Waalwijkse en LangstCourant
UIT EIGEN LAND
0/s/ermy£se
De deviezenpositie van Nederland.
KONINKRIJK NIEUWE STIJL
STAATSLOTERIJ ZAL VAKER
TREKKEN.
in het
DINSDAG 8 JUNI 1954
Uitgever
Waalwykse Stoomdrukkerij
Antoon Tieien
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
DE ECHO W HEI ZUIDEN
j -.v.
77e JAARGANG No. 46
Abonnement
19 cent per week
2.45 per kwartaal
2.70 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK
TEL. 2621
Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
In de j.l. Dinsdag verschenen deviezen-
nota, die de 'Minister van Financiën me
de namens enige zijner ambtgenoten aan
de Tweede Kamer heeft aangeboden,
wordt geconstateerd, dat ook 1953 een
belangrijk voordelig saldo op lopende
rekening heeft opgeleverd, zij het, dat
het overschot ad f 1.279 min. f 584 min.
lager was dan in 1952. Verheugend was,
dat in 1953 voor het eerst sedert het
einde" van de oorlog de lopende beta
lingen in U.S. dollars over het gehele
jaar een overschot opleverden en wel
van f 255 mnl. In 1952, toen in dit op
zicht reeds een duidelijke tendentie tot
verbetering viel waar te nemen, werd
per saldo nog een tekort van f 164 min.
geregistreerd. In samenhang met het be
talingsbalansoverschot op lopende reke
ning gaven de goud- en deviezenreserves
in 1953 een voortgaande kwantitatieve
en kwalitatieve verbetering te zien. De
totale toeneming, inclusief de saldi aan
vreemde valuta buiten de Nederlandsche
Bank, beliep f 916 min.
Vastgesteld wordt, dat deze uitkom
sten niet het resultaat zijn van een sa
menspel van zuiver toevallige factoren.
In de Nota wordt dan ook de uitspraak
gewettigd geacht, dat Nederlands ex
terne positie, wat de betalingsbalans in
alle valuta's tezamen betreft, als gezond
is te beschouwen.
Van belang wordt geacht, dat t over
schot in 1953 kon worden verwezenlijkt
bij een krachtige expansie van de bin
nenlandse economie en een bevredigende
werkgelegenheidssituatie.
Het overschot op de betalingsbalans
was een uitvloeisel van de omstandig
heid, dat de verdiende inkomens slechts
ten dele weer werden uitgegeven. Dat
niettemin een hoog productieniveau kon
worden verwezenlijkt, was te danken
aan de gunstige afzetmogelijkheden in
het buitenland, waardoor de marge tus
sen nationale productie en nationale be
stedingen werd opgevuld. Binnen- en
buitenlandse vraag tezamen maakten het
daardoor mogelijk, dat nagenoeg alle
productieve krachten konden worden in
geschakeld.
Het streven naar convertibiliteit.
Vervolgens wordt in de Deviezennota
uitvoerig stilgestaan bij het vraagstuk
van de vrije inwisselbaarheid der valu
ta's.
De invoering van convertibiliteit, al
dus de Ministers, beoogt bij te dragen
tot het herstel van een vrije wereldhan
del, zonder kwantitatieve restricties en
discriminatoire maatregelen. Terwijl over
dit einddoel weinig verschil van mening
bestaat, is in de over dit onderwerp ge
voerde discussies wel een verschil van
opvatting naar voren gekomen, over de
wijze, waarop dit doel dient te worden
bereikt.
In de internationale discussies zijn
twee benaderingswijzen te onderschei
den, waarbij de ene de nadruk legt op
de externe, de andere op de interne con
vertibiliteit. Vooral landen, die grote be
tekenis hechten aan het bevorderen van
het gebruik van hun valuta als interna
tionaal betaalmiddel, zullen geneigd zijn
prioriteit toe te kennen aan invoering
van de externe convertibiliteit, waaron
der moet worden verstaan de inwissel
baarheid van valuta in handen van niet-
ingezetenen. In het algemeen kan een te
zeer vooropstellen van externe conver
tibiliteit de tendentie inhouden, handels
beperkingen in het leven te roepen.
Op grond van de nadelige gevolgen,
die 't vooropstellen van externe conver
tibiliteit kan hebben, geven de Ministers
de voorkeur aan benadering via de in
terne zijde; hierbij staan herstel van het
monetaire evenwicht en vrijmaking van
het goedèren- en dienstenverkeer, dus
het bevorderen van de inwisselbaarheid
voor ingezetenen op de voorgrond.
De benadering van convertibiliteit via
afschaffing van invoerbeperkingen bete
kent, wanneer de liberalisatie t.o.v. an
dere landen reeds ver is voortgeschre
den, vooral een vermindering van in
voerbeperkingen ten opzichte van
het dollargebied. De consequentie van
het door de Ministers ingenomen stand
punt is derhalve een dollarliberalisatie,
die zo ver mogelijk gaat. Een eerste be
langrijke verruiming vond plaats in Oc
tober 1953, een verdere liberalisatie zal,
zoals onlangs is bekend gemaakt, per 31
Mei ingaan.
Het dollarvraagstuk.
Vervolgens wordt in de Nota inge
gaan op het centrale probleem, dat de
overgang naar convertibiliteit de eerste
jaren na de oorlog onmogelijk heeft ge
maakt, n.l. het dollarprobleem.
Zowel voor Nederland als voor de
gehele wereld buiten het dollargebied
toonde 1953 een aanmerkelijke verbete
ring in de dollarpositie.
Zijn de ontwikkelingen in 1953 op
zichzelf al gunstig te noemen, tevens is
hiermede de hoop gestegen, dat de we
reld een blijvende oplossing van het dol
larvraagstuk in het verschiet heeft. In
derdaad kan de ervaring van 1953 me
de worden toegeschreven aan oorzaken,
welke ook gunstige perspectieven bieden
voor de toekomst. Anderzijds doen zich
in dit verband nog steeds bijzondere
factoren gelden, waaraan men een zeker
element van tijdelijkheid of althans on
zekerheid niet kan ontzeggen.
De wereld verkeert thans ten aanzien
van het dollarvraagstuk als het ware in
een interim-periode. Wat in het bijzon
der de positie van Nederland betreft,
dient de mening te worden uitgesproken,
dat ondanks het betalingsbalansover
schot op de lopende dollarrekening in
1953 de mogelijkheid tot een structurele
oplossing van het individuele Neder
landse dollarprobleem uitsluitend of
overwegend op basis van het recht
streekse verkeer met het dollargebied als
twijfelachtig moet worden beschouwd.
Ons land zal mede aangewezen blijven
op bevredigende mogelijkheden tot con
vertering in dollars van overschotten te
genover derde landen. Groot is in dit
opzicht het Nederlandse belang bij een
bevredigende structuur van de E.B.U.
en bij mogelijkheden tot ontvangsten van
dollars uit het bilaterale verkeer met
derde landen, in welk kader Indonesië
in de laatste jaren zulk een belangrijke
rol heeft gespeeld. De Regering heeft in
de ontwikkeling van de dollarsituatie in
1953 aanleiding gevonden, met kracht
een politiek van liberalisatie van de Ne
derlandse dollarinvoer na te streven.
Inmiddels is met ingang van 31 Mei
in Beneluxverband de Nederlandse dol
larliberalisatie nog aanmerkelijk opge
voerd en ten naastenbij op hetzelfde
niveau gebracht als de liberalisatie te
genover O.E.E.S.-landen. Tezamen met
de B.L.E.U. heeft Nederland hiermede
een stap gedaan, welke een belangrijke
mate van interne convertibiliteit inhoudt.
Het kolonialisme is nooit popu-
pair geweest bij degenen die er het
slachtoffer van waren. In de bloei
tijd, toen Nederland ongeveer een
van de machtigste naties van West-
Europa was, deed dat weinig ter
zake. Het was toen voornamelijk
een zaak van koopmanschap en
dat was een eigenschap die de Ne
derlanders sierde eil bij tijd en wij
le ontsierde. Wij hoeven ons daar
over nu niet meer rouwmoedig op
de borst te kloppen, want de tijden
veranderen en met de tijden de
mensen. Of we zachtzinniger zijn
geworden is een vraag, maar be
schaafder in ieder geval wel. Naar
het uiterlijk althans. En als Neder
land indertijd zijn talenten in In-
dië e.d. niet ten toon gespreid had,
zou een ander het wel gedaan heb
ben. Zou hel dan beter gegaan zijn?
Misschien mag men met gepaste
deemoed enerzijds en gepaste trots
anderzijds beweren, dat het kolo
nialisme een noodzakelijk kwaad
is geweest. Het is moeilijk te bepa
len wat de loop van de wereldge
schiedenis zou zijn geweest, als er
eens niet was gekoloniseerd. Fei
len moet men nu eenmaal aanvaar
den en het is een feit dat door het
kolonialisme de volkeren van Azië,
Afrika en Amerika in aanraking
zijn gekomen met de West-Euro-
pese beschaving. Het was beslist
niet altijd de bedoeling er die be
schaving te brengen, laat staan het
Christendom, maar het gevolg was
toch dat ze er kwamen. Erkennend
dat het christendom inderdaad
universeel is, mag men in, 't mid
den laten in hoeverre de West-Eu-
ropese beschaving, gevestigd op de
klassieke grondslag van de Griek
se en Romeinse beschaving, dat
ook was. In ieder geval heeft haar
invloed bewerkt, dat ook de geko
loniseerde volkeren een proces
van eeuwen zich bewust zijn ge
worden van hun eigenwaarde.
Daardoor lag in het kolonialisme
zelf zijn nederlaag. Immers, 't was
onvermijdelijk dat de koloniseren
de mogendheden niet alleen lijde
lijk, maar ook actief werden be
schouwd als indringers, wie, zo
gauw met dit besef ook de macht
om er een eind aan te maken,
groeide, het recht werd ontzegd de
lakens uit te delen. Dat dit moei
lijk allemaal in pais en vree kon
gaan, ligt voor de hand. Het vah
niet mee een eenmaal verworven
positie prijs te geven en evenmin
om zich, bewust van zijn persoon
lijkheid en macht, te schikken on
der wat men als een vreemd en ten
onrechte opgelegd juk beschouwt.
Met dit al is het duidelijk dat
het kolonialisme op een zeker mo
ment niet alleen in discrediet,
maar ook uit de tijd moest raken.
Dat dit na de oorlog zo gauw ge
beurde, is meer schijn dan werke
lijkheid. Het is slechts de vrucht
van een ontwikkeling van tiental
len jaren, al kan men erkennen dat
de oorlog 't proces heeft versneld.
Dit is ongetwijfeld het geval in In
donesië en het is misschien meteen
een van de ongelukkigste voor
beelden van de overgang naar
nieuwe verhoudingen. Hier drong
zich het probleem onmiddellijk na
de oorlog in alle hevigheid op en
het moet voor een groot deel aan
kortzichtigheid geweten worden
dat het op zo'n manier is opgelost.
Die kortzichtigheid kan men min
der verwijten aan degenen wie het
om de onafhankelijkheid te doen
was dan aan de grote mogendhe
den die er in betrokken werden.
Uiteindelijk zou men het verloop
nog voor lief kunnen nemen, als
de uitslag navenant gunstig was
geweest. Maar ook hij die niet ge
kweld wordt door heimwee naar
een verloren koloniaal paradijs,
moet erkennen dat het Indonesië
van vandaag niet het ideaal was
dat hem voor ogen stond en ook
zij die het ideaal van de onafhan
kelijkheid nu verwezenlijkt zien,
zullen in een eerlijk ogenblik on
getwijfeld inzien dat er een betere
en vreedzamere manier was ge
weest met een gunstiger resultaat.
Het feit dat er een Unie is geslo
ten, wijst op het oorspronkelijke
ideaal, de manier waarop zij kwijnt
bewijst hoe ver men er vandaan is
gebleken.
Toch heeft Nederland bewezen
ernst te willen maken met de be
loften die meermalen, maar vooral
door H. M. Koningin Wilhelmina
op 7 December 1942 tegenover de
overzeese gebiedsdelen zijn ge
daan. Die beloften zijn tegenover
Suriname en de Antillen praktisch
vervuld, nu de vorige week de
tweede Ronde Tafel-conferentie
met die gebieden tot een goed ein
de is gekomen door de aanvaar
ding van de wederzijdse voorstel
len tot opbouw van het Koninkrijk
nieuwe stijl, zoals het met een wei
nig elegante term wel is genoem3.
Het accoord hoeft nog slechts aan
vaard te worden door de volksver
tegenwoordigingen van de ver
schillende rijksdelen en bekrach
tigd door H. M. de Koningin.
Ook hier is een ideaal verwezen
lijkt, ongetwijfeld ook niet tot ie
ders volledige bevrediging, zoals
nog op de slotzitting van de con
ferentie duidelijk tot uiting kwam.
Maar het accoord is, zoals minis
ter Kernkamp het uitdrukte, „een
aanvaardbaar stuk", en waar zo
veel belangen moeten worden ge
diend, is het wel uiterst moeilijk
iedereen helemaal tevreden te stel
len. Het zorgvuldigste mensenwerk
blijft onvolmaakt en hier is ten
minste op redelijke basis een vorm
van samenwerking gevonden, die
iets goeds belooft voor de toe
komst.
Het is niet helemaal zo gemak
kelijk gegaan, maar men heeft ze
ker lering getrokken uit de gang
van zaken aan het andere einde
van de aardbol en het resultaat is
niet uitgebleven. De regeringsver
klaring van het kabinet-Beel open
de in 1946 de mogelijkheid tot een
gesprek en na vooroverleg werd
op 27 Januari 1948 de eerste Ron
de Tafel-conferentie geopend, die
op 18 Maart werd gesloten, nadat
de hoofdlijnen van de nieuwe
staatkundige verhoudingen waren
vastgesteld. Op 2o Januari 1950
trad een interimregeling voor Su
riname in werking en op 10 Octo
ber van dat jaar gedeeltelijk ook
een voor de Antillen. Aan de hand
van een werkstuk voor een statuut
voor het Koninkrijk begonnen op
3 April 1952 de besprekingen van
de tweede Ronde Tafel-conferen
tie, die echter op 29 Mei werd af
gebroken zonder dat er overeen
stemming was bereikt. Daartussen
door kwam dan nog de ongelukki
ge verklaring van minister Kern
kamp in Paramaribo over 't recht
van afscheiding met betrekking tot
het zelfbeschikkingsrecht, maar
deze storm dreef over. Eerst op 20
Mei j.l. werd de conferentie voort
gezet en nu waren de voorberei
dingen zo ver voltooid, dat op 25
Mei de drie delegaties het ontwerp
statuut tot regeling van een nieu
we staatkundige verhouding tussen
Nederland, Suriname en de Neder
landse Antillen aanvaardden.
Op de slotzitting j.l. Donderdag
heeft elk van de delegatieleiders
namens zijn delegatie verklaard,
dat hij het statuut aanvaardde, al
waren er afwijkende meningen.
Minister Kernkamp sprak namens
Nederland, dr. Pos namens Suri
name en dr. da Costa namens de
Nederlandse Antillen. Het lid van
de Nederlandse delegatie dr Schou
ten (A.R.) verklaarde er bezwaar
tegen te blijven koesteren dat een
voorstel tot wijziging van het Sta
tuut dat zou afwijken van de Grond
wet, met gewone meerderheid aan
vaard zouden kunnen worden in-
plaats van met een meerderheid
van twee derden. Vertegenwoordi
gers van Aruba maakten ernstig
bezwaar tegen hun afhankelijkheid
van Curasao.
De minister-president, dr Drees,
hield de slotrede, waarin hij zei,
dat de koloniale verhouding voor
bij is en dat wij staan aan de voor
avond van een Rijksverband, waar
in de verschillende landen tesamen
deel zullen hebben, terwijl zij ieder
j op zichzelf de eigen, inwendige
aangelegenheden in zelfstandigheid
en steunend op eigen kracht, doch
met de wil elkander bij te staan,
zullen behartigen. Hij hekelde de
uitermate simplictische opvattin
gen van hen die voor elk koloniaal
gebied de oplossing kant en klaar
hebben in de vorm van onafhan
kelijkheid, zonder dat zelfs naar de
volkswil wordt gevraagd, terwijl
elke andere oplossing als kolonia
lisme wordt beschouwd. Hij sprak
de hoop uit dat de drie landen 'n
bloeiende toekomst tegemoet zou
den gaan onder het Huis van Oran
je, dat bij uitstek de eenheid van
het Rijk vertegenwoordigt.
BELGIË BLIJFT ONZE VOOR
NAAMSTE HANDELSPARTNER
Hoezeer de Nederlandse volks
huishouding, in vergelijking met
andere landen, is verweven met
het internationale verkeer, blijkt
duidelijk uit het feit, dat de totale
goedereninvoer en -uitvoer van ons
land in de laatste jaren gemiddeld
90 pet. van het nationale inkomen
bedroegen. In de Verenigde Staten
is dit percentage nog geen 10 pet.,
in West-Duitsland is het ongeveer
3o pet. en in Zwitserland 50 pet.
De waarde van de totale in- en
uitvoer van 16,7 milliard in 1952
is gestegen tot 17,2 milliard in
1953, derhalve met 500 millioen
ofwel 3
Ook in 1953 is België de grootste
afnemer van Nederlandse produc
ten gebleven, gevolgd in orde van
grootte door West-Duitsland, Enge
land, de Verenigde Staten, Frank
rijk en Zweden.
Bij de Tweede Kamer is een ont
werp van wet tot wijziging van de
loterijwet ingediend. Volgens dit
ontwerp zal het aantal loterijen
van de staatsloterij worden ver
hoogd van ten hoogste vier tot ten
hoogste zes per jaar.
LOONOVERLEG BIJ SPOOR
WEGEN AFGEBROKEN.
Het loonoverleg tussen de direc
tie van de Nederlandse Spoorwe
gen en de Personeelsraad is afge
broken. De directie meende de
nieuwe loonvoors'tellen van de
Uniebonden niet te kunnen aan
vaarden en heeft besloten de kwes
tie voor te leggen aan de minister
van Verkeer en Waterstaat en aan
het College van Rijksbemiddelaars.
Ook de Uniebonden zullen zich tot
de minister en het college wenden.
HOEVEEL RADIOLUISTE
RAARS TELT NEDERLAND?
Het aantal aangegeven radio-ont-
vangtoestellen in Nederland be
droeg per 1 Juni 1954 1.899.302 te
gen 1.890.853 op 1 Mei 1954.
Op 1 Mei 1954 waren er 494.337
aangeslotenen op het Rijks-radio-
dislributienet tegen 493.027 op 1
April 1954.
BELGISCHE DAKOTA DOOR
SOVJET-MIG BESCHOTEN.
Een dode, twee gewonden.
Een Dakota van de Belgische
luchtvaartmaatschappij Sabena is
boven Maribor in Zuid-Slavië dicht
bjj de grens met Oostenrijk en Hon
garije, beschoten door een MIG-
straaljager van de in Hongarije ge-
stationneerde Russische lucht
strijdkrachten. De Belgische mar
conist werd gedood. Van de drie
andere inzittenden liep de piloot
zware en de mecanicien lichte ver
wondingen op. Ook zij zjjn Belgen.
De tweede piloot, een Brit, bleef
ongedeerd. Hij slaagde er in het
zwaar beschadigde vliegtuig, dat
met een lading stamboekvarkens en
20 zakken diplomatieke post van
Engeland naar Belgrado onderweg
was, aan de grond te zetten op het
vliegveld Thalerhof bij Graz, in de
Engelse zone van Oostenrijk
GENERAAL ELY VOLGT
NAVARRE OP.
Generaal Paul Ely, stafchef van
de Franse strijdkrachten, is be
noemd tot opvolger van generaal
Henri Navarre, opperbevelhebber
van de strijdkrachten der Franse
Unie in Indo-China.
De 56-jarige Ely heeft onlangs
een uit drie generaals bestaande
commissie geleid, die een onder
zoek ingesteld heeft naar de toe
stand in Indo-China na de val van
Dien Bien Phoe.
ZOMERUIT VERKOOP
17 JULI—14 AUGUSTUS.
Naar wjj vernemen, zal de zo-
meruitverkoop dit jaar gehouden
kunnen worden tussen 17 Juli en
14 Augustus. De Ministerraad heeft
hiertoe een dezer dagen besloten.
Dit besluit zal worden afgekondigd
bij een algemene maatregel van be
stuur van de minister van Econo
mische Zaken.
ELTJE MEUKEN WERD MET
OPZET IN GIERPUT GEDUWD.
De 5-jarige Eitje Meuken uit
Apeldoorn, die Donderdagmorgen
levenloos in een gierput gevonden
werd, nadat men reeds sedert Zon
dagmiddag naar haar had gezocht,
blijkt niet zoals werd aangenomen,
j bij het spelen te zijn verongelukt.
Uit een nader ingesteld onderzoek
is tot veler ontsteltenis komen vast
te staan, dat het meisje het slacht
offer is geworden van een waar
schijnlijk ontoerekenbare daad van
het 12-jarige dochtertje der fami
lie R.
Eitje Meuken raakte, toen zij
Zondagmiddag bij haar grootou
ders aan de Kayersdijk speelde,
zoek. Het vermoeden rees, dat het
meisje in het langs deze dijk lopen
de kanaal was geraakt en verdron
ken. Langdurig dreggen leverde
echter geen resultaat op. Het ver
moeden werd echter sterker, toen
het 12-jarige meisje R. Dinsdag met
een schoentje van de vermiste klei
ne kwam aandragen. Het schoentje
rook namelijk sterk naar gier, zo
dat men de begrijpelijke conclusie
trok, dat het kind zich had vuilge
maakt en zich met het water van
het kanaal had willen reinigen.
Omdat echter het dreggen niets
opleverde, werd een telepaath uit
Groningen in de arm genomen.
Op diens aanwijzingen ontdekte
men toen het lijkje in de gierput.
Onmiddellijk na deze ontdekking
werden door de Apeldoornse poli
tie enige arrestaties verricht. Don
derdag omstreeks middernacht be
kende het meisje R., die door de
politie stevig aan de tand werd
gevoeld, dat zij Eitje Meuken Zon
dag doelbewust in de gierput had
geduwd.
Teneinde de politie op 'n dwaal
spoor te brengen, was zij Dinsdag,
toen haar ouders afwezig waren,
naar de put gegaan om 'n schoentje
van het lijkje af te nemen en daar
mede de indruk te versterken dat
het meisje verdronken zou zijn.
Zij heeft al eens meer getracht
een jongen in 't water te duwen.
NIET ALLEEN HET TONEEL, MAAR OOK DE INSTRUMENTALE
EN VOCALE MUZIEK VINDEN ER THANS HUN BEOEFENAARS.
Reeds enkele dagen zwaait Albert van Dalsum, de grote Nederlandse
toneelspeler, als een tweede Don Camillo, een reusachtige kandelaar
boven het hoofd van een verschrikte Peppone in het Oisterwijkse
Natuurtheater, dat zijn seizoen op Pinkster-Zaterdag heeft geopend
met het beroemde stuk van Guareschi „Don Camillo en de Kleine
Wereld", dat in een speciale openluchtbewerking gespeeld wordt
door de Toneelgroep Theater. Wanneer U dit leest, zult U wellicht
geen kans meer hebben het te gaan zien, of U moet heel vlug zijn;
vanavond spelen de Arnhemmers, met Van Dalsum als gast in hun
midden, het beroemde stuk voor het laatst. Maar er is nog heel wat
meer te genieten; leest U maar verder.
echter te hulp gekomen en heeft
„doorzetten" gezegd, en geleerd
door de ervaringen van het vorige
jaar, heeft men thans een program
ma samengesteld waarvan men gro
te verwachtingen heeft en dat de
vele vreemdelingen die in Oister-
wijk vertoeven, de Oisterwijkers
zelf en velen uit de verre omgeving,
ongetwijfeld wel iets biedt waar
hun interesse naar uitgaat.
OOK DE GHESELLEN.
Naast Nederlandse en Belgische
beroepsgezelschappen zult U op 't
program natuurlijk ook de naam
zien prijken van de Ghesellen van
den Spele, de voortreffelijke ama
teur-toneelgroep, die het theater nu
ai bijna veertig jaren jaar in jaar
uit heeft bespeeld. Natuurlijk zijn
zij ook nu weer van de partij. Het
Vorige jaar was er ook voor hen
een plaats in het programma inge
ruimd, dat wil zeggen voor hen in
samenwerking met de twee andere
Oisterwijkse toneelgroepen, maar
deze combinatie bleek te hetero
geen om tot goede resultaten te lei
den en dit jaar heeft men weer be
sloten het zelf te doen.
Willem Hoffman, de bekende Bra
bantse toneelschrijver uit Berlicum,
heeft zijn stuk „Haastig Recht", dat
hij voor de oorlog reeds voor zaal
toneel schreef, deze winter voor 'n
openlucht-uitvoering herschreven,
en wel speciaal voor de openlucht
uitvoering in het Oisterwijks thea
ter door de Oisterwijkse amateurs.
In een origineel decor van Henk
Potters wiens naam op de Efte-
ling reeds een zeer goede klank
kreeg zal dit stuk worden ge
speeld; naar Willem Hoffman ver
telde, ligt aan dit kluchtige drama
ten grondslag een anecdote die Bus-
ken Huet in zijn „Land van Rem
brandt" verhaalt, hoe namelijk het
plaatsje Haestrecht bij Schoonho
ven aan zijn naam is gekomen. De
verwachtingen van dit stuk in de
opvoering van De Ghesellen van
den Spele zijn hoog.
HET NATUURTHATER SLAAT
ANDERE WEGEN IN,
Oisterwijk en omgeving worden
eens zo mooi wanneer alles over-
schenen wordt door een stralende
zomerzon; de vennen zijn blinken
de spiegels, gevat in lijsten van
overdadig groen; door de slanke
dennestammen speelt de zon en de
vogels jubelen.
Zo was het Vrijdagmorgen toen
wij er heen togen om van Oister
wijks voortvarende burgemeester
Mr H. F. L. M. Baron van Hövell
van Wezeveld en Westerflier 't een
en ander te vernemen omtrent één
van Oisterwijks grootste aantrek
kelijkheden, het Natuurtheater.
Jaren op een rij zjjn we al
naar Oisterwijk gegaan om onze
lezers wat te kunnen vertel
len" van wat er in het Openlucht
theater voor bijzonders te beleven
was. We hebben U dan verteld van
de Ghesellen van den Spele, die
telkenj are optraden in dat theater
met een meestal bijzonder toneel
stuk.
Maar sinds het vorige jaar is er
iets veranderd; werd er tot die tijd
ieder jaar maar één stuk gegeven,
thans is er wat meer te beleven en
we geloven dat het bestuur van 't
Natuurtheater daar wijs aan ge
daan heeft.
Eigenlijk is men hier een beetje
toe gedwongen geweest, want de
moeilijkheden, vooral de financiële
moeilijkheden waarmee de Ghesel
len van den Spele te kampen kre
gen, werden ieder jaar groter en
tenslotte kon de Kunstkring, waar
van de Ghesellen een onderafdeling
zijn, het niet meer bolwerken. En
zo heeft men het vorige jaar de op
lossing gevonden in de vorm van
'een stichting, die, de burgemeester
zei het herhaalde malen en zeer na
drukkelijk, 'n volledig* begrip heeft
ontmoet bij en alle medewerking
heeft gekregen van de Oisterwijkse
gemeenteraad, die zich voorheen als
zodanig nooit met het theater be
moeide, maar thans de exploitatie
mogelijk maakt door een ruim sub
sidie.
Ten dienste van de vele vreem
delingen die Oisterwijk elk seizoen
naar zich trekt, heeft men ook ge
tracht, hetgeen het theater bood,
aantrekkelijker te maken; in plaats
van een stuk dat meerdere Zonda
gen per jaar werd opgevoerd door
de Ghesellen, begon men vorig jaar
met een meer gevariëerd program
ma, waarop meerdere stukken, ge
speeld door het beroepstoneel, voor
kwamen en waarop ook plaats was
ingeruimd voor concerten, operette
uitvoeringen, ballet en andere
kunstuitingen.
EEN EERSTE POGEN.
Het was een eerste pogen, vertel
de de burgemeester, voorzitter van
de nieuwe stichting, en als zodanig
was er veel dat verbeterd kon wor
den. Het weer werkte niet mee, er
waren andere tekortkomingen en
dit alles was er de oorzaak van dat
er een tekort was van 13000.op
een budget van in totaal 26.000.
De gemeenteraad is de stichting
EEN ARTISTIEKE STAAL
KAART.
Behalve het stuk Don Camillo en
de Kleine Wereld in de uitvoering
van de toneelgroep Theater op
Pinkster-Zaterdag, -Zondag en
-Maandag, zien we op het rijke pro
gramma staan op Woensdag 7 Juli
's middags en 's avonds Paul de
Mont's herschepping van het oude
dieren-epos „Reinaert de Vos" door
de afdeling Reizend Volkstheater
van het Nationaal Toneel van Bel
gië.
Op 10 en 11 Juli voert het Til-
burgs Gemengd Koor de operette
„Der Zigeunerbaron" op van Jo-
hann Strauss.
Op 18, 25 en 31 Juli, 1 en 8 Au
gustus spelen De Ghesellen van den
Spele „Haastig Recht" onder regie
van Jos Molenkamp.
Op 22 Juli geeft Het Brabants Or
kest een concert in het Natuurthea
ter, terwijl op 10 Augugstus de
Haagse Comedie een vertolking
geeft van Schillers Drama in de ver
taling van Anton van Duinkerken
„Maria Stuart".