieke
beginselen heeft hooggehouden en
naar best vermogen getracht heeft
die principes te verdedigen.
Daarnaast mogen we het als een
grote verdienste van allen, die aan
dit blad meewerkten, aanrekenen
dat zij toch de geloofs-overtuiging
van andere lezers geëerbiedigd heb
ben.
Voor het mooie werk gedurende
75 jaren verricht, moeten we èn
directie èn redactie èn alle mede
werkenden onze grote erkentelijk
heid betuigen en bij dit schone ju-
bilé mag daarom een woord van
oprechte gelukwens en waardering
onzerzijds niet ontbreken.
Moge „De Echo van het Zuiden"
de weerklank of echo zijn van al
wat leeft onder de mensen van het
gelovige Zuiden en moge Uw cul
turele arbeid het beschavingspeil
onzer bevolking steeds opvoeren.
"Wij wensen allen, die dit bedrijf
door hun leiding of redactie steu
nen, Gods beste zegen toe bij hun
verantwoordelijk werk.
A. v.
d. Brekel,
Pastoor.
Een goed geordende samenleving
is niet denkbaar zonder een orgaan,
waarin de vrije mening zich uiten
kan. Onze grondwet stelt duidelijk
vast, zij het helaas nog in negatieve
zin, dat niemand voorafgaand ver
lof nodig heeft, om via de pers zijn
mening of gedachten kenbaar te
maken. Stellig zal 75 jaar geleden
niet dit zevende Grondwetsartikel
doorslaggevend geweest zijn, toen
de heer Antoon Tielen besloot tot
de uitgave van „De Echo van het
Zuiden". Met een ruime blik voor
de behoeften van een grote bevol
kingsgroep in een nijvere streek,
moet hij gezien, hebben dat een ei
gen krant hier onontbeerlijk was.
Tn die jaren immers kwam er een
onmiskenbare kentering in de
schoen- en ledernijverheid. Na en
kele welvarende jaren, als gevolg
van de oorlog van 1870, volgde een
„De Echo van het Zuiden" her
denkt heden in een feestelijke uit
gave het feit van haar 75-jarig be
staan. Wanneer een courant drie
kwart-eeuw bestaat, waarvan 53
iaar onder één en dezelfde hoofd
redacteur, dan is dat zeker een be
langrijke gebeurtenis, waard om
herdacht te worden.
Er is dus feest in het huis van de
krant, waar men met voldoening en
met dankbaarheid blikt naar het
geen bereikt is, om daarin ook een
aansporing te vinden op de inge
slagen weg voort te gaan. Doch er
zal zeer zeker eveneens feest zijn
in eigen streek die gemeenschap
n.l. die zich zo nauw verbonden
voelt met het eigen streekblad. „De
Echo van het Zuiden" heeft bewe
zen een vaste plaats te hebben in
genomen in Waalwijk en wijde om
geving. De verschillende bijdragen
in dit nummer van ingezetenen zul
len ongetwijfeld daarvan getuigen.
Het streekblad met zijn eigen lo
cale sfeer neemt een voorname
plaats in op het terrein van de
voorlichting. Naast vermelding van
de gebeurtenissen, die zich in de
wereld afspelen, heeft het vooral de
taak nieuws te brengen uit eigen
omgeving. In die eigen omgeving
ligt een stukje leven dat de moeite
van waarneming verdient. Het op
nemen van berichten, het vermel
den van diverse feiten die zich in
die streek voordoen, is van grote
betekenis voor de dorpen, waar nog
veel gemeenschapszin te vinden is,
waar men elkaar kent en waar men
belang stelt in het wel en wee van
elkaar en van het dorp als geheel.
In de vorm van nieuws en van
advertenties, welke ook een zekere
mate van nieuws zijn, wordt in het
streekblad bevrediging geschonken
aan dit uit het gemeenschapsgevoel
spruitende verlangen op de hoogte
te blijven van al wat personen, za
ken en andere omstandigheden be
treft uit de vertrouwde streek,
waaraan men zich door verschillen
de banden hecht verbonden weet.
Naast het „vermelden" van
nieuws, heeft het streekblad een
taak, mede richting te geven aan de
groei en de ontwikkeling van de
eigen streek en eventueel door ge
zonde opbouwende critiek de vin
ger te leggen op iets wat haars in
ziens niet strookt met het algemeen
belang, daarbij de bedachtzaamheid
betrachtend, die past bij de verant
woordelijkheid van de pers.
Dat „De Echo van het Zuiden" zó
haar taak opvat en deswege zeer ge
waardeerd wordt, staat wel vast.
In mijn kwaliteit als voorzitter
van de vereniging „De Nederland-
sche Nieuwsblad Pers", van welke
vereniging ook „De Echo van het
Zuiden" lid is, bied ik mijn harte
lijke gelukwensen aan met dit ju
bileum, daaraan de wens verbin
dend, dat „De Echo van het Zuiden"
tot in lengte van jaren haar arbeid
mag blijven verichten in het be
lang van de zo nauw met haar ver
bonden eigen streek.
A. M. Banda
Voorzitter
„Ned. Nieuwsblad Pers"
75 Jaar „Echo". Vijfenzeventig
jaar 't orgaan van „De Langstraat",
de spreekbuis van Kaatsheuvel, ,,'t
oog, het oor en de tong van het
volk", zoals W. T. Stead in „A Jour
nalist on Journalism" op pag. 31
van de pers schrijft. „De Echo van
het Zuiden", het blad, bescheiden in
omvang, doch vrij en frank in zijn
meningsuiting, met eerbiediging
van elkanders opinie. Geen orgaan
dat in zijn uitgave van tweemaal
per week roemen wil op primeurs,
doch het blad dat de kring van le
zers, die het weten te waarderen,
de gelegenheid biedt de aandacht
ook aan die zaken te schenken die
in zijh omgeving van belang zijn.
Het oog, het oor en de tong van
het volk.
Geen dagblad, verspreid over 'n
rayon van enige betekenis, kan voor
iedere plaats zijn kolommen open
stellen ter uitvoerige bespreking
van wat er omgaat in het vereni
gingsleven, de sport, het culturele
leven, de noden en behoeften in
sommige kringen, de liefhebberijen
van groot en klein, de plaatselijke
acties, de vieringen van jubilea etc.
Ruim veertig jaren gaven wij on
ze medewerking aan „De Echo" en
veertig jaren lang hebben we mo
gen ondervinden dat er de hoogste
prijs op wordt gesteld wat er in dit
streekblad geschreven en geoor
deeld wordt over wat ter plaatse
geschiedt. En dat niet alleen in en
door de kring van de lezers zelf,
doch zeer vaak nog in het milieu,
dat het blad te onbeduidend vindt
om er zich op te abonneren, doch
daartegenover wel de overtuiging
heeft dat door geen enkel orgaan
de lezerskring bereikt wordt
juist daar waar men overtuigd is
met publicatie effect te sorteren
dan in „De Echo van het Zuiden".
Dag in dag uit vinden we in onze
bus kleine verzoeken of rinkelt de
telefoon met de vraag: Kunt U dit
in „de Echo" laten zetten? Geen
winkel wordt geopend, geen zaak
uitgebreid, geen jubileum gevierd,
geen uitvoering gegeven, geen com
petitie- of vriendschappelijke wed
strijd gespeeld, of men stelt prijs op
een uitvoerige recensie in het blad,
dat zich niet behoeft te beperken
tot een bericht, dat door zijn be-
knopping vaak zijn waarde ver
liest. Welk dagblad zelfs kan een
ruimte bieden aan raadsverslagen
als dit „de Echo" reeds doet vanaf
het jaar van zijn oprichting? Waar
kregen wij de gelegenheid onze
plaatselijke festiviteiten tot in de
finesses te verslaan dan in 't Waal-
wijkse orgaan? Wie stelt ons in
staat voorbesprekingen te houden
en daardoor onze bezoekers de no
dige inlichtingen te verschaffen op
ruimere schaal, dan „de Echo" ons
toestaat? Waar krijgen al onze
standsorganisaties voor bespreking
van de agenda's hunner vergaderin
gen zowel als voor het opnemen
van de vergaderingsverslagen meer
gelegenheid geboden? Waarom zijn
onze sportliefhebbers zo gebrand op
de verslagen van „de Echo?" Om
dat ze weten dat hun daar geen be
perking wordt opgelegd, die een
goede kijk op het totaal van 't spel
onmogelijk maakt.
Als we door een eerlijke bril kij
ken die niet chauvinistisch getint
is, dan moeten we erkennen dat
de houding van de Redactie van „de
Echo" tegenover de gemeenten van
zijn verspreidingsgebied in de ge
passeerde drie-kwart eeuw aange
nomen, er een is die waardering
verdient. Wij behoeven er daarbij
niet aan te twijfelen dat de redactie
en administratie zo zakelijk geweest
zijn ook hun eigen belangen niet te
verwaarlozen. Dat ze deze op uit
stekende wijze weet te behartigen,
moge te concluderen zijn uit 't feit
dat, ondanks de steeds wassende
concurrentie van de grote pers, „de
Echo" zijn geluid blijft klinken in
hetzelfde gebied wat eens zijn eer
ste echo met zoveel spontaniteit be
groette, als een eigen blad.
Wij hebben waardering voor wat
het blad in de 75 jaren, die voorbij
gingen, ook voor onze plaats gedaan
heeft door het royaal openstellen
van zijn redactie-kolommen voor
alles wat het algemeen belang en
zeer vaak het individueel belang
van de ingezetenen betrof. Wij
brengen gaarne dank voor wat juist
door deze medewerking in de plaats
is kunnen bereikt worden en slui
ten bij deze dank onze persoonlijke
hulde en waardering in voor de
prettige wijze gedurende veertig
jaren in onze arbeid voor „De Echo
van het Zuiden", van de Redactie
ondervonden.
En waar juist onze veertig-jarige
arbeid aan „De Echo" geheel ge
staan heeft onder de persoonlijke
leiding van de nog immer met jeug
dig vuur arbeidende hoofdredac
teur, de heer Jan Tielen, in wie wij
naast een eminent patroon tevens
een onbaatzuchtige raadsman en
vriend mochten ontmoeten, gaat
onze dank en hulde meer persoon
lijk naar hem uit, in de hoop dat
hij nog vele jaren zal mogen getui
ge zijn van de groei en bloei van
zijn „Echo", die hem een levens
taak geworden is, die hij vervuld
heeft met een voorbeeldige ijver en
een zich zelf opgelegde plichtsbe
trachting, een ieder tot opwekkend
voorbeeld. Een „ad muitos annos"
zowel voor „De Echo" als de heer
Jan Tielen!
Jan Tuerlings.
De correspondent voor
Kaatsheuvel.
grote depressie, welke echter als
gunstig bijverschijnsel het inzicht
baan deed breken, dat voortaan de
kwaliteit van de producten door
slaggevend zou moeten zijn, wilde
de schoenindustrie zich kunnen
handhaven. Volgens dit principe
stichtten de heren Jos Groenen en
Antoon van Schijndel Sr nieuwe
bedrijven; er werd voor de eerste
maal over deugdelijke vakopleiding
gesproken; in 1877 werd de Kamer
van Koophandel en Fabrieken ge
sticht en omstreeks dezelfde tijd
dat de eerste leden geïnstalleerd
werden, kwam het eerste nummer
van „De Echo" van de pers. De
krant zag dus het licht in een perio
de, dat er aan voorlichting in deze
streek over de dingen die er rond
om gaande waren, volop behoefte
was. Zij wijdde zich zo piepjong
als ze was met volle toewijding
aan die taak, overeenkomstig de
spreuk die zij in haar vaandel
schreef: „Toegewijd aan Handel,
Industrie en Gemeentebelangen".
Die spreuk dekte volkomen het
axioma, dat een geordende samen
leving, zonder een voorlichtingsor
gaan moeilijk denkbaar is en de
verschillende facetten van die sa
menleving werden er bovendien
nog eens extra door onderstreept.
Die spreuk op haar vaandel, is
de krant 75 jaar lang trouw geble
ven. Toen een nieuwe tijd andere
eisen aan het uiterlijk van een
krant ging stellen, is zij weliswaar
uit de openbaarheid verdwenen,
maar de inhoud van het blad is het
beste bewijs, dat de betekenis van
die woorden levend gebleven is tot
op de dag van heden.
De dikke jaargangen in de archie
ven van het bedrijf, herbergen 75
jaar geschiedenis van de Lang
straat en omgeving, ontelbare woor
den van goede raad, van vermaning
en opwekking, van troost en van
initiatief. Voor alle schakeringen
van het maatschappelijke, openba
re en culturele leven, was „De
Echo" het instituut, dat voor deze
streek onmisbaar was in haar stre
ven naar verdere opgang en bloei.
En de kolommen waarin jaar-
in-jaar-uit die streekbelangen
besproken en bepleit werden,
zou men kunnen zien als de
zuilen van een monument, dat
wij in gedachten oprichten als
hulde voor de twee mannen,
die hun werk slechts zagen als
een idehal, voor de heren Jan
Tielen en zijn vader.
Als huisvriend
Wanneer wij hierboven in een
beknopte schets iets vertelden over
de algemene verdiensten van het
jubilerende blad, dan mag naar on
ze mening daarbij niet ontbreken
een enkel woord over „De Echo",
als onmisbare huisvriend voor velé
duizenden. Kort na de benoeming
van Prof. Dr B. J. Alfrink tot Aarts
bisschop-Coadjutor van Utrecht,
hadden wij het voorrecht met en
kele collega's een ongedwongen
samenzijn met hem te hebben. Op
kernachtige wijze heeft hij ons toen
een en ander verteld over de taak
van de pers. In een vergelijking tus
sen grote en kleine bladen, wees
Mgr Alfrink er toen op dat de taak
van het kleine blad zeer veel moei
lijker is dan die van het grote. De
lezerskring van een groot blad im
mers vormt een vrij homogeen ge
heel. Op het plaatselijke blad daar
entegen, is iedereen geabonneerd.
Het wordt gelezen door de dokter,
door de industriëel, door de arbeids
man en door het dienstmeisje. In
zijn samenstelling moet het kleine
blad daarmee rekening houden. Het
moet een gedegen beschouwing
kunnen geven, maar het mag ook
het bericht niet kunnen missen over
het kuiken met vier poten, dat in
het kippenhok van de buurman het
levenslicht zag. En deze woorden
van Mgr Alfrink overdenkend, zien
we „De Echo" voor ons met haar
samenvattende binnen- en buiten
landse artikelen, met het politieke
nieuws, maar ook en vooral met het
gezellige kleine plaatselijke nieuws.
Hoe onbelangrijk het ook schijnt,
toch is dit nieuws één der peilers
van het plaatselijke blad. Geen gro
te krant immers zal het in die om
vang kunnen geven, zoals het plaat
selijke blad dat doet. Al deze fac
toren tesamen, hebben het „De
Echo" mogelijk gemaakt zonder
strubbeling de lange weg van 75
jaren te gaan en nog steeds voort
te stappen als een opgewekte jon
geling. Deze factoren in practijk ge
bracht, maakten „De Echo" ook tot
het blad waarvan men vraagt: „Is
ie er nog nietEn dan mag
men er misschien wel eens een
beetje smalend op afgeven als
oud-, maar rasecht Waalwijker mo
gen wij dat wel zeggen maar
juist zij die dat doen, kunnen die
zelfde krant 't moeilijkst missen. We
hebben dat kunnen constateren in
de oorlogsjaren. Moeilijke jaren
voor bedrijf en leiding waren het.
Het lijkt echter al zo lang geleden,
dat we daar nu maar niet verder
meer op zullen ingaan. Het weder-
verschijnen van „De Echo" was
echter synoniem met bevrijding.
Men kon ze bij wijze van spreken
naast elkaar op de schoorsteen zet
ten. Een goed geordende samenle
ving kan immers niet zonder een
eigen krant. Dat bleek nooit duide
lijker dan op die gedenkwaardige
Novemberdag van 1944. De wan
orde was voor de orde op de vlucht
en „De Echo" was de eerste die U
vertellen kwam hoe dat feitelijk
wel gegaan was. Het was als de
thuiskomst van een vriend, na een
jarenlange bange afwezigheid. „De
Echo" en de bevrijders, ze werden
samen even hartelijk ingehaald.
Strijdbaar verleden
Het is met iets van weemoed, dat
we aan die tijd terugdenken en aan
de laatste jaren voor de oorlog,
toen we met veel idealisme, de wan
kele schreden zetten op het glibbe
rige en vaak erg verraderlijke pad
van de journalistiek. Een persoon
lijk woord van dank, voor de even
eens jubilerende hoofdredacteur, de
heer Jan Tielen, voor de vaderlijke
voorzichtigheid en tact waarmee
hij ons op die eerste schreden be
geleidde, moet me hier van 't hart.
Nog dagelijks profiteren we daar
van.
Stevig verankerd staat de krant
thans, na drie-kwart eeuw, nog
midden in het volle leven. Zij
bouwde zichzelf het monument,
waartegen allen die het wel met
haar menen, thans met bewonde
ring opzien. Op de zolders liggen de
vergeelde krantenboeken. Neem er
eens een willekeurig uit en blader
er in. Op ieder blad zult ge dan 'n
strijdbaar verleden aan het oog
voorbij zien schuiven tegen een
achtergrond, die gevormd wordt
door de twee mannen die dit alles
gestalte gaven en het met hun geest
beroerden, de heer Jan Tielen en
zijn vader. Beiden verdienen hulde,
de .laatste voor de grondslag die hij
legde en de eerste voor de wijze
waarop hij daarop verder bouwde.
En nog wordt iedere dag steen voor
steen verder' gebouwd. Het kran-
tenbedrijf is rusteloos, omdat het
nieuw is,- van dag-tot-dag. In die
rusteloosheid zal de steun en de
jeugdige energie van weer een An
toon Tielen, zijn vader goed te sta
de komen. Moge hij nog jaren ge
tuige zijn van de verdere bouw aan
leggers nieuwe kranten, nieuwe
„Echo's", nieuwe klankborden van
alles wat er omgaat in dit nijvere
stuk van ons goede Brabant.
Oldenzaal, December 1952.
Jan van den Dungen.
De plaquette van oprichter en opvolger, die bij het veertigjarig
bestaan van „De Echo van het Zuiden" door een comité uit de
burgerij werd aangeboden.