Waalwijkse en Langsiraaise Courant
E.l.l. verslag over het derde kwartaal 1953
Uit Binnen- en Buitenland
DE SINT ANTONIUSSCHOOL
bestaat 25 jaar
UITBREIDING MIDDELBARE VAKSCHOOL
Voortgezette gunstige ontwikkeling der bedrijvigheid
m T ■-
Gevonden.
voor de Schoen- en Lederindustrie
MAANDAG 16 NOVEMBER 1953
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TÏELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
76e JAARGANG No. 91
Abonnement
18 cent per week
2.35 per kwartaal
2.60 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux: GROTE STRAAT 205, WAALWIJK
TEL. 2621
OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002.
Watersnood verminderde werkloosheid in West-Brabant
met bijna 70 procent.
Het Economisch-Technologisch Instituut voor Noord-Brabant
dat zijn verslag over het derde kwartaal 1953 heeft uitge
bracht, kon hierin weer een optimistisch geluid laten horen
in die zin, dat de gunstige ontwikkeling in de bedrijvigheid
waarvan over het eerste half jaar melding gemaakt kon wor
den, zich in het derde kwartaal heeft voortgezet. Hoewel de
werkloosheid nog boven het rijksgemiddelde ligt, werd ze in
de periode September 19521953 toch gehalveerd, waarte
genover de werkloosheidsdruk gemiddeld in Nederland
„slechts" met ongeveer 42% afnam.
Gunstig beeld t.o. 1952
Uit een overzicht dat wordt ge
publiceerd blijkt dat de sterk in
Noord-Brabant vertegenwoordigde
bedrijfstakken, waaronder de leder
en schoenindustrie, eerder het ge
middelde industrie-productiecijfer
over de eerste 8 voor 1953 zeven
.maanden van 1953 hebben ge
drukt, dan dat zij3 tot de huidige
hoogte van deze index hebben bij
gedragen. Het algemeen indexcijfer
voor 1953 is 157 (1938: 100). Voor
de leder- en schoenindustrie is dat
eveneens 157, voor de textiel 136,
voor voedings- en genotmiddelen
108, voor de sigaren 73, maar voor
de metaalnijverheid 204. Het hoge
algemene productiecijfer is dus voor
een groot deel te danken aan de
metaalnijverheid, die ook de enige
bedrijfstak is die in 19511952 geen
inzinking vertoonde.
Dit neemt intussen niet weg, zegt
het verslag, dat het juist de bedrijfs
takken zijn die een zeer vooraan
staande plaats innemen in de indus
triële. structuur van onze provincie,
die van 1952 tot 1953 een gunstige
ontwikkeling hebben vertoond. Voor
de schoen- en lederindustrie steeg
bijvoorbeeld het productiecijfer van
133 tot 157, terwijl het algemene
cijfer steeg van 142 tot 157, wat een
toeneming betekent van resp. 18 en
11 procent. Het sterkst steeg de si-
garenindustrie, n.l. 30%, maar ze
blijft toch nog aanzienlijk beneden
het algemeen gemiddelde. De spe
cifiek Noordbrabantse bedrijfstak
ken zijn dus voor een belangrijk ge
deelte door hun inzinking na 1951
heengekomen.
Toeneming der consumptie.
Ook het hoeveelheidscijfer van 't
verbruik ontwikkelde zich steeds
meer in opgaande richting. Het ge
middelde verbruik in de maanden
Januari t.m. Juli lag dan ook op een
niveau, dat, als gemiddelde over
deze 7 maanden, in geen der voor
afgaande jaren werd geregistreerd.
De grootste toeneming vertoont het
verbruik van voedingsmiddelen, n.l.
tot 105 t.o.v. het gemiddelde 100
van 1949. Het totaal verbruik blijft
hier met 99 nog onder.
Voor de in Noord-Brabant belang
rijke bedrijfstakken als de textiel
nijverheid en de schoenindustrie,
die zijn ingesteld op de voortbren
ging van producten die onder de
duurzame consumptiegoederen wor
den gerekend, is het ongetwijfeld
van betekenis dat kan worden vast
gesteld dat de verbruiksbeperking,
die in deze groep van goederen bij
zonder zwaar drukte indexcijfer
voor 1952: 86 thans tot een einde
schijnt te komen. Weliswaar is het
verbruiksniveau van deze goederen
nog lang niet op het peil van 1952
(98) teruggekeerd, maar er is toch
zeer duidelijk een ommekeer in de
gewenste richting merkbaar.
Ondertussen dringt het E.T.I. aan
op bevordering van de export, om
dat de toeneming der beroepsbevol
king in deze provincie een werkge-
legenheidsuitbreiding vraagt, die
niet begrensd wordt door de afzet
mogelijkheden welke de relatief
trager groeiende bevolking van Ne
derland aan de in Noord-Brabant
gevestigde bedrijven biedt.
Verder dalende werkloosheid.
Het peil van de werkloosheid in
Nederland is, na de snelle daling
welke tengevolge van de Februari-
ramp gedurende de maand Februari
is opgetreden, nog steeds verder af
genomen, zodat eind September een
werkloosheidsniveau werd bereikt,
dat nog aanzienlijk lager was dan
het aantal werkzoekenden einde
September 1951, n.l. resp. 1,9 en 2,3
procent van de mannelijke beroeps
bevolking. Behalve aan de werk
zaamheden tengevolge van de wa
tersnood, moet dit ook worden toe
geschreven aan de toegenomen be
drijvigheid in het economisch leven,
wat blijkt uit het verloop van het
aantal bij de Arbeidsbureaux open
staande aanvragen voor mannelijk
personeel gedurende 1953 en in ver
gelijking met 1952. Het aantal aan
vragen steeg n.l. van 30 April tot
30 September nog van 18.298 tot
30.787, en van 30 September 1952 tot
30 September 1953 van 12.938 tot
30.787.
Met betrekking tot de werkloos
heid in Noord-Brabant kan uit de
cijfers dezelfde gevolgtrekking ge
maakt worden als met betrekking
tot de productie, waar het de voor
Noord-Brabant de belangrijkste be
drijfstakken geldt. Het aantal werk
lozen nam van 30 September 1952
tot 30 September 1953 af van 18.188
tot 9.144 of in procenten van de
mannelijke beroepsbevolking van
4,8% tot 2,4%. De oorzaken zijn de
zelfde als voor Nederland in zijn
geheel. De daling doet zich dan ook
voor over de hele linie. Het aantal
aanvragen naar arbeidskrachten
steeg van 30 September van het vo
rig jaar tot dezelfde datum van dit
jaar van 1191 tot 3163 en het aan
tal werkloze jongens beneden 19
jaar daalde van 1606 tot 485. Tussen
31 Januari en 30 April daalde het
van 1338 tot 306.
Conclusie.
„De recente ontwikkeling van het
economisch leven in Nederland en
in onze provincie beknopt samen
vattend, menen wij te mogen con
cluderen, aldus het verslag, dat het
thans verstreken gedeelte van 1953
een verheugende opleving van het
economisch proces heeft opgeleverd.
Nog meer dan voor het Rijk als ge
heel geldt dit voor de provincie
Noord-Brabant, waar de voor een
belangrijk gedeelte op verzorging
van de nationale markt afgestemde
bedrijven de gunstige invloed heb
ben ondervonden van de verhoging
van het consumptieniveau in ons
land. De aangekondigde maatrege
len van de rijksoverheid tot stimu
lering van het binnenlands verbruik
zullen vermoedelijk aan de werk
gelegenheidsontwikkeling in Noord-
Brabant ten goede komen, al mag
niet worden vergeten dat de uit
zonderlijk sterke groei van de be
roepsbevolking in deze provincie
een, althans ten dele, op buiten
landse afzet georiënteerde werkge
legenheid onvermijdelijk doet zijn".
Nadere gegevens.
De cijfers over de werkloosheid
in Westelijk Noord-Brabant tonen
duidelijk aan hoezeer de werkge
legenheid daar verband houdt met
de herstelwerkzaamheden in het
rampgebied. De mannelijke werk
loosheid omvatte op 30 September
van het vorig jaar 5646 personen en
op 30 September 1953 1670, een ver
mindering dus met 3976, terwijl er
ongeveer 2500 in het watersnood-
gebied werkzaam zijn. Ook in de
overige gebieden van Brabant
heerst geen ernstige werkloosheid:
in Centraal en Oost-Brabant ver
minderde de werkloosheid van
12.347 tot 7375, dus met 4972 of 60
procent.
Onder de 142 Brabantse gemeen
ten namen de Langstraatse gemeen
ten met betrekking tot de manne
lijke werkloosheid eind Juli 1953
de volgende plaatsen in (de cijfers
tussen haakjes hebben betrekking
op 1952): Vlijmen 17 met 35 per
mille (63, 37); Heusden 87 met 11
p.m. (108, 19); Loon op Zand 94
met 9 p.m. (115, 17); Waalwijk 98
met 9 p.m. (89, 27); Drunen 108
met 6 p.m. (117, 16); Waspik 117
met 5 p.m. (112, 18); Sprang-Capel-
le 125 met 4 p.m. (110, 19); Geer-
truidenberg 129 met 3 p.m. (93, 25)
Raamsdonk 131 met 3 p.m. (68, 34).
Het kantoor Waalwijk van de Ar
beidsbureaux telde op 31 Juli 100
mannelijke werklozen, waaronder
40 in de schoen- en lederindustrie;
op 31 Augustus 78, waaronder 26 in
de schoen- en lederindustrie en op
30 September 99, waaronder 30 in
de schoen- en lederindustrie.
Uit een overzicht van de bedrij
vigheid in de metaalnijverheid, die
pl.m. 30% van de mannelijke be
roepsbevolking werk verschaft,
blijkt dat het aantal arbeidsplaat
sen tussen 1930 en 1950 bijna is ver
dubbeld: van 28.300 tot 55.800. In
de laatste vier jaar zijn er 3300
nieuwe arbeidsplaatsen bijgekomen.
Tenslotte beschouwt het verslag
de toekomstige ontwikkeling van
de werkgelegenheid in de Brabant
se landbouw, welke beschouwing
tot de conclusie leidt dat, hoewel de
mogelijkheden in de tuinbouw gro
ter zijn dan in de landbouw, in
Noord-Brabant de mogelijkheden
tot uitbreiding van de agrarische
beroepsbevolking niet groot zijn.
De grote agrarische bevolkingsgroei
brengt echter enerzijds de noodzaak
met zich mee de aanwezige kansen
zo goed mogelijk te benutten, an
derzijds dient, eveneens als gevolg
van de bevolkingsdruk, met grote
omzichtigheid te werk wordt ge
gaan.
NIEUWE VESTIGINGSWET
AANGENOMEN.
De Tweede Kamer heeft de nieuwe
vestigingswet bedrijven z.h.s. aanvaard.
Van socialistische zijde werd geen amen
dement ingediend om ook 't behoefte
element in de wet op te nemen.
Bij de replieken werd nog wel over
dit hoofdpunt van het debat gesproken.
De heer Schilthuis (PvdA) betoogde, dat
het behoefte-element de deur niet blij
vend zou sluiten. Gegadigden moeten in
dit geval enkel wachten tot er weer
plaats is. Maar in deze gedachtengang
zat voor minister Zijlstra nu juist de
grondfout. In een kamer of een zaal kan
men een aantal plaatsen nauwkeurig be
rekenen, aldus de bewindsman, in het
economisch leven is de behoefte echter
in feite onmeetbaar.
BETALINGSBALANS
BEVREDIGEND.
Over het algemeen mag het resultaat
van de betalingsbalans in het eerste half
jaar van 1953 zeer bevredigend worden
genoemd. Tot deze conclusie komt mi
nister Van der Kieft in een nota aan de
Tweede Kamer over de betalingsbalans
in het eerste halfjaar van 1953.
Het is vooral verheugend, aldus de mi
nister, dat de lopende rekening in Ame
rikaanse dollars zich in gunstige zin
bleef ontwikkelen, vooral als gevolg van
toenemende uitvoer naar en afnemende
invoer uit het dollargebied.
MR DONKER i BESTAAN VAN
NESB EEN ONDULDBARE
UITDAGING.
Het bestaan alleen reeds van fascis
tisch getinte organisaties, hoe klein ook,
moet na het leed, dat het nationaal-
socialisme aan het Nederlandse volk
heeft toegebracht als een onduldbare
uitdaging worden beschouwd. Wanneer
de ingestelde strafvervolging tegen enkele
leiders van de Nationaal Europese Soci
ale Beweging (NESB) een negatief re
sultaat oplevert, zal minister Donker niet
nalaten de bestaande wettelijke voor
schriften zó aan te vullen of te wijzigeh,
dat voorkomen kan worden dat derge
lijke organisaties zich ongestoord kunnen
ontwikkelen. Dit blijkt uit de Memorie
van Antwoord op het voorlopig verslag
inzake de begroting van Justitie.
Wanneer de rechterlijke beslissing: de
NESB is een verboden vereniging, in
hoogste instantie wordt bevestigd, za)
aan de hand van het Besluit Ontbinding
Landverraderlijke Organisaties strafrech
telijk worden opgetreden tegen hen, die
toch lid zouden blijven van dergelijke
organisaties.
616 POLITIEKE DELINQUENTEN
NOG IN STRAFGESTICHTEN.
Het aantal politieke delinquenten, dat
thans nog in strafgestichten verblijft, be
draagt 616. Het zijn nagenoeg alle lang
gestraften. Onder hen bevinden zich 42
personen, die zich aan zuiver politieke
misdrijven hebben schuldig gemaakt. Het
ligt niet in de bedoeling van de minister
van justitie hen voor amnestie in aan
merking te laten komen.
OVERDRACHT VAN NIEUW-
GUINEA THANS NIET MEER
VERANTWOORD.
„Zolang de hoop bestond, dat in In
donesië stabieler verhoudingen zouden
terugkeren, waren wij bereid om de wen
sen van Indonesië met betrekking tot
Nieuw-Guinea tegemoet te komen. De
toekomst van Indonesië lijkt thans echter
somber. Onder die omstandigheden zou
het in alle opzichten onverantwoord zijn
om overdracht van souvereiniteit te be
pleiten en dit is dan ook niet van ons te
verwachten." Het was de heer Goedhart
(PvdA), die deze verklaring gisteren in
de Tweede Kamer aflegde bij de behan
deling van de begroting van „Overzeese
Rijksdelen".
REGERING WEIGERT MEDEWER
KING AAN VIERDAAGSE.
De Nederlandse regering heeft beslo
ten zich in het vervolg te onthouden van
het verlenen van medewerking, in welke
vorm dan ook, aan het organiseren van
enig wandelevenement.
Zij heeft dit besluit „tot haar leedwe
zen genomen, omdat de sinds lang be
staande moeilijkheden op het gebied van
de wandelsport tussen de NBvLO en de
NWB niet tot een oplossing blijken te
kunnen worden gebracht.
Er zullen maatregelen getroffen wor
den om te voorkomen, dat door militai
ren en Rijkspersoneel in ambtelijk ver
band aan dergelijke evenementen zal
worden deelgenomen.
Dit besluit van de Regering heeft tot
gevolg, dat er in 1954 waarschijnlijk geen
Vierdaagse gehouden zal worden. Zon
der de steun en medewerking van de
Overheid is de organisatie van een der
gelijk evenement welhaast onmogelijk.
DOODVONNIS VOOR MOSSADEQ,
MAAR GRATIE ZEKER.
In de spiegelzaal van de gevangenis
van Saltanabad bij Teheran heeft de
openbare aanklager in het proces-Mos-
sadeq zijn requisitoir gehouden. Hij eiste
de doodstraf tegen de voormalige minis
ter-president van Perzië. De beklaagde,
die bij het horen hiervan een flauwte
kreeg, werd met wat vlugzout bijge
bracht. Even later stond hij ziedend van
woede op. „Hak me maar het "hoofd af.
Dood me maar", schreeuwde hij thea
traal. De 72-jarige Mossadeq kon zich
deze comedie veroorloven, omdat hij
weet dat het volgens de wet verboden
is in Perzië iemand ter dood te brengen
die meer dan 60 jaar oud is.
LIJK MET SCHOTWOND
De Arnhemse gemeentepolitie heeft in
een woning op de Hommelse weg te
Arnhem het lijk gevonden van een vrouw,
de 33-jarige M. H„ die vermoedelijk
reeds in de nacht van Zondag op Maan
dag jl. tengevolge van een schotwond is
overleden. In verband hiermee is te
Maastricht de bewoner van het bewuste
pand, de 48-jarige magazijnbediende J.
W. aangehouden. Hij zou een volledige
bekentenis hebben afgelegd.
36 DODEN BIJ VLIEGRAMPEN.
Dertig mensen zijn omgekomen bij een
vliegtuigongeluk in de buurt van Cordo
ba (Argentinië). Een passagiersvliegtuig
kwam hier in botsing met een militair
toestel.
Bij Napels stortte een Amerikaanse
bommenwerper op een huis. Vermoede
lijk zijn vijf Amerikaanse militairen om
het leven gekomen. Volgens een onbe-
vestigend bericht werd een zevenjarig
meisje in het huis eveneens gedood en
werden zeven andere burgers gewond,
van wie enkele ernstig.
Toenemende belangstelling uit de industrieën.
Op Woensdag 11 November had
in Den Haag de aanbesteding plaats
van de bouw van de uitbreiding
van de looierij van de Middelbare
Vakschool voor de Leder- en
Schoenindustrie met de daaraan
verbonden verbetering van de in
richting van deze practijkruimte.
Na het openen der brieven bleken
de hieronder volgende firma's voor
de daarachter genoemde bedragen
te hebben ingeschreven:
L. J. Rosli en Zn, Tilburg 149.773
Joh. v. Boxtel, Vught 150.501)
L. G. Nijssen, 's-Bosch 152.200
F. Couwenberg, Waalwijk 158.400
A. v. Hulten-Krol,
Waalwijk f 162.000
G. Coppens, Waalwijk 162.500
Wed. A. Aarts en Zn,
Waalwijk 162.900
M. Kleijngeld en Zn,
Waalwijk 163.990
Gebr. de Bonth, Nw'kuijk 164.974
A. Rozenbrand,
Sprang-Capelle 169.700
C. A. v. Berkel, Tilburg 171.000
J. E. Haspels,
Babyloniënbroek 1 171.000
A. P. Brekelmans,
Udenhout 174.750
G. G. Ploegmaker,
Berghem 178.190
Gebr. Torremans, Tilburg 196.850
A. Hendriks en Zn,
Rosmalen 198.500
In aansluiting hierop willen wij
er gaarne uitdrukking aan geven
dat wij ons over dit bericht zeer
verheugen, omdat daaruit blijkt dat
de afdeling Lederbereiding van deze
school nu werkelijk de bedrijfsruim
te en uitrusting zal krijgen waaraan
dit onderwijs zo dringend behoefte
heeft. Het bestuur van de school
heeft er veel tijd en moeite aan
moeten besteden om de betrokken
Ministeries van de noodzakelijkheid
van deze op zich zelf vrij kostbare
verbetering te overtuigen, en wij
menen dat er dan ook alle reden is
om dit bestuur op deze plaats zeer
met het nu bereikte succes geluk te
wensen. Wanneer men weet dat de
tegenwoordige practijkruimte oor
spronkelijk bestemd was voor 8 a
10 leerlingen en dat er nu 29 leer
lingen, verdeeld over twee klassen,
aan de tegenwoordige cursus deel
nemen, dan spreekt de dwingende
noodzaak van deze uitbreiding en
vernieuwing eigenlijk voor zich zelf.
Het belang van een dergelijke ver
betering wordt dan verder nog ge
accentueerd door het feit, dat deze
school de enige in Nederland is,
welke door middel van haar dag
cursussen een opleiding geeft voor
de vorming van leidende krachten
voor de leder- en schoenindustrie
en het zal een ieder duidelijk zijn
dat een dergelijke school in deze
tijd van industrialisatie over de best
mogelijke inrichting en outillage
dient te beschikken. Alleen onder
die omstandigheden zal het moge
lijk zijn de opleiding op een zodanig
peil te handhaven, dat de betrokken
industrie deze werkelijk als een
bron kan beschouwen voor het aan
trekken van krachten, die later in
staat zullen zijn de bestaande goede
positie van de Nederlandse produc
ten op dit gebied in de internatio
nale concurrentiestrijd te behouden
en nog te verbeteren.
Met recht kan men dus zeggen
dat de bloei van deze school een
groot belang voor de leder- en
schoenindustrie betekent, d.w.z.
voor die beide industrieën, waarin
in deze streek zovelen hun bestaan
vinden. In het feit, dat het Ministe
rie van O. K. en W. tenslotte zijn
toestemming voor deze bouw heeft
gegeven, kan men reeds een aan
wijzing zien dat deze bloei inder
daad bestaat, maar een duidelijke
bevestiging daarvan krijgt men wel
door het bericht dat de beide dag
cursussen gedurende de laatste ja
ren voortdurend volledig tot over
bezet zijn geweest. Het reeds ge
noemde aantal van 29 leerlingen
van de afdeling Lederbereiding,
wordt nog overtroffen door 't aan
tal (31), dat aan de dagcursus van
de afdeling Machinale Sehoenfabri-
cage deelneemt. Beide afdelingen
zijn dan ook zodanig tot de uiterste
grpns gevuld, dat men genoodzaakt
is geweest enkele leerlingen bij ge
brek aan plaatsruimte af te wijzen.
Onder deze leerlingen bevinden
I zich vele zoons van leder- en
schoenfabrikanten, waaruit men de
gevolgtrekking kan maken dat de
ze fabrikanten het onderwijs, dat
op de school gegeven wordt, wer
kelijk doelmatig vindén Voor ie
mand, die voorbestemd is om in 't
verdere deel van zijn leven een
schoenfabriek te leiden. Daarnaast
treft men er ook een behoorlijk
aantal leerlingen aan, die na het be
halen van hun getuigschrift, een
betrekking in de industrie door
sollicitatie trachten te verkrijgen
en dan wordt de doelmatigheid van
dit onderwijs wel bijzonder duide
lijk door het feit, dat deze gediplo
meerden in het algemeen gemakke
lijk geplaatst worden. Daaruit blijkt
dat de fabrikanten inderdaad van
mening zijn dat de Vakschool krach
ten aflevert die zich een belangrij
ke steun voor hun bedrijf tonen.
Ook in dat opzicht kan men dus
zeggen dat de school bloeit.
Bij deze korte beschrijving van de
toestand, waarin de Vakschool zich
op het ogenblik bevindt, moet ze
ker niet nagelaten worden de door
de afdeling Machinale Schoenfabri-
cage georganiseerde avondcursus
sen te vermelden. Deze avondcur
sussen hebben tot doel, allen die in
de schoenfabrieken werkzaam zijn
in de gelegenheid te stellen zich op
verschillende belangrijke onderde
len van de machinale schöenfabri-
cage een basis aan vakkennis te
verschaffen, waardoor zij in de
practijk gemakkelijker tot werke
lijke vaklieden kunnen uitgroeien.
Deze cursussen verheugen zich in
een grote belangstelling, welke ie
der jaar groeit, zodat het totaal aan
tal deelnemers dit jaar tot 251 is
gestegen. Hieronder laten wij een
overzicht volgen, waaruit blijkt hoe
dit grote aantal deelnemers over de
verschillende cursussen, welke wor
den gehouden, is verdeeld.
Modeleren van Bovenwerk 39
Snijden van O ver leder 38
Stikken van schachten 82
Onderwerk- en Uitpoetsafd. 48
Machinale Zwikkerij en
Mackay-afdeling 44
Als duidelijke voorbeelden van
de belangstelling van de industrie
voor deze cursussen moet hierbij
nog worden vermeld, dat de orga
nisatie van schoenfabrikanten in
Oisterwijk gedurende één avond
per week vier cursussen voor door
hen uit te kiezen medewerkers in
hun bedrijven heeft gereserveerd en
dat de Bata-fabrieken te Best op
een andere avond eveneens een ge
selecteerde groep van medewerkers
voor het volgen van een avondcur
sus naar de Vakschool in Waalwijk
zenden.
Al deze berichten tonen aan dat
deze school een werkelijk centrum
van onderwijs voor de leder- en
schoenindustrie genoemd moet
worden en dat men alle reden heeft
er zich over te verheugen dat dit
onderwijscentrum, zoals uit deze
aanbesteding blijkt, nu gelegenheid
krijgt zich weer verder in de goede
richting te ontwikkelen.
Pastoor Kuipers had 25 jaar geleden veel moeite
een eigen school voor zijn parochie te krijgen
Het is al 32 jaren geleden dat Pastoor Kuipers van de St. Antoniuspa-
rochie een meisjesschool voor zijn parochie vroeg, en wanneer dan op 21
November 1953 het vijfentwintig-jarig bestaan van die school wordt ge
vierd, dan begrijpt U wel, dat het nogal wat voeten in de aarde heeft ge
had voordat de pastoor zijn ideaal verwezenlijkt zag. Eerst 7 jaar later, op
21 November 1928, kon hij de nieuwe St. Antoniusschool plechtig inze
genen. Meteen was de gehele school bezet en men moest aanstonds gaan
spreken van uitbreidingsplannen, een bewijs dus voor het feit, hoe zeer de
nieuwe school in een behoefte voorzag en zo heeft ze al die vijfentwintig
jaren van haar bestaan in de druk bevolkte St. Antoniusparochie een be
langrijke taak vervuld; een taak die ongetwijfeld nog groter en voornamer
zal worden, nu die parochie weer een groot gedeelte van Waalwijks uit
breiding heeft opgevangen.
zicht drs G. de Vries en de heer A. van
Gent.
Het onderwijs in de St. Antoniuspa
rochie kon een aanvang nemen; 160 kin
deren kregen het onderwijs van 2 reli
gieuze onderwijzeressen, dochters van O.
L. Vrouw van het H. Hart, aan welke
congregatie de zorg van de school werd
toevertrouwd, en twee leken onderwijze
ressen.
PAROCHIE ZONDER SCHOOL.
Langer dan vijfentwintig jaren is de
St. Antoniusparochie een parochie zonder
school geweest; de kinderen moesten da
gelijks de lange weg afleggen naar de pa
rochie St. Jan. Dit zinde pastoor Kuipers
niet, vooral niet ten aanzien van de
meisjes, die bovendien ook de school van
de Zusters van J.M.J. in de par. St. Jan
als het ware overbevolkten, zeker toen
het 7e leerjaar verplicht werd gesteld.
Het kerkbestuur van de St. Antonius
parochie diende daarom bij het gemeen
tebestuur een aanvrage in tot het bou
wen van een nieuwe meisjesschool, dat
was in het jaar 1921; het zou 1927 wor
den voordat met de bouw kon worden
begonnen. De oorzaak hiervan? „Dat de
pogingen om een nieuwe school te bou
wen niet slaagden, was een gevolg van
de uitschakeling der bepalingen van de
L.O.-wet, waarop de aanvrage steunde",
gelijk burgemeester Moonen bij de offi
ciële opening verklaarde.
Maar in 1927 volgde een hernieuwde
aanvrage van het kerkbestuur en toen
kon toestemming gegeven worden tot de
bouw van een school met 4 klaslokalen
en een gymnastieklokaal. De ontwerper
van de school, een moderne aan alle
eisen van de tijd voldoende school, was
de gemeenteopzichter de heer G. van
Huiten; tot in de kleinste onderdelen
verzorgde hij het gebouw; de fa. Wed.
A. Aarts en Zonen was de aannemer die
in 1927 met de bouw ervan aan de
Crispijnstraat begon. Tegelijkertijd werd
ten zuiden van de nieuwe lagere school
een kleuterschool gebouwd.
Op 21 November 1928 was de grote
dag van de inzegening en de opening.
Pastoor Kuipers droeg in de kerk van
St. Antonius een plechtige H. Mis op,
tijdens welke Rector Goorts, bisschop
pelijk inspecteur van het L.O. een zin
volle predicatie hield. In optocht trok
men toen naar het nieuwe schoolgebouw,
waar Pastoor Kuipers de inzegening ver
richtte.
Burgemeester Moonen droeg toen de
school over aan het schoolbestuur en
Pastoor Kuipers dankte allen die aan de
eindelijke tot standkoming van de school
hadden meegewerkt. Mej. Jansen, de in-
spectrice van het L.O. was ook aanwe
zig, en voerde het woord, evenals de
voorzitter van de commissie van toe-
HET WEDERVAREN
TIJDENS DE OORLOG.
De vierklassige school bleek al spoe
dig te klein en in 1931 werden drie nieu
we klassen aanbesteed en bijgebouwd.
In deze vorm ging de school de oorlogs
jaren tegemoet, die wel heel moeilijk
waren.
In November 1941 gebeurde wat men
reeds lang vreesde: de Duitsers vorder
den de school en de zusters verhuisden
met de kinderen naar de zolder, waar zo
goed en zo kwaad als het ging les werd
gegeven. Na verloop van tijd echter
werd de school vrij gegeven; maar de
vreugde hierover was slechts van korte
duur, want in 1943 kwamen de Duitsers
weer terug, weer om de school te vor
deren en bezet te houden tot de bevrij
ding. Maar met de bevrijding was het of
de moeilijkheden voor de school pas
goed begonnen. Niet alleen dat de En
gelsen toen zij op 30 October 1944 Waal
wijk binnentrokken de school aanstonds
in beslag namen, maar een heel wat gro
tere ramp stond de school te wachten.
14 Januari zal steeds geboekstaafd blij
ven als een wel zeer zwarte dag in de
geschiedenis van de St. Antoniusschool.
Om plm. 7 uur 's avonds viel een van
de verschrikkelijke Duitse V-wapens 20
meter achter de school. De ravage was
verschrikkelijk; er lag niet één pan meer
op het gebouw, de plafonds waren alle
naar beneden gekomen, de muren waren
gescheurd, maar het ergste was, dat de
drie lokalen die in 1931 waren bijge
bouwd zo beschadigd waren, dat ze
moesten worden afgebroken.
Toen de bevrijders de school weer
geheel in handen van de zusters konden
stellen begon geleidelijk aan ook het
herstel van de zwaar getroffen school.
Voor September 1945 was de school in
zoverre hersteld dat men weer de be
schikking had over 6 lokalen. De voor
ste 4 lokalen werden hersteld en de gym-