Ontwiklceljngsplan van liet District der Kamer
m
De Langstraat herstelt zich van de ramp. Ka™r va" he^-
Voor de streekindustrie was 1953
n jaar met vrij gunstige ontwikkeling.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 6 FEBRUARI 1953
Na 3 dagen:
In Raamsdonkveer sloeg het water
de grootste wonden.
OVERLEG BETREFFENDE
Bheumatische Pijnen
Stram en stijl vóór Uw m t
Veem dan toch Kruschen Salto
1T
We hebben een kort oponthoud in
Oudenbosch, waar we in het Julia-
na-gebouw de heren Buysse en
Couwenberg aantreffen die belast
zijn met de zorg voor de goederen
ten bate van de 1300 evacué's die in
deze gemeente zijn ondergebracht.
De kleding en het beddegoed is aan
gevoerd uit Amsterdam en Roer
mond en bereidwillige meisjeshan
den sorteren alle goederen, die van
een uitstekende kwaliteit blijken te
zijn. In Oudenbosch werkt een pri
ma functionerend evacuatie-appa
raat. Men heeft alle gegevens be
treffende de ondergebrachte eva
cué's en nog steeds komen bussen
de gemeente binnen waar de har
telijkheid van de bevolking zich
ontfermt over het leed van deze on-
gelukkigen En trieste groepen van
mannen en vrouwen en kinderen
gaan door de straten.
Maar er wordt voor hen gezorgd,
er wordt gezorgd voor goede kle
ding en voor uitstekend voedsel,
zoals er ook gezorgd wordt voor de
800 koeien die op een gegeven mo
ment binnen kwamen en die ook
verzorgd dienden te worden. Maar,
zegt de heer Couwenberg, de mede
werking van de mensen hier en van
uit heel het land is prima.
Kijk, en dat doet U goed; ge weet
W l f i, i
hier te staan tegenover een enkel
facet van die grote uitgebreide
hulpactie, die in binnen- en buiten
land zich het lot der ongelukkigen
aantrekt.
En ook de met Amerikaanse ma
riniers bemande ducks die we la
ter tegenkomen zijn een onderdeel
van deze grootse menslievendheid;
zo was dat ook de spontane hulp
actie van de inwoners van Waal
wijk.
De ellende die we zagen was zeer
groot en zeer schrijnend, maar veel
wat we ook zagen heef ons de over
tuiging gegeven dat ons volk, dat
zich zo groot heeft getoond in deze
donkere dagen, zich ook groot zal
tonen in de heropbouw en in het
herwinnen wat verloren ging.
En in ons blijft het beeld van de
bakkersjongen die in het geteister
de Zevenbergse Hoek het water uit
zijn winkel schepte met een emmer.
Het leven immers gaat verder; ons
volk zal dat verstaan, het zal het
leven zijn rechten laten en op de
oude fundamenten de nieuwe toe
komst bouwen. En de herinnering
aan de velen en het vele dat ver
loren ging zal dierbaar zijn, maar
ook de kracht geven tot heropbouw
en herstel.
De brug bij Keizersveer is slechts
te betreden door personen die over
een speciale vergunning van de po-
litie-commandant beschikken.
Staande op de brug kijkt ge uit
over de troosteloze watervlakte
waarin het gebied van Dussen en
Hank, zwaar getroffen, verdronken
ligt. Auto's met zand rijden af en
aan om de geslagen gaten te dich
ten. Verder is het stil hier, de stilte
van de berusting, waarachter veel,
heel veel leed verborgen gaat, maar
waarachter ook schuilt de hoop in
de toekomst en de moed om ver
der te gaan.
Teruggekeerd in Waalwijk, be
seffen wij weer meer dan tevoren
hoe nodig 't is hulp te bieden; hoe
noodzakelijk het is dat iedereen met
milde, weldoende handen de won
den heelt die geslagen zijn. Neder
land zal zijn plicht begrijpen, ons
volk toont in een werkelijk hart
verkwikkende mate zijn eensge
zindheid, wetend de door niets te
weerhouden kracht die in deze een
heid schuilt.
Nederland zal zich sterken in dit
leed, en het lijden, een inmensere
zee, dan de watervloeden die over
het Westen zijn gegaan, zal ons lou
teren en zal niet onze moed aantas
ten om alles te geven wat in ons
vermogen ligt, om op te bouwen
wat de zee ons ontnam.
DE P.T.T. DOET AL HET
MOGELIJKE.
Van de zijde van de P.T.T. be
reikte ons het bericht, dat de P.T.T.
al het mogelijke doet om de postale
en telecommunicatieverbindingen zo
mogelijk te herstellen. Kunnen be
staande verbindingen niet hersteld
worden, dan wordt op grote schaal
geïmproviseerd, waarbij uiteraard
de mobilofoon juist in deze dagen
bewijst van welke enorme beteke
nis hij kan zijn. Maar de P.T.T.
wijst er nogmaals op dat het parti
culiere telefoonverkeer met de ge
teisterde gebieden, in verband met
de belangen van de hulpverlening
beperkt moet blijven tot de werke
lijk noodzakelijke gevallen.
Het prachtige werk dat de ama
teurzenders in deze dagen Verrich
ten, wordt geleid en gebundeld door
de bijzondere Radiodienst van PTT.
De P.T.T. verstrekte ons ook een
opgave van de postverbindingen
met de geteisterde gebieden, waar
uit bleek hoe vanuit Rotterdam,
Dordrecht, Roosendaal en Bergen
op Zoom de noodgebieden werden
verzorgd voor zover dat natuurlijk
enigszins mogelijk was.
Van 's-Hertogenbosch uit slaagde
men er in Maandag reeds de hele
Langstraat tot Drimmelen te bedie
nen, terwijl per rijwiel of boot van
uit Gorinchem de postkantoren in
het Land van Heusden en Altena
hun post krijgen. Hank en Nieu-
wendijk waren Dinsdag nog niet
bereikbaar.
REGISTRATIE
GEËVACUEERD VEE.
De Voedselcommissaris voor de
provincie Noord-Brabant maakt de
volgende belangrijke mededeling
bekend:
In de gebieden, waar geëvacueerd
vee is ondergebracht, wordt een in
ventarisatie van dit vee gehouden
naar soort en aantal volgens de
toestand op 5 Februari 1953.
Het is van groot belang zowel
voor de getroffen landbouwers als
voor degenen die het vee hebben
opgestald - dat deze inventarisa
tie zo juist en volledig mogelijk
wordt verricht en het daarop be
trekking hebbende formulier tijdig,
dat is vóór 7 Februari 1953, bij de
bureauhouder wordt ingeleverd.
Wanneer landbouwers, die geëva
cueerd vee op hun bedrijf hebben,
geen formulier ontvingen, dienen
zij zich, ter verkrijging hiervan,
direct te wenden tot him bureau
houder.
De Voedselcommissaris voor
Noord-Brabant, en
L. F. A. van Agtmaal.
Waalwijk, Woensdagmiddag.
Hoe geheel anders is thans het beeld dat de Langstraat
biedt, dan Zondagmorgen toen we onze eerste indrukken op
deden omtrent de ramp die ook over onze directe omgeving
in soms zo verschrikkelijke vorm is gekomen.
Toen was het de grauwe troosteloosheid van het wrede wa
ter, van ingestorte huizen en van alles beroofde mensen,
toen was het ook, in Raamsdonksveer, de huiver van de
dood. We zullen hier aan blijven terugdenken, zoals we
denken in een stil gebed aan de vele landgenoten die het
slachtoffer werden van onze wilde aartsvijand; maar on
dertussen gaat het leven verder, het leven moet verder
gaan, en het eist zijn rechten voor zich op.
Het Langstraatse volk heeft dat begrepen; en zoals het één
was en dapper in de strijd tegen de genadeloosheid van de
storm, zo is het thans moedig en eensgezind in het herwin
nen van wat verloren was, in het herstellen van hetgeen
vernield werd. Al kunnen we, wat de dood nam, niet te
rugnemen, het water zullen we z'n prooi weer ontrukken.
straat, de Koningstraat en ook de
Keizersdijk.
Het water heeft zich hier op vele
plaatsen door de dijken en straten
geploegd, het heeft zich tussen de
huizen door gewrongen en diepe
kuilen gemaakt en de huizen aange
vreten, zodat vele ervan zijn inge
stort. We zien gloednieuwe wonin
gen nog diep onder water staan, een
op drift geraakte stromij t hangt
vreemd tussen de huizen en we zien
de bewoners dof berustend staren
naar hun huis dat in puin ligt, of
dat zware schade heeft geleden van
het watergeweld.
„Ge zoudt er alles bij neergooien,
zegt een winkelier; daar hebt ge nu
heel je leven voor gewerkt!", maar
we weten dat hij er niets bij neer
zal gooien.
In de Prins Bernhardstraat, de
Wilhelminalaan, de Emmastraat, de
Oranjestraat en nog enkele andere
straten in het Oostelijk deel van
Raamsdonksveer stroomt 't water
ook nog door de huizen en over de
wegen en buiten de kom strekken
zich nog wijde watervlakten uit.
Maar de B.B.A.-bussen weten weer
hun weg door het dorp te vinden
en de mensen pompen het water
weer uit hun kelders en brengen
daarbinnen orde in „de chaos. Het
slib en het andere vuil werd alweer
van de straten geveegd en op som
mige plekken was men alweer druk
doende het uit elkaar geslagen weg
dek te repareren; huizen werden
gestut en men sleept allerhande
materiaal aan.
Raamsdonksveer herstelt zich en
Raamsdonksveer zal deze ramp,
voorzover hij niet raakte aan het
leven van enkelen hunner, te boven
komen.
Nu juichen de bij de Zusters on
dergebrachte kinderen wanneer zij
naar een film mogen zien; er zal
een tijd komen dat zij weer braaf
naar school zullen gaan, niet meer
zullen dokkelen door het water,
want Raamsdonksveer zal de won
den die het opliep helen, zal het
ontwrichte leven herstellen. Wij
wensen van ganser harte dat dit
weer heel spoedig zal zijn.
NAAR KEIZERSVEER.
De weg van Raamsdoniksveer
naar de brug bij Keizersveer is
thans ook weer geheel vrij van wa
ter. Maar heel veel heeft deze weg
van het geweld te lijden gehad.
Voor auto's is hij nog berijdbaar,
goed berijdbaar zelfs, maar de tan
den van de waterwolf hebben met
kracht de betonnen fietspad van de
weg afgescheurd.
Langs de weg liggen grote hopen
aangespoeld riet; aan weerszijden
van de weg staat nog het water,
soms laat het al een slibberig stuk
land zien, maar ergens anders
houdt het nog een nieuwe gele
tractor vast in zijn greep. Links van
ons verrijst het slanke Amercen-
irale-gebouw, de hoge schoorsteen
laat zijn witte rooksliert waaien in
de Westen-wind; daar klopt geluk
kig nog het hart dat de energie in
een heel groot gebied mogelijk
maakt.
DE DREIGING IS BEZWOREN.
Het water dat Zondagnacht in
zo'n angstwekkende vloed onze dij
ken besprong, die stukbeukte met
zijn geweld, dat huizen meesleurde
in zijn kolkende vaart en geen acht
sloeg op honderden kostbare men
senlevens, dat water is nu weerge
keerd tot de vredigheid van zijn
rust.
Het liet een ontredderd land ach
ter, ontredderd maar niet redde
loos. En terwijl naar het Westen
dag en nacht de reddingspogingen
nog voortduren, nog steeds naar
mensen gezocht wordt die in de
eenzaamheid van het uitgestrekte
water wachten op redding, terwijl
sterke en onvermoeibare handen
dammen opwerpen tegen het water,
biedt onze omgeving reeds een in
druk van opleving, van herstel, van
een opnieuw beginnen. Voor Waal
wijk is de dreiging zo goed als voor
bij; het water dat de Winterdijk
buiten Besoyen j.l. Zondag zo ern
stig bedreigde, is aanzienlijk ge
zakt. Mogelijk schuilt er momenteel
nog enig gevaar in een toenemende
Westen-wind, die naar het Noord-
Westen zal ruimen, maar we gelo
ven niet dat dit erg groot gevaar
Zal betekenen.
Ook in Labbegat en Capelle zijn
we vanmorgen de toestand nog in
bgenschouw wezen nemen. Ook hier
is, althans in de buitenpolder, het
water flink gevallen en op de dijk
weg is men reeds druk bezig het
achtergebleven vuil te verwijderen
en de weg, voor zover die door het
water was vernield, te herstellen.
Een groot aantal militairen is thans
op de dijk bij de Hooipers doende
het gat té dichten dat het water
daar Zondagnacht sloeg. In de nacht
van Zondag op Maandag was men
er reeds in geslaagd het gat provi
sorisch te dichten, thans brengt men
de nodige versterkingen aan, want
al is het water gezakt, het staat nog
steeds abnormaal hoog en boven
dien zo spoedig mogelijk wil men
het verkeer over de dijk weer mo
gelijk maken. Verderop is men be
zig de weg in orde te brengen.
In de Binnenpolders van Waspik
staat het water nog steeds vrij hoog;
hier schijnt men erg veel last te
hebben gehad van het bovenwater
van de Donge. De verschillende we
gen naar Waspik-Boven zijn echter
weer heel goed berijdbaar.
IN RAAMSDONKSVEER.
Nu het water te Raamsdonksveer,
die deerlijk geteisterde plaats in de
Langstraat waar het water twee
slachtoffers onder de bevolking
maakte, op de meest bedreigde pun
ten is weggetrokken, is het eerst
goed mogelijk ons een denkbeeld te
vormen van het geweld waarmee
de elementen hier te werk zijn ge
gaan.
Het dorp is weer zeer goed te be
reiken via de Julianalaan, die nog
slechts voor een klein gedeelte on
der water staat.
De diepste wonden zijn geslagen
op het Sandoel, in de Tuinstraat, de
Kartuizerstraat, de Grote Kerk-
WERKGELEGENHEIDS-
VERRUIMING.
De Voorzitter van de K. v. K
zegt in liet vervolg van zijn nieuw
jaarsrede
Ten aanzien van de vestigiim
van nieuwe bedrijven moet
naast de voor uitbreiding nood
zakelijke voorwaarden - tevens
o.a. rekening gehouden worden
met
1. de arbeidsvoorziening ter
plaatse van vestiging
2. opleiding- en eventuele om
scholingen ogelijkheden
3. de aanwezigheid van gunstig
gelegen industrieterreinen
4. de. ligging van de vestigings
plaats ten opzichte van de af
zetgebieden
5. de verkeersverbindingen.
Op vrijwel al deze punten kan
de Overheid en wel zeer spe
ciaal het Provinciaal Bestuur en
haar planorganisaties belang
rijke medewerking verlenen en sti
mulerend optreden. Hier lijkt mij
ook voor de Kamers van Koop
handel een belangrijke taak weg
gelegd. De practijk heeft ook be
wezen, dat de Kamers zich hier
aan steeds veel gelegen hebben la
ten liggen. Instelling van meer re
gionale planbureaux is wellicht in
enige streken gewenst. Door de
opstelling van streekplannen voor
de economische ontwikkeling van
t.a.v. de expansiemogelijkheden u-
niforme gebieden zou men dus
doende kunnen komen tot een al
gemeen beeld van de Nederlandse
capaciteit tot industriële uitbrei
ding, terwijl tevens gebieden, wel
ke thans nog door het ontbreken
van enige vereisten voor uitbrei
ding of vestiging van industrieën
in hun ontplooiing worden ge
remd, door dan gemakkelijk te
overziene maatregelen tot verdere
ontwikkeling kunnen worden ge
bracht.
Zo is de verbinding van de
Langstraat met de overige delen
van het land steeds voor deze
streek een geduchte rem geweest
op de in wezen wel mogelijke ver
groting van het industriële appa
raat. Desondanks heeft zich toch
hier een zeer belangrijke bedrijfs
tak n.l. de lederbe- en verwerken
de industrie en de daarmede sa
menhangende industrieën kunnen
ontwikkelen. Voor verdere uit
bloei is echter het voldoen aan
alle vereisten van urgent belang.
Wellicht bestaat de mogelijk
heid in samenwerking met alle
betreffende organisaties zoals
het Proviciaal Bestuur, de Ge
meentebesturen, werkgevers- en
werknemers verenigingen en or
ganisaties van industriëlen, han
delaren e. d. een ontwikke
lingsplan voor de Langstraat,
het gebied ten Westen van Geer-
truidenberg en het Land van
Heusden en Altena op te stellen.
De gunstige kentering van de
opvattingen ten aanzien van de
waterstaatkundige toestand,
maakt dat de toekomst in het
algemeen van deze streek met
gematigd optimisme tegemoet
mag worden gezien.
Ik geef U nu een overzicht van
de gang van zaken gedurende 1952
in enkele voor het district van de
Kamer belangrijke bedrijfstakken,
zoals deze uit de hiertoe door het
bedrijfsleven aan de Kamer ver
strekte inlichtingen kon worden
afgeleid.
VOORUITGANG IN DE
SCHOENINDUSTRIE.
De schoenindustrie in 1952
steekt gunstig af tegen de pro
ductie in 1951. Na een aanvanke
lijk nog twijfelend begin van het
jaar gedurende Januari en Febru
ari (eerste helft) een voortzet
ting van de ongunstige ontwikke
ling gedurende 1951 -- liep de
productie behoudens een kleine
inzinking in het voorjaar weer
geleidelijk op. Vooral tegen het
einde van 1952 werd de verkoop
in de overeenkomstige periode in
1951 ver overtroffen. De verklaring
van deze opleving in de schoenin
dustrie is de omstandigheid, dat
de kooplust van het publek, welke
betrekkelijk kort na het uitbreken
van het conflict in Korea een
oververzadigingspunt bereikte,
zich mede onder de invloed van de
prijsdalingen wederom ontwikkel
de, waardoor d<: schoenwinkeliers
de grote vooriaden vrij snel kon
den afzetten en tot plaatsing van
nieuwe orders bij de schoenfabrie
ken zi; het aanvankelijk op
voorzichtige wijze werden ge
noodzaakt.
Ook de export ontwikkelde zich
op gunstige wijze, al bleek de
voorjaarsverkoop naar België aan
het einde van het afgelopen jaar
moeilijker dan in voorgaande ja
ren. De kenterng in de prijsver
houdingen in Nederland, België en
Luxemburg, alsmede de moeilijk
heden welke t.a.v. de schoenin
dustrie in Beneluxverband nog
blijken te bestaan, zijn als de oor
zaken hiervan aan te wijzen.
In het algemeen zouden de grens-
formaliteiten vooral voor
monsterzendingen op dusdani
ge wijze vereenvoudigd dienen te
worden, dat hierdoor de verzen
ding wordt vergemakkelijkt en te
vens de reisduur bekort kan wor
den.
Tegelijk met de geleidelijk oplo
pende le der prijzen in het derde
kwartaal 1952, waardoor ook de
calculatie werd bemoeilijkt, deden
zich enige moeilijkheden voor in
de Iedervoorziening vooral ten
aanzien van de kwaliteit en de
sortering van de door de looierijen
gebruikte véllen. Ook het toene
mende gebruik van zooicrêpe en
-rubber deed enige stagnatie in de
voorziening van deze grondstoffen
ontstaan aan het einde van 1952.
De personeelsbezetting bereik
te na de inzinking in 1951 lang
zaam weer het normale peil.
Aan de scholingsmogelijkheden
dient nog alle aandacht te gor
den geschonken, daar zich nog
een tekort aan volledig geschool
de arbeidskrachten openbaarde.
Het stikkerij probleem, dat door
de Kamer in ander verband in
onderzoek is genomen, blijft
vooral in het district Waalwijk
zorgwekkend. Op de uitslag van
het onderzoek van de Kamer,
waarvan alle uitkomsten nog
niet bekend zijn, zal in het jaar
verslag nader worden terugge
komen.
De toekomst voor de schoenin
dustrie in 1953 wordt met gema
tigd optimisme tegemoet gezien.
OVERLEDER.
UITVOER HUIDEN
GEWENST
In het begin van 1952 bestond
een voortdurende, aanzienlijke da
ling van de grondstoffenprijzen,
waardoor de kooplust van de af
nemers sterk verminderde. Hier
door werd door vele bedrijven niet
op volle capaciteit gewerkt. Lang
zamerhand werden echter de prij
zen stabieler, waarna een verdere
stijging intrad. De gang van zaken
werd hierdoor in de overlederfa-
brieken gunstig beïnvloed.
Door de later opgetreden toe
nemende vraag, zowel in binnen-
als in buitenland, is de totale
productie in 1952, ondanks de
lage productie gedurende de
eerste maanden, in het algemeen
hoger geweest dan de productie
in het voorgaande jaar.
De grondstoffenvoorziening geeft
een minder gunstig beeld door de
gedeeltelijke vrijgeving van de uit
voer van inlandse huiden en kalfs
vellen, waardoor de aankoopmo
gelijkheden, welke tot medio 1952
voldoende waren, sterk verminder
den. Tevens werd hierdoor een ab
normale prijsstijging veroorzaakt.
Import van buitenlandse vellen ter
voorziening in het hier te lande
opgetreden tekort bleek zeer moei
lijk ien in sommige gevallen niet
mogelijk.
De aanvoer van kalfsvellen in
Nederland beloopt normaal onge
veer een derde van de behoefte van
de Nederlandse kalfslederfabrikan
ten. Van dt kwantum werd in 1952
ca. een derde uitgevoerd.
Met de zware huiden zijn de
verhoudingen zeker niet gunsti
ger. Het is voor mjj een onbegrij
pelijke zaak hoe de betreffende
Nederlandse instanties, zonder
enig overleg met de verwerkende
industrie, kunnen goedvinden dat
hoeveelheden huiden van zo gro
te betekenis worden uitgevoerd.
Dit steekt wel heel schril af bij
de wjjze waarop diezelfde indus
trie aan handen en voeten ge
bonden is geweest bij de uitvoer
van een van haar AFVALPRO
DUCTEN, n.l. lijmvlees. Wordt
hier met twee maten gemeten
Het is in ieder geval een feit,
dat de Nederlandse lederindus
trie bij aankoop van Nederlandse
huiden steeds in 'n ledige markt
moet opereren en daardoor steeds
te hoge prijzen moet betalen
Noch Duitsland noch Frankrijk
laten uitvoer van huiden toe. in
alle landen zijn de openbare hui
denveilingen hersteld. Waarom
niet in Nederland? De Regering
zou, alvorens utvoer van huiden
toe te staan, toch minstens moeten
eisen dat evenals voor de oorlog,
de huiden wederom normaal op 'n
veiling worden aangeboden. Mocht
daarbij blijken dat deze niet dooi
de Nederlandse looierij zouden op
genomen worden, dan zou voor de
Nederlandse lederverwerkende in
dustrie geen enkel bezwaar bestaan
tegen uitvoer van het overschot.
Overleg op dit punt is in ieder ge
val een eerste vereiste.
De export nam in 1952 toe. Een
prognose voor 1953 is op dit ge
bied moeilijk te geven, al wordt 'n
vermindering van de mogelijkhe
den verwacht door de beschermen
de maatregelen en invoerrestricties
hl vele landen en door de hoge
grondstoffenprijzen, welke 'n stij
ging van de lederprijzen veroor
zaakten. Ook ten aanzien van de
binnenlandse vraag wordt enige
daling verwacht.
De personeelsbezetting bleef ge
durende 1952 in de overlederfa-
brieken vrij constant. Het aanbod
van arbeidskrachten, dat kwanti
tatief vrij ruim was, bleef kwalita
tief beneden de verwachtingen.
Een afschaffing van de aan-
vraagvergunningenprocedure voor
de export en vervanging hiervan
door 'n uitgebreid meldingsysteem
zou ook hier de toch al zo grote
administratieve werkzaamreden
aanzienlijk vergemakkelijken en de
in. en uitvoer vlotter doen lopen.
Het is mij van een bedrijf in dit
district bekend, aan welk geduren
de zeven na-oorlogse jaren geen
enkele u i t vo er ver gu n ni n gsaan vr age
werd geweigerd. Indien dus uit
voervergunningen moeten dienen
voor het controleren van de han
delspolitiek, zou even goed kunnen
worden volstaan met instructies
van tevoren en controle achteraf
van de uitvoermelding.
MOEILIJKE POSITIE VAN
ZOOLLEDERINDUSTRIE.
Nederland*"h van wolleder in
9?no t bedroeg in 1951 ruim
-00 ton, waarvan ca. 1200 ton
werd geexporteerd In 1952 he
droeg de productie ruim 8600 ton"
Hiervan werd ongeveer 750 ton
binneTee/d- De Productie voor
binnenlands verbruik bleef dus
vrpwel gielyk.
Tengevolge van de dalende leder-
?.n bet uitwerken van de te
loge prijs van de huiden waren in
de eerste maanden van 1952 de re
sultaten in de zooilederindustrie
bijzonder slecht. Toen in het begin
van Juni de daling van de huiden-
prijzen tot stilstand kwam, keerde
het vertrouwen op de ledermarkt
weer enigszins terug en mede ten
gevolge van de goede gang van za
ken bij de schoenindustrie waren
ook de afzet en de prijzen in del"
gend StnC Gnige tijd bevredi-
De stijging van de huidienprijzen
in November en December j.l ech
ter wordt niet in het minst ge
dood i ?e lederprijzen, waar-
dooi de zoollederindustrie weder-
Unrn 1 "l 6611 m0eilijke positie
komt te verkeren. Het ontbreken
van een loco-markt van enige bete
kenis in huiden is een groot be
zwaar voor deze industrietak wel
ke door het langdurige looip'roces
en het kopen op verscheping toch
al zeer grote risico's moet lopen.
Bovendien is Nederland (met Bel-
gie en Luxemburg) zoals ik hier
boven reeds zei, vrijwel het enige
land in Europa waar de inlandse
puiden worden geëxporteerd Dooi
de uitvoerverboden in de omlig
gende Europese landen is het voor
de Nederlandse zoollederindustrie
vrijwel onmogelijk aldaar huiden te
kopen. Dat deze in de practijk een-
liberalisatie voor deze be-
drpfstak een zeer groot bezwaar is
behoeft wel geen betoog.
De export van zoolleder liep ge
leidelijk terug en beliep in het eer
ste halljaar van 1952 rujim 525 ton
tegen slechts ongeveer 225 ton in
de tweede helft van het jaar. Mede
tengevolge van het toenemende ge
bruik van surrogaten voor zoolle
der en de onbekendheid met het
toekomstige niveau van de grond
stoffenprijzen is het niet mogelijk
enigszins gefundeerde voorspellin
gen voor 1953 te doen. De vooruit
zichten zijn echter niet bemoedi
gend.
en jaag zo de rheumatische pijnen uit Uw
if'uKraschens zes minerale zouten
hebben een wonderbaarlijke aansporende
werking op lever, nieren en ingewanden.
Als die weer met jeugdige energie hun
bloedzuiverende taak verrichten, weet U
urn ge,ea rheumat'sche pijnen meer.
Want de oorzaak: onzuiverheden in Uw
bloed worden radicaal verwijderd, regel
matig, iedere dagKoop vandaag
Kruschen bij Uw apotheker of drogist
en begin morgenochtend die heilzame
kuur.
TECHNISCH LEDER.
Voor technisch leder was het af
gelopen jaar niet onverdeeld gun
stig. Het voortschrijdende gehruik
van surrogaten doet ook hier zijn
invloed gelden.
Bovendien konden b.v. Duitsland
en Frankrijk, doordat deze landen
geen uitvoer van inlandse huiden
toestaan, een min of meer kunst
matige huidenmarkt kweken met
age prijzen, waardoor zij op de
buitenlandse afzetgebieden veel la
gere prijzen voor het afgewerkte
product konden noteren dan de
Nederlandse lederfabrikanten.
Een geheel vrije huidenhandel
tussen de O.E.E.S.-landen is het
enige middel om te komen tot meer
normale toestanden in de Europe
se lederindustrie, met een aan ze
kerheid grenzende mogelijkheid
van lagere prijzen voor grondstof
ten en eindproducten.
DE LEDERWARENINDUSTRIE
IN GUNSTIGE TOESTAND.
mPif Pr0('llc'te van lederwaren in
1952 is ten opzichte van 1951 ge
stegen, De export kende een regel
matig verloop en bereikt thans een
aanzienlijke hoogte. Vooral België
en Luxemburg behoren tot de voor
naamste afnemers. Ook de binnen
landse afzet is vrij goed, al zou hier
een verhoging kunnen worden be
reikt door een vermindering van
de weeldebelasting.
De vooruitzichten voor 1953 zijn
met ongunstig, vooral daar bij vele
winkeliers slechts beperkte voor
raden aanwezig zijn. Door een te
kort aan stiksters zullen echter ook
in de toekomst wel moeilijkheden
op personeelsgebied bljjven be
staan, temeer daar jonge krachten
voor dit en ander werk in de le-
derwarenindustrie moeilijk te vin
den zijn.
HANDSCHOENEN.
Door het vroege invallen van de
koude in 1952 was dat jaar voor die
vervaardiging van handschoenen
een gunstiger jaar dan 1951.
In verband met ihet zeer late in
kopen door de winkeliers, zowel
tengevolge van verwachtingen om
trent prijsdaling als van de moei
lijke liquiditeitspositie van vele
handelaren na de grote aankopen
onder invloed van het Koreaanse
conflict, werden de bij de fabri-
I