Waalwijkse en Langstraat Courant
I
Wijde Wereld
W-at
PRINCIPIEEL DEBAT
In 1953 een nieuw gemeentehuis
UIT DE
in Waalwijks Raad
GEMEENTERAAD HEUSDEN
S
MAANDAG 5 JANUARI 1953
Uitgever
YVaalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
HET ZUIDEN
76e JAARGANG No, 2
Abonnement
18 cent per week
2.35 per kwartaal
ƒ2.60 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief
Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878.SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121
TELEGR.-ADRES„ECHO"
Bezwaren van winkelbedienden tegen koopavond verworpen
Van de 25 plus twee toegevoegde punten van de agenda die de
Waalwijkse gemeenteraad Woensdagavond te behandelen had, eis
ten er maar twee een uitvoerige bespreking.. Dat waren het adres
van de Afdelingsunie van de kantoor- en winkelbedienden, waar
in bezwaren werden naar voren gebracht tegen de koopavond, en
het voorstel van B. en W. tot het invoeren van een progressieve
kinderbijslagregeling voor het gemeentepersoneel. Dit laatste punt
leidde tot een principiëel debat over de wenselijkheid van pro
gressie en het karakter daarvan. Alle voorstellen van B. en W.
werden echter zonder hoofdelijke stemming aanvaard.
EENZAME STRIJD VAN
DE HEER DUYVELAAR.
Nadat de voorzitter, burgemees
ter Teijssen, de vergadering, waar
bij de heer Van den Hoven afwezig
was, had geopend, werden de notu
len van de vorige vergadering zon
der op- of aanmerkingen vastgesteld
en de ingekomen stukken, goedge
keurde raadsbesluiten, controle
rapporten en het besluit van B. en
W. tot het uitlenen van kasgeld ad
700.000 aan de fa. Wallich en Mat-
thes te Amsterdam, voor kennisge
ving aangenomen.
Naar aanleiding van het adres
van de Afdelingsunie van kantoor-
en winkelbedienden, kreeg 't eerst
de heer Duyvelaar het woord. Hij
merkte op dat de koopavond was in
gesteld om de verbruikers ook
's avonds in de gelegenheid te stel
len inkopen te doen. Hij was echter
van mening dat daarin overdag kon
worden voorzien, terwijl de buiten
bewoners op Zaterdag gelegenheid
hadden. Volgens hem eiste ook de
functie van Waalwijk als centrum
gemeente geen koopavond. Wie in
Waalwijk wil kopen, redeneerde de
heer Duyvelaar, kan ook op Zater
dag kopen, wie niet in Waalwijk
wil kopen, stoort zich ook niet aan
de koopavond.
Hij wilde het groepsbelang niet
boven het algemeen belang stellen,
maar volgens hem was de koop
avond geen algemeen belang. Bo
vendien was het merendeel der
winkelbedienden er tegen. Voorts
tastte de koopavond de sociale po
sitie van het winkelpersoneel aan.
Ze moesten toch al op Zaterdag
middag werken, terwijl het werk
in drukke tijden extra zwaar was.
En het werken 's avonds achtte hij
zoveel zwaarder en ongezelliger dan
overdag, dat hij extra vrije tijd geen
voldoende compensatie vond.
Zich baserend op deze argumen
ten, stelde hij voor het besluit van
de vorige vergadering in te trekken
en het verzoek van de winkelbe
dienden in te willigen.
De heer Kemperman zei, dat hij,
als hij de vorige vergadering het
verzoek van de winkelbedienden
had gezien, sterker tegen de koop
avond zou zijn geweest. Nu echter
verwachtte hij niet dat de raad het
in de vorige vergadering genomen
besluit ongedaan zou maken, maar
hij stelde voor dat de raad in de ge
legenheid zou worden gesteld over
één a anderhalf jaar de kwestie nog
eens te bespreken.
De heer Brouwer meende dat het
bij de instelling van de koopavond
de bedoeling was geweest op korte
termijn over de resultaten te oor
delen. Ook hij zag er weinig heil in
dat de winkelbedienden op een
slappe koopavond de hele avond
over de toonbank moesten hangen.
Maar een goed deel van zijn bezwa
ren zag hij uit de weg geruimd als
ze vier uur vrij kregen op andere
dagen, opdat ze de gelegenheid zou
den hebben inkopen te doen als
andere winkels open waren.
Na het debat in de vorige verga
dering achtte de voorzitter het niet
meer nodig nog diepgaand van ge
dachten te wisselen. Hij vatte de
argumenten van de sprekers nog
eens in het kort samen en meende
dat de aangelegenheid ter zijner tijd
opnieuw aan de orde kon worden
gesteld. De kwestie van de extra
vrije tijd ging niet de raad aan,
maar betrof de verhouding tussen
werkgever en werknemer. Daar de
voorzitter er niets voor voelde open
deuren in te trappen, liet hij het
daarbij.
De heer Duyvelaar betoogde dat.
zijn voornaamste argument was dat
de winkelbedienden weer een avond
aan de huiselijke kring ontrukt
werden. Voor het idee van de heer
Kemperman kon hij wel iets voe
len, maar hij vond de termijn te
lang, en naar aanleiding van wat
de heer Brouwer had gezegd, zei
hij dat de winkelbedienden toch op
Dinsdagmiddag konden kopen,
waartegen dhr. Brouwer inbracht
dat voor Dinsdagmiddag algemene
sluiting verplicht was.
De voorzitter constateerde dat de
heer Duyvelaar de kwestie vanuit
'n andere gezichtshoek bekeek dan
B. en W.: hij bekeek ze volgens de
belangen van het winkelpersoneel,
B. en W. volgens de belangen van
de kopers. Overigens was het niet
het voornemen van B. en W. de
koopavond coüte que coüte te hand
haven als ze niet in een behoefte
bleek te voorzien. Als ze geen le
vensvatbaarheid zou hebben, zou
den B. en W. ongetwijfeld voorstel
len de koopavond in te perken of
af te schaffen. Maar vooralsnog wil
de hij eerst bekijken welke resul
taten de koopavond zou afwerpen
en dan de belangen tegen elkaar
afwegen.
De heer Duyvelaar dacht dat B.
en W. de vorige keer hadden ge
meend dat er behoefte bestond aan
de koopavond, en nu wilden ze de
resultaten afwachten. Hijzelf had
wel het algemeen belang in over
weging genomen, maar hij was
juist van oordeel dat dit geen koop
avond eiste.
De voorzitter antwoordde dat de
behoefte niet van te voren viel te
berekenen en dat dit afgekeken
moest worden, omdat er practisch
nog geen practijk was.
De heer Duyvelaar handhaafde
ondertussen zijn eerder gedane
voorstel, maar omdat het door nie
mand werd gesteund, kon het geen
punt van verdere bespreking uit
maken. Daarna werd het voorstel
van B. en W., om het verzoek in 't
adres gedaan niet in te willigen,
zonder hoofdelijke stemming aan
genomen, waarbij de voorzitter er
nog eens uitdrukkelijk op wees, dat,
als de koopavond geen levensvat
baarheid had, B. en W. met. een
ander voorstel zouden komen.
Het voorstel van B. en W. tot
overdracht aan B. en W. tot de be
voegdheid tot het verhuren van de
woningen, ingebracht bij het ge
meentelijk woningbedrijf en tot 't
opnieuw vaststellen van het huur-
reglement werd vervolgens zonder
discussie aangenomen, nadat de he
ren Duyvelaar en Meys een inlich
ting hadden gevraagd. De heer
Meys vroeg of de bepaling dat de
huurder de tuinties in goede staat
moest houden, ook imDliceerde dat
hij ze zuiver van onkruid moest
houden, waaroD de voorzitter ant
woordde dat dit wel de bedoeling
was.
Het voorstel betreffende de elec-
triciteitsvoorziening van het Hoefs-
ven ging er zonder op- of aanmer
kingen door.
Tot lid van de Gemeentelijke in
stelling voor Maatschappelijke Zorg
werd met algemene stemmen her
benoemd het aftredende lid, de heer
W. J. van der Mee; tot gasthuis-
meester van het R.K. Burgerlijk
Gasthuis de heer C. J. J. M. Witlox,
eveneens aftredend, met 12 stem
men; tot bestuurslid van het Oude
mannenhuis te v.m. Baardwijk de
aftredende heer E. P. van Beijnen
met 13 stemmen; tot lid van de com
missie van toezicht op het Middel
baar Onderwijs het aftredende lid,
de heer A. 'Th. M. Spierings met
algemene stemmen, en tot leden
van de commissie van toezicht op
het lager onderwijs de aftredende
leden, de heren A. Dercksen met al
gemene stemmen, en A. v. d. Waal
met. 12 stemmen.
Tot lid ter aanvulling van het be
stuur van de gemeentelijke instel
ling voor maatschappelijke zorg,
werd als vertegenwoordiger van de
St. Vincentiusvereniging gekozen
de heer F. v. Liempt met 12 stem
men.
HAMERSTUKKEN.
Hamerstukken waren het voor
stel tot het verlenen van een te
gemoetkoming ingevolge art. 13 der
L.O.-wet 1920; het voorstel tot het
aanwijzen van de gemeente bad- en
zweminrichting als tak van dienst
en tot hernieuwde vaststelling van
de beheersverordening der gemeen
tebedrijven; het voorstel tot toe
treding tot de Verenigingen voor
voor Water-, Gas- en Electriciteits-
bedrijven; het voorstel tot het be
vorderen van het sparen door het
personeel der gemeente, waarbij
waardering werd uitgesproken voor
het initiatief van B. en W., en het
voorstel tot wijziging van de per
soneelsformatie ter gemeente-secre
tarie; van de laatste drie vindt men
de prae-adviezen in ons nummer
van 24 December 1952.
OVER LONEN EN
KINDERBIJSLAG.
Meer voeten in aarde had het
eer het voorstel tot invoering van
een progressieve kinderbijslagrege
ling voor het gemeentepersoneel er
door was.
De heer Kemperman merkte op
dat de gemeente tot nog toe de re
geling van het rijk had gevolgd.
Waarom werd daar nu van afgewe
ken? Denken wij het beter te doen?
zo vroeg hij. Tegen gegronde afwij
kingen had hij geen bezwaar. In de
rijksregeling werd rekening gehou
den met het aantal kinderen, het
maatschappelijk milieu, niet met de
leeftijd van de kinderen. B. en W.
stelden nu voor de bijslag voor de
drie eerste kinderen te' stellen op 3
procent, voor het vierde tot zesde
kind op 4% en voor 7 kinderen en
meer op 5%. De heer Kemperman
betwijfelde echter of 4 tot 6 kleine
kinderen meer financiële zorg zou
den geven dan 3 kinderen van 12
jaar en ouder. Daarom zou hij zijn
stem wel kunnen geven als de re
geling als volgt werd vastgesteld:
3%voor kinderen van 06 jaar, 4%
voor kinderen van 6 tot 14 jaar en
5% voor kinderen van 15 tot 18
jaar. Zijns inziens werd dan meer
rekening gehouden met de werke
lijkheid.
De heer Ver doorn bracht hulde
aan het streven van B. en W. om
sociale verbetering te brengen in
de toestand van het gemeente-per
soneel. Er was nog steeds strijd tus
sen Ionen en prijzen, waarbij zowel
prestatie als behoefte moesten mee
spreken. Een arbeider met 6 kin
deren had nu eenmaal meer nodig,
maar hij vond het een goede ge
dachte om ook de prestatie in het
loon te betrekken. In de Kinderbij
slagwet was oorspronkelijk de basis
een gezin van 4 personen, waarbij
dan vanaf het derde kind bijslag
werd betaald. De heer Verdoom
was nu van mening dat men ter
verbetering de verkeerde weg had
ingeslagen door de kinderbijslag te
verhogen en het basisloon laag te
houden. Door progressie werd het
verschil tussen kleine en grote ge
zinnen nog groter.
De voorzitter constateerde bij zijn
repliek dat de vraag van de heer
Kemperman was:
Waarom? Het vraagstuk van de
progressieve kinderbijslag stond
vooral de laatste jaren in het mid
delpunt der belangstelling. Men
drong er van verschillende kanten
op aan de uniformiteit te vervan
gen door progressie. In sociale en
economische organen was men het
niet eens, wat bleek uit daden van
de regering en speciaal uit het
rapport van de Sociaal-Economi
sche Raad over dit onderwerp. Het
verschil van mening was het ge
volg van het verschil van inzicht in
de functie van het gezin in de sa
menleving, ook bij het loonbeleid.
Bij een groot aantal gemeentebe
sturen was nu het streven merk
baar naar progressie in de kinder
bijslag. Ook B. en W. vonden dit
voorstel niet ideaal, maar het was
een eerste voorzichtige stap. De
voorzitter gaf de heer Kemperman
volkomen toe: er" was geen reke
ning gehouden met de leeftijd, nog
slechts met het aantal. Dat andere
zou een tweede faze zijn. Voorheen
was de bijslag 3%, nu zou ze ver
hoogd worden tot 4 en 5%. Dan va-
riëerden de verhogingen nog maar
van 12 tot 40 gulden per kind per
jaar, maar het was toch een aan
vaarden van het beginsel.
De heer Verdoorn had de kwestie
tegen de achtergrond van de loon
politiek geplaatst. De voorz. con
stateerde dat hij op de eerste plaats
bezwaar had tegen toeslag voor het
eerste kind en op de tweede plaats
tegen progressie. Van zijn kant be
toogde de voorzitter dat het er
slechts om ging welke waarde men
toekent aan de kinderbijslag als
factor van het loon en daardoor aan
het gezin. Bovendien was de ver
ordening niet specifiek Waalwijks
Ook andere gemeenten hadden een
stap gedaan in deze richting.
De heer Verdoorn betoogde dat
ook de Anti-Revolutionnairen het
gezin als grondpilaar van de
maatschappij zeer hoogachten.
De A.R. en de Rooms-katholieken
hadden schouder aan schouder ge
streden voor kindertoeslag, ook toen
er smalend werd gesproken van een
„fokpremie". Maar, zei de heer Ver
doorn, als we de bijslag te hoog op-
voeren, schieten we ons doel voor
bij. Door het basisloon gelijk te la
ten, kwamen ongehuwden en ge
huwden zonder kinderen in het na
deel. Ook gepensionneerden kwa
men daardoor, in een ongunstige
positie, wat nog erger was als het
gezinshoofd stierf, dan zat de we
duwe met een laag pensioen. Hij
zou echter niet tegen het voorstel
stemmen, zolang er geen betere re
geling was.
Ook de heer Kemperman legde
er de nadruk op dat zijn bezwaren
niet voortsproten uit een mindere
waardering voor het gezin, maar
wel was hij van mening dat er het
eerst geholpen moest worden waar
dat het eerst nodig was en volgens
hem was dat eerder in een gezin
met 3 grote kinderen, dan in een
gezin met 6 kleine kinderen.
De voorzitter merkte op dat de
heer Ver doorn zijn beschouwingen
gesteld had in het licht van de re-
geringspolitiek. Men moest echter
de zaken gescheiden houden: de
kinderbijslag was een ander facet,
n.L loon naar behoefte en deze re
geling tastte de basisloonregeling
niet aan.
De heer Kemperman wilde een
ander uitgangspunt, maar de voor
zitter meende dat een verschil van
mening niet nodig was. Het ging er
over wat het eerst in de verorde
ning moest worden opgenomen. B.
en W. waren van oordeel: het aan
tal. Hier scheidden diis de wegen,
maar de voorzitter vond dit niet zo
tragisch, want mettertijd zou er ook
progressie naar de leeftijd moeten
komen en dan kon men arm in arm
verder gaan. Als de ene gemeente
dit vaststelde en de andere dat, dan
werd de regeling zelf bij de hogere
instanties ondermijnd.
De heer Verdoom merkte nog op
dat hij onder basisloon niet uitslui
tend prestatieloon verstond, Hij wil
de slechts pleiten voor gehuwden
zonder kinderen en ongehuwden.
Het gewone loon zou voldoende
moeten zijn voor een ouderpaar met
twee kinderen en vanaf het derde
kind zou bijslag moeten worden ge
geven.
Daar verder niemand meer iets
in het midden had te brengen en
niemand stemming verlangde, was
het voorstel van B. en W. zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
NOG MEER
HAMERSTUKKEN.
Na dit oponthoud ging het weer
in snel tempo verder. Zonder dis
cussie of stemming werden aange
nomen: het voorstel tot vaststelling
van een verplaatsingskostenbesluit
voor 't gemeentepersoneel; 't voor
stel tot vaststelling van een studie
toelageverordening voor het ge
meentepersoneel; het voorstel tot
verkoop van grond aan de Jan de
Rooijstraat; het voorstel tot aankoop
van grond van de Maatschappij tot
bevordering van de welstand onder
de landlieden; het voorstel tot in
trekking van het raadsbesluit be
treffende de aankoop van grond ten
behoeve van industrieterrein aan
de le Zeine; het voorstel tot aan
koop van gronden ten Westen van
de Kerkstraat; het voorstel tot het
'verpachten van grond aan de Mij.
tot bevordering van welstand onder
de landlieden; het voorstel tot het
verhuren van een sportterrein aan
O.M.O. en enkele wijzigingen van
de begrotingen 1952.
Aan de agenda werd nog toege
voegd het voorstel tot verkoop van
grond aan de Van Brederodelaan,
waarmee de raad ook zonder meer
instemde.
Tenslotte had de heer v. d. Hoven
als secretaris van het bestuur van
de Prot. Chr. H.B.S. nog gevraagd
om in de verkoop van grond aan de
Prot. Chr. H.B.S. een wijziging te
brengen. De H.B.S. was geprojec
teerd met de voorgevel naar de
Floris V-laan en de Westgevel aan
de Korte Driessen. De Westgevel
bracht zo de architectonische waar
de van het gebouw niet tot uitdruk
king en nu zouden de Korte Dries
sen benut kunnen worden om de
Westelijke gevel naar voren naar 't
Zuiden te draaien (de voorzitter
liet een tekening circuleren om het
duidelijk te maken). Nu stelden B.
en W. voor om met dit doel grond
aan het bestuur van de Prot. Chr.
H.B.S. te verkopen. De noodwonin
gen aan de Korte Driessen kregen
dan een uitweg naar de Van Assen-
delftstraat en zouden mettertijd toch
verdwijnen.
De raad stemde ook met dit voor
stel in en de heer Verdoorn dankte
voor de medewerking en de spoed
waarmee B. en W. deze zaak had
den behandeld.
Alvorens te sluiten, wenste de
burgemeester de raad aile goeds
voor de resterende tijd. Men had er
gezamenlijk toe bijgedragen om een
vredesgeest te scheppen en de bur
gemeester hoopte dat dit ook in het
nieuwe jaar het geval zou zijn. Hij
wenste allen een Zalig Uiteinde en
een Zalig Nieuwjaar. Daarna sloot
hij de vergadering op de gebruike
lijke wijze.
De Raad der gemeente Heusden kwam
Dinsdag 30 Dec. j.l. des avonds om 8 u.
in openbare vergadering bijeen. Afwezig
was de heer te Vruchte.
Na de opening door de voorzitter, de
Edelachtbare heer A. van Delft, werden
de notulen van de vergadering van 27
November 1952 vastgesteld.
Onder de ingekomen stukken bevon
den zich diverse goedkeuringen door
Ged. Staten van vroeger genomen be
sluiten.
Op voorstel van B. en W. werd een
wijziging aangebracht in het ambtenaren
reglement, betreffende ambtenaren die
zich in militaire dienst bevinden.
Wegens verhoging van het aantal in
woners in onze gemeente werd de waar-
borgsregeling der Fraude Risico Onder
linge gewijzigd van 6000.tot
9000.—.
Besloten werd een rekening-courant
overeenkomst aan te gaan met de N.V.
Bank voor Ned. Gemeenten voor het
jaar 1953 tot een bedrag van 100.000.
Op een verzoek van het Noord-Bra
bants Studiefonds werd besloten een
subsidie toe te kennen van 5 ct. per in
woner.
B. en W. hadden aan de P.N.E.M.
offerte gevraagd over het aanbrengen
van nachtverlichting in de kerkdorpen
Herpt, Hedikhuizen en Oudheusden. De
kosten hiervoor zijn resp. 890, 259
en 600.
Volgens de voorzitter kan dit niet in
één jaar gebeuren, daarvoor zijn de kos
ten te hoog. B. en W. stellen voor deze
nachtverlichting 't komend jaar (1953)
in Herpt aan te brengen en hiervóór een
crediet beschikbaar te stellen van 890.
Hiermede kan de raad zich verenigen.
Punt 9 der agenda vermeldt het ver
zoek van W. v. d. Wiel te Elshout om
te mogen kopen een gedeelte van een te
Oudsheusden nabij de Zeedijk gelegen
perceel.
De heer Verschuur vraagt of de ver
koop van dit perceel geen bezwaar is
voor een eventuele weg, die in de loop
der jaren misschien eens noodzakelijk
aangelegd zou moeten worden.
De voorzitter zegt dat dit geen be
zwaar met zich zal brengen: wanneer
het prijzenbureau zich met de prijs wel
ke door de koper zal worden geboden
kan verenigen is er volgens de voorzit
ter, behoudens goedkeuring van G.St.
geen bezwaar om dit perceel te verko
pen. De raad gaat hiermede accoord.
Punt. 10. Voorlopige vaststelling ge
meente- en bedrijfsrekeningen 1951. De
commissie van onderzoek heeft deze on
derzocht en de rapporteur wordt door
de voorzitter verzocht hierover verslag
uit te brengen. De heer Dekkers brengt
hierop verslag uit van de bevindingen
welke de commissie heeft opgedaan. Vol-
- gens de rapporteur was alles in orde.
De heer Verschuur informeert hoe 't
gaat met de wederopbouwuitgaven, of
de achterstallige gelden nog geïnd wor
den. De voorzitter zegt dat dit geleide
lijk aan gebeurd en dankt de commissie
voor de genomen moeite en de rappor
teur voor het keurig rapport door hem
uitgebracht.
Benoeming leden van de commissie tot
wering van schoolverzuim.
Met algemene stemmen worden de af
tredende leden herkozen, n.l. Se heren
W. Knoop, J. v. d. Broek, A. v. d. Pol,
A. J. Covers en G. P. A. de Wilt.
Besloten werd een premie toe te ken
nen uit het Terlingen-fonds aan de heer
A. C. Kuypers, Herptsestr. 2, voor het
bewoonbaar maken van zijn woning
voor twee gezinnen.
De voorzitter kon ook nog het ver
heugende nieuws mededelen dat de plan
nen voor de bouw van 't nieuwe ge
meentehuis zijn goedgekeurd: onvoor
ziene omstandigheden voorbehouden, zo
zegt die voorzitter, zitten we op 't eind
van 1953 in ons nieuwe gemeentehuis.
De heer Dekkers vraagt hoe »'t zit met
de woning van de heer v. Zevenbergen,
die volgens de bouwplannen in de weg
staat. De voorzitter zegt dat dit wel op
onteigening zal uitlopen; hierop kunnen
wij onze plannen niet laten stranden.
Ook deelt de voorzitter nog mede dat
het rioleringsplan is goedgekeurd. Men
verwacht een ruime bijdrage van 't Rijk,
vermoedelijk 2J/j ton.
De aanbesteding voor dit werk heeft
reeds plaats gehad, de laagste inschrijf-
ster was de fa. de Veer en Schellekens,
alhier, voor 282.800.—.
Hierna dankt de voorzitter de raad
voor het vertrouwen dat hij in 't afge
lopen jaar heeft gehad en voor de pret
tige samenwerking en spreekt de hoop
uit dat 1953 voor allen een gezegend
jaar zal mogen worden.
De heer v. Herpt dankt de voorzitter
voor de mooie woorden en de goede
wensen en spreekt de hoop uit dat het
nieuwe jaar voor de voorzitter een ge
zegend en gelukkig jaar zal worden.
Hierna sluit de voorzitter deze laatste
vergadering in 1952 gehouden.
Moet men aan het begin van een
nieuw jaar terugschouwen op het voor
bije of is het nuttiger vooruit te zien en
uit proberen te vinden wat ons te wach
ten staat? Gemakkelijker is het in ieder
geval de gebeurtenissen uit het verleden
de revue te laten passeren. Misschien
kunnen daaruit conclusies worden ge
trokken, want volgens het bekende ge
zegde ligt in. het verleden het heden en
in het nu wat worden zal.
Men heeft in ons Nieuwjaarsnummer
een overzicht kunnen lezen van de voor
naamste politieke gebeurtenissen in het
afgelopen jaar. Daar stond veel in wat
ons vertrouwd is, omdat het zaken zijn
die in het brandpunt van de belangstel
ling der hele wereld staan of waar wij
zelf nauw betrokken zijn, b.v. de Ame
rikaanse presidentsverkiezingen, de Ko
reaanse oorlog, het Europese leger of de
verdediging van de vrije wereld. Het me
rendeel der onderwerpen stemt de mens
niet optimistisch. We leggen er ons al
bij neer als we gewaar worden dat de
spanningen toe noch afnemen en het
wekt een zekere tevredenheid als er ge
constateerd wordt dat ze niet groter
worden. Een kinderhand is gauw gevuld,
zegt men wel en in dit opzicht zijn wij
als kinderen die niet veel gewend zijn.
Nu kunnen wij tussen 1952 en 1953
zoveel scheiding maken als we willen,
maar per slot van rekening is er tussen
31 December 1952 en 1 Januari 1953 niet
meer verschil dan tussen 30 en 31 De
cember 1952 of welke data van eenzelf
de jaar ook. We nemen de last der
moeilijkheden dus even goed mee van
het ene jaar in het andere, als van de ene
dag in de andere. We kunnen Nieuwjaar
dan ook alleen beschouwen als een wil
lekeurig rustpunt vanwaar we terugkij
ken op dë afgelegde weg en trachten
door de schier ondoordringbare mist van
de toekomst heen te zien.
Misschien is 1 Januari 1953 niet eens
zo'n gelukkig punt, want de wereld zit
in velerlei opzicht in een impasse, waar
uit ze voorlopig niet bevrijd schijnt te
kunnen worden, zodat het h.v. onmoge
lijk te voorspellen is of 1953 de Kore
aanse kwestie uit de wereld zal helpen
en het is zelfs heel onwaarschijnlijk dat
dit jaar enige verlichting zal brengen in
de spanningen tussen Oost en West. Wie
durft te zeggen dat de wonderen de we
reld nog niet uit zijn, kan zich met deze
matig optimistische gedachte troosten,
maar vooralsnog lijkt het realistischer
pessimist te zijn.
In hoeverre Eisenhower, die deze
maand aan het bewind komt als presi
dent van de Verenigde Staten, iets kan
doen om de onderlinge verhoudingen in
de wereld te verbeteren, moeten we af
wachten, al hebben we de zekerheid dat
het zijn oprechte wens is om daar heel
veel voor te doen. Aan de dag van van
daag kan evenwel één man al heel wei
nig doen voor allen .omdat ook hij af
hankelijk is van de mate van goedwil
lendheid die de andere kant betoont.
Wij Europeanen kunnen ondertussen
voor de rest tamelijk gerust zijn over de
houding die de nieuwe president tegen
over ons werelddeel zal aannemen, want
hij draagt Europa een warm hart toe en
kent ons vermogen en onze behoeften.
Het zal voor Europa trouwens toch weer
een zwaar jaar worden, omdat het er
nog steeds niet bovenop is en zijn ver
dediging nog hechter moet wordfn. Dit
eist offers en houdt de welvaart tegen
die wij allen zo graag zouden meema
ken.
Een absolute voorwaarde voor een
welvarend Europa is een verenigd Eu
ropa en daarom zullen de vorderingen
die daarmee gemaakt worden, ons het
meest verheugen. Al is er dan niet veel
opwekkends te beleven in de wereld,
al zitten er aan de eenmaking van
Europa zelf veel haken en ogen en gaat
het niet zo vlot als velen wensen en
noodzakelijk is, toch is het feit dat er
met overtuiging in die richting wordt
gewerkt een verheugend verschijnsel in
het tamelijk grauwe geheel. Ieder jaar
sinds de oorlog zijn we nader tot het
ideaal gekomen en het lijkt of we lang
zamerhand in een beslissende faze be
ginnen te komen. Men denke aan de
verwezenlijking van het plan-Schuman,
die onlangs de eerste Europese wet heeft
opgeleverd; het plan voor een Europees
leger, dat nog wel niet gerealiseerd is,
omdat daarbij het nationalisme zo'n be
langrijke rol speelt, maar waaraan toch
met ernst wordt gewerkt. Er zijn nog
verschillende andere plannen in bewer
king, die alle tot doel hebben Europa
vooral ekonomisch tot een groot geheel
te maken. Ook op politiek gebied zitten
de bouwers aan Europa niet stil en al
heeft de werkzaamheid van de Raad van
Europa te Straatsburg nog steeds weinig
reden - tot juichen gegeven, dan is er
van de andere kant toch de commissie
uit het kolen- en staalparlement die be
zig is met het opstellen van een Euro
pese grondwet en die er blijkbaar wel
degelijk werk van maakt. Dit wil na
tuurlijk niet zeggen dat die meteen
ingevoerd zou worden, maar er is dan
tenminste een basis gelegd, waarop het
politieke Europese gebouw opgetrokken
kan worden en de diverse landen kunnen
zich een oordeel vormen of ze bereid
zijn hun souvereiniteit op die basis al
thans gedeeltelijk prijs te geven en in
handen te leggen van een supranationaal
gezagsorgaan.
In dit verband is ook van belang de
stemming die onlangs is gehouden in
Delft en Bolsward en wel uit tweeërlei
oogpunt. Uit de grote opkomst van de
kiesgerechtigden uit alle lagen van de
bevolking bleek, dat zij geenszins on
verschillig staan tegenover het vraag
stuk van de toekomstige status van Eu
ropa. Uit het feit dat zovelen vóór de
vereniging van Europa stemden, blijkt
dat men zich een positief denkbeeld van
het vraagstuk had gevormd en voor het
merendeel tot de overtuiging was geko
men dat onze moeilijkheden het best op
gelost kunnen worden en onze welvaart
het beste bevorderd kan worden in een
verenigd Europa. En waarom zouden
Delft en Bolsward een uitzondering vor
men in het Westeuropese geheel. Het is
tenslotte een kwestie van heldere voor
lichting en sterke overtuigingskracht.
1952 is dus geen onbelangrijk jaar
geweest voor Europa, zelfs niet in alle
opzichten een somber jaar. Het is te ho
pen dat 1953 het voorgaande jaar verre
overtreft door bemoedigende perspectie
ven te openen op een betere toekomst in
een eensgezind en verenigd Europa.
ONTPLOFFING IN VALPARAISO.
Naar schatting 140 doden.
In Valparaiso in Chili is Donderdag
een opslagplaats met ontplofbare stoffen
in de lucht gevlogen. Er zijn meer dan
500 gevallen. Men gelooft, dat er ten
minste 140 doden onder puin bedolven
zijn.
De meeste slachtoffers zijn brandweer
heden en politie-agenten, die bezig waren
met de bestrijding van een brand in een
hcutopslagplaats. Deze brand was de
oorzaak van de explosie in de opslag
plaats van ontplofbare stoffen. Er zijn
ook honderden feestvierders ter gele
genheid van nieuwjaar in de omrin
gende straten gewond. De ontploffing
deed zich na middernacht voor. Een
groot gebied is verwoest.
Valparaiso is de voornaamste haven
van Chili.
Behalve dynamiet gingen ook zuurstof-
cylinders de lucht in.
TWEE DODEN
BIJ AUTO-ONGELUK.
Op de eerste dag van het nieuwe jaar
is onder de gemeente Rosmalen een ern
stig auto-ongeluk gebeurd, dat twee