Waalwijkse en Langst Courant
DEN HAAG MOET DE
BAKENS VERZETTEN
NEDERLAND ALïijD DE DUPE
het gezonde gebaar:
85
Een warwinkel van tijdrekeningen
Waalwijk beperkt besteding door bescheiden
hoeveelheid buitengewone werken voor 1958.
„STASSAR is ERViCE"
speciaal voos UW BRIL
VRIJDAG 3 JANUARI 1958
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT 1878
ONZE EMIGBATIE-KOEBS IN 1958
d- en
81e JAARGANG No. 1
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p. p
Advertentieprijs
10 cent per mm.
Contract-advertenties
speciaal tarief
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
6-klassinge meisjesschool te Be
soijen.
Op de urgentielijst voor 1955
werd geplaatst de bouw van een
4-klassige meisjesschool voor
g.l.o. te Besoijen. De uitbreiding
van dit gemeentedeel voltrekt
zich echter in een zeer «nel tem
po, zodat het economisch niet
verantwoord is om een 4-klassi-
ge meisjesschool te bouwen. De
plannen voor een 6-klassige
school yerkeren reeds in 'n ver
gevorderd stadium. Binnenkort
zal met de uitvoering 'n aanvang
worden gemaakt.
2e r.k. jongensschool St. Antoni-
usparochie.
Ook de toeloop van leerlingen
in dit gedeelte van de gemeente
is dermate groot, dat deze school
oorspronkelijk als 3-klassige
school op de urgentielijst van
1954 geplaatst tot zes klassen
moet worden uitgebreid.
Nut's ulo-school.
De bestaande school is gehuis
vest in een gebouw, dat voor het
onderwijs absoluut ongeschikt
en bovendien veel te klein is.
Meisjes ulo-centrum.
iMet de bouw van deze school
is thans reeds begonnen.
Jongens-ulo-school St. Michael.
Uitbreiding van de 4 lokalen
tellende r.k. jongens-ulo-school
in de St. Antoniusparochie is
dringend noodzakelijk maar pla
nologisch onverantwoord. Daar
om is de stichting van 'n nieuwe
7-klassige ulo-school ter plaatse
een gebiedende eis, ook naar de
cening van de inspecteur van het
lager'onderwijs.
Chr. school voor b.l.o.
De plaatsing van deze streek
school op de urgentielijst 1956
is aangevraagd. De school is per
1 sept. 1955 reeds geopend en wel
in enige zeer verspreid liggende
nood-leslokalen. De bouw van
een chr. b.l.o.-school is daarom
zeer urgent te noemen.
R.K. school voor b.l.o.
Het betreft hier ook 'n streek
school, die in een oud gebouw is
ondergebracht. Wegens liet ont
breken van daartoe geëigende
bouwgrond moest de bouw tot
heden worden uitgesteld.
R.K. Kleuterschool Besojjen.
De tegenwoordige huisvesting
van de kleuterschool in deze pa
rochie vraagt dringend om een
oplossing. Deze noodzaak doet
zich nog meer voelen in verband
met de snelle uitbreiding van
deze parochie. Met de bouw is
reeds een begin gemaakt.
6-klassige misjesschool Antoni
usparochie.
In afwachting van de verwe
zenlijking der plannen tot nieuw
bouw, zal tijdelijk in de behoef
te worden voorzien door de be
schikbaarstelling van 2 noodlo-
kalen.
Prot. chr. school voor g.l.o. te
Baardwijk.
Bij de gemeente zal worden
ingediend een aanvrage om me
dewerking tot stichting van een
nieuwe 4-klassige protestants-
christelijke school voor g.l.o. te
Baardwijk. Momenteel is in de
gemeente slechts één christelij
ke school gevestigd en deze is
gelegen te Besoijen.
4-klassige r.k. kleuterschool An
toniusparochie.
Van het kerkbestuur dezer
parochie is het verzoek ingeko
men om' medewerking te willen
verlenen voor de boriw van een
kleuterschool.
4-klassige r.k. kleuterschool te
Baardwijk.
De toestand van het gebouw
der bestaande kleuterschool
noopt tot het reffen van afdoen
de voorzieningen en wel in de
vorm van een nieuw schoolge
bouw.
R.K. Kleuterschool centrum.
Ook hier is de bouw van een
nieuwe kleuterschool dringend
noodzakelijk. De school is ge
plaatst op de urgentielijst voor
1955.
In de vergadering van de raad
der gemeente Waalwijk van 27
december j.l. werd o.m. behan
deld het voorstel tot het aanvra
gen van verhoging van de al
gemene uitkering uit het ge
meentefonds.
Blijkens de toelichting op dit
punt heeft de gemeente voor het
jaar 1958 mét het oog op re be
stedingsbeperking slechts 'n be
scheiden aantal nieuwe kapi-
taalswerken gepland. Het zijn
alleen de absoluut noodzakelijke
werken. In totaal is er tot een
bedrag van 1.401.925.bezui
nigd.
Voor de uitvoering van de eer
ste fase van het havenplan heeft
de gemeente de beschikking ge
kregen over een bedrag van
900.000.zodat met de reali
sering van een gedeelte van de
eerste fase een begin kan wor
den gemaakt.
Op de gemeentewerf in de Sta
tionsstraat zullen een aantal
boxen worden bijgebouwd en
aan de le Zeine zal voor gemeen
tewerken een magazijn en werf
worden gebouwd.
In verband met aansluiting
aan de nieuwe provinciale weg
in de Buitenpolder zal de recon
structie en verbreding van de
Hertog Janstraat ter hand geno
men worden.
Dringend noodzakelijk in ver
band met de realisering, van het
bouwplan voor 500 woningen ten
Westen van de Baardwijksestraat
is de aanleg van een stamriool
in de Buitenpolder van Baard
wijk, Met de woningbouw in dit
gemeentedeel zal binnenkort een
begin worden gemaakt. De stra
ten enz. zijn reeds gelegd. Nood
zakelijk is ook de aanleg van rio
lering in de Parallelweg Buiten
polder ten behoeve van de be
bouwing aldaar.
Aangezien de bouwrijpe grond
in de gemeente nagenoeg uitge
put is. moet zo spoedig mogelijk
in verdere uitbreidingsmogelijk
heden in de St. Antoniusparo
chie ten zuiden der 2e Zeine
worden voorzien.
SPORTPARK BESOIJEN.
Op het programma staat ver
der de aanleg van een sportpark
in Besoijen. Deze aanleg is drin
gend noodzakelijk, omdat diver
se scholen en sportverenigingen
door de voortschrijdende bebou
wing zijn of in 1958 zullen wor
den verdrongen van resp. hun
terreinen voor lich. oefening en
van hun sportvelden, terwijl in
de omgeving geen terrein meer
beschikbaar is. Daarom zullen
door de gemeente ten zuiden van
de spoorlijn, zo dicht mogelijk
bij d.e kom van Besoijen, ca. 8 ha.
grond aangekocht kunnen wor
den. Voor het sportparkplan
zullen ongeveer 4 ha. in aanmer
king komen. De kosten van dit
object zijn geraamd op 2 ton.
BEGRAAFPLAATS.
Voor de aanleg van een be
graafplaats is 150.000.uit
getrokken. Bijna alle kerkge
nootschappen hebben gebrek aan
ruimte op hun veelal reeds oude
begraafplaatsen, welke voortaan
geheel ingebouwd zijn. De alge
mene begraafplaats der gemeen
te is zeer primitief en klein en
gelegen op een onpraktische
plaats in de gemeente. Het is
daarom noodzakelijk, dat een
nieuwe gelegenheid wordt ge
schapen builen de bebouwde
kom, doch centraal gelegen, zo
dat ze mettertijd voor de hele
gemeente kan dienst doen. Een
voorlopig plan is opgesteld ter
grootte van 12 ha.
RECONSTRUCTIE
STATIONSPLEIN.
De bushalten zijn voor de
meeste bussen overgebracht naar
het Stationsplein. Dit is echter
in zijn tegenwoordige toestand
daarvoor te klein, temeer omdat
er ook wachthuisjes voor ihet
publiek moeten verrijzen. Met
de B.B.A. is overeengekomen dat
de gemeente de reconstructie
van het plein ter hand zal nemen
en de B.B.A. de daarvoor nodige
vaste lening zal, verstrekken. De
kosten worden geraamd op
36.200.—.
SCHOLENBOUW.
Veertien scholen vermeldt de
lijst betreffende scholenbouw en
bet is zonder meer duidelijk, dat
de realisering van deze objecten
niet zonder meer kan worden
uitgesteld en zeker niet op de
lange baan geschoven kan wor
den. Op deze lijst komen de na
volgende scholen voor
Openbare school voor g.l.o.
De tegenwoordige school is
gehuisvest in een oud gebouw,
dat tengevolge van de uitbrei
ding van het leerlingenaantal
bovendien te klein is geworden.
Stassar, Stationsstr. 88, Waalwijk
DE ECHO \M HEÏ ZUIDEN
(van onze soc.-econ. medewerker)
De afloop van de dramatische ontwikke
ling in Indonesië kan nog door niemand
worden voorzien. Zonder dat wij ons aan
voorspellingen wagen kunnen wij echter
vaststellen, dat er duizenden landgenoten
uit Indonesië naar het vaderland zullen te
rugkeren. Dat is juist, want wij dienen op
de veiligheid van Nederlanders, waar zij
zich ook ter wereld bevinden, bedacht te
zijn.
Wanneer wij met een zeker optimisme
vaststellen, dat er van de 60.000 Nederlan
ders in Indonesië de helft moet vertrekken,
dan zou ons land met die zorg worden be
zwaard om 30.000 mensen aan een nieuwe
toekomst te helpen. Een dergelijk probleem
is niet zo moeilijk op te lossen, wanneer er
alom een tekort aan werkkrachten is. De
thuiskerenden worden dan spoedig weer in
het arbeidsproces opgenomen. Ditmaal is
de toestand minder gunstig, omdat het
werkloosheidsspook alweer om de hoek
komt kijken bij een snel toenemende be
roepsbevolking, die nu uit Indonesië nog
extra wordt versterkt.
Bij de immigranten uit Indonesië bevin
den zich grote aantallen Nederlanders, die
hun moederland nauwelijks kennen of er
misschien nooit geweest zijn. Zij hebben er
zich in hun dromen uiteraard een zeer gun
stige voorstelling van gemaakt, althans heb
ben zij in hun geest een fraaier beeld van
onze welvaart en toekomst gevormd dan
de werkelijkheid hun.kan bieden. Deze
mensen zullen zich na een kort verblijf in
de lage landen diep ongelukkig voelen, om
dat de aanpassing aan het typisch Neder
landse leven een grote dosis aan energie
vraagt met een wil om geheel opnieuw te
beginnen.
Naar warmere streken.
Velen van hen, die uit Indonesië komen,
zullen in Nederland niet het land hunner
dromen vinden en' evenmin in staat zijn
hier een nieuw bestaan op te bouwen. Zij
zouden nog veel vlugger acclimatiseren in
andere landen, die klimatologisch ook wat
dichter bij de archipel liggen en daarom is
het zo verheugend dat landen als Zuid-
Afrika, Australië, Brazilië en anderen een
aanbod hebben gedaan om een aantal Ne
derlanders, die uit Indonesië zijn uitgewe
zen, op te nemen.
Onze emierati^dienst heeft er zich mee
bemoeid en stappen gedaan om deze over
gang te bevorderen. Men heeft op deze aan
biedingen op de juist wijze ingehaakt.
Wat kunnen wij verder doen? Wij willen
de vraag ruimer stellen en de emigratie
kansen voor Nederlanders in 1958 onder de
loupe nemen. Het wordt naar onze mening
hoog tijd dat wij ons op dit vraagstuk na
der bezinnen, met de les in Indonesië als
achtergrond.
De poort bleef open.
Het is met de emigratie van Nederlan
ders niet zo gunstig gesteld als men wel zou
verwachten. In de laatste tijd is het vraag
stuk zelfs iets meer op de achtergrond ge
raakt, mede onder druk van industriële
kringen, die van mening waren dat de ar-
beidsschaarste deels aan onze emigratie-
politiek was te wijten, waardoor immers
vele zeer goede ambachtslieden naar elders
verdwenen.
Gelukkig is de emigratielijn getrokken
door mensen met een goed inzicht in een
wat verdere toekomst. Een deel van die
toekomst kan nu aanbreken. De voorstan
ders der actieve emigratiepolitiek hebben
de uitlaat-poort in de jonge landen open
gehouden. In deze jonge landen, zoals
Australië, Zuid-Afrika en Canada stelode
men zich op het standpunt, dat Nederland
in tijd van gunstige conjunctuur ook men
sen moest laten vertrekken, wilde men in
minder goede dagen ook een beroep kunnen
dopn op landen met meer levensruimte dan
het onze. En zo zijn er duizenden overzee
gegaan.
Over het algemeen is de emigratie een
succes geworden. Er zijn mislukkingen,
maar die zijn bij een massaal verschijnsel
nimmer te vermijden.
Werklooesheid in Canada.
tuur-bedrijven, dan zit er geen vaart in.
Daarom pleiten wij voor kapitaalhulp uit
het vaderland, waardoor aan onze emigran
ten een steun in de rug wordt gegeven bij
de opbouw van een bestaan in jonge landen,
die zelf met een geweldig kapitaalgebrek
worstelen en dus de nieuwelingen ook maar
weinig kunnen helpen. Voor die kapitaal
hulp moet vanzelfsprekend overleg gepleegd
worden met de regeringen van de landen,
waar het om gaat.
Men zal daarbij steun vinden in Zuid-
Afrika, Australië en Canada. In Zuid-Afri
ka omdat het een nationale industrie wil op
bouwen en geheel los wil komen van En
geland. In het komende voorjaar zal in
Zuid-Afrika vermoedelijk de republiek wor
den uitgeroepen. Wij hebben daar kansen
om onze economische invloed te versterken.
Er zijn banden des bloeds en wij hebben als
kleine natie geen politieke bedoelingen, zul
len daar ook niet van worden verdacht. De
vraag, hoe snel Zuid-Afrika zich uit het
Engelse gemenebest zal vrij maken, hangt
af van de hulp die elders economisch te
wachten staat. Laten wij doen wat mogelijk
is. Onze naam in Canada staat hoog aange
schreven. Onze verhouding met Australië is
beter dan ooit.
Verzet de bakens!
Ook op Java en Sumatra hebben wij
eigenlijk sterke economische banden gelegd,
dank zij de kapitaalverstrekking door de
Ned. Handel Mij., die eens het zorgenkind
was van koning Willem I. Ook daar was
sprake van een vorm van export-financie
ring, zij het met een bijzonder karakter.
Willen wij compensatie vinden voor Indone
sië, dan zullen wij in de jonge landen deze
moeten vinden. Middels emigratie, maar
ook middels grote Nederlandse investerin
gen.
Wij zouden hier de vraag aan willen ver
binden of onze regering verwacht dat de uit
Indonesië verjaagden, die in jonge landen
een kans krijgen, zonder een cent nieuwe re
laties kunnen kweken voor het oude moe
derland, of daar nieuwe ondernemingen
kunnen vestigen! Een dergelijke politiek
staat gelijk met een in de steek laten. Reeds
vroeger heeft ook Drs. Bloemendaal, secre
taris van de Nederlands-Canadese Kamer
van Koophandel op het kapitaalgebrek on
der Nederlanders in den vreemde gewezen
en het verlenen van financiële faciliteiten
bepleit ten bate van onze toekomstige bui
tenlandse handel en onze deviezenpositie.
Reeds zijn er gevallen bekend waarin Ne
derlanders in West-Duitsland kredietfaci
liteiten verkregen, die hun door landgenoten
werden geweigerd!
Het wordt tijd dat wij onze emigratieba
kens zo verzetten, dat onze vertrekkende
landgenoten meer en een krachtiger houvast
houden op het moederland, waarmee een
uitgangspunt kan worden verkregen tot gro
ter bloei van onze export van mensen en
goederen. Dit zij onze gedragslijn in 1958.
Er worden door onze regering jaarlijks
miljoenen uitgetrokken voor onderontwik
kelde gebieden. Laten wij liever zorgen dat
dit geld direct aan Nederlanders ten goede
komt.
Drs. HERMES.
(Nadruk verboden).
EB Bi
OöSÖ
cent
ROTER
door dr. P. H. Ritter jr.
De bestendige dienstbaarheid van de Ne
derlandse diplomatie aan de NATO-doel-
einden blijft voor velen een onverklaarbare
zaak.
Ongetwijfeld wij behoren bij de NATO
en wij hebben onze bondgenootschappelijke
plichten te vervullen, voor zoverre die lig
gen binnen de grenzen van ons vermogen.
Maar wij doen meer dan onze plichten. Wij
zijn gedwee en gehoorzaam tot over de
grens en nemen besluiten, die rechtstreeks
in strijd komen met de uitgesproken wil en
het klaarblijkelijk belang der Nederlandse
bevolking.
Waarom heeft de Nederlandse delegatie
het goedgevonden, dat Nederland raket
bases krijgt, terwijl zij wist, dat het Neder
landse volk bij deze beslissing door een
huivering zou worden bevangen?
Die angst heeft grond. Door raketbases
te verlenen, lokken wij het gevaar aan. Als
eenmaal een oorlog uitbarst, dan zijn de
landen, waar zich raketbases bevinden, een
zekere prooi van de vijand.
Alle kansen, dat de oorlog over en om
ons heen zal woeden, maar dat ons land
voor vernietiging zal blijven gespaard, wor
den moedwillig afgesneden.
Als wij goed zijn ingelicht, dan stelt de
beslissing over de raketbasis de dienst Be
scherming Bevolking voor extra problemen.
De Skandinavische landen hebben het ge
vaar onmiddellijk onderkend. Zij hebben
zich eensgezind en krachtig tegen het ver
lenen van raketbases verzet. Ook west-Duits-
land was er niet happig op!
Waarom heeft Nederland een concessie
gedaan, die zóveel gevaar oplevert voor zijn
nationale veiligheid? Alleen ten bate van de
NATO en de Verenigde Staten, maar ten
schade van Nederland zelf.
Wij menen dat er, nu Nederland aan al
le kanten bedreigd wordt, een krachtiger
politiek tegenover de NATO-landen gebo
den is. Nederland is in de laatste weken
getrapt en vernederd, zoals het nooit aan
enige mogenheid is overkomen en er is
een aanval gedaan op Nederlandse mensen
en een diefstal gepleegd op Nederlands
goed.
De weerwerking van al deze gebeurtenis
sen op onze geachte bondgenoten is geweest
van zuiver-platonische aard. Wij missen
alle steun van hunne zijde.
Zelfs verschenen er berichten, dat Ame
rika er over denkt, als vertrouwensman het
beheer van Nieuw-Guinea over te nemen en
het aan Nederland te onttrekken, ter be
loning van Nederlands trouw aan zijn man
daatsverplichtingen en de voortreffelijke
wijze, waarop ons land het omstreden eiland
heeft beheerd.
Wij offeren maar voor bondgenoten, die
ons in de steek laten. Wij geven de veilig
heid van ons gebied in Europa prijs, wij
offeren onze jeugd op, want onverminderde
en straffe diensttijd wacht de Nederlandse
jongens, terwijl België zijn contingent ver
mindert en zijn diensttijd verkort.
Wanneer zullen wij eindelijk de troeven
uitspelen, die wij in handen hebben?
(Nadruk verboden).
Behalve van eigen mentaliteit en wiskracht
is men ook nog afhankelijk van de conjunc
tuur in het ontvangende land. In het jong
ste verleden was die gunstig, op heden tre
den er schokken op, met name in Canada.
Daar is reeds nu een werkloosheid van meer
dan 3 en men verwacht dat deze in het
voorjaar wel tot 500.000 werklozen op 16
miljoen inwoners kan zijn aangegroeid. On
der deze omstandigheden is het voor nieuw
komers niet gemakkelijk aan de slag te ko
men en Canada biedt voor direct dan ook
niet de meest gunstige perspectieven.
Toch blijft in het groot gezien een deel
van onze toekomst in de emigratie liggen.
Wij moeten een deel van onze mankracht
spuien. Wij kunnen door die vestigingen
elders de banden met die landen verster
ken en daarmee onze handel en industrie
steun bieden, mits wij de juiste weg bewan
delen. Wil men relaties maken en behouden,
dan moet men niet onze wilskrachtige bur
gers met een handgeld ergens planten en
dan tegen hen zeggen dat ze het verder zelf
maar moeten doen. Ze willen zelf gaarne
hun toekomst bouwen, maar er zijn gren
zen aan iemands vermogen.
Gebrek aan geld.
Steeds weer blijkt dat een geweldig ka
pitaalgebrek onder de Nederlanders in jon
ge landen hun ontwikkeling remt. Men wil
nieuwe bedrijven bouwen, zelfs grondstoffen
en eindprodukten bij voorkeur in Nederland
kopen, omdat tenslotte het bloed kruipt
waar het niet gaan kan. Maar indien met
nieuwe ondernemingen uitsluitend moet op
bouwen uit bespaarde winsten van minia-
Het bepalen van de juiste tijd is een
buitengewoon moeilijk probleem.
We staan aan het begin van het nieuwe
jaar, het jaar dat wij aanduiden met 1958.
Wij leven dus 1958 jaar na Christus' ge
boorte, althans dat nam men indertijd aan
en dit genomen bij het feit, dat het grootste
deel van de wereldbevolking niet christelijk
is en dus onze christelijke kalender niet wil
aanvaarden, toont duidelijk hoe wankel de
tijdrekening der mensen is opgebouwd.
Gaan wij 1958 in, de Joden, Mohamme
danen, Boedfaisten en vele anderen leven
in geheel andere jaren. Zo is het nu en zo
is het altijd geweest, de tijdrekening is een
enorm probleem voor de wereld, al is het
gelukkig geen probleem dat op het slagveld
beslist moet worden.
Reeds van de oudste tijden af heeft de
mens getracht een systeem te vinden, waar
door zijn bestaan meer geordend zou wor
den. In Egypte rekende men met een maat
staf van 15 jaar. Dit hield verband met de
belasting in natura, welke door de grond
bezitters éénmaal in de 15 jaar voldaan
moest worden. De Mongolen hadden iets
soortgelijks en wel een indeling van de tijd
in perioden van 60 jaar en elk jaar droeg
de naam van een dier.
De monolithen van de Maya's.
De Maya's, een oud volk, dat eertijds het
gebied bewoonde dat nu Guatemala, wes
telijk Honduras en zuid-Mexico heet, had-
den hun kalender gegraveerd op heel grote
stenen, monolithen, die de eeuwen hebben
doorstaan en waarvan wij nu de tekens en
opschriften kunnen bewonderen en die ons
een idee geven van de manier waarop dit
oude volk zijn tijd indeelde.
In het oude Babylonië ging men voor de
tijdrekening uit van regeringstijdperken, die
aanvingen met de troonsbestijging van een
vorst. Wanneer wij dit systeem zouden
volgen, leefden we nu in het negende jaar
van koningin Juliana en was 1940 bijvoor
beeld het twee en veertigste jaar van ko
ningin Wilhelmina. De moeilijkheid zit voor
latere geslachten natuurlijk in het dateren
van de troonsbestijging van de betrokken
vorst.
De Grieken deden het ook ongeveer op
die manier. Hier werd het jaar aangeduid
met een cijfer en de naam van een hoog
waardigheidsbekleder. Later volgden ze de
Olympiaden, die om de vier jaar werden
gehouden en noemde men de naam van de
winnaar bij het jaar.
Rome van het jaar 0.
Ook de Romeinen zagen wel iets in dat
systeem en zij verbonden er de naam van
een consul aan, doch dit gaf veel moeilijk
heden, omdat er meer consuls in een be
paald jaar waren, en die wilden stuk voor
stuk dat het jaar naar hen genoemd zou
worden. De Romeinen gingen dus over tot
een ander systeem, namelijk het doortellen
van de jaren. De stichting van de stad
Rome gaf het jaar nul aan en vanaf die
datum ging men tellen. Maar de stichting
van de stad was in de vergetelheid verloren
gegaan en dus was de berekening niet hele
maal juist.
j Trouwens de tijdrekening van de Romei
nen is voor ons van het grootste belang ge
weest, want zij vormde de basis waarop wij
verder rekenen. Het woord „kalender" be
wijst deze afstamming reeds, want het is
afgeleid uit het Latijn en betekent „eerste
dag van de maand". Ook in onze maanden
zien we nog de verwantschap met de oude
Romeinse- kalender, die oorspronkelijk tien
maanden had. Maart was de eerste maand
en telt u maar verder, dan ziet u september
(septem is zeven), oktober (octo is acht),
november (novem is negen) en december
(decern is tien).
Vele fouten.
Later kwam er een Romeinse koning die
inzag dat dit fout was en hij verdeelde het
jaar in twaalf maan-maanden, dus kwamen
er twee bij. Maar in twaalf maanmaanden
kwam men nog verkeerd uit, omdat na deze
twaalf maanden de zon niet op hetzelfde
punt stond als op het moment dat men be
gon en dat was een vereiste. Daarom voeg
de men er om de twee jaar een dertiende
maand bij, Mercedonius of Schrikkelmaand
geheten.
Na verloop van tijd bleek, dat men nog
fout was, omdat een jaar dan nog een tekort
van één dag vertoonde. Zo sukkelde men
door en men kreeg de raarste verschillen, de
aanvangen der seizoenen verschoven naar
geheel andere data enzovoort.
Het was Julius Caesar, de beroemde, die
hieraan een eind maakte. De beroemde
Sterrekundige Sosigenis moest de kalender
hervormen en hij deed dit redelijk goed.
Het jaar kreeg 365 dagen, maar er bleef
vijf uur over, vandaar deze schrikkeldag
eens in de vier jaar. Dit heet de juliaanse
tijdrekening naar Julius Caesar.
Naar de christelijke telling.
Toch mankeerde hier ook nog het een en
ander aan, doch dit werd later veranderd.
Men rekende nog steeds met als beginda
tum de stichting van Rome. Hierin wilde
een paus verbetering brengen en hij droeg
een geleerde monnik op te berekenen wan
neer Christus geboren werd.
Deze monnik, Exiguus geheten, kweet
zich naar beste weten van zijn taak en wij
moeten bewondering hebben voor zijn re
sultaat, gezien zijn bescheiden middelen. Hij
constateerde, dat Christus geboren werd in
het jaar 754 na de stichting van Rome. Dus
had men niets anders te doen dan 754 jaar
van de tijdrekening af te trekken om een
christelijke jaartelling te maken, die begon
met de geboorte van Christus.
Later bleek aan onderzoekers echter, dat
de monnik zich iets vergist had en dat
Christus enige jaren vroeger geboren werd.
Bovendien is er aan getwijfeld, of dezé
monnik Christus' geboorte liet vallen in het
jaar nul of één. Ook weet men niet hoe hij
aan de gegevens is gekomen, doch op zijn
berekening leven wij nog steeds voort.
Greorgius deed het beter.
Maar de Juliaanse tijdrekening klopte nog
niet helemaal. De berekening was niet juist
genoeg, met als gevolg dat er toch nog een
verschuiving in de tijd ontstond. Paus Gre-
gorius de dertiende, die leefde in de twee
de helft der zestiende eeuw, bracht hierin
verbetering. De geleerde Lilius werkte aan
de verbetering niet minder dan tien jaar,
maar toen was het ook een redelijke kalen
der, die uit de bus kwam. Paus Gregorius
liet zijn gregoriaanse tijdrekening ingaan op
15 oktober 1582, waarbij men om het op
gelopen verschil in te halen dadelijk sprong
van 4 oktober op 15 oktober. In"de over
wegend rooms-katholieke landen werd deze
tijdrekening dadelijk ingevoerd. In de pro-
j testante landen volgde men pas later en er
zijn nog landen, die deze tijdrekening niet
volgen. De gregoriaanse kalender is de ka
lender, die wij nog steeds voeren.
Maar met deze tijdrekening is het leed
niet geleden, want daarnaast bestaan nog
nog verschillende andere tijdrekeningen,
zoals de joodse, de mohammedaanse, de in-
diase, de Chinese enzovoorts, die alle geheel
anders zijn.
Er wordt momenteel geijverd voor een
wereldkalender, volgens geheel nieuwe
maatstaven en met vele voordelen, doch of
deze kalender, waar hard voor gewerkt
wordt, algemeen aanvaard zal worden, is
een zeer groot vraagteken, mede in ver
band met het feit, dat deze kalender al ver
scheidene malen niet werd geaccepteerd.
We zullen waarschijnlijk nog wel vele ja
ren blijven tobben met onze onvolkomen
tijdsindeling, evenals verschillende andere
volkeren, maar dat schijnt het lot te zijn
van de tijd, die zich nu eenmaal niet zo ge
makkelijk laat indelen.
Realisering van uitvoerige scholenbouw noodzakelijk.
iedere brilreparatie in één uur klaar
iedere nieuwe bril in een halve dag
(uitgezonderd dubbele glazen)
ziekenfondskortingen worden onmiddellijk ingehouden
HET MODERNSTE optiekbedrijf der Langstraat