~*Waalwijkse en Langstraatse Courant
1853-1953.
Gemeenteraadsverkiezingen
Uit Loonopzand's verleden.
DA
PO
Uit Binnen- en Buitenland
Ook Spierpijn
UIT EIGEN LAND
Perceels- en Akkernamen in het
Oude Venloon.
Dat opstijgend brandend
zuur, van Uw maag
tot hoog in de keel
:4 «n rheumatische pijnen
wrtjft U weg- met
VRIJDAG 15 MEI 1953
Uitgever
Waal wij kse Stoomdrukkerij
ANTOON XIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
DE ECHO W HEI ZUIDEN
0* - V
76e JAARGANG No. 39
Abonnement
18 cent per week
2.85 per kwartaal
2.60 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWfJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878.
SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121
TELEGR.-ADRES„ECHO"
Als we de situatie waarin de
katholieke kerk in Nederland van
daag verkeert, vergelijken met die
van honderd jaar geleden, blijkt er
lieel wat veranderd te zijn en in
veel opzichten niet in haar nadeel.
Het herstel der Bisschoppelijke
Hiërarchie in 1853 had niet op de
eerste plaats 'uiterlijke .betekenis
al valt die niet te onderschatten
veel groter is de geestelijke
draagwijdte, doordat het herstel
der kerkelijke organisatie een in
tensiever geestelijk leven mogelijk
maakte. Geleidelijk aan heeft het
katholicisme in Nederland zich
dan ook rijk ontwikkeld op religi
eus, sociaal, cultureel en politiek
gebied. Dit is mede te danken ge
weest aan een aantal voortreffe
lijke voormannen, die in waarheid
leiding wisten te geven, en vooral
door hun voorbeeld stimulerend
werkten Men denke aan Alber-
dingk Thijm, Schaepman, Ariëns,
Aalberse, slechts enkele namen uit
een indrukwekkende rij, en niet te
vergeten de bisschoppen, die ons
sinds 1853 hebben geleid, vanaf
Mgr Zwijsen tot kardinaal De
Jong. We mogen met de trots die
wortelt in de dankbaarheid en de
deemoed niet verdringt, zeggen dat
er iets, dat er veel bereikt is, niet
door mensenwerk alleen, maar met
de sterke hulp van Gods genade.
Is de geestelijke betekenis niet te
meten, voor tastbare bewijzen kun
nen we wijzen op de katholieke
sociale en politieke organisaties,
de katholieke universiteit, de ka
tholieke radio-omroep, de katho
lieke pers, de katholieke jeugdver
enigingen en vele andere uiterlijke
tekenen van een bloeiend katho
liek leven, dikwijls met grote moei
te gesticht in een tijd dat men de
noodzaak er van nog niet besefte
of de stoffelijke voorwaarden nog
nauwelijks aanwezig waren, maar
met laaie volharding tot stand ge
bracht en met elan tot bloei ge
bracht. De katholieken hebben,
sinds ze zich uit hun isolement
verlosten, een rol vervuld op elk
onderdeel van het openbare leven
en hun deel bijgedragen in de voor
uitgang van ons land. Zij kunnen
bogen op schitterende vertegen
woordigers op het gebied van we
tenschap en kunst, politiek en
journalistiek, economie en sociale
zorg. De besten onder hen hebben
zich geen meelopers getoond, maar
meer dan eens het initiatief geno
men waar ze dat nodig of wense
lijk achtten. Kortom, het katholie
ke element zou niet meer weg te
denken zijn uit de Nederlandse sa
menleving, als het al ooit weg le
denken zou zijn geweest. Hoe het
ook zij, het katholicisme zou deze
plaats nooit bekleed hebben als in
1853 niet de Bisschoppelijke Hiër
archie was hersteld.
Het is geen snoeverij, wanneer
dit met enige voldoening wordt
geconstateerd, het is slechts de
simpele erkenning van een feit en
wanneer dit er niet was geweest,
zouden de katholieken meer reden
hebben gehad om zich te beklagen
dan nu om zich te beroemen. Want
dat de katholieke kerk in Neder
land haar eigen leiders kreeg, was
geen gunst en geen krachttoer,
maar enkel een rechtvaardigheid.
Evengoed als elke organisatie heeft
elke kerk recht op haar eigen be
stuursvorm, zolang die niet in bot
sing komt met de openbare orde
en dat dit met de bisschoppelijke
hiërarchie het geval zou zijn, was
voor 1853 in Nederland voor som
migen een idee fixe, dat inmiddels
althans hier al lang naar het rijk
der fabelen is verwezen, doordat
de feiten het hebben achterhaald.
Nu kon mgr Alfrink onlangs zon
der tegenspraak met een gerust
hart verklaren, dat een godsdien
stig mens ook 'n goed staatsburger
is. Dat was ook honderd jaar ge
leden zo, al werd het toen niet zo
grif aanvaard. Dat lag evenwel niet
aan de godsdienst en aan de staat
maar ten dele. De gevoeligheden,
die destijds zo'n wrijving veroor
zaakten en zelfs tot onrechtvaar
digheden leidden, zijn langzamer
hand vrijwel afgesleten en de
christelijke onderlinge verdraag
zaamheid is nu in de meeste op
zichten een loffelijke realiteit. Zo
heeft het herstel der bisschoppelij.
ke hiërarchie mede geleid tot een
dieper wederzijds begrip en een
grotere waardering, gebaseerd op
kennis van eikaars standpunt, die
de geestelijke atmosfeer in Neder
land zeer ten goede is gekomen.
Men zou vele aspecten van het
eeuwfeest dat wij dezer dagen vie
ren, kunnen opsommen om te be
wijzen dat datgene wat door som
migen werd gevreesd als het be
gin van de ondergang, achteraf ge
zien slechts heeft gestrekt tot heil
van land en volk. De positie van
onvolwaardigheid der katholieken,
een noodzakelijk gevolg van de
toestand zoals die was, zou een
wezenlijke verarming hebben bete
kend van het maatschappelijke,
politieke en culturele leven in ons
iand, zoals hun actieve deelname
als volwaardige staatsburgers een
wezenlijke verrijking heeft bete
kend. Dit is niet plotseling, met
het jaar 1853 als keerpunt, ge
beurd. Zo goed als er voor dat jaar
katholieke mannen van gezag wa
ren, zijn er daarna geweest die
niet in alle opzichten een sieraad
voor de Kerk waren. Het herstel
der hiërarchie schiep echter gun
stige voorwaarden voor ontplooi
ing. Het zijn de generaties, onmid
dellijk aan de onze voorafgaande,
geweest, die de spits hebben afge
beten. Of liever gezegd, zij hebben
de weg gebaand en de grote stoot
gegeven tot de katholieke emanci
patie, die we vandaag voor een be
langrijk deel voltooid mogen ach
ten. Daarbij mogen we nooit ver
geten wat de figuren onder ons,
niet direct de beroemdste, maar
de beste, sinds 1853 hebben ge
daan en bereikt.
Mogen we dus tevreden zijn
Mogen we vol dankbaarheid op
onze lauweren gaan rusten, met
een daadloze herinnering aan wat
in het verleden is gepresteerd
De vraag zo stellen is een bevesti
gend antwoord er op veroordelen.
En dat kan ook niet anders. Voor
eerst zouden we door over ,,onze
lauweren" te spreken, roof plegen
op het voorgeslacht, dat er zelf
beslist geen prijs op zou stellen
daarop te rusten. Bovendien heeft
elke generatie haar eigen taak.
Een huis kan men afbouwen, zo
dat het voor de buitenwereld een
modelbouw is, terwijl er aan de
inrichting nog wel het een en an
der mankeert. Het huis is dan voor
een belangrijk deel voltooid, maar
in het beste geval zal het voor la
tere generaties een monument van
architectuur zijn. Hoe eerbied
waardig dat ook kan zijn, een le
vend organisme mag nooit een mo
nument worden. Het zou, getui
gend van een schoon leven in vroe
ger tijd, de nu levenden te schande
zetten. Er is zeker een katholieke
levensstijl, maar dat is geen star
uitvloeisel van de leer. Deze biedt
ruimte genoeg voor een soepele
stijl, die weliswaar niet van de
wereld is, maar wel in de wereld
en de tijd. Wordt mogelijk ener
zijds wel eens vergeten dat wjj
niet van de wereld zijn, soms krijgt
men anderzijds de indruk dat wordt
vergeten dat wij evenmin wereld
vreemd mogen zijn.
En het zijn juist over. het algemeen
niet de bisschoppen die achter de
ontwikkeling aanlopen of ze nege
ren en al wat sinds 1853 in de stijl
veranderd is,> in 1953 een gruwel
vinden. God beware ons voor de
Nederlandse stijl van 1853.
Maar hoe is het ondertussen met
het interieur van ons huis Wie
zal durven zeggen dat het voltooid
is Ongetwijfeld zijn de Neder
landse kajtlholieken tegenover de
buitenwereld- geëmancipeerd tot 'n
graad als men 100 jaar geleden niet
voor mogelijk had gehouden. Dat
is echter niet het enige, zelfs niet
het voornaamste. De kern van de
zaak is de innerlijke emancipatie,
die niet alleen bestaat in het op
heffen van een minderwaardig
heidscomplex, door eeuwenlange
onderdrukking gekweekt. Dit lijkt
het geschikte ogenblik om ons af
te vragen in hoeverre we er in ge
slaagd zijn onszelf op te voeden tot
„allround" katholieken, die de be„
leving van hun godsdienst niet be
perken tot Mishoren, Paascommu
nie houden en andere uiterlijke
verplichtingen. Als we eenmaal
kunnen zeggen dat we het gebod
van de naastenliefde in alle opzich
ten in praktijk brengen, zullen we
dicht bij het ideaal zijn. Wat in
houdt dat er nog heel wat te vor
men valt. En wat de emancipatie in
engere zin betreft, die zal niet vol
tooid zijn zolang de kruideniers
mentaliteit die in veel opzichten
onder katholieken nog heerst, niet
is uitgeroeid; zolang iemand die
het niet met iedereen eens is, nog
verdacht is voor bewezen is dat
hij ongelijk heeft; zolang persoon
lijke en groepsbelangetjes nog bo
ven het algemeen belang gaan; zo
lang oprechte bedoelingen minder
tellen dan het volgen van platge
treden paden. De naastenliefde
kan hier nog veel veranderen.
HONDERD JAAR KROMSTAF.
Boodschap van
Kardinaal Van Roey.
Z. Em. Joseph Ernest Kardinaal
Van Roey, Aartsbisschop van Me-
chelen, heeft in verband met zijn
komst Zaterdag aanstaande naar
Utrecht tot het bijwonen van de
feesten ter herdenking van het her
stel der Bisschoppelijke Hiërar
chie, de volgende boodschap aan
Katholiek Nederland gericht, wel
ke is opgenomen in „Omhoog", het
kerkelijk weekblad van het Aarts
bisdom.
,,In het vooruitzicht van mijn
overkomst naar Utrecht, wil ik
hier mijn innige voldoening uit
drukken over het voorrecht te mo
gen deelnemen als legaat a latere
van Z. H. de Paus aan de plechtig
heden, waarmede Katholiek Ne
derland het herstel van zijn Bis
schoppelijke Hiërarchie zal her
denken. Ik ben er zeker van, dat
alle Nederlandse katholieken met
vurige vroomheid dit eeuwfeest
zullen meevieren, daar het hen her
innert aan de overvloedige welda
den, die sedert honderd jaren
langs de Kerkelijke hiërarchie over
hun vaderland zijn neergekomen.
Moge deze merkwaardige gebeur
tenis een trouwe aanhankelijkheid
jegens hun Bisschoppen voor im
mer bevestigen."
Op Woensdag 27 Mei zal het Ne
derlandse volk weer ter stembus
gaan, nu om zijn meest directe ver
tegenwoordigers te kiezende leden
van de gemeenteraad. Enkele plaat
sen hebben het zover gebracht dat
daar geen verkiezingen hoeven te
worden gehouden, omdat men het
onderling zo goed eens was dat er
maar een candidatenlijst werd in
gediend, zodat de leden bij enkele
eandidaatstelling zijn gekozen. Dit
in lijnrechte tegenstelling tot an
dere plaatsen, waar de belangen
blijkbaar zo veelsoortig zijn dat
men zoveel mogelijk candidaten-
lijsten heeft ingediend. Een plaats
in de gemeenteraad is voor sommi
gen nog erg aantrekkelijk en zo
lang een gedeelte van het kiezers
volk eerder vraagt wie er zit dan
wat er wordt gedaan, maken ze al
tijd wel een kans om de begeerde
plaats te veroveren.
Nu is enkele eandidaatstelling
niet per se een ideaal, want wan
neer bijvoorbeeld in Rusland 99,9
procent op de enige lijst stemt, kan
men zich er van overtuigd houden
dat een groot gedeelte van de kie
zers niet aan zijn trekken komt.- Zo
lang die ene lijst dan ook geen ui
ting van de vrije volkswil is, is ze
een farce en een tamelijk goedkope
camouflage van dictatuur. Aan de
andere kant kunnen er omstandig
heden zijn die meer candidatenlijs-
ten noodzakelijk maken, omdat een
bevolking zodanig is samengesteld
dat niet alle belangen onder een
hoedje zijn te vangen, of liever ge
zegd omdat niet allen dezelfde op
vatting hebben over het algemeen
belang en de wijze waarop dat be
hartigd moet worden.
Dat is schijnbaar een vrij onbe
langrijke nuance, maar in werke
lijkheid een zeer belangrijk onder
scheid dat dikwijls over het hoofd
wordt gezien en dat vooral in de
gemeenteraden tot zijn recht moet
komen. Als het 'goed is, stellen de
candidaten zich niet beschikbaar
voor een bepaald groepsbelang,
maar voor het algemeen belang in
die politieke groepering die dat al
gemeen belang volgens hun opvat
ting op de juiste wijze voorstaat.
Evenzo kiest de kiezer strikt geno
men niet op de eerste plaats een
vertegenwoordiger voor zijn eigen
belangen, ofschoon hij als particu
lier natuurlijk wat egoïstischer mag
zijn dan de volksvertegenwoordi
ger. Het spreekt vanzelf dat het 'n
aanzienlijke mate van zelfbeheer
sing vraagt om zich, vooral in de
gemeentepolitiek, hieraan te hou
den. Niet zelden wordt de gemeen
tepolitiek als iets van lagere orde
beschouwd en daardoor niet als
goed doel, maar als gevolg een ter
rein voor persoonlijke strevingen,
die in zich niet verkeerd hoeven te
zijn, maar licht ontaarden in ijver
zucht. Niettemin is het gewoonlijk
niet zozeer arrogantie of zelfover
schatting als wel wanbegrip om
trent de functie van de gemeente
raad die de een of ander zich doet
opwerpen als vertegenwoordiger
voor het algemeen belang, terwijl
hij moeilijk daarvoor kan doorgaan.
Dat daarbij soms een zekere ran
cune komt die dan ten onrechte j&ls
heilige verontwaardiging wordt op
gediend is heel menselijk, maar wei
nig politiek. Zelfbedrog is nog tot
daar aan toe, omdat men er voor
lopig alleen zelf het slachtoffer van
is. Politiek echter vraagt een die
per inzicht en wie dat mist moet er
zich liever maar niet mee bezig
houden.
Ondertussen beginnen de propa
ganda-machines langzamerhand op
gang te komen en ongetwijfeld zult
ge de komende veertien dagen meer
dan eens een drukwerk in Uw bus
vinden waarin een partij of groe
pering zich aanprijst. Ge kunt al
die geschriften ongelezen laten,
maar dan missen ze hun doel. In
derdaad zijn verkiezingsnamfletten
meestal niet de geschikste voorlich
tingsorganen, als hoedanig ze ech
ter ook niet bedoeld zijn, wat niet
wil zeggen dat ze waardeloos zijn.
Propaganda is onmisbaar voor elke
openbare instelling of manifestatie
en zolang het geen leugenpropagan
da is kan zij U ook inzicht ver
schaffen in wat de een of ander
wil, want de wens is niet alleen de
vader van de gedachte, maar ook
van de propaganda. Dat wil niet
zeggen dat het doel de middelen
heiligt. Misleiding is niet goed te
praten ,ook niet in de politiek. Nu
is het natuurlijk de vraag wanneer
men van misleiding spreekt en de
een heeft wat dat betreft een rui
mer geweten dan de ander. Iets
voor waarheid uit te geven wat
igeen waarheid is, staat helemaal
niet mooi, maar is het fair iemand
een gedeelte van de waarheid te
onthouden? Men kan een fraai pro
gram op een verkiezingspamflet la
ten afdrukken, zo een dat op 't eer
ste gezicht iedereen kan onderschrij
ven. Als men echter enkele dingen
verzwijgt, is dat dan niet mislei
dend? Misschien ligt het meer aan
anderen dat het zo lijkt, omdat ve
len wel weten wat er staat, maar
niet wat er wordt verzwegen. Daar
om kan verkiezingspropaganda ge
vaarlijk zijn en als men ze niet ter-
zijde legt, dient men ze toch in elk
geval goed te lezen, anders misleidt
men zichzelf en raakt men door ei
gen schuldjhet spoor bijster. Als de
P.v.d.A. bijvoorbeeld het praedicaat
volkspartij voor zich gaat opeisen,
weet men dat zij verschillende groe
peringen van het volk stiefmoeder
lijk behandelt. Als zij meedeelt dat
bij haar,katholieken, protestanten,
humanisten en buiten-kerkelijken
een onderdak vinden, hoeft men
niet direct aan een allegaartje te
denken, maar men beseffe wel dat
zij in wezen a-religieus is en dat
christelijke belangen niet het vei
ligst aan haar worden toever
trouwd. Dit zijn zo enkele punten
waaruit blijkt dat men in deze da
gen extra op zijn hoede moet zijn
voor propaganda, omdat de wens
stemmen te winnen de waarheid
wel eens tekort kan doen doordat
alleen de schone zijde -vgordt ge
toond. Des te nauwkeuriger bestu-
dere men de keerzijde der medaille.
Zowel de Bossche Protocollen als
de Loonse Schepenprotocollen en
de gegevens uit het Leenhof van
Brabant te Brussel, getuigen van
de gryze oudheid van de benamin
gen van vele delen van Loon.
Zo spreekt een pachtcedulle in
de Bosse Prot. van 1387—-1391 over
de verkoop van een erftocht door
Jacob Peters-Steenwech en Mech-
tilt Jansdochter van Zidewinden
aan Elisabeth Janssoen Coninck
en haar schoonzoon Gijsbert van
Best. 't Gaat over 3 mud rogge
erfpacht, op St. Andriesdach in
Den Bosch te leveren, uit een hoe
ve bij „Loenermeer" in Venloen,
tussen de gemeijnte van 't dorp
Loen en Peter des Doven erf, ste-
ckende van de straet tot Loener
meer, en uit een stuk hei in Ven
loen, tussen Jan van den Steen-
wech en de gemeijnt. In 't zelfde
stuk wordt ook genoemd de „Rus-
telberch" aan geen kant van de
gemeijnt (de transactie had plaats
op 17 Jan. 1388). De gemeijnte"
waarvan hier sprake is, waren
stukken weide, soms ook wel hei
de, die de heer gratis voor ieder
dorpsbewoner beschikbaar stelde
om er hun vee op te laten grazen,
heide te maaien enz. Het „Loener
meer" was de „Galgenwiel".
,,De Lage gemeijnt" te Loon lag
en ligt nog tussen de „Loonsen
berg" en Huis ter Heide en is nog
bekend als „de gement
In 1504 is er sprake van een er
felijke pacht die toekomt aan heer
Roelof van Ottersdijck, priester en
capelaan te Breda. Deze ligt op 't
Craenven. In 't zelfde jaar wordt
genoemd een erfelijke pacht op 't
Erstelinge (Efteling) bij de „Crom-
Straete" tussen „Onservrouwen
huis" en de „Bierstege". Ook ligt
in die buurt „Clote hei". In 't zelf.
de jaar wordt ook gesproken over
een hoeve op 't Erstelinge, ge
naamd „Coelserrayinaeckershof"
en over een stuk land, gelegen te
gen de goederen van ,,'t Godshuis
van Egmont" (in de buurt van
Loonsendijlc), terwijl ook genoemd
wordt „Lambertsgeïach", dat gele
gen is achter „den Ouden Craen-
vensenberg" (de „Bartlenakker" in
diezelfde buurt is nog bekend).
„De Start", „de Tuimelaer" en
de „Twaalf gaerden" kende men
op de Vaert, terwijl de abdij van
Postel goederen bezat op 't Craen.
ven en op de Molenstraat onder
Loon.
In 1501 wordt op de Molenstraat
genoemd „Die Hofstat". Op 't
Craenven „de Vrande" en „Dat
Asen". In de Klokkenberg lag ,,'t
Veldhoen", „Pasmansgoed" en ook
,,'t Vlammend gewin".
De „Dijksehoef" die wij nog ken
nen, ontleent zijn naam aan Wil
lem Duijks. „Willem Duijksgoed"
wordt reeds in 1508 genoemd.
„Die quaedhoek" ligt dicht bij de
„Hoogebaen".
In 1508 wordt ook genoemd „De
Couwenberg"; 't is een brouwerij
en ligt, zoals 't betreffende stuk
zegt, „op 't Braenven". In werke
lijkheid echter was de „Couwen
berg meer noordelijk gelegen, n.l.
tegen ,,'t Erstelinge".
„Daniels Horst" ligt evenals
„Swertslioef" aan die kerekevaert
(1508). Op die Vaert had ook „Ma-
riënkroon" te Heusden enige bezit
tingen, blijkens een cedul uit 1514.
„Condt sij een ieglijken hoe dat
Gijsbrecht Henricks van Hoesden
als gemechtigd van de executoirs
des cloisters van Sint Marienkroen
binnen Hoesden hem heeft doen
richten enz."
In een acte van 1514 wordt voor
't eerst tot dan toe genoemd „De
Vaertkant",
Acto Anno 1514 den 24e dach
in September; Robbrecht van Gre-
venbrouck, heer tot Loon, heeft
uitgeven ende verpacht Jacop Mi
chael Witlox 21 lopen heivelt met-
kunt U blussen in een paar minuten, met
één of twee Rennies. Deze smakelijke
tabletten werken onfeilbaar, ook bij li.
Koop een pak bij Uw apotheker of dro
gist en zorg er voor altijd een paar bij
de hand te hebben. 21e zijn hygiënisch
verpakt, één voor één; zo practisch. En
onopvallend in te nemen zonder wa
ter of wat ook.
ten gronden ende toebehoirten of-
tedaeromtrent gelegen in de Pro-
chie van Venloen op „Ou straete"
met eene sijde nevens Spierinxhoe-
ve, beheltelijk theel van de hoeve
le blijven soe recht is, mette an
dere sjjde nevens een gemeijne
heerwech den heer voirschreven
toebehoirende, dat Nooreinde aen
die Vaertkant. Dies sal die Vaert
kant breet blqven anderhalff Bra
bantse roede, 'd ander eynde aen
die gesechte hoeve etc.
Op 22 Juli 1384 verkoopt Peter
Coelborne, pastoir en rector der
kereke van Venloen en Sprange
een stuk lands genaamd „Spapen-
camp", gelegen tegen Udenhout
aan Hendrik Roelofszoon van Zu-
likum.
Genoemde Hendrik verkoopt in
't zelfde jaar een stuk „wildert",
waarvan staat aangetekend dat het
de naam draagt „Theutonice" of
in 't Diets „veijne".
P. A. v. B.
Mr M. VAN THIEL VOORZIT
TER VAN DE MIJNRAAD.
In de vacature burgemeester
Kortman van Breda, is tot voor
zitter van de Mijnraad benoemd mr
M. I. P. G. van Thiel, sinds 1949
burgemeester van Wychen (bij Nij
megen). Burgemeester Van Thiel
zal het burgemeesterschap van z'n
gemeente blijven bekleden.
DE WATERSNOOD EISTE
1794 DODEN.
Schouwen het zwaarst getroffen
met 531.
De directeur van het Informatie
bureau van het Nederlandse Roo-
de Kruis verwacht, dat het aantal
slachtoffers van de watersnood
niet zal stijgen boven de thans ge
telde 1794. Van dit aantal zijn er
1504 geregistreerd; de overige 290
slachtoffers jworden nog vermist
of zijn nog niet geïdentificeerd.
Uit de door het Roode Kruis
gepubliceerde statistieken blijkt,
dat Schouwen-Duiveland 't zwaarst
getroffen gebied is. Het aantal
slachtoffers op dit eiland bedraagt
531. Van deze 531 slachtoffers
worden er thans nog 202 vermist.
Na SchouwenDuiveland volgt
Goeree Üverflakkee met 490 doden.
Op 56 na zijn alle slachtoffers op
dit eiland geborgen. Op het eiland
Tholen zijn 158 doden te betreu
ren; de stoffelijke overschotten
van drie inwoners van het eiland
worden nog vermist.
In Noord-West-Brabant vielen
249 slachtoffers, op Zuid-Beveland
96, Hoekse Waard en Beyerland
137, Voorne-Putten 27, Noord-Be
veland 50 St. Philipsland 10, Wal
cheren 5.
Rt W 21.
Bij de vele goederen, die het Ne-
derlandsche Roode Kruis van alle
kanten heeft ontvangen voor de
slachtoffers van de Watersnood, was
een doos met een opgezette kanarie.
Die kwam uit Portugal, tezamen met
kleding, versnaperingen en zeer vele
zeer nuttige zaken, die heel snel hun
weg vonden naar de noodgebieden.
Alleen de kanarie bleef achter.
„Wat doen we met die kanarie?"
vroegen de mensen van het Roode
Kruis; en omdat zij het zo gauw niet
bedenken konden, werd de kanarie,
keurig geregistreerd onder Rt W
21, opgeborgen bij de zaken waar
over nader beslist moet worden.
In het maandblad van het Neder-
landsche Roode Kruis werd een be-
schouwinkje aan die kanarie gewijd:
op het eerste gezicht lijkt het een on
mogelijk geschenk, maar als iemand
ng met die kanarie eens het liefste
heeft gegeven dat hij of zij bezat...
En ziet daar komt nu bij het
Nederlandsche Roode Kruis een
briefje van Ch. Papeveld uit Zierik-
zee
„Vandaag las ik in de krant, dat
er een opgezet Vogeltje bij U bezorgd
was en dat er in de krant stond dat
niemand weet wat er met dat ge
schenk gebeuren moet. Daar ik zelf
een slachtoffer van de ramp ben en
al mijn gevogelte verdronken is, was
mijn vraag of ik er niet voor in aan
merking kon komen. Daar wij het
eerste jaar toch niet aan nieuwe vo
gels kunnen denken, daar we nu geen
eigen huis hebben, zouden we toch
daaraan een aandenken hebben. Ho
pende, als het vogeltje nog aanwezig
is dat ik er in aanmerking voor mag
komen
Het spreekt vanzelf, dat de heer
Papeveld binnenkort de kanarie ont
vangt.
Slachtoffers in leeftijdsklassen.
De meeste slachtoffers zijn te be
treuren in de leeftijdsklasse van 5
tot en met 14 jaar. In deze groep
zijn er 157 jongens en 129 meisjes
verdronken. Daarna volgt de leef
tijdsklasse 40 tot en met 49 met
108 mannen en 111 vrouwen. Hier
na volgen resp. de leeftijdsklassen
1 tot en met 4 jaar en 60 tot en
met 69 jaar
De zwaarst getroffen plaatsen
zijn resp. Oude Tonge, Nieuwer-
kerk en Stavenisse met 305, 286
en 156 doden.
HOEVEEL RADIOLUISTE
RAARS TELT NEDERLAND?
Het aantal aangegeven radio
ontvangtoestellen in Nederland
bedroeg per 1 Mei 1953 1.776.965
tegen 1.766.369 op 1 April 1953.
Op 1 April 1953 waren er
483.866 aangeslotenen op 't Rijks-
radiodistributienet tegen 485.778
op 1 Maart 1953. Deze daling is 't
gevolg van 2885 afsluitingen in 't
rampgebied.
URGENTIEPROGRAM
MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF.
De drie Middenstandsbonden, sa
menwerkend in de commissie van
overleg van de Middenstandsvak-
centralen, hebben aan de ministers
van Financiën en Economische Za
ken en aan de staatssecretaris van
Economische Zaken een urgentie
program gezonden inzake de belas
tingen voor het midden- en klein
bedrijf. Dit program is gegroeid-
uit de moeilijkheden, die op het
Middenstandsbedrijf als geheel
drukken, teneinde de weg naar be
tere bestaansvoorwaarden te banen.
De aanbevelingen beogen dus de
financiële structuur der onderne
mingen te verbeteren door verrui
ming van de mogelijkheden van in
terne financiering. Ook laat men
zijn licht schijnen op de voortzet
ting van de bedrijfsuitoefening na
overlijden van een ondernemer door
weduwe of kinderen, mede met be
trekking tot de liquidatie- of over
drachtswinst.
NEDERLANDSE ASSOCIATIE
VOOR PRACTIJKEXAMENS.
De a.s. examens in boekhouden,
moderne bedrijfs-administratie en
handelscorrespondentie in Neder
lands,' Frans, Duits, Engels en
Spaans zullen worden afgenomen
op 16 en 17 Juni 1953 overdag en
22, 23 en 24 Juni 1953 des avonds.
De examens Spreekvaardigheid
vreemde talen worden gehouden in
Mei; Stenografie en Machine-
schrijven in Juli a.s.
Alle examens staan onder toezicht
van de Rijksgecommitteerde, dr H.
F. J. Westerveld, inspecteur van 't
Middelbaar en Gymnasiaal onder
wijs.
MINISTER WILSON;
AMERIKAANSE WAPEN
LEVERANTIES WORDEN
BESPOEDIGD.
Washington, 8 Mei De Ameri
kaanse minister van Defensie, Char
les E. Wilson, heeft gisteren tegen
over de Senaatscommissie voor bui
tenlandse betrekkingen verklaard,
dat de V.S. meer haast zullen ma
ken met de levering van wapens
aan hun Europese bondgenoten,
waardoor de totale waarde van de
diverse leveranties in het komende
belastingjaar circa 1.200 millioen
meer zal bedragen dan in het lo
pende fiscale jaar, dat 30 Juni ein
digt.
Alexander Wiley, de voorzitter
van de commissie, gaf na afloop
van de bijeenkomst de volgende
verklaring uit:
„Minister Wilson heeft de com
missie medegedeeld dat de regering
besloten heeft tot verlenging van
het programma voor de wederzijdse
beveiliging, aangezien zij geen re
delijk alternatief aanwezig acht. De
kosten, aan dit programma verbon
den, bedragen ongeveer tien pro
cent van de nieuwe defensie-begro
ting en de algemene opinie is, dat
de veiligheid van de V.S. meer ge
diend is met de reservering van
deze gelden voor de wapenleveran
ties aan onze bondgenoten dan met
de besteding er van aan de ver
sterking van onze territoriale ver
dediging. De minister heeft er
voorts op gewezen dat de aange
vraagde gelden werkelijk een mi
nimum vormen. Iedere verlaging
van deze post kan funeste gevolgen
hebben.