H\ V W-nu m Waalwijkse en Lanqstraatse Courant HidJanstandspolitiek in 14 punten Voor de Vrouw De Prisma-Lawine. „DE ECHO" ook UW blad f- Kleine boeken van groot formaat. Kan iedere *rouw confe tie dragen? kT: VRIJDAG 19 FEBRUARI 1954. Uitgever Waalwjjkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week 77e JAARGANG No. 15 Abonnement 19 cent per week 2.45 per kwartaal 2.70 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Conlract-adverten ies speciaal tarief. Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES: „ECHO" In de Middensiandsnola, die 172 folio-pagina's telt bij agen inbe grepen -vindt men 14 belangrij ke, concre e conclusies. Zij vormen hei slot van 344 ko.ommen, waarin op duidelijke wijze een inzicht is gegeven in de middens andspro- blemaiiek en in het te voeren be leid. Deze .conclusies luiden als volgt: 1. Er dient beter cijfermateriaal over de middenstand te komen. 2. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen randbedrijf en vo waardige middens andson derneming. 3. De produc iviteit moet worden opgevoerd. 4. Het middenstandsbeleid moet zoveel mogelijk algemeen zijn. 5. Het ves igingsbeleid zal op nieuw worden herzien. 6. Er zal meer aandacht worden geschonken aan de midden standsopleidingen, examens en kadervorming. 7. De grondslagen van 't huidige credie. beleid b.ijven gehand haafd. 8. Voor de opvoering van de pro ductiviteit zal 'n voorlich ings- diens, in het leven worden ge roepen. Speciale middenstands- consu enten zullen voorlichting geven over verbe ering van de bedrijfsuitoefening. 9. Er komen wettelijke maatrege len ter regeling van het ca deaus elsel, het ui verkopen en opruimen, terwijl een techni sche wijziging van de winkel sluitingswet in voorbereiding is. 10. Bekeken zal worden of 't hui dige afbe alingssys eem een nadere wet elijke aanvu.ling of wijziging behoeft. 11. Er zal aandacht worden ge schonken aan de wensen van de middenstand inzake de ver- eenvoudinging van het belas- tings elsel. 12. De Regering zal zich beraden over de vraag op welke wijze de zelfs andigen kunnen wor den be rokken bij de toekom stige ouderdomsvoorziening en de kinderbijslagverzekering. 13. De ontwikkeling van de Pu bliekrechte.ijke Bedrijfsorgani satie is in eers e aanleg een aangelegenheid van het mid dens, andsbedrijfsleven. 14. Er wordt nog ges udeerd over de vraag op welke wijze de vestiging van middenstandson dernemingen in nieuwe wijken door het ver enen van facili ei- ten kan worden bevorderd. Met een gemiddelde van ongeveer twee boeken per week is op het 'einde van het vorige jaar de Prisma-lawine over ons gekomen. Geen enkele boekenreeks heeft met zo'n snel heid de weg afgelegd naar het hart van de Nederlandse le zers, geen enkele reeks is in de betrekkelijk korte tijd van haar verschijnen zo snel gegroeid tot een respectabele rij, geen enkele reeks wellicht biedt ons in zo rijke verschei denheid zo'n groot aantal meesterwerken uit de wereld literatuur voor zo'n bereikbare prijs. De uitgeverij Het Spectrum moet ons echter niet kwalijk nemen wanneer we ons niet een-twee-drie uit deze boeken- lawine hebben kunnen werken. Thans echter willen we graag de aandacht vestigen op enkele dezer werken, ai krijgen ze alle niet die mate van aandacht die ze verdie nen; te veel kolommen zou Uw recensent in beslag moeten nemen. KATHOLIEKE BOEKEN. Naast de Prisma-reeks geèft Hei Spectrum nog een andere reeks uit, waarop we hier graag ook even de aandacht ves igen; we bedoelen de Pos hoorn-reeks, waarvan we al eerder enkele werken bespraken. Deze reeks bevat specifiek' katho lieke boeken en als zodanig maken we dan gewag van een bijzonder boek van de Franse schrijver Louis Bertrand: „AUGUSTINUS". Aan de hand van diens „Confessiones" schrijft Bertrand ons de levensge schiedenis van de Vader van het Wes erse Christendom. En behalve een boeiende ekening van dit be wogen, groo se leven, is deze ro man ook een gedegen studie van de geestelijke stromingen in Augus- tinus' tijd, een kleurrijke schi de ring van hei toenmalige belangrij ke verfijnde Noord-Afrika, groot gemaakt door Rome, waarheen we Augustinus ook volgen en waarvan we de decadentie gewaar worden in vele boeiende passages, waaraan dit boek zo rijk is. Met grote kennis van zaken wijst ons de schrijver op de grote be e- kenis van deze Kerkvader, een be tekenis die het Westerse Christen dom op de dag van vandaag nog geen moment kan ontkennen. Van geheel andere aard is het boek, da Marie Koenen, de veel gelezen ka'holieke romancière, 40 jarèn geleden schreef: ,,DE MOE DER". Een ontroerend menselijk boek van een moeder, zoals we die allemaal hebben gekend, zorgend, liefhebbend en beminnelijk in al de tederheid waarmee zij haar kin deren omringt. Moeder Severiens van Marie Koenen, mei haar vreug de en haar verdriet, haar zorgen en haar enorme liefde, zal niet ge makkelijk uit he hart van de lezer worden verdreven. „DE KERK DIE MIJ BOEIDE". In dit boek heeft Dr N. G. M. van Doornik van de Paters van de Hei lige Familie de s of uit zijn beide eerder verschenen boeken „Pel grims naar de Una Sancta" en „Gij zijt nie langer pelgrims" tot een geheel bijeengebracht. Het zijn de bekentenissen van bekeerlingen voor en na hun bvergang lot het Katholicisme; en bui engewoon boeiend is het te lezen op hoe won derbaarlijke en hoe eenvoudige wij ze Gods genade werkt in de har ten der mensen. POËZIE. Ook poëzie verschijnt er in de Prisma-reeks; nadat eerder o.m. de gedich en van Gezelle in een uit stekende bloemlezing verschenen, kwam ons thans onder ogen om met het nonsensikale te beginnen, dulce est desipere in loco „NEDERLANDSE NONSENS OP RIJM". Een kos'elijk boekje, waar in heel veel s aai van wat er in Ne derland ooit aan kolderieke non sens op rijm geschreven is, en dai blijkt heel wat te zjjn; we treffen er naast Charivarius Daan Zonder land aan, en naasi de boer ige bal lade' uit de Middeleeuwen de ver fijnde humor van Trijntje Fop. Ge kunt er een kostelijk uurije mee zoek brengen. Serieuzer van aard, maar niet minder aantrekkelijk is de verza meling „BALLADEN EN REFREI NEN', die C. Buddingh bijeen- brach. in een Prismaboekje, waar van de alles duidelijk makende on dertitel luidt: „een bundel zingen de gedich cn in het boertige, het amoureuse en het kor weg meta- physische, bijeenverzameld uit de bundels der erkende poëzie en de ach erbuurten waar het straatlied bloeit, verslag gevende van zeven eeuwen dors. en minnepijn, van opzienbarende moorden en misge boorten, van geluk en ongeluk". U ziet, zo erg serieus is dit boekje ook niet steeds, maar daar is het niel te minder verdiens elijk om. Geheel en al serieus is tensloite de bloemlezing uit de poëzie van '80, die J. C. Brandt Corstius be zorgde onder de titel „HET LAAT SEIZOEN" en waarbij hij 'n kleine inleiding schreef. Het is een goede keuze uit het werk van een dich- térsgenera ie, die veel schoons heeft voortgebracht. Zeer bijzondere aandacht vragen we ook graag voor een opmerkelij ke verschijning in de Prisma-reeks, de „CAMERA OBSCURA" van Hil- debrand, het pseudoniem voor Nicolaas Beets. De Camera is een van de meest bekende en meest ge lezen boeken uit de Neder'andse literatuur, en meen niet dat het voor onze tijd nie s meer te bete enken heeft, integendeel. Temid den van de „zware" psychoanaly tische werken, waarmee de boe kenmarkt wordt overvoerd en waarin de schrijver meer weg heeft van een chirurg en koel en nuch ter he ont'eedmes hanteert, dan van een kuns enaar, is het een ver ademing eens te lezen hoe Nicolaas Beets met zijn milde humor en zijn levenswijze ernsl de mens met al zijn eigenaardigheden en gebreken ons tekent. Verbazingwekkend is het dai de ze volledige uitgave van de Came ra Obscura, verluchtigd bovendien met 140 nieuwe illustraties van Karei Thole in deze uiterst goed kope Prisma-reeks is verschenen. Onze grote waardering hiervoor In „DE MENSEN HEBBEN HUN GEBREKEN" schrijft Anton van Duinkerken, de vermaarde katho lieke Nederlandse publicist, aan de hand van de levensgeschiedenis van enkele groten der wereldlite- ra uur, hoe het hun gebreken wa ren, die onmisbare voorwaarden werden voor hun groots werk, en zo wordt dit vlot en sprankelend geschreven boek, zoals hij dat kan, niet alleen een degelijke studie van het werk van de b'inde Homerus, de bui ige Esopus, de jichtige Eras mus, de dove Ronsard en de in- lelijke Andersen, maar ook een pleidooi voor de verdraagzaamheid jegens elkanders gebreken. Wat Anton van Duinkerken in de Nederlandse li era uur is, is Gilbert K. Chesterton voor de En gelse katho ieke literatuur in de zoveelste mach. en niei alleen voor de katholieke literatuur, maar voor de gehele Engelse denkwe reld, waarin hij de antipode was van de eveneens meer dan beroem de George Bernard Shaw. In de Prismareeks verscheen zijn bekende boek „ORTHODOXIE", 'n soort slordige auto-biographie, zo als hij het boek ze f noem en dat de fascinerende on dekking ver taalt van de eeuwige waarde van de Geloofsbelijdenis der Apostelen. Het is een genot Chesterton e lezen, hem de meest gewone din gen van hei leven in een geheel nieuw sprankelend daglicht ,e zien ze ten. In twee Prismadelen verscheen ook de comp ete vertaling van Dos- tojevski's beroemde roman „DE MONEN". Deze grootmeester van het Russische proza, een van Eu ropa's meest gelezen romanciers, tekent in dit boek op meesterlijke wijze de overgang van Czarisme naar Communisme, de gruwbare on wrichting van hei Russische le ven, het demonische in de losge slagen en van zijn oude waarden beroofde Russische mens. We kun nen het niet genoeg waarderen dat deze grootse roman hans binnen ieders bereik is gebracht. Uit de Spaanse li.eratuur be zorgde Plet Spectrum ons een uit gave van „FRASQUITA OF DE DRIEKANTE STEEK" van Pedro An onio de Alarcon; dit werkje heeft waarachtig de Falla's be roemde ballet „El Sombrero de Tres Picos" niet nodig om bekend heid te genie en; integendeel, het is op zich reeds een kos elijk, met een prachtige humor geschreven werkje, het is vertelkunst van de beste soort, met a s onderwerp het slimme molenaarsvrouw je, dat zo dartei door de Wes -Europese lite ratuur danst, maar hier niettemin zeer deugdzaam is, hetgeen niei al tijd van haar zus. er gezegd kan worden. In een band met dit gezellig ver haal is ook opgenomen „DE STOUTMOEDIGE KAPITEIN" van de Alarcon; wanneer een vuurvre ter van een kapitein een aderliefst meisje on moe., legen wier lieftal ligheid geen enkel wapen iets kan uitrichten, dan ontstaat er weer 'n ver el ing die kos elijk is. Joseph Conrad schreef in „MEN SEN EN DE ZEE" een aan al ver halen, waarin de vaak mysterieuze band, die de mensen met de on eindigheid van de zee verbindt, de trek naar het land achter de hori zon zeer goed gestal e krijgt, zij het, dat naar onze smaak, de ve^- ha en soms ietwat traag op gang komen. Niet emin, wanneer de.ui.- geverij ze aankondigt als de boei endste zeeverhalen die er ooit ge schreven zijn, dan schuilt er toch veel waars in. Theo Thijssen is in de Prisma reeks geen onbekende meer; reeds enkele werkjes verschenen van hem in deze kleine handzame uit gave en thans mogen we weer, zij hel slechts even, de aandacht vra gen voor zijn werk „HET GRIJZE KlND", waarin hij weer het kind tot voorwerp van zijn nooit afla tende belangs'elling maakt, dit maal het kind tegenover opvoeding en onderwijs, die 't uiterst scherp observeert, het kind da. gelaten zijn lot draagi, omdat het weet dat alles voor zijn bes wil is, al die on zin van onderwijs en opvoeding. De grote onderwijsvernieuwer, die Thijssen was, houdt hier een warm pleidooi voor meer begrip voor het kind en voor een doorbre ken van alle conventies die het om geven. In „HET EEUWIGE IJS" geeft H. Pon ing een beschrijving van de Zuidpool-expeditie van Cap ain Sco t en zijn tragisch einde, ioen hij insliep in de rust van 't eeuwi ge ijs. Een aan al eigen fo'o's van Ponting, die fotograaf was bij de ze expeditie, maken dit boek tot 'n waardevol document. Naast Tarabas verscheen nu ook „JOB" van de bekende s aienloze schrijver Joseph Roth. In Job ont laadt zich heel de rijke vertelkunst van deze talentvolle schrijver en het schrijnende leed van de gesla gen Jood Isaac Mendel, die ook in de nieuwe wereld geen rust en geen vrede vind', maar toch ge louterd zich onderwerpt aan de wil van zijn Heer, brandt ons in het eigen hart. Job is de mens van alle tijden, die Gods liefde kas tijdt, zoals weleer de rijke man Job lot het uiters:e der el'ende werd gebracht; maar God beloont hen, die ondanks Zijn slaan op Hem blijven betrouwen. ■JL. i. Dat ligt geheel aan de kwaliteit j van de confectie. In Engeland b.v. i worden door confectionnairs hau- 1 .e couture modeLen gekocht en j verwerkt, nadai deze zijn aange past aan de verschilende typen vrouw. Een heel klein vrouw.je b.v. kan niet dezelfde k.eding dra gen als een lange, slanke vrouw. Een mantelcostuum me. een wijd- k.okkende of geplooide rok b.v. maalt! haar dikker en gedrongen, terwijl een grote struise vrouw met dergelijke modellen juist zeer ge- baa. is, omdat deze haar korter doen schijnen. Om aan de vrouw, die 'n „bui.enmodel'-figuur heeft (dus te zwaar, te lang of te klein) een kans te geven confectie te kun nen dragen, hebben enige Londen- se confec.ionnairs modellen ont worpen, die volgens buitenlandse confectie-experts aan alle eisen voldoen. Die en dit is zeer be langrijk niet hoger in prijs zijn dan de confectiemodeilen, die in normale maten gefabriceerd worden. Dit sys eem werd in ze kere zin afgekeken van de Ameri kanen. In Amerika immers slapt een dame een confectiemagazijn binnen en vraagt naar het model harer keuze. De verkoopster neemt een centimeter en meei haar taille. Indien de juiste taillemaat niet voorradig is, vertelt de verkoopster de cliën e naar welke firma zij moe. gaan om de juiste maat te verkrijgen. Men heeft in dat land der onbegrensde mogelijkheden 'n onbegrensd aan al maten. E.k bui tenmodel kan daar terecht. Dit is dan ook een van de redenen, waar om bijna iedere Amerikaanse vrouw confectie koopt. Het loont in Amerika de moei e om van één model enige mil.ioenen exempla ren te maken, terwijl het in Europa vrijwel lol de onmogelijkheden be hoort om van een model een der gelijk groot aantal exemplaren ie vervaardigen. Daarvoor zijn de di verse landen (zelfs Frankrijk en Duitsland) niet groot genoeg! Niettegenstaande de zeer zeker veel lagere spreiding dan in de U.S.A., heeft de Londense confec- tie-industrie getracht het schier onmogelijke te verwezenlijken door confectie le vervaardigen in ma en die slechts door vrouwen met min of meer „buitenmodei"-figuren ge dragen moet worden. Men heeft 'n serie modellen gemaakt, die zelfs de mees. veeleisende vrouw tevre den kan stelten. Wanneer 'n Ame rikaanse inkoper een kijkje komt nemen en enige orders opgeeft, die onmiddellijk naar de U.S.A. moeten worden verzonden, kan men veilig aannemen dat deze confectie beant woordt aan de eisen, die de Ame rikaanse vrouw s eli. En deze e;sen zijn hoog. Het is overbekend dat de Amerikaanse confectie een gro te hoogte heeft bereikt. Dere.a, Do- ro hy Walker, Susan Smal! en Alexander Gordon, Engelse con fectionnairs, qua prijsklasse en kwaliteit te vergelijken mei Bogg, Max Haar, Ptaza en Aveco, hebben zeer opvallende collecties model en gebracht, die speciaal aan de eisen voldoen, die zware vrouwen aan confectie stellen. D.w.z. dat het kledingstuk allereerst van de beste stoffen moet zijn vervaardigd, om dat een goede kwaliteit stof beter in 't model blijft en ook omdat 'n k'edingstuk, gedragen door een zwaardere vrouw, meer aan slijta ge onderhevig is. De modelien kle den alle af. Plooi- of klokrokken worden vermeden. Wel vindt men in de buitenmodel confectie groe pen plooien aan de voor-, zij- of acli'erzijde. De ligne princesse is voor dit soort k.eding volkomen ongeschikt, daar deze het figuur meer dan noodzakelijk accentueert. Opvallend is dat bijna alle model len van dunne wo'len s offen wor den vervaardigd en wel vooral van jersey, hopsack, laken, zeer dunne tweed en wollen crêpe. Het zijn al lemaal materialen die onkreukbaar zijn en practisch nooit behoeven te worden gestreken of geperst De draags er kan volstaan met haar japon of costuum na het dragen enige uren op een vochtige p aats uit te hangen, waarna de s of en de coupe zich volledig herstellen. De bijgaande .ekeningen geven een beeid van de mode len, die voor dit genre confectie in aan- werking komen. DERETA iaat een redingote zien van donkergrijs la ken. Hei is een model bedoeid voor die vrouw, die de 1.5 M. niet haa t. De ingebouwde revers verlengen haar bovenlichaam en accentueren de aille. SUSAN SMALL creëerde voor de kleine vrouw een geklede namid dagjapon van lichtgekleurde wol len jersey. De knopen, die boven de tail.e dichter bij elkaar staan dan rond hei decolleté, accentue ren het lijfje. Een ideaal model voor de nie. al te tengere kleine vrouw. Van marineblauw wollen fanta- siestof werd het model in 't mid den gemaaki. Heel eenvoudig, maar afk edend. Met de stola van wollen taffe as kan de handige draagster veel maskeren. Verticaal verwerkte strepen kleden altijd af. De effen japon van wif e wollen jersey kleed ook af, al is de k eur licht, mede door de snit. Deze ja pon met „geknepen" taille, is van achteren voorzien van een lederen ceintuur. Swaggers blijven geliefd bij de vrouw, die ie s te zware heupen wil verdoezelen. Dere a, een man telexpert, bracht vete van dit soort mantels, die vrijwel recht naar be neden vallen. Wel werd door De- re a aandacht besteed aan de mou wen, die nu eens een rag anmodel hebben, dan weer laag aangezet of aangeknipi zijn.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1954 | | pagina 9