Waalwijkse en Langstraatse Courant
BINNEN- EN BUITENLAND
Een praatje over E.H.B.O.
„DE GRAAUWE HENGST
STASSAR
BRILLEN
WAALWIJK
'akantietoekomót op 't water.
HOOFDPIJN?
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p. p.
Advertentieprijs;
10 cent per mm.
Contract- advertenties
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205,
WAALWIJK TEL. 2621
KAATSHEUVEL
TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR
OPGERICHT 1878
TEL.-ADRES: ..ECHO"
Nederland is het tijdperk be
gonnen waarin wij in toene
mende mate zullen worstelen
met een gebrek aan recreatie
ruimte. Reeds heeft iedereen, die
een bijzondere liefde koestert
voor de natuur, zich georgani
seerd in verenigingen, die vech
ten voor het behoud van natuur
schoon en-«lies wat daarmee sa
menhangt.
De strijd om de laatste duizen
den vierkante meters grond is
reeds ontbrand rond het behoud
van het nationale park „De Ho
ge Veluwe", dat met recht voor
een van onze mooiste natuurre
servaten doorgaat. Het ministe
rie van oorlog wil beslag leggen
op een deel van het park ten be
hoeve van het vliegveld Deelen,
reeds afgeknabbeld van dit nati
onale park en dat voorbestemd
is als basis voor straaljagers.
Hoe deze strijd zal eindigen, is
niet bekend, maar zij vormt een
treffend beeld van het dreigend
tekort aan recreatieruimte.
Waar zullen wij ons in de toe
komst gedurende de vakantietijd
ontspannen, wanneer we niet
naar het buitenland gaan Ons
eigen dierbaar plekje grond zal
onvoldoende ruimte bieden.
Het antwoord op deze vraag
ligt in de lijn der historie. Wij
gaan het water op. Steeds wan
neer wij land te kort kwamen,
hebben we het water aangespro
ken, meestal in de vorm van een
gevecht, waarin we enkele meren
of zelfs een zee droog legden
(Zuiderzee). Ditmaal houden we
het water te vriend en kiezen we
de overgebleven zoetwatergebie-
den als centra van watertoeris
me.
Daar ligt onze kans.
J)e gedachte is niet nieuw.
Nog niet lang geleden heeft
de Rijksdienst voor het Nationa
le Plan onder de titel„recreatie
te water" een rapport het licht
doen zien, dat onze kansen voor
de watersport naar voren brengt.
Er wordt op gewezen dat na het
tot stand komen van de IJssel-
meerpolders en het Deltaplan,
met in een verder verschiet de
gedeeltelijke inpoldering van de
Waddenzee ons land een aantal
zoetwaterbekkens zal bezitten,
dat het watertoerisme tot grote
bloei kan brengen.
Wij weten reeds hoezeer de
Friese en Hollandse meren jaar
lijks duizenden vakantiegangers
trekken. In de naaste toekomst
wordt dit merengebied aangevuld
met de waterstroken, die naast
de IJsselmeerpolders zullen blij
ven bestaan.
In Zeeland zal een aantal nieu
we zoetwatermeren komen, wan
neer het Haringvliet zal zijn af
gesloten van de zee en ook Kranig
mer en Oosterschelde geen ver
binding meer met de Noordzee
zullen hebben. Deze bekkens
worden gevuld met zoet water
uit de rivieren, waarmee de bo-
demverzilting wordt tegenge
gaan. Er ontstaan dus grote me
ren ideale gebieden om de wa
tersport te beoefenen. Zal dit
toekomstbeeld '(eenmaal gecom
pleteerd zijn met een geweldig
Waddenmeer juist ten noorden
van de afsluitdijk, waarbij de ei
landen Texel, Vlieland, Terschel
ling en Ameland tot 't vasteland
gaan behoren, dan kunnen we
's zomers te kust en te keur gaan
bij het zoeken naar het meest
ideale watersportcentrum.
Trekpleister voor buurlanden.
Ook het vreemdelingenverkeer
kan van de nieuwe situatie
profiteren. Waterminnende Bel
gen zullen het nieuwe Zeeland
kunnen bevolken. Van België uit
de Westerschelde oversteken,, is
een kleine moeite. In die dagen
zullen we misschien Hellevoet-
sluis zien als een groot vakantie
centrum met een sprookjesach
tige haven voor zeil- en motor
boten. Mogelijk hoeft Ierseke dan
niet meer te treuren om de ver
loren oestercultuur en zal dit ou
de stadje nog de dag gaan toe
juichen waarop de Oosterschelde
van zee werd afgesloten. Ook En
gelse watersportliefhebbers mo
gen we daar dan verwachten.
Friesland en de Wadden heb
ben Noord-Duitsland en Scandi
navië tot achterland en de meer
centraal gelegen watersportcen
tra hebben de Rijn als toevoer
leiding. Dit zal het bijzonder aan
trekkelijke van ons toekomstig
waterland ziin, dat de verschil
lende middelpunten van water
toerisme ook onderling door wa
terwegen zullen zijn verbonden.
Men kan stellig niet zeggen dat
de watersport in Nederland ver
waarloosd wordt. Zij draagt zo'n
slordige tien miljoen gulden bij
in ons nationale inkomen. Maar
voor een natie die vanouds als
waterland in de historie geboek
staafd heeft gestaan, is dit te
weinig. In grote delen van ons
vaderland, behalve Holland en
Friesland, spreekt de watersport
zoals roeien en zeilen onvoldoen
de tot de verbeelding van de
jeugd. Door wat meer propagan
da en de accomodatie van het
waterland te verbeteren, kan me
nig hart voor deze gezonde be
zigheid opengaan.
Geen vervuiling meer-
Hierbij vragen verschillende
problemen öm een oplos
sing. Het bestaande net van wa
terwegen en meren moet nog
eens kritisch worden beschouwd.
Waar heeft men het water node
loos laten vervuilen en op welke
wijze kan daar verbetering in
worden aangebracht Hier en
daar zal men eens moeten bag
geren. Elders vormen de water
planten een belemmering voor
een zorgeloos genieten. Zeer be
langrijk zal het zijn dat hier en
daar nieuwe verbindingen wor
den tot stand gebracht om de
watersport tegemoet te komen.
Hiermee is het verlanglijstje
van de watersport niet ten einde.
Nieuwe watersportcentra zullen
nieuwe jachthavens vragen. Er
zullen botenloodsen en reparatie
centra beschikbaar moeten zijn.
Tal van gemeenten, die nu 's zo
mers lampions en feestgroen in
de straten hangen om vreemde
lingen te trekken, zouden er mis
schien goed aan doen om in de
raadsvergaderingen te overwegen
of van hun woonplaats geen wa
tersportcentrum kan worden ge
maakt, wanneer er water in de
buurt is. Dit kan bevorderd wor
den door soms kleine waterwe
gen te verbeteren en een goede
waterverbinding met 't centrum
te scheppen wanneer het verkeer
of de natuur gezorgd heeft voor
een kanaal, rivier of stroompje.
Een goed kampeercentrum aan
het water is op vele plaatsen no
dig.
De gehele behuizing op en aan
het water lijkt trouwens 'n enor
me achterstand te hebben bij de
woonaccomodatie in andere re
creatiegebieden. De verzorgings
centra treft men in watertoeris
me zelden aan.
Geen prikkeldraad
Een moeilijk probleem is nog
de vrije toegang tot 't water.
Het is iets typisch Nederlands
blijkbaar dat, wanneer men eige
naar is van een stuk grond, om
dan direct de toegang voor an
deren te verbieden en te versper
ren. In watergebieden treft men
de landingsverboden tot in het
water aan. Als wij ons op 't wa
ter zullen ontspannen, moet men
de oevers toegankelijk maken
voor het publiek. Het is ons
meer dan eens opgevallen dat de
boerenstand hier een veel ruimer
standpunt inneemt dan vele par
ticulieren en zelfs overheden.
Rijk, provincie en gemeente
kunnen samenwerken tot herstel
van de vrijheid op en aan het
water.
Ons watertoerisme kan een
grote toekomst hebben. Door 't
gebrek aan recreatie-ruimte te
land. Door de uitbreiding van 't
aantal meren, zoals wij beschre
ven voor Zeeland en de Wadden.
Door een toeneming van propa
ganda. Tenslotte ook door meer
welvaart. Want velen worden
door gebrek aan voldoende geld
er nog van weerhouden een zeil
boot, motorboot of kano te ko
pen. Uitbreiding van de sport en
de technische vooruitgang zullen
de helpende hand bieden bij
prijsverlaging.
Reeds snijden zo'n 20.000 zeil
boten het wateroppervlak. Reeds
woelen er een tienduizend boot
motoren door meer of rivier.
Moge hun aantal spoedig 'n veel
voud bedragen, waarmee 'n duw
in de rug wordt gegeven aan de
scheepsbouwindustrie en de lief
de van Neerlands jeugd voor het
water en de zee opnieuw zal op
vlammen tot vergroting van on
ze volkskracht.
Drs. H.
(Nadruk verboden).
DE WERELD ROND
Het hart van de hele vrije
wereld is opgesprongen toen be
kend werd, dat de vier grote par
tijbonzen Molotof, Malenkof,
Sjepilof en Kaganowitsj door
baas Kroesjef aan de dijk zijn ge
zet. Nou zal 't wel beter gaan,
was de eerste gedachte van de
man in de straat en menigeen
zal in 't warme bed gestapt zijn
met de broederlijke omhelzing
tussen Oost en West voor ogen.
Hoe graag wij hen ook zouden
willen laten slapen, ons beroep
dwingt ons hen met ruwe vinger
wakker te stoten. Ons treft in
deze (nog) onbloedige paleis-re
volutie te Moskou namelijk niet
de toenadering der rode macht
hebbers tot het Westen. Men ziet
dit er alleen maar graag in, om
dat ook hier de wens de vader
van de gedachte is. Wij zijn door
deze „verschuiving in de partij"
eens te meer geschokt door de
verbijsterende meedogenloosheid
waarmee het communisme te
werk gaat. De rode bloedbroe
derschap, duizendmaal bedron
ken en beklonken door Kroesjef
en de vier gedoodverfden, is we
derom van nul en gener waarde
gebleken. Van steunpilaren der
partij zijn deze vier op één woord
van de slavenbaas geworden tot
vijanden van het volk, waarvoor
geen genade zal gelden. Voor on
ze Westerse humane begrippen
is een dergelijke „ontmaskering"
eenvoudig onvoorstelbaar, maar
voor het communisme is het de
enige manier om elke oppositie
onmogelijk te maken en het volk
te doen blijven geloven in de
goedheid en de onkreukbaarheid
van de partij. Oppositie onder 't
communisme is ten enenmale on
mogelijk, omdat het een systeem
is dat zich alleen kan handhaven
door geweld en door uitroeiing
van hen die een andere mening
zijn toegedaan. De jongste om
wenteling binnen de Russische
partij moet dan ook niet worden
gezien als een. prelude tot 'n toe
nadering tot het Westen, want
door een werkelijk openlijk en
vrij contact met het Westen zou
den de Russen de ogen open gaaq
en de laatste dagen van 't com
munisme geteld zijn. En dat is
wel het laatste wat Kroesjef be
oogt. Door deze „ontmaskering"
heeft Kroesjef alleen zijn greep
op het persoonlijk leiderschap
verstevigd, waardoor hij, wellicht
alléén de Russische politiek zal
gaan bepalen. Een politiek die
wellicht harder en dreigender zal
zijn dan het goedmoedige volle
maansgezicht dat hij zo graag
aan de buitenwacht toont.
Dat wij ongelijk moge hebben,
is onze vurige wens.
Omdat we ons iedere dag zit
ten te vergapen aan de prestaties
van Goddet's wielercircus, zou
den we haast vergeten dat er ook
nog andere mensen zijn, die op
zienbarende dingen presteren.
Neem nou b.v. opa van Klaveren
uit het West-Friese Hauwert.
Behalve wij heeft niemand er
weet van gehad en opa zelf heeft
het ook niet aan de grote klok
gehangen. Toen dezer dagen zijn
zuster in Zwijndrecht ziek werd,
stapte de 80-jarige opa op een
doodgewone fiets en peddelde
herwaarts. Zonder geluidswagens
met brullende reclames voor hor
loges en limmenade voor en ach
ter zich. Na zijn zuster een be
zoek gebracht te hebben, fietste
hij nog dezelfde dag naar Am
sterdam, zette daar zijn fiets on
de trein naar Hoorn en kocht
zelf een kaartje naar deze feest
vierende stad. Toen opa daar
aankwam, was zijn fiets er nog
niet. Hij wachtte en wachtte,
maar wat er kwam, geen fiets.
Toen werd het hem te bar. Hij
keerde Hoorn de rug toe en tip
pelde fluitend naar Hauwert,
waar hij 's nachts om half drie
arriveerde. Er lag niets op opa
te wachten. Geen gele trui, zelfs
geen groene, en geen 60.000
francs, geen stuiver zogezegd.
Zelfs bet allerminste wat men in
zo'n geval mag verwachten, was
er niet een Miss met een kus.
Zonder trui en zonder kus kroop
opa in bed en was de volgende
morgen om 9 uur weer aan het
werken.
Veel eerder dan welke Tour
ook willen we dit onopgemerkt
gebleven feit aan de vergetelheid
ontrukken, waarbij we willen
aantekenen dat we het misselijk
vinden van alle Missen dat ze
doodgemoedereerd door opa's
aankomst ziin heengeslapen. Nu
weten we wel dat er alles mis is
aan een Miss die zo uit bed komt, j
maar het had toch best even ge
kund, want het was toch donker.
Leve opa van Klaveren
Gestookt van
verse citroenschillen^
Dit citroentje pittig en puof
is overheerlijk en niet duur!
Het beste paard van
(de Scbiedamsè) stal
OPGE8ICHT.1711
ABONNEERT U OP EN
ADVERTEERT IN
„DE ECHO VAN HET
ZUIDEN"
VRIJDAG 12 JULI 1957
DE ECHOMHEÏ
80e JAARGANG No. 55
Mijnhardt's Hoofdpijnpoeders. Doos 50 cent
EERSTE ATOOMCENTRALE IN
NEDERLAND KOMT BIJ
GEERTRUIDENBERG.
Binnen vijf jaar zal ook in Nederland
de produktie beginnen van „atoom"-ener-
gie voor vreedzaam gebruik. Dan zullen fa
brieken draaien, treinen rijden, lampen
schijnen, polders worden bemalen en huis
houdelijke toestellen van wasmachine tot
scheerapparaat hun werk doen, alle op de
kracht van een nieuwe stroom, (op zichzelf
overigens normale) elektriciteit, die echter
niet zal zijn opgewekt met behulp van
steenkool- of olieverbranding, doch met aan
het wonderlijke element uranium ontsplitste
hitte. De eerste centrale die deze kern
energie gaat opwekken en leveren aan de
verbruikers, wordt, zodra daartoe zal zijn
besloten, op initiatief en voor rekening van
de Provinciale Noordbrabantsche Electri-
citeitsmaatschappij gebouwd in het polder
land westelijk van Geertruidenberg, de ge
meente waar, behalve de oude Donge-cen-
trale, ook de Amercentrale van de PNEM
staat en de derde centrale nog wordt ge
bouwd, tot nog toe Nederlands onbetwist
meest moderne elektriciteitsfabriek. Aan
de oever van de Amer, zal de atoomcen
trale gunstig liggen aan diep water.
Het eigenlijke besluit tot de bouw moet
het PNEM-bestuur nog nemen. Maar in
afwachting van dit voor Nederland histo
rische feit, vroeg de directie reeds bij en
kele Engelse industriële comljinaties die
kernreactoren maken, prijsopgave voor le
vering van een reactor, zoals er in Calder
Hall al ruim een jaar met goed gevolg een
wordt geëxploiteerd. Het plan zit daarbij
voor reeds in 1962 een reactor-annex-
stroomopwekinstallatie in bedrijf te heb
ben met een vermogen van minstens 100
duizend kiloWatt, misschien zelfs wel een
van 150 duizend kW (welk vermogen vol
doende is om een viertal steden ter grote
van Eindhoven te gerieven). De bouw
kosten zullen in het eerste geval ongeveer'
180 miljoen gulden belopen, in het twee
de geval 250 miljoen. De bedoeling is
voorts deze kolenbesparende centrale dag
en nacht op vol vermogen te laten draaien.
Met dien verstande dat het produktie-over-
schot in nachtelijke en andere uren van ge
ringe vraag tegen kostprijs wordt afgeno
men door buur-centrales, die gedurende
die uren hun eigen (kolen)bedrijf voor zo
ver nodig kunnen stilleggen.
DE C.B.O.Z. GAAT NIET AKKOORD
MET VERHOOGDE TANDARTSEN
HONORERING TOT 26.5 CT.
PER MINUUT.
Het bestuur van de Centrale Bond van
Onderling Beheerde Ziekenfondsen heeft
naar het mededeelt, met teleurstelling
vastgesteld, dat de poging van minister
Suurhof, om door arbitrage het conflict
tussen tandartsen en ziekenfondsen tot
spoedige oplossing te brengen, nog niet is
geslaagd. De Bond acht dit des te betreu
renswaardiger, aangezien alle bij het con
flict be.trokken partijen zich in beginsel met
arbitrage hadden verenigd.
Met het aanbod van een aantal zieken
fondsorganisaties om de tandheelkundige
werkzaamheden te honoreren met een be
drag van 26,5 cent per minuut, kan de
C.B.O.Z. zich niet verenigen. Het bestuur
van de bond herinnert er aan, dat de zie
kenfondsorganisaties zich dit voorjaar na
uitvoerige besprekingen en onderzoekingen
bereid hebben verklaard een honorarium te
aanvaarden, dat was gebaseerd op 25 cent
per minuut. De C.B.O.Z. staat op het
standpunt, dat met dit bedrag een redelijke
honorering bij behandeling van uitsluitend
ziekenfondsverzekerden neerkomende op 'n
bruto-beloning van ongeveer f 30.000. -
per jaar - aan de tandartsen werd aan
geboden. De Bond acht het, gezien de con
sequenties, welke dit ten aanzien van de
door de verzekerden op te brengen pre
mies met zich meebrengt, in geen enkel ge
val verantwoord de medewerkers van de
ziekenfondsen een hoger honorarium te
bieden dan in feite verantwoord wordt ge
acht.
MOSKOU VERWERPT
ONTWAPENINGSVOORSTELLEN,
swnwffiïnipidii'iv-- ik
De recente zuiveringen in de Sovjet-Unie
hebben nog geen gunstige invloed gehad
op de internationale ontwapeningsbespre
kingen te Londen. In tegendeel - de Rus
sische delegatieleider, Zorin, ging maan
dag fel tekeer tegen alle voorstellen, die
de westerse mogendheden de laatste we
ken hebben ingediend.
ROOFOVERVAL OP BENZINEPOMP-
STATION AAN RIJKSWEG No. 2.
Buit circa 8.000 gulden.
Twee gemaskerde en met pistolen ge
wapende jongemannen hebben maandag
morgen omstreeks tien voor vier een roof
overval gepleegd op het benzinepompsta
tion aan de Rijksweg no. 2, Amsterdam -
Utrecht, even voorbij de Utrechtse brug
over de Amstel. Uit de geldlade namen de
rovers de opbrengst van dit weekende, ca.
8.000 gulden, weg. De 30-jarige pompbe
diende en een 53-jarige bromfietser, die
kwam tanken, konden de politie een vrij
duidelijk signalement van de jongeman ge
ven. Dit werd direct aan de rijkspolitie
langs deze weg en aan de politie te Utrecht,
in welke richting het tweetal overvallers
verdween, doorgegeven.
Een der overvallers hield de pompbe
diende en de bromfietser die juist kwam
aanrijden om te tanken met zijn pistool in
bedwang, terwijl de ander de geldlade
lichtte. De jongelieden gingen zeer des
kundig en grondig te werk; want zij ver
nielden de telefoon en dreigden de pomp
bediende en de bromfietser, dat zij 20
minuten in het kantoor moesten blijven,
„anders zouden zij worden neergeschoten".
Vanuit de achter het pompstation
liggende struiken hebben de overvallers het
gebouwtje beslopen en een hunner is daar
bij in de daar lopende sloot terecht geko
men, want hij was drijfnat. Er zijn ook
sporen van kroos gevonden. Het tweetal is,
vermoedelijk per auto, in de richting van
de domstad verdwenen. Door het verbreken
van de telefoonverbinding hadden zij een
niet onaanzienlijke voorsprong op de politie.
De jongemannen waren tussen de 22-25
jaar. Een was van flink postuur, 1,85 m
lang en droeg een blauw overhemd; de
tweede, lang 1.65 m, droeg een grijs col
bert en een Duitse zwarte skipet.
TOURINGCAR RAMDE BUSJE
Twee doden.
Twee militairen uit het garnizoen Utrecht
werden gedood en een derde zwaar gewond,
toen 't autohusje waarin zij met nog drie
anderen zaten, maandagmiddag door een
touringcar bij Hulshorst op de rijksweg
Amersfoort Zwolle in de flank werd aan
gereden. De touringcar moest uitwijken
voor een voor hem rijdende bus, die plot
seling sterk afremde. Bij deze manoeuvre
werd het tegemoetkomende militaire busje
door de touringcar aan de linkerzijde open
gereten. De drie overige inzittenden van
het busje werden licht gewond. Van de in
zittenden van de touringcar liepen er en
kelen onbeduidende verwondingen op.
No. 21.
Vervolg „VERGIFTIGINGEN".
Vergiftiging via de ademhaling.
Het inademen van vergiftige gassen,
dampen of nevels (zeer fijn verdeelde
vloeistof) kan, evenals de in onze vorige
artikeltjes behandelde vergiften, min of
meer ernstige storingen in ons organisme
teweeg brengen. Evenals de reeds behan
delde vergiftigingen, kunnen we ook de
gasvergiftiging in verschillende soorten on
derscheiden.
Onder de eerste groep zou ik die gassen
willen noemen, die op zich zelf niet scha
delijk zijn, maar wanneer ze in voldoende
hoeveelheid aanwezig zijn toch ernstige
storing en zelfs de dood kunnen veroor
zaken.
Deze gassen, zoals koolzuurgas, mijngas
en moerasgassen, zijn op zichzelf weinig of
niet giftig, doch zullen wanneer ze in grote
hoeveelheid aanwezig zijn, de gewone lucht
grotendeels verdringen.
We krijgen dan bij de inademing niet
voldoende zuurstof naar binnen. Bij een
dergelijke gasvergiftiging zullen we dus
vooral verstikkingsverschijnselen kunnen
waarnemen.
Een tweede groep, zoals benzol, zwavel
koolstof en verschillende andere oplosmid
delen, die in sneldrogende lijm en verf
soorten gebruikt worden, oefenen hun scha
delijke invloed vooral uit op de hersenen,
zij veroorzaken een diepe verdoving, ver
volgens bewusteloosheid, schijndood en
tenslotte de dood.
Een andere groep, die we gemakshalve
groep drie kunnen noemen, zoals kolen
damp, lichtgas en uitlaatgassen van een
motor, bevatten alle een grote hoeveel
heid van het zo gevaarlijke koolmonoxyde.
Dit koolmonoxyde heeft de eigenschap
zich heel gemakkelijk met de rode bloed
lichaampjes in ons bloed te verbinden.
Zoals U weet is het de taak van de rode
bloedlichaampjes de zuurstof door ons li
chaam te transporteren. Zijn die rode
bloedlichaampjes echter reeds „geladen"
met koolmonoxyde dan is er voor de zuur
stof geen plaats meer, met het gevolg dat
onze organen, spoedig aan een zuurstof
tekort gaan lijden, steeds slechter zullen
gaan functioneren en ten slotte geheel niet
meer kunnen werken.
Tot de vierde groep zouden we die gas
sen kunnen rekenen die sterk prikkelend op
de slijmvliezen werken.
Deze gassen, zoals ammoniakgas, dat in
koelkasten gebruikt wordt, en chloorgas,
veroorzaken wanneer ze worden ingeademd
een zodanige prikkeling op de slijmvliezen,
dat deze gaan opzwellen en vocht afschei
den. Hierdoor kan de ademhaling zo ern
stig worden belemmert dat verstikking het
gevolg daarvan is.
Evenals er een grote verscheidenheid
van gifgassen is, zijn ook de daardoor ont
stane verschijnselen zeer uiteen lopend.
Is de ingeademde hoeveelheid nog be
trekkelijk gering, dan zal deze vaak nog
niet dodelijk zijn, maar toch reeds zware
hoofdpijn, misselijkheid, kloppende slapen,
vermoeidheid en tenslotte bewusteloosheid
veroorzaken.
In 't algemeen zullen vergiftigings-ver-
schijnselen gepaard gaan met bleekheid,
doch bij koolmonoxyde-vergiftiging heeft
de patiënt doorgaans een hoogrode kleur.
Wil men bij een gasvergiftiging eerste
hulp verlenen, neem dan vooral het vol-
gencje goed in acht.
Denk allereerst aan zelfbescherming, an
ders is de kans groot dat er van helpen
met veel terecht komt, doch dat het aan
tal slachtoffers nog vergroot wordt.
Ga zo mogelijk niet alleen naar binnen -
en neem geen open vuur (een brandende
lantaarn of sigaar of sigaret) mee.
Als het donker is, gebruik dan een zak
lantaarn, want ook het aanknippen van het
elektrische licht kan reeds een ontploffing
veroorzaken.
Maak eerst zo mogelijk de ramen van
buiten reeds open, desnoods door ze in te
slaan (niet met de blote hand).
Haal voor U naar binnen gaat eerst
flink diep adem, houd dan de adem in tot
U het openstaande raam bereikt heeft,
steek het hoofd dan naar buiten, haal dan
weer flink adem en probeer eerst dan de
patiënt te bereiken. Tracht dan hem zo
spoedig mogelijk eruit en in de frisse lucht
te krijgen. Betreft het een lichtgas-ver-
giftiging, Iaat dan intussen iemand anders
de hoofdkraan dichtdraaien.
Bevindt de patiënt zich in een kleine af
gesloten ruimte, b.v. een tank of een ketel,
dan mag de redder beslist niet naar bin
nen gaan, als het blijkt dat de patiënt
reeds zëer spoedig nadat hij in die ruimte
gekomen is, bewusteloos werd, tenzij hij
voorzien is van een ademhalingstoestel, dat
zelf de benodigde, lucht verschaft (een
gasmasker is in dit geval volkomen nutte
loos).
Hebt gij geen deugdelijk ademhalings-
apparaat, dan kan men de patiënt misschien
zolang in leven houden door een slang naar
binnen tot vlak bij zijn mond te brengen
en hem daardoor perslucht in het gezicht
te blazen..
Zou de patiënt pas na een langer ver
blijf in de kleine ruimte bewusteloos ge
worden zijn, dan kan de redder zich even
(hoogstens twee minuten) in die ruimte wa
gen, doch alleen wanneer hij, door middel
van een stevig touw, met een buiten die
ruimte staande helper verbonden is.
Zou hij dan ook onwel worden, dan kan
hij toch nog naar buiten getrokken worden.
In de ruimte moet de redder zo min mo
gelijk van de lucht in zijn longen gebrui
ken, hij moet zich dus niet inspannen, niet
proberen de patiënt naar buiten te dragen.
Beter is het, hem aan een touw vast te
maken en hem zo naar buitgn te laten
trekken.
Heeft men de patiënt naar buiten kun
nen krijgen, dan is het met het oog op
zijn zuurstof-tekort nodig, hem zo weinig
mogelijk te laten bewegen, en hem te laten
liggen.
Houd hem dan warm en geef hem warm
drinken, en wanneer hij schijndood is of U
bijna geen ademhaling meer kunt waar
nemen, pas dan kunstmatige ademhaling
toe.
Bedenk echter wel, dat bij prikkelende
gassen nooit kunstmatige ademhaling mag
worden toegepast.