Waalwijkse en Langstraatse Courant Prinses Beatrix Nog geen parkeerverbod Waalwijks Grolestraal in ^fitgever: n ^ovenVaalwijkse Stoomdrukkery Antoon Tielen en K JAN TIELEN verschijnt 2 x per week BureauxGROTESTRAAT 205 78e JAARGANG No. 10 Abonnement 10 cent per week 2.4B per kwartaal 2.70 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief. WAALWIJK - 2621 Dr. van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES „ECHO" T.a.v. Kermisverkorting wacht men initiatief uit het bedrijfsleven op °P' YVilhelmina Armgard van Oranje-Nassau Prinses van Lippe-Biesterfeld iMpi ^lAANDAG 31 JANUARI 1955 outen de R, ■Oon ■rt 6, A voor d,. [oofdredacteur ddiooJ eviten} M blad DE ECHO W HEI ZUIDEN Kiesver. agavond de Chr. eden de r. school Enige atschap. i. <ÏG e in de hte Chr. e Eer", uis aan igezete. geven ren i ging aU lid 'ebruari leggeld aan, of ing, die lijkt zal n, aan- die we nog Na de uitvoerige "^^y^dagmOTgfnkonden weergeven, heeft de ge meenteraad'9 van Waalwijk Dondei dagavond nog enkele belangrijke kwes ties besproken. Zo bijvooroee u net hunne zeiden Qver di(_ VOQr, voorstelden. Nagenoeg a c p verkieslijker acht- stel, waren tegen deze maatregel, zodat B. en^ op enkclcJ door de Sdhnaa^«n gebSaSteTspecwu en op enkele gedane suggesties, de mogelijkheid van een in een van de Ten aanzien van de verkorting w» d w B en W. mee, vorige vergaderingen totdat er uit het Wr^vin ».l van werknemers als van werkgeverszijde, een initia- tief of een uitspraak kwam. >ARKEERVERBOD HEFT MOEILIJKHEDEN NIET OP. Nadat de voorzitter zijn nieuwjaars- ede had uitgesproken' maakte de heer vïeijs zich tot tolk van de raad toen hij Heintjes le burgemeester hiervoor dankte. De I 5 Fe- -ede was zo rijk, aldus de heer Meijs, n café :n zo gedocumenteerd, dat het niet mo,- lieuwe. lelijk was op bepaalde punten in te jaan. De raad was er trots op te ne - Den mogen meewerken aan het vele da Waalwijk in het voorbije jaar Had tot stand gebracht. Met grote belangstelling Arbeid ook had de raad de rede gevolgd, waar nateursd.e sprak over de toekomst. Ze is, aldus zo vol initiatieven, dat Dr. e.k. °P de Haart eidend -Lake- herr heer Meijs, w het er ons van duizelt. Ik gee verzekering, dat wij, evenals in.het at- irM gelopen jaar, daar waar mogelijk is, e lLM' SSer nsar zijn eigen inzicht. me- werd dewerking zullen geven aan elands- ring van de plannen. En hij voor- te wensen, dat God het gemeen oor de sterkte en wijsheid mocht geve t Wa. ideeën te verwezenlijken, waarna hij de beste wensen van de raad overbracht voor het nieuwe jaar aan het gemeente bestuur en alle ambtenaren. Beginnend aan de behandeling van de it van agenda deelde de voorzitter mee, dat de voor- heer van Leeven bericht had verhinderd teler te zijn de vergadering bij te wonen; en se- daarna werden de notulen vastgesteld en getrek- de ingekomen stukken alle voor kenms- ronsu- geving aangenomen. ït De omzetting van de bouw van ö-i dings- premiewoningen in 84 woningwetwonin gen, deed de heer Duyvelaar vragen naar el, dat de mogelijkheden die ten aanzien van de ich in premiebouw bleven, en of de toepassing ;nken, van de premiebouw of de woningwet- bouw de toekomstige huurverhoging van gelijke invloed deed zijn op de woningen. B. en W., luidde het antwoord van de voorzitter, hadden aanvankelijk overwo gen deze woningen te bouwen met toe passing van de beschikking Bijdrage Woningwetbouw 1950, maar hebben zich laten verleiden te bouwen volgens de beschikking Premiebouw 1953, omdat in dit laatste geval geen toestemming van de minister nodig was, voor de gunning van de woningen, want het was hun be kend dat er vaak moeilijkheden waren :en aanzien van de gunning. Het departement maakte echter be twaar tegen premiebouw, omdat men iaar van mening was, dat dit type wo. ling niet gerekend kon worden tot de Drcmiewoningen. Een voordeel van de bouwwijze zoals lie nu werd voorgesteld, was de lagere ïuur, die men mocht vragen. De voor- titter hoopte spoedig tot aanbesteding ✓an de 84 woningen te kunnen over gaan. De invloed van de huurverhoging zou bij beide gevallen nihil zijn, omdat b'j deze nieuw te bouwen woningen van geen huurverhoging sprake was. De voorstellen 4, 5, 6 en 7 (we ver wijzen graag naar ons nummer van vo rige week Maandag, waarin we èn voor stellen ètft^raeadviezen publiceerden) le verden voor de raad geen moeilijkheden De heer Meijs sprak zijn instemming met het 7e voorstel uit; hij juichte het toe, dat de brandweer zou gaan beschik ken over een ladderauto. zijde 5—7 •n we en de I kan ïg in! zond- rijkste estald A. S. koken de en Zij m de erend or de g om d sa- n de aan mines 1 per in en ;recht Dortie e en, >egen, i, dat van nodig nines, n wij ibrui- vij er saus, een t be verse peul- isoep imer- n, na 1 wa lt op kwa- ibbel- oege- ijkste maak ves- het arge- hten- urrijk rucht De- on- ïmma peul- bo- n de 'erlo> een PARKEERPERIKELEN. Het voorstel tot vaststelling van een wachtverbod in de Grotestraat, ongeveer van Kerkstraat tot Putstraat, vond wei nig genade in de ogen der heren afge vaardigden. De heer van den Hoven was de eerste die te kennen gaf, met enige verwonde ring van dit voorstel kennis te hebben genomen. Het was hem wel bekend, dat de Gro testraat een zeer moeilijke straat is, maar door dit voorstel zullen de moeilijkheden niet worden opgelost. Het was mogelijk, dat de stagnatie belangrijk minder zou worden, maar aan onze industriële ge meente zou een belangrijk beeld ontno men gaan worden, terwijl hij betwijfelde ot het parkeren in de zijstraten wel ef fectief mogelijk was. Hij zag in dit ver bod vooral ook een handicap voor de vele vertegenwoordigers, die hun wagen met monsters, toch zo dicht mogelijk bij de bedrijven moesten hebben. De heer Mombers merkte op, dat de expansie van het verkeer B en W dit voorstel had laten doen. Vooral in' het Centrum waren er punten die zeer dik wijls moeilijkheden gaven. Hij vroeg, om ten aanzien van de ingang van het zie kenhuis een soortelijk verbod uit te vaar digen, dat hier geen fietsen meer moch ten worden geplaatst. Welke motieven B. en W. tot dit voorstel hebben geleid, is mij niet dui delijk geworden, begon de heer Meijs zijn betoog. Hij noemde het voorstel zeer ingrijpend, en daarom had hij de laatste dagen 'ns goed opgelet, en was tot de conclusie gekomen, dat dit verbod niet nodig was. Hij had zelfs gezien, dat het mogelijk was, dat twee auto's naast el kaar een geparkeerde wagen passeerden. De weg was er breed genoeg voor. Hij zou liever een eventuele oplossing zoeken, in een omlegging van het bus- verkeer; er was een weg buiten de ge meente om, die zeer gunstig lag voor de haltes; bovendien zou er binnenkort nog een oplossing komen, in de vorm vat; de nieuwe weg door de polder. Hij zag aankomen, dat alle autobezit ters die bij hun bedrijven moesten zijn, en alle vertegenwoordigers, alle mogelij ke dammen en poortjes zouden gaan ge bruiken, om hun wagen zo dicht moge lijk bij de hand te hebben en dat zou de situatie nog veel moeilijker maken. Vervolgens wees de heer Meijs op de moeilijkheden voor de Middenstand die uit dit verbod zouden voortvloeien. Men was nu immers veel gemakkelijker ge neigd door te rijden, in plaats van err gens de wagen te parkeren en dan te voet de stad in te gaan, daar was Waal wijk nog te klein voor. B. en W. hadden ook de Stationsstraat genoemd als een gelegenheid om te par> keren; maar deze straat zou dan zeker overbelast worden. Het raadhuisplein was niet aangewe zen als parkeergelegenheid, terwijl hij daar toch meermalen wagens geparkeerd Zag; en bovendien hoe moest het anders met de huwelijksritten. Hij zag dus de oplossing in een omr legging van het busverkeer, of wel in een speciale snelheidsbepaling voor de bussen. En mocht het voorstel aangenomen worden, wat hem zeer zou spijten, dan suggereerde hij toch nog de wagens ge legenheid te geven een bepaalde tijd te parkeren, bij voorbeeld niet langer dan een half uur. Tenslotte vroeg hij of dit parkeerver bod ook voor de Zondagen zou gelden. Welke voorzieningen, vroeg de heer Duyvelaar, zijn er getroffen voor het gedeelte van de Grotestraat, waarvoor het voorgestelde verbod niet zal gelden (voorbij perceel 304), en waarin het ge vaarlijke kruispunt van de Putstraat ge legen is. Terwijl hij, als het voorstel werd aangenomen, het verbod ook graag van kracht zag tot enkele tientallen me ters voorbij het Hoekeinde, op het Laag einde dus. 1 Voorts verklaarde hij zich te kunnen verenigen met hetgeen door de vorige sprekers naar voren was gebracht. De heer Verdoorn had alle waarde ring voor het loffelijk streven, maar ook hij noemde het een voorstel van zeer in grijpende aard, meer ingrijpend, dan het verplaatsen van de kermis. Deze maat regel immers strekte zich uit over het hele jaar. Ook hij had er grote bezwaren tegen, dat deze maatregel de zakenmensen en degenen die hen zouden bezoeken perma nent veel moeite, last en ergernis zou veroorzaken, terwijl zij ook de midden stand niet ten goede zou komen. Wanneer straks, vervolgde hij, de grote verkeersweg door de polder ge reed zal zijn, zal het snelverkeer langs die ader worden gevoerd; laten we dit nu zo veel mogelijk ten Zuiden van de gemeente heenleiden en dit voorstel even laten rusten, om later, als er nog be,- hoefte aan mocht zijn, hierin te voor zien. Ook hij was er sterk voor, dat de bus diensten werden omgelegd, want als er een verkeersopstopping was, dan was er meestal een bus bij betrokken. Hij zou willen voorstellen, dit voor stel terug te nemén. De heer Eibers kon zich met hetgeen de sprekers voor hem tot uitdrukking hadden gebracht verenigen. Het zou een mooie oplossing zijn, wanneer er geen moeilijkheden aan verbonden waren. Was het mogelijk, vroeg hij, de op lossing te zoeken in een één-richtingver- keer tussen Kerkstraat en Putstraat. Ook de heer Brouwer had zich ver wonderd over dit voorstel; hij was van mening geweest, dat het wachtverbod bij wijze van proef ingevoerd zou worden op de spitsuren; de nieuwe weg zou de straten van een geweldige druk ontlas ten. Hij gaf toe dat het zeer moeilijk was, om, zoals hij zei, de juiste snaar te tref fer voor de oplossing van dit probleem. Ook de heer Kemperman kon zich met de geopperde bezwaren wel verenigen; hij suggereerde in de zijwegen, zoals bij voorbeeld de Hooisteeg, stopborden te plaatsen, zodat het verkeer in de Grote straat voorrang had. Voor één-richting- verkeer was iets te zeggen, meende ook hij, maar dan alleen voor gemotoriseerd verkeer; in de toekomst zouden er zoveel straten zijn, dat men toch makkelijk kan komen, waar men zijn moet. B. EN W. ZULLEN ZICH NADER BERADEN. Ik moge U, aldus de voorzitter, toen hij de sprekers ging beantwoorden, on der de aandacht brengen dat B. en W. zich bij de formulering van dit voorstel, zeer wel rekenschap hebben gegeven van de gevolgen van dit voorstel. We hebben het een tegen het ander afgewogen, de verkeersveiligheid in het algemeen, tegen de eventueel minder aanvaardbare gevolgen. We hebben echter gemeend, dat de verkeersveiligheid op dit ogenblik zoda nig in het gedrang is, dat een parkeer verbod op dit traject verantwoord is, op dit ogenblik, omdat thans alle verkeer zich door de Grotestraat beweegt. Als men let op de omstandigheden moet men tot de ervaring zijn gekomen dat de straat 'n te smal rijvlak heeft, om het wederzijds verkeer (w.o. grote bus sen) te bergen en daartussendoor bewe gen zich nog alle mogelijke fietsen. Niet alleen ondervindt het verkeer geregeld stagnatie, maar ook vinden er steeds kleine verkeersongevallen plaats. B. en W. hebben gemeend in de vorm van een absoluut parkeerverbod de op lossing gevonden te hebben; de enig juis te oplossing, want het is gebleken, dat het halve parkeerverbod onvoldoende ruimte schiep om het verkeer naar wens te dirigeren en dat bepaalde auto s vaak een hele dag in de straat staan. B. en W. meenden dat deze maatregel werd gecompenseerd door de mogelijk heid in de zijstraten te parkeren, die toch niet zo ver van de zakenpanden aflig gen; waarbij, aldus de voorzitter, ik moet beamen dat de Stationsstraat iet wat minder geschikt is. Er heerst een misverstand als men meent dat dit parkeerverbod inhoudt, dat er in het geheel niet geparkeerd mag worden, 't Is zo, dat volgens de ver- keerswetgeving het in_ en uitstappen van personen, en het in- en uitladen van goederen geoorloofd zijn. Bij de beantwoording van de diverse sprekers afzonderlijk zei de voorzitter o.m. dat B. en W. wel degelijk ook aan dacht hadden besteed aan de nadelige gevolgen voor de middenstand. Voor het raadhuisplein gold inderdaad een par keerverbod, in zoverre echter, dat men oogluikend toestond dat auto's van be zoekers (inclusief bruidsparen) die op het gemeentehuis moesten zijn, er wer den toegelaten. In het gedeelte van do Grotestraat van peiceel 304—350 hadden B. en W. over wogen een parkeerstrook aan' te bren gen. De voorzitter besloot zijn repliek: Ik moet II zeggen, dat, gelet cp hetgeen er gezegd is, onderling overleg B. en W. cr toe gebracht heeft het voorstel aan te houden en zich in de gelegenheid te stellen, zich nader te beraden over een tweetal punten, namelijk de regeling op Zondag en de mogelijkheid van het par keren van maximum een half uur, terwijl ook de andere suggesties niet aan onze aandacht zullen ontsnappen. En hiermee stemde de raad in. VERKORTING KERMIS. Het volgende punt, was er ook een, waaraan de nodige woorden zijn be steed. B. en W. deelden namelijk mee, het nog niet verantwoord te achten thans reeds een voorstel te doen tot verkorting van de kermis. Ik kan me indenken, opende de heer van den Hoven de rij der sprekers, dat her nemen van een beslissing op korte termijn moeilijk kan zijn. Wel wil ik ech ter vragen, dit punt niet van de agenda van 1955 te doen verdwijnen, maar er in het najaar nog eens over te spreken, te meer door die reacties van zeer velen wijzen in de richting van verkorting. De heer Meijs betoogde hoe deze aan gelegenheid zeer tot het publiek sprak; is her niet mogelijk, het publiek in deze kwestie een uitspraak te laten doen; dit moet natuurlijk niet uitgaan'van de raad ol het gemeentebestuur. Ik ben er van overtuigd, dat de balans over zal slaan naar verkorting. Hij wilde de zaak niet forceren, maar ook niet besluiten de kermis op 8 dagen te houden; na de kermis wilde ook hij er op terugkomen. De heer van Seters was het eens met de mededeling van B. en W., die hij wel op haar plaats achtte; hierdoor werd de bevolking misschien opgewekt haar mening kenbaar te maken. Nu wilde hij zich niet uitlaten over zijn mening betreffende het voorstel dat eventueel nog komen zou. De heer Verdoorn was gebleken, dat bij een groot deel van de bevolking te leurstelling heerste over de aarzelende houding van het dagelijks bestuur. Ik meen, zei hij, in het praeadvies een aar zelende ondertoon te horen. Daarin is sprake van „verandering brengén in een oude toestand", maar ging de heer Verdoorn voort, dat gebeurde toch zo vaak; een nieuwe tijd stelde nieuwe eisen, en hij noemde zeer actuele voorbeelden, die dit aantoonden. Dit motief, concludeerde hij, kon niet zo zwaar wegen; wel wilde hij graag er kennen, dat de materie niet zo gemakke lijk was. Het was niet mogelijk het ieder een naar de zin te maken. Het was alleszins verantwoord, zoals B. en W. verklaarden, eerst nauwkeurig voeling te houden met het bedrijfsleven, en daarna te streven naar verkorting van de kermis; het was zijn eerlijke overtui ging, dat dit de mening van velen was. l3e heer Verdoorn maakte tenslotte nog e>n opmerking over het verslag dat wij maakten van een van de vorige ver gaderingen, waarin de kermisverkorting ook wis besproken. We zouden die indruk hebben gewekt, dat de heer Verdoorn de kermis wenste van Donderdag tot en met Zaterdag; hoewel hij, naar hij verklaarde, een prin cipieel tegenstander was van Kermis op Zendag, zou hij het toch niet in z'n hoofd halen in een gemeente als de onze. de Zendag uit te sluiten. (Hierbij zij het de redactie vergund op te merken, dat de heer Verdoorn in zijn betoog tijdens die vergadering, de Zon dag zeer zeker niet genoemd heeft; het geen hij zelf na die vergadering tegen over Uw verslaggever bevestigde, door er op te wijzen, dat hij vanuit zijn ge loofsovertuiging natuurlijk de Zondag niet als kermisdag kon noemen). GF.EN AARZELING BIJ B. EN W. Ik kan kort zijn in mijn antwoord, al dus d: voorzitter, maar duidelijk en za kelijk, wanneer ik meedeel, dai er bij B. c;i W. helemaal geen aarzeling bestaat. Als er sprake is van een aarzeling, dan is er die bij dc werkgevers en werkne mers; van die zijde hadden we graag enige reactie vernomen. He- gaat er immers speciaal om ge durende welke dagen de kermis wel ge houden dient te worden; daarom stellen wc het ze, dat we eerst even moeten weten, hoe h'et in het bedrijfsleven zit. Ik kan 11 zonder meer zeggen, dat wij, als dit concreet gevraagd wordt, zeer zeker voor de volgende kermis me't een concrecc voorstel zullen komen. Ten aanzien van dit aarzelen, stelde de heer Verdoorn toen de zaak zo: dat dit praeadvies een gevolg is van de aar zelende houding van verschillende in stanties. Op --.eerdere plaatsen, aldus de heer Elberlt is het zo, dat de vacantie een helé week duurt en de kermis toch maar drie of vier dagen; de vacantie hoeft niet afhankelijk te zijn van de kermis. De heer Brouwer constateerde een aar zelende houding ook bij de raadsleden; als er waren die per se de kermis wil den verkorten, dan hadden zij een voor stel moeten indienen. Met een rustig ge weten, zei hij, mogen we het nu aan de toekomst overlaten. Hij wees nog op taak van de standsorganisaties in deze. De heer Brouwer, zei de heer van den Hoven, heeft het heel schoon gezegd, maar hij wilde hiertegenover toch stellen, dal het in Waalwijk een heel goede ge woonte was, dat B. en W. hun oor in de raad te luisteren legden en dat de voorstellen steeds van B. en W. kwa- B. en W., richtte de voorzitter zich tot de heer Eibers, zien de zaken ook niet zo stringent, dat de vacantie afhankelijk zou zijn van de kermis, en omgekeerd, maar vinden het toch van grote beteke nis dat het bedrijfsleven hierin een aan leiding vindt de vacantie-regeling te be kijken. De enige bedoeling van deze medede ling is: hoe reageert het bedrijfsleven en dan hoeft cr uit de raad geen initiatief meer te komen, met alle respect voor de mening van de heer Brouwer. 1 De heer Brouwer verklaarde nog even zijn uitspraak, door er op te wijzen, dat er/raadsleden waren die het betreurden, dat de tijd te kort was, om de kermis van dit jaar nog te verkorten; maar zij hadden toch al veel eerder de gelegen heid gehad hun mening kenbaar te ma ken, zodat B. en W. dit punt op de agenda hadden kunnen zetten. Toen werd de mededeling van B. en W. voor kennisgeving aangenomen, in afwachting van de reacties uit het be drijfsleven. De volgende agendapunten werden alle voetstoots aangenomen, terwijl de heer Duyvelaar hier en daar een kleine technische opmerking maakte of een in lichting vroeg. BENOEMING BEGROTINGS COMMISSIE. Nadat de voorzitter gevraagd had of iedereen een eventuele benoeming aan nam, dit om het verloop van de stem ming te bevorderen, ging men over tot het kiezen van een commissie van on derzoek van de gemeente-begroting 1955, ciic bij deze werd aangeboden. De commissie had het vorig jaar be staan uit de heren Duyvelaar, Kemper- man en Meys. In de „vacature Duyvelaar", werd de heer Duyvelaar met 11 stemmen geko zen, terwijl de heer van den Hoven twee stemmen kreeg en er een stem blanco was. i 1 De eerste stemming over de vervul ling van de „vacature Kemperman" had tot uitslag, dat de heer Kemperman 6 stemmen had, de heer van den Hoven ook 6, de heer Verdoorn 1 en een blanco. Een herstemming gaf de heer van den Hoven 8, de heer Kemperman 4, de heer Verdoorn 1 stem, terwijl er een blanco briefje was, zodat de heer v. d. Hoven als tweede lid van de commissie was be noemd. In de „vacature Meijs" werd de heer Geheel links aan het einde van de gang parterre van Paleis Soestdijk, het Witte Paleis(waarvan Yrix bij haar terugkomst uit Canada in Augustus 1945 uitriep met een pracht-accent: „Dit huis hier is véél fijner dan in Ottawa, 't is hier allemaal zo lekker groot en je kunt heerlijk schreeuwen in de gangen, dat klinkt hard!"), heeft Beatrix een werk kamertje. Binnen de muren van dit heiligdom van prinses Beatrix, want dat is het, is al heel wat schoons gebrouwen; hier boetseert zij n.l. naar hartelust. En wanneer wij denken aan de hond, die zij op 10-jarige leeftijd voor haar vaders verjaardag maakte, en aan de paarden-broche, dat haar moeder zo dik, v/ijls draagt, dan weten we, dat dit ka mertje van hoogstens 2 bij 3 meter be;- langrijk is voor de prinses en belangrijk in het „Witte Paleis". Behalve dit talent legt onze prinses een intelligentie, zelfbewustheid, levendigheid en bij-de-hand-heid aan de dag, die ons reden geven met trots te gewagen van „onze kroonprinses ook al is dat mis schien niet geheel juist. Immers, volgens de Grondwet komt dan pas de oudste dochter van de ko ning, en in ons geval van de koningin, voor troonsopvolging in aanmerking, als er geen mannelijke pretendent voorhan den is. Zolang de mogelijkheid van het bestaan van een mannelijk pretendent niet uitgesloten is, is het dus onjuist van een kroonprinses te spreken. Maar met de toestand, zoals die nu is, en de gevoelens van het volk reke ning houdend, spreken ook wij van „on ze kroonprinses". i Onze kroonprinses zit in de vijfde klas van de afdeling Gymnasium alpha, tezamen met zes klasgenoten. De school is een dépendance van het Baarns Lyceum (dichtbij het station), en ondergebracht in de witte villa „Incre- mentum" van Baarn, hetgeen naar wij menen groei, uitbreiding betekent. Daar staan iedere morgen de fietsen van de oudste twee prinsessen tussen de andere. Dat Beatrix vloeiend Engels spreekt, valt niet te verwonderen, wanneer wij bedenken dat zij 2]/2 jaar was toen ze naar Engeland ging om vervolgens nog 5 jaar in Canada te wonen en school to gaan. Voorts is zij bedreven in de talen in het algemeen, waaronder allereerst in onze eigen taal, bovendien in geschiede nis, sociologie en tekenen. Als „extra" voor allen staat op het les rooster dè wekelijkse schoolmiddag ver meld. „foto M. C. Meyboom" Op deze middag tekent men en wordt er handenarbeid beoefend, of bezoekt men tentoonstellingen en musea. Ook ko men vooraanstaande deskundigen op al lerlei gebied voordrachten houden en brengt men een bezoek aan 's lands be zienswaardigheden of dergelijke „lands- specialiteiten" als een bloemenveiling in Aalsmeer, zodat de prinses ongedwongen en onopvallend het volk en het land waarover zij eens zal regeren, leert ken nen. Als „extra" en wel zeer speciaal voor onze kroonprinses geldt het onderwijs van maatschappijleer (sociologie) en van staatsinrichting, waaraan bijzondere aan dacht wordt besteed. Op de laatste dag van de maand zal de om haar capaciteiten tot praeses van de schoolraad gekozen Beatrix haar ze ventiende verjaardag vieren, en hiermede haar laatste „jeugd-jaar' en haar laatste gymnasiumjaar ingaan. Het laatste zal ongetwijfeld de groot ste verandering brengen. Immers, gezien de gezonde opvoeding thuis in eigen fa miliekring, hoeven we wat haar „vol wassenheid" betreft geen schokkende veranderingen in haar leven van thans te verwachten. Vanzelfsprekend zal van Beatrix' acht tiende verjaardag af het staatsbelang meer en meer haar aandacht opeisen. Zij zal zitting mogen nemen in de 'Raad van State, en ongetwijfeld ere-functies be kleden van allerlei aard, waarvoor zij behalve door één of meer hofdames uit haar moeders gevolg zal worden bijge staan door een particuliere secretaris of secretaressen. Zij zal volgens de Grond wet een jaarlijks inkomen uit 's lands kas uitgekeerd krijgen en moge God het verhoeden bij de dood en ziekte van onze koningin resp. met konings- en regentschap worden belast. Bovendien zal zij meer naar buiten moeten treden, ontvangsten en partijen moeten bezoeken en organiseren en wel eens in Den Haag vertoeven in het na genoeg geheel gerestaureerde Huis ten Bosch. Maar dit alles zal niet zo belang rijk voor haar zijn als de keuze welke zij zal maken, evenals zovelen anderen reeds hebben gemaakt en nog zullen ma ken, aangaande haar universitaire studie, en (voor de universiteiten belangrijk) aan welke universiteit zij haar studie zal voltooien. Moge het laatste „jeugdjaar" vooi prinses Beatrix Wilhelmina Armgard van Oranje-Nassau, prinses van Lippe- Biesterfeld gelukkig zijn. Meijs gekozen met 9 stemmen; de heer Kemperman kreeg er 3, en de heren Mombers en van Os ieder 1. Enkele begrotingswijzigingen waren 't laatste, wat in deze openbare vergade ring werd behandeld. TIEN PERCENT HUURVERHOGING BOVEN f 400,—. Geen huurbelasting. Er komt geen huurverhoging voor woningen die beneden een huur van vierhonderd gulden per jaar blijven. De huren van duurdere woningen worden met 10 percent verhoogd in plaats van met 25 percent, zoals tot nu toe werd verwacht. De in de Troonrede 1954 aangekondigde belasting op de huren gaat niet door. Dit is het resultaat van een intensief overleg in het kabinet dat vorige week twee dagen Maandag en Woensdag tot laat in de avond heeft vergaderd. Een crisis die een ogenblik scheen te dreigen, werd door dit compromis voor komen. De beslissing van het kabinet heeft ook gevolgen op ander terrein. De aangekondigde belastingverlaging van een half milliard, die onaangetast blijft, krijgt grotere betekenis. Deze verlichting behoeft nu immers in mindere mate aan huurverhoging te worden besteed. Voor een andere tegemoetkomende maatregel, waaraan werd gedacht, een nieuwe loonronde, bestaat waarschijnlijk minder aanleiding dan het geval zou zijn ge weest bij een huurverhoging van 25 per cent, (Volkskr.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1955 | | pagina 3