DALENDE RENTE PU ROL DE OÏZICHTRARE LIFTER HELPT UW RODE KRIIS HELPEI Waalwijkse en Langst Courant bij stijgend kapitaalgebrek Spreek Uw moedertaal tot in Brussel. jenezing K.V.P. houdt het op de P.v.d.A. „STASSAR is SERVICE speciaal voob UW BRIL VRIJDAG 2 MEI 1958 Uitgever: Waal wij kse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur: JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week 81e JAARGANG No. 35 Abonnement: 22 cent per week per kwartaal 2.8f f 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per mm. Contract-advertenties: speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES: „ECHO" Ontoelaatbare toestand. Hoewel het grootste deel van de aandacht onzer economische deskundigen op dit moment in beslag wordt genomen door de werkloosheid en de pogingen de gedaalde activiteit in 't bedrijfs leven met kunstmiddelen weer op gang te helpen, ligt de wer kelijke oorzaak van de ingetre den teruggang in het bedrijfsle ven niet in een overklaarbare te ruggang van de conjunctuur. Men heeft immers de in gang zijnde bestedingsbeperking be wust opgeroepen. In het bedrijfs leven verwachtte men daaruit gen voelbare vermindering van kooplust bij het publiek, welke verwachting grotendeels geen werkelijkheid werd. Daarente gen werkten de afgeremde inves teringen zowel van de overheid als van de industrie en handel wel volkomen door, zowel in Ne derland als elders en wordt langs een omweg de gunstige afzet toch weer aangetast. Waren het voorheen de over productie en het tekort aan con- sumptielust, die een verminde ring van bedrijvigheid en ten slotte ook van de investeringen veroorzaakten, thans dreigt er aan de welvaart te worden ge knaagd van de zijde der investe ringen. Er is een tekort aan ac tiviteit bij de aanmaak van pro- duktiemiddelen. Wanneer men onvoldoende voorbereidingen treft om midde len te scheppij, waarmee voor de toekomst een grotere vloed van consumjtiemiddelen kan worden verzekerd, remt men het econo misch leven evenzeer als wan neer er een kopersstaking bij de uiteindelijke consumenten uit breekt. Bii het laalste is er een kans op een overmaat aan be sparingen bij het publiek, in het eerste geval zal er te weinig be spaard worden. Er is nog geld. Er is de laatste maanden vol doende geschreven over het be staande besparingstekort. Onze consumptie zou te groot zijn, ook al is deze nog achter gebleven bij de meeste Westeuropese lan den. Mogelijk zouden onze ver teringen veel hoger kunnen zijn geweest wanneer we beter óp onze produktiviteits-tellen had den gepast, maar gedane zaken nemen geen/ keer. Waar wij onze aandacht nu eens op moeten richten, is de aanwezigheid van een zekere geldruimte, zowel op de geld- als de kapitaalmarkt met een dalen de rente, terwijl er een enorm kapitaalgoederentekort zou zijn. Deze schijnbare tegenstelling spruit voort uit een samenstel van ingewikkelde verschijnselen die de kapitaalmarkt beïnvloe den en waarvan wij er enkele nader willen bezien. Reeds mjeermalen is er op ge wezen, dat wij onze investerin gen in het buitenland aan het in krimpen zijn, terwijl wij voor de oorlog nogi een deel van het elk jaar gevormde nieuwe kapitaal exporteerden. In plaats daarvan worden onze grote internationale concerns reeds in toenemende mate met buitenlands geld gefi nancierd. Die export van kapitaal legde ons voorheen lang geen windeie ren. Vóór de oorlog werd 14 van onze invoer gedekt door in komsten uit in het buitenland geïnvesteerd vermogen. Na de uitverkoop. Wij hebben al zo lang uitver koop van vreemde fondsen ge houden, dat thans nog slechts 2 van onze invoer door de op brengst van in den vreemde be legd kapitaal kan worden ge dekt. Onnodig te zeggen, dat wij hierdoor steeds meer afhankelijk worden van onze export en dat ons gehele economische leven daarmee gevoeliger wordt voor de conjunctuur. Deze sterke ver mindering van onzichtbare doch terdege aanwezige bqs'paringen kon plaats vinden zonder dat de rentevoet in het binnenland er noemenswaardig door beïnvloed werd. Vervolgens is steeds een aan zienlijk deel van het bedrijfska pitaal der ondernemingen in be drijfsvoorraden belegd. Onder deze voorraad is altijd een deel dat onvermijdelijk nodig is om de produktie voortgang te doen vinden en een ander deel, dat va rieert al naar gelang het prijs verloop in de wereld. Is er spra ke van prijsverhoging en ver wacht men een grote bedrijvig heid dan vergroot men zijn voor raden. Van deze speculatieve voorraadvorming is thans prak tisch geen sprake. Men kan zeggen, dat in de meeste bedrijven de voorraden zich naar een minimum-punt be geven. Derhalve komt het daar in gebonden vermogen vrij waar door zich grote sommen naar de kapitaalmarkt begeven. Deze be- drijfspolitiek heeft, wanneer zij op grote schaal in de wereld toe gepast wordt, ernstige conjunc turele gevolgen. Immers, de grondstofprijzen dalen sterk en dit verschijnsel beïnvloedt de be talingsbalans van de grondstof fen-uitvoerende landen in on gunstige zin. De kat en de boom. De algemene conjunctuurs verwachting in de wereld is voorts niet bepaald doorspekt met optimisme. De besparingen die in het bedrijfsleven worden gemaakt, worden thans niet steeds in nieuwe bedrijfsmidde len of gebouwen geïnvesteerd. Men houdt de beschikbare gel den in likwide vorm of leent ze tendelijk uit, waardoor er even eens tijdelijk middelen naar de kapitaalmarkt vloeien. Deze politiek van de kat uit de boom kijken wordt versterkt door het ontbreken van voldoen de fiscale faciliteiten, die er op Iedereen heeft wel eens een ogenblik dat hij zich niet helemaal fit voelt. De opwekkende en ver kwikkende eigenschappen van de natuurzuivere King-peper- munt helpen u er overheen gericht zijn de investeringen in het bedrijfsleven aan te moedi gen. Men heeft immers de korte lings nog bestaande investerings aftrek tot nader order opge schort! Alvorens men dus tot in vestering overgaat, komt de ge dachte naar voren dat men be ter kan wachten tot de belasting- wind weer uit een gunstiger hoek waait. Zo bevinden wij ons thans in een periode van een investe- rings-vacuum, waardoor de ka pitaalmarkt ruimer wordt. Belangrijke vragers van grote kapitalen zijn stellig ook de pu bliekrechtelijke lichamen als 't rijk, provincie en gemeenten. Be halve het gedane beroep van de woningbouwleningen heeft de minister van financiën reeds bij de laatste miljoenennota bekend gemaakt, dat het rijk en de la gere overheden zich in dit jaar van een herhaald beroep op de kapitaalmarkt zullen onthouden. Ook in die hoek wordt de vraag dus kunstmatig opgehouden. Voor zover de financiering van de woningbouw thans plaats vindt uit de belastingen, kan men zeggen dat ons volk daarmee tot een besnaring wordt gedwongen welke overigens niet ongun stig is. Er is haast bij. De regering heeft in de finan ciële najaarsbeschouwing aange kondigd, dat de snelle stijging van de rentevoet slechts van kor te duur zou zijn. Neemt men de hierboven opgesomde (kunstma tig verwekte) verruimende eco nomische verschijnselen nog eens in gedachten, dan zal men spoe dig tot de slotsom komen, dat deze voorspelling van overheids wege niet zo moeilijk was. Ech ec heeft de regering zich vergist waar zij meenden, dat het be drijfsleven nog als een belangrij ke vrager zou optreden. Men heeft zelfs de Nederland se Bank kunnen bewegen tot 'n discontoverlaging om'de inves teringsactiviteit nog aan te moe digen. Op korte termijn heeft zon discontoverl aging echter weinig effect. Het gevolg van de verwekte bestedingsbeperking en de investeringsvermindering is derhalve schadelijk voor de na tionale economie op langere ter mijn. Er is een pauze in de in vesteringen, die ontoelaatbaar is. Want wij moeten per jaar ca. 6 miljard investeren. In de afgelopen jaren schoten wij met ongeveer een miljard te kort, omdat de besparingen on voldoende waren. Die besparin gen zullen onvoldoende blijven, nu men door kunstmiddelen de kapitaalmarkt verruimt en de rente laat dalen. Blijft het bes >a- ringstekort zich handhaven, dan zal het over enkele jaren reeds onmogelijk zijn onze snel stij gende beroepsbevolking het da gelijks brood te bieden. Daarom dient de overheid haast te ma ken met het zoveel mogelijk ac tiveren van de investeringen en deze schijntoestand te doen be ëindigen. Middels alle wegen, ook langs de belastingkanalen. Op de bres /oor het Nederlands. Puistjes verdrogen door Purol-poeder De KVP zal niet ingaan op een voorstel van de AR, dr. Berghuis, betreffende een politieke koers wijziging, waardoor de socialis ten zouden gedwongen worden zich uit de regering terug te trekken, en blijven vasthouden aan een samengaan van KVP en PvdA. Dit heeft de voorman der KVP, prof. Romme, zaterdag op de te Utrecht gehouden partij raad der KVP, heel duidelijk la ten weten. Prof. Romme meende, dat het niet juist was het aan te sturen op een liquidatie van de socialistische medewerking in de regering. Mocht het echter nood zakelijk zijn, dan zal de KVP er evenals in 1956 niet voor terug schrikken. Evenals dr. Berghuis was prof. Romrbe van mening, dat er een einde moet komen aan de toene mende overheidsbemoeiing maar dit achtte hij toch niet voldoen de om dq voorgestelde koerswij ziging te effectueren. Prof. Rom- Er is over lifters al zoveel ge schreven, pro en contra, dat het onderwerp afgezaagd begint te worden. Sommige automobilis ten nemen ze mee, andere nege ren ze, maar één lifter is bevoor recht boven alle andere, hij komt altijd mee, iedere passerende wa gen is hèm, hij behoeft geen uren te staan wachten, want voorkeur heeft hij niet en geen enkele au tomobilist kan hem weigeren, want hij is onzichtbaar. Zijn ba gage heeft niet veel om hét lijf, enkel maar een zeis. (Meestal stapt hij aan het eind van de rit weer uit zonder opge merkt te zijn geweest, maar een enkele keer slaat hij toe. Door dat hij in alle wagens en ach terop scooters, brommers, gewo ne fietsen en motoren meelift, lopen zijn zeisklappen in 'n jaar al gauw in de duizenden. Somls is het de schuld van de man achter het stuur,1 soms van de ander, soms van geen van bei den, maar de oogst van de lifter met dei zeis ligt langs de weg. Dan is er hulp nodig, deskundi ge hulp (want ondeskundig ge doe kan een winstpuntje van de zeisenman zijn) met verbandmid delen, met een brancard, met lantaarns, met een telefoon om een dokter, eventueel een gees telijke, te !Waarschuwen en/of een1 ziekenauto. Langs hoofdverkeerswegen kunt u de bekende blauwe borden met het rode kruis aantreffen, onge veer 5 km van elkaar verwijderd. Daar is een Rode Kruis-hulrmost gevestigd op geheel vrijwilli ge basis en er is geen symbool waaraan de onzichtbare lifter 'n groter hekel heeft. Hier staan dag en nacht men sen klaar om het tegen hem op te nemen. Aan toewijding en uit rusting zal het stellig niet liggen en regelmatig controleert de A.N.W.B. op verzoek van het Rode Kruis of alles in orde en paraat is en als een nieuwe post fewenst wordt geacht, wordt aartoe een voorstel gedaan. Er zou reeds veel gewonnen zijn, als ieder weggebruiker steeds op zijn hoede wilde zijn voor de onzichtbare lifter: voor zichtigheid, verantwoordelijkheid controle op stuurinrichting, rem men ert verlichting. Slaat de zeis dan tóch nog toe, dan staat het Rode Kruis paraat om het leed naar menselijk kun nen te verzachten. me zag veel meer heil in het scheppen van voorwaarden voor de omzetting van de thans nog bestaande belangentegenstellin gen in een evenwijdigheid van belangen. De bezitsvorming acht te prof. Romme een belangrijk middel om tot deze maatschap pelijke hervorming te komen en hij meende, dat daarvoor ook de medewerking van de socialisten noodzakelijk is. Voor deze me dewerking wilde prof. Romme een prijs betalen, n.l. de prijs van de geleidelijke groei, die de so cialisten de gelegenheid zal ge ven in te groeien op een nieuwe maatschappelijke ontwikkeling. (Men mag zich overigens afvra gen of prof. Romme zich geen al te grote illusies maakt over de socialistische bereidheid daar toe. Red.). Bij 't streven naar bezitsvorming voelde prof. Rom me helemaal niets voor „stil stand". Overigens was hij zelf ook nog niet zo zeker van de be reidheid tot medewerking van de kant der socialisten. „Ik wordt hier een beetje geslingerd tussen hoop en vrees", zo ver klaarde hij. Uiteraard kwam ook de jong ste verkiezingsuitslag aan de or de. Mr. van Doorn, voorzitter der KVP, sprak van een „indrukwek kende sy mjathiebetuiging voor een christelijk-sociale politiek" en prof. Romme noemde de ver kiezingsuitslag „een verrassing op poten" en „een onbarmhar tige tentoonstelling van de door braak in haar hemd". Mr. van Doorn stelde vast, dat er een ge lukkig begrip is gegroeid tussen de beide christelijke partijen in Nederland en de KVP. De penningmeester van de regelen op korte termijn: weder invoering van de investeringsaf trek, intrekking van de tempori sering der vervroegde afschrij ving, maatregelen ter opheffing van de structuele werkloosheid in de achtergebleven gebieden en tenslotte ruimere financiële arm slag voor de gemeenten in die gebieden, zullen, zoals partij voorzitter Van Doorn te Utrecht opmerkte, straks bezien moeten worden onder heft aspect van de komende industrialisatienota. Een interessant punt op de partijraadsvergadering was ook de eveneens door de wel bijzon der actieve kring Amsterdam aan de orde gestelde kwestie van het „onaanvaardbaar" van de re gering. Wijst het bij herhaling stellen van 't „onaanvaardbaar" niet op een zekere vorm van ka binetsdictatuur, wordt de poli tiek op deze wijze niet „doodge maakt", zoals de fractievoorzit ter der AR, dr. Bruins Slot, on langs heeft gesteld? „Een derge lijke bewering vindt ik schrome lijk overdreven" verklaarde prof. Romme, „dit neemt echter niet weg, dat ook ik van mening ben dat het „onaanvaardbaar" te dikwijls heeft geklonken. Met na me bij de bestedingsbeperkings maatregelen en de landbouwpo litiek heeft de regering de indruk gewekt, dat zij haar complex van voorstellen te veel als sacrosanct beschouwt". I Prof. Romme maakte overigens een onderscheid tussen een „on aanvaardbaar" dat tot een kabi netscrisis kan leiden (vijf geval len sinds 1956) en een „onaan vaardbaar", waaraan de intrek king van een wetsontwerp (vier gevallen) verbonden;1 is. Wat het Stassar, Stationsstr. 88, Waalwijk KVP, burgemeester Alberts van Rucphen, klaagde over een te veel aan perfectionisme bij de werkloosheidsbestrijding. Door de minister van sociale zaken wordt te veel geschermd met het „magische" cijfer van drie pro cent. Men vergeet echter te kij ken naar de individuele nood van de arbeider, die werkloos is ge worden. De heer Alberts ziet in het zwaar door de werkloosheid getroffen ontwikkelingsgebied van west-Brabant het „verpau peringsproces" aan zijn ogen vol trekken. Ook was de heer Al berts niet te spreken over de voor de werkloosheidsbestrijding uitgetrokken rijksmiddelen. De partijraad verenigde zich met de maatregelen, die door de kring Amsterdam ter bestrijding van de werkloosheid en de bevor dering van de bezitsvorming wa ren voorgesteld, te weten (op langere termijn) het bevorderen van besparingen en gelijk op gaand daarmee een geleidelijke inkrimping van de bestedings beperking. De aanbevolen maat- laatste betreft, was hij van me ning, dat er uit staatsrechtelijk oogpunt geen bezwaar te maken is tegen een minister of Kamer, die 'n wetsontwerp aan 't amen dement opoffert. Hij vond het echter weinig fraai, dat de rege ring er in dergelijke gevallen nog al eens op speculeert, dat de Ka mer voorzichtiger zal zijn dan zij zelf. Ook beviel het hun niet, dat een regeringsstandpunt, dat door een „onaanvaardbaar" vei lig wordt gesteld, in de meeste gevallen overeenkomt met de zienswijze der P.v.d.A. En de heer) Vermeer maar beweren dat de PvdA door het drijven der KVP tot aan de grens van het mogelijke is geraakt. Is dat zo? „Wij zijn in de Kamer nogal eens in botsing gekomen met de PvdA constateerde prof. Romme, daar staat tegenover dat we elkaar ook nogal eens hebben gevon den. Een kabinetscrisis is tot nu toe in ieder geval vermeden". Uit de partijraad kwamen geen stemmen, die dit betreur den. I DE ECHO HET ZUIDEN (van onze soc.-econ. medewerker) Een Nederlander wordt meer dan eens geprezen om zijn goede talenkennis. Waar ter wereld wij ons ook bevinden, wij trach ten ons in het spreken steeds zo snel mo gelijk aan te passen aan het land waarin wij ons bevinden. Zelfs in de tijd, waarin wij in Indonesië de lakens uitdeelden, deden we alle moeite om de daar levende mengelmoes van volkeren in de eigen, dikwijls volkomen onbelangrijke taal, te benaderen. Deze mentaliteit heeft ons een uitstekende naam in de wereld bezorgd, al moeten wij toegeven dat naast de daaruit voortspruiten de commerciële voordelen, er ook econo mische en nog meer culturele nadelen aan verbonden zijn. Een economisch nadeel is bijvoorbeeld, dat wij als verlengstuk van on ze voorkeur voor vreemde talen, ook pre ferentie zijn gaan verlenen aan buitenlandse produkten. In de strijd om de vestiging van een breed-opgezette nationale industrie, be zorgt deze merkwaardige overmatige aan passingsziekte ons een niet te schatten ach terstand. Laten wij echter de schijnwerper van on ze aandacht ditmaal uitsluitend op het cul turele vlak richten. In dat vlak ligt onze taal, die wij zo graag verloochenen Men zal dit misschien sterk overdreven vinden, maar zodra we voor een buitenlandse reis onze grens ergens hebben overschreden ronden wij onze mond tot het voortbrengen van vreemde klanken. Tot schade van onze taal. Dit moge vanzelfsprekend zijn omdat men zich dient aan te passen bij hetgeen in vreemde landen gebruikelijk is, wanneer omgekeerd Engelsen, Fransen of Duitsers ons land bezoeken, doen deze weinig moeite om Nederlands te spreken, want zij ver trouwen erop dat wij direct naar onze talen kennis zullen grijpen, hetgeen wij ook maar al te gaarne doen. Het is niet bewezen of door deze Nederlandse gewoonte onze taal zo doorspekt is geraakt met een bijna niet meer te vermijden hoeveelheid vreemde woorden, doch het is zeker dat onze taal zuiverheid er mede ernstig onder geleden heeft. Neen, ons volk vecht niet voor een spe cifiek Nederlandse cultuur. Wij zijn im mers het beste emigrantenvolk, want wij assimileren zo snel. Het is des te merk waardiger dat er terstond over onze zuid grens wel voor de Nederlandse taal en cul tuur wordt gevochten. In België woedt sinds jaar en dag een hevige taalstrijd, die door de Vlamingen is begonnen tegen de Walen. De Vlamingen, dat zijn de inwoners van de Belgische pro vincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en het grootste deel van Brabant. Juist ten zuiden van deze provincies, met uitzondering van Brabant, loopt de beruchte taalgrens. In Brabant ligt die grens enkele kilometers ten zuiden van Brussel. Indien men van Maastricht uit een rechte lijn west waarts en later naar het zuiden door België en noord-Frankrijk trekt, heeft men ten noorden van die doorsnede de Vlaamsspre- kende bevolking en ten zuiden daarvan de Franssprekende Walen. „Vlaams een volksdialect" Over het algemeen hebben de echte Vla mingen een meer germaans uiterlijk, de Walen een meer romaanse inslag, maar op het uiterlijk mogen wij vooral niet af gaan. Des te meer hebben de twee groepen Bel gen innerlijk een vast besluit genomen om hetzij de Franse, hetzij de Nederlandse cul tuur te verdedigen. De verdedigingsactie is, zoals men zich uit de heftige strijdjaren zal herinneren, uit gegaan van de Vlamingen. Het was immers in officiële Belgische kringen, vooral in de bestuursorganen, gewoonte geworden om Frans te spreken. In de meeste belangrijke functies van openbaar bestuur en andere colleges werden Walen benoemd, die zich als de intelligentsia van het Belgische volk gingen opwerpen. De gedachte won veld, dat het Vlaams een soort dialect was, dat al leen door de kleine man en „het volk" werd gesproken. Wie zich boven de massa ver heven achtte, sprak Frans. Huidzuiverheid Huidgezondheid Vanzelfsprekend werd deze gang van za ken door de meerderheid van het Belgische volk, dat uit Vlamingen bestond, niet geac cepteerd en zo ontstond de Vlaamse bewe ging, die tot de dag van heden een strijd voert tegen het Frans en vóór de Neder landse taal en cultuur. Men zocht bewust culturele aansluiting bij Nederland en als wij op dit terrein niet zo lauw waren, had den wij er zelfs meer dan culturele winst uit kunnen slaan. De strijd gaat voort. Hoe het zij men eiste op allerlei terrein een tweetaligheid en het spreekt vanzelf dat in het Vlaamse land geen Franse burge meesters en andere overheidsdienaren meer worden geaccepteerd. Op dit moment is de toestand ongeveer zo dat men in het cen trale bestuur, het leger en de rechterlijke macht de gelijkstelling wel verkregen acht, maar op ander gebied wordt de strijd on verminderd voortgezet. In Vlaanderen wil men bijvoorbeeld een volkomen splitsing van het departement van onderwijs in twee groepen. De begroting moet zelfs gesplitst worden in een Vlaams en Waals deel, op dat men er in Vlaanderenland zich ervan overtuigen kan dat er in het Waalse deel niet meer voor onderwijs en cultuur wordt besteed dan in de Vlaamssprekende pro vincies. Verder wensen de Vlamingen meer in vloed in de zich uitbreidende internationale organen, zoals de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, Euratom en de Euro- markt. Men heeft er zich in Vlaanderen aan geërgerd dat er zoveel Walen zijn be noemd in de voor België beschikbare func ties in die organen. Vele takken van onderwijs, zoals het tech nisch onderwijs en cultuur wenst men in het Vlaamse deel te zien uitgebreid. Het mag voorts niet meer voorkomen, zo meent men van Vlaamse zijde, dat men in Brussel vol staat met Frans te spreken. Men moet zo nodig evengoed het Vlaams beheersen. Nederlandse brieven verplicht! Een teer punt in de taalstrijd is de toe stand in het bedrijfsleven. De Vlamingen hebben opgemerkt dat de directies van de meeste over geheel België verspreide grote bedrijven zich uitsluitend van de Franse taal bedienen. Daarin wil men in de naaste toekomst verandering brengen. Een wetsvoorstel van een Belgische sena tor om de correspondentie tusen gemeen telijke en provinciale instanties enerzijds en in Vlaanderen gevestigde ondernemingen anderzijds voortaan verplicht in het Neder lands te doen geschieden, wordt door de in België machtige Algemene Christelijke Werkersbond gesteund. Deze bond is de overkoepelende centrale van katholieke ar beidersorganisaties. Uit dit alles valt licht te concluderen dat de taalstrijd in België nog allerminst tot het verleden behoort. Als Nederlanders zijn wij er uit een cultureel oogpunt ten zeerste bij betrokken, al mogen wij ons er volstrekt niet mee bemoeien. Praat uw moeders taal. Tijdens de wereldtentoonstelling in Brus sel, die in het komende halfjaar naar schat ting ongeveer 4000 Nederlanders per dag zal trekken, zullen wij echter een bijdrage aan die strijd kunnen leveren door Neder lands te spreken bij ons bezoek aan België en de Expo '58. Wij reizen op weg naar Brussel uitsluitend door het Vlaams spre kende deel van België en we behoeven er beslist niet te vragen of men er Nederlands spreekt. Men babbelt er het gezellige Vlaams, dat een variant is van onze taal en men zal met het Nederlands overal terecht kunnen, zelfs in Brusel. In de Belgische hoofdstad pleegt men veel Frans te spreken, maar wanneer wij trach ten ons daar met ons schoolfrans verstaan baar te maken, wordt dit zonder meer een mislukking. De Brusselaar spreekt een Brus sels dialect, dat met de taal van Marianne dikwijls nog maar weinig meer dan de aam gemeen heeft. Hoewel vele Brusselaren het Waalse standpunt innemen en er dus de voorkeur aan geven het Frans te gebruiken, kunnen zij het Vlaams over het algemeen vrij goed spreken en zeer zeker verstaan, want eigenlijk ligt Brussel in het Vlaams- sprekende deel. Men verloochent als Ne derlander zijn eigen taal en cultuur wanneer men tracht in Brussel te pronken met zijn kennis van het Frans. Niemand zal het op prijs stellen wanneer wij in het internationale milieu van de we reldtentoonstelling ons uitsloven een taal te spreken, die daar eigenlijk niet thuis hoort. Bedwingt u eens uw voorliefde en spreekt u ditmaal in België eens uw moedertaal. De Belgen zullen dan ervaren dat er meer mensen in de wereld de Nederlandse cul tuur uitdragen dan ze ooit hebben ver moed. Tot onze reclame zullen zij misschien bij herhaling uitroepen „Het krioelt hier van de Nederlanders." En zij zullen het dank baar roepen! drs. HERMES. (Nadruk verboden) O iedere brilreparatie in één uur klaar iedere nieuwe bril in een halve dag (uitgezonderd dubbele glazen) ziekenfondskortingen worden onmiddellijk ingehouden HET MODERNSTE optiekbedrijf der Langstraat

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 1