hdd
Zwit saletten
OCÊAANLSEFDË
1 i
POPENT
14 H B.S.ERS GAVEN HUN LEVEN
5 doktoren
het misbruik van
laxeermiddelen
BOEKBESPREKING
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 7 MEI 1954
2
prestaties
waarschuwen legen
Uit de Provincie.
doodt rat en muis
„Geen pijler siui zo hechi dit trots gebouw
„Als hunne deugd,
Aan God en Vaderland getrouw"
Onder de velen die in de oorlog van 1940'45 hun leven gaven voor
het vaderland, hetzij als strijder aan de zijde van de geallieerden of van
het verzet, hetzij als een ongelukkig slachtoffer van de willekeur van een
genadeloze oorlog, waren 14 leerlingen en oud-leerlingen van het Dr Mol-
lercollege, de toenmalige R.K. H. B.S. te Waalwijk.
Het is een vrome gedachte geweest van oud-directeur Drs de Vries de
herinnering aar^deze jongens gestalte te geven in een gedenksteen, aan
te brengen in de hal van het nieuwe college, en het bestuur, de huidige
directeur, de leraren en leerlingen hebben enthousiast deze gedachte hel
pen concretiseren, zodat in de middag van Dinsdag 4 Mei, de gedenk
steen in een treffende plechtigheid door oud-directeur Drs G. de Vries
kon worden onthuld.
In de hal van het Dr Mollercollege
troffen wij die middag aan de beide
Waalwijkse wethouders (Burgemeester
en secretaris waren verhinderd), de he
ren Geestelijken van de Parochies St.
Jan en St. Antonius, familieleden van de
gevallen HBS-ers, het plaatselijk bestuur
van O.M.O., Drs G. de Vries en echt
genote, de voorzitter van Waalwijks Be
lang, de heer J. Timmermans, de heren
leraren en afgevaardigden van de leer
lingen.
In zijn openingswoord zei de heer Jan
Tielen, voorzitter van het bestuur: Wij
zijn hier bijeengekomen voor het ver
richten van een daad van piëteit tegen
over de in de 2e wereldoorlog gevallen
leerlingen onzer school, waarvoor t ini
tiatief werd genomen door de oud-direc
teur Drs de Vries, welk initiatief gaarne
door bestuur, leraren en leerlingen werd
overgenomen, met het resultaat dat we
hier een waardig gedenkteken gaan ont
hullen dat in lengte van dagen zal ge
tuigen van het respect van het Dr Mol
lercollege voor deze helden.
Deze plechtigheid zal misschien oude
wonden openrijten, maar anderzijds kan
ook deze daad van piëteit de familie
enige vertroosting schenken, wat ik van
harte hoop.
Dan zong het gemengd koor van het
college onder leiding van leraar Frans
Wilmont, op verrassend goede wijze t
O Bone Jesu van da Palestrina, waarna
door een leerlinge van de MMS en een
leerling van de HBS twee verzen werden
voorgedragen.
„LATEN WIJ LEVEN
VOOR ONZE KINDEREN".
Drs G. de Vries begon zijn rede met
de titel te citeren van een van de wer
ken van de grote kindervriend en onder-
wijshervormer Friedrich Fröbel: Komt,
laten wij leven voor onze kinderen.
Zo denkt en fluistert al de jonge moe
der, en dat hebben ook vele rechtgeaar
de ouders gezegd, toen hun jongens en
meisjes de lagere school zouden verla
ten en het voor de ouders vaak een aan
zienlijk offer betekende hun jongen of
meisje door te laten studeren.
Och, vader en moeder hadden het zo
goed met hun jongens voor, vervolgde
drs de Vries, toen zij ze hier kwamen
aanmelden als toekomstige leerlingen
van onze school. Zij hoopten in hun niet
altijd gemotiveerd optimisme, dat de
jongens met succes later de studie zou
den beëindigen en dat een veelbeloven
de toekomst voor hen zou zijn wegge
legd.
Met de mogelijkheid van een cata-
strophale oorlog hielden zij, evenals het
gros der Nederlanders, een rekening.
De vroege morgen van de 10e Mei
1940 gaf de wrede ontnuchtering.
En met de capitulatie van ons leger
kwam nog niet het einde van de oor
log: onze vloot week voor het grootste
gedeelte uit naar Engeland, de overzee
se gebiedsdelen van het Rijk der Neder
landen waren nog in tact, wij zouden de
strijd voortzetten ter zee en in de lucht,
maar voor de bewoners van Nederland
begon thans de ellende van de bezetting.
We zouden bestuurd, of liever onder
drukt worden door machthebbers, wier
levens- en wereldbeschouwing voor het
overgrote deel van onze bevolking on
aanvaardbaar waren.
Drs de Vries sprak over het verzet,
dat geleidelijk aan in activiteit toenam,
dat duizenden Nederlanders het leven
heeft gekost; het kon wel worden ge
wroken, echter niet gebroken, zelfs niet
in de hongerwinter.
We zijn hier gekomen, vervolgde hij,
om op de eerste plaats de. twaalf oud
leerlingen te gedenken, die in de jaren
1940'45 als oorlogsslachtoffers zijn
gevallen, hetzij in de strijd, hetzij in
concentratiekamp of op andere geweld
dadige wijze. Hun jonge levens, met die
van duizenden andere Nederlanders zijn
als het waré de losprijs geweest, welke
ons land heeft moeten betalen, om zijn
politieke en geestelijke vrijheid te her
winnen. Voor ons die het gelukkige
einde van deze oorlog hebben meege
maakt, blijft het een ere-plicht, hen te
herdenken voor wie door oorlogsom
standigheden deze vreugde niet was
weggelegd.
Ook na 1945 moesten wij de wapens
weer opnemen; Neerlands zonen werden
naar Indië gezonden om orde te schep
pen in de chaos, waarin dit gedeelte van
ons land werd achtergelaten. Ook bij de
strijd in Insulinde gevoerd, hebben twee
veelbelovende jongelui het leven gelaten.
Hun namen zijn met die van 12 oud
leerlingen, die in verband met de oor
logstoestand in Nederland of de ons
omgevende gebieden hun leven op tragi
sche wijze hebben verloren, op de hier-
ingemetselde gedenkplaat vereeuwigd.
Nadat Drs de Vries het schoolbestuur
zijn dank had betuigd, dat aan hem de
eer was gelaten dit gedenkteken te ont
hullen, trok hij de nationale driekleur
die de steen bedekte weg.
En wijzend op de rij namen gegroefd
in het marmer zei hij: Al deze 14 jonge
mensen zijn leerlingen van deze school
geweest tijdens mijn directoraat. Met
weemoed zie ik hen in de geest nog voor
me, zoals ze in en bij school genoten
var. hun nog jeugdige onbezorgdheid en,
waarom het te verzwijgen, ook wel eens
ontoelaatbare onbezonnenheid.
DE 14 JONGENS.
Dan sprak de oud-directeur over al
deze veertien jongens zoals hij ze ge
kend had in hun jeugd en zijn woorden
verrieden zijn liefde voor deze jonge le
vens en zijn deernis met het wrede on
tijdige einde dat zij vonden.
Cornelis Bank, een bescheiden en wei
nig spraakzaam jongmens, altijd maar
vooral in militair uniform keurig ver
zorgd. Hij nam dienst bij het vliegwe
ren, wist toen het oorlog werd naar En
geland te ontkomen; als oorlogsvlieger
bij de RAF stortte hij met zijn toestel
neer in de zee voor de Franse kust en
verdronk op 25 October 1943.
2. Gerard van Beek uit Kaatsheuvel,
een goedhartig en zeer serieus student
met uitzonderlijke begaafdheden Hij
vertrok in 1947 als dienstplichtig ser
geant naar Indonesië, waar hij op 18
Januari 1949 zijn 23e verjaardag vierde
en twee dagen later door een banjir,
werd meegesleurd en verdronk.
3. Pierre van Boxtel, een scherpzin
nig leerling uit Berndijk, met grote aan
leg voor wiskunde, die in Tilburg het
einddiploma HBS B behaalde. Een ener
gieke durfal, die als oorlogsvlieger reeds
op 28 October 1941 in Engeland om
kwam. i j i
verhoogt
4. André Brokx uit .Waspik, steeds
met een sympathieke glimlach op zijn
gelaat, een voorbeeld van studieijver en
plichtsbetrachting. Als bestuurder van
een militair vliegtuig is hij op 10 Octo
ber 1949 boven Sumatra neergestort; zijn
lijk is eerst veel later gevonden.
5. Harry Hens, een van de allereer
ste groep leerlingen van de school, on-
getwijreid behorend tot de beste die ooit
aan de zorgen van de oud-directeur zijn
toevertrouwd geweest. Op de vooravond
van dè 10e Mei 1940 kwam hij als ge
mobiliseerd militair naar Waalwijk uit
bezorgdheid voor zijn oudste zoontje,
wie, naar hij vernam een ongeluk was
overkomen. De gebeurtenissen van de
daaropvolgende Mei-oorlogsdagen heb
ben zijn zachtmoedig karakter zo aan
gegrepen, dat hij een zenuwschok kreeg,
waaraan hij op 10 Aug. 1940 is over
leden.
6. Joop Hoffmans, een jongen met
een open en vrolijk karakter. Toen wij,
aldus de heer de Vries, op 2 September
'44 via burgemeester Moonen, de op
dracht kregen het pas betrokken school
gebouw voor de zoveelste maal te ont
ruimen, heeft hij aan mijn verzoek om
te helpen bij de opberging van de school-
meubelen zo grondig voldaan, dat hij
naar hij zelf zei, voor lange tijd vrij van
school zou zijn. Wie had kunnen denken
dat deze schertsende opmerking zo spoe
dig verschrikkelijke ernst zou worden?
'Vier dagen nadien werd hij door ongu
re elementen uit het 'Duitse leger achter
het raadhuis alhier neergeschoten.
7. Johan Kemperman, op het eiland
Sumatra geboren, een jongen die, naar
de oud-directeur vermoedde, zich in het
koude noorden minder goed thuis voel
de en wel eens met heimwee in het hart
aan tropisch Nederland terugdacht. De
ze jonge, vurige Nederlander, werd kort
voor onze bevrijding door vijandige ele
menten gegrepen en is op Allerheiligen,
twee dagen na onze bevrijding, in een
concentratiekamp in Duitsland overle
den.
I
I
II
Als u geregeld laxeermiddelen slikt, ls er
nu een manier om er van at te komen. 83 van
de 100 personen lukte het; u kunt het ook.
En wel zo:
Drink in de loop van elke dag enkele
glazen water en bepaal een vast uiir voor uw
stoelgang. Neem de le week elke avond twee
Carter's Leverpilletjes. 2e Week - elke avond
één. Se Week - omde andere avond één. Daar
na niets meer, want Carter's Leverpilletjes
stellen uw ingewanden in staat weer op eigen
kracht te werken, zonder laxeermiddelen.
Wanneer zorgen, vermoeidheid of te veel
eten het tempo van uw ingewanden tijdelijk
vertragen, neem dan tijdelijk Carter's Lever
pilletjes om u weer op gang te helpen. Zo raakt
u uw verstopping kwijt en vervalt u niet in
de laxeermiddelen-gewoonte. Haal direct
Carter's Leverpilletjes, 1.20 per flacon. 55
8. Harry van Leeuwen, een zoon uit
een in de Langstraat algemeen .geacht Is
raëlitisch gezin, had hier door noeste ar
beid in binnen- en buitenland een be
langrijk commercieel bedrijf opgebouwd;
trachtte met zijn dochtertje naar Zwit
serland te ontkomen, werd bij de Bel
gische grens gegrepen en op 31 Decem
ber 1943 ter dood gebracht. Gelukkig is
zijn dochtertje gered.
9. Jan de Leyer, een sympathieke
jongen met een stil goedhartig karakter,
zeer begaafd. Deze echt-godsdienstige
jongen stond niet alleen bij ons, aldus
oud-directeur de Vries, maar ook bij de
leiders van de verkenners zeer hoog aan
geschreven. Hij stierf met zes van zijn
familieleden een plotselinge dood op 10
Februari 1945, tengevolge van het neer
storten van een VI!
10. Kees van Loon, die in eén land
bouwbedrijf veiligheid zocht te vinden
en tegelijk zijn liefde voor de vrije na
tuur hoopte te bevredigen,. Het is wel
schrijnende tragiek, dat hij, voor wie het
verkeren in Gods Vrije natuur het
schoonste ideaal betekende, binnen de
afschuwelijke omheining van een Duits
concentratiekamp zijn laatste levenswe
ken moest slijten. Hij stierf daar 17 De
cember 1944.
11. Frans Peters uit Drunen, die na
drie klassen van de HBS ging studeren
voor onderwijzer, die de hoofdakte haal
de en verschillende bij-akten én die nog
ww_ - -a Krabben en peuteren
Hl lljfll* maakt de kwaal steeds
erger. De helder vloeibare
UllSlaC! D.D.D, dringt diep in de
Z* poriën door. zuivert, ont
smet en geneest de huid.
geneesmiddel tegen
huidaandoeningen
eenmaal in de wis- en natuurkundige we
tenschappen academisch hoopte door te
kunnen studeren, die op 26-jarige leef
tijd lid was van de examencommissie
van het Mulo-diploma, die zijn diensttijd
als ónderwijzer doorbracht te Waalwijk,
eerst aan de Broederschool, later aan de
St. Clemensschool. Toen hij bij de be
vrijding van Drunen zijn ouders voor
het gevaar wilde waarschuwen, werd hij
door een granaatscherf aan het hoofd
getroffen en overleed vrijwel onmiddel
lijk.
12. Bas Roza uit Wijk en Aalburg,
een begaafde leerling, die bij zijn mede
leerlingen zeer populair was. Als onder
grondse strijder werd hij gevangen ge
nomen en naar Amersfoort overgebracht.
Hier werd zijn gezondheid geknakt en
hij werd opgenomen in het kamp zie
kenhuis te Leusden, waar hij overleed
op 24 April 1945.
U-.I.. tTi
13. Julius Slaats, klasgenoot van Jan
de Leyer, een echte jongen, die het le
ven nog van de optimistische kant be
keek, ondanks zijn jeugdige leeftijd door
de Duitsers gevangen genomen en met
drie broers en Kees van Loon naar het
beruchte Neuengamme overgebracht.
Hier overleed hij acht dagen voor Kees
van Loon, op 9 December '44.
.14. Kees Spitters, een stille werker,
die een zeer gewaardeerde administra
tieve arbeidskracht werd in een groot
lederbedrijf. Voor hem gold het als een
heilige plicht Nazi-Duitsland en zijn sa
tellieten te bestrijden. Hij werd gevangen
genomen en naar Scheveningen overge
bracht, waar hij op 20 Mei '44 werd ge
fusilleerd. Met ontroering had de heer
de Vries de brief gelezen, die hij enige
uren voor zijn dood aan zijn ouders heeft
gesfchreven. God geeft kracht naar kruis.
Al deze jongens werden in enkele
ogenblikken van diepe stilte vroom her
dacht.
IN GODS HAND.
Drs dé Vries sprak woorden van
troost tenslotte tot hen die achterbleven,
woorden ontleend aan het Boek der
Wijsheid, waar dit zegt: De zielen der
rechtvaardigen zijn in Gods Hand, geen
kwelling kan hen raken. In de ogen der
dwazen schenen zij te sterven, men be
schouwde hun einde als een ramp, hun
heengaan van ons als hun ondergang,
zij zijn echter in vredeZij stierven
Pro Hereditate Patrum, voor het erfdeel
der vaderen, voor het behoud van het
Christelijke geloof en de ongerepte vrij
heid van ons dierbaar vaderland.
Mogen de honderden leerlingen, die
ditgebouw binnengaan iedere dag en
nog zullen binnengaan, er door worden
geïnspireerd tot de hoogste offerzin voor
de eer van God en het heil van het
Vaderland. Dan zal de gedachte verwe
zenlijkt worden, neergelegd in het onder
schrift van dit gedenkteken
Geen pijler stut zo hecht dit trots
gebouw,
lis hunne deugd, aan God en
Vaderland getrouw.
'e heer Jan Tielen dankte, nadat het
jongenskoor van het college Popule Meus
Palestrina hgd gezongen, de heer
dés de Vries voor de wijze waarop hij
allèr gevoelens had verklankt; hij dankte
de leerlingen die hun medemerking aan
de onthulling hadden verleend, in dit
veftiahd ook de leraren de heren F. Wil-
■morit eh J. Kouters; grote dank ook aan
de heer A. Carpay die de letters van de
tekst tekende, en aan de heer Kouters
dié' de tekst ontwierp en tenslotte aan
de gebroeders Verappe, die het hak-
v/etk verrichtten en de marmeren plaat
voor dit doel schonken:
Hierna werd deze mooie plechtigheid
gesloten.
OPNIEUW 'N BRES
GESLAGEN
Aanvallers op 500mtr. van
De Castries.
Het Franse opperbevel heeft be
kend gemaakt dat de troepen van
generaal Giap na een nieuwe zwa
re aanval op sleutelposities aan
de Westelijke zijde van het bastion,
dat in de nacht van Maandag op
Dinsdag voortdurend onder het
vuur van zware artillerie gelegen
had, „een westelijke stelling" heb
ben overweldigd, nadat een Fran
se tegenaanval was mislukt.
Tegen PERIODIEKE PIJNEN:
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden".
18)
Lord Glennsbury verstrekte hem met
een gezicht als een beledigde majesteit
de gewenste namen en met een zucht van
verlichting verbet Gordon deze passa
gier. Zo werkte hij ook de twee andere
passagiers of, zonder ook maar iets wij
zer te worden. Daarna wachtte hem nog
een passagiere, die hem bijzonder inte
resseerde. Miss Lucia Marine, de film
ster. Tegen haar was eveneens een be
zwarend getuigenis afgelegd.
Hij trof het meisje niet in haar hut
en daar zoeken op het schip haast on
mogelijk was, gaf hij aan een der ste
wards een briefje, waarin hij het meisje
verzocht zich even bij de kapiteinshut te
vervoegen. De steward verdween met de
opdracht dit de filmster te overhandigen.
Gordon zelf begaf zich naar het hospi
taal om dokter Merryland op te zoeken.
Hij was daar niet en zijn assistent deel
de mee, dat de dokter vermoedelijk in zijn
hul was. Daar vond Gordon hem ook.
De dokter begroette hem met een
spottende, diepe buiging. „Treed binnen
in mijn nederig verblijf, geëerde meester-,
detective", nodigde hij Gordon uit,
„waarmee kan ik u van dienst zijn?"
„Houd op met die nonsens, alsjeblieft"
vroeg Gordon in een der gemakkelijke
stoelen neerploffend. „Tjonge, tjonge,
wat is dat een vervelend karweitje!"
„Wat heb je uitgevoerd?" vroeg dok
ter Merryland.
Gordon deed hem een uitgebreid ver
slag van de verhoren, die hij afgenomen
had.
„Het valt me nog mee, dat ze je vra
gen beantwoorden", merkte de dokter
rustig op. „Vergeet niet, dat ie niet in
politiedienst bent en dus geen enkel recht
kunt doen gelden." Gordon trok onge
duldig zijn schouders op. „Ik ben nog
niéts verder", klaagde hij. „Ik heb sterk
ce indruk, dat ik de hele- morgen ver
knoeid heb aan nutteloze verhoren.
Hij tikte ongeduldig met zijn vin
ger op de leuning van zijn stoel.
„Had je dan verwacht dat de op
lossing zo maar naar je toe zou rol
len?"
„Dat niet, maar op iets meer suc
ces had ik toch wel gehoopt".
Dokter Merryland glimlachte even
en vroeg toen: „Wil je iets drin
ken?"
Met graagte accepteerde Gordon
het aanbod. Dokter Merryland stond
op en er klonk gerinkel van glazen.
De scheepsarts had zijn eigen voor
raad en verafschuwde t het om een
steward te vragen wat voor hem in
de bar te bestellen. „Alsjeblieft. Dit
is beter dan de drankjes die ze in
de bar serveren".
„Dat geloof ik direct, dok, jouw
smaak staat daar wel voor in.
Proost".
Zwijgend dronken zij. Dan maakte
Gordon een ongeduldige beweging.
Dokter Merryland zag die beweging
en wuifde afwerend met zijn hand.
„Begin nu niet weer over de zaak,
wil je? Ik heb er schoon genoeg
van". Gordon lachte verontschul
digend. „Ik kan er niet van losko
men en misschien wacht er nu weer
iemand op me in de kapiteinshut".
Dokter Merryland, die blijkbaar al
weer vergeten was wat hij zojuist
gezegd had, informeerde: „Wie?"
„Miss Marino, die Italiaanse film
ster, waar ik gisteravond mee dans
te". De dokter knikte. Gordon dronk
zijn glas leeg en stond op. „Ik ga
eens kijken of ik haar zie", merkte
hij op. „So long, dok".
„Succes".
o
Met opgetrokken wenkbrauwen
las Lucia Marino het epistel dat de
steward haar overhandigd had. Wat
betekende dit? Het onderhoud, dat
zij de vorige dag met Gordon gehad
had, lag haar nog vers in het ge
heugen. De toon van deze brief was
echter dwingender. Waar haalde de
man het recht vandaan haar op deze
wijze te commanderen? Iets in haar
waarschuwde echter dat het niet
verstandig was verstek te laten
gaan. Het was beter naar de hut te
gaan en hem daar eens flink de
waarheid te zeggen.
„Breng mij naar de hut van de
kapitein", beval zij de wachtende
bediende. Zij volgde hem. De ste
ward klopte aan, doch het bleef stil
binnen. Juist op dat moment kwam
Gordon aangelopen. „Ah, bent u
daar, miss Marino", begroette hij
haar. „Komt u binnen".
Ze beantwoordde zijn groet met
een koel hoofdknikje en gaf aan
zijn uitnodiging gevolg. Eenmaal in
de hut, vroeg ze op hoge toon; „Wat
heeft dit te beduiden? Ik meen dat
ik u gisteren duidelijk genoeg heb
laten merken dat ik van uw „vrien
dendienst" geen gebruik wens te
maken en dat ik die verder maar
'matig waardeer".
„Ik heb u gisteren ook gezegd
dat „anderen" u dezelfde vragen
wel eens zouden kunnen stellen,
herinnert u zich dat nog?"
„Ja".
„Welnu, men heeft mij aangesteld
om dit te doen. Ik heb u de vragen
echter al gesteld en zal ze niet meer
herhalen. Wat ik thans graag zou
willen weten is dit: U bent van
nacht uit uw hut geweest. Waar
bent u naar toe geweest?"
ZWITSA
JAARVERSLAG 1953
TILBURGSE K. v. K.
Tijdens de vergadering van de Kamer
van Koophandel voor Tilburg en Omge
ving is het jaarverslag over 1953 aan
geboden. De activiteiten van de Kamer
en de over het algemeen gunstige resul
taten van de Tilburgse industrieën ko
men hierin tot uiting.
Tezamen met de Kamers van Koop
handel te Dordrecht, Hilversum, Gouda,
Rotterdam, Utrecht en van de overige
Brabantse districten werd geijverd voor
een vaste oeververbinding over de Mer-
wede bij Gorinchem, zulks ter oplossing
van de problemen van het toenemende
snelverkeer en ter ontsluiting van de
Langstraat, het Land van Heusden en
Altena en van de Alblasserwaard. Blij
kens de memorie van antwoord bij de
begroting 1954 van Verkeer en Water
staat deelt de minister de inzichten der
Kamers volledig. De brug met bijbeho
rende wegenaanleg vormt een project
van ruim f 24 millioen.
THERAPEUTISCH INSTITUUT
TE TILBURG.
Onder zeer grote belangstelling, voor
al uit medische kring, is Zaterdagmid
dag het Radio-Therapeutisch Instituut te
Tilburg geopend. Aanwezig waren o.m.
mgr. W. Mutsaerts, bisschop van Den
Bosch, mr. E. H. J. baron van Voorst
tor Voorst, burgemeester van Tilburg en
vele prominente specialisten.
De opening werd verricht door de heer
J. Eras, als voorzitter van het college
van regenten van het St. Elisabethzie-
kenhuis. Het bestuur is trots op het be-
zii van een dergelijk instituut, aldus de
heer Eras. Mgr W. Mutsaerts sprak een
kort woord van gelukwens, waarbij hij
gewaagde van het vele goede (hier de
kobalt) dat de natuur voortbrengt.
Ir B. 'Woldringh, radiotechnisch advi
seur van de Volksgezondheid in Den
Haag, zei dat centraal bezien de
opening van een radio-therapeutisch in
stituut geen bijzondere gebeurtenis is.
Wel belangrijk echter is het, dat hier
een grote kobaltbron werd opgesteld,
wat wel een unicum mag worden ge
noemd. Het gemeentebestuur van Til
burg, zo zei de burgemeester in zijn toe
spraak, verheugt zich in deze officiële
opening, omdat men in Tilburg voort
varendheid stellig wanneer deze in
het belang is van de lijdende mensheid
weet te appreciëren, vandaar ook dat
met graagte alle mogelijke medewerking
is verleend.
HET BRABANTS ORKEST.
Naar de 100 subsidiërende gemeenten.
Het aantal Brabantse gemeenten die
Het Brabants Orkest subsidiëren neemt
nog ieder jaar toe. Brabant telt op het
ogenblik 142 gemeenten. Tot nu toe
wordt het orkest gesubsidieerd door 88
van deze gemeenten. Nu het Brabants
Orkest in '1955 zijn eerste lustrum als
symphonie-orkest gaat vieren zou het
een welkom geschtnk zijn voor het or
kest, wanneer de resterende gemeenten
ook zouden kunnen besluiten tot het ver
lenen van kleinere of grotere subsidies.
EEN EERLIJK MONUMENT
VOOR JAN DE ROOIJ.
Het zal wel geen toeval zijn geweest,
dat juist nu, nu wij onze doden herden
ken en onze bevrijding vieren, Uitgeve
rij van Keulen te Delft, ons het boek
„Grote Jan en Kleine Jan" van B. Bud-
dingh', een oud-Waalwijker, toezond.
Al zijn de helden van dit verhaal de
boer van „Öudertroost", een boerderij
in het Land van Heusden en Altena, de
dappere .vaderlander die zijn plicht doet
en de 'Engelse piloten een veilig onder
komen verschaft en daarom door de
Duitsers gevangen genomen wordt en op
op transport gesteld naar Duitsland,
waar hij tenslotte toch, ondanks alle
martelingen en ontberingen, de bevrij
ding overleeft, en kleine Jan, zijn zoon,
van amper 10 jaren, die tijdens zijn ge
vangenschap de boerderij beheert en het
vaderlandslievende werk van zijn vader
voortzet, voor zo ver zijn jeugd dat kan,
toch is aan de boerderij nog een andere
naam verbonden, de naam van een an
dere Jan, die later de titel zou krijgen
van held van de Langstraat, Jan de
Rooij, die in de angstigë Decemberdagen
van 1944, toen de Langstraat al bevrijd
was, de Maas overstak en vanuit het
Land van Heusden en Altena de gege
vens over de Duitse troepenmacht die
daar was geconcentreerd doorzond.
We lezen hiervan in het boek „Grote
Jan en Kleine Jan", dat speciaal voor
jongere lezers geschreven blijkt; we lezen
van het dappere werk van' de groep
André, evengoed als van de dapperen
in het land van Heusden, iwe lezen hoe
het toegaat op de boerderij „Öuder
troost", waar kleine Jan een echte zoon
is van zijn vader, we lezen van het
hardnekkige zwijgen van Grote Jan in
Scheveningen, in het Duitse concentra
tiekamp, een dapper zwijgen, ondanks de
martelingen; het boek vertelt ons, in de
vorm van een simpel verhaal, van de
geweldige macht aan troepen en mate
rieel die de Duitsers concentreerden ten
Noorden van de Bergse Maas, waarvan
Jan de Rooij alle gegevens doorzond en
hoe hij hiertoe kwam; we lezen hoe ter
nauwernood het bericht de geallieerden
bereikte, en we zouden het verhaal over
Dick, die het bericht opving in het Ca-
pelse raadhuis, juist toen er een V 1 op
viel, erg onwaarschijnlijk vinden, wan
neer we er niet zo direct bij betrokken
waren geweest.
B. Buddingh' vertelt ons dan van da
heldendaad van Jan de Rooij, die zich
bij de 'Duitsers aanmeldt, wanneer de
kleine Jan, de knecht en een andere
boer worden bedreigd met de dood, om
dat in de schuur van „Öudertroost" de
zender is gevonden; de droefheid van de
ouders van de Langstraatse held ont
roert ons, evenals de bevrijding van
grote Jan uit het concentratiekamp ons
ontroert.
De schrijver gaf deze oorlogstragiek
uit onze directe omgeving de vorm van
een niet al te groot verhaal; hij schrijft
onopgesmukt en zonder veel pretentie
over deze feiten, die waard zijn een blij
vende gestalte te krijgen.
De eerlijkheid en het ontbreken van
alle opsmuk, waarmee met name de hel
dendaad van Jan de Rooij wordt beschre
ven en zijn innerlijke strijd, als hij het
zijn plicht weet, zich te melden en daar
bij het feit, dat de schrijver al zijn per
sonen zo'n innig contact met God laat
bewaren en niet de haat predikt maar
de liefde en de vergevingsgezindheid,
doen ons graag over enkele bezwaren
van ondergeschikt belang heen stappen,
al moeten we erkennen, dat we graag
voor deze belangrijke stof een grootser
vorm hadden gezien.
„MET VLIEGENDE VAART"
door D. Hendrikse en H. Hegeman.
(Bosch en Keuning N.V., Baarn).
Dit is een pracht-uitgave! Een
fascinerend boek over de snelle ont
wikkeling van de luchtvaart in de
afgelopen vijftig jaar. Mensen als
de gebroeders Wright, Blériot, Olie
slagers, Fokker, Plesman, Lind
bergh, Byrd en vele anderen, heb
ben de luchtvaart groot gemaakt.
Wij lezen van deze pioniers van hun
doorzettingsvermogen en hun on
verschrokkenheid, van hun avontu
ren die zij beleefden en hun roem
die zij oogstten. Lang heeft het ge
duurd alvorens Orville en Wilbur
Wright er in slaagden met hun gam
mel toestelletje van de grond te ko
men. Maarhet begin was er en
de luchtvaart kreeg gestalte. Er
werd gezwoegd, geëxperimenteerd,
mensen trotseerden de grootste ge
varen en lieten hun leven
Blériot maakte met zijn vliegmachi
ne de sprong over het Kanaal en hij
was de held van de dag. Lindbergh
waagde in z'n eentje de tocht over
de Atlantische Oceaan en heel de
wereld stond op z'n kop. Allengs
werden de vliegmachines beter van
constructie en de prestaties in de
lucht liepen omhoog. Dynamisch
ging het verder, steeds verder en
de jacht naar records begon.
Hendrikse en Hegeman hebben 'n
boek geschreven dat niet bestemd
is voor vakmensen of technici, maar
voor hen die graag boeiende en
spannende verhalen lezen over moe
dige mannen uit de geschiedenis
van de luchtvaart. Uitvoerige be
schouwingen en verslagen over de
historische „Melbourne-race" en de
recente „Christchurch-race" zijn na
tuurlijk niet vergeten, alsmede een
beschrijving van de ontwikkelings
gang van de helicopter, het vliegen
de werkpaard dat van zo enorme
betekenis is gebleken in de bloedi
ge Koreaanse oorlog en in ons land
bij de Februari-ramp van 1953. Ge
spannen leest men het grote vraag
stuk van de Amerikaanse vliege
nier Chuck Yeager, die de ondoor-
doos a 90 ct
Het meisje verbleekte bij deze
vraag. Even zweeg ze, maar dan
barstte ze uit: „Wordt ik hier be-
ft
spionneerd?"
„Niemand heeft u met opzet ga
degeslagen, doch dit is gebleken".
„Ik kan op deze vraag geen ant
woord geven".
„Weest u nu verstandig, miss
Marino; met deze weigering maakt
u uw zaak niet beter. U kunt toch
wel een reden opgeven voor uw af
wezigheid?"
„Zeker kan ik dat, maar ik wei
ger dat nu te doen. Het heeft niets
met de zaak, die u zo even aanroer
de, te maken".
„De beoordeling daarvan zou ik
liever aan mijzelf houden", merkte
Gordon kalm op. „Moet ik dus uit
uw antwoord opmaken dat u wei
gert?"
„Ja". De toon waarop ze dit zei
klonk scherp en gedecideerd.
Gordon overlegde even met zich
zelf. Op dat moment kon hij verder
niets meer doen. Als zij bij haar
weigering bleef, stond hij machte
loos.
„Het is genoeg, miss Marino. Ik
dank u voor uw medewerking". De
sarcastische toon waarop dit gezegd
werd, ontging het meisje niet. Zij
verliet de hut zonder te groeten.
Peinzend keek Gordon haar na.
Wat verborg zij? Wat had zij met
mr O'Connell uit te staan? Dat zij
er op een of andere wijze bij be
trokken was, stond voor hem als
een paal boven water. Het grote
probleem voor hem bleef echter de
vraag, welk motief het meisje voor
de beide gewelddaden had. Daar
over tastte hij voorlopig nog in een
Egyptische duisternis. Zij wenste
niets los te laten.
Als tweede verdachte was daar
nog de vrouw van de vermoorde.
Zij kon haar man vermoord hebben
enlater de „aanslag" op haar
zelf in scène gezet hebben. Er wa
ren geen getuigen die haar verhaal
over hetgeen er zich in haar hut
had afgespeeld, konden bevestigen.
En die wondeach, iedereen kan
zich een onbetekenende snijwond
aan de hals toebrengen. Ook hier
weer; geen motief en geen bewijs!
Restten nog de vier andere per
sonen, die door verschillende pas
sagiers aangewezen waren. Zuch
tend stond Gordon op. Hun alibi's,
voor zover aanwezig, moesten nog
gecontroleerd worden. Het was laat
in de avond, voor hij eindelijk ver
slag bij de kapitein kon uitbrengen.
Resultaat van een dag onderzoekin
gen: nihil. Wat de verdachte passa
giers opgegeven hadden als hun be
zigheden op de uren van beide mis
daden, klopte precies.