De Hertog die Waalwijk Stadsrechten gaf
4
Voor alles was hij beminnelijk
IÖANNES II. IOANNIS I.F. DVX BRAB.
3
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1953
3
Nooit heeft een Vorst zo tegen zijn zin oorlog gevoerd, maar wanneer
hij het niet kon vermijden, voerde hij hem ook dapper.
Soms komt het verleden tot ons; dat is, wanneer wij staan voor gebou
wen die dat verleden schiep, wanneer wij geschriften lezen, die in ver
voorbije tijd geschreven zijn, dat is ook wanneer wij feiten herden
ken, die in het verleden zijn gebeurd.
Waalwijk is nu 650 jaar stad. Op de Dinsdag na het feest van de
Heilige Lucia van het jaar 1303 heeft Jan de Tweede, die Hertog van
Brabant was in zijn paleis te Brussel het charter ondertekend, dat
Walewijc gelijke rechten toekende als de steden den Bosch en
Leuven.
En wjj hebben de gestalte van de Hertog tot ons willen doen komen,
vanuit het duister van een ver verleden willen plaatsen in het licht
van de 20e eeuw.
Wat zijn 650 jaren eigenlijk vergele
ken bij de duizenden jaren, dat de ge
schiedenis der mensheid geschreven
wordt. Niet veel voor een wetenschap,
die met grote kennis spreekt over tien
tallen eeuwen voor Christus, toen on
ze jaartelling begon. Maar is het zo
heel erg overdreven, wanneer wij zeg
gen, dat de wereld in de afgelopen zes
en een halve eeuw een grotere en he
vigere ontwikkeling heeft doorgemaakt
dan in al die duizenden jaren daar
voor
En daarom is dat eigenlijk nabije
verleden nog zo ver van ons en nog zo
duister voor ons mensen, die, afgezien
van de geschiedvorsers onder ons, zo
weinig vertrouwd zijn met deze tijd en
met de mensen die toen geleefd heb
ben.
Gij wilt weten, wat het voor iemand
was, die Waalwijk tot stad maakte
We zullen trachten een schets te ge
ven van zijn persoonlijkheid, iets niee
te delen over hetgeen hij deed en over
de tijd waarin hij leefde, en toen hij
zijn Walewijc tot stad verhief.
Uit oude boeken
In 1596 verscheen „Chroniques des
Dues de Brabant, composées par Adri
an Barlande, Iihetoricien de Lovain";
de levensschets van de Brabantse Her
togen, geschreven door Adrian Barlan
de een rederijker te Leuven. In dit
oude boek is slechts een klein gedeelte
gewijd aan de figuur van Jan de Twee
de, maar een belangrijke, hem zeer ty
perende zin staat hierin
„Nooit heeft een vorst zo tegen zijn
zin oorlog gevoerd, maar wanneer hij
t niet kon vermijden, voerde hij heni
ook dapper." De schrijver praat hier
echter kennelijk Jan van Boendaele na
die in zijn „Brabantse Yeesten" (De
geschiedenis van Brabant) schrijft
„Hi street node, als iet vernam;
„Maer als hi te velde quam
„Was bi coene, dat verstaet,
„Ende toende soe hoech ghelaet
„Dat alt volck van kerst'enhede
„verscoenen moehte daer mede
Ook latere geschiedschrijvers volstaan
met deze algemene typéring, zodat wij
gevoeglijk kunnen aannemen, dat het
geen oorlogszuchtig iemand was, de
Hertog die Waalwijk stadsrechten gaf
hetgeen niets wil zeggen van zijn dap
perheid, deze was er wellicht des te
groter door; en hetgeen ook niet wil
zeggen dat hij geen belangrijke wapen
feiten verrichtte; het tegendeel zal di
rect wel blijken.
De zoon van een groot vader
Maar hij was de zoon van Jan I, Jan
Primus, zoals hij nu nog befaamd is,
de veelbesproken en veelbezongen rid
der, van wie nog een aantal zeer scho
ne minneliederen afkomstig heten te
zijn en die het Hertogdom Brabant in
macht en aanzien heeft doen toene
men. Hij was een spectaculaire figuur,
die zijn Brabanders van overwinning
naar overwinning voerde en die door
zijn volk op de handen gedragen werd.
Te leven als opvolger van zo'n man is
geen voorrecht; men moet hem over
treffen of minsten toch evenaren, wil
men de hoogachting en het respect van
het volk in alle mate bezitten. Niet dat
Jan dc Tweede die niet bezat; Jan van
Boendaele schrijft zeer waarderend
over hem
„Dese ander Jan was een ridder stout
„Ende starf van daghen niet out.
„Scone, gracieus ende wel ghemaeckt,
„Ende van facunden wel gheraeckt,
„Soete van sinnen en sonder nijt
dat zijn eigenschappen die iemand al
lerminst misstaan; maar de herinne
ring aan Jan Primus heeft hij bij lan
ge niet kunnen uitwissen.
Een erg vroege verloving
Jan de Tweede werd in 1276 geboren,
als zoon van Jan I en Margreet van
Vlaanderen.
Reeds het volgend jaar was de kleine
Jan verloofd met Margaretha van
York, de oudste dochter van Eduard I,
de koning van Engeland, zoals de twee
vaders overeengekomen waren. Gij
weet, dat dat in vroeger tijden zeer al
gemeen was en dat de jongelui daar
nolens volens vrede mee moesten ne
men. Was het wonder, dat zij vaak op
een andere manier het gemis aan lief
de en werkelijke genegenheid compen
seerden
Op 30 Juni van het jaar 1290 is Jan
met Margaretha getrouwd; in West
minster had de plechtigheid plaats, die
vergezeld ging van onvergelijkelijke
feesten. De Engelsen waren zeer inge
nomen met de Brabanders.
We mogen aannemen dat Jan de eer
ste jaren in Engeland heeft vertoefd,
want toen in 1293 zijn vader Jan de
Eerste tijdens een tournooi dodelijk
werd gewond, bereikte hem deze tij
ding in Engeland.
Jan was niet in de gelegenheid de luis
terrijke plechtigheden mee te maken,
waarmee de begrafenis van zijn vader
in de kerk van de Cordeliers te Brus
sel gepaard ging, maar toch vertrok hij
zo snel mogelijk naar Brabant, hiertoe
genoopt door een toegewijde ijlbode,
die hem kwam ontbieden omdat er een
burgeroorlog dreigde. Met een kleine
vloot van drie schepen staken Jan en
Margaretha toen de zee over, en aan
stonds nam Jan maatregelen om de
rust te herstellen, in de verstoring
waarvan zijn oom de hand had.
Een van de vertrouwensmannen van
zijn vader, Henri Prochiaen, liet hij in
de kerker werpen, en toen de geeste
lijkheid van Brussel de gevangene liet
ontsnappen, onderging de deken van
de Sint Gudule, Jan van der Hellen,
hetzelfde lot. Deze ontsnapte niet
meer, tenzij door de dood..."...
Zo begon Hertog Jan de Tweede zijn
regering en ge kunt hieruit toch niet
concluderen dat hij met zich liet sol
len.
Ook niet door Aartsbisschop Sifroi
van Keulen, op wie hij het kasteel
Wassenberg veroverde en wiens gebied
hij te vuur en te zwaard verwoestte.
En ook niet door Philips de Schone,
tegen wie hij met vele andere vorsten
en hertogen een groot verbond tracht
te te sluiten.
Maar niettemin, Philips was een zeer
goed diplomaat, die op zijn beurt zich
verbond met andere machtshebbers.
In deze jaren lezen we ook van de on
enigheid tussen Floris V, graaf van
Holland en Guy van Dampierre, de
graal' van Vlaanderen, van de moord
op Floris door zijn samenzwerende
edelen, van welke moord ook Jan niet
onkundig heette te zijn, nademaal hij
zich verbonden had met de Heren van
Zeeland, die ook niet op zo goede voet
stonden met de graven van Holland.
In de winter van 12971298 bezocht
Eduard, Koning van Engeland en de
schoonvader van Jan de Tweede
Vlaanderen. Hertog Jan maakte hem
zijn opwachting in Gent, waar de ko
ning hem tot ridder sloeg; Eduard
kwam op zijn beurt naar Brussel om
zijn dochter Margriet te begroeten.
Het heet dat de koning zijn kostbare
tijd verdeed niet tournooien en feesten
en dat de soldaten die hem vergezel
den, zich in Gent niet zo erg braaf ge
droegen. Het kwam zelfs tot ongere
geldheden, waarbij de burgers van
Gent velen van de Engelse plunde
raars doodden.
Het verblijf-van Eduard bleek geen
succes te zijn geweest en zijn vertrek
was weinig eervol en een tegenvaller
voor de graaf van Vlaanderen, die in
hem een steun hoopte te vinden in zijn
strijd tegen de Fransen. Maar de rid
ders die Eduard vergezelden, voelden
niets voor een oorlog op het vasteland
en zij waren bovendien niet bepaald
goede vrienden met de Vlaamse bur
gers, voor wie zij maar ongelegen gas
ten waren.
Eduard vertrok en Guy bofte, dat hij
tenminste nog een wapenstilstand kon
sluiten met Philips de Schone.
Maar in 1300 liep dit verdrag ten ein
de en de Fransen begonnen hun vijan
delijkheden tegen de Vlamingen op
nieuw, totdat graaf Guy tenslotte nog
slechts over enkele steden zijn gezag
kon doen gelden en hij gedwongen was
met zijn zoon Robert de Koning in Pa
rijs te gaan smeken een einde te ma
ken aan zijn veroveringen. Deze ech
ter liet de graaf met heel zijn gevolg
gevangen nemen
Ondertussen, op 12 Juli 1300, had Jan
zich verzoend met Jan van Avernes,
de opvolger van graaf Floris V van
Holland; Jan zou pelgrimstochten on
dernemen en H. Missen laten lezen als
zoen voor de moord op graaf Floris;
en de heren van Cuyk en Heusden
hadden moeten beloven, niets meer te
gen de graven van Holland te onder
nemen.
Het gist in de lage landen
In deze jaren begon het zeer te gisten
in de lage landen; overal reclameer
den de ambachtslieden, die zich in gil
den verenigd hadden, tegen het feit,
dat zij uitgesloten waren van elke deel
name aan het bestuur van hun steden
zij verzetten zich tegen de afpersingen
en andere onrechtvaardigheden van de
stedenbestuurderen. In Vlaanderen, dat
nu geheel onderworpen was aan het
gezag van Philips, profiteerden zij van
de ontevredenheid, die de vreemde
overheersing te weeg had gebracht en
in 1301 brak er een algemene revolutie
uit, die gevoed werd door de grote
haardenBrugge en Yperen. Philips
besloot hier krachtig tegen op te tre
den en Godfried van Brabant, de oom
van Jan, haastte zich, zich bij het le
ger van Philips te voegen.
Het jaar 1302 is een groot jaar gewor
den in de geschiedenis van Vlaanderen
en nog het vorige jaar vierden onze
Zuiderburen de 65Öe herdenkingsdag
van de slag bij Kortrijk, waar de
Vlaamse gilden de elite der Franse
ridderschap genadeloos versloegen.
Maar hetgeen in 't Graafschap Vlaan
deren gebeurde, had ook zijn weerslag
in Brabant. Ook hier begon het te gis
ten en vooral in Mechelen was 't zeer
onrustig. Hertog Jan haastte zich de
stad een grote vorm van autonomie,
van zelfbestuur te geven. Zo kreeg de
stad het recht haar financieel beleid
geheel zelfstandig te voeren, zonder
de controle van de gemachtigde van
de Hertog. Inplaats van door enkele
gezagsdragers bestuurd te worden,
werd de stad nu democratisch gere
geerd.
togen had toebehoord, maar waarvan
Jan i ten gunste van de graven van
Holland afstand had gedaan. Jan II
wilde dit gebied weer bij Brabant voe
gen, maar de Brabantse aristocratie,
die over het algemeen meer Frankrijk
toegedaan was dan Vlaanderen en
Vlaanderen zou Jan steunen in zijn
strijd wilde hier niet veel van we
ten en men wees hem er op, dat hij on
gelijk had, net bezuiden-Dordtse óp te
eisen; dan kon hij beter zijn rechten
doen gelden op het stuk Zeeland tui
sen de Maas en de Schelde.
Maar de Hertog bleef ditmaal bij zijn
voornemen, al wist hij dan ook dat het
erg moeilijk was voor deze onderne
ming de steun te krijgen van zijn bur
gers en vazallen. Herhaalde malen liet
Jan afkondigen dat het geen plicht
was, dat men hem hulp verschafte in
de vorm van geld en manschappen,
maar dat dat geheel vrijwillig diende
te gebeuren.
Dat hielp blijkbaar, want de historie
verhaalt ons, dat Jan zijn troepen aan
voerde naar Holland, dat hij Sint Geer-
truidenberg veroverde en optrok naar
Dordrecht. Van deze stad echter heeft
hij zich geen meester kunnen maken.
Waalwijk verwoest
De Brabantse troepen werden terugge
dreven en achtervolgd door de Dordte-
naren, die onder bevel stonden van
Nicolaas, Heer van Putten en Strijen;
tot Waalwijk kwamen de Hollanders
en zij bezetten de stad en namen
wraak op de Brabanders door Waal
wijk, de jonge stad, geheel te verwoes
ten; dit was in het jaar 1304, één jaar
nadat Hertog Jan de stad haar rechten
gaf.
„Jan de Tweede, zoon van Jan
een oude prent uit „Croniques des
Ook Waalwijk
In die tijd, lezen wij, gaf Hertog Jan
aan vele dorpen stadsrecht; aan Ge-
mappe, aan Leuven, Brussel, Tienen,
Antwerpen, Herenthals en ook aan
Waalwijk.
Waalwijk onze goede stad, staat eigen
lijk een beetje onwennig tussen al de
ze steden, die zo veel Zuidelijker gele
gen waren. Het is buiten allé kijf, dat
deze steden in Zuidelijk Brabant, het
tegenwoordige België, hun stadsrech
ten kregen, omdat ze die, in navolging
van de steden in 't graafschap Vlaan
deren, voor zich opeisten. Maar wij ge
loven dat er alle reden is aan te nemen
gelijk op meerdere plaatsen in dit blad
wordt beweerd, dat Waalwijk vooral
om strategische redenen door de Her
tog met het stadscharter werd begif
tigd. Maar elders in deze editie treft U
meer aan over de stadsrechten en het
stad zijn van Waalwijk.
x.x.x
In het begin van de 14e eeuw geviel
het ook, dat Hertog Jan begerige blik
ken begon te werpen naar het gebied
ten Zuiden van Dordrecht, dat als
leenheerlijkheid aan de Brabantse Her-
de Eerste. Hertog van Brabant"
Dues de Brabant par Adrian Barlande"
En dit feit, gelijk ook de andere ram
pen, die Waalwijk in zijn latere ge
schiedenis zouden treffen, mogen we
zeker als een van de voornaamste re
denen beschouwen, waarom Waalwijk
zich niet heeft ontwikkeld, zowel wat
het uiterlijke aanzien van de stad be
treft als wat betreft haar bestuurs
vorm, zoals andere steden uitgroeiden.
x.x.x
Maar wij spraken over Jan de Tweede
en wat zijn leven en zijn regering ken
merkte.
De nederlaag die hij leed, gelijk ook de
nederlaag die de Vlamingen leden,
noodzaakte hem zijn houding ten op
zichte van Frankrijk enigermate te
wijzigen. Philips stond de Brabanders
weliswaar toe vrijelijk handel te drij
ven op Frankrijk, als zij maar geen
betrekkingen onderhielden met de Vla
mingen.
Deze en andere eisen van Philips irri
teerden de Vlamingen dermate dat on
lusten wederom het gevolg waren en
deze geïrriteerdheid schijnt ook bete
kenende invloed te hebben gehad op
Brabant, want wij lezen, hoe hier de
wevers en de vollers, dat zijn de laken-
bereiders, zich oproeriger toonden dan
ooit tevoren; in de jaren 1305 en 1306
werden de onlusten die de ambachts
lui veroorzaakten, steeds groter.
Om een beetje in de buurt te blijven:
De burgerij van Den Bosch, een' aan
zienlijke stad, bijvoorbeeld kwam in
opstand, maar zij moest het hoofd bui
gen tenslotte en werd gedwongen zwa
re represaille-maatregelen te onder
gaan.
In Brussel schroomde de bevolking
niet, de huizen der edelen plat te bran-
dert en openlijk het gezag van Herto
gin Margaretha te miskennen, toen
deze haar invloed wilde aanwenden
om de wanorde in orde te herstellen.
Dat kon Jan, die elders vertoefde, niet
over zijn kant laten gaan. Hij trok op
naar Brussel en sloeg zijn tenten op bij
Vilvoorde, waar de patriciërs zich bij
hem voegden. De ambachtslui waren
toen zo driest, hem aan te vallen; Jan
echter behaalde op hun al te ongeor
ganiseerde benden een gemakkelijke
overwinning, hij achtervolgde hen tot
in hun stad; zijn paard, zo verhalen
de kroniekschrijvers, werd onder hem
weggeschoten, maar dit kon hem niet
verhinderen zich bloedig wraak te
schaffen voor de oneervolle wijze
waarop men zijn Hertogin had beje
gend.
De wevers en vollers werden buiten de
stadsmuren gejaagd en hun werd ver
boden daar des nachts te vertoeven.
De ergste amok-makers werden levend
begraven en groot waren de boeten die
de stad moest betalen.
Jan Secundus was een zachtaardig
regeerder, maar zo het nodig was, was
hij onmeedogend streng. En niet alleen
Brussel en Den Bosch ervoeren dat,
ook voor andere steden die tegen zijn
gezag opstonden, kende hij geen par
don en zo gebeurde het, dat' verschil
lende steden hun rechten geheel of ge
deeltelijk weer verloren, zoals Leuven,
Tienen en Antwerpen. Zijn goede bur
gers van Waalwijk echter bleken het
hem niet lastig te hebben gemaakt.
In Brabant had de adellijke burgerij
gewonnen, in tegenstelling tot Vlaan
deren waar de democratische bestuurs-
wrmen grotendeels gehandhaafd ble
ven.
De regering van Jan de Tweede is ook
nog gekenmerkt door de moeilijkhe
den, die de Joden van de zijde van de
bevolking ondervonden.
Aan het begin van zijn regeringsperi
ode had Jan het toegelaten dat de Jo
den publiekelijk hun woekerpraktijken
uitoefenden. Maar Paus Clemens V
verklaarde zich er tegen en hieraan
moet ongetwijfeld toegeschreven wor
den de volkswoede, die tegen hen los
barstte. De joden werden mishandeld
en gedood. Toen stond Jan hen toe
een toevlucht te zoeken op zijn kasteel
te Gemappe, maar de volksmassa's
trokken op en belegerden het kasteel.
Jan riep zijn vazallen ten strijde en
met moeite wist zijn leger de bedreig
de joden te ontzetten.
De dood van Hertog Jan II
Hertog Jan leed, gelijk ons de geschie
denis leert, aan galsteen; deze kwaal
verergerde dermate, dat hij in 1312 op
advies van zijn raadsheer besloot naar
Parijs te gaan, waar hij heil verwacht
te te vinden bij de beroemde genees
heren, die hij bekwaam genoeg hoopte
hem te kunnen genezen. Maar deze
reis werd hem noodlottig; inplaats van
er genezing te vinden, werd zijn toe
stand in Parijs steeds erger. Hij keer
de terug naar Brabant en overleed op
17 October van het jaar 1312. Met gro
te plechtigheid begroef men hem in
het priesterkoor van de Sint Gudule
te Brussel; op zijn graf plaatste men
een monument waarop een grote ko
peren leeuw zat.
Jan was geen leeuw, verre van dat
maar niet dat hij niet moedig is ge
weest; zijn wezen echter haakte naar
gans andere dingen dan het krijgsbe
drijf.
Hij was goed voor zijn onderdanen, zo
deze zich zijn goedheid waardig toon
den. De laatste dagen van zijn leven
verleende hij zijn onderdanen belang
rijke gunsten; het scheen of hij, het
voorbeeld volgend van zijn vader Jan
I en zijn grootvader Hendrik III, de
gedachtenis aan hem gunstig wilde
doen zijn.
Jan de Tweede, zo karakteriseerde een
geschiedschrijver hem, maakte eerder
een zwakke indruk dan een actieve en
energieke; hij liet zich door zijn om
geving beïnvloeden, liever dan zijn ei
gen wil te volgen, maar soms was deze
wil hard en sterk.
Zijn zoon Jan III, die „de vreedzame
genoemd werd, volgde hem op. Hij
was, zegt Adrian Barlande, „een goede
zoon van een goede vader".
Zijn regering was moeilijk om de gro
te schulden, die zijn vader en grootva
der hem hadden nagelaten
x.x.x
x.x.x