dag-
VROOM DREESMAM
uoens
prijzen
m
Hei Brabanis Orkesi
LANDBOUW
)E OPDRACHT
ROBERT MERSHAM
speelt Bach en Beethoven
2'
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 9 NOVEMBER 1953
2
ALLEEN GELDIG
WOENSDAG 11 NOVEMBER
's-HERTOGENBOSCH
TILBURG - HELMOND
Doodop?
PLEEGZUSTER
BLOED WIJN
Met Herman Krebbers als solist
BEETHOVEN'S
VIOOLCONCERT.
Heren sportbroeken en
singlets, prima kwaliteit
interlock, In de maten 4 45
A er, 7
Machinegaren, pr. katoen,
nrs. 36-40-50, zwart en
wit, 500 yds. klos 45c
SCHRIFTELIJKE EN TELEFONISCHE
BESTELLINGEN WORDEN HIEROP
NIET AANGENOMEN
i
Theedoeken, katoen,
frisse ruiten, gezoomd
en gelust, i%Oc
63x63 cm. 07
Warme kameelharen
pantoffels, in mooi ruit-
dessin, met prima rubber-
zolen, maten 41-47 2.45
4 95
36-40 1
Ruitstof, wollen kamgaren, Garage en auto, opvouw-
1 30 cm. br., groot kleuren- baar, met friction drive, een
assortiment, (benodigde stof leuk St.-Nicolaas ^10
voor een rok 85 cm.) ^90
per meter
cadeau
Theebeurs, prima vulling
en leuke plastic bekleding,
handige knipsluiting ^25
Kolenzeef, met prima ge
galvaniseerde 4 15
draadbodem,
Leverworst speciaal, uit
export partij,
per 200 gram
Gevulde carmels, naar
oud Engels recept, AAc
per 250 gram
Kolenkit, prima zwart
emaille, flinde maat 2^®
Leuke kinderhandschoe
nen, zuiver wol, m. dubbele
boord, in bruin, groen, wit,
korenblauw, rood en marine,
maat 5-7 2.60 2^0
maat 2-3
Garnituur, best uit bretel
les en sokkenhouders van
prima elastiek in 3 kleuren,
een practisch en voordelig
St. Nicolaas-cadeau, O 50
in luxe verpakking
Karl May boeken, 194
pagina's, gebonden uitvoe
ring, o.a. Winnetcu's Dood
en De Schat aan £1K c
het Zilvermeer
kon de gemeente aanspraak maken
op de helft van de tijd en de ar
beidskrachten.
We kunnen, besloot hij, Sprang-
Capelle niet voor gaan schrijven,
dat doen we zo dan gaat die ge
meente deze regeling natuurlijk
niet met ons aan en zijn we aange
wezen op de twee andere mogelijk
heden.
De heer van Dongen verzekerde
nogmaals dat Waspik nu maar een
aanhangsel was alles was georiën
teerd op Sprang-Capelle de rechts
zekerheid van de ambtenaren was
erg gering. Op het moment kon hij
zijn stem aan dit voorstel niet ge
ven.
De voorzitter betoogde dat de be
langen van beide gemeenten gelijk
waren en op gelijke wijze werden
behartigd. Bovendien moest men
steeds de practijk van dergelijke
regelingen afwachten.
De heer van Dongen was van me
ning, dat men eigenlijk beter zich
aan kon sluiten bij de dienst Noord-
Brabant West, waarop de voorzitter
repliceerde dan heeft U dezelfde
regeling, U betaalt hetzelfde en U
kunt maar enkele uren per week
aanspraak maken op de deskundige.
Bovendien is dit wel een zeer groot
ambtelijk apparaat.
De heer van Dongen stelde hier
tegenover, dat Waspik heel weinig
perspectief bood op het gebied van
de woning- en industriebouw, in
tegenstelling tot Sprang-Capelle,
dat heel andere vooruitzichten bood
en waar heel wat meer werk voor
die dienst zou zijn, zodat het toch
er op neer zou komen, dat de amb
tenaren voor die gemeente het
meeste werk verrichtten.
Maar de voorzitter wees op de
bepaling, dat de technicus in iedere
gemeente twee dagen zitting zou
houden, terwijl hij de overige 1%
dag nodig zou hebben voor het bij
werken van de administratie.
De heer van Dongen echter was
van mening, dat deze twee dagen
heel gauw minder zouden worden,
wanneer bleek, dat hier lang niet
zoveel werk was.
B. en W., antwoordde de voor
zitter, zullen streng de hand hou
den aan deze bepaling en als blijkt
dat men met minder uren kan vol
staan, dan zal dat eerst in de raad
gebracht worden.
De heer de Glas was ook van
mening, dat er geen voldoende em
plooi voor hem zou zijn, waarop de
voorzitter repliceerde dan had de
raad deze regeling niet aan moeten
snijden. Ik zie bovendien niet in,
dat hij hier geen werk voor 2 da
gen zou hebben, wanneer we straks
beginnen met het saneren van de
woningen.
De heer van Iersel diende hierna
een amendement in, zoals hij zei,
waarbij de raad besloot een com
missie te benoemen ter bestudering
van het ontwerp. Maar de voorzit
ter achtte het niet nodig hierover
te stemmen hij zou het voorstel
van B. en W. in stemming brengen
en als de raad hier tegen was, dan
zou blijken dat hij een commissie
wenste.
STEMMINGEN.
Ergo, het voorstel werd in stem
ming gebracht en de heren Kamp,
de Glas, Zijlmans, van Dongen, van
Spaandonk en van Iersel verklaar
den er zich tegen, zodat het voor-
Stel met 6 tegen 5 stemmen werd
verworpen.
Impliciet had de raad zich dus
uitgesproken voor een commissie,
waarna men tot benoeming van 5
leden overging.
De uitslag van de eerste stem
ming was: van Iersel 11 stemmen,
van Dongen 9, van den Broek 9,
van Spaandonk 6, Zijlmans 6 en
Verduyn 6, Kamp 4, de Glas 3,
Timmer s 1.
Zodat de heren van Iersel, van
Dongen en van den Broek gekozen
waren en er een tweede stemming
nodig was over de resterende twee
zetels.
De tweede stemming had tot uit
slag van Spaandonk 8 stemmen,
Zijlmans 5, Verduyn 4, Kamp 2,
Timmers, de Glas en van den Broek
1 stem.
Nu was de heer van Spaandonk
in de commissie gekozen en was er
een herstemming nodig tussen de
heren Zijlmans en Verduyn, bij
welke stemming de heer Zijlmans
8 stemmen behaalde en de heer
Verduyn 3.
versterkt
De voorzitter wees er ten slotte
nog op, dat wanneer de commissie
wijzigingen voorstelt en deze dooi
de raad worden geaccepteerd, dat
dan de raad van Sprang-Capelle
hier ook in gekend moet worden.
Gaat die raad hiermee niet accoord,
dan zal de gemeente Waspik ge
noodzaakt zijn te kiezen tussen een
aansluiting bij de dienst Noord-
Brabant West of een ambtenaar in
eigen beheer te benoemen.
RONDVRAAG.
Na de uitvoerige behandeling van dit
agendapunt stelde de voorzitter de rond
vraag aan de orde, van welke gelegen
heid de heer van den Broek gebruik
maakte, door te vragen of B. en |W.
reeds besloten hadden wat er zou gebeu
ren met de grond tussen de Carmelieten-
straat en de A. Verschurenstraat. Dit
perceel bleef een steen des aanstoots zo
wel voor de huurder als voor de om
wonenden. Waspik-Boven was toch al
zo schaars bedeeld met schoon, zou het
niet mogelijk zijn dit gedeelte te beplan
ten.
B. en W. «antwoordde de voorzitter,
zouden dit eens bekijken.
De heer Zijlmans vroeg voorts of er
iets besloten was ten opzichte van het
Spoorpaadje.
Daar liggen veel percelen aan, ant
woordde de voorzitter, en het is de vraag
of al die mensen een stukje grond er bij
willen hebben. Niettemin waren er reeds
meerdere aanvragen binnen en in een van
de volgende vergaderingen zouden B. en
W. met een voorstel dienaangaande ko
men.
De heer van Dongen wilde dn dit ver
band B. en W. in overweging geven zelf
een strook te houden voor het schoon
maken van de sloot, waarop de voorzit
ter antwoordde, dat hier al rekening mee
was gehouden. De grond zou niet ver
der verkocht worden, dan het pad liep.
Vervolgens vroeg de heer van Don
gen of de voorzitter al iets mee kon de
len over de uitslag van de enquete met
betrekking tot de gasvoorziening.
De uitslag van deze enquete was nog
niet bekend, nog steeds kwamen de for
mulieren binnen, maar in de volgende
vergadering zou de voorzitter dienaan
gaande wel het een en ander kunnen
meedelen.
DE LOTERIJWET EN
HAAR TOEPASSING.
Enkele gemeentenaren hadden de heer
van Iersel verzocht te vragen hoe het
kwam dat het vorige jaar de kanariever
eniging een loterij mocht houden, nadat
deze echter eerst afgewimpeld was, en
waarom die loterij nu helemaal afgewim
peld was.
De voorzitter wilde voorop stellen dat
B. en W. geen verantwoording schuldig
waren aan de raad, over hun uitvoering
van de loterijwet.
Niettemin wilde de voorzitter het
standpunt van B. en W. te dezen op
zichte wel uiteen zetten.
In het verleden was met de loterijwet
nogal de hand gelicht en daartegen wa
ren zowel van administratieve als van
justitionele zijde bezwaren gemaakt. En
de minister had herhaaldelijk gewezen op
het ongeoorloofde hiervan.
Het gemeentebestuur heeft te overwe
gen, aldus de voorzitter, of de loterij
wordt gehouden voor een vorm liefda
digheid, voor een doel de wetenschap of
de kunst betreffende, of het algemeen
belang. B. en W. weigeren tegen beter
wetén nog toestemming te geven voor
een loterij die een van deze doelen niet
beoogt.
Met betrekking tot de loterij van „Vo-
gellust" is er naar de mening Van B. en
W. geen sprake van een van de ge
noemde doelstellingen, daar de loterij uit
sluitend gehouden wordt tot dekking Van
de kosten van een te houden tentoon
stelling. Hier is geen sprake van kunst
maar van handel, terwijl het algemeen
belang er niet mee wordt gediend.
Met betrekking tot de winkeliersver
eniging die ook een loterij had aange
vraagd, ligt de zaak anders; 50 van
de nominale waarde van de loterij wordt
afgedragen voor Santos; maar eigenlijk
eiste de wet een percentage van 70
Na deze uiteenzetting verlangde geen
der leden meer het woord, zodat de voor
zitter gevoeglijk de openbare vergadering
kon sluiten.
Wanneer Het Brabants Orkest aanstaande Dinsdag naar Waal
wijk komt om daar te concerteren in Musis Sacrum, dan is het
Orkest niet voor het eerst de gast in onze stad. Integendeel,
reeds herhaalde malen hebben wij het als een zeer welkome
gast mogen begroeten en toonde de Waalwijkse bevolking in de
meeste gevallen ook zeer dit bezoek te appreciëren. En wij ho
pen dat dit morgen ook weer het geval zal zijn, wanneer het
Orkest onder auspiciën van de Kunstkring optreedt. Der ge
woonte getrouw geven we voor onze belangstellende lezers
concertbezoekers een korte i nleiding op het programma.
SINFONIA JOH. CHR. BACH
Als eerste werk speelt een orkest
in de meeste gevallen de ouverture
tot een of andere opera en wanneer
dan Het Brabants Orkest zijn con
cert opent met de Sinfonia in Bes
gr. t. van Johann Christian Bach,
dan maakt het op deze gewoonte
geen uitzondering, want het werk
werd oorspronkelijk geschreven als
de ouverture voor de opera Lucio
Silla. In weinig opzichten gelijkt
de zoon Johann Christian op zijn
beroemde vader Johann Sebastian
en ook zijn werk ademt een geheel
nieuwe geest. Zijn Sinfonia is een
bewijs, hoe snel en afdoende hij
zich aan de grote invloed van zijn
vader heeft onttrokken, al willen
we hier natuurlijk allerminst mee
zeggen dat die invloed verkeerd
was, integendeel. Nu echter is Jo
hann Christian instede van een
epigoon te worden, gegroeid tot een
zelfstandig kunstenaar, wiens wer
ken nog steeds graag worden ge
speeld.
En bovenal zijn Sinfonia in bes
gr. t., die zelfs de weg vond naar
de muziekkiosken.
De indeling van dit werk in drie
delen (vlug langzaam vlug)
was de geijkte vorm voor de Napo-
litaanse ouverture en zou ook be
palend worden voor de Symphonie-
vorm. Het eerste gedeelte, allegro
assai, is geschreven in de klassieke
sonate-vorm, behoudens een klein
verschil, en kent twee duidelijk
aan elkaar tegengestelde thema's,
waaraan door de strijkers nog een
derde thema wordt toegevoegd.
Zeer mooi is ook het tweede deel,
het andante, geschreven in de ron
do-vorm de befaamde hobo-soli
kunnen hier gelden als coupletten,
waarvan het refrein een zeer be
kend zangerig thema vormt.
Het derde deel is eveneens een
rondo. De strijkers spelen de voor
zin, het gehele orkest de nazin en
opmerkelijk is bij dit deel in het
tweede couplet een prachtige wis
selwerking tussen strijkers en bla
zers.
BEETHOVEN'S
TWEEDE SYMPHONIE.
Op de meeste concerten die Het
Brabants Orkest hier gegeven heeft
hoorden we een werk van de grote
componist Ludwig van Beethoven,
een reuze-verschijning onder al de
genen die ooit muziek schreven en
zullen schrijven. Meerdere van zijn
9 Symphonieën hebben we hier
reeds gehoord en thans zal het
Waalwijkse publiek kennis kunnen
maken met zijn 2e Symphonie in D
gr. t. op. 36, die hij in 1803 vol
tooide. Het werk draagt, evenals de
eerste symphonie, een vrolijk en
zonnig karakter, en dat verbaast
ons wanneer wij weten, hoe Beetho
ven juist in die tijd vreselijk ge
plaagd werd door de gedachte aan
zijn steeds erger wordende doof
heid. Maar hij was een krachtige
persoonlijkheid, die zijn werk aan
greep om er zich aan staande te
houden, die zich niet liet deprime
ren, al gaf hij vaak uiting aan zijn
verscheurende inwendige strijd.
Maar hiervan merken we niets in
dit vriendelijk werk, dat wordt ge
opend met een langzame inleiding
(Adagio molto). Een elegante gol
vende melodie vormt het hoofdthe
ma van het eerste deel (Allegro con
brio), dat wordt ingezet door de
alten en violoncellen. Het tweede
thema heeft veel weg van een
marsmuziek (dit in tegenstelling
tot de normale vorm van de klas
sieke symphonie). Het motief wordt
gespeeld door de klarinetten en fa
gotten, terwijl de strijkers lange
tijd een klein begeleidingsfiguurtje
herhalen. Het tweede thema wordt
besloten met een episode waarin
forse accoorden optreden en een
plotselinge dynamische tegenstel
ling wordt gemaakt, die even een
draVnatisch accent aan deze muziek
dreigt te geven.
Het tweede gedeelte (Larghetto)
is geschreven in de trant van de
pastorale, het is poëtisch en vre
dig, romantisch, van een typisch
Oostenrijkse mentaliteit (Beetho
ven woonde vanaf 1792 in Weenen).
Het derde deel is volkomen een
scherzo, flitsend en grillig, maar
altijd beheerst door een meester
hand na het eerste deel, het eigen
lijke scherzo, volgt het Trio, dat
begint met een simpele melodie in
de hobo's, met hetzelfde motief als
dat van het scherzo, maar dan in
dalende lijn het derde deel vindt
zijn bekroning in de Finale, een
schuimend stuk muziek, waarin
speciaal in de lange coda een groot
elan wordt ontplooid.
Na de pauze van het concert zal
Herman Krebbers, concertmeester
van het Residentie-Orkest, over
wie we reeds enkele bijzonderhe
den vermeldden, met Het Brabants
Orkest het vioolconcert in D gr. t.
op. 61 van van Beethoven spelen.
Het is het enige vioolconcert dat
Beethoven schreef, maar hiermee
heeft hij zich dan ook geplaatst in
de allereerste rijen van degenen
die dit genre beoefenen. Het is een
edel werk, van een zeldzame ver
fijning, die echter de kracht niet
uitsluit.
Het eerste deel begint met vier
paukenslagen op de grondtoon, die
heel het eerste deel blijven beheer
sen. Er zijn twee duidelijk te on
derscheiden hoofdthema's. De ca
dens gaat over in het tweede the
ma, dat in een diepe ligging ge
speeld wordt. In het tweede deel
omspeelt de solist meestal de mooie
melodieën van het orkest. Het slot
deel is een zeer karakteristiek
Rondo.
We hopen tenslotte, dat velen van
dit mooie concert zullen genieten.
HERFSTBEMEST1NGS-
ADVIEZEN.
Nu de meeste gewassen het veld weer
hebben geruimd en de herfst inmiddels
weer zijn intrede heeft gedaan, lijkt het
ons goed even stil te staan bij die mest
stoffen welke thans met succes kunnen
worden uitgestrooid.
Afgezien van de herfstbemesting van
stikstof of wintergranen, koolzaad e.d.,
bepalen wij ons nu meer bij de fosfaat-,
kali- en kalkbemesting. Wat betreft de
fosfaatbemesting is de tijd nu rijp om,
in de eerste plaats op de kalkbehoeftige
gronden (te lage pH) Thomasmeel te
strooien.
Van de verschillende kalimeststoffen
kunnen wij de chloorhoudende soorten
(Kalizout 20 40 of 60 het beste
in dë herfst toedienen. Dit met het oog
op chloorbeschadiging bij gewassen wel
ke hiervoor gevoelig zijn (aardappelen,
tabak, stambonen, wortelen, vruchtbo
men e.a.).
De kalkmeststoffen dienen waar nodig
ten spoedigste te worden gestrooid en zo
mogelijk door de bouwvoor gemengd.
Pas dan zal men voor een volgend oogst
jaar een volledig rendement kunnen ver
wachten.
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden".
VAN
door Martin Verduyn.
7)
Hoe wanhopig hun situatie ook
was, er was maar één ding te
doen: verder gaan. Achter z'n ogen
brandden tranen, toen hij naar de
Crownby keek, maar zijn gelaat
was als uit steen gehouwen, toen
bij begon te spreken: „Binnen een
half uur moeten wij deze plaats
verlaten hebben. Onze kansen zijn
natuurlijk gering. Alleen zij die in
staat zjjn te lopen gaan mee. Onze
eerste taak is prof. Nichols te vin
den en hem naar Leopoldville te
brengen. Wat er ook gebeurt, dit
is onze opdracht, tot de laatste
man.
„Brent en Hartley", hier wend
de hij zich tot de overlevende sol
daten, „jullie zorgen voor de wa
tervoorraad. Wees er zuiniger op
dan op je leven. Neem zoveel mo
gelijk mee. Verder de lichte muni
tie. Voedsel zullen wij onderweg
moeten vinden. Ieder kan slechts
één rantsoen meenemen. Water en
kogels zijn nu belangrijker. En
vergeet ook de tabak niet. Eergeant
Dunwell neemt het commando van
luitenant Crownby over. Zorg er
voor, dat voor luitenant Crownby
voldoende water en voedsel in zijn
onmiddellijke bereik wordt achter
gelaten."
Zijn stem had bij de laatste woor
den een harde klank gekregen. Als
priemen drongen de ogen van zijn
mannen hem in het hart. In ieder
van die vermoeide ogen las hij de
ontstelde vraag: „Neem je hem
niet mee
Maar het waren soldaten en zij
kenden hun commandant en zwe
gen. De openlijke reactie kwam van
de vrouw. Zij zag doodsbleek en
ongelovig keek zij Mersham aan.
Uit haar stem klonk onverholen
afschuw toen zij zei: „Moet ik uit
uw woorden opmaken, dat u die
arme jongen achter wilt laten, ka
pitein Mersham? U weet heel goed
dat hij nooit van dat voedsel en
water zal gebruiken. Als hij niet
verzorgd wordt, is hij binen enkele
uren gestorven."
„Wat u zegt is volkomen juist,
miss Andrews", antwoordde Mers
ham, met een intonatie van ver
weer in zijn stem. „Toch zullen wij
luitenant Crownby moeten achter
laten."
„Maar dat is beestachtig...."
riep het meisje verontwaardigd.
Mersham werd een ogenblik
heel bleek. Zijn stem was nu uiterst
gereserveerd, toen hij antwoordde:
„Met Crownby vloog ik meer dan
twintig maal over Duitsland. Sa
men bombardeerden wij Hamburg
en Berlijn en wij vochten boven het
Ruhrgebied. Wij zijn vrienden. Als
Crownby nu bij bewustzijn was,
zou hij niet anders willen. Ik heb
een opdracht te vervullen en die
luidt „Breng prof. Nichols en zijn
assistente naar Leopoldsville".
„Is het daarvoor nodig een ge
wonde te laten sterven?"
„In dit geval is het niet mogelijk
mijn vriend mee te nemen. We
kunnen niet wachten en zijn ver
voer door de jungle is onmogelijk
met de beschikbare krachten."
„Denkt u dan alleen aan uw op
dracht?" vroeg Marion wanhopig.
„Ik vrees dat ik zo'n mentaliteit
als „Befehl ist befehl" bezit",
snauwde Mersham. „Als intellectu
eel, met een verantwoordelijk on
derzoek belast, moest u de nood
zaak van mijn instructies kunnen
inzien.
„Verstandelijk hebt u gelijk, ka
pitein Mersham, maar hebt u geen
hart?" interrumpeerde Flanders
ijskoud.
„Ja, hebt u geen hart?" zo viel
Marion Flanders bij.
„Dat kunt u de jongens vragen",
antwoordde Mersham kort en met
een ruk keerde hij zich om naar
Crownby.
Achter zich hoorde hij het zachte
snikken van het meisje en 't zwij
gen van zijn mannen was als een
oordeel over hem. Mersham dacht
aan een dorpje in Californië niet
ver van Los Angeles. Hij was eens
met Kerstmis daar gelogeerd ge
weest, bij Crownby's moeder. Een
lieve, oude dame van Engelse af
komst, die een buitengewoon lek
kere plumpudding kon klaar ma
ken en die aanbeden werd door
haar zoon. Wat zou hij haar moeten
zeggen als hij ooit levend hieruit
kwam? „Ik heb uw zoon laten ver
rekken. Hij is dood. Maar de op
dracht...." Kon een vrouw dit
ooit begrijpen? Zelfs een geleerde
vrouw als die miss Andrews, die
volkomen de konsekwenties van 'n
mislukte zending als deze overzien
kon, zelfs zij stond daar weerloos
te huilen. Het maakte Mersham ziek
dat stille snikken, het lijdende ge
laat van zijn vriend en de hoog
hartige critiek van zijn onderge
schikte, Flanders. Was 't die hels-
groene schemer, de klamme hitte
die het lichaam verstijfde, het mo
notone gegons van millioenen ve
nijnige kleine diertjes en hun felle
beten, en het verdriet over Crown
by, die hem zijn zelfbeheersing de
den verliezen
„Waarom betrekt de regering in
Godsnaam vrouwen in de oorlog.
Jullie met je vervloekte emancipa
tie-waanzin. Daar sta je nu met je
nuchtere intellect te snotteren als
een klein kind, terwijl je niets an
ders doet dan moordwapens uit
denken" schreeuwde hij woest.
„Crownby sterft hier niet voor zijn
genoegen, maar dank zij professor
Nichols, de grote atoomgeleerde,
dank zij jullie vervloekte weten
schap."
Nooit zou Mersham de wanhopi
ge blik vergeten waarmee 't meisje
hem aanzag. Zij kromp onder zijn
woorden ineen. Zij had geen ver
weer tegen deze grote brute man,
met zijn harde gelaatstrekken en
onredelijke woorden.
Zijn type was haar volslagen on
bekend.
Wel voelde zij zich diep ge
kwetst, maar zij was niet boos. In
tuïtief voelde zij het diepe verdriet
dat achter de woorden van Mers
ham verscholen lag en werd zij zich
bewust van de zedelijke kracht die
in deze man triomfeerde over hu
mane gevoelens. Met een plotselin
ge vreemde zekerheid voelde zij,
dat naastenliefde zonder een sterk
ontwikkeld verantwoordelijkheids
gevoel, zonder een aanvaarding van
streng gezag, op zichzelf waarde
loos is.
Zij stond hier voor een type met
een mentaliteit, dat schaars gewor
den is in deze moderne wereld van
zoetelijk humanisme en brute
machtswellust. Deze kapitein wilde
kennelijk van beide niets weten.
Het opperste gezag was voor hem
niet een subjectief gevoel, minder
nog een bepaalde willekeurige
macht, maar werd door hem be
paald dooreen zedelijke opdracht
in dienst van de gemeenschap.
Deze vorm van humanisme was
tenslotte de hoogste, die van het
offer voor een doelstelling. Marion
wist dit alles op dit vreselijke mo
ment met grote zekerheid. Ook
voelde zij zich mede schuldig aan
het onverklaarbare gedrag van
professor Nichols. Even keek zij
schuw naar Mersham op en zij las
pijn in zijn grijze ogen, de smart
van een sterke man, die een plicht
vervult tegen zijn diepste gevoe
lens in. Impulsief greep zij zijn
hand.
Wordt vervolgd.