Waalwijkse en Langsiraaise Courant H Ontwerp herziene uitbreidingsplan voor Sprang, Vrijhoeve-Capelle en Nieuwevaart gereed D, Gemeente gaat dit jaar f 129.892,82 meer uitgeven D. Een BRIL van STASSAR Is niet te evenaren H. danpo GRIEP? Gemeentebegroting Sprang-Capelle B. en W. beogen samenwerking tussen gemeente en aannemers ter oplossing van de woningnood. Maatschappelijk werk in het middelpunt der belangstelling. ■EsagEr-r-r-za VRIJDAG 1 FEBRUARI 1957 Uitgever: WaaJwijkse Stoomdrukkerij An toon Tielen Hooicnedacteur. JAN TIELEN Oil blad verschijnt 2 x per week. 80e JAARGANG No. 9 Abonnement: 21 cent per week per kwartaal f 2.70 2.95 franco p.p. Advertentiepr ij s 10 cent per m.m Contract-advertenties: speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL TEL. 2002 Dr van BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT 1878 - TELEGR.-ADRES: „ECHO" Raad zal beslissen over een 6-tal bezwaarschriften Plan in onderdelen „Nieuwevaart" P e raad der gemeente Sprang-Capelle zaï ,n zijn vergadering van neaenavonu in benanaeung nemen een voorstei tot vast stelling van een pian tot herziening van het uitoieiüingspian voor ae onaeraeien oprang, Vrijnoeve-^apeite en tNieuwevaart. tevens zat hij beslissen op de hiertegen inge brachte bezwaarschrrtten. Lie volgende wijzigingen zijn in dit ont- werp-herziemngspian opgenomen Plan in onderdelen „Sprang" 1. De bebouwing van de rorenstraat is aangewezen voor de bouw van zgn. „be tere middens tanUs woningen", type a 1, met een inhoud van tenminste 3ru mil, waarbij ten westen van de INed. jtlerv. Kerk aidaar een groenstrook is geprojecteerd. 2. De straat geprojecteerd vanaf de To renstraat naar oe nuigembeester IVieijer- straat, is iets naar het noorden verschoven, waardoor de bebouwing aan de zuidzijde van die straat komt te liggen. Ook deze straat is aangewezen voor zgn. „betere mid denstandswoningen type B 1. 3. tiet terrein-gedeelte, liggende in de hoek, gevormd door de Burgem. Meijer- straat en de sub 2 genoemde straat, n.l. ten oosten van de burgem. Meijerstraat en ten zuiden van de sub 2 genoemde straat, is aangewezen voor openbare en bijzondere gebouwen. 4. tiet terrein omsloten door Burgem. Meijerstraat, Oudestraat, Torenstraat en de sub 2 genoemde straat is bestemd voor de bouw van een „bejaarden-tehuis", te weten een hootdgebouw met kleine woningen, om geven door een ruim plantsoen. 5. t ussen de Molenstraat en de Burgem. Meijerstraat zijn twee verbindingsstraten geprojecteerd; de zuidelijkste verbindings straat loopt over het pad „Achter de Do ven" en de noordelijkste halverwege de Mo lenstraat ter hoogte van de noodwoning. Het terrein ten noorden van de zuide lijkste verbindingsstraat is aangewezen voor de bouw van de nieuwe bijzondere schooi voor g.l.o. te Bprang met speelterrein en speelweide. Aan de zuidzijde van deze ver bindingsstraat zijn woningen geprojecteerd evenals aan beide zijden van de noorde lijkste verbindingsstraat. 6. De strook grond langs de noordzijde van de Oudestraat, waarin ingevolge het bestaande uitbreidingsplan slechts boerde rijen mochten worden gebouwd, is thans bestemd voor „gemengde bebouwing", waaronder wordt verstaan vrijstaande wo ningen, al dan niet bebouwing bij 'n agra risch bedrijf, alsmede de bij een agrarisch bedrijf behorende opstallen, zoals stallen, schuren e.d. 7. De plaats voor de brandweergarage c.a. blijft voor dit doel gereserveerd. 8. De uitmonding van de Dick Flem- mingstraat op de van der Duinstraat is op het uitbreidingsplan in overeenstemming gebracht met de situatie, zoals die thans in werkelijkheid is verwezenlijkt. en 9. Op het Molenplein is op het huidige uitbreidingsplan een school geprojecteerd, terwijl dit plein thans wordt aangewezen als plantsoen, met eventueel een bijzonder ge bouwtje, als bijv. een muziekkiosk. Plan in onderdelen „Vrijhoeve-Capelle" 10. De sportvelden, welke thans zijn geprojecteerd tegen de Zuidhollandsedijk aan de westzijde van de verlengde Bernhard- straat, zijn thans aan de oostzijde van de verlengde Bernhardstraat geprojecteerd. 11. Een nieuw stratencomplex is gepro jecteerd aan de westzijde van de Bernhard straat en de verlengde Bernhardstraat, zo wel aan de noord- als aan de zuidzijde van de Raadhuisstraat. De grens van dit stratencomplex ligt juist voorbij het gemeentehuis. Aan de noord zijde van de Raadhuisstraat is de straten aanleg met aanleg Vrijhoevenplein reeds volgens het nieuwe plan uitgevoerd, waar- voor de raad reeds toestemming verleende. Tegenover het gemeentehuis, aan de zuidzijde van de Raadhuisstraat, is een plein geprojecteerd met straten naar de Zuidhollandsedijk, welke zowel onderling als met de verlengde Bernhardstraat op aantrekkelijke wijze door verbindingsstraten weer zijn verbonden. Aan de Raadhuisstraat tussen het ge- meentehuis en de verlengde Bernhardstraat zijn zowel vrijstaande als dubbele woningen, waarin ook winkels en bedrijven mogen wor den gevestigd, toegelaten. Ook is het de be doeling, dat aan het plein tegenover het ge meentehuis een winkelgalerij wordt gecre- cerd. 12. Aan de oostzijde van de Loonse- straat is de bouw van vrijstaande en dubbele woningen mogelijk gemaakt. Een terrein, onmiddellijk ten westen van de Loonsestraat aan de Zuidhollandsedijk, is bestemd voor bijzondere gebouwen (kleuterschool). 13. De hoek Julianalaan - Raadhuis straat is opgenomen in het uitbreidingsplan om in de toekomst verbetering van de rooi lijn en de situering der bebouwing aldaar te kunnen realiseren. 14. De uitmonding van de Julianalaan op „het Bruggetje" is iets westwaarts om gebogen. Op de hoek Julianalaan - Hei- straat mag alleen plantsoen worden aange legd met openbare of bijzondere gebouwen (dorpshuis). 15. De plaats en omgeving, waar het K.I.-station is aangebracht is bestemd voor bijzondere gebouwen. 16. Grote grondstroken langs de noord en zuidzijde van de Heistraat, welke in het thans geldende uitbreidingsplan zijn aange wezen voor boerderijen, hebben de be stemming „gemengde bebouwing" (zie punt 6) gekregen, waardoor ook de bouw van vrijstaande woningen aldaar mogelijk wordt. 17. Tussen de Nieuwevaart en de ver harde secundaire weg is een groenstrook geprojecteerd. 18. Aan de noordzijde van de ingang van de Schrevelstraat is een plein met ter rein voor het te bouwen politiebureau ge projecteerd. 19. Aan het westeinde van de Schrevel straat is een terrein bestemd voor de open bare kleuterschool. 20. Aan de verbindingsweg tussen de Poolsestraat en het westeinde van de Schre velstraat is een speelterrein voor de jeugd geprojecteerd. 21. De aan de Poolsestraat geprojec teerde bebouwing is doorgetrokken tot de Willem van Gentsvaart. 22. De bebouwing van de nieuwe straat tussen de Heistraat - vanaf de fabriek (Kerst en Oerlemans) en de Nieuwevaart is bestemd voor scholenbouw (nieuwe bijzon dere school voor g.l.o. en nieuwe bijzondere kleuterschool) en woningbouw. In de bebouwingsvoorschriften zijn bo vendien diverse voorschriften, welke on nodig remmend en beperkend werkten, ge wijzigd. in grote lijnen zijn dit de wijzigingen, welke de herziening van het uitbreidingsplan beoogt te brengen. Daarnaast dienen nog verdere wijzigingen te worden aangebracht, doch wanneer de herziening daar nog op zou moeten wachten, zou weer veel tijd verloren gaan, waarom B. en W. er de voorkeur aan geven het ontwerp, zoals het thans is, te doen vaststellen en verdere wij zigingen in een nieuw herzieningsplan op te nemen. Het thans in de raad komende ontwerp plan tot herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen heeft van 24 december 1956 t.m. 21 januari 1957 ter gemeente-secre tarie voor een ieder ter inzage gelegen, ge durende welke termijn door belanghebben den bezwaren konden worden ingebracht. Een en ander is op de in de gemeente ge bruikelijke wijze door aanplakking ter openbare kennis gebracht, alsmede door publicatie in de in de gemeente versprei ding vindende nieuwsbladen. Gedurende genoemde termijn zijn een 6-tal bezwaarschriften binnengekomen, t.w. van 1. de N.V. Nederlandse Spoorwegen te Utrecht; 2. J. C. Nieuwenhuijzen, wonende Raad huisstraat 29 te Sprang-Capelle; 3. Wed. C. van Beek, wonende Raad huisstraat 31 te Sprang-Capelle; 4. P. Huijsman, wonende Raadhuisstr. 23 te Sprang-Capelle; 5. W. Kruijf, wonende Raadhuisstraat 33 te Sprang-Capelle; 6. A. van Baardwijk, Raadhuisstraat 49 te Sprang-Capelle. Aan het bezwaarschrift der N.S. kon ge makkelijk worden tegemoetgekomen omdat het slechts een bepaalde, volgens de N.S. niet geheel duidelijke omschrijving betrof. De sub 2 t.m. 5 opposanten richten zich tegen de bestemming van een gedeelte van hun eigendommen tot sportterrein waardoor zij in hun bedrijfsvoering worden geschaad, omdat dan geen gelegenheid tot het weiden van jongvee en kalveren bij de boerderij meer zou bestaan. De bezwaren van de sub 6 genoemde eigenaar richten zich tegen de bestemming van zijn bedrijfsgebouwen (woning met schuur) en pl.m. 1.75.00 ha grasland ach ter de boerderij, tot bouwterrein. Hierdoor zou de verdere voortzetting van zijn bedrijf vrijwel onmogelijk gemaakt worden en ook al zouden de gebouwen voorlopig in stand blijven, het daarachter liggend grasland, zijnde een onmisbaar onderdeel van zijn bedrijf met het oog op het weiden van jongvee en paarden, zou verloren gaan. Vanzelfsprekend zijn B. en W. van me ning, dat zuinigheid met cultuurgrond moet worden betracht. Bij de vaststelling van een uitbreidings plan zal men echter de belangen van het wonen, het werken, het verkeer en de ont spanning tegen elkaar moeten afwegen. Bij de beoordeling van de bezwaarschrif- hen zal men zih moeten afvragen of de agra rische belangen moeten wijken voor an dere belangen. Dit probleem is zowel van plaatselijke als nationale aard. In ons dicht-bevolkte land strijden tal van belangen om het gebruik van de schaar se grond. Vele ingrijpende werken moejen op die grond worden uitgevoerd voor volks huisvesting, industriële en militaire doel einden, voor het verkeer, natuurschoon en ontspanning, maar anderzijds dient die grond te worden behouden voor landbouw, tuinbouw en veeteelt. Daarom dient het vaststellen van de be stemming van de bodem te geschieden naar zorgvuldig afwegen van de tegenstrijdige aanspraken van belangen-groepen, die t.a.v. bodem en bodemgebruik een recht menen te kunnen laten gelden. Wat nu de bezwaren van de sub 2 t.m. 5 genoemde opposanten betreft, is het duide lijk, dat waar ook de sportvelden in Vrij hoeve-Capelle worden geprojecteerd, er al tijd boeren zullen zijn, die in hun bedrijfs voering zullen worden geschaad, omdat nu eenmaal te allen tijde daarvoor agrarische gronden aan hun bestemming moeten wor den onttrokken. Bovendien menen B. en W., dat de lig ging van de sportvelden tussen de bebou wing van Sprang-Capelle en die van Kaats heuvel zeer gunstig is, omdat hier de minste hinder als gevolg van kreten en luidruch tigheid is te vrezen. Ook is de kwaliteit der gronden ten noorden van de Raadhuisstraat in het algemeen beter dan op de thans aan gewezen plaats. De behoefte aan een sportveld is daar enboven zo groot, dat hierin moet worden voorzien. Aan jeugdzorg en lichamelijke oefening is tot heden door de plaatselijke overheid steeds voorbijgegaan. Dit kan echter niet langer zo blijven, temeer omdat de active recreatie voor de jeugd onmisbaar is en vele energie, welke anders ten kwade zou worden aangewend, in goede banen leidt. Een sportterrein is nu eenmaal on ontbeerlijk en het gemeentebestuur kan en mag niet aan die behoefte voorbijgaan. En nu is er sinds enige jaren een voor lopig sportveld aan de Bernhardstraat. Maar zou men dit als definitief sportveld gaan inrichten, dan zou ook agrarische grond moeten worden aangekocht, omdat het be staande terrein niet voldoet aan de door de KNVB voorgeschreven maten. Bovendien zou verder agrarische grond moeten worden aangewend voor oefenveld en korfbalveld. En als men dan die terreinen goed zou inrichten, hetgeen een aanzienlijke inves tering vergt, is het voor de eerste 20 jaar uitgesloten, dat de bestaande bebouwing aan de Bernhardstraat zich verder naar het noorden zou uitbreiden. Dit is ontoelaat baar. Daarom menen B. en W. dat de sportvelden op de enig juiste plaats zijn ge projecteerd en dat dit niet achterwege kan blijven. B. en W. beseffen, dat het voor degenen, die in de toekomst daarvoor grond zullen moeten afstaan, hard is, doch o.i. moet hier het algemeen belang zwaarder wegen dan de belangen van de apellant. -Overigens zij opgemerkt, dat apellanten van deze bestemming geen financieel na deel zullen ondervinden, aangezien na het totstandkomen van het plan de grond als bouwterrein een hogere waarde zal krijgen, terwijl zij in ieder geval, zowel bij aankoop als onteigening van hun eigendommen, van een redelijke en billijke schadeloosstelling verzekerd zijn. GEWONE DIENST. e gewone dienst der begroting biedt een tekort van 59.700.07. De gewone dienst der gemeente-begro ting 1957 is thans sluitend gemaakt door voor een bedrag van 59.700.07 te be schikken over de saldi-reserve, per 1 jan. 1957 groot 231.878.47, welke is gevormd door de batige saldi van de gewone dienst van vorige dienstjaren. Uiteraard is deze beschikking over de saldi-reserve van voorlopige aard, omdat zonder verdere subjectieve verhoging van de algemene uitkering uit het gemeente fonds m.i.v. 1957, de middelen voor vol gende jaren spoedig ontoereikend zouden zijn en bovendien geen enkele kapitaals uitgaaf zou kunnen worden gedaan. Op het verzoek van de raad d.d. 21 september 1956 ofti verhoging van de algemene uit kering voor 1957 is evenwel nog geen be slissing genomen en in anticipatie daarop wordt beschikt over een gedeelte van de saldi-reserve tot het sluitend maken van de gewone dienst 1957. De algemene uitkering en de belasting uitkering uit het gemeentefonds geven te zamen een hogere uitkomst van 70.192.75 te zien in vergelijking tot 1956. Dat desniettemin toch nog moest wor den beschikt over f 59.700.07 der saldi- reserve impliceert mitsdien, dat het totaal der uitgaven van de gewone dienst 1957 129.892.82 hoger is dan het totaal der gewone uitgaven 1956. KAPITAALSUITGAVEN. 0 vereenkomstig de in de vergadering van 21 september 1956 vastgestelde staat van urgente kapitaalswerken voor 1957, staan de volgende kapitaalswerken op het programma 1. Vernieuwing restant openbare ver lichting. 2. aanleg 4 km. rijwielpad demping ged. sloot. 3. Aanleg sportvelden grondaankoop. 4. Aanleg plein ten zuiden van het ge meentehuis. 5. Aanleg verlengde Bernhardstraat 50.400. -waarvan de helft ten laste van won. bouw. 6. Aanleg weg vanaf gem.huis naar Loonsedijk. 7. Doorbraak Burgem. Meijerstraat. 8. Twee verbindingsstraten tussen Mo lenstraat en Burgem. Meijerstraat. 9. Aanleg straat van Heistraat naar Nieuwevaart 79.600. -waarvan 57.600 t.b.v. woningbouw). 10. Aanleg straat van Schrevelstraat naar Poolsestraat 76.400.-), waarvan 59.400. - t.b.v. woningbouw). 11Brandweermateriaal. 12. Muziektent Sprang. 13. Aanleg rolschaatsenbaan. 14. Banden langs paden begraafplaats Capelle. 15. Banden langs hoofdpaden oude be graafplaats Sprang. 16. Aankoop grasmaaimachine. 17. Stichting dorpshuis met inritten, plantsoen en parkeerplaats. 18. Inrichting dorpshuis. 19. Stichting badhuis en consuitatiebu- Capelle. 20. Inrichting idem. 21. Sanering Kerkplein Sprang. 22. Verbetering speelplaats openb. lagere schoot (met sloping 4 huizen). 23. Nieuwe bijz. school Sprang. 2.4 Inrichting idem. 25. Nieuwe bijz. school Capelle. 26. Inrichting idem. 27. Aanleg riolering Capelle. 28. Aanleg zuiveringsinstallatie. 29. Aanleg zwembad. Hiermee is een totaalbedrag gemoeid van 3.365.550.- 236.785.88 aan rente en afschrijving. 1 Hoewel B. en W. uiterst diligent zullen i zijn dit investeringsplan 1957 zo volledig mogelijk uit te voeren, vrezen zij, dat ern- stige belemmeringen de uitvoering zeer i zullen vertragen, t.w.: 1. De eis van rijksgoedkeuring voor de materialen 2. De landelijke financieel-economische noodzaak van bestedingsbeperking 3. De schaarste aan financieringsmid delen. B. en W. willen vooropstellen, dat wan neer een beperkihg der overheidsconsump ties en overheidsinvesteringen noodzakelijk is, de gemeenten daarin ongetwijfeld haar aandeel voor haar rekening zullen moeten nemen. Maar zij vrezen, dat de gemeenten weer de grootste veer zullen moeten laten, omdat er stemmen zijn te beluisteren, die er ten onrechte van uitgaan, dat het bij uitstek de gemeenten zijn, die door onvol doende beheersing harer investeringen de huidige moeilijkheden veroorzaken. Maar dan vergeet men, dat het juist de gemeen ten zijn, die als gevolg van de taak, die zij in de samenleving vervullen, zich ge plaatst zien voor de noodzakelijkheid om investeringen te doen, teneinde in de be hoeften der bevolking te voorzien. In de eerste plaats zijn die investeringen gericht op de voorziening in de woningnood, maar ook buiten de sector der volkshuisvesting, zijn nagenoeg alle investeringen gericht op verzorging van de bevolkingsconglomera tie, die zich als stad of dorp openbaart. Het zijn bijkans alle voorzieningen, die ge troffen moeten worden, doordat de toene ming der bevolking daartoe noopt en die direct of indirect de strekking hebben de productieve activiteiten van de gemeen schap te bevorderen. en pijn weg- wrijven met Voor verschillende van de investeringen, die buiten de sector van de volkshuisves ting liggen bestaan daarnaast door het ver eiste van rijksgoedkeuring reeds thans zo veel beperkende bepalingen, dat van een investering hier geen sprake kan zijn. Zo zal voor de stichting van een dorps huis, badhuis en consultatiebureau, de stichting van twee schoolgebouwen voor de bijzondere scholen en het zwembad te dezer plaatse, alle prijkende op het inves teringsplan 1957, naar B. en W. vrezen, geen rijksgoedkeuring als bedoeld in art. 17 der Wederopbouwwet worden verkre gen. Voor de bouw van een brandweergarage te Sprang, reeds één jaar geleden goedge keurd door Gedeputeerde Staten, is on danks de veelvuldig herhaalde pogingen nog steeds geen rijksgoedkeuring ontvangen. En ook voor de bouw van het politiebu reau met twee dienstwoningen zijn de vooruitzichten op dit punt zeer somber. Het rioleringsplan kan alleen als werk- gelegenheidsobject met rijkssubsidie wor den uitgevoerd, omdat dit project de fi nanciële draagkracht der gemeente te bo ven gaat. B. en W. constateren dus, dat reeds een aanzienlijke beperking van de voorgeno men investeringen dezer gemeente heeft plaats gevonden door het vereiste van rijksgoedkeuring. Wanneer daarnaast van regeringswege nog verdere beperkingen worden verordineerd, dan zal elke activi teit zijn lam gelegd, waartegen de Raad en het College van B. en W. zich, naar de mening van B. en W„ ten sterkste zullen moeten keren, zulks te meer omdat er nog een rem op de investeringen is, n.l. de fi- nancieringsmoeildjkheden VOLKSHUISVESTING. e volkshuisvesting vormt een van de grootste problemen en wel, omdat het ge meentebestuur door de hogere organen volkomen aan banden wordt gelegd en af hankelijk is van de toewijzing van een wo ningcontingent door de hogere organen. B. en W. zijn er rotsvast van overtuigd met onze plaatselijke bouwcapaciteit de woningnood in een klein aantal jaren te kunnen oplossen, indien men het gemeen tebestuur maar daarbij de nodige vrijheid gaf. Voor 1957 is het aan deze gemeente toegewezen woningcontingent wel zeer te leurstellend en naar het oordeel van B. en W. onbillijk. Want terwijl voor de jaren 1954 t.m. 1956 voor nieuwbouw 76 en voor herbouw 3 woningen werden toegewe zen of gemiddeld ongeveer 26 woningen per jaar, hebben Gedeputeerde Staten overeenkomstig de richtlijnen van de Mi nister van Volkshuisvesting en Bouwnijver heid de toewijzing aan deze gemeente voor 1957 woningen op 13 woningen becijferd. Het uitgangspunt, dat subsidie voor 60.000 woningen ten behoeve van de pri maire subsidiecontingenten is gereser veerd, heeft het mogeüjk gemaakt aan de gemeenten toe te zeggen, dat in principe minimaal subsidies zullen worden verleend voor een aantal woningen, dat gelijk is aan 23,3 van de som der beide componen ten van het woningtekort (het woningte kort volgens de woningtelling 1956 en het tekort ontstaan door bevolkingsaanwas in één jaar). Voor deze gemeente is de becijfering als volgt 1. Woningtekort volgens woningtelling op 30 juni 1956 aantal huishoudens -|- alleen- v.onenden minus aantal wonin gen 47 2. toeneming tekort door bevol kingsgroei 10 Tezamen 57 Het contingent bedraagt 23,3 van 57 13. B. en W. hebben tegen deze verdeel sleutel enkele bezwaren. Volgens de richtlijnen voor de woning telling moest één huis als daarin meerdere afzonderlijke huishoudens woonden, toch als twee woningen worden aangemerkt als het gedeelte, door elk der huishoudens be woond, over een afzonderlijke toegangs deur en afzonderlijke W.C. beschikte. Ten plattelande heeft elk huis een voor- en achterdeur, welke elk naar de straat lei den, zodat, wanneer er in feite sprake was van een samenwoning, zo'n huis dikwijls toch als twee woningen moest worden ge teld. In de stad hebben de meeste huizen één toegangsdeur naar de straat, zodat een dergelijk geval niet als twee woningen, doch als een samenwoning werd geteld. En nu is de woningbehoefte bepaald op het aantal huishoudens minus het aantal woningen. Conclusie het platteland wordt bena deeld t.o.v. de stad. B. en W. hebben zich hierover al tele fonisch tot het Centraal Bureau voor de Statistiek gewend en zullen, in overleg met dit bureau, alle samenwoningen in deze gemeente opnieuw onderzoeken en geval voor geval nog eens vaststellen of er van een samenwoning of twee woningen sprake is. Want hierdoor wordt het woningtekort vanzelfsprekend sterk beïnvloed. Het tweede bezwaar is, dat in het ge heel geen rekening is gehouden met het aantal woningzoekenden, dat nog geen wo ning heeft. Dit aantal bedroeg ultimo 1956 282, tegen 239 per 1 januari 1955 en 274 per 1 januari 1956. Dit aantal van 282 kan als volgt worden gespecificeerd a. Aanvragen van krotbewoners b. Verloofde paartjes c. Aanvragen van industrie- woningen d. Aanvragen van bewoners van te kleine woningen e. Aanvragen van inwonende huishoudens f. Aanvragen uit andere gemeenten 25 104 46 60 44 Totaal 282 Een gemeente, welke wel een woning tekort heeft (aantal huishoudens minus aantal woningen), doch overigens weinig woningzoekenden, die nog geen woning hebben (en die gemeenten zijn er 1) krijgt derhalve evenveel woningen toegewezen als de gemeente, die eenzelfde woningte kort heeft met een groot aantal woning zoekenden, die nog geen woning hebben. Op deze voortgang zal de woningnood in deze gemeente nog 30 jaar duren, waar door de zedelijke crisis, welke reeds aan wezig is, zich nog zal verscherpen. Waar moet het heen voor onze jonge mensen en verloofden Dit schept een noodtoestand, waartegen het gemeentebe stuur (Raad en B. en W.) zich met alle wettige middelen zullen moeten keren. Omdat de Minister zegt, dat in beginsel boven het aantal woningen, dat is toege wezen, nog woningen zullen kunnen wor den gebouwd en gesubsidieerd indien de bouwcapaciteit dit toestaat, menen wij, dat in deze noodtoestand op dit punt overleg zal moeten worden gepleegd met alle aan nemers in deze gemeente en hieraan het hoofd te bieden. Hoewel de maatregelen nog niet volle dig zijn uitgewerkt en natuurlijk ook hier op het fiat der bevoegde organen moet worden verkregen, staat B. en W. voor ogen een samenwerking tussen gemeente en aannemers, waarbij een pool wordt ge vormd door de aannemers, welke pool per jaar een bepaald aantal woningen in de gemeente zal bouwen volgens een bepaald bestek en tekeningen en tegen een prijs, welke door de gemeente en de aannemers gezamenlijk wordt becijferd en vastgesteld. Het aantal woningwetwoningen, dat kan worden gebouwd, zal worden bepaald, re kening houdende met de bouw van een be paald aantal particuliere woningen en het normale klantenwerk, zodat ook dit kan doorgaan. Als men zo bijv. een 5-jaren plan kan opstellen, dan betekent dit, dat men de eigen bouwcapaciteit volledig kan benutten en voor de aannemers, dat zij voor een reeks van jaren verzekerd zijn van werk, waartegenover staat, dat wanneer niet meer dan 13 woningen alhier gebouwd mo gen worden, hun werkgelegenheid ook op een smalle basis komt te staan en een ge deelte van de bouwcapaciteit te dezer plaatse voor de eigen gemeente verloren gaat. Gaarne zullen B. en W. over deze gedachte beschouwingen uit de Raad ver nemen. Uiteraard zullen de aannemers moeten meewerken. Voor 1957 is overeenkomstig raadsbe sluit van 26 oktober 1956 reeds een bouw plan van 14 woningwetwoningen aan het ministerie ingezonden, terwijl 16 particu lieren een aanvrage om bouwvolume heb- H. Stassar - Waalwyk Stationsstraat 88, tel. 3037 Kortingen worden direct in mindering gebracht MSLiaa i ben ingediend. Als de toewijzing aan de gemeente voor 1957 niet wordt verhoogd, zal dus reeds direct grote stagnatie op treden. Overigens is het dringend noodzakelijk, dat de gemeente de nodige gronden voor woningbouw in handen krijgt en bouwrijp kan gaan maken, omdat thans nagenoeg geen bouwrijpe grond meer aanwezig is. VVanneer het niet mogelijk zal blijken langs minnelijke weg de benodigde gron den te verkrijgen, zullen B. en W. een raadsbesluit tot onteigening moeten uit lokken. ONDERWIJS. et onderwijs vraagt steeds grotere uit gaven. Het is een verblijdend verschijnsel, dat zovele kinderen uitgebreid lager en middelbaar onderwijs genieten, terwijl ook de opleiding voor ambacht en nijverheid steeds meer jongeren trekt. Ook de land- bouwhuishoudschool mag zich in een toe nemende belangstelling verheugen. Jam mer is, dat niet meer boerenzoons de land bouwschool bezoeken. Naar de mening van B. en W. kon dit in deze grotendeels agrarisch ingestelde gemeente beter zijn. Als gevolg van toenemend schoolbezoek en stijging van de kosten van het onder wijs, worden aan de gemeentelijke midde len steeds zwaardere eisen gesteld. Voor 1957 is 12.243.48 meer ver schuldigd dan over 1956 aan onderwijs kosten. B. en W. hopen de openbare nood-kleu terschool binnen enige maanden in gebruik te kunnen nemen. De moeilijkheid is, dat zich thans geen sollicitanten voor de be trekking van leidster hebben aangemeld. B. en W. vrezen, dat zij zullen moeten wach ten tot na de examentijd. Maatschappelijk hulpbetoon. Q e gemeentelijke instelling voor maat schappelijke zorg vraagt voor 1957 aanmer kelijk meer subsidie dan voor 1956, toen f 12.500. - subsidie werd geraamd. In fei te had toen echter f 16.000. - subsidie ge raamd moeten worden. Ten einde evenwel een sluitende gemeen te-begroting 1956 te verkrijgen is toen slechts een subsidie uitgetrokken van f 12.500. -Uiteraard is in de loop van 1956 het subsidie toch verhoogd moeten worden tot f 16.000. -nadat de subjec tieve verhoging van de algemene uitkering hiervoor soulaas had geboden. Uiteraard zal de ondersteuning aan armlastigen in geen geval tot sluitpost van de begroting mogen worden gemaakt. Het verschil tussen het thans voorgedra gen subsidie ad f 18.000. - en het in 1956 geraamde bedrag ad f 12.500. - wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: meer onder steuning in geld, meer kosten uitbesteding kinderen (prijsverhoging), meer verpleeg- kosten blinden, meer kosten uitbesteding regerings- en voogdijkinderen (prijsverh.) en uitzending kinderen. Maatschappelijk werk. et gemeentebestuur kan en mag de ogen niet sluiten voor de ontzaggelijke be hoefte en de dringende noodzaak om het maatschappelijk werk in deze gemeente ter hand te nemen. Niet alleen dat maatschap pelijke zorg veel meer omvat dan alleen armenzorg, al wordt ook daarbij de steun van een maatschappelijk werkster zeer ge mist, maar op het gebied van jeugdwerk, kinderbescherming, sociaal-hygiënische ar beid in de gezinnen, maatschappelijk zie- kenhuiswerk, behoorlijke bewoning van wo ningen, bijstand in a-sociale gezinnen en aan ongehuwde moeders, reclassering, enz. enz. wordt alhier niets gedaan. Er is in vele gevallen een diepe zedelijke en morele cri sis - ook bij de jeugd - te constateren, welke grote zorgen baart. De baldadigheid is ontstellend. In diverse a-sociale gezinnen heersen toestanden, die onhoudbaar zijn en waarvan veelal de kinderen de dupe wor den. Aan jeugdwerk wordt practisch niets gedaan. Om al dit werk ter hand te nemen of te stimuleren dient ten spoedigste een maatschappelijk werkster te worden aange steld, omdat deze arbeid voor zover hij in directe aanraking brengt met mensen, die aan de schaduwkant van het leven staan - psychologisch en sociaal toezicht vordert, waarvoor een speciale opleiding noodzake lijk is. Tact om met mensen te kunnen om gaan is eis; inzicht in het karakter van de overheidspositie bovendien. M'["hardt"» Gri«ppo»d>rv Poo* >0 tt Teneinde een maatschappelijk werkster te kunnen aantrekken, zijn daarom de nodige gelden uitgetrokken. B. en W. geven gaar ne in overweging het nodige krediet toe te staan, opdat dit in deze gemeente zo nood zakelijke werk kan worden aangepakt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 1