DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Gemeenteraad Waalwijk.
Acht gediplomeerden
Agenda en Prae-adviexen.
van de Sociale School te Waalwijk
Zorg om voortbestaan der school
hoopte dat zé" inët "Zöuaen aemten
dat ze er nu waren en dat ze zich
Voor het maatschappelijk werk nut
tig zouden maken alst ze geroepen
werden. Hij dankte ook mr Mulder
en onderschreef diens woorden aan
het adres van de leraren.
JAARI
te Waal\
derdag
»TnnT»T 1T1%T yttyym i r\ m HTT71T inn
MAANDAG 26 APRIL 1954
77e JAARGANG No. 34
Openbare vergadering van de
raad der gemeente Waalwijk op
Donderdag 29 April 1954 om half 8
ten gemeentehuize.
Agenda:
1. Vaststelling van de notulen van
de vergadering, gehouden op 1
April 1954.
2. Ingekomen stukken.
a. Van de Ged. Staten: Goedge
keurde raadsbesluiten;
b. Mededeling van verkregen
Koninklijke goedkeuring op
het raadsbesluit van 3 Dec.
1953 tot wijziging van de ver
ordening, als bedoeld in art.
11, tweede lid, der Winkel
sluitingswet 1951;
c. Verzoek van de Vakraad voor
het Kappersbedrijf van 31
Maart 1954 om de plaatselijke
verordening, als bedoeld in
art. 4, eerste lid, der Winkel
sluitingswet 1951, in dier
voege te wijzigen, dat de ver
plichte Dinsdagmiddagslui
ting niet zal gelden in de
week, voorafgaande aan Pa
sen en Pinksteren, maar wèl
in de week, onmiddellijk vol
gend op deze feestdagen;
Prae-advies.
Winkelsluiting.
Bij schrijven van 31 Maart 1954
heeft de vakraad voor het kappers-
bedrijf zich tot de raad gewend met
het verzoek de plaatselijke veror
dening als bedoeld in art. 4, eerste
lid, der winkelsluitingswet 1951 te
wijzigen in dier voege, dat de ver
plichte Dinsdagmiddagsluiting niet
zal gelden in de week, voorafgaande
aan Pasen en Pinksteren, maar wel
in de week, onmiddellijk volgend
op deze feestdagen.
Als motief wordt aangevoerd de
omstandigheid, dat de kappersza
ken niet gebaat zijn met de wette
lijke uitzonderingsbepaling, opge
nomen in het tweede lid van art. 4
der wet, krachtens welke de halve-
dagsluiting o.m. niet zal gelden
voor de weken, waarin Tweede
Paasdag en Tweede Pinksterdag
vallen. De vakraad wijst daarbij op
het feit, dat juist in de week vóór
Pasen en in de week veer Pinkste
ren de kapperszaken extra druk be
zoek krijgen.
Vanzelfsprekend is voor dit stand
punt iets te zeggen en het is niet
duidelijk, waarom de wet juist ten
aanzien van de Dinsdag, volgende
op Tweede Paasdag en Tweede
Pinksterdag, een uitzonderingbepa
ling kent. Deze wettelijke bepaling
is echter eenmaal aldus vastgesteld,
zodat de raad niet bij machte is, de
halvedagsluiting, 'zoals gevraagd
wordt, wel te doen gelden in de
Week, onmiddellijk volgende op de
twee genoemde feestdagen.
Waar verder wordt gevraagd te
bevorderen dat met wijziging der
plaatselijke verordening als bedoeld
in art. 4, eerste lid, der wet zal
worden bepaald, dat de halvedag
sluiting niet zal gelden in de week,
voorafgaande aan de twee genoem
de feestdagen, vinden B. en W.
geen aanleiding, de raad dienover
eenkomstig te adviseren, en wel
'om de volgende redenen:
1. Tussen Dinsdag en Zondag lig
gen nog vier andere werkdagen,
waaronder de Vrijdag (koopdag)
en de Zaterdagmiddag, zodat
voor het publiek ruimschoots ge
legenheid tot het doen van inko
pen overblijft;
2. Krachtens de plaatselijke veror
dening als bedoeld in art. 11, eer
ste lid, der wet mogen bovendien
nog alle winkels in deze gemeen
te tot 22 uur geopend blijven op
de laatste werkdag voorafgaande
aan Pasen en Pinksteren;
3. In deze gemeente nemen de kap
perszaken, tegenover andere za
ken, toch reeds de bevoorrechte
positie in, dat zij op werkdagen
tot 19 uur geopend kunnen blij
ven op grond van de plaatselijke
verordening, als bedoeld in art.
11, tweede lid der winkelslui
tingswet 1951.
Op grond van vorenstaande over
wegingen stellen B. en W. voor het
vorenbedoelde schrijven van de
vakraad voor het kappersbedrijf
voor kennisgeving aan te nemen.
d. Controle van het Centraal
Bureau voor Verificatie en
Financiële adviezen der Ver.
van Nederlandse Gemeenten,
betreffende controle kas en
boeken tevens kasover-
dracht van de gemeente
ontvanger en kasopneming en
controle van de administratie
alsmede kasoverdracht van
de Vleeskeuringsdienst, over
het le kwartaal 1954;
e. Jaarverslag 1953 van de Ma
ter Amabilisschool te Waal
wijk.
Voorgesteld wordt de sub a t/m
e vermelde stukken voor ken
nisgeving aan te nemen.
3. Voorstel tot herziening van de
tarieven voor de heffing van op
centen op de Personele Belas
ting.
4. Voorstel tot herziening van de
„Verordening op de heffing van
een straatbelasting in de ge
meente Waalwijk".
Prae-advies.
Straatbelasting.
In de openbare vergadering van
3 December 1953 besloot de raad tot
vaststelling van een (nieuwe) „Ver
ordening op de heffing van een
straatbelasting in de gemeente
Waalwijk".
Blijkens de artikelen 1 en 6 van
deze verordening bedraagt de be
lasting 6% van de belastbare op
brengst wegens gebouwde eigen
dommen en daarbij behorende er
ven.
Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie delen bij schrijven van 3 Fe
bruari 1954, G. nr. 73937, Ille afd.,
mede, dat bij de behandeling van
het door de gemeente Waalwijk
op grond van de ongunstige begro
tingspositie ingediende verzoek
om subjectieve verhoging van de
algemene uitkering uit het Gemeen
tefonds, o.m. zal worden nagegaan
'of voldaan is aan de voorwaarde,
dat de tarieven van de straatbelas
ting zijn opgevoerd tot een zodanig
percentage, dat een opbrengst ver
kregen wordt, gelijk aan de op
brengst van de belasting bij een
heffingspercentage van 6% wegens
gebouwde en 3% wegens ongebouw
de eigendommen.
Aangezien in de gemeente Waal
wijk de onderwerpelijke belasting
momenteel uitsluitend geheven
wordt wegens gebouwde eigendom
men en daarbij behorende erven,
zal de onderhavige verordening
overeenkomstig het verzoek van
Ged. Staten moeten worden aange
vuld.
Wanneer de raad niet aan 't ver
zoek van Ged. Staten zou willen
voldoen en dus de ongebouwde ei
gendommen niet belastbaar wil stel
len, dan beïnvloedt dit ongetwijfeld
de aangevraagde subjectieve verho
ging van de algemene uitkering uit
het Gemeentefonds, of kan dit voor
Ged. Staten aanleiding zijn om om
trent het verzoek van B. en W. tot
verhoging in afwijzende zin te ad
viseren.
Noodgedwongen zullen dus de
ongebouwde eigendommen ook be
lastbaar moeten worden gesteld.
Hieronder vallen dan, overeen
komstig de bepalingen van art. 280
der gemeentewet, alle ongebouwde
eigendommen die aan openbare
land- en waterwegen in de ge
meente Waalwijk belenden en op
deze wegen uitgang hebben of in
de onmiddellijke nabijheid daarvan
gelegen zijn.
De raad heeft dus de bevoegdheid
om b.v. percelen grond, welke in de
polders gelegen zijn, lager te belas
ten dan percelen, gelegen in de be
bouwde kom of aan verharde we
gen.
Voorts is niet als eis gesteld dat
percelen aan een openbare land- of
waterweg moeten belenden, maar
wel dat zij op geringe afstand van
dergelijke wegen gelegen zijn en
daarop uitgang hebben of daarmee
in onmiddellijk verband staan.
Evenmin behoeft er een aanwijs
baar verband te bestaan tussen de
kosten, welke de gemeente in het
algemeen aan het onderhoud e.d.
der land- en waterwegen uitgeeft
en een bepaalde land- of waterweg,
om van de aan deze weg gelegen
percelen straatbelasting te kunnen
heffen, terwijl ook land- en water
wegen, welke niet aan de gemeen
te in eigendom toebehoren en door
anderen (b.v. waterschappen) on
derhouden worden onder de wer
king van deze verordening vallen.
De belastbare opbrengst van alle
ongebouwde eigendommen in de
gemeente Waalwijk is te ramen op
130.000.Volgens meergenoemd
schrijven van Ged. Staten moet het
heffingspercentage voor de onge
bouwde eigendommen op 3 gesteld
worden, zodat de opbrengst van de
straatbelasting wegens ongebouwde
eigendommen (3% van 130.000.
3.900.zal bedragen. B. en W.
stellen voor het ontwerp-besluit
'dienovereenkomstig vast te stellen.
5. Voorstel tot wijziging van de
tarievenverordening voor de
Gemeentelijke Zweminrichting.
Prae-advies.
Tarieven zwembad.
Bij besluit van de raad van 26
Februari 1953 is vastgesteld de
„Verordening betreffende de tarie
ven voor het gebruik van de ge
meentelijke zweminrichting".
Het blijkt thans noodzakelijk te
zijn deze verordening op enige pun
ten te herzien, teneinde een meer
efficiënte bedrijfsvoering alsmede
een doelmatige controle te bevorde
ren.
Het betreft de navolgende pun
ten:
1. het abonnement geeft recht op
één bad per dag per seizoen.
Deze bepaling heeft tot gevolg,
dat alle abonnementskaarten ge
knipt moeten worden, hetwelk
vooral op drukke dagen veel ver
traging veroorzaakt. Aangezien
men bovendien van mening is
dat abonnementhouders meerde
re malen per dag van het bad ge
bruik moeten kunnen maken,
doch uit de practijk gebleken is
dat van een tweede bad op de
zelfde dag maar een spaarzaam
gebruik wordt gemaakt, dient
volgens B. en W. de onderhavige
bepaling te worden geschrapt;
2. het tarief voor gezinsabonnemen-
ten.
Ten aanzien van deze abonne
menten zijn B. en W. van me
ning dat het eenvoudiger is om
de prijs voor een gezinsabonne
ment te bepalen op b.v. 17.50,
ongeacht het aantal personen
waaruit het gezin bestaat en voor
wie een abonnement wordt ver
langd. Er bestaat dan nog altijd
de keus tussen een enkelvoudig-
en een gezinsabonnement. Dat
bijna altijd gezinsabonnementen
worden genomen, vindt zijn oor
zaak in het feit, dat de huidige
tarieven het nemen van een ge
zinsabonnement stimuleren, op
grond van deze overweging ware
thans in dit tarief nog geen wij
ziging te brengen;
3. vacantie-abonnement.
Voorts ware de mogelijkheid tot
het nemen van vacantie-abonne-
menten uit de verordening te
schrappen. In de practijk is n.l.
gebleken, dat hiervan nagenoeg
geen gebruik wordt gemaakt,
daar de tarieven voor enkelvou
dige baden van kinderen en de
10-baden-kaarten van dien aard
zijn, dat men daarin voldoende
keus heeft;
4. ligstoelen.
Nu het zwembad geheel in ge
bruik zal kunnen worden geno
men, komt 't B. en W. voor, dat
er behoefte zal bestaan aan het
huren van ligstoelen. Deze stoe
len verhogen uitermate de aan
trekkelijkheid van het zwembad
en geven het geheel een kleurige
aanblik.
Opneming van een tarief van
0.25 per morgen of per middag
voor het gebruik van een ligstoel
lijkt dan ook gewenst;
5. schoolzwemmen (zie art. 8).
Indien het schoolzwemmen voor
de scholen voor lager onderwijs
verplichtend wordt gesteld, is 't
naar de mening van B. en W.
niet reëel daarvoor een toegangs
prijs te heffen. Alhoewel uit een
oogpunt van kostenverdeling
juist te achten, is deze methode
toch niet aan te bevelen.
Wèl dient het thans geldende ta
rief te worden gehandhaafd voor
he zwemonderwijs, dat in school
verband vanwege andere scholen
dan die voor lager onderwijs
wordt verzorgd, als b.v. de nij
verheidsscholen en de scholen
voor middelbaar onderwijs. Naar
de mening van B. en W.'ligt n.l.
het accent voor zwemonderwijs
bij laatstgenoemde scholen an
ders dan bij scholen voor lager
onderwijs. De lessen aan kinde
ren van de scholen voor lager on
derwijs beogen immers het kind
nog zwemmen te leren, terwijl
van leerlingen van de inrichtin
gen voor middelbaar, voorberei
dend hoger en nijverheidsonder
wijs verwacht mag worden, dat
zij de zwemkunst reeds machtig
zijn.
6. Voorstel tot overname in eigen
dom en onderhoud van de Eer
ste en Tweede Zeine van het
waterschap „De Binnenpolder
van Waalwijk".
Prae-advies.
Overnbme van waterschapswegen.
Door de voortschrijdende bebou
wing van de terreinen, gelegen tus
sen de St. Antoniusstraat en de
Burgemeester Smeelelaan, hebben
ook de tussenliggende landwegen,
genaamd „Eerste Zeine" en „Twee
de Zeine", geleidelijk hun landelijk
karakter verloren en werden reeds
gedeeltelijk opgenomen in het stra-
tencomplex der gemeente. Voor zo
ver dit laatste het geval is, wordt
ook het onderhoud van die wegen,
berustende bij het waterschap „De
Binnenpolder van Waalwijk", in
feite door de gemeente gevoerd.
In verband met het gewijzigde
karakter van deze weggedeelten
ligt het dus voor de hand, dat deze
door de gemeente in eigendom en
in onderhoud worden overgenomen.
Ten aanzien van de Eerste Zeine
doet zich daarbij de eigenaardig
heid voor dat het gedeelte vanaf de
meubelfabriek tot aan de Burgem.
Smeelelaan (perceel Waalwijk sec
tie B nr. 3314, groot 54 aren), reeds
kadastraal ten name der gemeente
Waalwijk staat met het waterschap
„De Binnenpolder van Waalwijk"
voor 23.17 aren als mede-eigenaar,
zodat hier met betrekking tot de
eigendomsovername alleen sprake
behoeft te zijn van laatstgenoemde
23.17 aren „mede-eigendom" van 't
waterschap.
Met.het waterschap, is bereids
overeengekomen dat de eigendoms
overname van deze wegen gratis zal
geschieden en dat het waterschap
aan de gemeente zowel voor de Eer
ste Zeine als voor de Tweede Zeine
■en bedrag van f 15.— zal betalen
als afkoopsom van het onderhoud.
7. Voorstel tot overname in eigen
dom van de bestaande onver
harde weg aan de buitenteen
van de Winterdijk (Dijkweg)
voor zoveel betreft het gedeel
te tussen de Zomer dijkweg en
de Kadastrale grens Waalwij k-
Besoyen van het waterschap
„Het Zuiderafwateringskanaal".
8. Voorstel inzake subsidiëring van
een vervoersdienst in verband
met het schoolzwemmen door
leerlingen van scholen voor
g.l.o., b.l.o. en u.l.o.
Prae-advies.
Schoolzwemmen.
Met de hoofden en besturen van
de scholen voor gewoon lager, bui
tengewoon lager en uitgebreid la
ger onderwijs zijn met medewer
king van de rijksconsulent voor de
lichamelijke opvoeding bespre
kingen gevoerd teneinde te komen
tot een zo mogelijk algemene in
voering van het schoolzwemmen in
deze gemeente.
Het binnenkort te openen geheel
vernieuwde zwembad onzer ge
meente biedt daartoe ruimschoots
de gelegenheid.
Het resultaat is geweest dat alle
lagere u.l.o,-scholen hieraan zullen
deelnemen. In de eerstvolgende ver
gadering van de raad, waarin de
onderhavige aangelegenheid aan de
orde komt, wordt de raad tevens 'n
voorstel aangeboden inzake wijzi
ging van de tarieven-verordening
voor het zwembad.
Daaruit zal kunnen blijken dat
B. en W. de raad voorstellen het
schoolzwemmen voor scholen voor
gewoon lager, buitengewoon lager
en uitgebreid onderwijs voortaan
vrij te stellen van enige betaling.
Daarmede is één der beletselen te
gen een algemene deelname aan 't
schoolzwemmen opgeheven.
Een andere moeilijkheid bleek
hier evenwel te bestaan in het be
trekkelijk grote tijdverlies, dat ont
staat door het gaan naar 't zwem
bad en terug. De afstand is voor
alle scholen te groot om die te voet
af te leggen (van 2 tot 6 km.). En
is daarom een regeling opgezet
voor vervoer per autobus. De kos
ten komen dan volgens de door de
Min. van Economische Zaken goed
gekeurde tarieven op ƒ216.20 per
week, berekend naar 4.40 per uur
plus 0.35 per km. Er zijn nodig
37 retourritten, tesamen uitmaken
de 333 km. De leerlingen van de
Nuts' u.l,o.-school en van de R.K.
Jongens-u.l.o.-school gaan per rij
wiel.
Aangezien B. en W. het school
zwemmen een goede maatregel vin
den in het belang van de lichame
lijke opvoeding van de jeugd en
evenzeer in het belang achten van
de bevordering van de volkshygiëne,
stellen B. en W. voor het voor het
vervoer benodigde crediet op de
gem. begroting voor 1954 beschik
baar te stellen en wel een bedrag
van 2162.zijnde de kosten voor
10 weken.
9. Voorstel tot het afgeven van 'n
noodzakelijkheidsverklaring in-
gevolge de Nijverheidsonder
wijswet aan de Stichting „Nij
verheidsschool voor Waalwijk
e.o.", ten behoeve van de uit
breiding van haar dagschool
met een afdeling leerlooien.
10. Voorstel tot aankoop van grond,
gelegen aan de Tweede Zeine.
11. Voorstel tot aankoop van gron
den, gelegen aan de Eerste Zei
ne.
12. Voorstel tot aankoop van grond,
gelegen ten Noorden van de
Winterdijk.
13. Voorstel tot verkoop van een
bouwterrein, gelegen aan de
Burgemeester de van der Schue-
renstraat.
14. Wijzigingen der gemeente-be
grotingen voor het dienstjaar
1953 en voor het dienstjaar '54.
Zaterdagmiddag om 5 uur werd in de achterzaal van Hotel „De
Twee Kolommen" het einddiploma uitgereikt aan de eerste 8 cur
sisten die de Sociale School van de K.A.B. met goed gevolg hadden
doorlopen. Dit was, blijkens de woorden die er werden gesproken,
een uitermate verheugend feit, maar van de andere kant werd de
vrees uitgesproken dat de schoo 1 hier in Waalwijk niet zou kunnen
blijven voortbestaan, terwijl Waalwijk als centrum met zijn om
geving jaarlijks toch voldoende cursisten moest kunnen opbrengen,
deze diploma-uitreiking wa- veel doen voor de uitbreiding van
de Kerk van Christus.
Bij
ren behalve de geslaagden en de
andere cursisten ook aanwezig de
voorzitter van de Landelijke Ont
wikkelingscentrale van de K.A.B.
in Doorn, mr Mulder, de diocesane
leiders, Pater Fidentius en de heer
P. Coppes, Broeder Overste, de wet
houders Smolders en v. Hees wijk
namens het gemeentebestuur, het
bestuur van de K.A.B., en last but
not least, de directeur kapelaan
Wassenberg en de leraren.
De heer P. Coppes opende de bij
eenkomst met de christelijke groet
en heette alle aanwezigen welkom.
Uit hun aanwezigheid bleek dat ze
de school 'n warm hart toedroegen,
Broeder Overste speciaal door lera
ren beschikbaar te stellen, het ge
meentebestuur door een belangrijke
subsidie en hij dankte daar harte
lijk vóór.
MANNEN MET PIT.
Mr Mulder verklaarde blij te zijn
namens de Landelijke Centrale de
diploma's uit te mogen reiken en
de 8 jongemannen die het na drie
jaar noeste arbeid hadden behaald,
geluk te mogen wensen. Hij wees er
op dat het wat zeggen wilde drie
jaar lang iedere week twee avon
den na het werk, zonder uitzicht op
materiëel gewin, nog eens naar
school te gaan. Dit getuigde van
idealisme. Een klein gedeelte hield
het dan ook maar vol. De diploma's
getuigen, zei mr Mulder, dat gij
voldoet aan de eisen, maar vooral
dat ge mannen zijt waar pit in zit.
Hij was blij dat de K.A.B. derge
lijke mensen had. Men kon wel
praten over medezeggenschap, maar
dan moest men ook mee kunnen
praten. Hier waren er acht die dat
konden en mr Mulder feliciteerde
henzelf en de K.A.B. daarmee.
Sprekend over de motieven die
hen tot de studie hadden geleid,
zag hij er een grote dosis apostolaat
in. De arbeiders werden de vooruit
geschoven pionnen van de Kerk en
mannen van ontwikkeling konden
Voorts verklaarde mr Mulder dat
de K.A.B. niet voor niets een be
drag van 1000 voor elke cursus in
vesteerde. Hij hoopte dat de inves
tering rente zou opbrengen en dat
de geslaagden hun krachten be
schikbaar zouden stellen als er een
beroep op hen werd gedaan, want
er was veel te doen.
Mr Mulder dankte de diocesane
leiding, de plaatselijke afdeling,
stands- en vakorganisaties, de direc
teur en de leraren. Als de organi
satie zich achter.de school stelde,
werd ze een succes. Directeur en
leraren hadden meer gedaan- dan
hun opdracht uitvoeren. Ze hadden
getracht deze kerels te vormen tot
mensen, door middels hun persoon
lijkheid les te geven. Hij zag in de
school het sociale apostolaat van 't
intellect, want ze lieten andere pro
fiteren van hun ontwikkeling. Het
standenprobleem werd hier op idea
le wijze opgelost, doordat leraren
en leerlingen naar elkaar toegroei
den. i
Hoe zal het gaan? vroeg mr Mul
der zich af. De vooruitzichten wa
ren niet zo hoopvol, dat vaststond
dat de school in lengte van dagen
zou blijven bestaan. En toch moest
Waalwijk als centrum van de streek
een centrum van ontwikkeling zijn,
dat elk jaar 15 a 20 leerlingen kon
opbrengen.
Tenslotte reikte mr Mulder de di
ploma's uit aan de volgende ge
slaagden:
M. Adriaanse,
W. Adriaanse,
A. Hamers,
C. van Mosselveld,
J. H. van Vliet,
W. IJrielaar,
J. v. Huiten en J. Verhelst, die
„met zeer goed gevolg" waren ge
slaagd, wat betekende dat ze ge
middeld minstens 8 hadden gehaald.
GELUKWENSEN.
De heer P. Coppes feliciteerde
vervolgens de geslaagden ook en
Voor het feit dat er in Waalwijk
tot heden nog geen bloeiende school
was, kon hij twee verklaringen ge-
Ven die in het sociaal-economische
vlak lagen: op de eerste plaats de
huisarbeid, die het bezwaarlijk
maakte de lessen te volgen en te
'studeren, en op de tweede plaats
het verkeers-geografisch isolement
van de Langstraat, dat dit belang
rijke industriecentrum moeilijk be
reikbaar maakte.
Tenslotte dankte de heer Coppes
Broeder Overste ook nog voor het
beschikbaar stellen van zijn school
gebouw.
Wethouder Smolders deelde mee,
dat de burgemeester en de secreta
ris verhinderd waren de bijeen
komst bij te wonen. Hij merkte op
dat hij in een andere hoedanigheid
het startschot voor de sociale school
had gegeven. Dat begin was niet
bemoedigend: 30 cursisten hadden
zich opgegeven en er waren er een
goede 20 aanwezig. De 8 geslaagden
waren nu het resultaat, Maar er
was steeds enthousiasme geweest
bij de cursisten. Hij beaamde de op
vatting van de heer Coppes, door te
verklaren dat het thuiswerk inder
daad een belemmering was voor de
bloei van de school.
Het gemeentebestuur had respect
voor het doorzettingsvermogen van
de leerlingen. Namens dit bestuur
nooa mj aan ook zijn nartenjKe ge
lukwensen aan alle geslaagden en
vanzelfsprekend ook aan de K.A.B.,
die mensen van ontwikkeling hard
nodig had. Vooral na de oorlog was
deze noodzaak gebleken in verband
met de P.B.O. en de ondernemings
raden. Hij hoopte dat men niet al te
pessimistisch hoefde te zijn en dat
ook in de volgende jaren een cur
sus bezet zou kunnen worden.
De heer Coppes dankte het ge
meentebestuur nog voor de vlot
heid waarmee het subsidie had ver
leend. Hij zei dat deze cursus in
ieder geval afgemaakt zou worden
en hoopte dan over een jaar of drie
weer te kunnen beginnen.
Namens de K.A.B. dankte de
heer v. Seters, want hij achtte de
school voor haar van uitzonderlijke
betekenis. De directeur en leraren
bracht hij een bijzonder woord van
dank, alsmede het gemeentebestuur
voor de subsidiëring. De geslaagden
feliciteerde hij en hij sprak de hoop
uit dat ze het geleerde in practijk
zouden brengen. Geschoolde men
sen waren vooral in deze tijd nodig.
Tenslotte excuseerde kapelaan
Wassenberg pastoor Van de Hurk
en kapelaan Lempens, die de stoot
had gegeven tot de oprichting
van de school; ze konden helaas
niet aanwezig zijn. Hij was blij dat
de school werd voortgezet en hoop
te dat tijdig een voldoende aantal
leerlingen gevonden zouden zijn
voor een nieuwe cursus.
De heer Coppes sloot de bijeen
komst met de chirstelijke groet,
waarna allen zich verenigden aan
een koffietafel.
mxaim
DODENHERDENKING 4 MEI.
Evenals vorig jaar zal na afloop
der herdenking bij het monument
het Requiem van W. A. Mozart ge
geven worden als waardig sluitstuk
voor dit traditionele gebeuren.
Öe uitvoering zal geschieden door
het Gemengd Koor „Oefening en
Vermaakt in samenwerking met
Waalwijks Symphonie Orkest, ver
sterkt door enkele krachten van
Het Brabants Orkest, in de grote
zaal van „De Gecroonde Leersse"
ZILVEREN JUBILARIS.
Zaterdag 1 Mei a.s. herdenkt de
heer Q. v. d. Hoven alhier zijn 25-
jarig dienst jubileum bij de firma
Gebr. Dumoulin, lederhakkenfa-
briek te Waalwijk.
OP KONINGINNEDAG
ORANJEKOEKEN ETEN.
Op Koninginnedag, a.s. Vrijdag,
zullen er builtjes Oranjekoeken ten
verkoop worden aangeboden. Men
dient ze evenwel voorzichtig te eten,
want het is mogelijk dat er een lot
in gebakken is, waaraan prachtige
prijzen zijn verbonden.
Deze oranjekoekerij gaat uit van
het Comité oud-leerlingen van de
St. Clemensschool, dat gevormd is
ter voorbereiding van de viering
van het 25-jarig bestaan van de
school en van het zilveren jubileum
van de onderwijzers, de heren G.
P. H. Veltman, hoofd, en G. Smits.
Ook onder de oud-leerlingen is een
actie gaande voor bijdragen.
Dus a.s. Vrijdag allemaal Oranje
koeken.
Het Rotterdams Toneel in:
„DE KAMER WAARIN WIJ
LEVEN".
Men zou een hele serie Bijbel
woorden kunnen citeren om de
strekking van het werk van Gra
ham Greene te illustreren. Niet om
te bewijzen dat hij gelijk heeft,
want dat wil hij zelf niet. Hij stelt
slechts een probleem dat bijna on
veranderlijk wortelt in de myste
ries van liefde en dood, drijft dat op
de spits waar het laatste woord ge
sproken schijnt te zijn, maar laat de
uiterste consequentie aan Gods ge
nade, die oneindig is. Hoe naakt hij
de mens in zijn menselijkheid ook
voorstelt, hij ontluistert hem niet
omdat de zekerheden ophouden
waar het mysterie begint. Dit is
geen scepticisme, maar slechts een
erkenning van de menselijke be
perktheid, zoals zijn conflicten de
monstraties zijn van de menselijke
onvolkomenheid, die echter nooit
volledig is zolang wij de liefde be
zitten. Daarachter strekt zich dan
nog uit het oneindige véld van Gods
genade.
Zo is het ook in „De kamer waar
in wij leven". Het schijnt een il
lustratie van de uitspraak van Sint
Paulus: „Als gij de liefde niet hebt,
zijt ge als een rammelend bekken".
Greene heeft hier op merkwaardige
wijze het thema van de liefde met
dat van de dood gecombineerd.
Juist de liefdeloze vrouw vreest de
dood als geen ander. Voor haar is
er niets ergers dan een doodzonde
te doen, maar van naastenliefde
heeft ze geen notie. Daarom valt
haar broer, de priester, haar harder
dan het meisje Rose, dat een ge
trouwde man liefheeft, maar ten
slotte niet kan kiezen tussen het
verdriet dat ze zichzelf niet kan
aandoen en het verdriet dat ze een
ander de vrouw van haar min
naar niet wil aandoen. Ze zegt
dat God niets meer voor haar be
tekent en toch sterft ze met een
kindergebedje dat uit haar herin
nering en haar hart opkomt. De
priester voelt slechts dat hij tekort
is geschoten om het verlossende
woord te spreken, waarop hij zich,
zoals hij zegt, twintig jaar ver
lamd in een stoel zittend heeft
kunnen voorbereiden. Waarom zou
God dan nu ingrijpen? Niemand
van ons heeft ooit genoeg lief, maar
Gods liefde is oneindig.
De kracht van Greenes stuk ligt
niet in de uiterlijke handeling,
maar uitsluitend in het innerlijk
drama, dat hij zeer sterk in het
woord tot uitdrukking heeft ge
bracht. Hij neemt geen blad voor de
mond daar ware rekening mee
te houden ten opzichte van al te
jeugdig publiek en noemt de
dingen bij hun naam. In de gegeven
situatie krijgen ze daardoor een in-
houd die in het dagelijks leven
veelal verloren is gegaan. Zou men
in toneelmatig opzicht hier en daar
aanmerkingen kunnen maken, dit
tekort wordt ruimschoots ver
goed door de rijkdom van gedach
ten die door het woord een geladen
spanning teweeg brengt.
Het Rotterdams Toneel heeft „De
Kamer waarin wij leven" in een
waardige vorm ten tonele gebracht.
De priester van Ko Arnoldi moet
zeer zuiver aan de intenties van de
schrijver hebben beantwoord: wijs
en begrijpend, maar soms on
verzettelijk, desalniettemin volko
men beseffend dat hij tekort ge
schoten is; een grote rol. Niet min
der sterk was Andrea Dom
burg als het meisje Rose, die alle
stadia van verrukking tot wanhoop
gestalte gaf in woord, gebaar, mi
miek en houding. Daar was voorts
Magda Janssens als de zuster Helen
Browne, hard en zeker in haar lief
deloosheid, maar zwak in haar
vrees. Ko v. Dijk als Michael Den
nis, de minnaar, bereikte misschien
juist niet de hoogte van zijn
tegenspelers en tenslotte werd het
ensemble voltooid door Elisabeth
Versluys als de onnozele Mary, Lize
Servaes als de andere zuster Te
resa en Ellen de Thouars als mevr.
Dennis. Alles bijeen een grote op
voering van een groot stuk.
De kunstkringvrienden die 't to
neel niet uitsluitend zien als amu
sement, zullen er ongetwijfeld dank
baar voor zijn geweest en de reac
ties aan het slot waren zeer enthou
siast, zo zelfs dat een gedeelte van
het publiek terecht de spelers
staande een ovatie bracht. Getuigde
het overigens niet van onbegrip van
een gedeelte van de zaal dat er bij
bepaalde opmerkingen grif gelachen
werd, waar dit helemaal niet paste?
Dit is bepaald hinderlijk. Evenzo
dat na een vol half uur pauze nog
tientallen mensen de zaal inkwa
men en helemaal naar voren moes
ten lopen, terwijl het doek al open
was. Dit is niet nodig.
O O G. „IN PYAMA".
Het was maar een niemendalletje
dat O.O.G. Zaterdag en Zondag in
„De Gecroonde Leersse" presen
teerde en als zodanig werd het ook
aangediend. Het blijspel „In Pya-
ma" van Arnold en Bach is een
stuk met een overvloed van toeval
ligheden die ernstige gevolgen zou
den kunnen gehad hebben, als in
zo'n blijspel niet alles op zijn poot
jes terecht moest komen. Alle echt
genoten en a.s. echtgenoten komen
ongeveer in verkeerde armen te
recht. Ze kunnen er allemaal niets
aan doen en op het eind wordt het
doorslaande bewijs geleverd dat dit
iedereen kan overkomen. Dit laat
ste is een uitspraak van Emile Do-
berman, handelaar in lijnkoeken,
die het ook door minder toevallige
omstandigheden wel zou willen.
Door de titel „In Pyama" hoeft men
zich niet van de rechte weg te la
ten brengen.
De_ heel goed bezette zaal vond
het kennelijk erg plezierig en er
waren dan ook voldoende koddige
situaties om hard gelach te veroor
zaken. Er zijn, geloven wij, blij
spelen die nog iets meer kunnen,
maar ook dit genre mag nu en dan
wel eens aan bod komen.
Wat het spel betreft, zouden we
ditmaal een scheiding willen maken
tussen dames en heren en dan moe
ten we de prestaties van het sterke
geslacht hoger aanslaan dan die
van het zwakke. Er stonden bijna
stuk voor stuk types op de planken:
Jan v. Delft als Emile Doberman,
B v. d. Velden als dr Reinald Zi-
belius al had die het precieuze
taaltje van de zeergeleerde niet vol
ledig onder de knie -, H. Brokken
als Charles Reiling en W. Kleijn als
de hereboer Bonekamp. Daartegen
over waren de dames over het al
gemeen te „gewoon". De ene helft
van de spelers moet nu eenmaal
niet naar het drama neigen, als de
andere helft meer in de richting
van het kluchtige werkt, om het
eens scherp te stellen. Het waren