Waalwijkse en Langs Courant INKEER... Een praatje over E.H.B.O GOUDSTROOM DE PRODUCTIE-OMSTANDIGHEDEN A HEEMKUNDIG GENOOTSCHAP „MIDDEN-LANGSTRAAT E. 0." STASSAR BRILLEN WAALWIJK ADVOCAAT DANIEL VISSER Z00NEN VRIJDAG 19 APRIL 1957 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 80e JAARGANG No. 31 Abonnement: 22 cent per week per kwartaal ƒ2.85 3.10 franco p. p. Advertentieprijs; 10 cent per mm. Contract-advertenties speciaal tarief KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR. 8 OPGERICHT 1878 TEL.-ADRES: „ECHO" De goede Paasviering houdt in zich besloten de belijdenis van onze schuld, de inkeer, en de wedergeboorte, de herrijzenis der ziel. Dit blijft de wetenschap van ieder gelovig, goedwillend Chris ten, maar het is even moeilijk in de wereld, waarin wij thans le ven, de paasgedachte te beleven als het noodzakelijk is haar te vertolken. Want de mensheid van heden is bezig vj|n het christendom af te vallen en zelfs velen, die zich Christenen noemen, beseffen niet de diepe nood, waarin wij zijn geraakt. Niet deemoed, maar hoogmoed is het grondgevoel van onze da gen. Wij richten ons op de ma terie, wij putten ons uit in tech nische vindingen. In steeds gro ter versnelling vinden wij nieu we middelen om elkander te ver nietigen. De jacht naar de zelf moord der mensheid houdt aan. En terwijl wij prat gaan op ons verstandelijk vermogen om de natuur te doorgronden en haar geheimen te kunnen aanwenden in dienst van boosaardige bedoe lingen, lijden wij schade aan on ze ziel. De angst heeft ons leven be vroren; wij zijn, terwijl wij ge neugten nastreven en gewin, in een volkomen ledigheid en ver latenheid geworpen die niet meer te dragen is. Wij verloochenen het goede leven, wij verraden on ze idealen, erger, wij maken ze tot wisselmunt. Wij misbruiken de glans van schone leuzen om er kwade bedoelingen mee te om hullen. o Hoe diep het zedelijk besef der huidige mensheid gezonken is, kan blijken uit een discussie die in de weken voor Pasen in de couranten gepubliceerd is over 't ongevaarlijk maken van atoom- bomproeven. Men wil de gevol gen van de bomontploffingen, die radio-actieve regens verwek ken, afwenden. Waarom Om de proeven te kunnen ver- veelvuldigen en daardoor 't doel, sneller te komen tot een „pa raat" zijn tegen de „vijand" te bereiken, sneller de zekerheid te kunnen krijgen ener effectieve mensenverdelging. Is er groter schijnheiligheid denkbaar dan 'n dergelijke redenering? Wij stippen een voorbeeld aan om de verrotheid van deze ge reld te demonstreren. De kleine mens van deze dagen sluit zich af van de diepte van het leven en volgt slechts de drang van zijn begeerten. o In de armzaligheid en ellende van ons bestaan wordt de roep om verkondiging van de paasgedachte 'n wanhoopskreet. Men hunkert naar redding, naar verlossing, maar men blijft door de ontzetting bevangen, omdat de Verlossing, die ons is toege zegd, nimmer kan worden ver kregen wanneer wij de hoogmoed niet hebben afgelegd. De Genade kan niet worden geboren zonder inkeer tot Christus en Zijn lijden, zonder overtuiging en bekente nis van schuld. De paasboodschap verlangt dat wij van onze hoogmoed afstand doen, dat wij leven niet uit eigen aanmatiging, maar het voetspoor van de Meester volgen. En welke is nu de machtige idee, die het gehele Chris tendom doortrekt Christus heeft gewoond onder de mensen, maar Hij is niet van deze wereld, Hij verbindt ons aan de Eeuwigheid. Alles vergaat ook deze tijd maar Hij blijft. Hij is de tijden- loze waarheid en waarde, Hij ver zoent ons met God. De betekenis van Pasen is, dat wij niet staan in de ban van het tijdelijke en verglijdende, maar dat ons leven in diepste aanleg aan de Eeuwigheid is verbonden, die gestalte heeft gekregen door de Zoon. De paasgedachte heeft haar bestendige gelding en haar ver troostende belofte en zij ver bleekt niet tegenover de ellende en aanmatiging van- de wereld, waarin wij leven. Pasen houdt stand, tegenover een ontkerstende samenle ving, het houdt stand, ook tegen over de in schaduwen levende eenzame mens. De mogelijkheid ener wedergeboorte, ener loute ring en die der vreugde van een nieuw leven blijft geopend, im mer, de eeuwen door. Wij hopen, dat velen het ko mend paasfeest in, inkeer zullen beleven en dat zij tot vrede ko men met God en de mensen. tisch alleen in het zogenaamde Luisbroek: de overige komgron- den worden voornamelijk mede om hun lagere ligging en slechte ontwatering met deze naam be stempeld. Naast de slechte ont watering is door de ongunstige ligging, doorgaans ook de bemes tingstoestand slecht. Tengevolge van de moeilijke bewerkbaarheid en de slechte waterhuishouding zijn ze praktisch alleen bruik baar als grasland Uiterwaardgronden vinden we in een smaile tot zeer smalle strook langs de Maas. Deze be staan uit minder zware klei, waardoor ze geschikt zijn vpor alle gewassen. Overslaggronden vindt men op plaatsen waar vroeger doorbra ken zijn geweest. Hier is de kom- ot stroomgrond bedekt met pen laag slibhoudend zandig mate riaal. DE WATERSTAATKUNDIGE TOESTAND. Het buitenwater. Door middel van het „Oude Maasje" (Zuiderkanaal), „De Bergse Maas", De Maas, De Dieze en het Drongelse Kanaal wordt het gebied geheel door buitenwa ter omgeven. Binnenstromjng overlast, terwijl in regenrijke zo- me?nr7,zoa.ls °-a- de iaren 1954 en 1956 te zien gaven deze ge bieden lange tijd onafgebroken wateroverlast hebben. In deze omstandigheden en mede door de veelvuldig .voorkomende gebrek kige detailontwatering, ontstaan ook in hoger gelegen gebieden lo- zingsmoeilijkheden. Drainage komt in het gebied n voor. Sloten en greppels worden meer gezien als perceels- scheidmg en drinkgelegenheid voor het vee. Aan hun functie in net kader van de detail-ontwate- -ordl te weinig aandacht geschonken. Waterleidingen in beheer en onderhoud bij de wa terschappen steken als regel gun stig bij de anderen af. De watervoorziening. Öe hoger gelegen zandgronden in het zuiden van het gebied wor den voor een gedeelte voorzien van water, dat op enigszins be perkte schaal en op kunstmatige wijze onttrokken wordt aan het Drongelse kanaal. Sedert 1929 worden onder de gemeente Drunen pl.m. 1000 ha met dit water succesvol geïnfil treerd. Beperkende bepalingen van- Met verse eieren, Hollandse brandewijn, suiker en vanille, niets meer, maar ook niets minder! Het is de beste advocaat waar de naam GOUDSTROOM op staat III. DE GRONDSOORTEN. H°owel de boer op de grond soort geen invloed kan uit oefenen, dient hij er zeker wel de bedrijfsvoering op af te stem men. Wat dit betreft kan gezegd worden, dat er van de Lang- straatse boeren veel gevraagd wordt, want de variatie ïn grond- sport is zeer groot. Men vindt hier zowel de lichtste zandgron den als de zwaarste kleigrond. De zandgronden. De zandgronden liggen voorna melijk in de zuidelijke helft van de Langstraat, waar geen of zeer weinig afzetting van materiaal dpor de rivier de Maas heeft plaats gevonden. Globaal kan men ze verdelen in a. Oude zandbouwlandgronden; b. Lage zandgronden; c. De gebroken gronden; d. Hoge heide-gronden en heide- ontginningsgronden. Oude zandbouwlandgronden vindt men in het gebied van Vlij men en Nieuwkuijk en bij de dorpen Drunen eri Elshout. Deze gronden zijn reeds van oudsher in cultuur en hieraan ontlenen ze grotendeels hun waarde. Lage zandgronden worden voornamelijk in het midden en noorden van de gemeente Dru nen en in het zuiden van Waal wijk gevonden. Door de lage lig ging laat de ontwatering veel te wensen over waardoor ze groten deels voor grasland worden ge bruikt. De gebroken gronden liggen in t overgangsgebied van zand naar klei. Men vindt ze dan ook in de smalle strook door het midden van de Langstraat en verder ten zuiden van Vlijmen en Nieuw kuijk. Het zijn slibhoudende laag gelegen zandgronden met 'n dik wijls slechte structuur in de bo vengrond. Ook de ontwaterings toestand van deze gronden laat te wensen over en zal vrij moei lijk te regelen zijn door het voor komen van grofzandige onder grond. Hoge heide-gronden en heide- ontgmningsgronden zijn zeer lichte en droogtegevoelïge zand gronden, die in het zuiden van de gemeente Drunen worden aan getroffen. De rivierkleigronden. De rivierkleigronden beslaan het noordelijk gedeelte van de Langstraat en zijn afgezet onder invloed van de rivier de Maas De wijze van afzetting heeft gro- iV? °ed gehad op de samen stelling van deze gronden en men onderscheidt hiernaar Stroomgronden. Deze liggen in een strook van variërende breed te langs de Maas en bestaan uit een mengsel van fijn zand en klei Door de hoge ligging en het goede profiel bezitten ze door gaans een goede, natuurlijke ont watering en zijn ze geschikt voor de verbouw van praktisch alle gewassen. De komgronden zijn gelegen achter de stroomruggen en be staan uit laaggelegen kalkarme zware kleigrond. De echter zwa re komgrond vinden we prak- van dit buitenwater in het gebied heeft voor het overgrootste ge deelte daarvan niet ineer plaats. Het graven van het Drongelse Kanaal (1907—1911) en het tot stand komen van de Maasverbe- teringswerken boven en beneden Grave (1930—1940) met de af sluiting van de Beerse Maas als bekroning daarvan hebben hieraan een einde gemaakt. Op deze toestand maakt de gemeente Waalwijk een uitzondering. De buitenpolders in deze ge meente staan vrijwel gedurende het gehele jaar bloot aan instro ming van water uit het Zuider kanaal, dat in open verbinding staat met de rivier „Het Oude Maasje". Het uitoefenen van akkerbouw en tuinbouw is daarom in deze gebieden niet mogelijk. Het bo- demgebruik moet zich daardoor noodzakelijk beperken tot hooi bouw en een meer extensieve be weiding. De ontwatering. Hoewel voor een belangrijk gedeelte van het gebied door middel van het stoomgemaal bij Waalwijk kunstmatige lozing mogelijk is, mag o.a. vanwege de doelstelling van dit gemaal hier aan slechts geringe betekenis toe gekend worden. Daarom mag niet gesteld worden, dat het-gehele gebied is aangewezen op natuur lijke lozing. Deze waterlozing is geheel afhankelijk van de stand van het buitenwater in de rivie ren „Het Oude Maasje", de Maas en de Dieze en het Zuiderkanaal. Wéér dat schroeiend, brandend maagzuur. lijd voor 'n paar Rennies! Wéér een avond bedorven waarvan ze zich zoveel hadden voorgesteld. Bij de eerste hap eten al viel het verkeerd. Zuurbranden voor en na. En niet te stillenTotdat een paar Rennies redding brachten. On middellijk! 'n Wonder die Rennie= - U gebruikt ze toch ook? In iedere apotheek en drogisterij verkoopt men U Rennies graag. Bijzonder de laagwaterstanden zijn in deze van betekenis. Deze laagwaterstanden worden beïn vloed door de getij-bewegingen en deze zijn op hun beurt weer in grote mate afhankelijk, enerzijds van de opstuwing van het water ln j Hollands Diep en de Amer anderzijds van de afvoer van het opperwater door De Maas en de rivieren Dommel en Aa. Hier door hebben de lager gelegen ge bieden die een belangrijk per centage van de totale oppervlak te uitmaken gedurende een groot gedeelte van 't jaar water- wege de Dienst van de Rijkswa terstaat en het niet altijd voor beeldige onderhoud der kavelslo- ten maken het bereiken van een optimaal effect soms wat moei lijk. De langs de noord- en oost kant gelegen kleigronden worden voor een gedeelte van water voor zien uit 't Oude Maasje, de Maas en de Dieze. Bij vloedstand in de ze rivieren, kunnen vooral de la ger gelegen gebieden met natuur lijke inlaat aan water geholpen worden. Voor de hogere'gronden is kunstmatig ingrijpen geboden. De veekering en het drenken van het vee staan hierbij méér op de voorgrond dan produktie- verhoging, daar deze kleigronden onder de huidige omstandighe den zich voor dit laatste minder goed lenen. De waterzuivering. De toenemende industrialisatie ei? de. daarmee gepaard gaande uitbreiding der bevolking heb ben reeds het vraagstuk van de zuivering van huishoudelijk- en industrieel afvalwater in dit ge bied aan de orde gesteld. Bijzón- oer in de gemeenten Waalwijk en Vlijmen beijvert men zich om VIII. Over verstuiking en ontwrichting. Zoals u wellicht nog weet heb ben we in ons vorig praatje iets over kneuzingen verteld. In dit praatje zullen we het over enkele andere soorten on derhuidse verwondingen hebben en wel over de verstuiking en de ontwrichting. Een kneuzing kan zich op allerlei plaatsen in het lichaam bevinden, doch een ver stuiking of een ontwrichting vin den we alleen in een gewricht. U weet waarschijnlijk wel dat een gewricht (dat is de beweeg lijke verbinding tussen twee bot ten, n soort scharnier dus) voor een groot deel bij elkaar gehou den wordt door een elastisch, peesachtig weefsel (het kapsel en de gewrichtsbanden). De rekbaarheid van dit weef sel maakt beweginug in het ge wricht mogelijk. Wordt die be weging te veel geforceerd, b v door een stoot, slag of val, dan kan het gebeuren dat een deel der banden of van het gewrichts kapsel te sterk worden uitgerekt en gaan scheuren. Dat hierbij ook de daarin gelegen bloedvaten vernield worden, is duidelijk. We spreken dan van een ver- stinking. Bij een verstuiking wordt dus het gewricht een ogenblik min ol meer uit elkaar getrokken doch dank zij de elasticiteit der banden worden toch de botstuk- ken weer op hun plaats terugge bracht. Is echter het geweld te groot, dan kan het gebeuren dat de banden zodanig worden over- rekt, dat de boteinden langs el kaar schuiven, waarbij dan de banden zozeer beschadigd wor den dat zij de bot-eindèn niet meer op hun plaats kunnen te rug brengen en deze naast elkaar komen te liggen. In dat geval spreken we van 'n ontwrichting. Bij een verstuiking zullen we ongeveer dezelfde verschijnselen- kunnen waarnemen, die ook bij de kneuzing genoemd zijn, nl. pijnlijkheid, zeer beperkte be weeglijkheid van het gewricht, zwelling en later ook verkleu ring. Ook de behandeling is on geveer gelijk aan die van de kneuzing. We geven het getrof fen lichaamsdeel zoveel mogelijk rust (bij een verstuiking van de pols, de elleboog of de schouder, met een draagdoek). Tevens leg gen we, evenals bij de kneuzing, een stevig drukverband met vet te watten aan (zie ons EHBO- praatje van vorige week). Bij een verstuiking zullen we de patient, evenals bij de kneu zing, vrij eenvoudig kunnen hel pen en hem veel pijn kunnen be sparen. Moeilijker wordt het wanneer we met een ontwrichting te doen krijgen. We kunnen dit gemak kelijk constateren, want behalve de reeds bij de kneuzing en de verstuiking genoemde verschijn selen zien we nu ook nog 'n sterk afwijkende stand van het getrof fen gewricht. Hierbij moeten we er aan denken dat we nooit mo- gen proberen het gewricht weer m zijn normale stand te trekken (te „zetten"), want daarbij zou gemakkelijk een vrij ernstige verwoesting van de verschillen de gewrichtsdelen kunnen wor den veroorzaakt. Bij een ontwrichting kunnen we de patiënt alleen maar hel pen door die maatregelen te ne men die er op gericht zijn de pijn zoveel mogelijk te beperken. Uit kunnen we doen door het getroffen lichaamsdeel zoveel mogelijk te steunen (b.v. met 'n draagdoek) en zoveel in ons ver mogen is de bewegingen uit te sluiten, eventueel met eeti of meer spalken. (Hoe spalken moe ten worden aangelegd en welke eisen er aan een doelmatige spalk moeten worden gesteld,hopen we u in een volgend artikeltje over ..botbreuken" te vertellen). Let u er echter wel op dat dit „steunen" gebeuren moet in de houding die voor de patiënt zelf het gemakkelijkst is. Het weer op hun plaats terug brengen van de gewrichtsdelen is een taak, die we beslist aan de dokter moeten overlaten. J. H. v. G. hiermee tot een afdoende oplos sing te geraken. Samenvatting- Bij een beschouwing van de waterstaatkundige toestand in dit gebied stuit men op vraag stukken van waterkering, water lozing, watervoorziening en wa terzuivering. De ontwikkeling van het gebied in het algemeen en de agrarische ontwikkeling in 't bijzonder vragen spoedig meer gedetailleerde studie van deze problemen, zo mogelijk nader te concretiseren in een plan van waterbeheersing in de ruimste zin van het woord. Het inzicht in de betekenis van detailvoorzieningen, die liggen in het vlak van de individuele ondernemer, dient te worden verruimd en verdiept. - OPGERICHT 1714 Streekverbeteringsplan Oostelijke Langstraat Een middeleeuws monumentaal gebouw in oude luister hersteld. Na de zeer geslaagde excursie van het Heemkundig Genootschap van Midden- Langstraat j.I. zaterdagmiddag gehouden naar de gerestaureerde Ned. Herv. Kerk van Sprang, kan het voor het bestuur van het genootschap geen probleem meer zijn, in het zomerseizoen een object te vinden dat de belangstelling van het overgrote gedeelte der leden heeft. Te ongeveer half vier in de middag van zaterdag arriveerden ruim een 35-tal leden van het genootschap, onder wie verschil lende dames, bij de ingang der kerk, al waar Dr. Verkauteren, de voorzitter van de Kring Midden-Langstraat zijn leden voor stelde aan de Pres. Kerkvoogd de heer W. Timmermans, die allen een hartelijk wel kom toeriep. Na dit welkom werden zowel exterieur als interieur bezichtigd. Al dadelijk had het gebouw de volle belangstelling van de aan wezigen, wat vooral bleek uit de vele vragen welke in verband met de ex plicatie van de loyale gastheer werden ge steld. In het algemeen is dit een verblij dend teken. Immers het aankweken van pu blieke belangstellig voor dingen van cultu rele waarde is in deze materialistische tijd een zeer voornaam doel, want de publieke opinie is tenslotte een machtig middel om daar waar het nodig is een beslissend „halt" te doen horen als een der meesterwerken tot verdwijnen gedoemd is. Ware deze opinie vroeger meer algemeen ontwikkeld, zeker zou Brabant nog heel wat meer belangrijke monumenten rijk zijn, die in de laatste 100 jaren zijn verdwenen of mishandeld, om dan nog alleen nog maar van Brabant te spreken. Het spreekt vanzelf dat enkele meer be kende monumenten, zoals de Bossche St. Jan, de Bredasche O.L. Vr. kerk en meer andere hier buiten vallen, doch er zijn nog zovele minder charmante, minder omvang rijke bouwwerken ons uit de historie ge bleven, die onze generatie verplicht is aan het nageslacht ongeschonden af te leveren, omdat ze kunststukken zijn van vroegere piëteit en kunstgevoel. Een van deze stukken is zeker de Ned. Herv. Kerk van Sprang, 't Is een bouwwerk, gedeeltelijk nog uit de 14e eeuw ons nagelaten en hoewel het dat flamboyante mist der laatgothiek, imponeert het door zijn brede verhoudingen, sierlijke aanbouw der controforten en strakke kernachtige de tails. Jarenlang was deze kerk in diep ver val, tot Monumentenzorg er zich over ont fermde. Gehele stukken metselwerk waren uit de toren verdwenen en met planken dichtgetimmerd. In 1910 was de toren, al thans voor wat het exterieur betreft vol tooid en daarmede een fraai stuk archi tectuur voor Brabant behouden. De zeer merkwaardige toren wordt door vier over- hoekse steunberen, die naar boven toe lich ter worden, geschoord. De toren heeft geen ramen en alleen metselwerk vormt de wan den, waarvan de spaarvlakken doorsneden zijn met natuurstenen banden en een net werk van spitsboogtraceringen. Galmgaten komen in het metselwerk niet voor, zoals in gotische torens wel het ge val is. In dit geval hebben de galmgaten echter een wel merkwaardige plaats in de leien spits gekregen, wat op het eerste ge zicht wel enigszins vreemd aandoet, vooral omdat ze met de spits terugliggen. Gezien de zware opbouw en de eigen aardige plaatsing der geluidsluiken, moet deze toren vroeger zeker een geleding ho ger zijn geweest, in welk gedeelte de galm gaten een plaats hadden, evenals b.v. in de toren van het nabije Loon, waarvan deze kerk een dochterkerk is. Uit het tijdperk der stichting dateert deze spits zeker niet, immers de bouwers der gotische kerken en torens waren te logisch en te constructief aangelegd, om in de spits, die tot bescher ming van het geheel diende, zulke grote openingen te bouwen, waar regen sneeuw en hagel doorheen jaagt. Hoe het everfwel zij, zeker is het dat deze bekapping het al leraardigst doet. Gelukkig zijn we een tijdperk ingetreden dat ook van hogerhand volle medewerking wordt verleend om een monument als dit te behouden, want wanneer we zo eens na gaan wat er nog in de loop der laatste eeuw aan bouwwerken is verloren gegaan en wat bijna even erg is, bedorven, dan komen we tot de overtuiging dat het bijna even moei lijk is een fraai bouwwerk te behouden als het een te scheppen. Allerlei factoren im mers liggen op de loer of zijn doende het te ondermijnen. De tijd, de weersgesteld heid, onverschilligheid en gevoelloosheid wedijveren om de vergankelijkheid te be spoedigen. Tegen al deze kan men zich echter wapenen door liefde. Een gevaarlij ker vijand echter is de „verfraaiing". Hier' tegen is slechts het ene probate middel „de publieke opinie". Het inwendige van de toren is nog ori gineel en getuigt van het „kunnen" der middeleeuwers, evenals het gemetselde ge welf der sacristie (de tegenwoordige con sistorie). Jammer alleen dat beide inte rieurs hun natuurlijke kleur (baksteen) niet hebben mogen behouden. Dat de leiding der restauratie van dit kerkgebouw bij de architecten Bilderbeek en Basters uit Dordrecht in vertrouwde han den was bewijst zowel het inwendige als uitwendige. Niet alleen uit zijn gothieke structuur echter spreekt de rijkdom van dit Gods huis, doch evenzeer uit wat te voorschijn trad van onder het pleisterwerk, aan monu mentale fresco's. De fresco's immers waren vele eeuwen „de bijbel" van de gewone christen, de .biblia pauperum" de bijbel der armen of eenvoudigen. In dit verband zouden we een fresco willen noemen aan de Oostwand van het rechterkruiskoor, de Zaligmaker als „de Man van sma^fe»"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 1