Enthousiast weid de 15000e in Waalwijk begroet DE OPDRACHT ROBERT MERSHAMS 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 19 FEBRUARI 1954 2 VAN 2/2 Meter Krentemik, een Serenade en talloze andere geschenken voor Jacqueline Valentijn, de hartelijk verwelkomde 15000 ste, I EEN TREIN VOOR DE 15.000e. „Het Huisgezin wijdde een hele pagina aan het belangrijke feit van de geboorte van de 15,000e en op die pagina prijkt een gezellige prent, waarop de tekenaar van de Bossche krant ons de kleine Jacqueline, die al erg groot is voor haar leeftijd ((vol gens de prent), laat zien, gezeten in een van alle „gemakken" voorziene stoel, gereed de geschenken in ont vangst te nemen. Helemaal vooraan in de rij van gevers staat een parmanti ge stationschef, compleet met pet en pollepel en hij biedt het verbaasd kijkende kindje een mooie speelgoed- trein aan, er is een kaartje bij „Met onze beste wensen. N.S." En onder deze tekening staat: Ge schenken voor de 15,000e Waalwij- ker; met de beste wensen voor moe der en kind bood ook een beambte van de Nederlandse Spoorwegen (vooruitlopend op het in de maak zijnde rapport) zijn verrassing na mens Ir den Hollander aan, namelijk het herstel der vurig begeerde trein verbinding in de Langstraat... („En gij geleuft dè?!)" We hopen toch dat de kleine Jac queline nog eens in een echte Waal- wijkse trein zal mogen rijden! FEUILLETON oan „De Echo van het Zuiden". door Martin Verduyn. 37). Bij deze woorden zag hij Crane strak aan en deze kleurde. Hij begreep, dat Mersham hem duidelijk wilde ma ken dat hij geen persoonlijke be langen voorstond, door Marion te rug te laten keren, daar hij in dat geval Flanders van haar had kun nen scheiden, door deze naar Leo- poldsville te laten brengen. Meer dan een etmaal had Nichols in zijn schuilplaats aan het riviertje doorgebracht. Nog geen anderhalf uur na zijn aankomst had hij de verwachte geallieerde patrouille ge signaleerd. Met ijzeren geduld had hij gewacht op het invallen van de duisternis, waarna hij met de groot ste omzichtigheid, op zijn buik voortkruipend, had gedronken. Ook had hij getracht wat vis te bemach tigen, maar dit was hem niet ge lukt. Nichols' grenzeloze zelfver zekerdheid was er zelfs niet door geschokt. De honger knaagde, maar hij was er van overtuigd dat een tweede poging wel zou lukken. Ge durende de lange uren van de nacht luisterde hij ingespannen naar eni ge aanduiding van de aanwezigheid van vijandelijke soldaten, maar zo zij er waren, hielden zij zich even stil als hijzelf. Met enorme zelfbe heersing bleef hij waar hij was, on danks het feit dat Mersham niet de gehele rivier kon bewaken. Hij wist heel goed dat hij alleen in deze om geving contact kon maken met de Duitsers. Deze zouden hem in deze streek zoeken. Hij kon dus niet an ders dan wachten op een actie. Hoe gespannen luisterde hij dan ook, toen het monotone zoemen van vliegtuigmotoren tot hem doordrong. Het konden natuurlijk geallieerde vliegtuigen zijn, maar de andere mogelijkheid was even groot. De omstandigheid dat het nacht was, niet ver meer van zonsopgang, duid de volgens Nichols op parachutisten. In ieder geval zou geen vliegtuig in het donker in deze woestenij kunnen landen, 't Waren dus Duit se of Geallieerde parachutisten of alleen maar overvliegers. Doch Mersham, die door het ge ronk uit zijn onrustige slaap werd gewekt, had wel zekerheid, evenals Sam Dunwell, die hem reeds tege moet kwam. „Telefoneer direct naar het vliegveld", riep Mersham hem toe. „Ze zijn er!" Daar 't kamp nu gescheiden was van de ruimte, waar de vliegtuigen stonden opge steld, had Mersham een telefoon verbinding met de wachtpost en 't pilotenkwartier laten aanleggen. Hij was nu dankbaar deze voor zorgsmaatregel te hebben genomen, want bijna onmiddellijk na Dun- well's telefoontje zag hij 't schijn sel van de lichten bij de geïmpro viseerde startbaan en hoorde hij zijn vliegtuigen opstijgen. Inmiddels moesten er in de duistere hemel boven hem nu zwaar bewapende, grimmige vijanden zweven, die on zichtbaar in de jungle neer zouden komen, zich groeperen en 't kamp zouden aanvallen. Het moest een sterke troep zijn, daar de Duitsers openlijk aanvielen. Het kamp was in een oogwenk gealarmeerd. Kapi- tei Desmond dirigeerde zijn man nen naar de reeds in orde gebrachte stellingen om de aanvallers een warme ontvangst te bereiden. Bo ven hen ontwikkelde zich reeds een luchtgevecht. ,,'t Spijt me dat ik zelf niet mee kan", mopperde Desmond. Mersham haalde de schouders op. „Ik had ook nooit gedacht nog eens een veldslag te moeten commanderen", zei hij. ,,'t Zier er naar uit dat de Duitsers er een ware slag van willen maken: om de atoombom". „Zou de vijand werkelijk zo naïef zijn dat ze denken ons in te kunnen sluiten?" vroeg Desmond. „Neen", antwoordde Mersham, ze willen onze basis uit elkaar slaan, de orde verstoren, zo mogelijk ons als leiders doden en Nichols vin den". „Ze zullen ook op de rivier aan trekken", merkte Desmond op. „We hebben daar genoeg mannen om ze op te vangen", antwoordde Mersham grimmig, „en bovendien krijgen ze nog versterking. Onze radio-mannen hebben al contact met Leopoldsville". „Ik ben blij dat we hier zo uit stekend gecamoufleerd onder dat overhangende rotsplateau zitten", ging Desmond voort. „De Duitsers concentreren natuurlijk eerst al hun aandacht op ons voormalige kamp. Er zullen wel enige uren ver strijken voor ze ons hier ontdek ken". „Dank zij onze telefoonverbin dingen kunnen we de gehele ver dediging van hieruit leiden", ant woordde Mersham en rustig stak hij een sigaret op. Alleen in de commandotent brandde een flauw licht, dat ech ter door de dikke haag vegetatie en de rots er boven niet zichtbaar was. Bij dit licht bogen Mersham en Desmond zich over een ruwe terreinkaart, die in enkele dagen was getekend. Mersham wees eerst het oude kamp aan, de plaats waarvan zojuist de vliegtuigen wa ren opgestegen. BovCn hen ratelde het mitrailleurvuur der elkander najagende vliegtuigen. Gierend viel een brandend toestel naar de aar de. „De eerste van wie?" zei Desmond somber. Mersham negeer de de opmerking. „Hier is 't oude kamp, nu ons vliegveld", zei hij. Zijn vinger gleed wat terug, „en hier bevinden wij ons nu. Wij di rigeren een vijftig" man naar het oude kamp om de vijand daar be zig te houden, want daar vallen ze eerst aan, ondertussen versterken wij onze positie hier en bij de ri vier". Desmond knikte en liet vijftig van zijn mannen oprukken naar 't bedreigde oude kamp. Het lucht gevecht nam inmiddels in hevig heid toe. Als brandende fakkels schoten weer twee toestellen naar beneden. Maar van de aarde klonk nog geen schot. Het was duidelijk dat de neergekomen parachutisten bezig waren zich met elkander te verenigen. Toen Desmond teruggekeerd was, stond zijn knap gelaat zorge lijk. „Ik heb er geen idee van hoe het daar boven gaat", zei hij en stak nerveus een sigaret aan. „Vraag de commandant van het eskader", adviseerde Mersham. De radioman had al enige be richten van de wachtende piloten. „Een der onzen is neergeschoten en twee Duitsers. Ferrand, de commandant, schat dat er ongeveer tien Duitse transportvliegtuigen zijn, begeleid door twaalf jagers." „Dat is overmacht", constateer de Mersham. „Ik hoop dat de ver sterkingen uit Leopoldsville spoe dig komen. Anders hebben we geen vliegtuig meer over. Binnen een half uur kunnen ze hier zijn." „Dat is een lange tijd in de ge geven omstandigheden" antwoord de Desmond, „maar we hebben geen keus. Waren we op de grond gebleven, dan hadden ze onze toe stellen gemitrailleerd". „Dat moeten we dus aan onze jongens in de lucht overlaten", zuchtte Mersham. „Wij zullen hier onze handen al vol krijgen". Hij was nog niet uitgesproken of uit de richting van het oude kamp kwam een staccatogeluid van ma chinegeweren. Mersham maakte verbinding met de commanderen de officier van het aangevallen kamp. „Ze zijn begonnen, geloof ik", zei hij. „We worden nu van twee zijden aangevallen", was het antwoord, „maar het is duidelijk, dat nog lang niet alle parachutis ten hun plaats van bestemming be reikt hebben." „Houdt mij regelmatig op de hoogte", instrueerde Mersham en boog zich weer over zijn geïmpro viseerde kaart. Vervolgens stelde hij zich in verbinding met de com manderende officier van de bij het riviertje gelegerde soldaten. Daar was echter nog geen spoor van een vijand te ontdekken. „Zendt pa trouilles uit om te voorkomen dat jullie in de rug worden aangeval len", waarschuwde Mersham, „en Iet nu extra op Nichols." Deze zat in gespannen afwachting in zijn schuilplaats gedoken. Straks zou het licht worden en behoefde hij alleen maar te wachten op aan sluipende parachutisten. Hij zou zich bij hen aansluiten en met enige van hen zo snel mogelijk verdwij nen. Hij hoopte dat de Duitsers slim genoeg zouden zijn om achter het front een snel vliegtuigeskader gereed te houden. Hoe hij daarmede de door de geallieerden geformeer de gordel zou doorbreken, was een probleem van later zorg. Zijn vrien den zouden ongetwijfeld de nodige voorzieningen hebben getroffen. (Wordt vervolgd). Bestuur van de Bakkersvereniging „Eendracht maakt Macht" en Welpen, dragen de enorme krentenmik naar Paul Krüger- straat 5a. Maandagmiddag de kleine burgeres het H. Sacrament van het Doopsel toedien de. De belangstelling voor deze plechtig heid vooral van de zijde van de jeugd uit ,,'t Heike" was er groot: voor de kerk stond men te wachten tot de auto zou komen en binnen in de kerk ver drongen de kleine mannen zich voor de doopkapel. Jacqueline rustte in de veilige armen van Zuster Smeele, die geholpen werd door de Oma van de dopeling, Mevrouw Mekenkamp; bij deze plechtigheid waren ook de gelukkige vader en een broer van hem aanwezig, burgemeester Teijs- sen en Mevrouw en Wethouder Smol ders. i Lang zal de familie de mooie doop- kaars en de oorkonde in grote ere hou den, zoals zij zich nog lang zullen her inneren de verrukte roep van de kinde ren toen zij even de kleine Jacqueline mochten zien, „Oh...". Voor het Maria-altaar werd het pas gedoopte Kind van de Kerk toegewijd aan de Heilige Maagd. TWEE EN EEN HALVE METER. Daar komt geen overdrijving bij te pas, wanneer we zeggen dat de krenten mik die de bakkers van de vereniging „Eendracht maakt Macht" hadden ge bakken ongeveer 2Yi meter lang was. Feestelijk werd hij op een handkar door de welpen naar de Paul Krüger- straat gevoerd, terwijl het bestuur van de bakkersvereniging volgde. Men kon Bij de officiële aangifte leest Burgemeester Teijssen de proclamatie voor, door middel waarvan de Waalwijkse bevolking bekend werd gemaakt met het heugelijk feit. nu een flink en lief meiske van drie en een half jaar JACQUELINE WERD GEDOOPT. En thans is Jacqueline Valentijn dus geboren, het eerste kindje in het jonge gezin van de heer Pierre Valentijn en Maria Joanna Mekenkamp; die op 7 Mei van het vorige jaar met elkaar trouw den in Haarlem, waar juffrouw Meken kamp woonde voor zij Mevrouw Valen tijn werd. Sinds November woont het jonge paar in Waalwijk, waar de heer Valentijn al sinds enkele maanden eer der fungeert als hoofdbadmeester van de gemeentelijke zweminrichting; het jonge gezin zal daarom, zo gauw het huis klaar is, bij het zwembad gaan wonen, dan zullen zij voortaan tot de parochie van St. Clemens gaan behoren. Maar Jacqueline is geboren als paro- chiaantje van St. Antonius, en daar was Kapelaan Ras maar weer wat trots op; eerst een drieling, nu de 15.000e, een gelukkige bodem bij ons, zei hij. En hij was het ook die om 5 uur het deeg en krentengevaarte amper de tr^jp op krijgen en binnen wist men er ook niet goed raad mee. Smakelijk eten, dat is nog 'ns de moeite waard. De bakkersvereniging paste hier een c\W gebruik toe, dat in verschillende stjeken van het land nog in ere is; bij do geboorte van een nieuwe wereldbur ger biedt men een reuze krentenmik aan; dië hoeft niet zo groot te zijn als het Waalwijkse exemplaar, maar de 15.000e v.brdt ook niet iedere dag geboren. Meestal echter is die mik toch wel be hoorlijk uitgevallen, maar dan zijn er al tijd nog wel buren die er raad mee we ten! 's Avonds om 8 uur kwam de Har monie St. Crispijn nog een klankrijke se renade brengen; een gebaar dat door de gélukkige ouders uiteraard zeer werd ge waardeerd en blijkbaar ook door de be woners van de nieuwe wijk, want de be langstelling voor de harmonie en haar optreden was erg groot. Ja Maandag wapperde de vlag vanaf de openbare gebouwen, er was een feest stemming op het gemeentehuis en elders, de 15,000e was het gesprek van de dag Zoals de kinderen van de Sint Antoniusparochie Maandagmiddag in hun enthousiasme de plechtige stilte van de Antoniuskerk verbraken door een bewonderend „Ohh", toen Zuster Smeele bij de plechtigheid van de Hei lige Doop, hun de kleine Jacqueline Valentijn liet zien, zo heeft heel onze goede stad meegeleefd met de eerste gebeurtenissen in het leven van deze jongste Waalwijkse burgeres; en wat voor een burgeres, zij was immers de 15.000e inwoner van Waalwijk, om der ere van haar moest haar ge lukkige vader 's ochtends op het stadhuis komen om met bijzondere onder scheiding te worden behandeld, om harentwil moest haar gelukkig lachen de moeder, met haar, op de foto, om wille van haar knipperden de wel pen met hun ogen in 'het felle licht van de blitzlampen, toen zij de zware last van de T/i meter grote kren tenmik de trap opsjouwden naar de wo ning Paul Krügerstraat 5a, en 's avonds liep heel de nieuwe woonwijk uit toen de Harmonie St. Crispijn haar en haar ouders een serenade kwam brengen. VAN GROTE BETEKENIS. Jacqueline is onder al deze drukte heel kalm gebleven; zij vertoeft nog in het rijk waar de dingen van de grote men sen nog geen plaats hebben gevonden, zij heeft nog geen belangstelling voor dit alles, en eerst wanneer haar heerlijke onbezorgde jeugd, zoals wij die haar toewensen, voorbij is, dan zal zij de be langrijkheid van haar geboorte gaan be seffen. Want die is zeker van grote beteke nis, zoals burgemeester Teijssen ook zei, bij de plechtige aangifte, Maandagmor gen in de raadzaal van het gemeente huis. We hebben in de krant van Maan dagmiddag al geschreven hoe burge meester Teijssen verklaarde dat het in wonertal een dominerende factor is bij het afmeten van de bloei van een ge meente en bij het bepalen van de maat regelen die een gemeente te nemen heeft. Een feit als het bereiken van een in wonertal van 15.000 zielen, zet die be tekenis nog eens extra op de voorgrond; De Weleerw. Heer Kapelaan Ras verrichtte de plechtigheid van de H. Doop. accentueert onomwonden de gunstige ontwikkeling en de groei van onze ge meente. Op 12 Mei 1931 werd de 10,000e in woner van Waalwijk geboren; het was Gijsbertus Hubertus Maria, een zoontje van J. H. Pullens en A. Schellekens; burgemeester Moonen was toen burge meester van Waalwijk, die hem offici eel begroette en waarbij ook Waalwijks Belang present was. Het is helaas droevig te moeten ver melden, dat dit met veel vreugde in het gezin van de heer Pullens en in heel Waalwijk begroete kind, het volgende jaar op 26 November door Onze Lieve Heer in Zijn schone Hemel werd geroe pen. Op 13 Juli 1950 werd de 14.000e in woner van Waalwijk geboren; burge meester Mr Lambooy schreef eigenhan dig in de geboorteregisters van de ge meente de namen in van Johanna Adria- na, het dochtertje van J. W. Zwart en Cath. Janson; deze .14.000e inwoner woont thans in de van Assendelftstraat, op nummer 5 en al de goede wensen, bij haar geboorte geuit, zijn tot nog toe in vervulling gegaan, want Johanna is onder de bevolking, die middels de blau we proclamaties spoedig op de hoogte was van het heugelijke feit. Moge al de goede wensen die zijn ge uit ten opzichte van de kleine Jacque line en haar ouders en ook ten opzichte van de groeiende gemeente Waalwijk in vervulling gaan. VOOR DE 15,000e. We hebben reeds geschreven dat het de 15,000e niet aan belangstelling ont broken heeft. Inderdaad, daar zijn vele geschenken en geschenkjes van belang stellende en meelevende gemeentenaren binnengekomen op Paul Krügerstraat 5a; waardevolle geschenken en presentjes van kleinere omvang, echter niet minder welkom bij Vader en Moeder Valentijn, omdat zij ook een even duidelijke taal spreken. Het is ons echter nog niet mogelijk een opgave van alle binnengekomen ca deautjes te geven, omdat wij degenen die deel willen nemen aan de prijsvraag die een bevriend dagblad uitschreef natuur lijk niet in de kaart willen spelen. We zullen dus nog even wachten met het vermelden der geschenken. De kleine Jacqueline onbewust van alles wat er rond haar gebeurde en haar gelukkige moeder. Ook de Voorzitter van Waalwijks Belang, de Heer J. Timmermans, ontbrak niet bij de officiële aan gifte. Hier feliciteert hij de gelukkige vader.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1954 | | pagina 2