Waalwijkse en Langsiraaise Courani Gemeenteraad Waalwijk BINNEN- EN BUITENLAND Samenwerking noodzakelijk, maar Brabants familiebedrijf loopt geen gevaar PRISMA een GOED HORLOGE KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8 Samenwerking bedrijven en Euromarkt JAARVERSLAG LEDERINSTITUUT T.N.O. Twee ton voor bouw van 6-klassige R.K. Meisjesschool in Besoijen. STASSAR, WAALWIJK t.i. 3037 MAANDAG 14 JULI 1958. Uitgever: Waal wij kse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur: JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week 81e JAARGANG No. 56. Abonnement: 22 cent per week per kwartaal 2.8# S 3.10 franco p.p. Advertentieprijs: 10 cent per mm. Contract-advertenties: speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES: „ECHO" In onze vorige editie maakten wij reeds melding van de te Kaatsheuvel behouden forum avond, die was georganiseerd door de departementen van Oost- en West-Brabant van dp nederlandse maatschappij voor nijverheid en handel en de kath. werkgeversverenigingen in de diocesen Den Bosch en Breda. Het forum bestond uit prof. dr. J. R. M. v. d. Brink, die tevens forumleider was, mr. dr. B. J. M. van Spaendonck, H. J. R. G. Hartong, G. Diephuis en J. E. A. M. van Dijck. Het onderwerp van deze zeer druk bezochte fo rumavond was: „Samenwerking bedrijven en Euromarkt". Er waren vele schriftelijke vragen binnengekomen^ waarvan er enige door de vragenstellers per soonlijk werden toegelicht. Dr. 'Huub van Doorne, van de DAF, vroeg zich af of het klein bedrijf in het kader van de Eu romarkt voldoende kracht heeft zich tegenover de concurrentie van het groot-bedrijf te hand haven. Is het niet zo, dat er voor vele bedrijven niets anders opzit dan samenwerking en fu sie. Als het klein-bedrijf inder daad in een groot afzetgebied minder kansen heeft dan het groot-bedrijf, dan valt voor het groot-bedrijf de voedingsbodem weg, een stelling die dr. van Doorne illustreerde met het feit dat tien van de grootste neder landse bedrijven zijn voortge komen uit 't klein-bedrijf. Ver der vroeg hij zich af of de nieuwe ontwikkeling geen be dreiging betekende voor de ma- milie n.v. Is. samenwerking van bedrijven de enige oplossing of kan hetzelfde door middel van specialisatie worden bereikt en moet men zich bij samenwer king beperken tot 't eigen land, aldus dr. van Doorne. Drs. Verster zag in fusie de verdringing van veel brabantse middenstandsbedrijven. Hij had meer vertrouwen in de concur rentiestrijd en meende, dat de fusiementaliteit niet de menta liteit is, die de brabantse indus trie nodig heeft. Te weinig aan dacht wordt er z.i. besteed aan de bedrijven, die niet door mid del van fusie het bedrijfsoptium willen verhogen. Ook was drs. Verster van mening, dat er fis caal tegemoet gekomen zou moeten worden aan de bedrij ven die zich sterk investeren. Ten slotte sprak hij zich uit voor een zolang mogelijke zelfstan digheid van de familie n.v. ;Mr. dr. van Spaendonck on derstreepte zijn visie op de nood zaak van de Euromarkt met de woorden van oud-minister Spaak „Wie nu nog slaapt, wordt nooit meer wakker". Samenwerking is noodza~kelijk, maar er is een zeer breed gamma van moge lijkheden, waarin samenwer king mogelijk is, aldus dr. van Spaendonck. Van 'n eenvoudige gentlemans-i-agreement; totde fusie toe. Er is uiteraard geen schlabone te geven op dit stuk, omdat de samenwerking geheel aangepast moest zijn aan de verhoudingen in de betrokken bedrijfstakken, en er behoeft geen enkele tegenstelling te be staan tussen de familie n.v. en samenwerking. Ook specialisa tie is van grote betekenis, maar samenwerking is geen onmisba re voorwaarde voor specialisa tie, men zou de stelling eerder kunnen omdraaien. Fusie is be paald geen panacée, aldus dr. v Spaendonck, en de enige oplos sing is dan ook niet, dat we stre ven naar de opheffing van de zelfstandige (onjdernemingen. Ook is samenwerking niet in al le bedrijfstakken noodzakelijk. Ook prof. v. d. Brink onder streepte, dat alleen in bepaalde gevallen tot fusie moet worden overgegaan. Hij wilde de samen werking niet alleen tot het eigen land beperken, maar van een internationale samenwerking tussen de bedrijven mag men de eerste tijd nog niet te veel ver wachten wegens de monetaire verschillen. De door drs. Verster voorgc stelde nogal (vérgaande fiscale faciliteiten deed het forumlid van D^ck opmerken, dat een dergelijke tegemoetkoming de schatkist jaarlijks enkele hon derden miljoenen guldens zou gaan kosten. En dit bedrag zal toch ergens vandaan moeten, hetseen prof. v. d. Brink de op merking ontlokte, dat dat in dit gevali misschien het groot-be drijf zou zijn. Dr. v. Doorne haakte hierop in door te zeggen, dat het moot-bedrijf altijd het sluitstuk is wanneer de fiscus de schatkist weer eens wat moet moet bijvullen. Hetzelfde zeg gen de boeren van de boe renstand en de huisvrouwen van de consument, merkte prof. v. d. Brink op. (Het is dus uitein delijk wel zo, dat niemand aan de fiscale druk ontkomt. Red.) De heer Lips, directeur van Lips' Scheepsschroevenfabriek n.v. ging diep in op de psycho logische aspecten van de sa menwerking, die toch altijd een prijsgeven van eigendom bete kent. Is de ondernemer in be paalde omstandigheden gehou den derden tot de onderneming toe te laten, eventueel tot fusie over te gaan, zo vroeg de heer Lips zich af. Het forum kwam hierbij tot de conclusie, dat de ondernemer nimmer gehouden is de zelf standigheid van de onderneming prijs te geven. Getracht moet worden het familie-belang in harmonische overeenstem ming te brengen met 't bedrijfs belang. Prof. v. d. Brink was van mening, dat dit uiterst be langrijke aspect een nadere be studering verdiende in de werk geversorganisaties Prof. Scheffer van de Til- burgse Economische Hogeschool en de heer Diephuis kruisten tijdens deze forumavond de de- gens_ in een wel wat al te des kundig betoog over de waarde bepaling van de fusie. De heer Hartong tenslotte wijdde in het kort aandacht aan de markt- vraagstuken. Samenwerking noodzakelijk Samenvattend kwam het fo rum tot de navolgende conclu sies: Samenwerking tussen bedrijven is onder de nieuwe verhoudin gen meer nog dan in het verle den noodzakelijk. Slechts in concrete gevallen kan worden beoordeeld hoever deze samenwerking in het belang der betrokken onderneming moet gaan. Iedere vorm van samenwerking betekent het prijsgeven van een kleiner of groter deel van de zelfstandige beslissingsbevoegd heid van de ondernemer. Indien de tijdelijke vormen van samenwerking zover gaan, dat diep in het leven van de onder neming wordt ingegrepen, zo- bij beindiging van de samenwer king de onderneming, in econo misch opzicht verminkt, haar bestaan zo moeten voortzetten, dient fusionnering ernstig te worden overwogen met name in de gevallen waarin alleen op de ze wijze 'n belangrijke verlaging van kostprijs op korte termijn kan worden bereikt. Het familie-karakter van vele Brabantse bedrijven, heeft in 't verleden een belangrijke drij vende kracht gevormd bij de in dustrialisatie van dit gewest. Daarnaast zijn, in de moderne verhoudingen, echter ook meer en meer nadelen aan het licht getreden. Het in de na-oorlogse tijd noodzakelijke expansie-tem- Eo kon, gegeven de bestaande elasting-wetgeving in vele ge vallen niet worden bijgehouden, terwijl ook met de opvolging naarmate het traditionalisme in de industrie is verdwenen steeds groter voorzichtigheid zal moe ten worden betracht. „The right man on the right place" zal in de toekomst alle andere over wegingen moeten domineren. Het behoud van 'n sterke, voor zijn taak berekende, industrie ele middenstand is, zowel uit economische als uit algemeen maatschappelijke overwegingen noodzakelijk. De overheidspo- litiek dient dit feit meer te er kennen dan tot nu toe het ge val was. (Met name de belasting wetgeving dient hierop te wor den afgestemd. Het familiebedrijf zal onder die omstandigheden, met behoud van zelfstandigheid, zijn positie kunnen verstevigen, door: a. welbewuste specialisatie, waardoor bij relatief kleine om vang toch een optimale kosten structuur kan worden bereikt. b. door, met behoud van zelf standigheid de samenwerking op daarvoor in aanmerking ko mende gebieden met daarvoor geschikte partners uit te brei den. In een aantal gevallen, zal het voortbestaan van de onderne ming als werkgemeenschap al leen kunnen worden veilig ge steld door bewuste bedrijfscon- centratie in de vorm van fusion nering. Van een morele plicht tot prijs geven der zelfstandigheid, we gens de verantwoordlijkheid van de ondernemer tegenover 't bedrijf als werkgemeenschap zal vrijwel nimmer kunnen worden gesproken. Daarvoor zijn de keuzemogelijkheden ten aanzien van de te volgen bedrijfspoli- tiek te groot. Wel zal naar een harmonische bevordering van familie-belang en bedrijfsbelang moeten worden gestreefd. In geval van fusionnering van bedrijven, is voor de bepaling van de inbrengwaarde van de activa, resp. de omruilverhou- ding der, aandelen de z.g. genor maliseerde rentabiliteitswaarde van groot gewicht. Daarnaast kan echter de intrensieke waar de als waarderings-element niet worden ontbeerd, met name omdat de ondernemings-conti- nuiteit wordt verbroken. De ge- fusionneerde bedrijven gaan na melijk op in een, bedrijfs-eco- nomisch nieuw ondernemings geheel. Het is ten zeerste gewenst, dat de belastingwetgeving en prac- tijk zodanig worden aangepast, dat bedrijfs - economisch en maatschappelijk gewenste fu sies niet door onaanvaardbare fiscale gevolgen worden belem merd. Teneinde de afzetmogelijkheden die de Euromarkt biedt volledig te benutten is in vele gevallen meer of minder vergaande sa menwerking tussen bedrijven noodzakelijk. Deze samenwerking kan ook betrekking hebben op buiten landse bedrijven. Het is gewénst dat wordt onderzocht in hoe verre de naamloze vennoot schappen in juridisch opzicht 'n benelux en eventueel een Euro- status kan worden gegeven. Indien internationale afspraken worden gemaakt, waarbij de verstrekking van export-credie- ten aan bepaalde spelregels wordt gebonden verdient dit toejuiching. De komende Euromarkt maakt het tot dwingende eis, dat bij 't bepalen der Nederlandse belas- tingpolitiek welbewust wordt rekening gehouden met de be lastingwetgeving en belasting- pracktijk in de partnerlanden. In het dezer dagen verschenen jaarverslag over 1957 van het Le derinstituut T.N.O., wordt gecon stateerd dat de omvang van het op gedragen werk ook in dit jaar weer is toegenomen, wanneer men die met de omvang van dat werk in het vorige jaar vergelijkt. Op zich zelf, zo zegt het verslag, is dat natuurlijk verheugend, maar bij een nadere beschouwing constateert men te vens, dat deze toeneming niet erg groot is en bovendien dat de om vang van dit opgedragen werk in de eerste helft van het jaar duidelijk groter is dan in de tweede helft. Wanneer men dus de tweede helft van 't jaar afzonderlijk bekijkt, dan zou men zelfs van een lichte ach teruitgang kunnen spreken. Deze gang van zaken houdt dus wel de waarschuwing in, dat men de ver wachtingen over een verdere toene ming in 1958 niet te hoog moet span nen. Verder memoreert het verslag de vorming van een researchvereniging voor de schoenindustrie. De nieuw gevormde vereniging noemt zich Vereniging voor Technische Rese- arch en Informatie voor de Schoen industrie en heeft, zoals reeds uit de naam blijkt, tot doel zowel de bevordering van de uitvoering van onderzoekingen voor de schoenin dustrie, alsook het geven van voor lichting op technisch gebied voor haar leden. De vereniging stelt zich voor intensief met 't Lederinstituut samen te werken. Voor het Lederinstituut betekent dit alles aan de de ene kant, dat de steun welke het instituut voor het uitvoeren van speurwerk voor de schoenindustrie ontvangt, zal wor den. verhoogd en dus aan de andere kant, dat meer werk ten bate van deze industrie zal kunnen worden verricht. Dit laatste houdt tevens in, dat het gemakkelijker zal worden de bij de schoenbedrijven afzonderlijk bestaande problemen op te lossen en dus tevens, dat de afdeling, wel ke dat werk verricht, in de toekomst zal groeien. Het bereiken van deze vorm van samenwerking acht het instituut, zo wel (gezien wat op dat gebied in 't buitenland reeds bestaat) voor de industrie als voor het instituut van groot belang en het meent dan ook, dat er alle reden is zich over deze ontwikkeling te verheugen. De uitbreiding van het werk voor de schoenindustrie ondervindt, al dus het verslag, op het ogenblik nog enige vertraging door het be staand gebrek aan ruimte in het in stituut. De organisatie T.N.O. had dan ook reeds de eerste voorberei dingen getroffen om tot de bouw van een uitbreiding van het insti tuut te kunnen komen, voordat de oprichting van de researchvereni ging een feit was. De bouw van de uitbreiding is nu wel een zeer ur gente zaak geworden. (De aanbeste ding heeft in mei j.l. plaats gehad, Red.). Intussen kon toch nu reeds een zodanige versnelling van het werk van het instituut worden georgani- seerd, dat in 1957 een 3e mededeling over het onderzoek van de in de schoenindustrie gebruikte stikver- bindingen kon verschijnen. j Naast deze mededeling over het onderzoek van de stikverbindingen kwamen in 1957 nog vijf andere me- 1 dedelingen over verricht speurwerk uit. Van deze publicatie trok vooral die over „Het drogen van zoolleder" i zeer de aandacht. Hierin worden de resultaten medegedeeld van het on derzoek naar de beste omstandig heden (temp., rel.vochtigheid en snelheid van de lucht), waarbij zool leder kan worden gedroogd, en bij vele fabrikanten bestond daarvoor een grote belangstelling, omdat bij het onderzoek was gebleken, dat deze optimum omstandigheden een droogtijd van niet meer dan twee dagen mogelijk maakten. De toepas sing van deze optimum omstandig heden levert dus naast een zeer goe de kleur bovendien nog een belang rijke verkorting van de droogtijd op. Ook bestond er in 1957 een inten sieve samenwerking met het Direc toraat Materieel Landmacht over de voor dat Directoraat door de indus trie te leveren schoenen. Ook in de sector speurwerk in op dracht en het advieswerk, viel in 1957 een grote bedrijvigheid te con stateren. De bedrijven blijken deze vorm van regelmatige samenwer king met het instituut zeer op prijs te stellen, gezien de wijze, waarop aan de voor dat doel noodzakelijke periodieke inzending van croupous ter analysering wordt voldaan. Er wordt naar gestreefd ook voor de overlederbedrijven een dergelijke regelmatige beoordeling met daaraan verbonden advies te organiseren, maar daarbij kan men slechts voor een gedeelte van de overledersoor- ten uitgaan van de gegevens, welke bij de bestaande wijze van analyse ren worden verkregen. Over het keuringswerk kan wor den gezegd, dat het herstel van de omvang van dit werk, welke zich in de laatste maanden van 1956 reeds duidelijk demonstreerde, zich in '57 onveranderd heeft voortgezet. Het totaal ingezonden monsters bedroeg in 1957 920 tegen 857 in 1956. Tenslotte kan nog over het „werk in opdracht" worden medegedeeld, dat de kosten daarvan ca. 20% van het totaal budget uitmaken. Na deze bespreking van het in 1957 verrichte „werk in opdracht" dient men daarnaast direct het z.g. „vrije speurwerk" te onderscheiden. Hieronder wordt verstaan 't speur werk, dat niet voor (een) bepaalde opdrachtgever (s), maar ten bate van de gehele industrie wordt verricht en waarvan de kosten daarom ge dragen worden door de subsidie, welke voor dat doel door de Nijver heidsorganisatie T.N.O. en door de verschillende industrie-organisaties wordt verstrekt. Deze naam „vrij speurwerk" betekent zeker niet, dat de onderwerpen waarop deze onder zoekingen betrekking hebben, ge heel willekeurig gekozen kunnen worden, maar alleen, dat hiervoor geen bepaalde opdrachtgever be staat. De keuze van de in het kader van dit vrije speurwerk uit te voe ren onderzoekingen geschiedt aan de hand van een voor dat doel be staand werkplan, in laatste instantie door het Bestuur en de Commissie van Bijstand van 't instituut, waar in zowel vertegenwoordigers van de Onder voorzitterschap van burge meester Teijssen kwam de raad der gemeente Waalwijk donderdagavond in tussentijdse openbare vergadering bijeen. Spoedeisend was n.l. de be slissing over het aangaan van een geldlening van 200.000.met de n.v. bank voor nederlandse gemeen ten, aangeboden door bemiddeling van de minister van O. K. en W. en bestemd voor de bouw van een 6- klassige r.k. meisjesschool in Be soijen. Uiteraard ging de raad maar al te graag met dit voorstel akkoord. Verder waren enkele punten van ondergeschikt belang aan de orde. Het voorstel tot vaststelling van een nieuwe legesverordening, deed dhr Duyvelaar opmerken, dat hij 't niet eens kon zijn met de in de concept verordening gegeven definitie van een maand. Een week, zo stelde de concept-verordening, is een periode van 7 achtereenvolgende dagen, een maand een periode van 30 achter eenvolgende dagen en een jaar een periode van 12 maanden, waaruit, aldus de heer Duyvelaar, zou vol gen, dat een jaar een periode van 12 x 30 dagen zou zijn. De voorzit ter zocht zich een spitsvondige uit weg door op te merken, dat indien een maand een periode van 30 ach tereenvolgende dagen is, hieronder ook een periode van 31, 29 en 28 dagen moet worden verstaan, waar op de heer v. d. Hoven repliceerde, dat een maand, zoals die in de con cept-verordening wordt gedefinieerd niet tegelijkertijd 30 en 31 dagen kan zijn. De raad ging akkoord met het voorstel van de voorzitter, dat b. w. de verordening op dit punt een duidelijker reactie zullen ge ven. Ten behoeve van de uitbreiding der centrale verwarming in de r.k. lagere meisjesschool in Waalwijk centrum, besloot de raad tot het ver lenen van medewerking ingevolge art. 72 der l.o.-wet 1920. In verband met het voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet van 35.000.voor de aanschaffing Van warm-water apparaten door 't gasbedrijf, werden door enkele raadsleden opmerkingen gemaakt. De heer v. Leeven gaf in overwe ging in alle nieuw te bouwen ge meentewoningen de leidingen voor de aansluiting van warm-water ap paraten te leggen, zodat later door de bewoners, die een dergelijk ap paraat willen aanschaffen, geen ex tra kosten gemaakt behoeven te worden. De heer v. d. Hoven meen de, dat in dien het particulier initia tief de plaatsing van warm-water apparaten niet ter hand neemt, dit door de gemeente moet geschieden. De heer Brouwer ging nog verder met zijn suggestie om in alle door de gemeente te bouwen woningen een warm-water apparaat aan te brengen. Naar aanleiding van deze opmerkingen gaf de voorzitter een korte uiteenzetting van de gang van zaken, zoals die tot nu toe is ge volgd. Iedereen, die in zijn woning over een warm-water apparaat wenst te beschikken, kon dit tot nu toe van de gemeente betrekken, ui teraard tegen een daarvoor vastge steld tarief. Het is hierbij duidelijk, dat de gemeente daarmee niet het particulier bedrijf heeft willen be concurreren. Voor de aanschaf van deze warm-water apparaten in voor raad heeft de gemeente in het af gelopen begrotingsjaar een krediet uitgetrokken, dat wel de goedkeu ring van G.S. verkreeg, maar waar tegen toch door G.S. bezwaren wer den gemaakt, omdat zij een derge lijke investering in 'n tijd van geld- schaarste niet helemaal verantwoord achtten. Dit krediet liep tot 31 dec. 1957 en de daarmee gevormde voor raad is thans uitgeput, zodat nu scherp de vraag aan de orde komt: gemeentetaak of particulier initia tief? Afgewacht zal moeten worden welk standpunt G.S. momenteel in nemen. Wordt het raadsbesluit tot beschikbaarstelling van een krediet ad 35.000.goedgekeurd, dan zal de gemeente ook haar standpunt in deze kunnen herzien en in de toe komst wellicht kunnen overgaan tot de plaatsing van warm-water appa raten in door haar te bouwen wo ningen. Momenteel is het zo, dat wel de leidingen worden gelegd en ook apparaten worden verstrekt, zolang de voorraad strekt. De beslissing van G.S. zal dus uitmaken of het plaatsen van warm-water apparaten in de toekomst al dan niet een lou ter particuliere aangelegenheid wordt. De raad ging met het voor stel akkoord. Goedgekeurd werden vervolgens een voorstel tot ruiling van grond in de buitenpolder van Besoijen en wijzigingen van de begrotingen 1957 en 1958. Over het voorstel tot het aangaan van een transactie met betrekking tot overdracht in eigendom en ver krijging in eigendom van onroerend goed, ging de raad geruime tijd tot besloten zitting over. Besloten werd i uiteindelijk, dat de beslissing over dit voorstel tot de volgende verga dering zal worden aangehouden, t Hetzelfde besluit werd genomen ten aanzien van het voorstel tot ont- j trekking aan het openbaar verkeer van een gedeelte der beide haven kaden. Nijverheidsorganisatié T.N.O. als van de industrie zitting hebben. Op het ogenblik zijn in het kader van dit vrije speurwerk 11 verschil lende onderwerpen in bewerking. Belangrijk werk werd ook ver richt in die categorie van werk, welke „gratis voorlichting" wordt genoemd. Uit de aan dit werk gege ven naam kan men reeds vaststel len, dat aan dit werk voor degene, voor wie het wordt verricht, geen kosten zijn verbonden en boven dien, dat het hier voorlichting be treft, m.a.w. de overbrenging van in het instituut of literatuur reeds be staande kennis, waarover dus zon der verder onderzoek kan worden beschikt. Het is duidelijk, dat het bestaan van de mogelijkheid om „gratis voorlichting" te geven de samen werking met de industrie sterk be vordert en bij de ontwikkeling van een goede samenwerking dan ook beslist niet kan worden gemist. OVEREENSTEMMING KLM- VLIEGERS. Aan de reeds sinds 1956 sle pende salariskwestie tussen de RLM-directie en de KLM-pilo- ten is donderdagmiddag een ver heugend einde gekomen. In een vergadering tussen de bemidde lingscommissie en de twee par tijen werd besloten een tech nische herziening tot stand te brengen. De salarisverhogingen, die per 1 juli 1958 van kracht worden, blijven binnen de grens die minister Suurhoff gesteld heeft. In verband met de lange duur van de onderhandelingen zal een uitkering ineens worden verstrekt. Voor de KLM-vliegers zal met terugwerkende kracht tot 1 juli jl. een technische sala risherziening tot stand worden gebracht. De hierin vervatte fi nanciële verbetering blijft ech ter binnen de door minister Suurhoff gestelde grens van vijf percent. Voorts zal in verband met de lange duur der onder handelingen over 1956 een uit kering-ineens worden gegeven. Dit betekent dat onder de onge veer 600 KLM-vliegers naar rato van hun salaris een be drag van één miljoen 350 dui zend gulden zal worden ver deeld. NA VOLTOOIING UNIVERSI TAIRE STUDIE KRIJGEN DE NOTARISSEN MEESTERTITEL De Tweede Kamer heeft zich donderdagmiddag unaniem ver enigd met een voorstel van mi nister Cals om met een soe pele overgangsregeling een verplichte universitaire oplei ding in te voeren1 voor het nota riaat. Deze studie (vijf jaar) die verbonden zal worden aan de juridische faculteit, zal beloond worden met de meestertitel, zonder dat de betrokkene overi gens de bevoegdheid krijgt zich in Nederland als, advocaat te la ten inschrijven of benoemd kan worden hij de rechterlijke macht. MARIA-CONGRES TE NIJMEGEN. Vrijdag begon de National^ Mariahulde ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de verschijningen in Lourdes. In de Carmelkerk te Nijmegen verrichtte Mgr. Mutsaerts, bis schop van Den Bosch, om 8 uur de officiële opening met 'n kor te toespraak. Een koor van 120 personen luisterd deze openings plechtigheid op begeleid door orgel en door strijkers van het Gelders Orkest. Tegelijkertijd vond een voettocht plaats naar het Congresterrein, waar de ver volgde Kerk herdacht werd door de geestelijke leider van Oost- priesterhulo Nederland, pater Stoffels S.J. VERKORTING VAN DIENSTTIJD. De regering van België heeft een meerderheid in de beide Ka mers op haar programma. Een der voornaamste punten in de verkorting van de dienst tijd van 15 op 12 maanden met volledige voldoening aan de plichten als Nato-partner. En wij hebben nog steeds 16 maanden diensttijd en er kan volgens minister Staf niets af, willen wij aan onze algemene verplichtingen voldoen. Hoe is dat nu te rijmen. We zijn heel benieuwd hoe dit expe-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 1