Waalwijkse en Langst Courant
Spanningen op Arbeidsmarkt
blijven voortduren
Kwartaaloverzicht Gew. Arbeidsbureau Waalwijk
Televisie
Jan van Dongen
BEDRIJFSVOERING EN PRODUCTIEPLAN
DINSDAG 22 APRIL 1957
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tieten
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
verschijnt 2 x per week.
89e JAARGANG No. 32
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p. p.
Advertentieprijs;
10 cent per mm.
Contract-advertenties
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR. 8 OPGERICHT 1878
TEL.-ADRES„ECHO"
Na de beschouwingen van de j
algemene productieomstan- j
digheden, zoals de grond, de ver-
kaveling en de ontsluiting, die
de boer maar moet aanvaarden
zoals ze zijn, is het hoofdstuk i
waarvoor nu de aandacht wordt
gevraagd, van groter direct be
lang. Hier komen de punten van
de bedrijfsvoering ter sprake die
de bóer vrijwel geheel of voor 'n
groot gedeelte in eigen hand
heeft. Zeker, er zijn ten aanzien
van de bedrijfsvoering betere
mogelijkheden bij een goede ver
kaveling en goede ontwatering
dit neemt toch niet weg, dat het
de moeite loont de huidige be
drijfsvoering eens nader te be
kijken.
Achtereenvolgens zullen hier
de verschillende onderdelen, zo
als die op de bedrijven in dit ge
bied voorkomen, worden weer
gegeven, n.l.:
1. het bouwland;
2. het grasland en de rundvee
houderij
3. de tuinbouw;
4. de varkens- en pluimvee
houderij.
Bij de weergave van de tegen
woordige toestand zal af en toe
van de gelegenheid gebruik wor
den gemaakt, de punten aan te
wijzen die voor het verkrijgen
van een beter bedrijfsresultaat
de bijzondere aandacht moeten
hebben. Bij het bespreken van
eventuele minder goede punten
in de bedrijfsvoering is het nim
mer de bedoeling dat hiervan een
verwijt wordt gemaakt, maar om
de wégen te zoeken die tot een
beter bedrijfsresultaat kunnen
leiden. De historische ontwikke
ling, die reeds beschreven is en
de vaak moeilijke omstandighe
den, waaronder gewerkt moet
worden, zijn vaak mede de oor
zaak van de eventuele minder
goede punten in de bedrijfsvoe
ring.
Het grondgebruik.
De culUpu grond wordt in dit
gebied ,T.in de Langstraat geheel
verschillend gebruikt. Onder
staande tabel geeft hiervan een
overzicht per plaats.
Procentuele verdeling
Totale
1 Plaats oppervl.
ha.
Waalwijk 1013
Drunen1370
Elshout639
Heusden221
Herpt638
Hedikhuizcn 238
Vlijmen908
Nieuwkuijk 559
Haarsteeg736
Engelen en Bokhoven 270
Totaal6592
De totale oppervlakte cultuur
grond in deze tabel is de tota
le bedrijfsoppervlakte van de
grondgebruikers met hoofdbe
roep land- of tuinbouwer, in de
ze plaatsen. Het gehele gebied
van de Langstraat is zeker gro
ter, er zijn n.l. vele landbouwers
uit de omgeving, die één of meer
percelen land in de polder heb
ben.
In dit gebied van de Lang
straat doen zich grote verschil
len in grondgebruik voor. Het
kenmerkende van deze streek,
n.l. de grote omvang van de tuin
bouw, geldt niet voor alle plaat
sen. De gemeenten Waalwijk en
Engelen-Bokboven hebben geen
tuinbouw van betekenis. De
grootste oppervlakte tuinbouw
komt voor in de gemeente Dru
nen: 125 ha. en Vlijmen 170 ha.
Ook de bouwland-graslandver
houding geeft aanmerkelijke ver
schillen. De plaats Drunen neigt
sterk naar de normale verhou
ding op de Brabantse zandgron
den, hier komen n.l. meer lichte
gronden voor. Voor de meeste
'andere dorpen neemt het gras
land een overwegende plaats in.
Dit grote percentage grasland is
geheel eigen aan de streek. Veel
al zijn deze percelen ver van het
bedrijf gelegen, moeilijk bereik
baar en bij de huidige toestand
ongeschikt voor bouwland. Vele
boeren spreken hier nog van wei
land en van hooiland. Het z.gn.
hooiland wordt zeer extensief
gebruikt door een of tweemaal
te hooien. Dat dergelijke perce
len door hun ligging, door het
eehruik en de meestal niet over
dadige bemestingen maar 'n zeer
matig resultaat voor de gebrui
ker opleveren, is zeer begrijpe
lijk. Onder deze omstandigheden
zal echter voor vele bedrijven 'n
beter gebruik te veel van de aan
wezige arbeidskrachten vergen.
Behalve de grote variaties tussen
de kerkdornen ziin er ook per
dorp naar bedriifsgrootte nog
zeer grote verschillen te consta
teren.
HET BOUWLAND
Het bouwland in het gehele
gebied van, de Langstraat is
van minder grote omvang dan in
de meeste andere gebieden van
de provincie Noord-Brabant.
Het gemiddelde van de streek
geeft een vrij intensief gebruik
van het bouwland weer. In de
zandstreken van Noord-Brabant,
waar de bouwland-graslandver
houding ongeveer 50 50 is, be
draagt het percentage granen re
gelmatig 7080 van 't bouw
land. Vooral het noordelijke ge
deelte van de Langstraat heeft
een zeer hoog percentage hak-
vruchten en zal zeker een goed
inkomen van het bouwland ha
len. Het bouwplan is ook sterk
afhankelijk van de kwaliteit van
de grond. In de polders van Heus-
den-Herpt-Hedikhuizen worden
hakvruchten met succes ver
bouwd. Voor de plaatsen Waal
wijk en Drunen met zeer lichte
bouwlandgrond ligt het percen
tage granen van het bouwland
aanzienlijk hoger.
Het bouwplan te Haarsteeg.
Het bouwlandgebruik is zeer
intensief. Slechts 57 procent
wordt gemiddeld met een graan
gewas beteeld. Voor de kleinere
bedrijven is dit percentage gra
nen zelfs nog lager. Van de op
pervlakte granen wordt gemid
deld ongeveer een vierde gedeel
te ingenomen door de rogge, de
helft door haver en het andere
vierde gedeelte door gerst. Voor
de grotete bedrijven beslaat de
rogge een veel kleiner deel van
het areaal granen en wordt aan
zienlijk meer haver en gerst ver
bouwd.
Van de bijna 40 hakvruch
ten van hel bouwland is 15
aardappelen, de rest bieten. De
aardappelen worden zowel voor
consumptie- als voeraardappelen
gebruikt. De oppervlakte bieten
bestaat voor de kleine bedrijven
vrijwel geheel uit voederbieten;
met het groter worden van de
bedrijven neemt de oppervlakte
suikerbieten flink toe en de voe
derbieten sterk af. Het is vooral
een gunstig teken, dat de suiker
bieten steeds meer in de belang
stelling komen te staan. Andere
van het grondgebruik
Bouwland Grasland Tuinbouw
31
40
26
22
24
28
29
38
26
31
31
69
54
67
70
72
71
63
57
63
69
64
6
7
8
4
1
8
5
11
gewassen komen niet veel voor,
n.l. gemiddeld 5 Het meest
komen deze gewassen, voorna
melijk erwten, op de grootste be-
driiven voor.
Het verschil in samenstelling
van het bouwplan tussen de gro
tere en kleine bedrijven berust
voornamelijk op een verschil in
grondsoort. Het bouwland van
de kleinere bedrijven (beneden
7 ha.) bestaat grotendeels uit
zandgrond, n.l. 75 en meer. Bij
het groter worden van de bedrij
ven bestaat het bouwland steeds
meer uit kleigrond. Van alle be
drijven in Haarsteeg is 40 van
het bouwland kleigrond. Op de
kleigrond wordt aanzienlijk min
der rogge geteeld en zijn gerst en
suikerbieten de aangewezen ge
wassen.
Het totale bouwland van de
gehele Langstraat vertoont na
1950 een belangrijke uitbreiding
van de granen. Vooral de ver
bouw van tarwe is toegenomen.
De oppervlakte peulvruchten on
derging geen verandering. De
oppervlakte suikerbieten nam
met 50 toe. In 5 jaren tijd nam
de oppervlakte voederbieten met
70 ha. af, hetgeen ongeveer een
kwart van de totale oppervlakte
betekent. Ook de oppervlakte
aardappelen onderging 'n flinke
daling, zodat in het geheel een
verschuiving naar de granen ten
koste vah. de hakvruebten plaats
vond. Be tendens is zeer begrij
pelijk als men bedenkt, hoeveel
arbeidskrachten in deze jaren
aan de landbouw onttrokken zijn.
Elk bedrijf moet afzonderlijk
worden bekeken.
Samenvattend kan met betrek
king tot het bouwlandge
bruik opgemerkt worden, dat 't
•(grootste gedeelte van de Lang
straat zich nog kenmerkt door
een zeer intensieve benutting
van de oppervlakte bouwland,
waarin echter een verandering
gaande is. Voor de gemeente
Waalwijk moet echter een uit
zondering gemaakt worden. Hier
heeft men integendeel 'n zeer ex
tensief bouwlandgebruik, waar
mee echter niet gezegd mag wor
den, dat dit in ieder geval fout is.
Dit zal slechts per bedrijf beoor
deeld kunnen worden, leder be
drijfsplan dienst steeds gezien te
worden in verband met alle an
dere omstandigheden, zoals ar-
beidsbezetting, bedriifsgrootte,
verkaveling en kwaliteit van de
grond. Het verschil tussen de be
drijven van Waalwijk eri uit de
overige plaatsen is echter zeer
typerend.
Behalve een goed bouwplan
zijn er voor het bereiken van 'n
goed resultaat van het bouwland
nog andere middelen, die niet
over het hoofd gezien mogen
worden.
Enkele van deze punten zijn
le. Regelmatig gebruik van
goed zaaizaad. Nog veel te ge
makkelijk wordt steeds weer ge
bruik gemaakt van eigen zaai
zaad, waarvan men vaak zelf
weet. dat het niet zo best meer
is. Iedere bezuiniging hierop
straft zichzelf. Slechte een extra
opbrengst van b.v. 100 kg. voor
granen overtreft reeds de hogere
zaaizaadkosten. Bij het gebruik
van goed zaaizaad behoort ook
de ontsmetting van 't zaad, waar
door de kans op het minder goed
slagen van het gewas wordt ver
kleind.
in enkele plaatsen van de
Langstraat wordt reeds enkele
jaren met vrij goed resultaat ge
zamenlijk nootgoed gewonnen.
Behalve de besparing op de poot-
goedkosten biedt dit een grotere
kans op een gezond gewas aard
appelen. Deze pootgoedwinning
is mogeliik ook nog in staat de
aardappelteelt enige uitbreiding
te geven, hetgeen het resultaat
gunstig zou beïnvloeden. Als we
de ontwikkeling van het bouw
plan nagaan, dan is het areaal
aardappelen in de Langstraat
met 16 teruggelopen.
2e. Een juiste bemestingstoe
stand. Ook voor de zware gron
den, maar vooral voor de lichte
re gronden is een goed inziebt
hierin onontbeerlijk. Herhaal
daarom regelmatig het grondon
derzoek op alle percelen.
Nagewassen.
Jn vele streken van Noord-Bra
bant draagt de oogst van
stoppelgewassen zeer veel tot een
goede ruwvoervoorzieijing bij,. Er
zijn gebieden, waar het bouwland
voor 80 met granen wordt be
teeld, van welke oppervlakte gro
tendeels nog een stoppelgewas
wordt geoogst.
Het gebied van de Langstraat
geeft ook in dit opzicht een an
der beeld dan de gemengde be
drijven van het Midden-Brabant-
se gebied.
De teelt van de stoppelgewas
sen bedroeg in Haarsteeg in to
taal slechts 48,50 ba. Van de 194
ha. bouwland werd 66 ha. met
een gewas beteeld, waarna de
oogst van een stoppelgewas mo
gelijk was. Gezien het feit, dat 'n
aanzienlijk gedeelte van 't bouw
land uit kleigrond bestaat, kan
deze 73 benutting van de vroe
ge stoppel met een nagewas zeer
gunstig genoemd worden. Van de
totale oppervlakte was 85% stop
pelknollen, 7 snijrogge, 5
klaver, 2 blad- of mergkool en
een enkel ander gewas.
Een uitbreiding van de opper
vlakte nagewas lijkt niet moge
lijk. Iets meer variatie in de ver
schillende gewassen is wel wen-
seliik. In verband met de minder
goede geschiktheid van de klei
grond voor de teelt van stoppel
knollen, zou een flinke uitbrei
ding van de blad- en mergkool-
teelt aan te raden zijn.
1. Mannen.
Ten aanzien van de mannen
liep het direct beschikbare aan-
bod per eind december 1956, dat
in vergelijking met andere jaren
wel uitermate laag was, t.w. 196,
nog verder terug tot 118 aan het
einde van dit kwartaal. Aan het
einde van hetzelfde tijdstip in
1956 was dit aanbod slechts iets
hoger, n.l. 132.
De spanningen op de arbeids
markt blijven onverminderd
voortduren, met name vooral in
de industriële sector. Daar velen
een lichte kentering verwachten,
o.m. in verband met de beste
dingsbeperkingen, is in de loop
van deze verslagperiode de wer
kelijke personeelsbehoefte nauw
keurig nagegaan. Het resultaat
hiervan is tbans vrijwel geheel
verwerkt in de aanvraagpositie.
Gebleken is dat de bestaande te
korten hoger zijn dan tot dusver
geregistreerd, met name in de
industriële hedrijfsklassen. In to
taal namen de aanvragen toe met
300 tot 1357. Dat tal van bedrij
ven hierdoor mét ernstige pro-
duktieproblemen bliiven kam
pen, is duidelijk. Noch uit de
naaste omgeving, noch van ver
deraf gelegen gebieden kan meer
personeel worden aangetrokken.
Diverse pogingen in die zin on
dernomen, hebben niet tot een
vermeldenswaard succes geleid.
Een lichte ontlasting werd slechts
verkregen doordat nog een 15-
tal Hongaarse arbeiders zich
voor werk in dit gebied interes
seerden en een 40-tal Belgische
grensarbeiders hier werden te
werk gesteld. Opgemerkt zij nog
dat in het aanbod zijn begrepen
een 32-tal minder geschikten.
Sinds geruime tiid blijft dit aan
tal op vrijwel gelijke hoogte.
Bouwnijverheid.
Het aanbod liep terug van 97
oer uit. december 1956 tot 30 aan
het einde van deze verslagpeflo-
de. Het betrof hier voornamelijk
seizoenwerkloze dijkwerkers, die
thans weer vriiwel allen emplooi
hebben. Zelfs iets meer dan een
jaar geleden en wel door het op
gang komen van de Deltaolan-
werken. Opmerkelijk is, dat on
danks het gunstige weer er een
klein aanbod bleef aan vakar
beiders (metselaars), hetgeen
zich al in lange tiid niet meer
heeft voorgedaan. Na het afslui
ten van dit rapnort is dit aanbod
zelfs nog iets toegenomen.
Ook hii de omliggende gewes
ten doet zich eenzelfde verschijn
sel voor. Er ziin verschillende
factoren, waardoor de bouwacti
viteit enigermate afneemt, t.w.
afremming van de vergunningen,
de voorgenomen bestedingsbe
perkingen, de hoge bouwkosten
en financieringsmoeiliikheden.
In verband met 't. vorenstaan
de is 't eveneens duidelijk waar
om de aanvragen om personeel
terugliepen van 70 per einde de
cember 1956 tot 30 aan het einde
van het eerste kwartaal van 1957.
Waarneembaar was ook, dat
door deze wijziging de loonver-
houdingen eveneens verander
den.
Leder, wasdoek, rubber enz.
Ook in deze verslagperiode
is in de zeer krappe en over
spannen arbeidsmarkt geen gro
tere ruimte gekomen ten voor
dele van de schoen-, leder- en le
derwarenbedrijven. Vrijwel zon
der uitzondering kan eenieder,
die in deze bedrijven een plaats
wil innemen, te werk worden ge
steld, daar de selectienormen wel
heel erg soepel zijn. Aan 't einde
van de verslagperiode was ook
thans het aanbod weer nihil. Dat
de bedrijvigheid is afgenomen of
in de naaste toekomst zal afne
men i.v.m. de beperkende maat
regelen die door de regering zijn
getroffen, kon in feite nog ner
gens geconstateerd worden. Wel
zijn de weersomstandigheden in
het afgelopen zomer- en winter
seizoen niet gunstig geweest
voor deze bedrijfstak. Als gevolg
hiervan is de voorjaarsproductie
in de schoenindustrie tot op he
den minder gunstig verlopen dan
in 1956. Hoewel een belangrijke
verdere toeneming van de totale
productie niet mag worden ver
wacht, blijven de personeelste
korten uitermate groot.
Een en ander ook omdat de
toevloeiing van jeugdigen in de
ze bedrijfstak in geen verhou
ding staat tot de normale behoef
te. Bij een recente controle van
de werkelijke behoefte aan per
soneel in de schoen-, leder- en
lederwarenindustrie is gebleken,
dat die thans ligt op ca. 920 man
nelijke arbeiders, hetgeen bijna
200 meer is dan tot dusver was
geregistreerd. Het merendeel
daarvan heeft betrekking op de
schoenindustrie, hoewel de rela
tief kleinere tekorten voor de le
derindustrie in verhouding tot 't
daarin te werk gestelde aantal
arbeiders zeer ernstig te noemen
is. Ondanks overwerk, uitgeven
van werk in huisarbeid, afrem
ming van de orderpositie enz.
bleven de moeilijkheden zeer
groot, hetgeen vaak resulteerde
in een abnormaal aantal muta
ties.
Slechts enkele Hongaarse
vluchtelingen bleken geïnteres
seerd voor te werkstelling in de
ze industrieën. Een 40-tal Belgi
sche arbeidskrachten (zowel
mannen als vrouwen) die in deze
periode in dit gewest konden op
genomen worden, hebben 'n klei
ne verlichting op de arbeids
markt gebracht.
Metaalnijverheid-
Het aanbod, dat reeds lange
tiid gering is, liep sinds het vo
rige jaar steeds meer terug. Di
verse pogingen om arbeiders uit
de naaste omgeving aan te trek
ken, hebben vrijwel geen resul
taten opgeleverd. Wel konden 'n
15-tal Hongaren worden opge
vangen.
De behoefte aan personeel
stijgt nog steeds, hetgeen o.m.
blijkt uit de recent gecontroleer
de werkelijke personeelsbehoefte.
Verspreid over de 3 rayons van
het gewest bedraagt deze thans
202. Voor een belangrijk deel
schuilt deze stijging in een ge
leidelijke uitbreiding van de be
staande bedrijven. Ondanks de
nijpende tekorten is aanwijsbaar
dat in de metaalindustrie de per
soneelsbezetting, hoewel in on
voldoende mate stijgende is.
Een zekere voorliefde voor me-
taalberoepen kan nog steeds
vastgesteld worden.
De bestedingsbeperkingen heb
ben tot nu toe slechts bij een be-
langrijk bedrijf het effect gesor
teerd, dat voorlopig niet tot de
voorgenomen aanzienlijke per
soneelsuitbreiding zal worden
overgegaan. Voorshands worden
van deze beperkingen van de be
drijven in dit gewest geen onmid
dellijke nadelen verwacht.
Landbouw-
In de afgelopen wintermaan
den is de seizoenswerkloosheid
in de landbouw (Land v. Heus
den en Altena) belangrijk bene
den het normale gebleven, het
geen toe te schrijven is aan het
buitengewoon zachte weer. Hier
door konden tal van landarbei
ders o.m. voor onderhoudswerk
zaamheden in de bedrijven blij
ven. Ook door de te werkstelling
van enige tientallen arbeiders in
Rotterdam bleef het aanbod la
ger dan in andere jaren.
Handels- en kantoorpersoneel.
Het aanbod van handelsperso-
neel vermindert geleidelijk aan.
Aan het einde van de verslagpe
riode stonden nog slechts 3 per
sonen ingeschreven. Aanvragen
stonden toen niet meer open. De
vraag naar kantoorpersoneel ver
toont nog steeds een tendenz tot
stiiging. Standcijfer per ultimo
maart 1957 17. Zij richt zich
echter in hoofdzaak tot ionge-
ren. Het aanbod schrompelt ook
steeds meer in: einde maart
1957 3.
Minder geschikten.
Het aantal ingeschrevenen in
deze uitgelichte groep onderging
vrijwel geen wijziging en be
draagt thans 34. Ondanks 't feit
dat steeds weer nieuwe gevallen
worden geregistreerd, stijgt het
uiteindelijk aantal overgebleven
ingeschrevenen niet. In dit ge
bied met zijn overgrote werkge
legenheid blijven de plaatsings
kansen gunstig. Het merendeel
van de ingeschrevenen is ge
plaatst op 'n beschuttende werk
plaats, dan wel op een handar-
beidersbuitenobject.
Vrouwen.
Het per uit. maart resterende
aanbod was onveranderd t.o.v. de
afsluitdatum van het vorige
kwartaal t.w. 9. Als er aanbod is
voor industriële beroepen, is dit
steeds zo vlot plaatsbaar, dat er
vrijwel nooit werkloosheid is. In
de beroepen van het handels- en
kantoor-, alsmede het huishou
delijk personeel, kost de verwe
zenlijking van plaatsingen ge
woonlijk meer tijd en blijven er
altijd wel enige krachten gere
gistreerd.
De vraag overtreft nog altijd
het aanbod met enorme cijfers.
Het onlangs gecontroleerde be
hoefte-niveau in de industriële
sector wees uit, dat deze behoefte
nog minstens zo hoog is als op
dat moment bij het arbeidsbu
reau stond genoteerd. Vandaar
het oplopen van de openstaande
aanvragen tot 590, waarvan al
leen al voor de schoen- en leder
warenindustrie 489. Naar verhou
ding zün de tekorten in 't rayon
Dongen even groot als in 't rayon
Waalwijk. Met overwerk en huis
arbeid wordt het tekort aan ar
beidscapaciteit zoveel mogelijk
ondervangen. Het personeelspro
bleem blijft echter een bron van
grote zorgen voor de meeste be
drijven. Slechts indien het aan
tal arbeidsplaatsen voor vrou
wen zich niet zo sterk uitbreidt
als de groei van de bevolking, is
op de duur een verlichting van
de moeiliikheden te verwachten.
Een langzame ontwikkeling in
die richting is wel aantoonbaar.
PASEN VROEG of
PASEN LAAT
Nu we van het jaar een nogal
late Pasen hebben gehad, is het
misschien wel eens dienstig om
de lezer een opgaaf ie verstrek
ken van de Paasdagen van onze
twintigste eeuw.
Alvorens tot deze opgaaf over
te gaan, dien ik te vermelden dat
Pasen steeds valt op de eerste
zondag na de eerste volle maan
in de lente. Deze Paaszondag kan
het vroegst op 22 maart en het
laatst op 25 april vallen. U ziet
dus dat de Paasdatum nogal aan
schommelingen onderhevig is.
Vervolgens dien ik te vermel
den, dat doorgaans om de elf
jaar Pasen op dezelfde dag valt.
Bij een aandachtige beschouwing
van de nu volgende tabel valt 't
ook aldra in het oog.
Pasen. Jaren:
22 maart: In deze eeuw geen
Pasen op die dag ge
weest. Het laatste jaar
waarin Pasen op 22
maart viel, was 1818.
23 maart: 1913.
24 maart: 1940.
25 maart: 1951.
26 maart: 1967, 1978, 1989.
27 maart: 1910, 1921, 1932.
28 maart: 1937. 1948.
29 maart: 1959, 1964, 1970.
30 maart: 1902. 1975, 1986, 1997
31 maart: 1907, 1918, 1929, 1991
1 april: 1923, 1934, 1945, 1956
2 april: 1961, 1972
3 april: 1904, 1983, 1988, 1994
4 april: 1915, 1920, 1926, 1999
5 april: 1931, 1942, 1953
6 april: 1947, 1958, 1969, 1980
7 april: 1901, 1912, 1985, 1996
8 april: 1917, 1928
9 april: 1939, 1944, 1950
10 april: 1955, 1966, 1977
11 april: 1909, 1971, L982, 1993
12 april: 1903, 1914, 1925, 1936
1.998
13 april: 1941. 1952
14 april: 1963, 1968, 1974
15 april: 1900, 1906. 1979, 1990
16 april: 1911. 1922, 1933. 1995
17 april: 1927, 1938, 1949, 1960
18 aprd: 1954. 1965, 1976
19 april: 1908, 1981. 1987, 1892
20 april: 1919, 1924, 1930
21 april: 1935. 1946, 1957
22 april: 1962, 1973, 1984
23 april: 1905, 1916
en het jaar 2000
24 aprilIn onze eeuw geen Pa
sen op die dag geweest.
Heï laatste jaar waarin
Pasen on 24 april viel,
was 1859.
25 april: 1943 (het iaar van de
slag bij Stalingrad).
De vroegste Pasen, die ons nu
nog in de twintigste eeuw rest,
valt op 26 maart, de laatste op
22 april.
H. B. M. ESSINK.
Migratie.
De mogelijkheden om nog
meerdere arbeidskrachten met
dagelijks vervoer naar de rayons
Waalwijk en Dongen te krijgen,
zijn volkomen uitgeput. Verschil
lende wervingspogingen in die
zin hebben slechts zeer geringe
resultaten opgeleverd.
Een groot bedrijf zal na deze
mislukkingen om nog meer per
soneel aan te trekken een inten
sieve actie in de överschotgebie-
den overwegen, een en ander in
samenwerking met het arbeids
bureau.
Verbetering in de ongunstige
verhouding is zoals reeds bij
herhaling werd betoogd alleen
te verkrijgen indien de werkge-
legenhcidsgemeenten meer wo
ningen voor migratiedoeleinden
ter beschikking stellen. De richt-
contingenten zijn echter te klein
om hiervoor veel ruimte te laten.
In Waalwijk vordert de bouw
van 42 woningen, die in de vrije
sector door enige bedrijven wor
den gebomvd t.b.v. het personeel.
Enige woningen zullen t.z.t. wel
voor migratiebevordering wor
den gebruikt.
De verplaatsingen met dage
lijks vervoer van de overschot
ten die het Land van Altena
beeft, duren nog steeds voort.
Naar berekening werken pl.m.
2000 arbeiders uit dat gebied el
ders. Ruim 300 zün daarvan bij
de Gemeentewerken en de ha
vens van Rotterdam. Ook daar is
thans het aanbod vrijwel geheel
uitgeput.
Emigratie.
In het afgelopen kwartaal
werden 3 voorlichtingsavonden
georganiseerd, n.l. in Waalwijk,
Dussen en Rijen. De belangstel
ling was niet onbevredigend.
Aan ca. 25 personen werd in
dividuele voorlichting gegeven.
Er meldden zich in dit kwar
taal 5 nieuwe gegadigden aan, t.
w. 2 Verenigde Staten, 1 Nieuw-
Zeeland, 2 Australië.
Grensarbeiders.
Een bedrijf in Waalwijk is er
toe overgegaan een 4Ö-tal ar
beidskrachten uit België met da
gelijks vervoer aan te trekken
(ongeveer even veel mannen als
vrouwen).
I
Dit liiad
Streekverbateringsplan Oostelijke Langstraat
WAALWIJlC