Waalwijkse en LangstCourant UIT EIGEN LAND 0/s/ermy£se De deviezenpositie van Nederland. KONINKRIJK NIEUWE STIJL STAATSLOTERIJ ZAL VAKER TREKKEN. in het DINSDAG 8 JUNI 1954 Uitgever Waalwykse Stoomdrukkerij Antoon Tieien Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO W HEI ZUIDEN j -.v. 77e JAARGANG No. 46 Abonnement 19 cent per week 2.45 per kwartaal 2.70 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES: „ECHO" In de j.l. Dinsdag verschenen deviezen- nota, die de 'Minister van Financiën me de namens enige zijner ambtgenoten aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, wordt geconstateerd, dat ook 1953 een belangrijk voordelig saldo op lopende rekening heeft opgeleverd, zij het, dat het overschot ad f 1.279 min. f 584 min. lager was dan in 1952. Verheugend was, dat in 1953 voor het eerst sedert het einde" van de oorlog de lopende beta lingen in U.S. dollars over het gehele jaar een overschot opleverden en wel van f 255 mnl. In 1952, toen in dit op zicht reeds een duidelijke tendentie tot verbetering viel waar te nemen, werd per saldo nog een tekort van f 164 min. geregistreerd. In samenhang met het be talingsbalansoverschot op lopende reke ning gaven de goud- en deviezenreserves in 1953 een voortgaande kwantitatieve en kwalitatieve verbetering te zien. De totale toeneming, inclusief de saldi aan vreemde valuta buiten de Nederlandsche Bank, beliep f 916 min. Vastgesteld wordt, dat deze uitkom sten niet het resultaat zijn van een sa menspel van zuiver toevallige factoren. In de Nota wordt dan ook de uitspraak gewettigd geacht, dat Nederlands ex terne positie, wat de betalingsbalans in alle valuta's tezamen betreft, als gezond is te beschouwen. Van belang wordt geacht, dat t over schot in 1953 kon worden verwezenlijkt bij een krachtige expansie van de bin nenlandse economie en een bevredigende werkgelegenheidssituatie. Het overschot op de betalingsbalans was een uitvloeisel van de omstandig heid, dat de verdiende inkomens slechts ten dele weer werden uitgegeven. Dat niettemin een hoog productieniveau kon worden verwezenlijkt, was te danken aan de gunstige afzetmogelijkheden in het buitenland, waardoor de marge tus sen nationale productie en nationale be stedingen werd opgevuld. Binnen- en buitenlandse vraag tezamen maakten het daardoor mogelijk, dat nagenoeg alle productieve krachten konden worden in geschakeld. Het streven naar convertibiliteit. Vervolgens wordt in de Deviezennota uitvoerig stilgestaan bij het vraagstuk van de vrije inwisselbaarheid der valu ta's. De invoering van convertibiliteit, al dus de Ministers, beoogt bij te dragen tot het herstel van een vrije wereldhan del, zonder kwantitatieve restricties en discriminatoire maatregelen. Terwijl over dit einddoel weinig verschil van mening bestaat, is in de over dit onderwerp ge voerde discussies wel een verschil van opvatting naar voren gekomen, over de wijze, waarop dit doel dient te worden bereikt. In de internationale discussies zijn twee benaderingswijzen te onderschei den, waarbij de ene de nadruk legt op de externe, de andere op de interne con vertibiliteit. Vooral landen, die grote be tekenis hechten aan het bevorderen van het gebruik van hun valuta als interna tionaal betaalmiddel, zullen geneigd zijn prioriteit toe te kennen aan invoering van de externe convertibiliteit, waaron der moet worden verstaan de inwissel baarheid van valuta in handen van niet- ingezetenen. In het algemeen kan een te zeer vooropstellen van externe conver tibiliteit de tendentie inhouden, handels beperkingen in het leven te roepen. Op grond van de nadelige gevolgen, die 't vooropstellen van externe conver tibiliteit kan hebben, geven de Ministers de voorkeur aan benadering via de in terne zijde; hierbij staan herstel van het monetaire evenwicht en vrijmaking van het goedèren- en dienstenverkeer, dus het bevorderen van de inwisselbaarheid voor ingezetenen op de voorgrond. De benadering van convertibiliteit via afschaffing van invoerbeperkingen bete kent, wanneer de liberalisatie t.o.v. an dere landen reeds ver is voortgeschre den, vooral een vermindering van in voerbeperkingen ten opzichte van het dollargebied. De consequentie van het door de Ministers ingenomen stand punt is derhalve een dollarliberalisatie, die zo ver mogelijk gaat. Een eerste be langrijke verruiming vond plaats in Oc tober 1953, een verdere liberalisatie zal, zoals onlangs is bekend gemaakt, per 31 Mei ingaan. Het dollarvraagstuk. Vervolgens wordt in de Nota inge gaan op het centrale probleem, dat de overgang naar convertibiliteit de eerste jaren na de oorlog onmogelijk heeft ge maakt, n.l. het dollarprobleem. Zowel voor Nederland als voor de gehele wereld buiten het dollargebied toonde 1953 een aanmerkelijke verbete ring in de dollarpositie. Zijn de ontwikkelingen in 1953 op zichzelf al gunstig te noemen, tevens is hiermede de hoop gestegen, dat de we reld een blijvende oplossing van het dol larvraagstuk in het verschiet heeft. In derdaad kan de ervaring van 1953 me de worden toegeschreven aan oorzaken, welke ook gunstige perspectieven bieden voor de toekomst. Anderzijds doen zich in dit verband nog steeds bijzondere factoren gelden, waaraan men een zeker element van tijdelijkheid of althans on zekerheid niet kan ontzeggen. De wereld verkeert thans ten aanzien van het dollarvraagstuk als het ware in een interim-periode. Wat in het bijzon der de positie van Nederland betreft, dient de mening te worden uitgesproken, dat ondanks het betalingsbalansover schot op de lopende dollarrekening in 1953 de mogelijkheid tot een structurele oplossing van het individuele Neder landse dollarprobleem uitsluitend of overwegend op basis van het recht streekse verkeer met het dollargebied als twijfelachtig moet worden beschouwd. Ons land zal mede aangewezen blijven op bevredigende mogelijkheden tot con vertering in dollars van overschotten te genover derde landen. Groot is in dit opzicht het Nederlandse belang bij een bevredigende structuur van de E.B.U. en bij mogelijkheden tot ontvangsten van dollars uit het bilaterale verkeer met derde landen, in welk kader Indonesië in de laatste jaren zulk een belangrijke rol heeft gespeeld. De Regering heeft in de ontwikkeling van de dollarsituatie in 1953 aanleiding gevonden, met kracht een politiek van liberalisatie van de Ne derlandse dollarinvoer na te streven. Inmiddels is met ingang van 31 Mei in Beneluxverband de Nederlandse dol larliberalisatie nog aanmerkelijk opge voerd en ten naastenbij op hetzelfde niveau gebracht als de liberalisatie te genover O.E.E.S.-landen. Tezamen met de B.L.E.U. heeft Nederland hiermede een stap gedaan, welke een belangrijke mate van interne convertibiliteit inhoudt. Het kolonialisme is nooit popu- pair geweest bij degenen die er het slachtoffer van waren. In de bloei tijd, toen Nederland ongeveer een van de machtigste naties van West- Europa was, deed dat weinig ter zake. Het was toen voornamelijk een zaak van koopmanschap en dat was een eigenschap die de Ne derlanders sierde eil bij tijd en wij le ontsierde. Wij hoeven ons daar over nu niet meer rouwmoedig op de borst te kloppen, want de tijden veranderen en met de tijden de mensen. Of we zachtzinniger zijn geworden is een vraag, maar be schaafder in ieder geval wel. Naar het uiterlijk althans. En als Neder land indertijd zijn talenten in In- dië e.d. niet ten toon gespreid had, zou een ander het wel gedaan heb ben. Zou hel dan beter gegaan zijn? Misschien mag men met gepaste deemoed enerzijds en gepaste trots anderzijds beweren, dat het kolo nialisme een noodzakelijk kwaad is geweest. Het is moeilijk te bepa len wat de loop van de wereldge schiedenis zou zijn geweest, als er eens niet was gekoloniseerd. Fei len moet men nu eenmaal aanvaar den en het is een feit dat door het kolonialisme de volkeren van Azië, Afrika en Amerika in aanraking zijn gekomen met de West-Euro- pese beschaving. Het was beslist niet altijd de bedoeling er die be schaving te brengen, laat staan het Christendom, maar het gevolg was toch dat ze er kwamen. Erkennend dat het christendom inderdaad universeel is, mag men in, 't mid den laten in hoeverre de West-Eu- ropese beschaving, gevestigd op de klassieke grondslag van de Griek se en Romeinse beschaving, dat ook was. In ieder geval heeft haar invloed bewerkt, dat ook de geko loniseerde volkeren een proces van eeuwen zich bewust zijn ge worden van hun eigenwaarde. Daardoor lag in het kolonialisme zelf zijn nederlaag. Immers, 't was onvermijdelijk dat de koloniseren de mogendheden niet alleen lijde lijk, maar ook actief werden be schouwd als indringers, wie, zo gauw met dit besef ook de macht om er een eind aan te maken, groeide, het recht werd ontzegd de lakens uit te delen. Dat dit moei lijk allemaal in pais en vree kon gaan, ligt voor de hand. Het vah niet mee een eenmaal verworven positie prijs te geven en evenmin om zich, bewust van zijn persoon lijkheid en macht, te schikken on der wat men als een vreemd en ten onrechte opgelegd juk beschouwt. Met dit al is het duidelijk dat het kolonialisme op een zeker mo ment niet alleen in discrediet, maar ook uit de tijd moest raken. Dat dit na de oorlog zo gauw ge beurde, is meer schijn dan werke lijkheid. Het is slechts de vrucht van een ontwikkeling van tiental len jaren, al kan men erkennen dat de oorlog 't proces heeft versneld. Dit is ongetwijfeld het geval in In donesië en het is misschien meteen een van de ongelukkigste voor beelden van de overgang naar nieuwe verhoudingen. Hier drong zich het probleem onmiddellijk na de oorlog in alle hevigheid op en het moet voor een groot deel aan kortzichtigheid geweten worden dat het op zo'n manier is opgelost. Die kortzichtigheid kan men min der verwijten aan degenen wie het om de onafhankelijkheid te doen was dan aan de grote mogendhe den die er in betrokken werden. Uiteindelijk zou men het verloop nog voor lief kunnen nemen, als de uitslag navenant gunstig was geweest. Maar ook hij die niet ge kweld wordt door heimwee naar een verloren koloniaal paradijs, moet erkennen dat het Indonesië van vandaag niet het ideaal was dat hem voor ogen stond en ook zij die het ideaal van de onafhan kelijkheid nu verwezenlijkt zien, zullen in een eerlijk ogenblik on getwijfeld inzien dat er een betere en vreedzamere manier was ge weest met een gunstiger resultaat. Het feit dat er een Unie is geslo ten, wijst op het oorspronkelijke ideaal, de manier waarop zij kwijnt bewijst hoe ver men er vandaan is gebleken. Toch heeft Nederland bewezen ernst te willen maken met de be loften die meermalen, maar vooral door H. M. Koningin Wilhelmina op 7 December 1942 tegenover de overzeese gebiedsdelen zijn ge daan. Die beloften zijn tegenover Suriname en de Antillen praktisch vervuld, nu de vorige week de tweede Ronde Tafel-conferentie met die gebieden tot een goed ein de is gekomen door de aanvaar ding van de wederzijdse voorstel len tot opbouw van het Koninkrijk nieuwe stijl, zoals het met een wei nig elegante term wel is genoem3. Het accoord hoeft nog slechts aan vaard te worden door de volksver tegenwoordigingen van de ver schillende rijksdelen en bekrach tigd door H. M. de Koningin. Ook hier is een ideaal verwezen lijkt, ongetwijfeld ook niet tot ie ders volledige bevrediging, zoals nog op de slotzitting van de con ferentie duidelijk tot uiting kwam. Maar het accoord is, zoals minis ter Kernkamp het uitdrukte, „een aanvaardbaar stuk", en waar zo veel belangen moeten worden ge diend, is het wel uiterst moeilijk iedereen helemaal tevreden te stel len. Het zorgvuldigste mensenwerk blijft onvolmaakt en hier is ten minste op redelijke basis een vorm van samenwerking gevonden, die iets goeds belooft voor de toe komst. Het is niet helemaal zo gemak kelijk gegaan, maar men heeft ze ker lering getrokken uit de gang van zaken aan het andere einde van de aardbol en het resultaat is niet uitgebleven. De regeringsver klaring van het kabinet-Beel open de in 1946 de mogelijkheid tot een gesprek en na vooroverleg werd op 27 Januari 1948 de eerste Ron de Tafel-conferentie geopend, die op 18 Maart werd gesloten, nadat de hoofdlijnen van de nieuwe staatkundige verhoudingen waren vastgesteld. Op 2o Januari 1950 trad een interimregeling voor Su riname in werking en op 10 Octo ber van dat jaar gedeeltelijk ook een voor de Antillen. Aan de hand van een werkstuk voor een statuut voor het Koninkrijk begonnen op 3 April 1952 de besprekingen van de tweede Ronde Tafel-conferen tie, die echter op 29 Mei werd af gebroken zonder dat er overeen stemming was bereikt. Daartussen door kwam dan nog de ongelukki ge verklaring van minister Kern kamp in Paramaribo over 't recht van afscheiding met betrekking tot het zelfbeschikkingsrecht, maar deze storm dreef over. Eerst op 20 Mei j.l. werd de conferentie voort gezet en nu waren de voorberei dingen zo ver voltooid, dat op 25 Mei de drie delegaties het ontwerp statuut tot regeling van een nieu we staatkundige verhouding tussen Nederland, Suriname en de Neder landse Antillen aanvaardden. Op de slotzitting j.l. Donderdag heeft elk van de delegatieleiders namens zijn delegatie verklaard, dat hij het statuut aanvaardde, al waren er afwijkende meningen. Minister Kernkamp sprak namens Nederland, dr. Pos namens Suri name en dr. da Costa namens de Nederlandse Antillen. Het lid van de Nederlandse delegatie dr Schou ten (A.R.) verklaarde er bezwaar tegen te blijven koesteren dat een voorstel tot wijziging van het Sta tuut dat zou afwijken van de Grond wet, met gewone meerderheid aan vaard zouden kunnen worden in- plaats van met een meerderheid van twee derden. Vertegenwoordi gers van Aruba maakten ernstig bezwaar tegen hun afhankelijkheid van Curasao. De minister-president, dr Drees, hield de slotrede, waarin hij zei, dat de koloniale verhouding voor bij is en dat wij staan aan de voor avond van een Rijksverband, waar in de verschillende landen tesamen deel zullen hebben, terwijl zij ieder j op zichzelf de eigen, inwendige aangelegenheden in zelfstandigheid en steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan, zullen behartigen. Hij hekelde de uitermate simplictische opvattin gen van hen die voor elk koloniaal gebied de oplossing kant en klaar hebben in de vorm van onafhan kelijkheid, zonder dat zelfs naar de volkswil wordt gevraagd, terwijl elke andere oplossing als kolonia lisme wordt beschouwd. Hij sprak de hoop uit dat de drie landen 'n bloeiende toekomst tegemoet zou den gaan onder het Huis van Oran je, dat bij uitstek de eenheid van het Rijk vertegenwoordigt. BELGIË BLIJFT ONZE VOOR NAAMSTE HANDELSPARTNER Hoezeer de Nederlandse volks huishouding, in vergelijking met andere landen, is verweven met het internationale verkeer, blijkt duidelijk uit het feit, dat de totale goedereninvoer en -uitvoer van ons land in de laatste jaren gemiddeld 90 pet. van het nationale inkomen bedroegen. In de Verenigde Staten is dit percentage nog geen 10 pet., in West-Duitsland is het ongeveer 3o pet. en in Zwitserland 50 pet. De waarde van de totale in- en uitvoer van 16,7 milliard in 1952 is gestegen tot 17,2 milliard in 1953, derhalve met 500 millioen ofwel 3 Ook in 1953 is België de grootste afnemer van Nederlandse produc ten gebleven, gevolgd in orde van grootte door West-Duitsland, Enge land, de Verenigde Staten, Frank rijk en Zweden. Bij de Tweede Kamer is een ont werp van wet tot wijziging van de loterijwet ingediend. Volgens dit ontwerp zal het aantal loterijen van de staatsloterij worden ver hoogd van ten hoogste vier tot ten hoogste zes per jaar. LOONOVERLEG BIJ SPOOR WEGEN AFGEBROKEN. Het loonoverleg tussen de direc tie van de Nederlandse Spoorwe gen en de Personeelsraad is afge broken. De directie meende de nieuwe loonvoors'tellen van de Uniebonden niet te kunnen aan vaarden en heeft besloten de kwes tie voor te leggen aan de minister van Verkeer en Waterstaat en aan het College van Rijksbemiddelaars. Ook de Uniebonden zullen zich tot de minister en het college wenden. HOEVEEL RADIOLUISTE RAARS TELT NEDERLAND? Het aantal aangegeven radio-ont- vangtoestellen in Nederland be droeg per 1 Juni 1954 1.899.302 te gen 1.890.853 op 1 Mei 1954. Op 1 Mei 1954 waren er 494.337 aangeslotenen op het Rijks-radio- dislributienet tegen 493.027 op 1 April 1954. BELGISCHE DAKOTA DOOR SOVJET-MIG BESCHOTEN. Een dode, twee gewonden. Een Dakota van de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena is boven Maribor in Zuid-Slavië dicht bjj de grens met Oostenrijk en Hon garije, beschoten door een MIG- straaljager van de in Hongarije ge- stationneerde Russische lucht strijdkrachten. De Belgische mar conist werd gedood. Van de drie andere inzittenden liep de piloot zware en de mecanicien lichte ver wondingen op. Ook zij zjjn Belgen. De tweede piloot, een Brit, bleef ongedeerd. Hij slaagde er in het zwaar beschadigde vliegtuig, dat met een lading stamboekvarkens en 20 zakken diplomatieke post van Engeland naar Belgrado onderweg was, aan de grond te zetten op het vliegveld Thalerhof bij Graz, in de Engelse zone van Oostenrijk GENERAAL ELY VOLGT NAVARRE OP. Generaal Paul Ely, stafchef van de Franse strijdkrachten, is be noemd tot opvolger van generaal Henri Navarre, opperbevelhebber van de strijdkrachten der Franse Unie in Indo-China. De 56-jarige Ely heeft onlangs een uit drie generaals bestaande commissie geleid, die een onder zoek ingesteld heeft naar de toe stand in Indo-China na de val van Dien Bien Phoe. ZOMERUIT VERKOOP 17 JULI—14 AUGUSTUS. Naar wjj vernemen, zal de zo- meruitverkoop dit jaar gehouden kunnen worden tussen 17 Juli en 14 Augustus. De Ministerraad heeft hiertoe een dezer dagen besloten. Dit besluit zal worden afgekondigd bij een algemene maatregel van be stuur van de minister van Econo mische Zaken. ELTJE MEUKEN WERD MET OPZET IN GIERPUT GEDUWD. De 5-jarige Eitje Meuken uit Apeldoorn, die Donderdagmorgen levenloos in een gierput gevonden werd, nadat men reeds sedert Zon dagmiddag naar haar had gezocht, blijkt niet zoals werd aangenomen, j bij het spelen te zijn verongelukt. Uit een nader ingesteld onderzoek is tot veler ontsteltenis komen vast te staan, dat het meisje het slacht offer is geworden van een waar schijnlijk ontoerekenbare daad van het 12-jarige dochtertje der fami lie R. Eitje Meuken raakte, toen zij Zondagmiddag bij haar grootou ders aan de Kayersdijk speelde, zoek. Het vermoeden rees, dat het meisje in het langs deze dijk lopen de kanaal was geraakt en verdron ken. Langdurig dreggen leverde echter geen resultaat op. Het ver moeden werd echter sterker, toen het 12-jarige meisje R. Dinsdag met een schoentje van de vermiste klei ne kwam aandragen. Het schoentje rook namelijk sterk naar gier, zo dat men de begrijpelijke conclusie trok, dat het kind zich had vuilge maakt en zich met het water van het kanaal had willen reinigen. Omdat echter het dreggen niets opleverde, werd een telepaath uit Groningen in de arm genomen. Op diens aanwijzingen ontdekte men toen het lijkje in de gierput. Onmiddellijk na deze ontdekking werden door de Apeldoornse poli tie enige arrestaties verricht. Don derdag omstreeks middernacht be kende het meisje R., die door de politie stevig aan de tand werd gevoeld, dat zij Eitje Meuken Zon dag doelbewust in de gierput had geduwd. Teneinde de politie op 'n dwaal spoor te brengen, was zij Dinsdag, toen haar ouders afwezig waren, naar de put gegaan om 'n schoentje van het lijkje af te nemen en daar mede de indruk te versterken dat het meisje verdronken zou zijn. Zij heeft al eens meer getracht een jongen in 't water te duwen. NIET ALLEEN HET TONEEL, MAAR OOK DE INSTRUMENTALE EN VOCALE MUZIEK VINDEN ER THANS HUN BEOEFENAARS. Reeds enkele dagen zwaait Albert van Dalsum, de grote Nederlandse toneelspeler, als een tweede Don Camillo, een reusachtige kandelaar boven het hoofd van een verschrikte Peppone in het Oisterwijkse Natuurtheater, dat zijn seizoen op Pinkster-Zaterdag heeft geopend met het beroemde stuk van Guareschi „Don Camillo en de Kleine Wereld", dat in een speciale openluchtbewerking gespeeld wordt door de Toneelgroep Theater. Wanneer U dit leest, zult U wellicht geen kans meer hebben het te gaan zien, of U moet heel vlug zijn; vanavond spelen de Arnhemmers, met Van Dalsum als gast in hun midden, het beroemde stuk voor het laatst. Maar er is nog heel wat meer te genieten; leest U maar verder. echter te hulp gekomen en heeft „doorzetten" gezegd, en geleerd door de ervaringen van het vorige jaar, heeft men thans een program ma samengesteld waarvan men gro te verwachtingen heeft en dat de vele vreemdelingen die in Oister- wijk vertoeven, de Oisterwijkers zelf en velen uit de verre omgeving, ongetwijfeld wel iets biedt waar hun interesse naar uitgaat. OOK DE GHESELLEN. Naast Nederlandse en Belgische beroepsgezelschappen zult U op 't program natuurlijk ook de naam zien prijken van de Ghesellen van den Spele, de voortreffelijke ama teur-toneelgroep, die het theater nu ai bijna veertig jaren jaar in jaar uit heeft bespeeld. Natuurlijk zijn zij ook nu weer van de partij. Het Vorige jaar was er ook voor hen een plaats in het programma inge ruimd, dat wil zeggen voor hen in samenwerking met de twee andere Oisterwijkse toneelgroepen, maar deze combinatie bleek te hetero geen om tot goede resultaten te lei den en dit jaar heeft men weer be sloten het zelf te doen. Willem Hoffman, de bekende Bra bantse toneelschrijver uit Berlicum, heeft zijn stuk „Haastig Recht", dat hij voor de oorlog reeds voor zaal toneel schreef, deze winter voor 'n openlucht-uitvoering herschreven, en wel speciaal voor de openlucht uitvoering in het Oisterwijks thea ter door de Oisterwijkse amateurs. In een origineel decor van Henk Potters wiens naam op de Efte- ling reeds een zeer goede klank kreeg zal dit stuk worden ge speeld; naar Willem Hoffman ver telde, ligt aan dit kluchtige drama ten grondslag een anecdote die Bus- ken Huet in zijn „Land van Rem brandt" verhaalt, hoe namelijk het plaatsje Haestrecht bij Schoonho ven aan zijn naam is gekomen. De verwachtingen van dit stuk in de opvoering van De Ghesellen van den Spele zijn hoog. HET NATUURTHATER SLAAT ANDERE WEGEN IN, Oisterwijk en omgeving worden eens zo mooi wanneer alles over- schenen wordt door een stralende zomerzon; de vennen zijn blinken de spiegels, gevat in lijsten van overdadig groen; door de slanke dennestammen speelt de zon en de vogels jubelen. Zo was het Vrijdagmorgen toen wij er heen togen om van Oister wijks voortvarende burgemeester Mr H. F. L. M. Baron van Hövell van Wezeveld en Westerflier 't een en ander te vernemen omtrent één van Oisterwijks grootste aantrek kelijkheden, het Natuurtheater. Jaren op een rij zjjn we al naar Oisterwijk gegaan om onze lezers wat te kunnen vertel len" van wat er in het Openlucht theater voor bijzonders te beleven was. We hebben U dan verteld van de Ghesellen van den Spele, die telkenj are optraden in dat theater met een meestal bijzonder toneel stuk. Maar sinds het vorige jaar is er iets veranderd; werd er tot die tijd ieder jaar maar één stuk gegeven, thans is er wat meer te beleven en we geloven dat het bestuur van 't Natuurtheater daar wijs aan ge daan heeft. Eigenlijk is men hier een beetje toe gedwongen geweest, want de moeilijkheden, vooral de financiële moeilijkheden waarmee de Ghesel len van den Spele te kampen kre gen, werden ieder jaar groter en tenslotte kon de Kunstkring, waar van de Ghesellen een onderafdeling zijn, het niet meer bolwerken. En zo heeft men het vorige jaar de op lossing gevonden in de vorm van 'een stichting, die, de burgemeester zei het herhaalde malen en zeer na drukkelijk, 'n volledig* begrip heeft ontmoet bij en alle medewerking heeft gekregen van de Oisterwijkse gemeenteraad, die zich voorheen als zodanig nooit met het theater be moeide, maar thans de exploitatie mogelijk maakt door een ruim sub sidie. Ten dienste van de vele vreem delingen die Oisterwijk elk seizoen naar zich trekt, heeft men ook ge tracht, hetgeen het theater bood, aantrekkelijker te maken; in plaats van een stuk dat meerdere Zonda gen per jaar werd opgevoerd door de Ghesellen, begon men vorig jaar met een meer gevariëerd program ma, waarop meerdere stukken, ge speeld door het beroepstoneel, voor kwamen en waarop ook plaats was ingeruimd voor concerten, operette uitvoeringen, ballet en andere kunstuitingen. EEN EERSTE POGEN. Het was een eerste pogen, vertel de de burgemeester, voorzitter van de nieuwe stichting, en als zodanig was er veel dat verbeterd kon wor den. Het weer werkte niet mee, er waren andere tekortkomingen en dit alles was er de oorzaak van dat er een tekort was van 13000.op een budget van in totaal 26.000. De gemeenteraad is de stichting EEN ARTISTIEKE STAAL KAART. Behalve het stuk Don Camillo en de Kleine Wereld in de uitvoering van de toneelgroep Theater op Pinkster-Zaterdag, -Zondag en -Maandag, zien we op het rijke pro gramma staan op Woensdag 7 Juli 's middags en 's avonds Paul de Mont's herschepping van het oude dieren-epos „Reinaert de Vos" door de afdeling Reizend Volkstheater van het Nationaal Toneel van Bel gië. Op 10 en 11 Juli voert het Til- burgs Gemengd Koor de operette „Der Zigeunerbaron" op van Jo- hann Strauss. Op 18, 25 en 31 Juli, 1 en 8 Au gustus spelen De Ghesellen van den Spele „Haastig Recht" onder regie van Jos Molenkamp. Op 22 Juli geeft Het Brabants Or kest een concert in het Natuurthea ter, terwijl op 10 Augugstus de Haagse Comedie een vertolking geeft van Schillers Drama in de ver taling van Anton van Duinkerken „Maria Stuart".

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1954 | | pagina 5