Mr. Dr. VAN SPAEND0NCK SPRAK OVER EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP Waalwijkse en Langstraatse Courant ZENUWRUST Pre-adviezen Gemeenteraad Sprang-Capelle. VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1957 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij Autoon Tieien jan tielen Dit blad verschijnt 2 x per week. 80e JAARGANG No. 72 Abonnement: 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p. p. Advertentieprijs: 10 cent per mm. Contract-advertenties: speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR. 8 OPGERICHT 1878 TEL.-ADRES„ECHO" In het restaurant „De Efte ling" had maandagmiddag een vergadering plaats van de geza menlijke Kamers van Koophan del en Fabrieken in Noord-Bra bant, uitgeschreven door het thans in Waalwijk gevestigde Provinciaal Bureau van deze Kamers. In zijn openingswoord gaf de voorzitter, he heer J. van Hees been, uiting aan zijn voldoening over de talrijke opkomst, waar uit z.i. wel mocht blijken, dat het Bureau met een inleiding van mir. dr. B. J. M. van, Spaen donck over „De Europese Eco nomische Gemeenschap" wel in de roos geschoten had. In korte trekken schetste de voorzitter vervolgens de grote betekenis van dè E.E.G. Europa immers heeft tengevolge vooral van twee wereldoorlogen, die enorm veel mankracht en miljarden gul dens heeft verslonden, zijn lei dende industriële positie verlo ren. Deze achteruitgang is nog sterker tot uiting gekomen door de snelle opkomst van de Vere nigde Staten, die deze leidende industriële positie thans hebben overgenomen. Het zijn echter niet alleen de V.S., die Europa in dit opzicht bedreigen, ook in het Oosten (Rusland c.a.) heeft niet alleen de zware industrie de Europese geheel overvleugeld, maar zal binnen afzienbare tijd ook de industrie op consumptie- gebied een zeer grote vlucht ne men en een enorme concurren tie voor de Europese vormen. Het is zaak, dat Europa alles in het werk stelt om aan deze con currentie het hoofdte bieden. De realisering van de E,E.G. brengt echter vele problemen met 'zich mee, aldus de voorzit ter, die daarmee het woord gaf aan de spreker van deze hoogst interessante bijeenkomst, mr. dr. van Spaendonck, die in zijn lezing enkele belangrijke aspec ten van de E.E.G. uitvoerig be lichtte. Doel. Het doel van de E.EG. is als volgt in het E.E.G.-verdrag ge preciseerd „De Gemeenschap heeft tot taak, door het instellen van 'n gemeenschappelijke markt en door het geleidelijk tot elkaar brengen van het economisch be leid van de Lid-Staten te bevor deren de harmonische ontwik keling van de economische ac tiviteit. binnen de gehele gemeen schap, in gestadige en evenwich tige expansie, een grotere stabi liteit, een toenemende verbete ring van de levensstandaard en nauwere betrekkingen tussen de in de Gemeenschap verenigde staten." Het is nu duidelijk, dat bij realisering van een zodanige gemeenschappelijke markt zich een aantal bijzonder belangrijke problemen voor doen, waarvan als de belangrijkste te noemen zijn a) de afschaffing tussen de lid-staten van de douanerechten en de kwantitatieve beperkingen bij in- en uitvoer van goederen, alsmede van alle overige maat regelen van gelijke werking. b) de invoering van een ge meenschappelijk douane-tarief en van een gemeenschappelijke .handelspolitiek ten opzichte van derde staten. c) de verwijdering tussen de lid-staten van hinderpalen voor het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal. Keerpunt. Men moet het Eurombrktver- drag zien als' een keerpunt iri de handelspolitieke ontwikkeling, waarbij men er in is geslaagd om twee veelal scherp tegenover el kaar staande opvattingen het bandhaven van de onvoorwaar delijke meestbegunstigingsclau- sule enerzijds en het principe der wederkerigheid anderzijds tot elkaar te brengen. Het is duidelijk, dat het Euro- marktverdrag stoelt op het be ginsel van de wederkerigheid, be; partner] anden verbinden zich tegenover elkaar tot afbraak van de tarieven en opheffing der kwantitatieve invoerbeperkingen. Voor de staten, die geen deelge noot in het verdrag zijn. zal een gemeenschappelijk buitentarief de vrije toegang tot de gemeen schappelijke markt belemmeren. Benelux en E.E.G. Het spreekt vanzelf, zo zei m,r. dr. van Spaendonck verder, dat wanneer wij ons een oordeel gaan vormen over de toekomsti ge Euromarkt, wij te rade gaan bij de ervaringen, die wij met de Benelux hebben opgedaan. Dat de Benelux ons weinig voor deel zou hebben gebracht, logen strafte spr. o.m. met de volgen de cijfers. De Nederlandse invoer uit België bedroeg in 1938 162 miljoen gulden en in 1956 2650 miljoen. Onze uitvoer naar Bel gië bedroeg in 1938 106 miljoen gulden en was in 1956 gestegen lot 1605 miljoen. Het totale in- terbenelux-handelsverkeer lag dus in 1956 ruim 15 maal zo hoog als in 1938. De Benelux neemt thans met IIV2 miljard dollar de vierde plaats in in<de totale wereldhandel achter de V.S., Engeland en Wst-Duits- land. Overigens zijn er wel enkele zeer belangrijke verschillen tus sen de wijze, waarop de Benelux is gegroeid en de wijze, waarop de ElE.G. tot stand zal worden gebracht. In de Benelux zijn de invoerrechten op het interne goederenverkeer ineens afge schaft op 1 jan. 1948 en op die zelfde datum is een uniform buitentarief in werking getre den. In de E.E.G. is een periode van 12 of 15 jaar voorzien voor de afbouw van de binnentarie- ven, terwijl het uniforme bui- tentarief in dezelfde periode in werking zal treden. Deze ont wikkeling in de Benelux heeft in 1952/1953 tot moeilijkheden geleid, toen namelijk de achter stand in de behoeftebevrediging in Nederland volledig was inge haald. Enkele Belgische bedrijfs takken zijn toen in moeilijkhe den gekomen, hetgeen heeft ge leid tot beperkingen van de Ne derlandse uitvoer. Ik vraag mij af, aldus mr. dr. v. Spaendonck, of in deze ont wikkeling niet een waarschu wing zit voor onze bedrijven, welke tijdens de overgangsperi ode van de Euromarkt ter harte zal moeten worden genomen. Ik heb namelijk sterk de indruk, dat de Belgische industrie zich min of meer heeft verkeken op de abnormale afzetmogelijkhe den, die men in Nederland direct na de vrijmaking van het han delsverkeer in 1950 ontmoette, en daardoor verzuimd heeft een breder afzetterrein voor haar produkten te zoeken, toen zulks nog mogelijk was. Het is gevaarlijk om zich blind te staren op afzetmogelijkheden die zich ook in de Euromarkt mogelijk onder invloed van be paalde omstandigheden zouden kunnen voordoen en die zich la ter, wanneer de nieuwe verhou dingen min of meer zijn gecon solideerd, toch weer enigszins recht zouden trekken. Verder sprak mr. dr. v. Spaen- j donck nog over de ervaringen, welke Nederland in de Europese j Kolen- en Staalgemeenschap heeft opgedaan en (die toch ook j tot een belangrijk groter afzet- gebied voor de Nederlandse in dustrie heeft geresulteerd. de van het verdrag dient men wat het alternatief zou zijn ge weest. Zou men tegenover de Euromarkt kunnen stellen het behoud van de huidige situatie, of zou het alternatief geweest zijn de weg terug Is het niet te vrezen, dat wij zelfs in geval van een geringe recessie nieuwe tradebarriers zullen zien ont staan Wij zullen dus moeten kiezen ófwel voor een kansvolle poging tot een gemeenschappe lijke markt van 170 miljoen verbruikers, ófwel voor de weg terug met een grote kans op verlies van wat in de jaren na de oorlog is bereikt. Sociale harmonisatie. De sociale harmonisatie, wel ke op instigatie van Frankrijk in het verdrag is opgenomen, is een der punten, welke de mees te aanleiding heeft gegeven tot bezorgdheid en als gevolg daar van tot kritiek van het Neder landse bedrijfsleven. De betreffende bepalingen komen hierop neer, dat de an dere leden-landen reeds gedu rende de eerste etappe het be ginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werk nemers voor gelijke arbeid zul len doorvoeren; dat aangeno men wordt dat betaalde vakan ties op hetzelfde niveau zullen liggen en dat een gelijkschake ling na de eerste etappe van de grondslag waarboven overuren wordf n 'vergoed, alsook de ge middelde toeslag voor deze uren zal zijn bereikt. In de Memorie van Toelich ting op het verdrag stelt de Ne derlandse Regering, dat het ef fect van deze maatregelen op ons loonpeil moeten worden gesteld op een toename van ca. 7 Be- ïoogd wordt daarbij, dat de ver wachte produktiviteitsstijging in de periode, waarin deze loon stijging van 7 zich zou vol trekken, belangrijk hoger zou zijn, zodat daarvan practiscb geen effect op ons kostenpeil zal behoeven te worden verwacht. Belangrijker dan het sociale beleid acht mr. dr. van Spaen donck het fiscale beleid, aange zien de financiering van de in vesteringen in aanmerkelijke mate door fiscale omstandighe den wordt bepaald. Het is een algemeen bekend feit, dat op dit punt het Nederlandse bedrijfs leven in een ongunstiger ppsitie verkeert dan de bedrijven in de andere lid-staten, een positie, welke nog ongunstiger wordt wanneer men in aanmprking neemt, dat de fiscale discipline in de meeste dier lid-staten be langrijk geringer is dan bij ons. de te kunnen concurreren. De bestedingsbeperking en de on zekerheid met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling doen echter de vraag rijzen of 't hui dige klimaat in Nederland wel gunstig is, om! deze taak tot een goed einde te brengen. Daar staat echter tegenover, dat er in het buitenland en vooral in de V.S. in toenemende mate be langstelling bestaat voor vesti gingen in Nederland/ of voor sa menwerking met bestaande on dernemingen in Nederland. Taak van bedrijfsleven. Als de taak voor het bedrijfs leven zag mr. dr. van Spaen donck a) bijzondere aandacht beste den aan een zo goed mogelijke vormgeving van de Free-Trade- Area, die dan mogelijk vele be zwaren tegen het Euromarkt- verdrag zal kunnen ondervan gen. b) grondige studie van de pro blematiek per bedrijfstak. c) nauwere aaneensluiting van de bedrijfsgenoten, mede met het oog op de typebeper king, seriefabricage, rationalisa tie. d) nauwere aaneensluiting van de toporganisaties ook interna tionaal. e) nauw overleg met de ar beidersorganisaties, die, gelet op de ervaringen bij de K.S.G. ;aan de werkgevers ten voorbeeld ge steld kunnen worden, vooral waar het gaat over directe be ïnvloeding van de gang van za ken in een overeenkomstig or gaan als de Hoge Autoriteit. De Vrijhandelszone (Free Trade Area) onderscheidt zich van de Euromarkt in het bijzon der door het feit, dat de landen van de Free-Trade-Area hun ei gen buitentarief behouden en niet verplicht zijn dit aan te passen (aan het gemeenschappe lijk buitentarief der zes landen. Tenslotte gaf mr. dr. van Spaendonck uiting aan zijn te leurstelling over het feit, dat de Nederlandse Regering nadrukke lijk heeft verklaard geen behoef te te hebben aan een speciaal protocol voor Nederland, zoals dit in hef Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer en door vele andere deskundige stemmen be pleit was. Hij hoopte, dat de openbare behandeling in de Tweede Kamer begin oktober tot een bevredigende oplossing zal leiden in die zin, dat meer dan thans het geval is, de be staande ongerustheid wordt weg genomen. Kwetsbare positie. Onze positie. Vooral voor de Belgisch- Luxemburgse Economische Unie en voor Nederland is de Euro markt van veel belang. Van de invoer van deze drie landen kwam immers in 1955 41 uit het E.E.G.-gebied, terwijl van de uitvoer respectievelijk 45% voor de B.L.E.U. en 38 voor Neder land naar de andere deelnemen de landen werd verstuurd. Ik meen te mogen stellen, al dus spr., dat dit sterk gericht zijn van de Benelux-landen op 't E.E.G.-gebied een belangrijk voordeel betekent voor deze lan den. Voor die goederen, welke zij namelijk van hun partnerlan- den invoeren, zullen de invoer rechten successievelijk verdwij nen. als gevolg waarvan zij, voor zover het grondstoffen en halffabrikaten betreft, goedko per zullen kunnen produceren. Daar staat tegenover, dat de in voerrechten op het eindprodukt ook zullen komen te vervallen, hetgeen een toename van deze invoer teweeg zou kunnen bren- gen. Compromis- Wij moeten ons realiseren dat het verdrag der gemeenschappe lijke markt uit de aard der zaak een compromis is, d.w.z. dat er nog vele onvolkomenheden zijn. Bij de beoordeling van de waar- zich echter de vraag te stellen, Na aandacht te hebben gewijd aan de kartelbepalingen, wees dr. dr. van Spaendonck op een bijzondere positie, waarin Ne derland tengevolge van het de mografisch probleem' verkeert en 'waaraan door dé Regering te weinig aandacht is besteed in die zin, dat er voor Nederland geen clausule de sauvegarde is opgenomen. Nederland is im- mers het dichtstbevolkte land I van de Gemeenschap en door 't sterke bevolkingsaccres zal de verhouding zich nog sterker in ons nadeel wijzigen. In Neder land wonen 333,5 inwoners per km2, in België 282,7, in West Duitsland 211,5, in Frankrijk Talloze Rheumatieklijders vonden baat bij 'n bloedzuiverende kuur met Kruschen Salts. 153,4, in Italië 75,8. Voor het to tale E.E.G.-gebied bedraagt de bevolkingsdichtheid 137,4 inwo ners per km2. De bevolkins- dichtheid in Nederland krijgt nog een scherper relief als men weet, dat indien men de gehele wereldbevolking zou overbren gen naar de V.S., men slechts 'n geringere bevolkingsdichtheid 'zou krijgen dan in Nederland, n.l. 345 inwoners per km2. Om deze bevolking aan werk gelegenheid te helpen, mjoet Ne derland industrialiseren, m/iar de produkten van deze industri. alisatie zullen ook een afzetge bied moeten krijgen, hetgeen noodzakelijk maakt, dat Neder land zijn kostenpeil laag houdt om met het buitenland voldoen Hoofdredacteur DE ECHO TM HEI Zwaarmoedige gedachten, tobberijen en angstgevoel worden verdreven door MIJNHARDT'S ZENUWTABLETTEN Versterken het zelfvertrouwen en stemmen U weer moedig en rustig. En 't betekent als het ware een herwonnen leven, als ge, bevrijd van Uw Rheumatische Pijnen, weer monter en vief uit de voeten kunt, bevrijd van stijfheid en stramme pijn. Begin morgen zonder verwijl met Kruschen Salts; U zult al gauw zelf ervaren, hoe goed ge er U bij voelt. Voorstel tot het verlenen van een garan tie voor de betaling van de particuliere bijdragen in de kosten van inenting tegen poliomyelitis. In de maand oktober a.s. zal een aan vang worden gemaakt met de inenting te gen poliomyelitis van de ter plaatse woon achtige kinderen, geboren in 1955. In 1958 zal daarna worden overgegaan tot vaccina tie van de kinderen, behorende tot de jaar klassen 1956, 1954 en 1953. De kosten van het vaccin voor een serie van 3 injecties, welke plm. f 7.50 bedra gen, zullen voor rekening van het Rijk wor den genomen. De overige kosten, welke aan de onder havige vaccinaties zijn verbonden, kunnen op f 1- per prik worden gesteld en moe ten door de ouders worden opgebracht. Gezien het grote belang van de inenting tegen poliomyelitis meent de Rijksoverheid echter, dat het betalen van het bedrag ad f 1.- per injectie niet dwingend mag wor den voorgeschreven, doch, naar analogie van het bevolkingsonderzoek op tubercu lose, op basis van vrijwilligheid moet wor den gevraagd. Wil de organiserende instantie, i.e. de vereniging „Het Groene Kruis", de orga nisatie financieel aan kunnen, dan is het evenwel noodzakelijk, dat zij de gemeente garanderende instantie achter zich vindt. De Provinciale Raad voor Gezond heidszorg in Noord-Brabant heeft daarom verzocht schriftelijk te bevestigen, dat de gemeente zich garant stelt voor de beta ling van de niet door het Rijk en de be treffende ouders gedragen inentingskosten tot maximaal f 1.— per inspuiting. Indien geen der ouders de gevraagde bij drage ad f 1.- per inspuiting zou willen voldoen dan zou de te verlenen garantie voor de 130 kinderen, geboren in 1955, ten hoogste een bedrag van pl.m. f 400. - vorderen. B. en W. nemen echter aan, dat vrijwel alle ouders de kosten van 3 x f 1 zullen betalen. Voorstel tot verlening van een bijdrage a fonds perdu in de onrendabele kosten van aansluiting van diverse percelen op het waterleidingnet. In deze gemeente zijn nog een aantal woningen die voor aansluiting op het wa terleidingnet in aanmerking komen. Bij ingewonnen informaties is gebleken dat een 6-tal eigenaren t.w. van de pan den Oosteind 35, Sprangsevaart 2, 8, 20 en 24, Eigendijk 17 en Willem van Gents vaart 33, bereid is tot aansluiting over te gaan en de daaraan verbonden kosten van aansluiting op de hoofdbuizen enz. voor zijn rekening te nemen. Dè kosten van aanleg van de benodigde hoofdleidingen bedragen volgens opgave van de N.V. Waterleiding Mij. Noord- West-Brabant in totaal f 5090,- waarin de gemeente a fonds perdu een bijdrage dient te verlenen van f 1045. - terwijl bovendien de gemeente zich moet ver plichten de aansluiting van genoemde pan den te garanderen, met dien verstande, dat voor elk perceel, dat niet zal zijn aange sloten, de gemeente jaarlijks f 16.50 aan de maatschappij betaalt. Daar de gemeente gedurende de laatste jaren ettelijke voorzieningen op dit gebied heeft getroffen, zijn B. en W. van mening, dat het aanbeveling verdient ook de bewo ners van de onderhavige panden in de ge legenheid te stellen tot aansluiting aan het waterleidingnet over te gaan. Voorstel tot het verlenen van een bijdra ge in de onrendabele aansluitkosten aan het elektriciteitsnet. Bij schrijven van 20 augustus 1957 heeft de heer J. A. van Zandbeek, wonende Ach ter de Hoven 17, verzocht hem een bijdra ge toe te kennen in de kosten van aanslui ting van zijn woning aan hét elektriciteits net van de N.V. PNEM. Voorstel tot 't verlenen van subsidie aan het Curatorium der R.K. leergangen. Bij raadsbesluit van 28 november 1949 is aan het curatorium der R.K. leergangen te Tilburg met ingang van het jaar 1950 een subsidie toegekend van f 10. - per leerling uit deze gemeente, die genoemde leergangen bezoekt. Bedoeld Curatorium bericht thans, dat het zich genoodzaakt ziet te verzoeken om wijziging te brengen in het toegekende sub sidiebedrag, en wel in verband met de on vermijdelijke verhoging der salarissen, de sterke stijging van de prijzen van materia len en de toegenomen omvang en gecom pliceerdheid der administratieve werk zaamheden. Verzocht wordt het subsidiebedrag te verhogen tot f 30 per leerling per jaar en tevens om de subsidie te betrekken op de niet door rijkssubsidie gedekte tekorten, teneinde te voorkomen, dat zij in mindering zouden komen op de bijdrage van het Rijk. Inwilliging van het onderhavige verzoek lijkt B. en W. redelijk. Benoeming leden commissie van advies, als bedoeld in artikel 8 der Woonruimte- wet 1947. Overeenkomstig de bepalingen der Woon- ruimtewet 1947 dient de raad jaarlijks de leden van de advies-commissie, bedoeld in artikel 8 dier wet, te benoemen. Van de momenteel zitting hebbende le den heeft alleen de heer J. A. Pruijssers, Jan de Rooijstraat 19, bericht niet voor een herbenoeming in aanmerking te willen ko men. Mitsdien bevelen B. en W. ter herbenoe ming voor de zittingsperiode 1 oktober '57 - 1 oktober '58 aan 1. Mevr. E. C. Maris-Kerst, Nieuwevaart 2 2. de heer C. D. Kooter, Hoofdstraat 52; 3. de heer Jac. Vos, Julianalaan 36; 4. de heer A. P. de Raat, Oosteind 70. In de vacature Pruijssers bevelen B. en W. ter benoeming aan Mej. E. S. Huijtkar, Wendelnesseweg- Oost 74, maatschappelijk werkster in dienst der gemeente. Voorstel tot vaststelling van verkeers maatregelen. Het lijkt B. en W. wenselijk, dat in aan sluiting op de inmiddels gereed gekomen verbetering van de verkeerssituatie op het kruispunt „het Bruggetje" voorzieningen worden getroffen, welke de vrijheid van het verkeer en de veiligheid op de bij dit kruispunt samenkomende wegen zal be vorderen. Na de verbetering van de weg- kruising bestaat n.l. de neiging om hogere snelheden aldaar te rijden. Daarom lijkt het B. en W. gewenst de kruising bij „het Bruggetje" als een zogenaamde voorrangs kruising aan te wijzen, en wel zodanig, dat het zich over de Heistraat en de Raadhuis straat bewegende verkeer voorrang heeft boven het verkeer op de Julianalaan en de Loonsestraat. In de eerste plaats liggen de Julianalaan en de Loonsestraat niet loodrecht in eikaars verlengde en zal het verkeer op de Juliana laan en de Loonsestraat bij de nadering van het kruispunt in de meeste gevallen af slaan naar de Heistraat of de Raadhuis straat, waardoor het zijn snelheid zij het kruispunt dient te matigen, terwijl in de tweede plaats de verkeersintensiteit op de Heistraat en de Raadhuisstraat aanmerke lijk groter is dan die op de Julianalaan en de Loonsestraat. Voorstel tot verkoop van grond aan de Staat der Nederlanden t.b.v. de bouw van een politiebureau met dienstwoningen aan de Nieuwevaart. De voorbereidingen van de stichting van het politiebureau met dienstwoningen te Capelle vorderen uiterst langzaam. Be stonden aanvankelijk talrijke bezwaren te gen de uitwerking van de schetsplannen, thans, nu de bouwplannen definitief zijn Aangezien de afstand van zijn woning tot goedgekeurd, dreigt het financieringspro- de naast bij gelegen aansluiting 107 m' bleem de bouw te vertragen, bedraagt, zullen de totale kosten van de j onderhavige aansluiting f 491.- belopen. Gelet op de voorzieningen welke de j laatste jaren in het algemeen werden ge troffen tot elektriciteitsvoorziening in on rendabele gebieden dezer gemeente, achten B. en W. het redelijk ook de bewoner van dit perceel in het genot van elektriciteit te doen delen, weshalve B. en W. voorstellen een bijdrage te verlenen van f 250. - Teneinde zulks te voorkomen, heeft de directeur-generaal van de Rijksgebouwen dienst bij brief van 5 september jl„ B. en W. doen weten, dat de bouw onder toe zicht van de rijksgebouwendienst, door de gemeente zou kunnen worden uitgevoerd voor rekening van de Staat, zodat de Staat in dat geval de bouw zal financieren. Uiteraard dient in dit geval de Staat de bouwgrond aan te kopen, zodat, wanneer de bouw gereed is, het gehele complex eigen dom van de Staat der Nederlanden zal zijn. De bemoeienissen van de gemeente t.a.v. de bouw beperken zich derhalve tot de aan besteding - t.b.v. de staat - en het dage lijks toezicht op de bouw; het is n.l. voor de rijksgebouwendienst niet wel mogelijk om centraal alle bouwwerken te controle- at. Met de voor de bouwgrond gecalculeerde prijs van f 3.50 per m2 kan de rijksgebou wendienst zich verenigen, zodat deswege geen bedenkingen tegen verkoop bestaan. Aangezien B. en W. vrezen dat op an dere wijze de bouw van het politiebureau geheel achterwege zal blijven c.q. zeer lang op zich zal laten wachten, stellen zij voor van de geboden gelegenheid gebruik te ma ken en mitsdien de benodigde bouwgrond, groot 944 m2 aan de Staat te verkopen. Voorstel tot verkoop van industrie-terrein. De heer A. Brouwer Jr., wonende alhier, Molenplein 20, wenst van de gemeente te kopen een gedeelte, groot pl.m. 1417 m2, van het langs de westzijde van de Dick Flemmingstraat gelegen industrie-terrein (restant terrein tussen PNEM-transforma- torhuis en Cartonnagefabriek Noord-Bra bant) om daarop een industriehal te bou wen t.b.v. zijn landbouwtractorenbedrijf. De kostprijs van genoemd terrein be draagt f 2.33 per m2, waartegen van de zijde van de koper geen bezwaren bestaan en welke prijs ook aan vroegere kopers in rekening is gebracht en toen door Ged. Staten werd goedgekeurd. Voorstel tot aankoop van grond, gelegen langs de binnenhaven te Capelle. Destijds is besproken, i.v.m. de verbete ring van de binnenhaven te Capelle, te ko men tot aankoop van de langs de binnen haven gelegen perceeltjes. Na ampele besprekingen is thans de ge legenheid daar om de eigendom te ver krijgen van het perceel, kadastraal bekend gemeente Capelle, sectie H nr. 461, groot 340 m2, in eigendom toebehorende aan de Erven van wijlen Mevr. A. H. Rijken-de Bruijn. Genoemde eigenaren hebben zich n.l. bereid verklaard genoemd perceel aan de gemeente te verkopen voor de formele prijs van f 1 onder beding, dat de gemeen te voor de zich op genoemd perceel be vindende houtopstanden (14 amerikaanse eiken, 1 bruine beuk en 1 plataan) een vergoeding zal betalen van f 490. - Voorstel tot intrekking van het raadsbe sluit tot demping en riolering van de sloot langs de Julianalaan. Bij raadsbesluit van 6 april 1956 werd een krediet gevoteerd van f 92.200. - ten behoeve van het dempen en rioleren van de waterloop langs de Julianalaan en de aanleg van een rijwielpad op de gedempte sloot. Het lag in de bedoeling in de sloot een „schoonwater-riolering" aan te leggen daar deze waterloop dient voor in- en uitlaat van water in de polder. Bij brief van 12 september 1956 bericht ten Ged. Staten, dat huns inziens met de voorgenomen werken het beoogde doel niet, althans niet volledig zou worden be reikt, indien zowel de woningen als de zui velfabriek afvalwater op deze leiding zou den lozen, daar in dat geval de onhygiëni sche toestand zich slechts zou verplaatsen. Volgens Ged. Staten ware het wenselijk de mogelijkheid van verlegging van de water loop te onderzoeken. Bij bespreking van genoemde brief en het daarop door de architect uitgebrachte rapport werd overwogen na te gaan of de onderhavige waterloop nog als in- en uit laat voor de polder dienst doet, zodat de mogelijkheid zou kunnen worden onder zocht om in deze waterloop reeds het de finitieve riool van het rioleringsnet te leg gen. Echter deed zich, bij dit plan weer de mogelijkheid voor, dat de afvalstoffen, we gens het ontbreken van een zuiveringsin stallatie, op een gegeven plaats, i.e. bij de spoorwegovergang, in de waterloop zouden terecht komen met alle onhygiënische ge volgen van dien. Bovendien moeten de slo ten langs de Loonsedijk hun water hierin lozen. In de derde plaats is nog onderzocht de mogelijkheid van verlegging van de water loop, derhalve een geheel nieuwe waterloop graven en de bestaande zonder meer dem pen. Ook hieraan kleefden enkele belang rijke bezwaren. Allereerst zouden t.b.v. de woningen, welke thans op de waterloop lozen voorzie ningen moeten worden getroffen d.m.v. septic-tanks. Daarnaast is aanleg van een nieuwe waterloop achter de woningen langs de Julianalaan kostbaar en zou deze alle percelen doorsnijden, waaronder één over de gehele lengte, hetgeen voor de betrokken eigenaren zeer nadelig zou zijn. Afvoer van water uit de sloten langs de Loonsedijk via de waterloop langs de Bernhardstraat is eveneens onderzocht, doch wegens verschil in peil zou in dat geval bij hoge waterstand de Loonsestraat blank komen te staan.. In dat geval zou t.b.v. de landerijen ten westen van de Julianalaan bovendien een waterloop moeten worden gegraven. Een en ander zou abnormaal hoge kos ten met zich mede brengen. B. en W. zijn tot de conclusie gekomen dat demping van de waterloop langs de Julianalaan slechts mogelijk is, indien een volledig rioleringsnet, met zuiveringsinstal latie is aangelegd; anders wordt het slechts verplaatsing van de moeilijkheden. Aangezien de aanleg daarvan, met het oog op de noodzaak tot beperking der in vesteringen, voorshands niet mogelijk is, stellen B. en W. voor het besluit tot dem ping van de waterloop langs de Julianalaan voorlopig in te trekken en tot een gunstiger tijdstip uit te stellen. Een verbetering van de hygiënische toe stand zou kunnen worden verkregen in dien regelmatig water in en uit de sloot werd gelaten. Een verzoek dienaangaande zal tot het waterschap worden gericht.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 5