VLIJMIT0 II verheugend initiatief van
l
Net vacantie naar Canada
Gemeenteraad Heusden
Historische straatnaam
Verdere uitbreiding scheepswerf
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 1 OKTOBER 1956
2
Vlijmense Middenstand
ESén of twee Reünies
- en dat Brandend maagzuur
is geblust - on-mid-del-lijk!
WILDE VAART
De raad der gemeente Heusden
kwam donderdag 27 september
j.l. voltallig in openbare verga
dering bijeen.
Bij de behandeling van de in
gekomen stukken deelde de voor
zitter, de Edelachtb. Heer A. van
Delft, mede, dat nog diverse ge
lukstelegrammen waren ingeko
men in verband met de officiële
ingebruikstelling van het nieu
we stadhuis, o.a. van de burge
meester van Waalwijk, van de
watersportver. „Nepiunus" uit
's-Hertogenbosch en van de Ver
enigde Rivierzeilers.
Van de ambtenarenorganisatie
ARKA was een circulaire inge
komen, waarin deze de gemeen
tebesturen aanspoorde de 6
loonsverhoging van het gemeen-
tepersoneel te doen ingaan met
ingang van 1 juli 1.1..
Op voorstel van B. en W. werd
hiertoe besloten.
Over een verzoek van een de
putatie van „De Heerlijkheid De
Witte Burcht" om een gedeelte
van het Burchtplein een andere
benaming te geven, n.l. Hertogin
Johanna van Brabantstr., werd
druk gediscussieerd.
Nadat de heer van Herpt het
woord hierover had gevraagd,
sprak deze als volgt
Mijnheer de Voorzitter,
Ik kan er mij volkomen mede
verenigen dat aan bepaalde stra
ten in Heusden namen worden
gegeven van historische perso
nen, alleen vraag ik mij af of in
het geval dat U hier aan de orde
stelt, het wel juist is dat in
Heusden zelf deze naam tot ui
ting wordt gebracht.
Naar mijn bescheiden mening
zit er aan deze naam een histo
rische'betekenis ten goede, doch
ook een die Heusden nu een niet
zo glansrijke naam achterlaat en
wel in de latere geschiedenis.
Zeker, Vrouwe Johanna, Her-
toginne van Luxemburg, van
Lotharingen, van Brabant, van
Limburg, Markgravinne des Hei
ligen Rijks, heeft bij brieve in
dato 1356 den Ouden Schutters
gegeven ten behoeve van den
zei ven den Rijksweirdt geheten
Fuskénsweirdt (deze geschreven
met F en niet met V zoals in het
verzoek is gezet) gelegen op
Heusden tusschen den Groten
Rijksweirdt en Bern; gereno-
veert bij hertoge Willem van
Beieren, grave van Henegouwen,
van Holland, Van Zeeland en
Heer van Friesland bij brieve in
dato 1357.
Het oude St. Jorisgilde heeft
in 1856 nog zijn hoogtijdag ge
had bij de viering van het 500-
jarig bezit van de Fuskenswaard.
In 1956 bestond het Gilde niet
meer en toch heeft men herdacht
dat het 600 jaren geleden was
dat haar ten eeuwigen dage was
geschonken de Fuskenswaard.
Als wij nu even nagaan, dat
het St. Jorisgilde in 1897 defini
tief is opgeheven, dat de bezit
tingen, behalve de effecten, bij
verkoop 83.000 opbrachten en
men vraagt zich dan af, voor
welk doel die 83.000 zijn aan
gewend, dan meen ik dat voor
zeker Johanna van Brabant een
grote daad gedaan heeft met de
Fuskenswaard te schenken aan
het St. Jorisgilde, maar dat het
betreurd moet worden, dat men
het St. Jorisgilde heeft laten uit
sterven en, zoals de volksmond
het aangeeft, nu niet voor een
doel waar men thans nog trots
op moet zijn; naar mijn mening
zit in deze historische benaming
een wrange nageschiedenis en ik
vraag mij af of men dit niet be
ter zou kunnen laten uitsterven.
Ik meen dat Heusden wel his
torische personen heeft gehad,
waaraan geen wrange geschiede
nis is verbonden laat ons die
eren.
Er is wel eens gesproken over
de Heemkundekring Onzenoord,
om die hierbij in te schakelen;
deze heeft haar werkkring over
geheel deze streek; als men deze
eens namen op liet zoeken uit de
historie, zou zulks niet verkies
lijker zijn. Mijnheer de Voorzit
ter, ik zou in deze liever de naam
„Sofiastraat" verkiezen ter ge
dachtenis aan haar, aan wie
Heusden zijn wapen te danken
heeft. Mijnheer de Voorzitter, ik
dank U.
De heer Verschuur zag liever
een ander gedeelte van 't Burcht
plein met die nieuwe naam ver
eerd.
Na gehduden stemming werd
het verzoek met 10 tegen 1 stem
ingewilligd. De heer van Herpt
stemde tegen.
Bij de aanbieding van de ge
meente- en bedrijf sbegrotingen
1957 stelde de voorzitter een
commissie van onderzoek in, be
staande uit de heren Verschuur,
A. Buijs, te Vruchte, Deurlooen
Brink.
Verder waren er nog verzoeken
ingekomen om vergoeding ex
art. 13 der L.O.-wet voor scliool-
bezoek op lange afstand, o.a. van
de heten C. Oost, H. van Helden
en A. J. van Oosterhout.
Alle verzoeken werden inge
willigd.
Van de Haan en Oerlemans,
Scheepswerf N.V. alhier, was een
schrijven ingekomen, Waarin
werd medegedeeld dat de dijk-
omlegging, waaraan momenteel
druk wordt gewerkt, zeer waar
schijnlijk nog een uitbreiding
zal moeten ondergaan.
De voorzitter verzocht de raad
machtiging te verlenen om, in
dien nodig, de nodige credieten
hiervoor te verstrekken, opdat
het werk geen stagnatie zal on
dervinden.
De heer v. Herpt zou graag 'n
situatieschets van deze terreinen
met de eventuele verdere uitbrei
ding ter tafel hebhen gezien.
Spreker bracht tevens de wal-
lenkwestie nog eens naar voren.
Bij gebrek aan -een situatie
schets gaf de heer Rijke, direc
teur der scheepswerf, een over
zicht van de te verrichten werk
zaamheden. Het gehele plan
staat onder toezicht van het ar
chitectenbureau Hooijkaas, het
welk volgens de voorzitter toch
wel vertouwen wekte.
De raad verleende hierna de
gevraagde machtiging, waarna
de vergadering werd gesloten.
an zaterdag 6 t/m zondag 14
oktober a.s. zal de Vlijmense mid
denstand in een groot opgezette
tentoonstelling de inwoners der
gemeente laten zien wat zij te
bieden heeft. Daarmee leveren de
Vlijmense middenstanders het be
wijs dat zij deze tijd verstaan en
alles in het werk stellen om de
grote concurrentie in prijs en kwa
liteit het hoofd te bieden. Dit is
uiteraard alleen met sukses mo
gelijk wanneer kwaliteit en ser
vice het devies is van steeds fris
se en nieuwe activiteiten.
Het houden van een grote mid
denstandstentoonstelling is het
middel bij uitstek om met nadruk
te wijzen op de realiteit van goe
de kwaliteit en zo groot mogelij
ke service in de middenstandsbe-
drijven. Dit is dan ook het doel
van de Vlijmito II, die men graag
alle sukses toewenst, omdat hier
een bewijs van durf en voortva
rendheid getoond wordt. In 1949
heeft de Vlijmense middenstand
zich aaneengesloten in de Vlij
mito I, die een onverdeeld sukses
is geworden. En ook deze tweede
expositie zien de initiatiefnemers
met groot vertrouwen tegemoet.
Een belangrijke factor s uiteraard
het weer, dat ons in de afgelopen
zomer zo lelijk in de steek gela
ten heeft. Maar het tentoonstel
lingscomité is er vast van over
tuigd dat het goed weer zal zijn,
dus
De tentoonstelling zal worden
gehouden op het „Plein" in een
grote tent met een expositieruim
te van 770 m2, die zal worden
bezet door 31 stands, waar arti
kelen van de meest uiteenlopende
aard zullen worden getoond en...
aangeprezen, want de verkoop is
mede een belangrijk doel van de
ze expositie.
Men heeft deze tentoonstelling
geplaatst in een zeer attractief
raam van amusement en ontspan
ning. Van velerlei attracties zal
men kunnen genieten in een twee
de tent, welke aansluit bij de ex
positietent. De tentoonstelling zal
worden geopend door burgemees
ter J. van Hout op zaterdag 6 ok
tober des middags om 4.10 uur.
Voordien zal de harmonie Con
cordia een muzikale wandeling
naar het tentoonstellingsterrein
maken. Na de opening zal „The
Woolton Jazzsociety" tot 8 uur
zorgen voor de muzikale entoura
ge. Van 8 tot 11 uur dansen in
het Danstheater. Zondag brengt
het optreden van Brabants groot
ste komieken en eveneens dansen.
De expositie is dan geopend van
2—10 uur. Woensdag brengt o.m.
een speciale kindermiddag met
goochelen en poppenkast, terwijl
de kinderen tevens een tractatie
zullen ontvangen.
's Avonds om 7.30 uur groot
concert door harmonie Concordia,
het „Vlijmens Mannenkoor" en
„Vlijmens Dameskoor". Na af
loop groot bal. Donderdag brengt
een zeer aantrekkelijke bonte
avond met een aantal bekende
radioartisten, o.a. Tom Erich en
zijn solisten, Jan de Cler (confe
rences), Johnny Meyer (accor
deon) en J. Aerts (radiozanger).
Ook zaterdag en zondag zullen de
danslustigen hun hart weer kun
nen ophalen. De expositie wordt
gesloten op zondag 14 oktober
des avonds om 9 uur.
Wij wensen de initiatiefnemers
van de Vlijmito II gaarne alle
sukses en hopen dat deze exposi
tie moge leiden naar het doel
waarvoor zij is georganiseerd.
Dat is voordeel extra met RenniesU
bent nooit in twijfel over het resultaat.
„Zou het helpen?" is nooit in het ge
ding, want Rennies helpen on-mid-
del-lijk, van de ene minuut op de an
dere. En zo is de zuurbrand nauwelijks
uitgeslagen of dat simpele tabletje
gesmolten op Uw tong heeft die sner
pende pijn in de kiem gesmoord. Pro
beer 't met Rennies, bij de eerste aanval
de beste, dat U een hap eten verkeerd
valt 'en de zuurbrand! dreigt op te stijgen
van Uw maag tot hoog in de keel.
„Stop!" zegt Uw Rennie en de brand; is
geblust.
IV.
De verrassing, die wij bij onze
terugkeer van „the cabin of un
cle Tom" thuis kregen, was de
aankomst van onze Amerikaan
se vrienden uit Grand Rapids.
We hadden hen een jaar of acht
geleden voor het eerst ontmoet
op een vacantiereis naar Lugano
en sindsdien hebben we regel
matig met hen in corresponden
tie gestaan. Toen zij van onze
voorgenomen reis naar Canada
hoorden, volgde direct een har
telijke invitatie tot een bezoek
aan de Ver. Staten en werden de
formaliteiten tot het verkrijgen
van een z.g. „Affid-avit" door
hen vervuld. Onze vriend is een
Bolswarder van geboorte, die in
zijn geboortestad als jongeman
werkzaam was in een kruide
nierszaak, doch in '10 reeds naar
Amerika emigreerde. Hij is dus
met recht een „old-timer", even
als trouwens zijn vrouw, die
reeds als tweejarig kind met haar
ouders naar de Ver. Staten ver
trok. Zij is in Gaasterland gebo
ren Beiden spreken echter nog
voortreffelijk Nederlands en nog
liever bedienen zij zich van de
Friese taal of het Bolswarder di
alect. Onze vriend is thans eige
naar van een florerende zelfbe-
deningszaak, een z.g. „super
market", waarin practisch van
alles op het gebied van voedings-
en genotmiddelen is te krijgen.
Niet alleen dus kruidenierswa
ren, maar ook verse groenten en
fruit, vlees en vleeswaren uit ei
gen slagerij, enz.
Op weg naar de Niagara-Falls-
Als men Canada bezoekt, moet
men beslist de Niagara-water-
vallen gaan bezien. Dat is een
toeristische noodzakelijkheid,
even noodzakelijk als een bezoek
aan Marken is voor de Ameri
kaan, die Nederland in één dag
„doet".
Alvorens dus met onze vrien
den naar de Ver. Staten te ver
trekken, hebben we met hen een
uitstapje naar deze wereldbeken
de watervallen gemaakt. Zij lig
gen ongeveer 275 km. van Sar-
nia verwijderd, maar dat is vol
gens Amerikaanse begrippen
maar een „hanestap".
Op de tocht er heen maakten
we kennis met 't prachtige en af
wisselende landschap van Zuid-
Ontario. Welvarend, volgens on
ze Nederlandse begrippen, leek
het landschap niet. We misten
ei' althans in grote gedeelten
het heldere groen van onze
weiden. De weilanden waren er
vrij dor en ook de stoffering met
hef zwarte of roodbonte vee en
de heldere boerderijen, zoals wij
dat gewend zijn, troffen we ner
gens in die bekoorlijkheid aan
die ons eigen land biedt. Na
tuurlijk was er wel vee hier en
daar, maar de hoofdzaak was
toch mais- of korenbouw. Wan
neer een boer Holsteiner of
Friese koeien er op na houdt,
dan wordt dit vaak op een soort
uithangbord, bij de ingang van
de farm, kenbaar gemaakt.
Enkele malen reden we voor
bij een kalkoenen- of kippen
farm, waar we duizende kalkoe
nen of kippen bijeen zagen. De
kalkoen is een nationale lekker
nij op de feestdis van de Cana
dees. Zelfs zagen we dicht bij
Sarnia een alligatorfarm,
waar dit klein soort krokodil
werd gekweekt.
Veilig verkeer.
Op het gebied van veilig ver
keer kunnen wij Nederlanders
van het „land van de auto" nog
wel een lesje leren. Als men zich
niet op een Highway bevindt, is
stoppen bij elke wegkruising
verplicht en hieraan wordt ook
stipt de hand gehouden. Op de
Highway zelf wordt flink door
gereden, doch op minder brede
gedeelten of in de nabijheid van
bebouwde kommen is al spoedig
een speedlimit (maximum snel
heid) van krachi, welke varieert
van 3050 mijl.
Over het algemen tonen de Ca
nadese en de Amerikaanse auto
mobilist een beheerst en welle
vend chauffeur te zijn, die ook
een ander zijn plaats op de weg
gunt, zelfs al is dit een voetgan
ger. Vaak hebben we gezien dat
auto's stopten om voetgangers,
die aan de kant van de weg ston
den, de gelegenheid te geven om
over te steken. Bij de duizenden
mijlen, die we in deze vacantie
hebben afgelegd, hebben we geen
enkel auto-ongeluk zien gebeu
ren of de gevolgen van een ern
stige aanrijding .waargenomen.
Uiteraard komen deze hier ook
wel voor, vooral op de maande
lijkse Hollidays of tijdens de
weekends, doch hun aantal is
niet in evenredigheid met het
aantal verkeersongelukken in
ons land, wanneer men met het
enorm aantal auto's dat hier
rijdt, rekening houdt.
Bezienswaardigheden.
We zijn dus, op weg naar Nia
gara-Falls en passeren London,
een mooie grote stad met 125.000
inwoners. Dit is een belangrijk
agrarisch middelpunt van Zuid-
Ontario, met prachtige gebou
wen en fraaie publieke parken.
Hier zouden we best een paar
uren willen zoek brengen, maar
daarvoor is thans helaas geen
tijd en we razen alweer voort op
Highway no. 2.
Zo langzamerhand krijgen we
trek in een kop koffie. Nu, daar
is onze Amerikaanse gastvrouw
wel voor klaar. We hebben hier
niet, zoals in Nederland, om de
paar kilometer een aardige uit
spanning, maar wel vindt men
hier de z.g. roadside-tables, dat
zijn houten tafels met aan weers
zijden zitbanken er aan beves
tigd. Ze staan meestal op uitge
zochte plaatsen, onder lommer
rijk geboomte, aan de kant van
de weg. Een kleedje wordt over
het tafelblad gespreid, de ther
mosflessen komen achter uit de
auto en in een minimum van tijd
zitten we, temidden van dit met
natuurschoon en zonnewarmte
rijk gezegende land, te genieten
van een verrukkelijke kop kof-
fie-met-toebehoren.
Lang kan ons oponthoud ech
ter niet duren, want er staat
voor vandaag nog heel wat op
het programma.
In Brantford ervaren we, dat
Canada, ondanks het feit dat het
niet op een geschiedenis van
eeuwen kan bogen wat z'n volks
bestaan betreft, toch reeds zijn
grote mannen heeft voorge
bracht, die aan de wereld on
schatbare diensten hebben be
wezen. We brengen er een be
zoek aan het ouderlijk huis van
Dr. Alexander Graham Bell, de
uitvinder van de telefoon, dat
geheel als telefoonmuseum is in
gericht. Op 10 augustus 1876
bracht Bell in dit huis de eerste
telefonische verbinding tot stand
met Paris, een plaats op 10 km.
afstand van Brantford, waarmee
hij de grondvorm had geschapen
van de telefoon zoals die tbans
overal ter wereld nog wordt ge
bruikt. Een bezoek aan „The
Bell Homestead" is zeer interes
sant en leerzaam en evenals
aan vele andere Canadese musea
kosteloos.
Bij onze verdere tocht naar de
Niagara-Falls komen we door de
Betuwe van Ontario: het fruit-
land.
Mijlen en mijlen ver strekken
de boomgaarden zich hier uit
langs de prachtige vierbaans
Queen Elizabethroad. Ontzet
tend veel perziken worden hier
geteeld, die met hun zachte pas
teltinten een wondere bekoring
geven aan dit schitterende, zon
overgoten landschap. Hier en
daar staan welverzorgde gebouw
tjes langs de weg, waar men het
verse, pasgeplukte fruit tegen
billijke prijs kan kopen. Een
enorme slof grote, rijpe perziken
I a on pond) kost slechts
<p u.oU.
Inmiddels merken we wel aan
het verkeer, dat we een druk
toeristencentrum naderen. De
prachtige, tweekleurige wagens
suizen onafgebroken in beide
richtingen langs deze ideale ver
keersweg. Iedereen schijnt bier
in een nieuwe wagen van 't laat
ste type te rijden en de dure
klasse-wagens, die we in ons
land sporadisch zien, zijn hier
gemeengoed, niet zelden het ei
gendom van een Canadees, die
als fabrieksarbeider zijn kost
verdient.
De Niagara-Falls.
We rijden in de stroom mee,
passeren het welvarende St. Ca-
theriens en bereiken dan weldra
ons doel van deze dag: de Nia
gara-Falls.
De aanblik van beide water
vallen is overweldigend. Ze zijn
resp. 48 en 51 meter hoog en niet
minder dan 762 en 396 meter
breed. De breedste, de z.g. Hor
seshoe Falls, zo genoemd van
wege zijn hoefijzervorm, bevindt
zich op Canadees gebied en recht
tegenover ons zien we de Ameri
can Falls, die zich op het grond
gebied der Ver. Staten bevindt.
Op de achtergrond ligt de naar
deze watervallen genoemde Ame
rikaanse stad met circa 100.000
inwoners.
Het onafgebroken gedonder
der duizenden en duizenden ku
bieke meters water, die hier per
uur naar beneden vallen en enor
me wolken waterspettertjes doen
opstijgen, is indrukwekkend, 't
Is geen wonder, dat dit punt tot
de druktst bezochte toeristen
plaatsen van Amerika wordt ge
rekend. Ook nu staan van de
vroege morgen tot de late avond
de toeristen bij duizenden van
dit grootse natuurverschijnsel te
genieten. Hun auto's staan in
kilometerslange rijen, vijf, zes
naast elkaar, langs de wegen ge
parkeerd.
Zowel aan Amerikaanse als
aan Canadese zijde is zeer veel
aandacht besteed aan 't natuur
schoon van het landschap. Over
al vindt men grote, goed onder
houden en met fraaie, kleurrijke
bloemen en schitterende boom
groepen versierde parken. Hier
in is het prettig wandelen en bo
vendien heeft men er prachtige
„uitzichten" op de Falls.
Kortom genieten op velerlei
wijze, niet met minst ook van
t ideale zomerweer en de heer
lijke warmte. Iedereen loopt dan
ook in de luchtigste kleren,
waaraan vooral door de dames
veel zorg wordt besteed. Het
lijkt hier wel een groot feest te
zijn.
We kunnen ons moeilijk van
aeze plaats losmaken, maar on
ze magen beginnen te rammelen
en we moeten bovendien zien dat
we onderdak voor de nacht krij
gen. Met zoveel toeristen bij el
kaar moet men daar niet te'laat
bij zijn.
Gelukkig, we zijn nog net op
tijd om een paar mooie kamers
te bespreken in een fraai, nieuw
motel in de buurt van St. Cathe-
riens. Als we klaar zijn me{ ons
„supper", dat in één woord voor
treffelijk was, is het inmiddels
reeds donker geworden.
Nu gaan we nog eens naar Ie
rails, want 's avonds worden
deze met schijnwerpers verlicht
en dat moet sprookjesachtig zijn.
Het is op de toegangswegen naar
de Falls thans nog drukker dan
s middags. Er is bijna geen door
komen aan. Onze gastheer moet
heel wat van zijn chauffeurs
kunst demonstreren om door
deze wirwar zijn fraaie nieuwe
Buick onbeschadigd naar zijn
bestemming te krijgen. Maar het
lukt en bovendien boffen we hij
t vinden van een parkeerplaats,
doordat er juist een wagen - op
een der mooiste plekjes weg
rijdt.
Er is niets te veel van gezegd
het is sprookjesachtig. Telkens
Z1®t men de kokende watermas-
sa s in andere kleuren gehuld,
waarbij de fraaiste kleurenmen
geling. Het is in één woord: fas
cinerend. Hiernaar kan men wel
uren staan kijken, want 't beeld
verandert elk ogenblik.
AI te spoedig komt echter het
ogenblik van gaan en zeer vol
daan over deze prachtige dag ar
riveren we in ons welverzorgd
motel, dat aan de vermoeide rei
ziger een comfort biedt, dat kan
worden vergeleken met dat van
een eerste klas hotel. Elke ka
mer beschikt oyer een douche-
t u}.!113 c'e verfrissing hiervan
te hebben genoten, genieten we
weldra van een verkwikkende
slaap.
(Nadruk verboden)
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door
ALLAN PENNING.
55)
Want even lief als de dagen van
ongestoorde rust hem waren,
wanneer de blanke kiel van de
„Ping Ho" het vlak van de rim-
peloze zee als een mes door
sneed, even lief waren hem de
dagen van strijd en de demoni
sche nachten, wanneer de storm
huizenhoog toornde en hij zijn
kracht en kunde met de losge
broken elementen moest meten.
Zou hij werkelijk, zo dacht hij,
zich gelukkig en tevreden kun
nen voelen, als hij dat monoto
ne en ongestoorde kruideniers
leventje aan de wal zou moeten
leiden? Een stille angst bekroop
hem, een waanzinnig groeiende
vrees, dat, wanneer hij zich niet
zou weten te schikken en zijn
geluk in eigen bestaan niet zou
vinden, hij ook zijn zo gelukkig
huwelijksleven in de waagschaal
zou stellen. Maar tegelijkertijd
drong met nog groter zekerheid
tot hem door, dat Eve het juist
had aangevoeld. Als hij tenslot
te wilde verkopen, en die dag
zou toch eenmaal moeten ko
men, dan, ja dan was nu het mo
ment gekomen. De prijzen voor
scheepstonnage waren tot een
belachelijke hoogte opgedreven
en de vrachten die gemaakt wer
den, waren ongetwijfeld naar
verhouding veel te laag.
Neen, hij moest maar wijs zijn,
hij moest de knoop doorhakken,
want als hij eenmaal ging pieke
ren, dan zou hij nooit het besluit
durven te nemen, dat hem van
zijn trouwe „Ping Ho" zou schei
den. En 's avonds in bed, toen de
slaap niet wilde komen en hij met
grote wijd-open staarogen in de
diep-duistere nacht lag te blikken,
zei hij zachtjes in zichzelf, als
sprak hij in een droom: „Eve, ik
heb nog eens liggen piekeren, over
wat we vanmiddag hebben be
sproken... Ik geloof, dat je gelijk
hebt, dat het nu heus de tijd is om
te verkopen... En toch... en toch,
ik weet het niet, ik durf geen be
sluit te nemen, en toch —heb ik
het genomen... dat is een tweede
ik, Eve... dat ben jij... jij hebt
voor mij het besluit genomen...
Ik ga de „Ping „Ho" opruimen, al
breekt mijn hart... Alleen, Bill...
ja, met Bill zip. ik lelijk in mijn
maag... die arme bliksem... einde
lijk had hij zichzelf terug gevon
den." i
„Ach, schat", fluisterde Eve,
terwijl zij een arm blank en slank
als een lelie om zijn hals strengel
de, „Peter, Peter, wat maak je
mij gelukkig... Je weet het heel
goed, liefste, dat ik jou nooit in
de weg heb willen staan, maar
God alleen weet, hoe ik er naar
verlangd heb, je voor goed bij me
te hebben. Zonder die eindeloze
maanden en maanden van wach
ten en wachten, wachten zonder
einde, met maar steeds die vre
selijke angst, die me de keel dicht
snoerde, wanneer het stormde en
ik jou daarbuiten wist te midden
van een kokende zee... Daar kun
nen jullie mannen je geen idee
van vormen... je zou het kunnen
uitgillen en toch moet je je maar
goed houden voor het oog van de
wereld... Wij hebben te zwijgen,
wij hebben te lachen, omdat hét
nu eenmaal je plicht is als zee
mansvrouw, Peter... Maar mijn
God, dat verschrikkelijke zwij
gen, dat zogenaamde flink zijn,
maakt het dubbel er... Mocht je
zo nu en dan maar eens in 'een
stil hoekje gaan zitten huilen als
een klein meisje, maar je moet
dóór, je hebt het alléén uit te
vechten en allemaal moeten we
dit doen tegenover elkaar, terwijl
we allen met diezelfde dodelijke
angst in ons hart rondlopen. Je
vervloekt die zee, die gemene
wrede zee, die geen medelijden
kent en die al zoveel slachtoffers
heeft gemaakt onder de familie,
je kennissen en die nooit, nooit,
weet je, verzadigd zal zijn... Dan
lig je maar met je grote waak-
ogen in de nacht te kijken en
denk je: wanneer zal hij er aan
moeten geloven, hij met zijn zieli
ge schuitje... God, Peter, je weet
niet hoe gelukkig je me gemaakt
hebt en in welke doodsangst ik zal
zitten, wanneer je je laatste reis
maakt... En tob nu niet te veel
over Bill... Hij zal heus zijn ,weg
wél weer vinden en ik geloof, dat
hij werkelijk genoeg aan jou te
danken heeft... Ook hier zal de
tijd wel raad schaffen...".
Met een zalige lach van tevre
denheid rond haar jeugdige mond
sliep ze in.
En nu was de laatste reis aan
gebroken.
Peter Wins had het contract
getekend. De „Ping Ho", de trots
sedert jaren van Peter Wins, zou
in andere handen overgaan. Wel
had hij het met een bloedend hart
gedaan, maar hij wist, dat het de
wijste daad was, die hij in jaren
had gedaan en dat nog wel op 't
allerbeste moment. En als laatste
conditie had hij gesteld, dat de
oude Bill als eerste machinist zou
gehandhaafd blijven. Wel had de
koper even grote ogen opgezet,
dat een kapitein-reder zulke sen
timentele plekjes in zijn hart ver
borg, maar het was Peter zelfs
gelukt een beetje hogere gage
voor de meester te bedingen. Wel
had hij een ogenblik het gevoel
gehad of hij een soort van moder
ne slavenhandelaar was, maar
Bill, met zijn schotse flegma, was
onder het hele gebeuren zo vol
maakt apatisch gebleven, dat ook
Peter tenslotte maar zijn zorg aan
de kant had gesteld.
Toen begon hij zijn laatste reis.
Het was een allergekste lading,
die de „Ping Ho" in had. Allerlei
bij elkaar geraapte partijtjes, een
plukje voor de kleinere havens
langs de kust van Malakka en
van daar weer allerhande klusjes
voor verderop gelegen havens in
de Golf van Martaban, met als
einddoel Moulmein. Daar wilde
hij proberen een lading Burmarijst
te krijgen voor Singapore of mis
schien voor Zuid Sumatra. Als
regel was dat, ofschoon slecht be-
toch een vrijwillige la-
talend,
ding
Malakka en Klang waren al
weer achter de rug en tot dusver
was het een taaie reis geweest,
zonder -een enkele wederwaar
digheid. Omdat het weer zo vast
was, had Peter de kust gehouden.
Geen spiertje wind was van de
Sumatrakant overgekomen en aan
de kust vasthouden betekende zo
veel mijl winst, dus zoveel ton
bunkerkolen.
Ter hoogte van Penang had het
weer een beetje gek gedaan en
waren zij iets meer uit de kust
gaan liggen. Het bleek maar te
juist gezien, want op de derde dag
kwam er tegen vijven een Suma-
traantje opzetten, dat de „Ping
Ho als een ganzenveertje op de
kust zou hebben geblazen. Nu
hadden ze de ruimte en kon Pe
ter zich permitteren 'een paar stre
ken uit zijn koers te worden ge
licht. Maar het hield niet aan en
na een paar uur ging de wind
weer liggen, alsof het een verve
lend spelletje was geweest, waar
mee toch niets te bereiken viel.
Zo klommen ze langzamerhand
langs de kust van Siam op, tot ze
in de Golf van Martaban aan
kwamen.
(Wordt vervolgd).