Mr. Dr. VAN SPAEND0NCK SPRAK OVER
EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP
Waalwijkse en Langstraatse Courant
ZENUWRUST
Pre-adviezen Gemeenteraad Sprang-Capelle.
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1957
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Autoon Tieien
jan tielen
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
80e JAARGANG No. 72
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p. p.
Advertentieprijs:
10 cent per mm.
Contract-advertenties:
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR. 8
OPGERICHT 1878
TEL.-ADRES„ECHO"
In het restaurant „De Efte
ling" had maandagmiddag een
vergadering plaats van de geza
menlijke Kamers van Koophan
del en Fabrieken in Noord-Bra
bant, uitgeschreven door het
thans in Waalwijk gevestigde
Provinciaal Bureau van deze
Kamers.
In zijn openingswoord gaf de
voorzitter, he heer J. van Hees
been, uiting aan zijn voldoening
over de talrijke opkomst, waar
uit z.i. wel mocht blijken, dat
het Bureau met een inleiding
van mir. dr. B. J. M. van, Spaen
donck over „De Europese Eco
nomische Gemeenschap" wel in
de roos geschoten had. In korte
trekken schetste de voorzitter
vervolgens de grote betekenis
van dè E.E.G. Europa immers
heeft tengevolge vooral van twee
wereldoorlogen, die enorm veel
mankracht en miljarden gul
dens heeft verslonden, zijn lei
dende industriële positie verlo
ren. Deze achteruitgang is nog
sterker tot uiting gekomen door
de snelle opkomst van de Vere
nigde Staten, die deze leidende
industriële positie thans hebben
overgenomen. Het zijn echter
niet alleen de V.S., die Europa
in dit opzicht bedreigen, ook in
het Oosten (Rusland c.a.) heeft
niet alleen de zware industrie de
Europese geheel overvleugeld,
maar zal binnen afzienbare tijd
ook de industrie op consumptie-
gebied een zeer grote vlucht ne
men en een enorme concurren
tie voor de Europese vormen.
Het is zaak, dat Europa alles in
het werk stelt om aan deze con
currentie het hoofdte bieden.
De realisering van de E,E.G.
brengt echter vele problemen
met 'zich mee, aldus de voorzit
ter, die daarmee het woord gaf
aan de spreker van deze hoogst
interessante bijeenkomst, mr.
dr. van Spaendonck, die in zijn
lezing enkele belangrijke aspec
ten van de E.E.G. uitvoerig be
lichtte.
Doel.
Het doel van de E.EG. is als
volgt in het E.E.G.-verdrag ge
preciseerd „De Gemeenschap
heeft tot taak, door het instellen
van 'n gemeenschappelijke markt
en door het geleidelijk tot elkaar
brengen van het economisch be
leid van de Lid-Staten te bevor
deren de harmonische ontwik
keling van de economische ac
tiviteit. binnen de gehele gemeen
schap, in gestadige en evenwich
tige expansie, een grotere stabi
liteit, een toenemende verbete
ring van de levensstandaard en
nauwere betrekkingen tussen de
in de Gemeenschap verenigde
staten." Het is nu duidelijk, dat
bij realisering van een zodanige
gemeenschappelijke markt zich
een aantal bijzonder belangrijke
problemen voor doen, waarvan
als de belangrijkste te noemen
zijn
a) de afschaffing tussen de
lid-staten van de douanerechten
en de kwantitatieve beperkingen
bij in- en uitvoer van goederen,
alsmede van alle overige maat
regelen van gelijke werking.
b) de invoering van een ge
meenschappelijk douane-tarief
en van een gemeenschappelijke
.handelspolitiek ten opzichte van
derde staten.
c) de verwijdering tussen de
lid-staten van hinderpalen voor
het vrije verkeer van personen,
diensten en kapitaal.
Keerpunt.
Men moet het Eurombrktver-
drag zien als' een keerpunt iri de
handelspolitieke ontwikkeling,
waarbij men er in is geslaagd om
twee veelal scherp tegenover el
kaar staande opvattingen het
bandhaven van de onvoorwaar
delijke meestbegunstigingsclau-
sule enerzijds en het principe
der wederkerigheid anderzijds
tot elkaar te brengen.
Het is duidelijk, dat het Euro-
marktverdrag stoelt op het be
ginsel van de wederkerigheid,
be; partner] anden verbinden zich
tegenover elkaar tot afbraak van
de tarieven en opheffing der
kwantitatieve invoerbeperkingen.
Voor de staten, die geen deelge
noot in het verdrag zijn. zal een
gemeenschappelijk buitentarief
de vrije toegang tot de gemeen
schappelijke markt belemmeren.
Benelux en E.E.G.
Het spreekt vanzelf, zo zei
m,r. dr. van Spaendonck verder,
dat wanneer wij ons een oordeel
gaan vormen over de toekomsti
ge Euromarkt, wij te rade gaan
bij de ervaringen, die wij met
de Benelux hebben opgedaan.
Dat de Benelux ons weinig voor
deel zou hebben gebracht, logen
strafte spr. o.m. met de volgen
de cijfers. De Nederlandse invoer
uit België bedroeg in 1938 162
miljoen gulden en in 1956 2650
miljoen. Onze uitvoer naar Bel
gië bedroeg in 1938 106 miljoen
gulden en was in 1956 gestegen
lot 1605 miljoen. Het totale in-
terbenelux-handelsverkeer lag
dus in 1956 ruim 15 maal zo
hoog als in 1938. De Benelux
neemt thans met IIV2 miljard
dollar de vierde plaats in in<de
totale wereldhandel achter de
V.S., Engeland en Wst-Duits-
land.
Overigens zijn er wel enkele
zeer belangrijke verschillen tus
sen de wijze, waarop de Benelux
is gegroeid en de wijze, waarop
de ElE.G. tot stand zal worden
gebracht. In de Benelux zijn de
invoerrechten op het interne
goederenverkeer ineens afge
schaft op 1 jan. 1948 en op die
zelfde datum is een uniform
buitentarief in werking getre
den. In de E.E.G. is een periode
van 12 of 15 jaar voorzien voor
de afbouw van de binnentarie-
ven, terwijl het uniforme bui-
tentarief in dezelfde periode in
werking zal treden. Deze ont
wikkeling in de Benelux heeft
in 1952/1953 tot moeilijkheden
geleid, toen namelijk de achter
stand in de behoeftebevrediging
in Nederland volledig was inge
haald. Enkele Belgische bedrijfs
takken zijn toen in moeilijkhe
den gekomen, hetgeen heeft ge
leid tot beperkingen van de Ne
derlandse uitvoer.
Ik vraag mij af, aldus mr. dr.
v. Spaendonck, of in deze ont
wikkeling niet een waarschu
wing zit voor onze bedrijven,
welke tijdens de overgangsperi
ode van de Euromarkt ter harte
zal moeten worden genomen. Ik
heb namelijk sterk de indruk,
dat de Belgische industrie zich
min of meer heeft verkeken op
de abnormale afzetmogelijkhe
den, die men in Nederland direct
na de vrijmaking van het han
delsverkeer in 1950 ontmoette,
en daardoor verzuimd heeft een
breder afzetterrein voor haar
produkten te zoeken, toen zulks
nog mogelijk was.
Het is gevaarlijk om zich blind
te staren op afzetmogelijkheden
die zich ook in de Euromarkt
mogelijk onder invloed van be
paalde omstandigheden zouden
kunnen voordoen en die zich la
ter, wanneer de nieuwe verhou
dingen min of meer zijn gecon
solideerd, toch weer enigszins
recht zouden trekken.
Verder sprak mr. dr. v. Spaen- j
donck nog over de ervaringen,
welke Nederland in de Europese j
Kolen- en Staalgemeenschap
heeft opgedaan en (die toch ook j
tot een belangrijk groter afzet-
gebied voor de Nederlandse in
dustrie heeft geresulteerd.
de van het verdrag dient men
wat het alternatief zou zijn ge
weest. Zou men tegenover de
Euromarkt kunnen stellen het
behoud van de huidige situatie,
of zou het alternatief geweest
zijn de weg terug Is het niet
te vrezen, dat wij zelfs in geval
van een geringe recessie nieuwe
tradebarriers zullen zien ont
staan Wij zullen dus moeten
kiezen ófwel voor een kansvolle
poging tot een gemeenschappe
lijke markt van 170 miljoen
verbruikers, ófwel voor de weg
terug met een grote kans op
verlies van wat in de jaren na
de oorlog is bereikt.
Sociale harmonisatie.
De sociale harmonisatie, wel
ke op instigatie van Frankrijk
in het verdrag is opgenomen, is
een der punten, welke de mees
te aanleiding heeft gegeven tot
bezorgdheid en als gevolg daar
van tot kritiek van het Neder
landse bedrijfsleven.
De betreffende bepalingen
komen hierop neer, dat de an
dere leden-landen reeds gedu
rende de eerste etappe het be
ginsel van gelijke beloning van
mannelijke en vrouwelijke werk
nemers voor gelijke arbeid zul
len doorvoeren; dat aangeno
men wordt dat betaalde vakan
ties op hetzelfde niveau zullen
liggen en dat een gelijkschake
ling na de eerste etappe van de
grondslag waarboven overuren
wordf n 'vergoed, alsook de ge
middelde toeslag voor deze uren
zal zijn bereikt.
In de Memorie van Toelich
ting op het verdrag stelt de Ne
derlandse Regering, dat het ef
fect van deze maatregelen op ons
loonpeil moeten worden gesteld
op een toename van ca. 7 Be-
ïoogd wordt daarbij, dat de ver
wachte produktiviteitsstijging in
de periode, waarin deze loon
stijging van 7 zich zou vol
trekken, belangrijk hoger zou
zijn, zodat daarvan practiscb
geen effect op ons kostenpeil zal
behoeven te worden verwacht.
Belangrijker dan het sociale
beleid acht mr. dr. van Spaen
donck het fiscale beleid, aange
zien de financiering van de in
vesteringen in aanmerkelijke
mate door fiscale omstandighe
den wordt bepaald. Het is een
algemeen bekend feit, dat op dit
punt het Nederlandse bedrijfs
leven in een ongunstiger ppsitie
verkeert dan de bedrijven in de
andere lid-staten, een positie,
welke nog ongunstiger wordt
wanneer men in aanmprking
neemt, dat de fiscale discipline
in de meeste dier lid-staten be
langrijk geringer is dan bij ons.
de te kunnen concurreren. De
bestedingsbeperking en de on
zekerheid met betrekking tot de
toekomstige ontwikkeling doen
echter de vraag rijzen of 't hui
dige klimaat in Nederland wel
gunstig is, om! deze taak tot een
goed einde te brengen. Daar
staat echter tegenover, dat er in
het buitenland en vooral in de
V.S. in toenemende mate be
langstelling bestaat voor vesti
gingen in Nederland/ of voor sa
menwerking met bestaande on
dernemingen in Nederland.
Taak van bedrijfsleven.
Als de taak voor het bedrijfs
leven zag mr. dr. van Spaen
donck
a) bijzondere aandacht beste
den aan een zo goed mogelijke
vormgeving van de Free-Trade-
Area, die dan mogelijk vele be
zwaren tegen het Euromarkt-
verdrag zal kunnen ondervan
gen.
b) grondige studie van de pro
blematiek per bedrijfstak.
c) nauwere aaneensluiting
van de bedrijfsgenoten, mede
met het oog op de typebeper
king, seriefabricage, rationalisa
tie.
d) nauwere aaneensluiting van
de toporganisaties ook interna
tionaal.
e) nauw overleg met de ar
beidersorganisaties, die, gelet op
de ervaringen bij de K.S.G. ;aan
de werkgevers ten voorbeeld ge
steld kunnen worden, vooral
waar het gaat over directe be
ïnvloeding van de gang van za
ken in een overeenkomstig or
gaan als de Hoge Autoriteit.
De Vrijhandelszone (Free
Trade Area) onderscheidt zich
van de Euromarkt in het bijzon
der door het feit, dat de landen
van de Free-Trade-Area hun ei
gen buitentarief behouden en
niet verplicht zijn dit aan te
passen (aan het gemeenschappe
lijk buitentarief der zes landen.
Tenslotte gaf mr. dr. van
Spaendonck uiting aan zijn te
leurstelling over het feit, dat de
Nederlandse Regering nadrukke
lijk heeft verklaard geen behoef
te te hebben aan een speciaal
protocol voor Nederland, zoals
dit in hef Voorlopig Verslag van
de Tweede Kamer en door vele
andere deskundige stemmen be
pleit was. Hij hoopte, dat de
openbare behandeling in de
Tweede Kamer begin oktober
tot een bevredigende oplossing
zal leiden in die zin, dat meer
dan thans het geval is, de be
staande ongerustheid wordt weg
genomen.
Kwetsbare positie.
Onze positie.
Vooral voor de Belgisch-
Luxemburgse Economische Unie
en voor Nederland is de Euro
markt van veel belang. Van de
invoer van deze drie landen
kwam immers in 1955 41 uit
het E.E.G.-gebied, terwijl van de
uitvoer respectievelijk 45% voor
de B.L.E.U. en 38 voor Neder
land naar de andere deelnemen
de landen werd verstuurd.
Ik meen te mogen stellen, al
dus spr., dat dit sterk gericht
zijn van de Benelux-landen op 't
E.E.G.-gebied een belangrijk
voordeel betekent voor deze lan
den. Voor die goederen, welke
zij namelijk van hun partnerlan-
den invoeren, zullen de invoer
rechten successievelijk verdwij
nen. als gevolg waarvan zij,
voor zover het grondstoffen en
halffabrikaten betreft, goedko
per zullen kunnen produceren.
Daar staat tegenover, dat de in
voerrechten op het eindprodukt
ook zullen komen te vervallen,
hetgeen een toename van deze
invoer teweeg zou kunnen bren-
gen.
Compromis-
Wij moeten ons realiseren dat
het verdrag der gemeenschappe
lijke markt uit de aard der zaak
een compromis is, d.w.z. dat er
nog vele onvolkomenheden zijn.
Bij de beoordeling van de waar-
zich echter de vraag te stellen,
Na aandacht te hebben gewijd
aan de kartelbepalingen, wees
dr. dr. van Spaendonck op een
bijzondere positie, waarin Ne
derland tengevolge van het de
mografisch probleem' verkeert
en 'waaraan door dé Regering te
weinig aandacht is besteed in
die zin, dat er voor Nederland
geen clausule de sauvegarde is
opgenomen. Nederland is im-
mers het dichtstbevolkte land
I van de Gemeenschap en door 't
sterke bevolkingsaccres zal de
verhouding zich nog sterker in
ons nadeel wijzigen. In Neder
land wonen 333,5 inwoners per
km2, in België 282,7, in West
Duitsland 211,5, in Frankrijk
Talloze Rheumatieklijders
vonden baat bij 'n
bloedzuiverende kuur met
Kruschen Salts.
153,4, in Italië 75,8. Voor het to
tale E.E.G.-gebied bedraagt de
bevolkingsdichtheid 137,4 inwo
ners per km2. De bevolkins-
dichtheid in Nederland krijgt
nog een scherper relief als men
weet, dat indien men de gehele
wereldbevolking zou overbren
gen naar de V.S., men slechts 'n
geringere bevolkingsdichtheid
'zou krijgen dan in Nederland,
n.l. 345 inwoners per km2.
Om deze bevolking aan werk
gelegenheid te helpen, mjoet Ne
derland industrialiseren, m/iar
de produkten van deze industri.
alisatie zullen ook een afzetge
bied moeten krijgen, hetgeen
noodzakelijk maakt, dat Neder
land zijn kostenpeil laag houdt
om met het buitenland voldoen
Hoofdredacteur
DE ECHO TM HEI
Zwaarmoedige gedachten, tobberijen
en angstgevoel worden verdreven door
MIJNHARDT'S ZENUWTABLETTEN
Versterken het zelfvertrouwen en
stemmen U weer moedig en rustig.
En 't betekent als het ware een herwonnen
leven, als ge, bevrijd van Uw Rheumatische
Pijnen, weer monter en vief uit de voeten
kunt, bevrijd van stijfheid en stramme pijn.
Begin morgen zonder verwijl met Kruschen
Salts; U zult al gauw zelf ervaren, hoe
goed ge er U bij voelt.
Voorstel tot het verlenen van een garan
tie voor de betaling van de particuliere
bijdragen in de kosten van inenting tegen
poliomyelitis.
In de maand oktober a.s. zal een aan
vang worden gemaakt met de inenting te
gen poliomyelitis van de ter plaatse woon
achtige kinderen, geboren in 1955. In 1958
zal daarna worden overgegaan tot vaccina
tie van de kinderen, behorende tot de jaar
klassen 1956, 1954 en 1953.
De kosten van het vaccin voor een serie
van 3 injecties, welke plm. f 7.50 bedra
gen, zullen voor rekening van het Rijk wor
den genomen.
De overige kosten, welke aan de onder
havige vaccinaties zijn verbonden, kunnen
op f 1- per prik worden gesteld en moe
ten door de ouders worden opgebracht.
Gezien het grote belang van de inenting
tegen poliomyelitis meent de Rijksoverheid
echter, dat het betalen van het bedrag ad
f 1.- per injectie niet dwingend mag wor
den voorgeschreven, doch, naar analogie
van het bevolkingsonderzoek op tubercu
lose, op basis van vrijwilligheid moet wor
den gevraagd.
Wil de organiserende instantie, i.e. de
vereniging „Het Groene Kruis", de orga
nisatie financieel aan kunnen, dan is het
evenwel noodzakelijk, dat zij de gemeente
garanderende instantie achter zich
vindt. De Provinciale Raad voor Gezond
heidszorg in Noord-Brabant heeft daarom
verzocht schriftelijk te bevestigen, dat de
gemeente zich garant stelt voor de beta
ling van de niet door het Rijk en de be
treffende ouders gedragen inentingskosten
tot maximaal f 1.— per inspuiting.
Indien geen der ouders de gevraagde bij
drage ad f 1.- per inspuiting zou willen
voldoen dan zou de te verlenen garantie
voor de 130 kinderen, geboren in 1955, ten
hoogste een bedrag van pl.m. f 400. -
vorderen. B. en W. nemen echter aan, dat
vrijwel alle ouders de kosten van 3 x f 1
zullen betalen.
Voorstel tot verlening van een bijdrage
a fonds perdu in de onrendabele kosten
van aansluiting van diverse percelen op het
waterleidingnet.
In deze gemeente zijn nog een aantal
woningen die voor aansluiting op het wa
terleidingnet in aanmerking komen.
Bij ingewonnen informaties is gebleken
dat een 6-tal eigenaren t.w. van de pan
den Oosteind 35, Sprangsevaart 2, 8, 20 en
24, Eigendijk 17 en Willem van Gents
vaart 33, bereid is tot aansluiting over te
gaan en de daaraan verbonden kosten van
aansluiting op de hoofdbuizen enz. voor zijn
rekening te nemen.
Dè kosten van aanleg van de benodigde
hoofdleidingen bedragen volgens opgave
van de N.V. Waterleiding Mij. Noord-
West-Brabant in totaal f 5090,- waarin
de gemeente a fonds perdu een bijdrage
dient te verlenen van f 1045. - terwijl
bovendien de gemeente zich moet ver
plichten de aansluiting van genoemde pan
den te garanderen, met dien verstande, dat
voor elk perceel, dat niet zal zijn aange
sloten, de gemeente jaarlijks f 16.50 aan
de maatschappij betaalt.
Daar de gemeente gedurende de laatste
jaren ettelijke voorzieningen op dit gebied
heeft getroffen, zijn B. en W. van mening,
dat het aanbeveling verdient ook de bewo
ners van de onderhavige panden in de ge
legenheid te stellen tot aansluiting aan het
waterleidingnet over te gaan.
Voorstel tot het verlenen van een bijdra
ge in de onrendabele aansluitkosten aan
het elektriciteitsnet.
Bij schrijven van 20 augustus 1957 heeft
de heer J. A. van Zandbeek, wonende Ach
ter de Hoven 17, verzocht hem een bijdra
ge toe te kennen in de kosten van aanslui
ting van zijn woning aan hét elektriciteits
net van de N.V. PNEM.
Voorstel tot 't verlenen van subsidie aan
het Curatorium der R.K. leergangen.
Bij raadsbesluit van 28 november 1949
is aan het curatorium der R.K. leergangen
te Tilburg met ingang van het jaar 1950
een subsidie toegekend van f 10. - per
leerling uit deze gemeente, die genoemde
leergangen bezoekt.
Bedoeld Curatorium bericht thans, dat
het zich genoodzaakt ziet te verzoeken om
wijziging te brengen in het toegekende sub
sidiebedrag, en wel in verband met de on
vermijdelijke verhoging der salarissen, de
sterke stijging van de prijzen van materia
len en de toegenomen omvang en gecom
pliceerdheid der administratieve werk
zaamheden.
Verzocht wordt het subsidiebedrag te
verhogen tot f 30 per leerling per jaar en
tevens om de subsidie te betrekken op de
niet door rijkssubsidie gedekte tekorten,
teneinde te voorkomen, dat zij in mindering
zouden komen op de bijdrage van het Rijk.
Inwilliging van het onderhavige verzoek
lijkt B. en W. redelijk.
Benoeming leden commissie van advies,
als bedoeld in artikel 8 der Woonruimte-
wet 1947.
Overeenkomstig de bepalingen der Woon-
ruimtewet 1947 dient de raad jaarlijks de
leden van de advies-commissie, bedoeld in
artikel 8 dier wet, te benoemen.
Van de momenteel zitting hebbende le
den heeft alleen de heer J. A. Pruijssers,
Jan de Rooijstraat 19, bericht niet voor een
herbenoeming in aanmerking te willen ko
men.
Mitsdien bevelen B. en W. ter herbenoe
ming voor de zittingsperiode 1 oktober '57
- 1 oktober '58 aan
1. Mevr. E. C. Maris-Kerst, Nieuwevaart 2
2. de heer C. D. Kooter, Hoofdstraat 52;
3. de heer Jac. Vos, Julianalaan 36;
4. de heer A. P. de Raat, Oosteind 70.
In de vacature Pruijssers bevelen B. en
W. ter benoeming aan
Mej. E. S. Huijtkar, Wendelnesseweg-
Oost 74, maatschappelijk werkster in dienst
der gemeente.
Voorstel tot vaststelling van verkeers
maatregelen.
Het lijkt B. en W. wenselijk, dat in aan
sluiting op de inmiddels gereed gekomen
verbetering van de verkeerssituatie op het
kruispunt „het Bruggetje" voorzieningen
worden getroffen, welke de vrijheid van het
verkeer en de veiligheid op de bij dit
kruispunt samenkomende wegen zal be
vorderen. Na de verbetering van de weg-
kruising bestaat n.l. de neiging om hogere
snelheden aldaar te rijden. Daarom lijkt
het B. en W. gewenst de kruising bij „het
Bruggetje" als een zogenaamde voorrangs
kruising aan te wijzen, en wel zodanig, dat
het zich over de Heistraat en de Raadhuis
straat bewegende verkeer voorrang heeft
boven het verkeer op de Julianalaan en de
Loonsestraat.
In de eerste plaats liggen de Julianalaan
en de Loonsestraat niet loodrecht in eikaars
verlengde en zal het verkeer op de Juliana
laan en de Loonsestraat bij de nadering van
het kruispunt in de meeste gevallen af
slaan naar de Heistraat of de Raadhuis
straat, waardoor het zijn snelheid zij het
kruispunt dient te matigen, terwijl in de
tweede plaats de verkeersintensiteit op de
Heistraat en de Raadhuisstraat aanmerke
lijk groter is dan die op de Julianalaan en
de Loonsestraat.
Voorstel tot verkoop van grond aan de
Staat der Nederlanden t.b.v. de bouw van
een politiebureau met dienstwoningen aan
de Nieuwevaart.
De voorbereidingen van de stichting van
het politiebureau met dienstwoningen te
Capelle vorderen uiterst langzaam. Be
stonden aanvankelijk talrijke bezwaren te
gen de uitwerking van de schetsplannen,
thans, nu de bouwplannen definitief zijn
Aangezien de afstand van zijn woning tot goedgekeurd, dreigt het financieringspro-
de naast bij gelegen aansluiting 107 m' bleem de bouw te vertragen,
bedraagt, zullen de totale kosten van de j
onderhavige aansluiting f 491.- belopen.
Gelet op de voorzieningen welke de j
laatste jaren in het algemeen werden ge
troffen tot elektriciteitsvoorziening in on
rendabele gebieden dezer gemeente, achten
B. en W. het redelijk ook de bewoner van
dit perceel in het genot van elektriciteit te
doen delen, weshalve B. en W. voorstellen
een bijdrage te verlenen van f 250. -
Teneinde zulks te voorkomen, heeft de
directeur-generaal van de Rijksgebouwen
dienst bij brief van 5 september jl„ B. en
W. doen weten, dat de bouw onder toe
zicht van de rijksgebouwendienst, door de
gemeente zou kunnen worden uitgevoerd
voor rekening van de Staat, zodat de Staat
in dat geval de bouw zal financieren.
Uiteraard dient in dit geval de Staat de
bouwgrond aan te kopen, zodat, wanneer de
bouw gereed is, het gehele complex eigen
dom van de Staat der Nederlanden zal zijn.
De bemoeienissen van de gemeente t.a.v.
de bouw beperken zich derhalve tot de aan
besteding - t.b.v. de staat - en het dage
lijks toezicht op de bouw; het is n.l. voor
de rijksgebouwendienst niet wel mogelijk
om centraal alle bouwwerken te controle-
at.
Met de voor de bouwgrond gecalculeerde
prijs van f 3.50 per m2 kan de rijksgebou
wendienst zich verenigen, zodat deswege
geen bedenkingen tegen verkoop bestaan.
Aangezien B. en W. vrezen dat op an
dere wijze de bouw van het politiebureau
geheel achterwege zal blijven c.q. zeer lang
op zich zal laten wachten, stellen zij voor
van de geboden gelegenheid gebruik te ma
ken en mitsdien de benodigde bouwgrond,
groot 944 m2 aan de Staat te verkopen.
Voorstel tot verkoop van industrie-terrein.
De heer A. Brouwer Jr., wonende alhier,
Molenplein 20, wenst van de gemeente te
kopen een gedeelte, groot pl.m. 1417 m2,
van het langs de westzijde van de Dick
Flemmingstraat gelegen industrie-terrein
(restant terrein tussen PNEM-transforma-
torhuis en Cartonnagefabriek Noord-Bra
bant) om daarop een industriehal te bou
wen t.b.v. zijn landbouwtractorenbedrijf.
De kostprijs van genoemd terrein be
draagt f 2.33 per m2, waartegen van de
zijde van de koper geen bezwaren bestaan
en welke prijs ook aan vroegere kopers in
rekening is gebracht en toen door Ged.
Staten werd goedgekeurd.
Voorstel tot aankoop van grond, gelegen
langs de binnenhaven te Capelle.
Destijds is besproken, i.v.m. de verbete
ring van de binnenhaven te Capelle, te ko
men tot aankoop van de langs de binnen
haven gelegen perceeltjes.
Na ampele besprekingen is thans de ge
legenheid daar om de eigendom te ver
krijgen van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Capelle, sectie H nr. 461, groot
340 m2, in eigendom toebehorende aan de
Erven van wijlen Mevr. A. H. Rijken-de
Bruijn.
Genoemde eigenaren hebben zich n.l.
bereid verklaard genoemd perceel aan de
gemeente te verkopen voor de formele
prijs van f 1 onder beding, dat de gemeen
te voor de zich op genoemd perceel be
vindende houtopstanden (14 amerikaanse
eiken, 1 bruine beuk en 1 plataan) een
vergoeding zal betalen van f 490. -
Voorstel tot intrekking van het raadsbe
sluit tot demping en riolering van de sloot
langs de Julianalaan.
Bij raadsbesluit van 6 april 1956 werd
een krediet gevoteerd van f 92.200. - ten
behoeve van het dempen en rioleren van
de waterloop langs de Julianalaan en de
aanleg van een rijwielpad op de gedempte
sloot.
Het lag in de bedoeling in de sloot een
„schoonwater-riolering" aan te leggen daar
deze waterloop dient voor in- en uitlaat van
water in de polder.
Bij brief van 12 september 1956 bericht
ten Ged. Staten, dat huns inziens met de
voorgenomen werken het beoogde doel
niet, althans niet volledig zou worden be
reikt, indien zowel de woningen als de zui
velfabriek afvalwater op deze leiding zou
den lozen, daar in dat geval de onhygiëni
sche toestand zich slechts zou verplaatsen.
Volgens Ged. Staten ware het wenselijk de
mogelijkheid van verlegging van de water
loop te onderzoeken.
Bij bespreking van genoemde brief en
het daarop door de architect uitgebrachte
rapport werd overwogen na te gaan of de
onderhavige waterloop nog als in- en uit
laat voor de polder dienst doet, zodat de
mogelijkheid zou kunnen worden onder
zocht om in deze waterloop reeds het de
finitieve riool van het rioleringsnet te leg
gen.
Echter deed zich, bij dit plan weer de
mogelijkheid voor, dat de afvalstoffen, we
gens het ontbreken van een zuiveringsin
stallatie, op een gegeven plaats, i.e. bij de
spoorwegovergang, in de waterloop zouden
terecht komen met alle onhygiënische ge
volgen van dien. Bovendien moeten de slo
ten langs de Loonsedijk hun water hierin
lozen.
In de derde plaats is nog onderzocht de
mogelijkheid van verlegging van de water
loop, derhalve een geheel nieuwe waterloop
graven en de bestaande zonder meer dem
pen. Ook hieraan kleefden enkele belang
rijke bezwaren.
Allereerst zouden t.b.v. de woningen,
welke thans op de waterloop lozen voorzie
ningen moeten worden getroffen d.m.v.
septic-tanks. Daarnaast is aanleg van een
nieuwe waterloop achter de woningen langs
de Julianalaan kostbaar en zou deze alle
percelen doorsnijden, waaronder één over
de gehele lengte, hetgeen voor de betrokken
eigenaren zeer nadelig zou zijn.
Afvoer van water uit de sloten langs de
Loonsedijk via de waterloop langs de
Bernhardstraat is eveneens onderzocht, doch
wegens verschil in peil zou in dat geval
bij hoge waterstand de Loonsestraat blank
komen te staan.. In dat geval zou t.b.v. de
landerijen ten westen van de Julianalaan
bovendien een waterloop moeten worden
gegraven.
Een en ander zou abnormaal hoge kos
ten met zich mede brengen.
B. en W. zijn tot de conclusie gekomen
dat demping van de waterloop langs de
Julianalaan slechts mogelijk is, indien een
volledig rioleringsnet, met zuiveringsinstal
latie is aangelegd; anders wordt het slechts
verplaatsing van de moeilijkheden.
Aangezien de aanleg daarvan, met het
oog op de noodzaak tot beperking der in
vesteringen, voorshands niet mogelijk is,
stellen B. en W. voor het besluit tot dem
ping van de waterloop langs de Julianalaan
voorlopig in te trekken en tot een gunstiger
tijdstip uit te stellen.
Een verbetering van de hygiënische toe
stand zou kunnen worden verkregen in
dien regelmatig water in en uit de sloot
werd gelaten. Een verzoek dienaangaande
zal tot het waterschap worden gericht.