Problemen der Langstraat
Brabant is op een keerpunt
Er is veel bereikt in Vlijmen
Waalwijkse en Langs
niet alleen van regionaal belang
BEVOLKINGSGROEI
wekt zelf de nodige krachten op.
maar er moet nog veel verbeterd worden
MAANDAG 21 DECEMBER 1953.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
I
AN'TOON TIÉLEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
DE ECHO W HEI ZÜIDEH
76e JAARGANG No. 100
Abonnement
18 cent per week
2.35 per kwartaal
2 60 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
Dr van BEURDEN STRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002.
OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
De Langstraatse vertegenwoordigers in de Provinciale
Staten bepleiten een spoedige oplossing der problemen
In het koor der 19 sprekers die tijdens de winterzitting van de Noord-
Brabantse Provinciale Staten het hunne zegden bij de algemene beschou
wingen hebben de vertegenwoordigers van de Langstraat een flinke partij
meegezongen. Burgemeester A. Snels van Drunen, Burgemeester J. Teijs-
sen van Waalwijk en de heer A. Kamp hebben elk meerdere facetten be
licht van het grote provinciale vraagstuk, dat Langstraat heet en het is
een vraagstuk dat vele facetten heeft, en het ene al bedenkelijker dan het
andere.
De commissie van rapporteurs had reeds veel aandacht besteed aan deze
problemen; Gedeputeerde Staten zijn in hun antwoord deze kwestie niet
uit de weg gegaan, zoals U in ons blad hebt kunnen lezen; de Langstraat-
se statenleden echter hadden gerede aanleiding nogmaals de aandacht van
G. S. op de meest urgente kwesties te vestigen.
AFSLUITING VAN DONGE EN
OUDE MAASJE DIENT BE
SPOEDIGD TE WORDEN.
Burgemeester A. Snels, was de eerste
van de. drie, die het woord voerden bij
de algemene beschouwingen, die Vrijdag
morgen begonnen, en waarbij eerst de
vijf fractieleiders aan het woord kwa
men.
.Hij wilde enkele woorden wijden aan
het waterstaatkundig probleem van de
Langstraat en direct daarmee verband
houdend het verkeersprobleem. Zóu het
geen aanbeveling verdienen, vroeg bur
gemeester Snels, de afsluiting van de
Donge en het Oude Maasje te bespoe
digen?
Voorts wees hij er op hoe zeer het
te betreuren viel, dat de Minister op de
rijksbegroting van Verkeer en Water
staat geen gelden had uitgetrokken voor
een vaste oeververbinding bij Gorin-
chem (andere sprekers wezen echter in
het vervolg der algemene beschouwingen
er op, dat de minister zich zeer onlangs
in gunstige zin over deze brug had uit
gelaten). In elk geval de belangen van
Midden-Brabant en van het Land van
Heusden en Altena zouden er zeer mee
gebaat zijn. Zou het geen aanbeveling
verdienen, vroeg de burgemeester voorts,
reeds thans de wegen in het Land van
Heusden en Altena_„ d'e nog zeer primi
tief waren, in gereedheid te brengen.
Een zeer urgent probleem was ook de
weg TilburgWaalwijk; deze was over
belast bij de aanvang en het einde der
werktijden en in het touristische seizoen.
Hier was geen uitstel mogelijk, en voor
het seizoen moest men hier tot een op
lossing komen. In dit verband ook stelde
burgemeester Snels de vraag of de weg-
omlegging bij Loon op Zand en de voor
zieningen in enkele gevaarlijke bochten,
waar onlangs nog ernstige ongelukken
waren gebeurd, ook nu reeds niet tot
stand dienden te komen.
FIETSPADEN IN 1954
VERWEZENLIJKT.
In dit verband mogen we nog even
wijzen op het antwoord, dat 'Ged. Sta
ten gaven op de opmerkingen die in de
commissie van rapporteurs werd ge
maakt, ten aanzien van deze weg.
Ged. Staten antwoordden o.m.: De
grondaankoop voor de aanleg van de
rijwielpaden langs de weg Tilburg
Loon op Zand is ter hand genomen. In
totaal moeten ongeveer 100 perceelge
deelten worden aangekocht, waarover
met een 60-tal eigenaren moet worden
onderhandeld. Ruim de helft van de be
nodigde grond is thans aangekocht.
Het ligt in de bedoeling de rijwielpa
den in 1954 aan te leggen.
Bij de aanleg van de rijwielpaden zal
er naar worden gestreefd, de hinder voor
de weggebruikers zo gering mogelijk te
houden.
Zolang niet met alle eigenaren over
eenstemming is bereikt kan niet met de
uitvoering worden begonnen, daar de
reeds aangekochte perceelsgedeelten geen
aansluitende strook vormen.
Met het drukke rijwielverkeer naar en
van de Efteling zal rekening worden ge
houden.
Het ligt in de bedoeling aan beide zij
den van de weg vrij liggende rijwielpaden
aan te brengen. Voor zo ver dit bij de
uitvoering mogelijk zal blijken, zal wor
den getracht steeds één rijwielpad voor
het rijwielverkeer beschikbaar te hebben.
Gezien het bovenstaande is splitsing
van het werk in twee gedeelten niet mo
gelijk.
De grondaankoop is tengevolge van de
watersnood sterk vertraagd en kan om
dezelfde reden ook thans nog niet in
een normaal tempo worden voortgezet.
HET GETIJ VOOR
INDUSTRIEVESTIGING
VERLOOPT.
Burgemeester Snels, om de draad van
het verslag, na deze korte uitweiding
weer op te nemen, drong er verder op
aan, de verbeteringen in de Langstraat
op verkeersgebied met spoed te bevor
deren; het was de enigst mogelijke ont
sluiting van deze streek.
Het weder invoeren van het personen
vervoer in de Langstraat was nog een
open vraag, maar ook al zou het weer
ingevoerd worden, dan nog bleef het
steeds toenemende snelverkeer om een
betere voorziening vragen. Er was haast
bij, want, aldus burgemeester Snels, het
getij voor de industrievestiging verloopt
en men moest niet alleen het oog gericht
houden op nieuw te vestigen industrieën, x
maar ook het klimaat voor de historisch
gegroeide bedrijven moest men gunstig
maken. In dit gebied was sprake van een
conjuncturele, op sommige plaatsen zelfs
van een structurele werkloosheid. De
bevolking was industrieminded, de lig
ging aan open vaarwater bood grote
voordelen ten aanzien van de zware in
dustrie; men moest ten spoedigste deze
streek uit haar isolement bevrijden.
Hij wist wel dat een en ander de aan
dacht had van het college van G. S.,
maar hij wilde toch nogmaals om be
spoediging van de oplossing der proble
men vragen.
OP DE BRES VOOR HET
LAND VAN HEUSDEN
EN ALTENA,
De KVP-afgevaardigde de heer A.
jongbloet uit Breda stond op de bres
voor de belangen van het Land van
Heusden en Altena en op de eerste plaats
vroeg hij om de aanleg van een dijk
tussen de Branddijk en de Vissersdijk bij
Werkendam; een groot deel van de plaats
liep ernstig gevaar.
Ook hij betoogde dat de brug bij Go-
rinchem een hele verbetering zou zijn,
speciaal voor het Land van Heusden en
Altena; hij meende, integenstelling met
Burgemeester Snels, dat de Minister gun
stige geluiden ten aanzien van dit vraag
stuk bad laten horen.
Momenteel waren de werkloosheids
cijfers in het Land van Heusden en Al
tena vrij gunstig, maar de werkzaamhe
den in de Landbouw namen nu reeds af
en dat zou verder gaan, wanneer de
Biesboschwerken niet werden uitgevoerd;
ook aan dit gedeelte van Brabant moest
in het kader der industrialisatie aandacht
worden besteed.
In sociaal-cultureel opzicht was dit
,,een zeer, zeer grijs gebied", een term
ontleend aan de grafieken en kaarten
van Prof. Zeegers tijdens het werkgele-
genheidscongres van de KAB. Met me
dewerking van alle bevolkingsgroepen in
dit gebied moest men de hand aan de
ploeg slaan; het particulier initiatief kon
dit niet zonder een belangrijke steun van
de overheid en ook de gemeenten zouden
het niet alleen klaar spelen. Dit deel van
de provincie mocht zeker niet uit het
oog verloren worden; men moest het
„een witte kleur" geven, het kon een
belangrijke bijdrage leveren tot een gun
stig economisch leven in geheel de pro
vincie.
WERKGELEGENHEID.
Menigeen, zo begon burgemeester
Teijssen van Waalwijk zijn algemene
beschouwing, menigeen die het wel
meent met Brabant, wordt met steeds
grotere zorg vervuld, ten aanzien van de
structurele werkloosheid, die betekenend
zal toenemen, zo er niet met grote daad
kracht gestreefd wordt naar een uitbrei
ding van de werkgelegenheid.
De Brabantse bevolking groeit overal,
en het hele gewest vraagt om arbeid
voor zijn volk. Het is onjuist alleen te
spreken over de historische werkloos-
heidsgebieden, ook de structurele werk-
loosheidsgebieden vereisen onze zorg.
In dit verband noemde burgemeester
Teijssen het onjuist dat de Minister als
een der criteria voor de ontwikkelings
gebieden stelde de historische werkloos
heid. Alle activiteit moest gericht wor
den op het scheppen van werkgelegen
heid in de provincie, en daarom moest
de rijksbijdrage ook verstrekt worden
aan de gebieden waar een structurele
werkloosheid heerste.
Zou het niet juist zijn, vroeg burge
meester Teijssen, wanneer de Staten door
een motie tot uitdrukking zouden bren
gen, dat het vraagstuk van de werkge
legenheid in Brabant de staten ten zeer
ste beroerd?
MINISTER GUNSTIG GE
STEMD T.A.V. WEG
GORINCHEM—TILBURG.
Toen burgemeester Teijssen natuurlijk
ook te spreken kwam over de Lang
straat, sprak hij eerst zijn verheugenis
uit over de vorderingen die er reeds ten
aanzien van de Langstraatse problemen
waren gemaakt.
De Minister had meegedeeld, dat zijns
inziens de brug bij Gorinchem doorgang
moest vinden en dat er voor een ver
binding van Gorinchem, via Waalwijk
met Tilburg veel te zeggen is.
Deze weg, aldus de Waalwijkse bur
gemeester, is niet alleen van grote na
tionale betekenis, maar vormt ook een
belangrijke bijdrage tot ontsluiting van
de Langstraat, die een sterk potentieel
heeft.
Hij dankte G.S. voor de steun die zij
hieraan hadden verleend.
De OostWest-verbinding door de
Langstraat zou in 1954 een begin van
uitvoering krijgen; de uitdrukking „met
zo groot mogelijke spoed" die G.S. in
hun antwoord betreffende deze weg ge
bruikten, vond burgemeester Teijssen
betrekkelijk en ze deed hem de vraag
stellen of het gedeelte WaspikGeer-
truidenberg spoedig tot uitvoering zou
komen, nu daar de waterlast geen be
swaar vormde en wat de verwachtingen
waren ten aanzien van mogelijke ruilver
kavelingen in dat gedeelte.
Het was zijn mening dat de befaamde
Emma-weg bij Geertruidenberg spoedig
moest worden gereconstrueerd; het be-
„iuit van de overname door de provin
cie was nog niet Koninklijk goedge
keurd, maar hij drong er op aan, dat zo
dra de goedkeuring er was, maatregelen
getroffen zouden worden tot verbetering
van deze weg.
Ook drong hij nog eens aan op de
verbetering van het weggedeelte Den
BoschVlijmen.
De Biesbosch, aldus de burgemeester,
is een knelpunt, dat eerst moet worden
weggewerkt, alvorens de belangrijke wer
ken tot uitvoering kunnen komen. Hij
beval in de aandacht vbn G.S. aan een
onderzoek naar de technische mogelijk
heid om het Oude Maasje en de Donge
reeds af te dammen, voordat de Bies
boschwerken in hun geheel waren uitge
voerd. Hij nodigde G.S. uit om niet de
Minister van Verkeer en Waterstaat en
de Rijkswaterstaat in contact te treden,
hieromtrent, zo dit nog niet was ge
beurd.
HERSTEL VAN HET
PERSONENVERVOER.
Het herstel van het Personenvervoer
op de lijn 's-BoschLage Zwaluwe, al
dus burgemeester Teijssen, is een aange
legenheid van primair belang voor de
Langstraat.
We weten dat er een commissie van
onderzoek is ingesteld en we kunnen niet
op de conclusies vooruitlopen, maar ik
wil graag de hoop uitspreken, dat, zo
dra de commissie heeft gerapporteerd, de
Ged. Staten zo spoedig mogelijk zullen
beraadslagen.
Om meer dan een reden is het van
kardinaal belang, dat de Langstraat een
spoorweg krijgt, die deel uitmaakt van
het centraal spoorwegnet.
De gehele streek, aldus de Waal
wijkse burgemeester, ziet uit naar
het herstel van het treinverkeer en
op de dag dat de eerste Diesse!
door de Langstraat rijdt, li ziet,
Mijnheer de voorzitter, ik ben opti
mistisch, dan zullen de Nederlandse
Spoorwegen, zo mogelijk met nog
meer enthousiasme worden ontvan
gen dan onlangs in de lichtstad het
geval is geweest.
DE VERBINDING TUSSEN
TWEE WATERSCHAPPEN.
De heer A. Kamp uit Drunen sprak
over de brug die de verbinding zou moe
ten vormen tussen het Waterschap de
Overdiepse Polders en het Zuiderafwa
teringskanaal. Het voorlopig oordeel van
G.S., zei hij, heeft me enerzijds verheugd,
anderzijds een beetje bezorgd gemaakt.
(G.S. hadden in hun antwoord gezegd,
dat zij zich geen definitief oordeel hier
over konden vormen, omdat ten westen
van de gedachte overbrugging een dam
in het afgedamde Oude Maasje v/as ge
projecteerd).
Hij was verheugd, omdat geen practi-
sche bezwaren bij G.S. aanwezig waren;
dat er geen bezwaren geopperd waren op
hoog niveau, dan alleen dat er een dam
gelegd zou moeten worden in het Oude
Maasje; G.S. hadden blijkbaar dus geen
principieel bezwaar. Bovendien was er
de mogelijkheid het werk te financieren
in het kader van de werkzaamheden der
Cultuur technische dienst.
Maar hij was anderzijds een beetje
bezorgd, omdat hij het voorlopig oordeel
van G.S. had gezien als een oordeel dat
tot stand gekomen was als een oordeel
over een afzonderlijk geval.
En in dit verband wees hij op de
woorden die de commissaris had gespro
ken bij de opheffing van het waterschap
de Overdiepse polders.
Vooral op het terrein van de land
bouw moest men het betreffende gebied
uit zijn isolement verlossen.
G.S. spraken in hun antwoord over
het geringe aantal grondgebruikers dat
van die brug gebruik zou moeten maken.
In dit verband vroeg de heer Kamp in
welke gemeenten de grondgebruikers
woonachtig waren die geen belang zou
den hebben bij de brug en hoeveel er
in elke gemeente woonden.
Hij stelde ook de vraag welk verband
er bestond tussen de brug en de dam in
het Oude Maasje, en waar precies de
bergboezem kwam te liggen in het Oude
Maasje, of ten noorden of ten zuiden
hiervan.
VRAGEN T.A.V. SPOORWEG.
Graag stemde hij in met het betoog
dat burgemeester Teijssen gehouden had
ten aanzien van de Langstraatse proble
men, maar met betrekking tot de spoor
weg meende hij een ander geluid te moe
ten laten horen, dan de heer Teijssen
had gedaan.
En hij citeerde de notulen van een
vroegere zittingsperiode en hij ging de
onderhandelingen na die gevoerd waren
met betrekking tot de spoorweg door de
Langstraat, die eventueel voor de ver
keersweg kon worden gebruikt. En zijn
conclusie uit de huidige stand van zaken
was, dat hij meende te mogen aannemen,
dat het ministerie van defensie thans
wederom de spoorweg had vrij gegeven.
In het verband van de verkeersweg
j door de Langstraat en de spoorweg stel
de hij de volgende vragen:
Zouden G.S. bereid zijn inlichtingen
te geven, hoeveel ha. cultuurgrond aan
het agrarische bedrijfsleven wordt ont
trokken door de geprojecteerde verkeers
weg, hoeveel de totale kosten bedroegen
j van die weg naar de thans geldende
maatstaven; hoe grote oppervlakte de
spoorweg door de Langstraat in beslag
neemt, de totale kosten, wanneer het
dijklichaam c.a. werd gebruikt voor ver
keersweg; hij informeerde voorts naar de
aard van de kunstwerken en waar die
zouden moeten worden aangelegd, en
tenslotte over welke lengte en hoeveel
j het spoordijklichaam onvoldoende breed
zou zijn.
„Brabant is op een keerpunt beland en er zyn naast verheu
gende verschijnselen ook zwarte plekken. Wij hebben
„echter geen vrees voor het nieuwe dat zjjn vorm nog niet
„heeft gevonden, anders zouden wjj niet jarenlang reeds
„aangedrongen hebben op industrialisatie.
„We zijn echter niet zonder zorg en we onderschrijven het
vermaan van Prof. Rogier op de Kempische Cultuurdagen,
„dat er reden' is voor zelfcritiek.
„Alle Brabanders zouden we willen waarschuwen tegen
„zelfoverschatting, en aansporen tot nederigheid en Gods
vertrouwen"; deze woorden o.m. sprak de voorzitter der
KVP-fractie, Mr. E. M. J. A. Sassen, bij zijn algemene be
schouwingen in de Provinciale Staten van Noord'Brabant.
Brabant maakte thans 'n moeilijke
tijd door, verklaarde de katholieke
fractieleider in zijn meesterlijke re
de, geestelijk zowel als stoffelijk.
Met name lagen de moeilijkheden
op het terrein van de werkgelegen
heid en in dit verband verklaarde
hij: Wij zijn er niet van gediend,
dat men in sommige kringen on
derscheid maakt tussen Nederland
se en Brabantse belangen op het
gebied van de werkgelegenheid.
En ten aanzien van de aanvallen
in met name sommige socialisti
sche bladen, viel hij minister Zijl
stra bij, wanneer die in verband
met het bevolkingsvraagstuk ver
klaarde, dat de bevolkingsgroei
zelf de krachten opwekte om een
gunstig economisch klimaat te
scheppen voor die groeiende be
volking. We willen ons niet door
de veelheid van belangrijke kwes
ties, aldus, Mr Sassen, af laten bren
gen van de vrijheid, de zuiverheid,
de rechtvaardigheid en de liefde in
de menselijke betrekkingen.
We weten dat onze inzichten van
andere zijde belachelijk zijn ge
maakt en dat men bleef beweren
dat de bevolkingsgroei ons econo
misch leven in het grootste gevaar
zou brengen en hij trad op het po
litieke vlak, toen hij de PvdA deze
belachelijkmaking verweet, terwijl
er van de andere kant ook stromin
gen in deze partij waren, die de in
zichten der EVP ten deze deelden,
dit tegenover het verwijt dat men
de KVP in die kringen maakte, dat
zij niet tot één politieke richtlijn
kon geraken.
Mr Sassen verklaarde echter ten
slotte: onze houding is principiëel
opbouwend en open voor de sa
menwerking met allen met wie de
samenwerking in deze tijd vrucht
baar blijkt.
Uitvoerig ging de katholieke frac
tieleider vervolgens in op de gere
zen kwesties ten aanzien van de
Provinciale Waterstaat, kwesties
die o.i. lichtelijk opgeblazen zijn,
mede ook door „geïnspireerde" ar
tikels in verschillende bladen,
waartegen hij ernstig bezwaar
maakte, omdat zij gepubliceerd wa
ren voor en vooruitliepen op het
antwoord van Ged. Staten. Hij be
streed ook de mening van de PvdA-
fractieleider, de heer C. v. Lienden,
die als eerste het woord had ge
voerd en ernstige bezwaren had ge
maakt tegen de verlaging van de
opcenten op de grondbelasting. Hier
was sprake van een verlaging van
de belasting van het bezit, terwijl
de personele belasting, die drukte
op de grote massa, onaangetast
bleef. Ged. Staten moesten de
grondbelasting handhaven en het
bedrag, dat zij anders minder bin
nen kregen en dat f 236.000.be
liep, bijvoorbeeld besteden aan de
gezondheidszorg.
De heer Sassen nu keerde zich
tegen deze mening. Zo zijn geheu
gen goed was, meende hij, dat de
heer v. Liende het vorige jaar zich
nog een groot voorstander had ge
toond van belasting-opcenten.
De vermindering van de grond
belasting zou een kleine compensa
tie zijn voor de steeds stijgende wa
terschapslasten; bovendien voor de
gezondheidszorg was al een bedrag
van 274.050uitgetrokken, ter
wijl op dit gebied het particulier
initiatief zich vooral moest bewe
gen.
Mr Sassen bracht ook o.m. de
kwestie van de waterzuivering ter
sprake en hij wees er op dat men,
volgens de becijferingen bij 't zui
veringsschap de Donge, kwam tot
lasten die 2% maal zo hoog waren
als de industrie in het gebied van
de Dommel had te dragen. Een
middelmatige looierij zou bijgevolg
12500.moeten betalen ieder jaar
alleen aan zuiveringslasten.
Het slot van zijn rede was een
pleidooi voor naastenliefde en voor
lierde tot God, zonder welke geen
enkele gemeenschap bloeide; een
pleidooi voor nederigheid en gods
vertrouwen; in Brabant moest de
onrust heersen waarvan Augustinus
sprak: Moge ook het Brabantse
hart onrustig zijn totdat het rust in
God, besloot hij.
Ook de andere fractieleiders voer
den Vrijdagmorgen het woord, en
zonder uitzondering hebben allen
uiting gegeven aan hun grote waar
dering voor het actieve en góed ge
richte werk van Ged. Staten en
speciaal waren zij erkentelijk voor
de toon die te beluisteren viel in de
rede, waarmee de Commissaris van
de Koningin in Noord-Brabant,
Prof. Dr J, de Quay, de winterzit
ting enige tijd geleden opende. Hem
werd grotelijks lof gebracht.
We waren Vrijdagavond getuige van de begrotingsbehandeling in
de Vlijmense gemeenteraad en de toon van de algemene beschou
wingen, zoals die door enkele raadsleden gehouden werden en
door burgemeester v. Hout werden beantwoord, was een gecom
pliceerde toon, in zoverre gecompliceerd, dat er enerzijds een
grote voldoening in doorklonk over hetgeen in het voorbije jaar
tot stand was gebracht, maar van de andere kant had ie toch ook
jets dat naar mineur zweemde, toen men sprak over de vele ver
langens die er nog bestaan ten aanzien van het openbare leven in
Vlijmen.
In deze verlangens voert de wens van meer woningen wel de ho-
ventoon.
„BURGEMEESTER VAN
HOUTPLEIN".
Er was bij de ingekomen stukken
even een ietwat onverkwikkelijk
en al te persoonlijk moment, zodat
wij menen er goed aan te doen het
debat hierover maar te verzwijgen
en voorts werden alle agenda-pun
ten, zoals die in ons vorige nummer
werden vermeld, zonder noemens
waardige op- of aanmerkingen, goed
gekeurd, zodat we aangeland zijn
bij de gemeentebegroting, waaraan
we uiteraard graag wat extra aan
dacht besteden.
De heer van de Meerendonk was
de eerste die in het algemeen zijn
visie op de stand van zaken in Vlij
men wilde geven, nadat reeds in
een besloten voorvergadering di
verse details van de begroting wa
len behandeld. Veel is er het afge
lopen jaar in onze gemeente tot
stand gekomen, zei de heer van de
Meerendonk, iedereen zegt: er zit
leven in Vlijmen. Het wederop-
bouwplan nadert zijn voltooiing.
Het prachtige plein is voltooid en
het volgende jaar zal de doorbraak,
de Mgr V. Kesselstraat geheel vol
gebouwd zijn; ook de Catharina-
straat zal gereed komen, zodat Vlij
men een prachtig centrum heeft.
Hiermee complimenteert hij de bur
gemeester, aan wiens werken dit
vooral te danken is. We mogen het
eigenlijk gerust Burgemeester van
Houtplein noemen, zegt de heer
van de Meerendonk.
WONINGBOUW.
Ofschoon door particulieren veel
wordt gebouwd, aldus spr., is het
woningprobleem toch nog verre van
opgelost en dat kan niet opgelost
worden als we niet ineens een 100-
tal woningen kunnen bouwen. Als
hij goed is ingelicht, zijn de ge
meente Vlijmen 32 woningen toe
gewezen; hij kan zich bijna niet
voorstellen dat dat voor 3 jaren is.
Doet toch Uw alleruiterste best,
dringt hij bij B. en W. aan.
In dit verband wijst hij ook op
het bouwrijp maken van gronden
in het uitbreidingsplan de Vlied
berg en hij vraagt vervolgens de
bijzondere aandacht voor sport- en
ontspanningsterreinen voor de
jeugd, die, wat dit betreft, zeer
schaars is bedeeld. Mogelijk zou
een te vormen stichting hier goed
werk kunnen doen.
Wat het onderwijs betreft is men
op de goede weg; ten aanzien van
de huishoudschool echter is hij niet
erg optimistisch; als de geruchten
waar zijn, dan zouden de plannen
voor een huishoudschool in Drunen
gereed zijn.
Hij denkt vervolgens aan 't grote
rioleringsplan, aan de verbetering
van het Ven, kortom, er is volop
leven in de gemeente en er worden
hoge eisen gesteld aan het technisch
en administratief apparaat, waar
voor hij niets dan lof heeft. Hij
hoopt dat B. en W. met Gods hulp
een groot deel van de plannen dit
jaar kunnen uitvoeren.
De grotere activiteit in de ge
meente brengt vanzelf grotere be
grotingscijfers mee; de vaste schul
den bedragen pl.m. 1.700.000.
dat is 225.— per inwoner onge
veer; dit is niet zo ongunstig, om
dat het voor het grootste gedeelte
voorschotten voor de woningbouw
betreft. Het nadelig saldo bedraagt
114.208.84, na aftrek van de rijks
bijdrage resteert er f 30.801 38.
Ga zo door, besluit de heer van
de Meerendonk, zich tot B. en W.
wendend, en onze gemeente blijft
een vooruitstrevende gemeente,
waar pit en waar durf in zit.
BEZORGDHEID TEN AANZIEN
VAN TOEKOMST.
De heer van de Ven sluit zich
graag bij de woorden van de heer
van de Meerendonk aan, maar hij
komst D bezorgd over de toe
komst. De gemeente Vlijmen heeft
een tweeledige taak, namelijk het
eve ren van voldoende arbeidspo
tentieel voor Waalwijk en 's Bosch
en het scheppen van voldoende ar
beidsgelegenheid voor de eigen ar
beiders. Verschillende voorwaarden
blervo°r. fodig; goede scholing
de arbeidsjeugd. bouwrijp in-
opn A^treif en v°ldoende wonin
gen. Achtentwintig jongens, die dit
jaar de lagere school verlieten, heb
ben hun bestemming meegedeeld-
4 ginger er naar de H.B.S., 13 naar
de ambachtsschool, 2 werden pries
ter, 4 gingen er naar de U.L O 2
naar het Lyceum, 1 bleef er thuis
en 2 gingen er in de landbouw.
Daar was een jongen die heel
goed kon studeren, maar de mid
delen er voor ontbraken; de ouders
hadden zich tot de gemeente ge
wend^ maar deze verwees hen naar
het Brabants Studiefonds; kan de
gemeente zelf niet een soort studie
fonds formeren, vraagt de heer van
de Ven; de heer Vorstenbosch zal
later m dit verband er op wijzen
dat op Middelbare scholen aan goe
de leerlingen die onbemiddeld zijn,
de studieboeken gratis leveren.
De heer van de Ven spreekt dan
over het industrieterrein en hij is
bang dat de planologische dienst
Vlijmen zo'n beetje verwaarloosd.
Daar is een nieuwe industrie, de fa.
Hobbel namelijk, die zich in Vlij
men wil vestigen, maar daar is nog
geen terrein; het is van 't grootste
belang dat men zo gauw mogelijk
hierover de beschikking krijgt.
Sprekend over de woningbouw
zegt hij, ddt de provincie bijna
5000 woningen in reserve heeft, o.a.
ter vervanging van krotwoningen;
is het niet mogelijk dat de gemeen
te daarvan een 25 a 30 huizen krijgt
voor de krotwoningen bij het in
dustrieterrein die opgeruimd moe
ten worden.
Hij dringt er op aan meer arbei
derswoningen te bouwen, anders
trekken ze Vlijmen uit; tot nog toe
zijn er vooral Middenstands wonin
gen gebouwd. Als we geen wonin
gen bij krijgen, zegt hij, ziet het er
voor onze gemeente somber uit.
Hij vraagt ook of B. en W. niet
willen zorgen dat de gemeente een
perfecte zwemkom krijgt; zo'n in
richting mag gerust een deficit heb
ben, ze is immers te algemenen
nutte.
Na een pleidooi om het E.T.I. in
te schakelen bij de bespreking en
uitvoering der gemeentelijke plan
nen, dringt hij er op aan de kwes
tie voor de huishoudschool in Den
Haag te bespreken, anders gaat ze
Vlijmen voorbij.
MEER WONINGEN?
Als er iets is bereikt, zegt de bur
gemeester wanneer hij de sprekers
beantwoord, dan is dit bereikt door
het goed inzicht en de samenwer
king van de raad.
We zijn wel tevreden, maar nog
niet voldaan, dat zal eerst komen
na het verstrijken van enkele moei
zame jaren, als alle belangrijke
werken zijn voltooid en Vlijmen
kan worden aangemerkt als de ge
meente van de Boven-Langstraat
Ten aanzien van het woningte
kort zegt de voorzitter, dat zo gauw
bekend was welk kwantum de ge
meente was toegewezen, men con-
I