Waalwijkse en Langstraat Courant I Wijde Wereld W-at PRINCIPIEEL DEBAT In 1953 een nieuw gemeentehuis UIT DE in Waalwijks Raad GEMEENTERAAD HEUSDEN S MAANDAG 5 JANUARI 1953 Uitgever YVaalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week HET ZUIDEN 76e JAARGANG No, 2 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal ƒ2.60 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878.SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121 TELEGR.-ADRES„ECHO" Bezwaren van winkelbedienden tegen koopavond verworpen Van de 25 plus twee toegevoegde punten van de agenda die de Waalwijkse gemeenteraad Woensdagavond te behandelen had, eis ten er maar twee een uitvoerige bespreking.. Dat waren het adres van de Afdelingsunie van de kantoor- en winkelbedienden, waar in bezwaren werden naar voren gebracht tegen de koopavond, en het voorstel van B. en W. tot het invoeren van een progressieve kinderbijslagregeling voor het gemeentepersoneel. Dit laatste punt leidde tot een principiëel debat over de wenselijkheid van pro gressie en het karakter daarvan. Alle voorstellen van B. en W. werden echter zonder hoofdelijke stemming aanvaard. EENZAME STRIJD VAN DE HEER DUYVELAAR. Nadat de voorzitter, burgemees ter Teijssen, de vergadering, waar bij de heer Van den Hoven afwezig was, had geopend, werden de notu len van de vorige vergadering zon der op- of aanmerkingen vastgesteld en de ingekomen stukken, goedge keurde raadsbesluiten, controle rapporten en het besluit van B. en W. tot het uitlenen van kasgeld ad 700.000 aan de fa. Wallich en Mat- thes te Amsterdam, voor kennisge ving aangenomen. Naar aanleiding van het adres van de Afdelingsunie van kantoor- en winkelbedienden, kreeg 't eerst de heer Duyvelaar het woord. Hij merkte op dat de koopavond was in gesteld om de verbruikers ook 's avonds in de gelegenheid te stel len inkopen te doen. Hij was echter van mening dat daarin overdag kon worden voorzien, terwijl de buiten bewoners op Zaterdag gelegenheid hadden. Volgens hem eiste ook de functie van Waalwijk als centrum gemeente geen koopavond. Wie in Waalwijk wil kopen, redeneerde de heer Duyvelaar, kan ook op Zater dag kopen, wie niet in Waalwijk wil kopen, stoort zich ook niet aan de koopavond. Hij wilde het groepsbelang niet boven het algemeen belang stellen, maar volgens hem was de koop avond geen algemeen belang. Bo vendien was het merendeel der winkelbedienden er tegen. Voorts tastte de koopavond de sociale po sitie van het winkelpersoneel aan. Ze moesten toch al op Zaterdag middag werken, terwijl het werk in drukke tijden extra zwaar was. En het werken 's avonds achtte hij zoveel zwaarder en ongezelliger dan overdag, dat hij extra vrije tijd geen voldoende compensatie vond. Zich baserend op deze argumen ten, stelde hij voor het besluit van de vorige vergadering in te trekken en het verzoek van de winkelbe dienden in te willigen. De heer Kemperman zei, dat hij, als hij de vorige vergadering het verzoek van de winkelbedienden had gezien, sterker tegen de koop avond zou zijn geweest. Nu echter verwachtte hij niet dat de raad het in de vorige vergadering genomen besluit ongedaan zou maken, maar hij stelde voor dat de raad in de ge legenheid zou worden gesteld over één a anderhalf jaar de kwestie nog eens te bespreken. De heer Brouwer meende dat het bij de instelling van de koopavond de bedoeling was geweest op korte termijn over de resultaten te oor delen. Ook hij zag er weinig heil in dat de winkelbedienden op een slappe koopavond de hele avond over de toonbank moesten hangen. Maar een goed deel van zijn bezwa ren zag hij uit de weg geruimd als ze vier uur vrij kregen op andere dagen, opdat ze de gelegenheid zou den hebben inkopen te doen als andere winkels open waren. Na het debat in de vorige verga dering achtte de voorzitter het niet meer nodig nog diepgaand van ge dachten te wisselen. Hij vatte de argumenten van de sprekers nog eens in het kort samen en meende dat de aangelegenheid ter zijner tijd opnieuw aan de orde kon worden gesteld. De kwestie van de extra vrije tijd ging niet de raad aan, maar betrof de verhouding tussen werkgever en werknemer. Daar de voorzitter er niets voor voelde open deuren in te trappen, liet hij het daarbij. De heer Duyvelaar betoogde dat. zijn voornaamste argument was dat de winkelbedienden weer een avond aan de huiselijke kring ontrukt werden. Voor het idee van de heer Kemperman kon hij wel iets voe len, maar hij vond de termijn te lang, en naar aanleiding van wat de heer Brouwer had gezegd, zei hij dat de winkelbedienden toch op Dinsdagmiddag konden kopen, waartegen dhr. Brouwer inbracht dat voor Dinsdagmiddag algemene sluiting verplicht was. De voorzitter constateerde dat de heer Duyvelaar de kwestie vanuit 'n andere gezichtshoek bekeek dan B. en W.: hij bekeek ze volgens de belangen van het winkelpersoneel, B. en W. volgens de belangen van de kopers. Overigens was het niet het voornemen van B. en W. de koopavond coüte que coüte te hand haven als ze niet in een behoefte bleek te voorzien. Als ze geen le vensvatbaarheid zou hebben, zou den B. en W. ongetwijfeld voorstel len de koopavond in te perken of af te schaffen. Maar vooralsnog wil de hij eerst bekijken welke resul taten de koopavond zou afwerpen en dan de belangen tegen elkaar afwegen. De heer Duyvelaar dacht dat B. en W. de vorige keer hadden ge meend dat er behoefte bestond aan de koopavond, en nu wilden ze de resultaten afwachten. Hijzelf had wel het algemeen belang in over weging genomen, maar hij was juist van oordeel dat dit geen koop avond eiste. De voorzitter antwoordde dat de behoefte niet van te voren viel te berekenen en dat dit afgekeken moest worden, omdat er practisch nog geen practijk was. De heer Duyvelaar handhaafde ondertussen zijn eerder gedane voorstel, maar omdat het door nie mand werd gesteund, kon het geen punt van verdere bespreking uit maken. Daarna werd het voorstel van B. en W., om het verzoek in 't adres gedaan niet in te willigen, zonder hoofdelijke stemming aan genomen, waarbij de voorzitter er nog eens uitdrukkelijk op wees, dat, als de koopavond geen levensvat baarheid had, B. en W. met. een ander voorstel zouden komen. Het voorstel van B. en W. tot overdracht aan B. en W. tot de be voegdheid tot het verhuren van de woningen, ingebracht bij het ge meentelijk woningbedrijf en tot 't opnieuw vaststellen van het huur- reglement werd vervolgens zonder discussie aangenomen, nadat de he ren Duyvelaar en Meys een inlich ting hadden gevraagd. De heer Meys vroeg of de bepaling dat de huurder de tuinties in goede staat moest houden, ook imDliceerde dat hij ze zuiver van onkruid moest houden, waaroD de voorzitter ant woordde dat dit wel de bedoeling was. Het voorstel betreffende de elec- triciteitsvoorziening van het Hoefs- ven ging er zonder op- of aanmer kingen door. Tot lid van de Gemeentelijke in stelling voor Maatschappelijke Zorg werd met algemene stemmen her benoemd het aftredende lid, de heer W. J. van der Mee; tot gasthuis- meester van het R.K. Burgerlijk Gasthuis de heer C. J. J. M. Witlox, eveneens aftredend, met 12 stem men; tot bestuurslid van het Oude mannenhuis te v.m. Baardwijk de aftredende heer E. P. van Beijnen met 13 stemmen; tot lid van de com missie van toezicht op het Middel baar Onderwijs het aftredende lid, de heer A. 'Th. M. Spierings met algemene stemmen, en tot leden van de commissie van toezicht op het lager onderwijs de aftredende leden, de heren A. Dercksen met al gemene stemmen, en A. v. d. Waal met. 12 stemmen. Tot lid ter aanvulling van het be stuur van de gemeentelijke instel ling voor maatschappelijke zorg, werd als vertegenwoordiger van de St. Vincentiusvereniging gekozen de heer F. v. Liempt met 12 stem men. HAMERSTUKKEN. Hamerstukken waren het voor stel tot het verlenen van een te gemoetkoming ingevolge art. 13 der L.O.-wet 1920; het voorstel tot het aanwijzen van de gemeente bad- en zweminrichting als tak van dienst en tot hernieuwde vaststelling van de beheersverordening der gemeen tebedrijven; het voorstel tot toe treding tot de Verenigingen voor voor Water-, Gas- en Electriciteits- bedrijven; het voorstel tot het be vorderen van het sparen door het personeel der gemeente, waarbij waardering werd uitgesproken voor het initiatief van B. en W., en het voorstel tot wijziging van de per soneelsformatie ter gemeente-secre tarie; van de laatste drie vindt men de prae-adviezen in ons nummer van 24 December 1952. OVER LONEN EN KINDERBIJSLAG. Meer voeten in aarde had het eer het voorstel tot invoering van een progressieve kinderbijslagrege ling voor het gemeentepersoneel er door was. De heer Kemperman merkte op dat de gemeente tot nog toe de re geling van het rijk had gevolgd. Waarom werd daar nu van afgewe ken? Denken wij het beter te doen? zo vroeg hij. Tegen gegronde afwij kingen had hij geen bezwaar. In de rijksregeling werd rekening gehou den met het aantal kinderen, het maatschappelijk milieu, niet met de leeftijd van de kinderen. B. en W. stelden nu voor de bijslag voor de drie eerste kinderen te' stellen op 3 procent, voor het vierde tot zesde kind op 4% en voor 7 kinderen en meer op 5%. De heer Kemperman betwijfelde echter of 4 tot 6 kleine kinderen meer financiële zorg zou den geven dan 3 kinderen van 12 jaar en ouder. Daarom zou hij zijn stem wel kunnen geven als de re geling als volgt werd vastgesteld: 3%voor kinderen van 06 jaar, 4% voor kinderen van 6 tot 14 jaar en 5% voor kinderen van 15 tot 18 jaar. Zijns inziens werd dan meer rekening gehouden met de werke lijkheid. De heer Ver doorn bracht hulde aan het streven van B. en W. om sociale verbetering te brengen in de toestand van het gemeente-per soneel. Er was nog steeds strijd tus sen Ionen en prijzen, waarbij zowel prestatie als behoefte moesten mee spreken. Een arbeider met 6 kin deren had nu eenmaal meer nodig, maar hij vond het een goede ge dachte om ook de prestatie in het loon te betrekken. In de Kinderbij slagwet was oorspronkelijk de basis een gezin van 4 personen, waarbij dan vanaf het derde kind bijslag werd betaald. De heer Verdoom was nu van mening dat men ter verbetering de verkeerde weg had ingeslagen door de kinderbijslag te verhogen en het basisloon laag te houden. Door progressie werd het verschil tussen kleine en grote ge zinnen nog groter. De voorzitter constateerde bij zijn repliek dat de vraag van de heer Kemperman was: Waarom? Het vraagstuk van de progressieve kinderbijslag stond vooral de laatste jaren in het mid delpunt der belangstelling. Men drong er van verschillende kanten op aan de uniformiteit te vervan gen door progressie. In sociale en economische organen was men het niet eens, wat bleek uit daden van de regering en speciaal uit het rapport van de Sociaal-Economi sche Raad over dit onderwerp. Het verschil van mening was het ge volg van het verschil van inzicht in de functie van het gezin in de sa menleving, ook bij het loonbeleid. Bij een groot aantal gemeentebe sturen was nu het streven merk baar naar progressie in de kinder bijslag. Ook B. en W. vonden dit voorstel niet ideaal, maar het was een eerste voorzichtige stap. De voorzitter gaf de heer Kemperman volkomen toe: er" was geen reke ning gehouden met de leeftijd, nog slechts met het aantal. Dat andere zou een tweede faze zijn. Voorheen was de bijslag 3%, nu zou ze ver hoogd worden tot 4 en 5%. Dan va- riëerden de verhogingen nog maar van 12 tot 40 gulden per kind per jaar, maar het was toch een aan vaarden van het beginsel. De heer Verdoorn had de kwestie tegen de achtergrond van de loon politiek geplaatst. De voorz. con stateerde dat hij op de eerste plaats bezwaar had tegen toeslag voor het eerste kind en op de tweede plaats tegen progressie. Van zijn kant be toogde de voorzitter dat het er slechts om ging welke waarde men toekent aan de kinderbijslag als factor van het loon en daardoor aan het gezin. Bovendien was de ver ordening niet specifiek Waalwijks Ook andere gemeenten hadden een stap gedaan in deze richting. De heer Verdoorn betoogde dat ook de Anti-Revolutionnairen het gezin als grondpilaar van de maatschappij zeer hoogachten. De A.R. en de Rooms-katholieken hadden schouder aan schouder ge streden voor kindertoeslag, ook toen er smalend werd gesproken van een „fokpremie". Maar, zei de heer Ver doorn, als we de bijslag te hoog op- voeren, schieten we ons doel voor bij. Door het basisloon gelijk te la ten, kwamen ongehuwden en ge huwden zonder kinderen in het na deel. Ook gepensionneerden kwa men daardoor, in een ongunstige positie, wat nog erger was als het gezinshoofd stierf, dan zat de we duwe met een laag pensioen. Hij zou echter niet tegen het voorstel stemmen, zolang er geen betere re geling was. Ook de heer Kemperman legde er de nadruk op dat zijn bezwaren niet voortsproten uit een mindere waardering voor het gezin, maar wel was hij van mening dat er het eerst geholpen moest worden waar dat het eerst nodig was en volgens hem was dat eerder in een gezin met 3 grote kinderen, dan in een gezin met 6 kleine kinderen. De voorzitter merkte op dat de heer Ver doorn zijn beschouwingen gesteld had in het licht van de re- geringspolitiek. Men moest echter de zaken gescheiden houden: de kinderbijslag was een ander facet, n.L loon naar behoefte en deze re geling tastte de basisloonregeling niet aan. De heer Kemperman wilde een ander uitgangspunt, maar de voor zitter meende dat een verschil van mening niet nodig was. Het ging er over wat het eerst in de verorde ning moest worden opgenomen. B. en W. waren van oordeel: het aan tal. Hier scheidden diis de wegen, maar de voorzitter vond dit niet zo tragisch, want mettertijd zou er ook progressie naar de leeftijd moeten komen en dan kon men arm in arm verder gaan. Als de ene gemeente dit vaststelde en de andere dat, dan werd de regeling zelf bij de hogere instanties ondermijnd. De heer Verdoom merkte nog op dat hij onder basisloon niet uitslui tend prestatieloon verstond, Hij wil de slechts pleiten voor gehuwden zonder kinderen en ongehuwden. Het gewone loon zou voldoende moeten zijn voor een ouderpaar met twee kinderen en vanaf het derde kind zou bijslag moeten worden ge geven. Daar verder niemand meer iets in het midden had te brengen en niemand stemming verlangde, was het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. NOG MEER HAMERSTUKKEN. Na dit oponthoud ging het weer in snel tempo verder. Zonder dis cussie of stemming werden aange nomen: het voorstel tot vaststelling van een verplaatsingskostenbesluit voor 't gemeentepersoneel; 't voor stel tot vaststelling van een studie toelageverordening voor het ge meentepersoneel; het voorstel tot verkoop van grond aan de Jan de Rooijstraat; het voorstel tot aankoop van grond van de Maatschappij tot bevordering van de welstand onder de landlieden; het voorstel tot in trekking van het raadsbesluit be treffende de aankoop van grond ten behoeve van industrieterrein aan de le Zeine; het voorstel tot aan koop van gronden ten Westen van de Kerkstraat; het voorstel tot het 'verpachten van grond aan de Mij. tot bevordering van welstand onder de landlieden; het voorstel tot het verhuren van een sportterrein aan O.M.O. en enkele wijzigingen van de begrotingen 1952. Aan de agenda werd nog toege voegd het voorstel tot verkoop van grond aan de Van Brederodelaan, waarmee de raad ook zonder meer instemde. Tenslotte had de heer v. d. Hoven als secretaris van het bestuur van de Prot. Chr. H.B.S. nog gevraagd om in de verkoop van grond aan de Prot. Chr. H.B.S. een wijziging te brengen. De H.B.S. was geprojec teerd met de voorgevel naar de Floris V-laan en de Westgevel aan de Korte Driessen. De Westgevel bracht zo de architectonische waar de van het gebouw niet tot uitdruk king en nu zouden de Korte Dries sen benut kunnen worden om de Westelijke gevel naar voren naar 't Zuiden te draaien (de voorzitter liet een tekening circuleren om het duidelijk te maken). Nu stelden B. en W. voor om met dit doel grond aan het bestuur van de Prot. Chr. H.B.S. te verkopen. De noodwonin gen aan de Korte Driessen kregen dan een uitweg naar de Van Assen- delftstraat en zouden mettertijd toch verdwijnen. De raad stemde ook met dit voor stel in en de heer Verdoorn dankte voor de medewerking en de spoed waarmee B. en W. deze zaak had den behandeld. Alvorens te sluiten, wenste de burgemeester de raad aile goeds voor de resterende tijd. Men had er gezamenlijk toe bijgedragen om een vredesgeest te scheppen en de bur gemeester hoopte dat dit ook in het nieuwe jaar het geval zou zijn. Hij wenste allen een Zalig Uiteinde en een Zalig Nieuwjaar. Daarna sloot hij de vergadering op de gebruike lijke wijze. De Raad der gemeente Heusden kwam Dinsdag 30 Dec. j.l. des avonds om 8 u. in openbare vergadering bijeen. Afwezig was de heer te Vruchte. Na de opening door de voorzitter, de Edelachtbare heer A. van Delft, werden de notulen van de vergadering van 27 November 1952 vastgesteld. Onder de ingekomen stukken bevon den zich diverse goedkeuringen door Ged. Staten van vroeger genomen be sluiten. Op voorstel van B. en W. werd een wijziging aangebracht in het ambtenaren reglement, betreffende ambtenaren die zich in militaire dienst bevinden. Wegens verhoging van het aantal in woners in onze gemeente werd de waar- borgsregeling der Fraude Risico Onder linge gewijzigd van 6000.tot 9000.—. Besloten werd een rekening-courant overeenkomst aan te gaan met de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten voor het jaar 1953 tot een bedrag van 100.000. Op een verzoek van het Noord-Bra bants Studiefonds werd besloten een subsidie toe te kennen van 5 ct. per in woner. B. en W. hadden aan de P.N.E.M. offerte gevraagd over het aanbrengen van nachtverlichting in de kerkdorpen Herpt, Hedikhuizen en Oudheusden. De kosten hiervoor zijn resp. 890, 259 en 600. Volgens de voorzitter kan dit niet in één jaar gebeuren, daarvoor zijn de kos ten te hoog. B. en W. stellen voor deze nachtverlichting 't komend jaar (1953) in Herpt aan te brengen en hiervóór een crediet beschikbaar te stellen van 890. Hiermede kan de raad zich verenigen. Punt 9 der agenda vermeldt het ver zoek van W. v. d. Wiel te Elshout om te mogen kopen een gedeelte van een te Oudsheusden nabij de Zeedijk gelegen perceel. De heer Verschuur vraagt of de ver koop van dit perceel geen bezwaar is voor een eventuele weg, die in de loop der jaren misschien eens noodzakelijk aangelegd zou moeten worden. De voorzitter zegt dat dit geen be zwaar met zich zal brengen: wanneer het prijzenbureau zich met de prijs wel ke door de koper zal worden geboden kan verenigen is er volgens de voorzit ter, behoudens goedkeuring van G.St. geen bezwaar om dit perceel te verko pen. De raad gaat hiermede accoord. Punt. 10. Voorlopige vaststelling ge meente- en bedrijfsrekeningen 1951. De commissie van onderzoek heeft deze on derzocht en de rapporteur wordt door de voorzitter verzocht hierover verslag uit te brengen. De heer Dekkers brengt hierop verslag uit van de bevindingen welke de commissie heeft opgedaan. Vol- - gens de rapporteur was alles in orde. De heer Verschuur informeert hoe 't gaat met de wederopbouwuitgaven, of de achterstallige gelden nog geïnd wor den. De voorzitter zegt dat dit geleide lijk aan gebeurd en dankt de commissie voor de genomen moeite en de rappor teur voor het keurig rapport door hem uitgebracht. Benoeming leden van de commissie tot wering van schoolverzuim. Met algemene stemmen worden de af tredende leden herkozen, n.l. Se heren W. Knoop, J. v. d. Broek, A. v. d. Pol, A. J. Covers en G. P. A. de Wilt. Besloten werd een premie toe te ken nen uit het Terlingen-fonds aan de heer A. C. Kuypers, Herptsestr. 2, voor het bewoonbaar maken van zijn woning voor twee gezinnen. De voorzitter kon ook nog het ver heugende nieuws mededelen dat de plan nen voor de bouw van 't nieuwe ge meentehuis zijn goedgekeurd: onvoor ziene omstandigheden voorbehouden, zo zegt die voorzitter, zitten we op 't eind van 1953 in ons nieuwe gemeentehuis. De heer Dekkers vraagt hoe »'t zit met de woning van de heer v. Zevenbergen, die volgens de bouwplannen in de weg staat. De voorzitter zegt dat dit wel op onteigening zal uitlopen; hierop kunnen wij onze plannen niet laten stranden. Ook deelt de voorzitter nog mede dat het rioleringsplan is goedgekeurd. Men verwacht een ruime bijdrage van 't Rijk, vermoedelijk 2J/j ton. De aanbesteding voor dit werk heeft reeds plaats gehad, de laagste inschrijf- ster was de fa. de Veer en Schellekens, alhier, voor 282.800.—. Hierna dankt de voorzitter de raad voor het vertrouwen dat hij in 't afge lopen jaar heeft gehad en voor de pret tige samenwerking en spreekt de hoop uit dat 1953 voor allen een gezegend jaar zal mogen worden. De heer v. Herpt dankt de voorzitter voor de mooie woorden en de goede wensen en spreekt de hoop uit dat het nieuwe jaar voor de voorzitter een ge zegend en gelukkig jaar zal worden. Hierna sluit de voorzitter deze laatste vergadering in 1952 gehouden. Moet men aan het begin van een nieuw jaar terugschouwen op het voor bije of is het nuttiger vooruit te zien en uit proberen te vinden wat ons te wach ten staat? Gemakkelijker is het in ieder geval de gebeurtenissen uit het verleden de revue te laten passeren. Misschien kunnen daaruit conclusies worden ge trokken, want volgens het bekende ge zegde ligt in. het verleden het heden en in het nu wat worden zal. Men heeft in ons Nieuwjaarsnummer een overzicht kunnen lezen van de voor naamste politieke gebeurtenissen in het afgelopen jaar. Daar stond veel in wat ons vertrouwd is, omdat het zaken zijn die in het brandpunt van de belangstel ling der hele wereld staan of waar wij zelf nauw betrokken zijn, b.v. de Ame rikaanse presidentsverkiezingen, de Ko reaanse oorlog, het Europese leger of de verdediging van de vrije wereld. Het me rendeel der onderwerpen stemt de mens niet optimistisch. We leggen er ons al bij neer als we gewaar worden dat de spanningen toe noch afnemen en het wekt een zekere tevredenheid als er ge constateerd wordt dat ze niet groter worden. Een kinderhand is gauw gevuld, zegt men wel en in dit opzicht zijn wij als kinderen die niet veel gewend zijn. Nu kunnen wij tussen 1952 en 1953 zoveel scheiding maken als we willen, maar per slot van rekening is er tussen 31 December 1952 en 1 Januari 1953 niet meer verschil dan tussen 30 en 31 De cember 1952 of welke data van eenzelf de jaar ook. We nemen de last der moeilijkheden dus even goed mee van het ene jaar in het andere, als van de ene dag in de andere. We kunnen Nieuwjaar dan ook alleen beschouwen als een wil lekeurig rustpunt vanwaar we terugkij ken op dë afgelegde weg en trachten door de schier ondoordringbare mist van de toekomst heen te zien. Misschien is 1 Januari 1953 niet eens zo'n gelukkig punt, want de wereld zit in velerlei opzicht in een impasse, waar uit ze voorlopig niet bevrijd schijnt te kunnen worden, zodat het h.v. onmoge lijk te voorspellen is of 1953 de Kore aanse kwestie uit de wereld zal helpen en het is zelfs heel onwaarschijnlijk dat dit jaar enige verlichting zal brengen in de spanningen tussen Oost en West. Wie durft te zeggen dat de wonderen de we reld nog niet uit zijn, kan zich met deze matig optimistische gedachte troosten, maar vooralsnog lijkt het realistischer pessimist te zijn. In hoeverre Eisenhower, die deze maand aan het bewind komt als presi dent van de Verenigde Staten, iets kan doen om de onderlinge verhoudingen in de wereld te verbeteren, moeten we af wachten, al hebben we de zekerheid dat het zijn oprechte wens is om daar heel veel voor te doen. Aan de dag van van daag kan evenwel één man al heel wei nig doen voor allen .omdat ook hij af hankelijk is van de mate van goedwil lendheid die de andere kant betoont. Wij Europeanen kunnen ondertussen voor de rest tamelijk gerust zijn over de houding die de nieuwe president tegen over ons werelddeel zal aannemen, want hij draagt Europa een warm hart toe en kent ons vermogen en onze behoeften. Het zal voor Europa trouwens toch weer een zwaar jaar worden, omdat het er nog steeds niet bovenop is en zijn ver dediging nog hechter moet wordfn. Dit eist offers en houdt de welvaart tegen die wij allen zo graag zouden meema ken. Een absolute voorwaarde voor een welvarend Europa is een verenigd Eu ropa en daarom zullen de vorderingen die daarmee gemaakt worden, ons het meest verheugen. Al is er dan niet veel opwekkends te beleven in de wereld, al zitten er aan de eenmaking van Europa zelf veel haken en ogen en gaat het niet zo vlot als velen wensen en noodzakelijk is, toch is het feit dat er met overtuiging in die richting wordt gewerkt een verheugend verschijnsel in het tamelijk grauwe geheel. Ieder jaar sinds de oorlog zijn we nader tot het ideaal gekomen en het lijkt of we lang zamerhand in een beslissende faze be ginnen te komen. Men denke aan de verwezenlijking van het plan-Schuman, die onlangs de eerste Europese wet heeft opgeleverd; het plan voor een Europees leger, dat nog wel niet gerealiseerd is, omdat daarbij het nationalisme zo'n be langrijke rol speelt, maar waaraan toch met ernst wordt gewerkt. Er zijn nog verschillende andere plannen in bewer king, die alle tot doel hebben Europa vooral ekonomisch tot een groot geheel te maken. Ook op politiek gebied zitten de bouwers aan Europa niet stil en al heeft de werkzaamheid van de Raad van Europa te Straatsburg nog steeds weinig reden - tot juichen gegeven, dan is er van de andere kant toch de commissie uit het kolen- en staalparlement die be zig is met het opstellen van een Euro pese grondwet en die er blijkbaar wel degelijk werk van maakt. Dit wil na tuurlijk niet zeggen dat die meteen ingevoerd zou worden, maar er is dan tenminste een basis gelegd, waarop het politieke Europese gebouw opgetrokken kan worden en de diverse landen kunnen zich een oordeel vormen of ze bereid zijn hun souvereiniteit op die basis al thans gedeeltelijk prijs te geven en in handen te leggen van een supranationaal gezagsorgaan. In dit verband is ook van belang de stemming die onlangs is gehouden in Delft en Bolsward en wel uit tweeërlei oogpunt. Uit de grote opkomst van de kiesgerechtigden uit alle lagen van de bevolking bleek, dat zij geenszins on verschillig staan tegenover het vraag stuk van de toekomstige status van Eu ropa. Uit het feit dat zovelen vóór de vereniging van Europa stemden, blijkt dat men zich een positief denkbeeld van het vraagstuk had gevormd en voor het merendeel tot de overtuiging was geko men dat onze moeilijkheden het best op gelost kunnen worden en onze welvaart het beste bevorderd kan worden in een verenigd Europa. En waarom zouden Delft en Bolsward een uitzondering vor men in het Westeuropese geheel. Het is tenslotte een kwestie van heldere voor lichting en sterke overtuigingskracht. 1952 is dus geen onbelangrijk jaar geweest voor Europa, zelfs niet in alle opzichten een somber jaar. Het is te ho pen dat 1953 het voorgaande jaar verre overtreft door bemoedigende perspectie ven te openen op een betere toekomst in een eensgezind en verenigd Europa. ONTPLOFFING IN VALPARAISO. Naar schatting 140 doden. In Valparaiso in Chili is Donderdag een opslagplaats met ontplofbare stoffen in de lucht gevlogen. Er zijn meer dan 500 gevallen. Men gelooft, dat er ten minste 140 doden onder puin bedolven zijn. De meeste slachtoffers zijn brandweer heden en politie-agenten, die bezig waren met de bestrijding van een brand in een hcutopslagplaats. Deze brand was de oorzaak van de explosie in de opslag plaats van ontplofbare stoffen. Er zijn ook honderden feestvierders ter gele genheid van nieuwjaar in de omrin gende straten gewond. De ontploffing deed zich na middernacht voor. Een groot gebied is verwoest. Valparaiso is de voornaamste haven van Chili. Behalve dynamiet gingen ook zuurstof- cylinders de lucht in. TWEE DODEN BIJ AUTO-ONGELUK. Op de eerste dag van het nieuwe jaar is onder de gemeente Rosmalen een ern stig auto-ongeluk gebeurd, dat twee

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1953 | | pagina 5