Waalwijkse en Langstraatse Courant BINNEN- EN BUITENLAND Een praatje over E.H.B.O. „DE GRAAUWE HENGST STASSAR BRILLEN WAALWIJK 'akantietoekomót op 't water. HOOFDPIJN? Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. Abonnement: 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p. p. Advertentieprijs; 10 cent per mm. Contract- advertenties speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR OPGERICHT 1878 TEL.-ADRES: ..ECHO" Nederland is het tijdperk be gonnen waarin wij in toene mende mate zullen worstelen met een gebrek aan recreatie ruimte. Reeds heeft iedereen, die een bijzondere liefde koestert voor de natuur, zich georgani seerd in verenigingen, die vech ten voor het behoud van natuur schoon en-«lies wat daarmee sa menhangt. De strijd om de laatste duizen den vierkante meters grond is reeds ontbrand rond het behoud van het nationale park „De Ho ge Veluwe", dat met recht voor een van onze mooiste natuurre servaten doorgaat. Het ministe rie van oorlog wil beslag leggen op een deel van het park ten be hoeve van het vliegveld Deelen, reeds afgeknabbeld van dit nati onale park en dat voorbestemd is als basis voor straaljagers. Hoe deze strijd zal eindigen, is niet bekend, maar zij vormt een treffend beeld van het dreigend tekort aan recreatieruimte. Waar zullen wij ons in de toe komst gedurende de vakantietijd ontspannen, wanneer we niet naar het buitenland gaan Ons eigen dierbaar plekje grond zal onvoldoende ruimte bieden. Het antwoord op deze vraag ligt in de lijn der historie. Wij gaan het water op. Steeds wan neer wij land te kort kwamen, hebben we het water aangespro ken, meestal in de vorm van een gevecht, waarin we enkele meren of zelfs een zee droog legden (Zuiderzee). Ditmaal houden we het water te vriend en kiezen we de overgebleven zoetwatergebie- den als centra van watertoeris me. Daar ligt onze kans. J)e gedachte is niet nieuw. Nog niet lang geleden heeft de Rijksdienst voor het Nationa le Plan onder de titel„recreatie te water" een rapport het licht doen zien, dat onze kansen voor de watersport naar voren brengt. Er wordt op gewezen dat na het tot stand komen van de IJssel- meerpolders en het Deltaplan, met in een verder verschiet de gedeeltelijke inpoldering van de Waddenzee ons land een aantal zoetwaterbekkens zal bezitten, dat het watertoerisme tot grote bloei kan brengen. Wij weten reeds hoezeer de Friese en Hollandse meren jaar lijks duizenden vakantiegangers trekken. In de naaste toekomst wordt dit merengebied aangevuld met de waterstroken, die naast de IJsselmeerpolders zullen blij ven bestaan. In Zeeland zal een aantal nieu we zoetwatermeren komen, wan neer het Haringvliet zal zijn af gesloten van de zee en ook Kranig mer en Oosterschelde geen ver binding meer met de Noordzee zullen hebben. Deze bekkens worden gevuld met zoet water uit de rivieren, waarmee de bo- demverzilting wordt tegenge gaan. Er ontstaan dus grote me ren ideale gebieden om de wa tersport te beoefenen. Zal dit toekomstbeeld '(eenmaal gecom pleteerd zijn met een geweldig Waddenmeer juist ten noorden van de afsluitdijk, waarbij de ei landen Texel, Vlieland, Terschel ling en Ameland tot 't vasteland gaan behoren, dan kunnen we 's zomers te kust en te keur gaan bij het zoeken naar het meest ideale watersportcentrum. Trekpleister voor buurlanden. Ook het vreemdelingenverkeer kan van de nieuwe situatie profiteren. Waterminnende Bel gen zullen het nieuwe Zeeland kunnen bevolken. Van België uit de Westerschelde oversteken,, is een kleine moeite. In die dagen zullen we misschien Hellevoet- sluis zien als een groot vakantie centrum met een sprookjesach tige haven voor zeil- en motor boten. Mogelijk hoeft Ierseke dan niet meer te treuren om de ver loren oestercultuur en zal dit ou de stadje nog de dag gaan toe juichen waarop de Oosterschelde van zee werd afgesloten. Ook En gelse watersportliefhebbers mo gen we daar dan verwachten. Friesland en de Wadden heb ben Noord-Duitsland en Scandi navië tot achterland en de meer centraal gelegen watersportcen tra hebben de Rijn als toevoer leiding. Dit zal het bijzonder aan trekkelijke van ons toekomstig waterland ziin, dat de verschil lende middelpunten van water toerisme ook onderling door wa terwegen zullen zijn verbonden. Men kan stellig niet zeggen dat de watersport in Nederland ver waarloosd wordt. Zij draagt zo'n slordige tien miljoen gulden bij in ons nationale inkomen. Maar voor een natie die vanouds als waterland in de historie geboek staafd heeft gestaan, is dit te weinig. In grote delen van ons vaderland, behalve Holland en Friesland, spreekt de watersport zoals roeien en zeilen onvoldoen de tot de verbeelding van de jeugd. Door wat meer propagan da en de accomodatie van het waterland te verbeteren, kan me nig hart voor deze gezonde be zigheid opengaan. Geen vervuiling meer- Hierbij vragen verschillende problemen öm een oplos sing. Het bestaande net van wa terwegen en meren moet nog eens kritisch worden beschouwd. Waar heeft men het water node loos laten vervuilen en op welke wijze kan daar verbetering in worden aangebracht Hier en daar zal men eens moeten bag geren. Elders vormen de water planten een belemmering voor een zorgeloos genieten. Zeer be langrijk zal het zijn dat hier en daar nieuwe verbindingen wor den tot stand gebracht om de watersport tegemoet te komen. Hiermee is het verlanglijstje van de watersport niet ten einde. Nieuwe watersportcentra zullen nieuwe jachthavens vragen. Er zullen botenloodsen en reparatie centra beschikbaar moeten zijn. Tal van gemeenten, die nu 's zo mers lampions en feestgroen in de straten hangen om vreemde lingen te trekken, zouden er mis schien goed aan doen om in de raadsvergaderingen te overwegen of van hun woonplaats geen wa tersportcentrum kan worden ge maakt, wanneer er water in de buurt is. Dit kan bevorderd wor den door soms kleine waterwe gen te verbeteren en een goede waterverbinding met 't centrum te scheppen wanneer het verkeer of de natuur gezorgd heeft voor een kanaal, rivier of stroompje. Een goed kampeercentrum aan het water is op vele plaatsen no dig. De gehele behuizing op en aan het water lijkt trouwens 'n enor me achterstand te hebben bij de woonaccomodatie in andere re creatiegebieden. De verzorgings centra treft men in watertoeris me zelden aan. Geen prikkeldraad Een moeilijk probleem is nog de vrije toegang tot 't water. Het is iets typisch Nederlands blijkbaar dat, wanneer men eige naar is van een stuk grond, om dan direct de toegang voor an deren te verbieden en te versper ren. In watergebieden treft men de landingsverboden tot in het water aan. Als wij ons op 't wa ter zullen ontspannen, moet men de oevers toegankelijk maken voor het publiek. Het is ons meer dan eens opgevallen dat de boerenstand hier een veel ruimer standpunt inneemt dan vele par ticulieren en zelfs overheden. Rijk, provincie en gemeente kunnen samenwerken tot herstel van de vrijheid op en aan het water. Ons watertoerisme kan een grote toekomst hebben. Door 't gebrek aan recreatie-ruimte te land. Door de uitbreiding van 't aantal meren, zoals wij beschre ven voor Zeeland en de Wadden. Door een toeneming van propa ganda. Tenslotte ook door meer welvaart. Want velen worden door gebrek aan voldoende geld er nog van weerhouden een zeil boot, motorboot of kano te ko pen. Uitbreiding van de sport en de technische vooruitgang zullen de helpende hand bieden bij prijsverlaging. Reeds snijden zo'n 20.000 zeil boten het wateroppervlak. Reeds woelen er een tienduizend boot motoren door meer of rivier. Moge hun aantal spoedig 'n veel voud bedragen, waarmee 'n duw in de rug wordt gegeven aan de scheepsbouwindustrie en de lief de van Neerlands jeugd voor het water en de zee opnieuw zal op vlammen tot vergroting van on ze volkskracht. Drs. H. (Nadruk verboden). DE WERELD ROND Het hart van de hele vrije wereld is opgesprongen toen be kend werd, dat de vier grote par tijbonzen Molotof, Malenkof, Sjepilof en Kaganowitsj door baas Kroesjef aan de dijk zijn ge zet. Nou zal 't wel beter gaan, was de eerste gedachte van de man in de straat en menigeen zal in 't warme bed gestapt zijn met de broederlijke omhelzing tussen Oost en West voor ogen. Hoe graag wij hen ook zouden willen laten slapen, ons beroep dwingt ons hen met ruwe vinger wakker te stoten. Ons treft in deze (nog) onbloedige paleis-re volutie te Moskou namelijk niet de toenadering der rode macht hebbers tot het Westen. Men ziet dit er alleen maar graag in, om dat ook hier de wens de vader van de gedachte is. Wij zijn door deze „verschuiving in de partij" eens te meer geschokt door de verbijsterende meedogenloosheid waarmee het communisme te werk gaat. De rode bloedbroe derschap, duizendmaal bedron ken en beklonken door Kroesjef en de vier gedoodverfden, is we derom van nul en gener waarde gebleken. Van steunpilaren der partij zijn deze vier op één woord van de slavenbaas geworden tot vijanden van het volk, waarvoor geen genade zal gelden. Voor on ze Westerse humane begrippen is een dergelijke „ontmaskering" eenvoudig onvoorstelbaar, maar voor het communisme is het de enige manier om elke oppositie onmogelijk te maken en het volk te doen blijven geloven in de goedheid en de onkreukbaarheid van de partij. Oppositie onder 't communisme is ten enenmale on mogelijk, omdat het een systeem is dat zich alleen kan handhaven door geweld en door uitroeiing van hen die een andere mening zijn toegedaan. De jongste om wenteling binnen de Russische partij moet dan ook niet worden gezien als een. prelude tot 'n toe nadering tot het Westen, want door een werkelijk openlijk en vrij contact met het Westen zou den de Russen de ogen open gaaq en de laatste dagen van 't com munisme geteld zijn. En dat is wel het laatste wat Kroesjef be oogt. Door deze „ontmaskering" heeft Kroesjef alleen zijn greep op het persoonlijk leiderschap verstevigd, waardoor hij, wellicht alléén de Russische politiek zal gaan bepalen. Een politiek die wellicht harder en dreigender zal zijn dan het goedmoedige volle maansgezicht dat hij zo graag aan de buitenwacht toont. Dat wij ongelijk moge hebben, is onze vurige wens. Omdat we ons iedere dag zit ten te vergapen aan de prestaties van Goddet's wielercircus, zou den we haast vergeten dat er ook nog andere mensen zijn, die op zienbarende dingen presteren. Neem nou b.v. opa van Klaveren uit het West-Friese Hauwert. Behalve wij heeft niemand er weet van gehad en opa zelf heeft het ook niet aan de grote klok gehangen. Toen dezer dagen zijn zuster in Zwijndrecht ziek werd, stapte de 80-jarige opa op een doodgewone fiets en peddelde herwaarts. Zonder geluidswagens met brullende reclames voor hor loges en limmenade voor en ach ter zich. Na zijn zuster een be zoek gebracht te hebben, fietste hij nog dezelfde dag naar Am sterdam, zette daar zijn fiets on de trein naar Hoorn en kocht zelf een kaartje naar deze feest vierende stad. Toen opa daar aankwam, was zijn fiets er nog niet. Hij wachtte en wachtte, maar wat er kwam, geen fiets. Toen werd het hem te bar. Hij keerde Hoorn de rug toe en tip pelde fluitend naar Hauwert, waar hij 's nachts om half drie arriveerde. Er lag niets op opa te wachten. Geen gele trui, zelfs geen groene, en geen 60.000 francs, geen stuiver zogezegd. Zelfs bet allerminste wat men in zo'n geval mag verwachten, was er niet een Miss met een kus. Zonder trui en zonder kus kroop opa in bed en was de volgende morgen om 9 uur weer aan het werken. Veel eerder dan welke Tour ook willen we dit onopgemerkt gebleven feit aan de vergetelheid ontrukken, waarbij we willen aantekenen dat we het misselijk vinden van alle Missen dat ze doodgemoedereerd door opa's aankomst ziin heengeslapen. Nu weten we wel dat er alles mis is aan een Miss die zo uit bed komt, j maar het had toch best even ge kund, want het was toch donker. Leve opa van Klaveren Gestookt van verse citroenschillen^ Dit citroentje pittig en puof is overheerlijk en niet duur! Het beste paard van (de Scbiedamsè) stal OPGE8ICHT.1711 ABONNEERT U OP EN ADVERTEERT IN „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" VRIJDAG 12 JULI 1957 DE ECHOMHEÏ 80e JAARGANG No. 55 Mijnhardt's Hoofdpijnpoeders. Doos 50 cent EERSTE ATOOMCENTRALE IN NEDERLAND KOMT BIJ GEERTRUIDENBERG. Binnen vijf jaar zal ook in Nederland de produktie beginnen van „atoom"-ener- gie voor vreedzaam gebruik. Dan zullen fa brieken draaien, treinen rijden, lampen schijnen, polders worden bemalen en huis houdelijke toestellen van wasmachine tot scheerapparaat hun werk doen, alle op de kracht van een nieuwe stroom, (op zichzelf overigens normale) elektriciteit, die echter niet zal zijn opgewekt met behulp van steenkool- of olieverbranding, doch met aan het wonderlijke element uranium ontsplitste hitte. De eerste centrale die deze kern energie gaat opwekken en leveren aan de verbruikers, wordt, zodra daartoe zal zijn besloten, op initiatief en voor rekening van de Provinciale Noordbrabantsche Electri- citeitsmaatschappij gebouwd in het polder land westelijk van Geertruidenberg, de ge meente waar, behalve de oude Donge-cen- trale, ook de Amercentrale van de PNEM staat en de derde centrale nog wordt ge bouwd, tot nog toe Nederlands onbetwist meest moderne elektriciteitsfabriek. Aan de oever van de Amer, zal de atoomcen trale gunstig liggen aan diep water. Het eigenlijke besluit tot de bouw moet het PNEM-bestuur nog nemen. Maar in afwachting van dit voor Nederland histo rische feit, vroeg de directie reeds bij en kele Engelse industriële comljinaties die kernreactoren maken, prijsopgave voor le vering van een reactor, zoals er in Calder Hall al ruim een jaar met goed gevolg een wordt geëxploiteerd. Het plan zit daarbij voor reeds in 1962 een reactor-annex- stroomopwekinstallatie in bedrijf te heb ben met een vermogen van minstens 100 duizend kiloWatt, misschien zelfs wel een van 150 duizend kW (welk vermogen vol doende is om een viertal steden ter grote van Eindhoven te gerieven). De bouw kosten zullen in het eerste geval ongeveer' 180 miljoen gulden belopen, in het twee de geval 250 miljoen. De bedoeling is voorts deze kolenbesparende centrale dag en nacht op vol vermogen te laten draaien. Met dien verstande dat het produktie-over- schot in nachtelijke en andere uren van ge ringe vraag tegen kostprijs wordt afgeno men door buur-centrales, die gedurende die uren hun eigen (kolen)bedrijf voor zo ver nodig kunnen stilleggen. DE C.B.O.Z. GAAT NIET AKKOORD MET VERHOOGDE TANDARTSEN HONORERING TOT 26.5 CT. PER MINUUT. Het bestuur van de Centrale Bond van Onderling Beheerde Ziekenfondsen heeft naar het mededeelt, met teleurstelling vastgesteld, dat de poging van minister Suurhof, om door arbitrage het conflict tussen tandartsen en ziekenfondsen tot spoedige oplossing te brengen, nog niet is geslaagd. De Bond acht dit des te betreu renswaardiger, aangezien alle bij het con flict be.trokken partijen zich in beginsel met arbitrage hadden verenigd. Met het aanbod van een aantal zieken fondsorganisaties om de tandheelkundige werkzaamheden te honoreren met een be drag van 26,5 cent per minuut, kan de C.B.O.Z. zich niet verenigen. Het bestuur van de bond herinnert er aan, dat de zie kenfondsorganisaties zich dit voorjaar na uitvoerige besprekingen en onderzoekingen bereid hebben verklaard een honorarium te aanvaarden, dat was gebaseerd op 25 cent per minuut. De C.B.O.Z. staat op het standpunt, dat met dit bedrag een redelijke honorering bij behandeling van uitsluitend ziekenfondsverzekerden neerkomende op 'n bruto-beloning van ongeveer f 30.000. - per jaar - aan de tandartsen werd aan geboden. De Bond acht het, gezien de con sequenties, welke dit ten aanzien van de door de verzekerden op te brengen pre mies met zich meebrengt, in geen enkel ge val verantwoord de medewerkers van de ziekenfondsen een hoger honorarium te bieden dan in feite verantwoord wordt ge acht. MOSKOU VERWERPT ONTWAPENINGSVOORSTELLEN, swnwffiïnipidii'iv-- ik De recente zuiveringen in de Sovjet-Unie hebben nog geen gunstige invloed gehad op de internationale ontwapeningsbespre kingen te Londen. In tegendeel - de Rus sische delegatieleider, Zorin, ging maan dag fel tekeer tegen alle voorstellen, die de westerse mogendheden de laatste we ken hebben ingediend. ROOFOVERVAL OP BENZINEPOMP- STATION AAN RIJKSWEG No. 2. Buit circa 8.000 gulden. Twee gemaskerde en met pistolen ge wapende jongemannen hebben maandag morgen omstreeks tien voor vier een roof overval gepleegd op het benzinepompsta tion aan de Rijksweg no. 2, Amsterdam - Utrecht, even voorbij de Utrechtse brug over de Amstel. Uit de geldlade namen de rovers de opbrengst van dit weekende, ca. 8.000 gulden, weg. De 30-jarige pompbe diende en een 53-jarige bromfietser, die kwam tanken, konden de politie een vrij duidelijk signalement van de jongeman ge ven. Dit werd direct aan de rijkspolitie langs deze weg en aan de politie te Utrecht, in welke richting het tweetal overvallers verdween, doorgegeven. Een der overvallers hield de pompbe diende en de bromfietser die juist kwam aanrijden om te tanken met zijn pistool in bedwang, terwijl de ander de geldlade lichtte. De jongelieden gingen zeer des kundig en grondig te werk; want zij ver nielden de telefoon en dreigden de pomp bediende en de bromfietser, dat zij 20 minuten in het kantoor moesten blijven, „anders zouden zij worden neergeschoten". Vanuit de achter het pompstation liggende struiken hebben de overvallers het gebouwtje beslopen en een hunner is daar bij in de daar lopende sloot terecht geko men, want hij was drijfnat. Er zijn ook sporen van kroos gevonden. Het tweetal is, vermoedelijk per auto, in de richting van de domstad verdwenen. Door het verbreken van de telefoonverbinding hadden zij een niet onaanzienlijke voorsprong op de politie. De jongemannen waren tussen de 22-25 jaar. Een was van flink postuur, 1,85 m lang en droeg een blauw overhemd; de tweede, lang 1.65 m, droeg een grijs col bert en een Duitse zwarte skipet. TOURINGCAR RAMDE BUSJE Twee doden. Twee militairen uit het garnizoen Utrecht werden gedood en een derde zwaar gewond, toen 't autohusje waarin zij met nog drie anderen zaten, maandagmiddag door een touringcar bij Hulshorst op de rijksweg Amersfoort Zwolle in de flank werd aan gereden. De touringcar moest uitwijken voor een voor hem rijdende bus, die plot seling sterk afremde. Bij deze manoeuvre werd het tegemoetkomende militaire busje door de touringcar aan de linkerzijde open gereten. De drie overige inzittenden van het busje werden licht gewond. Van de in zittenden van de touringcar liepen er en kelen onbeduidende verwondingen op. No. 21. Vervolg „VERGIFTIGINGEN". Vergiftiging via de ademhaling. Het inademen van vergiftige gassen, dampen of nevels (zeer fijn verdeelde vloeistof) kan, evenals de in onze vorige artikeltjes behandelde vergiften, min of meer ernstige storingen in ons organisme teweeg brengen. Evenals de reeds behan delde vergiftigingen, kunnen we ook de gasvergiftiging in verschillende soorten on derscheiden. Onder de eerste groep zou ik die gassen willen noemen, die op zich zelf niet scha delijk zijn, maar wanneer ze in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn toch ernstige storing en zelfs de dood kunnen veroor zaken. Deze gassen, zoals koolzuurgas, mijngas en moerasgassen, zijn op zichzelf weinig of niet giftig, doch zullen wanneer ze in grote hoeveelheid aanwezig zijn, de gewone lucht grotendeels verdringen. We krijgen dan bij de inademing niet voldoende zuurstof naar binnen. Bij een dergelijke gasvergiftiging zullen we dus vooral verstikkingsverschijnselen kunnen waarnemen. Een tweede groep, zoals benzol, zwavel koolstof en verschillende andere oplosmid delen, die in sneldrogende lijm en verf soorten gebruikt worden, oefenen hun scha delijke invloed vooral uit op de hersenen, zij veroorzaken een diepe verdoving, ver volgens bewusteloosheid, schijndood en tenslotte de dood. Een andere groep, die we gemakshalve groep drie kunnen noemen, zoals kolen damp, lichtgas en uitlaatgassen van een motor, bevatten alle een grote hoeveel heid van het zo gevaarlijke koolmonoxyde. Dit koolmonoxyde heeft de eigenschap zich heel gemakkelijk met de rode bloed lichaampjes in ons bloed te verbinden. Zoals U weet is het de taak van de rode bloedlichaampjes de zuurstof door ons li chaam te transporteren. Zijn die rode bloedlichaampjes echter reeds „geladen" met koolmonoxyde dan is er voor de zuur stof geen plaats meer, met het gevolg dat onze organen, spoedig aan een zuurstof tekort gaan lijden, steeds slechter zullen gaan functioneren en ten slotte geheel niet meer kunnen werken. Tot de vierde groep zouden we die gas sen kunnen rekenen die sterk prikkelend op de slijmvliezen werken. Deze gassen, zoals ammoniakgas, dat in koelkasten gebruikt wordt, en chloorgas, veroorzaken wanneer ze worden ingeademd een zodanige prikkeling op de slijmvliezen, dat deze gaan opzwellen en vocht afschei den. Hierdoor kan de ademhaling zo ern stig worden belemmert dat verstikking het gevolg daarvan is. Evenals er een grote verscheidenheid van gifgassen is, zijn ook de daardoor ont stane verschijnselen zeer uiteen lopend. Is de ingeademde hoeveelheid nog be trekkelijk gering, dan zal deze vaak nog niet dodelijk zijn, maar toch reeds zware hoofdpijn, misselijkheid, kloppende slapen, vermoeidheid en tenslotte bewusteloosheid veroorzaken. In 't algemeen zullen vergiftigings-ver- schijnselen gepaard gaan met bleekheid, doch bij koolmonoxyde-vergiftiging heeft de patiënt doorgaans een hoogrode kleur. Wil men bij een gasvergiftiging eerste hulp verlenen, neem dan vooral het vol- gencje goed in acht. Denk allereerst aan zelfbescherming, an ders is de kans groot dat er van helpen met veel terecht komt, doch dat het aan tal slachtoffers nog vergroot wordt. Ga zo mogelijk niet alleen naar binnen - en neem geen open vuur (een brandende lantaarn of sigaar of sigaret) mee. Als het donker is, gebruik dan een zak lantaarn, want ook het aanknippen van het elektrische licht kan reeds een ontploffing veroorzaken. Maak eerst zo mogelijk de ramen van buiten reeds open, desnoods door ze in te slaan (niet met de blote hand). Haal voor U naar binnen gaat eerst flink diep adem, houd dan de adem in tot U het openstaande raam bereikt heeft, steek het hoofd dan naar buiten, haal dan weer flink adem en probeer eerst dan de patiënt te bereiken. Tracht dan hem zo spoedig mogelijk eruit en in de frisse lucht te krijgen. Betreft het een lichtgas-ver- giftiging, Iaat dan intussen iemand anders de hoofdkraan dichtdraaien. Bevindt de patiënt zich in een kleine af gesloten ruimte, b.v. een tank of een ketel, dan mag de redder beslist niet naar bin nen gaan, als het blijkt dat de patiënt reeds zëer spoedig nadat hij in die ruimte gekomen is, bewusteloos werd, tenzij hij voorzien is van een ademhalingstoestel, dat zelf de benodigde, lucht verschaft (een gasmasker is in dit geval volkomen nutte loos). Hebt gij geen deugdelijk ademhalings- apparaat, dan kan men de patiënt misschien zolang in leven houden door een slang naar binnen tot vlak bij zijn mond te brengen en hem daardoor perslucht in het gezicht te blazen.. Zou de patiënt pas na een langer ver blijf in de kleine ruimte bewusteloos ge worden zijn, dan kan de redder zich even (hoogstens twee minuten) in die ruimte wa gen, doch alleen wanneer hij, door middel van een stevig touw, met een buiten die ruimte staande helper verbonden is. Zou hij dan ook onwel worden, dan kan hij toch nog naar buiten getrokken worden. In de ruimte moet de redder zo min mo gelijk van de lucht in zijn longen gebrui ken, hij moet zich dus niet inspannen, niet proberen de patiënt naar buiten te dragen. Beter is het, hem aan een touw vast te maken en hem zo naar buitgn te laten trekken. Heeft men de patiënt naar buiten kun nen krijgen, dan is het met het oog op zijn zuurstof-tekort nodig, hem zo weinig mogelijk te laten bewegen, en hem te laten liggen. Houd hem dan warm en geef hem warm drinken, en wanneer hij schijndood is of U bijna geen ademhaling meer kunt waar nemen, pas dan kunstmatige ademhaling toe. Bedenk echter wel, dat bij prikkelende gassen nooit kunstmatige ademhaling mag worden toegepast.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 5