woeu§ •..HERTOGENBOSCH VROOM DREENMANN TILBURG - HELMOND HET WAPEN Het leven en de kunst van VINCENT VAN GOGH prijzen HET COMITÉ^DER „LELIJKERS" ïiN BREECK 6 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 9 MAART 1953 6 ALLEEN GELDIG WOENSDAG 11 MAART M. y. d. Griendt over FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden" Geminderde Perion- kousen, 30 denier, bijzonder sterk, 040 nieuwe kleuren SCHRIFTELIJKE EN TELEFONISCHE BESTELLINGEN WORDEN HIEROP NIET AANGENOMEN Waszljden damesrokje, fijne kwaliteit, kleur wit, onder en langs split met mooie brede kant 095 afgezet Fil fil herenzakdoek, met diverse geweven rand- dessins, prima kwaliteit, flinke maat 43 x 43 cm. Zijden haarstrik, met houder, mooi breed lint, in de kleuren wit, hardrood, groen, ^£Jc koren, bleu enz. Lingeriekatoen, van pri ma kwaliteit, in alle nieuwe vooorjaarstinten, 80 cm. breed, 4 20 per meter Enveloppen, houtvrij met binnendruk, goed A Qc gegomd, 1 00 stuks O# Plastic babybroekje, goed model, soepele kwa liteit, keurige afwerking Japonschoudervullingen, gevoerd, in rose, bleu, champagne, zwart "3 A C en wit, per paar v Suiker Paaseitjes, /|Cc 250 gram "3» Portugese sardines, op zuivere olijfolie, 6-8 A Qc sardines per blikje Lepel en vork, vlekvrij, sierlijk model, AQC samen voor Motzak, grote maat, met zijsluiting. Natron kraft- papier, geïmpreg- 4 35 neerd tegen motten Bedrukt tafelkleedje. Frisse bloemdessins, op prima doek bedrukt, flinke maat, *}S5 100 x 100 cm. L Prima vulvlokken, 25% wol en 75% katoen, per zak van 1 kilo 85c Zeer veel leden van de Kring Waalwijk van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Bra bant, veel leden ook van de V ereniging voor Heemkunde te Waalwijk vulden Vrijdagavond de raadzaal van het gemeen tehuis van Waalwijk, om te luisteren naar hetgeen de direc teur van het Genootschap, de heer M. A. v. d. Griendt, te ver tellen had over het leven en de kunst van Vincent van Gogh, die op 30 Maart 100 jaren geleden te Zundert werd geboren en die zijn jeugd en een niet onbelangrijk gedeelte van zijn leven doorbracht in het hartje van Brabant. Met grote kennis van zaken en met veel warme liefde vooral heeft de heer v, d. Griendt dit boeiende leven en deze rijke fascinerende kunst behandeld. Een leven vol ontgoocheling. Hoewel kunst en leven van Vin cent van Gogh niet te scheiden zijn, vooral ook omdat hij, aldus v. d. Griendt, expressionist was (is het wel juist hem steeds en in alle opzichten expressionist te noe men?; dit doet echter niets af aan de feitelijke ondeelbaarheid van de eenheid kunst-leven) wilde hij toch eerst iets over het leven van deze begaafde en geplaagde kunstenaar verteflen en dan vervolgens aan de hand van reproducties zijn kunst behandelen, hoewel dan zeer goed zou blijken, hoe moeilijk zijn kunst van zijn leven te scheiden was. Bij het vertellen van zijn leven ging de heer v. d. Griendt uit van de brieven, de oprechte autobio grafie, die Vincent schreef. Op 30 Maart 1853 werd Vincent geboren in het kleine Brabantse dorp Zundert, waar zijn vader pre dikant was. We mogen aannemen dat de kleine Vincent zich in niets onderscheidde van de andere kin deren, althans in zijn uiterlijke doen; maar ongetwijfeld heeft zijn innerlijk de beelden opgenomen van het Brabantse land en de Bra bantse mensen en later zullen we ervaren hoe Brabant een stempel heeft gedrukt op zijn kunst. Hij studeerde aan een kostschool te Zevenbergen, waarna hij in de kunsthandel ging, eerst Den Haag, dan in Londen. En hier, na een te leurgestelde liefde, kwam de grote breuk in zijn leven, de breuk die in hem twee mensen zou maken de stumper en de persoonlijkheid die de wil had om door te zetten. We zien hem langzaam toeleven naar de Bijbel, naar het grenzeloze medelijden met de allerbehoeftigr sten; en zijn interesse in de kunst handel is verdwenen; na nog en kele jaren in Parijs en weer te Londen te zijn geweest, ontslaat men hem en met zijn eerste bittere ontgoocheling keert hij terug naar huis. Niet voor lang echter, weer gaat hij naar Londen, waar hij hulponderwijzer wordt op enkele armetierige kostschooltjes en hulp predikant,. Maar steeds moet dit uitlopen op een mislukking en 3). Marians blik was gevallen op 'n boek dat naast de jongen op de bank lag. Het was een rapport over het hotelwezen in Amerika. Interesseert u zich daarvoor? vroeg ze wijzend op het boek. Jazeker antwoordde Harm Mijn vader zit in de hotelbuis- siness en ik heb er ook een zwak voor. Vader kijkt uit om ergens een goede zaak over te nemen. Mijn moeder is invalide en we willen naar een streek waar het mooier en gezonder is dan in Rotterdam, hier in deze streek bijvoorbeeld. Wie weet zien we elkaar dan wel weerglimlachte Marian. Woont u in deze streek? Ja, ik heb er heel m'n leven gewoond. Het is er mooi en ge zond, Plotseling zweeg ze. Ze wist zelf niet waarom, maar een zonderlinge vrees beving haar. Ze zocht in haar tos en diepte er een boek uit op. Neem me niet kwalijk, maar ik wilde nog graag een hoofdstuk verder, zei ze verontschuldigend. weer keert hij terug naar Brabant, waar hij zich uitspreekt tegenover zijn ouders en zegt predikant t'e willen worden. Op 23-jarige leef tijd moet hij zich dan voor gaan bereiden op het staatsexamen; maar bij zijn studies is daar steeds de dreiging van het examen en na 15 maanden sukkelt' hij weer naar huis. In Brussel volgt hij een cur sus voor hulpprediker, maar als hij slaagt, durft men hem niet te benoemen, omdat hij te persoonlijk was, te radicaal Christus wilde volgen. Op eigen gelegenheid gaat hij dan werken in de Borinage, de armste en meest ellendige streek van België. Maar hij wil radicaal zijn, hij geeft zijn kleren en zijn eten weg, hij wordt de armste van de armen; een sociaal werker in de beste en meest consequente be tekenis van het woord. Hij krijgt een aanstelling als men ziet met hoe een overtuiging deze jongeman de blijde boodschap brengt; men trekt de aanstelling weer in, wan neer zijn radicalisme al te ver wordt doorgevoerd. Lichamelijk en geestelijk zakt hij dan weg en ten slotte moet zijn vader hem weer komen terughalen uit deze ellen dige lichamelijke en geestelijke mi sère. Maar weer gaat hij terug en dan volgt een van de meest ellen dige perioden uit dit vertwijfelde bestaan. Zelfs zijn contact met zijn lievelingsbroer Theo, wie hij min stens elke dag schreef, houdt gedu rende 9 maanden op en ook het contact met God dreigt hij te ver liezen. 27 Jaar is hij, als hij plotseling weer schrijft, dat hij hetzelfde wat hij tot nog toe deed, wil gaan doen, in de kunst. Met een ware razernij gaat hij aan het tekenen en schil deren; volgt even de academie in Brussel (hij was immers volkomen ongeschoold); gaat naar huis, naar Etten, waar hij steeds maar door gaat met tekenen en schilderen en waar een onbeantwoorde liefde, die hem tegenover zijn ouders plaatst, hem naar Den Haag doet vertrekken. Ook hier weer werken, werken; tot hij weg moet, om een vrouw, die hij in zijn sociaal mee- O nee, helemaal niet, ant woordde de jongen, 'n weinig ver wonderd over die plotselinge koel heid. Van meisjes kon je nu een maal geen hoogte krijgen, conclu deerde hij. Zo denderden ze de stations voorbij, tot de boemel knarsend en sissend het station van Marian's bestemming bereikte. Zij gaarde snel haar bezittingen bij elkaar. Nu, zei ze ten afscheid, wie weet, misschien lopen we elkaar wel eens tegen 't lijf, als u hier in de 'buurt komt wonen. Laten we dat hopen, zei hij nuchterder dan hij wilde. Hij keek haar na, toen ze het zon nige perron afstapte, haar kaartje aan de beambte gaf en door 't wit geschilderde hekje verdween. Een aardige meid. Jammer dat ze opeens zo kortaf werd. Wat zou ze gehad hebben Enfin, daar kreeg je toch nooit hoogte van. En Harm Verdonck zuchtte we reldwijs en wijdde zijn aandacht weer aan de hoteltoestanden in Amerika. HOOFDSTUK II. HET WAPEN VAN BREECK. Midden in Breeck ligt het stads plein. Men zou de inwoners van lijden had opgenomen en tot een beter leven wilde verheffen. In Drente zal zijn volgend tehuis zijn, het landschap hier boeit hem on gemeen, maar de mensen in genen dele. En weer keert hij naar huis, waar nieuwe conflicten zich afwis selen met perioden waarin zich 'n alles beheersende bezorgdheid om zijn moeder, wanneer die ziek is, op de voorgrond plaatst. Zijn va der sterft in deze periode en zijn laatste woorden zijn: Als ik toch maar wist, dat het met Vincent te recht komt. I)il sterven doet Vin cent aan zijn broer Theo, die in middels in Parijs woont, schrijven Ik heb nu gezien hoe zwaar ster ven kan zijn, maar het leven is nog zwaarder. Dan trekt de jonge man naar het Zuiden voor zijn laatste reis. Via Antwerpen (Rubens en Academie, waar men hem lijnrecht vond staan tegenover de docenten) bereikt hij Parijs, waar hij zijn intrek neemt bij zijn broer Theo; de brieven houden dan even op natuurlijk, maar uit hetgeen Theo naar moe der schreef, weten wij, hoe ook hier de conflicten van Vincent met zijn broer en de kunstvrienden niet uitbleven. Verder trekt hij dan naar 't Zui den, naar Arles, waar hij geen han den en geen ogen genoeg heeft en waar hij het meest opgewekte en meest productieve gedeelte van z'n leven leeft. Als een razende schil dert hij; soms 12 schilderijen per dag; en letterlijk en figuurlijk wordt hij verteerd door de bran dende zon van het Zuiden en door het kunstenaarsvuur dat in hem gloeit. Tot nu toe had hij niet verkocht; het was de ondersteu ning van Theo die hem in staat stelde te werken. Paul Gauguin komt in zijn leven en met deze kunstbroeder, met wie Vincent apostel wilde zijn ook in zijn kunst, komt het weer tot grote conflicten tot op den duur de boog van zijn leven zo strak komt te staan, dat men elk ogenblik het breken kan verwachten. Vanaf Kerstavond 1888, als hij zijn eerste aanval van krankzinnig heid krijgt (of hoe men het dan noemen wil) moeten we hem zien als een geestelijk gebroken mens. Perioden dat hij verpleegd wordt in het hospitaal en dat hij nog steeds razend schildert, wisselen elkaar af, tot hij zichzelf gaat mel den in een krankzinnigengesticht en haarfijn zijn eigen ziektever schijnselen aan de dokter mede deelt. En hij die leefde in de na tuur en met de natuur, wordt op gesloten in twee kleine kamertjes; hij leeft in een voortdurende angst voor nieuwe crises en zijn schilde ren krijgt een toon van nieuw ver driet. Hij houdt het daar in St. Re- my niet lang uit en gaat naar Pa rijs, waar hij in het jonge gezin van zijn broer drie volkomen nor male prachtige dagen beleeft; en Breeck hogelijk beledigen wanneer men van het dorpsplein of zelfs alleen maar van het plein sprak. Want Breeck was eens een stad en al spreekt men niet meer van ste den en dorpen, maar zijn het alle maal gemeenten, Breeck kon niet vergeten dat het eens stad geweest was. De bewoners van het nabije Vierhoven mochten dan talrijker zijn en kunnen bogen op verschei dene belangrijke industrieën, de Viei hovenaars waren voor de Breeckenaren slechts dorpelingen. Breeck was eens zelfs een be langrijke stad geweest. Er stond 'n massieve, oude poort, waar 't ver keer omheen moest rijden. Er was een heel mooie singel, nu bijna dicht gegroeid met riet en water lelies, waarin talrijke eenden do ken en op mooie zomeravonden de kikkers zo luid kwaakten, dat er steevast iedere zomer een ingezon den stuk in „Het Nieuwsblad voor Breeck en Omstreken" verscheen, waarin tot maatregelen tegen deze serenades werd aangedrongen. In de Nieuwstraat stonden nog een paar oude koopmanshuizen en in één daarvan zag men nog steeds de kogel, die daar tijdens het beleg door de Spanjaarden was inge schoten. Het plein lag iets terzijde van de als hij dan al zijn werk, dat hij steeds naar Theo stuurde, nog eens heeft gezien, gaat hij naar Auvers- sur-Oise, waar hij zijn intrek neemt bij een dokter, zelf een schilder. Een grote vriendschap tussen die twee ontstaat er en er komt weer blijheid in zijn werk, maar niet voor lange tijd, want de crises ko men weer en voeren zijn angst zo op, dat hij de hand slaat aan zich zelf. Zijn broer Theo is dan nog getuige van zijn sterven op de 29e Juli 1890. Een half jaar later wordt zijn en gelbewaarder Theo naast hem neergelegd aan de rand van een ko renveld in Auvers-sur-Oise. Zijn kunst. Hoe volkomen dit tragische, ontwortelde leven zich weerspie gelt in zijn grote kunst, hoe 't leed dat hem sloeg, gestalte krijgt in zijn schilderijen en hoe daarin ook somwijlen leef de blijheid om de zon en de schoonheid van de schepping, wist de heer van de Griendt zeer duidelijk aan te tonen in de geprojecteerde reproducties. In deze zeer goed gekozen weer gaven hebben we de ontwikkeling in dit boeiende oeuvre gezien; de grote sprong, de snelle sprong van de eerste onbeholpen tekeningen na ar het weergaloze meesterschap, reeds onmiskenbaar aanwezig in zijn „Aardappeleters", volkomen openbloeiend in zijn beroemde zelfportret, in zijn landschappen te Arles, een hoogtepunt vindend in het portret van de Provencaalse boer. We zien hoe zijn eigen ver driet, zijn eigen geslagen zijn, zich legt in de moede afgestompte ge zichten, in de sombere tonen van zijn landschaphoe zijn vreugde straalt in de kleurrijke landschap pen, omhoog zindert in de vlam der cypressen; we zien ook, hoe later de waanzin zijn schilderijen maakt tot grillige wentelingen van vreemde kleuren. Hij werd niet begrepen in zijn tijd; en het heeft hem mateloos leed gedaan, een leed dat niet' ver zacht werd door de grote verering die men hem thans toedraagt. De bijeenkomst, waarop wij dit alles over Vincent van Gogh, zo levendig en zo warm hoorden ver tellen, werd geopend door de 2e secretaris van het Genootschap Jhr. Mr E. W. J. van Weede-van Djjkveld, die vooral de burgemees ter dankte voor het beschikbaar stellen van de mooie raadzaal en voor zijn aanwezigheid. Ook de gemeentesecretaris was bij deze le zing aanwezig. Jhr. Mr van Weede sprak ook zijn vreugde uit over 't feit dat zovelen hun belangstelling lieten blijken. Na de lezing werden nog enkele vraagstukken het genootschap be treffende behandeld, terwijl na mens de Vereniging voor Heem kunde de heer J. Toorians nog een enkel woord sprak. straat die dwars door het stadje leidde en waarlangs het grote ver keer joeg, de zware trailers met hun aanhangwagens, de groene le gerauto's van het militaire kamp een paar kilometer verderop, de autobussen en de personenauto's. Want Breeck lag aan een der grote verkeerswegen van West naar Oost in een bijzonder mooie omgeving. Het gebeurde dan ook meerma len dat automobilisten die de weg wisten, of toevallig in Breeck ver dwaalden, hun auto's parkeerden op het Stadsplein, onder de mooie zware eeuwenoude bomen, en eni ge tijd vertoefden in Het Wapen van Breeck, het voornaamste café- restaurant van de stad. Het was nog hotel ook, want men kon er 'n kamer huren, maar dan moest men het zonder de moderne gemakken van vaste wastafels met heet en koud stromend water stellen. Met die nieuwigheden hield Korstiaan van Vueren zich niet op. Concurrentie had hij niet. Er waren natuurlijk wel meer gelegenheden in Breeck, waar het verlof bordje uithing. Er was een melksalon waar de leerlingen van de H.B.S. hun boterham aten en de boel op stelten zetten, er was een cafeetje waar de hengelaars de kaartliefhebbers en de duiven- In De Volkskrant van Woensdag 4 Maart j.l. lazen wij in het artikel „Tussen Plein en Binnenhof", dat ditmaal handelde over de stichting van de tweede Technische Hoge school in het Zuiden, een anecdote uit het Waalwijk van een honderd jaar geleden, uit welke anecdo.te de politieke verhouding tussen Den Haag en Brabant werden geken schetst. Wij citeren „De Volkskrant" En hoe de politieke verhouding tussen Den Haag en Brabant om streeks 1830 was, wil ik u trach ten duidelijk te maken aan de hand van een tragi-comisch verhaal, dat zich in Waalwijk afspeelde. Het is door Carel Bloemen in het tijd schrift „Roeping', Jaargang 1937- 1938, smakelijk beschreven." Anecdote. Wij luisterden gespannen en ge amuseerd naar deze ware anecdot'e uit' het jaar Onzes Heren 1830. „In Waalwijk, een stadje van nog geen 2000 eenvoudige inwoners, bestond ruim een eeuw geleden geen Witte Sociëteit en ook nu nog zult gij die tevergeefs daar zoeken. Maar er was wel een gezellig clubje van vrolijke burgers, dat zich „Het Comité der Leiijkers" noemde. Ook de burgemeester en andere nota belen waren daar lid van. De spi onnen van mr Van Maanen, des tijds minister van Justitie, hielden deze „Leiijkers" scherp in het vi zier. De Amsterdamse politie-direc- t'eur, mr Wiselius, had Den Haag al gewaarschuwd tegen de woelige volgelingen van Le Sage ten Broek, jhr Van Sasse van Ysselt en mr Luyben, rapporterende: „De geest onder de Rooms Katholijken wordt van dag tot dag vuilder." En nu geschiedde op 16 Januari 1830 het ongehoorde: na het lof vond de Vrederechter een papiertje aan de binnenzijde van het hek voor de R.K. Kerk aangeplakt, waarop een versje stond geschreven met de be ginregels: „Jufvrouw Jaantje pikt een graantje". De naam van het wicht werd in verband gebracht met de klein- dofchter van een gemeenteraadslid. Ik zal u alle details omtrent het po litieke verloop van deze kwajon gensstreek besparen en u alleen de autoriteiten noemen, die zich met de grootste ernst op dit vermeende complot der „Leiijkers" tegen de Regering hebben geworpen de burgemeester, de vrederechter en diens griffier ((een spion van Van Maanen), de procureur-crimineel in Den Bosch, de procureur-gene raal van het Hoog Gerechtshof, de gouverneur van Noord-Brabant en niet in de laatste plaats mr Van Maanen in hoogst eigen persoon. melkers van de stad hun vertier zochten en verder nog zo'n paar van die gelegenheidjes op hoeken van smalle steegjes, met twee deuren, waar naar de volksmond beweerde, de stille drinkers kwa men, die niet gezien wensten te worden en via de steegdeur in- en uit gingen. Maar Het Wapen van Breeck was maar geen gewoon café. Het was een instelling. „Het Wapen" zeiden de Breeckenaren en dan wist iedereen waar bij zijn moest. In „Hei Wapen" werd eens in de week sociëteit gehouden, waai de notabelen van het dorp hun borreltje dronken, een spelletje bridge speelden, biljartten en kletsten. In „Het Wapen" verga derde het Nutsbestuur, daar gaven de verenigingen hun toneel- en zanguitvoeringen, daar werden de „betere" bruiloftten gegeven en de recepties gehouden. Het Wapen was een zaak ivan standing. Net als Breeck.... niet maar zo ge woon een gemeente, maar een stad zij het wat aftands, zo was ook „Het Wapen van Breeck". Het had een geheel eigen sfeer met zijn degelijke eiken meubelen, zjjn mooie gebeeldhouwde lambrizering en de dikke eiken balken aan het plafond. Het was naar voren uitge- Het onderzoek naar de „politieke" activiteiten der „Leiijkers" strekte zich naar alle kanten uit: naar de hogere en lagere geestelijkheid, de Brabantse afgevaardigden naar het Binnenhof en de Magistratuur. De Bartholomeusnacht werd er bij te pas gebracht; de voor het Gouver nement ongunstige uitslag der ver kiezingen van de Tweede Kamer speelde in deze klucht een rol; de Gouverneur der provincie werd bij wijze van strafmaatregel daarvoor naar Antwerpen overgeplaatst. „Arm Brabant!" schrijft de heer Care] Bloemen in Roeping. Geloof mij, zulke verhalen, ook al baart gelijk in dit geval de berg ten slotte een muis, hebben een lang leven en dit incident is er slechts één uit duizenden. En daarom her haal ik: de oprichting van een tweede technische hogeschool in Eindhoven is een blijk van welda dig aandoende staatsmanswijs heid". STAATSLENING STERK OVERTEKEND. Bij de Donderdag gehouden inschrij ving is de 3% pCt. Staatslening 1953 zodanig overtekend, dat maar 48 kon worden toegewezen. LEVENSLANG GEËIST WEGENS MOORD. De officier van Justitie bij de Rotterdamse rechtbank heeft le venslange gevangenisstraf geëist tegen de 30-jarige los-werkman A. Th. B. uit Rotterdam, die er van verdacht werd een 22-jarige telefo niste van het leven te hebben be roofd. Nadat hij het meisje had le ren kennen, had hij haar thuis be zocht. Dit gebeurde Zondag 2() Ju li. De volgende middag kwam men tot de ontdekking wat zich bij het meisje thum had afgespeeld. Er was geen spoor achtergelaten. Al leen was er een vaag signalement van de dader. B. werd aangehou den, doch moest wegens gebrek aan bewijs worden vrijgelaten. Zes weken nadien meldde hij zich bij de politie aan als de dader. Uitspraak 19 Maart. DIJKHERSTEL VORDERT. Vijf weken na de overstromingen van de le Februari, kan Rijkswa terstaat meedelen, dat eind Maart geheel Zuid-Holland, met uitzonde ring van Goeree-Overflakkee, zal zijn drooggevallen/Op Overflakkee bevindt zich bij Herkingen nog een gat, dat voor een gebied van 650 hectare water doorlaat. Uiteraard kon dit verheugende bericht slechts worden gegeven onder voorbehoud, dat tengevolge van eventuele zwa re voorjaarsstormen geen nieuwe dijkdoorbraken ontstaan. gebouwd met een serre, waarin op zomerse dagen toeristen zaten uit te kijken over het meestal stille plein, en waar Marinus, de manke ober, zijn servet over de schouder, roerloos stond te wach ten op een klant. In Het Wapen van Breeck had de dag zijn vaste orde. Men kon er om negen uur al een kop koffie krijgen, en soms kwam een vroe ge handelsreiziger op dat uur wel eens binnen. Marinus bediende dan in een roodgestreept jasje en als de koffie nog niet bruin was, haal de hij wel een bakje in de keuken. Maar de dag begon eigenlijk pas om kwart voor elven. Dan kwamen de stamgasten die hier iedere mor gen te vinden waren. De eerste was altijd meneer Ger rit) van Akerdom. Dat „Gerrit" moest er bij. Want er waren zoveel Van Akerdommen in Breeck. Je had er Jzn's en Gzoons en GAzoons maar „meneer Gerrit" dat was de oude heer, die hier vroeger de grote graanhandel had gehad Voor de coöperatie het leeuwendeel van de klanten wegsleepte. Half Breeck zo werd gefluisterd, was van me neer Gerrit geweest en al had hij menige veer moeten laten, hij ging, volgens dezelfde fluist'eraars, nog altijd voor geen paar ton op zij.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1953 | | pagina 6