Waalwijkse en Langst Courant DEN HAAG MOET DE BAKENS VERZETTEN NEDERLAND ALïijD DE DUPE het gezonde gebaar: 85 Een warwinkel van tijdrekeningen Waalwijk beperkt besteding door bescheiden hoeveelheid buitengewone werken voor 1958. „STASSAR is ERViCE" speciaal voos UW BRIL VRIJDAG 3 JANUARI 1958 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT 1878 ONZE EMIGBATIE-KOEBS IN 1958 d- en 81e JAARGANG No. 1 Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p. p Advertentieprijs 10 cent per mm. Contract-advertenties speciaal tarief TELEGR.-ADRES: „ECHO" 6-klassinge meisjesschool te Be soijen. Op de urgentielijst voor 1955 werd geplaatst de bouw van een 4-klassige meisjesschool voor g.l.o. te Besoijen. De uitbreiding van dit gemeentedeel voltrekt zich echter in een zeer «nel tem po, zodat het economisch niet verantwoord is om een 4-klassi- ge meisjesschool te bouwen. De plannen voor een 6-klassige school yerkeren reeds in 'n ver gevorderd stadium. Binnenkort zal met de uitvoering 'n aanvang worden gemaakt. 2e r.k. jongensschool St. Antoni- usparochie. Ook de toeloop van leerlingen in dit gedeelte van de gemeente is dermate groot, dat deze school oorspronkelijk als 3-klassige school op de urgentielijst van 1954 geplaatst tot zes klassen moet worden uitgebreid. Nut's ulo-school. De bestaande school is gehuis vest in een gebouw, dat voor het onderwijs absoluut ongeschikt en bovendien veel te klein is. Meisjes ulo-centrum. iMet de bouw van deze school is thans reeds begonnen. Jongens-ulo-school St. Michael. Uitbreiding van de 4 lokalen tellende r.k. jongens-ulo-school in de St. Antoniusparochie is dringend noodzakelijk maar pla nologisch onverantwoord. Daar om is de stichting van 'n nieuwe 7-klassige ulo-school ter plaatse een gebiedende eis, ook naar de cening van de inspecteur van het lager'onderwijs. Chr. school voor b.l.o. De plaatsing van deze streek school op de urgentielijst 1956 is aangevraagd. De school is per 1 sept. 1955 reeds geopend en wel in enige zeer verspreid liggende nood-leslokalen. De bouw van een chr. b.l.o.-school is daarom zeer urgent te noemen. R.K. school voor b.l.o. Het betreft hier ook 'n streek school, die in een oud gebouw is ondergebracht. Wegens liet ont breken van daartoe geëigende bouwgrond moest de bouw tot heden worden uitgesteld. R.K. Kleuterschool Besojjen. De tegenwoordige huisvesting van de kleuterschool in deze pa rochie vraagt dringend om een oplossing. Deze noodzaak doet zich nog meer voelen in verband met de snelle uitbreiding van deze parochie. Met de bouw is reeds een begin gemaakt. 6-klassige misjesschool Antoni usparochie. In afwachting van de verwe zenlijking der plannen tot nieuw bouw, zal tijdelijk in de behoef te worden voorzien door de be schikbaarstelling van 2 noodlo- kalen. Prot. chr. school voor g.l.o. te Baardwijk. Bij de gemeente zal worden ingediend een aanvrage om me dewerking tot stichting van een nieuwe 4-klassige protestants- christelijke school voor g.l.o. te Baardwijk. Momenteel is in de gemeente slechts één christelij ke school gevestigd en deze is gelegen te Besoijen. 4-klassige r.k. kleuterschool An toniusparochie. Van het kerkbestuur dezer parochie is het verzoek ingeko men om' medewerking te willen verlenen voor de boriw van een kleuterschool. 4-klassige r.k. kleuterschool te Baardwijk. De toestand van het gebouw der bestaande kleuterschool noopt tot het reffen van afdoen de voorzieningen en wel in de vorm van een nieuw schoolge bouw. R.K. Kleuterschool centrum. Ook hier is de bouw van een nieuwe kleuterschool dringend noodzakelijk. De school is ge plaatst op de urgentielijst voor 1955. In de vergadering van de raad der gemeente Waalwijk van 27 december j.l. werd o.m. behan deld het voorstel tot het aanvra gen van verhoging van de al gemene uitkering uit het ge meentefonds. Blijkens de toelichting op dit punt heeft de gemeente voor het jaar 1958 mét het oog op re be stedingsbeperking slechts 'n be scheiden aantal nieuwe kapi- taalswerken gepland. Het zijn alleen de absoluut noodzakelijke werken. In totaal is er tot een bedrag van 1.401.925.bezui nigd. Voor de uitvoering van de eer ste fase van het havenplan heeft de gemeente de beschikking ge kregen over een bedrag van 900.000.zodat met de reali sering van een gedeelte van de eerste fase een begin kan wor den gemaakt. Op de gemeentewerf in de Sta tionsstraat zullen een aantal boxen worden bijgebouwd en aan de le Zeine zal voor gemeen tewerken een magazijn en werf worden gebouwd. In verband met aansluiting aan de nieuwe provinciale weg in de Buitenpolder zal de recon structie en verbreding van de Hertog Janstraat ter hand geno men worden. Dringend noodzakelijk in ver band met de realisering, van het bouwplan voor 500 woningen ten Westen van de Baardwijksestraat is de aanleg van een stamriool in de Buitenpolder van Baard wijk, Met de woningbouw in dit gemeentedeel zal binnenkort een begin worden gemaakt. De stra ten enz. zijn reeds gelegd. Nood zakelijk is ook de aanleg van rio lering in de Parallelweg Buiten polder ten behoeve van de be bouwing aldaar. Aangezien de bouwrijpe grond in de gemeente nagenoeg uitge put is. moet zo spoedig mogelijk in verdere uitbreidingsmogelijk heden in de St. Antoniusparo chie ten zuiden der 2e Zeine worden voorzien. SPORTPARK BESOIJEN. Op het programma staat ver der de aanleg van een sportpark in Besoijen. Deze aanleg is drin gend noodzakelijk, omdat diver se scholen en sportverenigingen door de voortschrijdende bebou wing zijn of in 1958 zullen wor den verdrongen van resp. hun terreinen voor lich. oefening en van hun sportvelden, terwijl in de omgeving geen terrein meer beschikbaar is. Daarom zullen door de gemeente ten zuiden van de spoorlijn, zo dicht mogelijk bij d.e kom van Besoijen, ca. 8 ha. grond aangekocht kunnen wor den. Voor het sportparkplan zullen ongeveer 4 ha. in aanmer king komen. De kosten van dit object zijn geraamd op 2 ton. BEGRAAFPLAATS. Voor de aanleg van een be graafplaats is 150.000.uit getrokken. Bijna alle kerkge nootschappen hebben gebrek aan ruimte op hun veelal reeds oude begraafplaatsen, welke voortaan geheel ingebouwd zijn. De alge mene begraafplaats der gemeen te is zeer primitief en klein en gelegen op een onpraktische plaats in de gemeente. Het is daarom noodzakelijk, dat een nieuwe gelegenheid wordt ge schapen builen de bebouwde kom, doch centraal gelegen, zo dat ze mettertijd voor de hele gemeente kan dienst doen. Een voorlopig plan is opgesteld ter grootte van 12 ha. RECONSTRUCTIE STATIONSPLEIN. De bushalten zijn voor de meeste bussen overgebracht naar het Stationsplein. Dit is echter in zijn tegenwoordige toestand daarvoor te klein, temeer omdat er ook wachthuisjes voor ihet publiek moeten verrijzen. Met de B.B.A. is overeengekomen dat de gemeente de reconstructie van het plein ter hand zal nemen en de B.B.A. de daarvoor nodige vaste lening zal, verstrekken. De kosten worden geraamd op 36.200.—. SCHOLENBOUW. Veertien scholen vermeldt de lijst betreffende scholenbouw en bet is zonder meer duidelijk, dat de realisering van deze objecten niet zonder meer kan worden uitgesteld en zeker niet op de lange baan geschoven kan wor den. Op deze lijst komen de na volgende scholen voor Openbare school voor g.l.o. De tegenwoordige school is gehuisvest in een oud gebouw, dat tengevolge van de uitbrei ding van het leerlingenaantal bovendien te klein is geworden. Stassar, Stationsstr. 88, Waalwijk DE ECHO \M HEÏ ZUIDEN (van onze soc.-econ. medewerker) De afloop van de dramatische ontwikke ling in Indonesië kan nog door niemand worden voorzien. Zonder dat wij ons aan voorspellingen wagen kunnen wij echter vaststellen, dat er duizenden landgenoten uit Indonesië naar het vaderland zullen te rugkeren. Dat is juist, want wij dienen op de veiligheid van Nederlanders, waar zij zich ook ter wereld bevinden, bedacht te zijn. Wanneer wij met een zeker optimisme vaststellen, dat er van de 60.000 Nederlan ders in Indonesië de helft moet vertrekken, dan zou ons land met die zorg worden be zwaard om 30.000 mensen aan een nieuwe toekomst te helpen. Een dergelijk probleem is niet zo moeilijk op te lossen, wanneer er alom een tekort aan werkkrachten is. De thuiskerenden worden dan spoedig weer in het arbeidsproces opgenomen. Ditmaal is de toestand minder gunstig, omdat het werkloosheidsspook alweer om de hoek komt kijken bij een snel toenemende be roepsbevolking, die nu uit Indonesië nog extra wordt versterkt. Bij de immigranten uit Indonesië bevin den zich grote aantallen Nederlanders, die hun moederland nauwelijks kennen of er misschien nooit geweest zijn. Zij hebben er zich in hun dromen uiteraard een zeer gun stige voorstelling van gemaakt, althans heb ben zij in hun geest een fraaier beeld van onze welvaart en toekomst gevormd dan de werkelijkheid hun.kan bieden. Deze mensen zullen zich na een kort verblijf in de lage landen diep ongelukkig voelen, om dat de aanpassing aan het typisch Neder landse leven een grote dosis aan energie vraagt met een wil om geheel opnieuw te beginnen. Naar warmere streken. Velen van hen, die uit Indonesië komen, zullen in Nederland niet het land hunner dromen vinden en' evenmin in staat zijn hier een nieuw bestaan op te bouwen. Zij zouden nog veel vlugger acclimatiseren in andere landen, die klimatologisch ook wat dichter bij de archipel liggen en daarom is het zo verheugend dat landen als Zuid- Afrika, Australië, Brazilië en anderen een aanbod hebben gedaan om een aantal Ne derlanders, die uit Indonesië zijn uitgewe zen, op te nemen. Onze emierati^dienst heeft er zich mee bemoeid en stappen gedaan om deze over gang te bevorderen. Men heeft op deze aan biedingen op de juist wijze ingehaakt. Wat kunnen wij verder doen? Wij willen de vraag ruimer stellen en de emigratie kansen voor Nederlanders in 1958 onder de loupe nemen. Het wordt naar onze mening hoog tijd dat wij ons op dit vraagstuk na der bezinnen, met de les in Indonesië als achtergrond. De poort bleef open. Het is met de emigratie van Nederlan ders niet zo gunstig gesteld als men wel zou verwachten. In de laatste tijd is het vraag stuk zelfs iets meer op de achtergrond ge raakt, mede onder druk van industriële kringen, die van mening waren dat de ar- beidsschaarste deels aan onze emigratie- politiek was te wijten, waardoor immers vele zeer goede ambachtslieden naar elders verdwenen. Gelukkig is de emigratielijn getrokken door mensen met een goed inzicht in een wat verdere toekomst. Een deel van die toekomst kan nu aanbreken. De voorstan ders der actieve emigratiepolitiek hebben de uitlaat-poort in de jonge landen open gehouden. In deze jonge landen, zoals Australië, Zuid-Afrika en Canada stelode men zich op het standpunt, dat Nederland in tijd van gunstige conjunctuur ook men sen moest laten vertrekken, wilde men in minder goede dagen ook een beroep kunnen dopn op landen met meer levensruimte dan het onze. En zo zijn er duizenden overzee gegaan. Over het algemeen is de emigratie een succes geworden. Er zijn mislukkingen, maar die zijn bij een massaal verschijnsel nimmer te vermijden. Werklooesheid in Canada. tuur-bedrijven, dan zit er geen vaart in. Daarom pleiten wij voor kapitaalhulp uit het vaderland, waardoor aan onze emigran ten een steun in de rug wordt gegeven bij de opbouw van een bestaan in jonge landen, die zelf met een geweldig kapitaalgebrek worstelen en dus de nieuwelingen ook maar weinig kunnen helpen. Voor die kapitaal hulp moet vanzelfsprekend overleg gepleegd worden met de regeringen van de landen, waar het om gaat. Men zal daarbij steun vinden in Zuid- Afrika, Australië en Canada. In Zuid-Afri ka omdat het een nationale industrie wil op bouwen en geheel los wil komen van En geland. In het komende voorjaar zal in Zuid-Afrika vermoedelijk de republiek wor den uitgeroepen. Wij hebben daar kansen om onze economische invloed te versterken. Er zijn banden des bloeds en wij hebben als kleine natie geen politieke bedoelingen, zul len daar ook niet van worden verdacht. De vraag, hoe snel Zuid-Afrika zich uit het Engelse gemenebest zal vrij maken, hangt af van de hulp die elders economisch te wachten staat. Laten wij doen wat mogelijk is. Onze naam in Canada staat hoog aange schreven. Onze verhouding met Australië is beter dan ooit. Verzet de bakens! Ook op Java en Sumatra hebben wij eigenlijk sterke economische banden gelegd, dank zij de kapitaalverstrekking door de Ned. Handel Mij., die eens het zorgenkind was van koning Willem I. Ook daar was sprake van een vorm van export-financie ring, zij het met een bijzonder karakter. Willen wij compensatie vinden voor Indone sië, dan zullen wij in de jonge landen deze moeten vinden. Middels emigratie, maar ook middels grote Nederlandse investerin gen. Wij zouden hier de vraag aan willen ver binden of onze regering verwacht dat de uit Indonesië verjaagden, die in jonge landen een kans krijgen, zonder een cent nieuwe re laties kunnen kweken voor het oude moe derland, of daar nieuwe ondernemingen kunnen vestigen! Een dergelijke politiek staat gelijk met een in de steek laten. Reeds vroeger heeft ook Drs. Bloemendaal, secre taris van de Nederlands-Canadese Kamer van Koophandel op het kapitaalgebrek on der Nederlanders in den vreemde gewezen en het verlenen van financiële faciliteiten bepleit ten bate van onze toekomstige bui tenlandse handel en onze deviezenpositie. Reeds zijn er gevallen bekend waarin Ne derlanders in West-Duitsland kredietfaci liteiten verkregen, die hun door landgenoten werden geweigerd! Het wordt tijd dat wij onze emigratieba kens zo verzetten, dat onze vertrekkende landgenoten meer en een krachtiger houvast houden op het moederland, waarmee een uitgangspunt kan worden verkregen tot gro ter bloei van onze export van mensen en goederen. Dit zij onze gedragslijn in 1958. Er worden door onze regering jaarlijks miljoenen uitgetrokken voor onderontwik kelde gebieden. Laten wij liever zorgen dat dit geld direct aan Nederlanders ten goede komt. Drs. HERMES. (Nadruk verboden). EB Bi OöSÖ cent ROTER door dr. P. H. Ritter jr. De bestendige dienstbaarheid van de Ne derlandse diplomatie aan de NATO-doel- einden blijft voor velen een onverklaarbare zaak. Ongetwijfeld wij behoren bij de NATO en wij hebben onze bondgenootschappelijke plichten te vervullen, voor zoverre die lig gen binnen de grenzen van ons vermogen. Maar wij doen meer dan onze plichten. Wij zijn gedwee en gehoorzaam tot over de grens en nemen besluiten, die rechtstreeks in strijd komen met de uitgesproken wil en het klaarblijkelijk belang der Nederlandse bevolking. Waarom heeft de Nederlandse delegatie het goedgevonden, dat Nederland raket bases krijgt, terwijl zij wist, dat het Neder landse volk bij deze beslissing door een huivering zou worden bevangen? Die angst heeft grond. Door raketbases te verlenen, lokken wij het gevaar aan. Als eenmaal een oorlog uitbarst, dan zijn de landen, waar zich raketbases bevinden, een zekere prooi van de vijand. Alle kansen, dat de oorlog over en om ons heen zal woeden, maar dat ons land voor vernietiging zal blijven gespaard, wor den moedwillig afgesneden. Als wij goed zijn ingelicht, dan stelt de beslissing over de raketbasis de dienst Be scherming Bevolking voor extra problemen. De Skandinavische landen hebben het ge vaar onmiddellijk onderkend. Zij hebben zich eensgezind en krachtig tegen het ver lenen van raketbases verzet. Ook west-Duits- land was er niet happig op! Waarom heeft Nederland een concessie gedaan, die zóveel gevaar oplevert voor zijn nationale veiligheid? Alleen ten bate van de NATO en de Verenigde Staten, maar ten schade van Nederland zelf. Wij menen dat er, nu Nederland aan al le kanten bedreigd wordt, een krachtiger politiek tegenover de NATO-landen gebo den is. Nederland is in de laatste weken getrapt en vernederd, zoals het nooit aan enige mogenheid is overkomen en er is een aanval gedaan op Nederlandse mensen en een diefstal gepleegd op Nederlands goed. De weerwerking van al deze gebeurtenis sen op onze geachte bondgenoten is geweest van zuiver-platonische aard. Wij missen alle steun van hunne zijde. Zelfs verschenen er berichten, dat Ame rika er over denkt, als vertrouwensman het beheer van Nieuw-Guinea over te nemen en het aan Nederland te onttrekken, ter be loning van Nederlands trouw aan zijn man daatsverplichtingen en de voortreffelijke wijze, waarop ons land het omstreden eiland heeft beheerd. Wij offeren maar voor bondgenoten, die ons in de steek laten. Wij geven de veilig heid van ons gebied in Europa prijs, wij offeren onze jeugd op, want onverminderde en straffe diensttijd wacht de Nederlandse jongens, terwijl België zijn contingent ver mindert en zijn diensttijd verkort. Wanneer zullen wij eindelijk de troeven uitspelen, die wij in handen hebben? (Nadruk verboden). Behalve van eigen mentaliteit en wiskracht is men ook nog afhankelijk van de conjunc tuur in het ontvangende land. In het jong ste verleden was die gunstig, op heden tre den er schokken op, met name in Canada. Daar is reeds nu een werkloosheid van meer dan 3 en men verwacht dat deze in het voorjaar wel tot 500.000 werklozen op 16 miljoen inwoners kan zijn aangegroeid. On der deze omstandigheden is het voor nieuw komers niet gemakkelijk aan de slag te ko men en Canada biedt voor direct dan ook niet de meest gunstige perspectieven. Toch blijft in het groot gezien een deel van onze toekomst in de emigratie liggen. Wij moeten een deel van onze mankracht spuien. Wij kunnen door die vestigingen elders de banden met die landen verster ken en daarmee onze handel en industrie steun bieden, mits wij de juiste weg bewan delen. Wil men relaties maken en behouden, dan moet men niet onze wilskrachtige bur gers met een handgeld ergens planten en dan tegen hen zeggen dat ze het verder zelf maar moeten doen. Ze willen zelf gaarne hun toekomst bouwen, maar er zijn gren zen aan iemands vermogen. Gebrek aan geld. Steeds weer blijkt dat een geweldig ka pitaalgebrek onder de Nederlanders in jon ge landen hun ontwikkeling remt. Men wil nieuwe bedrijven bouwen, zelfs grondstoffen en eindprodukten bij voorkeur in Nederland kopen, omdat tenslotte het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Maar indien met nieuwe ondernemingen uitsluitend moet op bouwen uit bespaarde winsten van minia- Het bepalen van de juiste tijd is een buitengewoon moeilijk probleem. We staan aan het begin van het nieuwe jaar, het jaar dat wij aanduiden met 1958. Wij leven dus 1958 jaar na Christus' ge boorte, althans dat nam men indertijd aan en dit genomen bij het feit, dat het grootste deel van de wereldbevolking niet christelijk is en dus onze christelijke kalender niet wil aanvaarden, toont duidelijk hoe wankel de tijdrekening der mensen is opgebouwd. Gaan wij 1958 in, de Joden, Mohamme danen, Boedfaisten en vele anderen leven in geheel andere jaren. Zo is het nu en zo is het altijd geweest, de tijdrekening is een enorm probleem voor de wereld, al is het gelukkig geen probleem dat op het slagveld beslist moet worden. Reeds van de oudste tijden af heeft de mens getracht een systeem te vinden, waar door zijn bestaan meer geordend zou wor den. In Egypte rekende men met een maat staf van 15 jaar. Dit hield verband met de belasting in natura, welke door de grond bezitters éénmaal in de 15 jaar voldaan moest worden. De Mongolen hadden iets soortgelijks en wel een indeling van de tijd in perioden van 60 jaar en elk jaar droeg de naam van een dier. De monolithen van de Maya's. De Maya's, een oud volk, dat eertijds het gebied bewoonde dat nu Guatemala, wes telijk Honduras en zuid-Mexico heet, had- den hun kalender gegraveerd op heel grote stenen, monolithen, die de eeuwen hebben doorstaan en waarvan wij nu de tekens en opschriften kunnen bewonderen en die ons een idee geven van de manier waarop dit oude volk zijn tijd indeelde. In het oude Babylonië ging men voor de tijdrekening uit van regeringstijdperken, die aanvingen met de troonsbestijging van een vorst. Wanneer wij dit systeem zouden volgen, leefden we nu in het negende jaar van koningin Juliana en was 1940 bijvoor beeld het twee en veertigste jaar van ko ningin Wilhelmina. De moeilijkheid zit voor latere geslachten natuurlijk in het dateren van de troonsbestijging van de betrokken vorst. De Grieken deden het ook ongeveer op die manier. Hier werd het jaar aangeduid met een cijfer en de naam van een hoog waardigheidsbekleder. Later volgden ze de Olympiaden, die om de vier jaar werden gehouden en noemde men de naam van de winnaar bij het jaar. Rome van het jaar 0. Ook de Romeinen zagen wel iets in dat systeem en zij verbonden er de naam van een consul aan, doch dit gaf veel moeilijk heden, omdat er meer consuls in een be paald jaar waren, en die wilden stuk voor stuk dat het jaar naar hen genoemd zou worden. De Romeinen gingen dus over tot een ander systeem, namelijk het doortellen van de jaren. De stichting van de stad Rome gaf het jaar nul aan en vanaf die datum ging men tellen. Maar de stichting van de stad was in de vergetelheid verloren gegaan en dus was de berekening niet hele maal juist. j Trouwens de tijdrekening van de Romei nen is voor ons van het grootste belang ge weest, want zij vormde de basis waarop wij verder rekenen. Het woord „kalender" be wijst deze afstamming reeds, want het is afgeleid uit het Latijn en betekent „eerste dag van de maand". Ook in onze maanden zien we nog de verwantschap met de oude Romeinse- kalender, die oorspronkelijk tien maanden had. Maart was de eerste maand en telt u maar verder, dan ziet u september (septem is zeven), oktober (octo is acht), november (novem is negen) en december (decern is tien). Vele fouten. Later kwam er een Romeinse koning die inzag dat dit fout was en hij verdeelde het jaar in twaalf maan-maanden, dus kwamen er twee bij. Maar in twaalf maanmaanden kwam men nog verkeerd uit, omdat na deze twaalf maanden de zon niet op hetzelfde punt stond als op het moment dat men be gon en dat was een vereiste. Daarom voeg de men er om de twee jaar een dertiende maand bij, Mercedonius of Schrikkelmaand geheten. Na verloop van tijd bleek, dat men nog fout was, omdat een jaar dan nog een tekort van één dag vertoonde. Zo sukkelde men door en men kreeg de raarste verschillen, de aanvangen der seizoenen verschoven naar geheel andere data enzovoort. Het was Julius Caesar, de beroemde, die hieraan een eind maakte. De beroemde Sterrekundige Sosigenis moest de kalender hervormen en hij deed dit redelijk goed. Het jaar kreeg 365 dagen, maar er bleef vijf uur over, vandaar deze schrikkeldag eens in de vier jaar. Dit heet de juliaanse tijdrekening naar Julius Caesar. Naar de christelijke telling. Toch mankeerde hier ook nog het een en ander aan, doch dit werd later veranderd. Men rekende nog steeds met als beginda tum de stichting van Rome. Hierin wilde een paus verbetering brengen en hij droeg een geleerde monnik op te berekenen wan neer Christus geboren werd. Deze monnik, Exiguus geheten, kweet zich naar beste weten van zijn taak en wij moeten bewondering hebben voor zijn re sultaat, gezien zijn bescheiden middelen. Hij constateerde, dat Christus geboren werd in het jaar 754 na de stichting van Rome. Dus had men niets anders te doen dan 754 jaar van de tijdrekening af te trekken om een christelijke jaartelling te maken, die begon met de geboorte van Christus. Later bleek aan onderzoekers echter, dat de monnik zich iets vergist had en dat Christus enige jaren vroeger geboren werd. Bovendien is er aan getwijfeld, of dezé monnik Christus' geboorte liet vallen in het jaar nul of één. Ook weet men niet hoe hij aan de gegevens is gekomen, doch op zijn berekening leven wij nog steeds voort. Greorgius deed het beter. Maar de Juliaanse tijdrekening klopte nog niet helemaal. De berekening was niet juist genoeg, met als gevolg dat er toch nog een verschuiving in de tijd ontstond. Paus Gre- gorius de dertiende, die leefde in de twee de helft der zestiende eeuw, bracht hierin verbetering. De geleerde Lilius werkte aan de verbetering niet minder dan tien jaar, maar toen was het ook een redelijke kalen der, die uit de bus kwam. Paus Gregorius liet zijn gregoriaanse tijdrekening ingaan op 15 oktober 1582, waarbij men om het op gelopen verschil in te halen dadelijk sprong van 4 oktober op 15 oktober. In"de over wegend rooms-katholieke landen werd deze tijdrekening dadelijk ingevoerd. In de pro- j testante landen volgde men pas later en er zijn nog landen, die deze tijdrekening niet volgen. De gregoriaanse kalender is de ka lender, die wij nog steeds voeren. Maar met deze tijdrekening is het leed niet geleden, want daarnaast bestaan nog nog verschillende andere tijdrekeningen, zoals de joodse, de mohammedaanse, de in- diase, de Chinese enzovoorts, die alle geheel anders zijn. Er wordt momenteel geijverd voor een wereldkalender, volgens geheel nieuwe maatstaven en met vele voordelen, doch of deze kalender, waar hard voor gewerkt wordt, algemeen aanvaard zal worden, is een zeer groot vraagteken, mede in ver band met het feit, dat deze kalender al ver scheidene malen niet werd geaccepteerd. We zullen waarschijnlijk nog wel vele ja ren blijven tobben met onze onvolkomen tijdsindeling, evenals verschillende andere volkeren, maar dat schijnt het lot te zijn van de tijd, die zich nu eenmaal niet zo ge makkelijk laat indelen. Realisering van uitvoerige scholenbouw noodzakelijk. iedere brilreparatie in één uur klaar iedere nieuwe bril in een halve dag (uitgezonderd dubbele glazen) ziekenfondskortingen worden onmiddellijk ingehouden HET MODERNSTE optiekbedrijf der Langstraat

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 1