BINNEN- EN BUITENLAND Het jaar van subsidies durf en levensmoed in 1959 De Vluchteling Gemeenteraad Waalwijk Fe u I leton van Cayenne huidf 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DINSDAG 30 DECEMBER 1958 2 Wij wonen in een land dat overbevolkt is. Zou men echter alleen de optimisten in ons vaderland bij een volkstelling gaan tellen, dan zouden wij bij de groep der dun-bevolkte naties worden ingedeeld. Deze wetenschap moeten wij ons steeds goed voor ogen houden als wij een jaarbalans opma ken van ons economisch wel en wee. Wij zijn gewend, met een gevoel van dankbaarheid voor het goede ons geschonken, de schaduwzijden van ons bestaan en onze handelingen op te sommen. Men schrijft deze eigenschap wel eens speciaal toe aan de boerenbevolking, maar als dit juist is, dan wordt door onze geesteshouding eens te meer bewezen, dat wij allen afstammen van boeren en vissers. Ook aan het einde van dit jaar overheerst bij ons de weemoed om alles wat wij verkeerd deden, om ver loren kansen en verkeerd gerichte investeringen. Wij trachten in het concentreren van onze fouten inspi ratie te vinden voor het beleid van de naaste toekomst. Scherp wordt dit bijvoorbeeld bewezen bij de scheep vaart, waar onze slag naast die van andere westelijke landen te duur is in vergelijking tot een aantal goedkope landen. De eerste pogingen tot boy cot van de goedkope vlaggen zijn mislukt. Even ongelukkig waren wij in 1958 met de pogingen om de finan ciële positie van de gemeenten te ver beteren. Nieuwe gemeenteraden wer den geroepen zich te buigen over oude en nieuwe begrotingstekorten. Het rijk vond nog geen paden om de druk op de lagere publiekrechtelijke lichamen te verminderen. Het waren in hoofdzaak de financiële zonden uit vroeger jaren, die ons hier parten speelden. Rome werd nu eenmaal niet in één dag gebouwd. Jammer, dat nog vele gemeenten verder afbouwden door nieuwe begrotingstekorten. Veel van onze zorgen hangen sa men met de overbevolking, die niet af te meten is in geldelijk gewin of verlies. Voorlopig brengt zij ons tot het geven van subsidies voor de ont wikkeling van de minder bevoorrech te delen van ons land. Om dezelfde reden subsidiëren wij de emigratie, die in 1958 een vrij tam verloop had en nieuwe impulsen moet ontvangen. Wij zagen er evenmin tegenop de duizenden repatriërenden uit Indo nesië te subsidiëren, die meestal met verlies van al hun have en goed de vaderlandse bodem weer moesten op zoeken. Maar de bereidheid tot deze hulp om veilige haven te bereiken kenmerkt de veerkracht van ons volk. Nog nimmer is een dergelijke steun zonder rente gebleven, wanneer wij de dagen en jaren van ons nationaal bestaan overzien. De miljardendans. «Kurrr" De woningbouw is in nood. Wij subsidiëerden. De landbouw en zui- velmarkten stortten ineen. Onze rege ring sprong bij met steun. Aan het in ternationale front van lonen en prij zen moesten wij een uitzonderingspo sitie blijven innemen. Er werd steun geboden bij de volkshuisvesting in nieuwbouw. Verschillende voedings middelen, zoals melk, werden met een toeslag verkocht. Een begroting voor het koninkrijk zag het licht, die anderhalf miljard lasten legde op de toekomst. Met le ningen en toeslagen, zoals op de wo ningbouw, trachten wij de toekomst voor ons te winnen. Het einde van 1957 voorspelde een groot werklo zenleger. Reeds tekenden zich de pro jecten voor openbare werken zich af tegen de achtergrond van het rege ringsbeleid. Juist toen de werkloos heid massale afmetingen begon te krijgen, vertoonden zich tekenen van nieuwe economische opgang. Met kracht saneerden wij handels- en betalingsbalans. Onze reviezenpo- tfitie in 1958 werd veel gunstiger. De invoer werd gedrukt door onprettige maatregelen, die in 1957 werden ge troffen en die wij aan het einde van 1957 beweend hebben, doch waarin wij he t fundament legden voor de kansen op herstel, die nu waarneem baar zijn. Eén stap terug 'en twee vooruit. Wij mogen met voldoening terug zien op de consumptiebeperking, die wij ons zelf oplegden, mits wij ons voor ogen houden, dat èn de beta- lings- èn de handelsbalans steun ont vingen van overheidsmaatregelen. Wij gingen één stap terug, om er later weer twee vooruit te kunnen ma ken. Wij moeten goed zien, dat regering en zakenleven in 1958 onze financi ële positie gesubsidieerd hebben door een afgeremde invoer en een nieuwe gedeeltelijke verkoop van ons effec tenbezit. Pas als wij beseffen, dat wij in 1959 de steunmaatregelen door gezonde concurrentie op de wereld markt moeten vervangen, hebben wij een kans in dat jaar werkelijk de sterkste munt van Europa te verkrij gen. Wij zullen daarvoor de eindelo ze stroom van steunverlening moeten afdammen en vervangen door maat regelen, die door de realiteit worden geëist. Alleen dan zal de toekomst' allerlei toegekende steun in 1958 kunnen rechtvaardigen. Het spaarprobleem bleef ook nu weer 12 maanden lang bestaan. Wij inventariseerden onze industriële po sitie in Europa en de wereld en schrokken niet weinig, toen wij zagen dat ons volk nog elf miljard gulden op tafel zal moeten leggen om een industriële natie te worden. Het geld is er niet en er worden onvoldoende besparingen gemaakt om dit bedrag bij elkaar te brengen. Daarom aan vaarden wij een jeugdspaarwet, al weer met subsidie voor hen, die zich hun spaarplicht bewust zijn. Dit doet ons de noodzaak tot verdere bezits vorming te scherper beseffen. Ook hier staan wij aan het begin van een nieuwe ontwikkeling, waarover nog geen eindoordeel kan worden geveld. Vooraan in Europa. Economische eenheid in Europa zou mee kunnen betalen aan de ver betering van onze welvaartsbalans, zo meenden wij een jaar geleden, toen wij ons trots een deel noemden van de eerste zes landen van het econo misch verenigde Europa. Al te zeer hebben wij ons daarbij afgewend van ons venster op de overige wereld en nog is niet te zeggen, hoe lang wij zullen moeten ploeteren om als klein land een evenwicht te scheppen tus sen een vrijhandelszone in de hele wereld en bescherming binnen Euro pa. Ook hier hebben wij de eenheids gedachte gesubsidieerd ten koste van de vrijheid. Op de drempel van het nieuwe jaar maakten wij een begin met de wijzi- j gingen in onze sociale verzekering. De ondoelmatige ziekenfondscoupons gaan eindelijk verdwijnen. Er komt een weduwen- en wezenverzekering. Nu weer verbeelden wij ons, dat een nieuw prijzenregiem ons economisch heil kan brengen, wanneer wij het oog houden op nieuwe prijsregelings- voorschriften, die minister Zijlstra propageerde. f Maar op één punt staren wij nog in de mist wij staan op een drie- i sprong na het aftreden van de socia listische ministers. Welke weg zal de nieuwe regering straks inslaan? opgang voor ons land. Opgang van welvaart en van politieke invloed is mogelijk. Opgang van de conjunc tuur wordt door deskundigen ver wacht. Eenmaal zal ook het noodtij in Indonesië weer keren. In dit ver trouwen durfden wij tekorten aan vaarden. In dit geloof van herstel en nieuwe kansen trekken wij een nieuw jaar binnen. De wetenschap, dat wij ergens de ons toegebrachte slagen zullen op vangen, mag ons op de oudejaarsdag 1958 vervullen met nieuwe levens moed. Wie met subsidies de toe komst durft financieen heeft geen plan bij de pakken te gaan neerzitten. Mogen ons durf en levensmoed ook in 1959 bezielen en ons inspireren tot kloeke daden. drs. M. (Nadruk verboden). haard brand olie Jaar van subsidie. Het vervlogen jaar is er één van steun geweest. Subsidie is een vorm van economische zelftuchtiging, wel ke wij ons mede moesten laten welge vallen, omdat een vroeger nauw met ons verbonden land als Indonesië ons van dag tot dag economisch heeft ver nederd. Maar geen subsidie, van wo ningbouw tot zuivel en van repa triërenden tot begrotingstekorten, heeft zin wanneer men geen vertrou wen heeft in een komend einde van die subsidie-politiek. Subsidie geven heeft als achter grond de verwachting van en het ge loof in een betere tijd en omstandig heden. En hierin ligt de waarde van het subsidie-jaar 1958, dat wij ver trouwen in een nieuwe periode van C. J. VAN NOIJE Dr. v. Kesselstraat 15 LOON OP ZAND Tel. K 4166—355 A. COPPENS Grotestraat 189 WAALWIJK Tel. K 4160—2015 C. VAN ALPHEN Westeinde 11 WAALWIJK GEBR. A. M. DE ROOY Eerste Zeine 15 WAALWIJK Tel. K 4160—2025 JAC. KLIJN Hoofdstraat 142 KAATSHEUVEL Tel. K 4167—2036 GEBR. M. A. VOS Kerkstraat 64 SPRANG-CAPELLE PROF. BEEL VOOR DE KAMER. De minister-president, prof. Beel, heeft in het parlement een korte toe lichting gegeven omtrent de opzet van zijn regeringsprogram, dat hij heeft afgelegd. Hij wees erop, dat de kwalificatie „rechts kabinet" niet klopt met de feiten. De leden van het nieuwe ka binet horen wel tot bepaalde politie ke groeperingen, maar dit is geens zins bepalend voor het karakter van het gehele kabinet. Het is slechts be doeld als een overbrugging van een bepaalde periode, van nu tot aan de verkiezingen. Hij zei, dat de regering bepaalde moeilijke kwesties, zoals de loterijwet en het stakingsrecht en zelfs wanneer er beslissingen geno men moeten worden naar aanleiding van het SER-advies, zonodig niet uit de weg zal gaan, al zijn zij van prin cipiële aard. Mr. Burger (P.v.d.A.) was het daarmee in 't geheel niet eens en meende dat de vorming van dit inte rim-kabinet niet urgent was en dien de een motie van afkeuring in. afkeuring in. De communist Gortzak hield een heftige rede en bezwoer de socialis ten met de communisten saam te wer ken. De bestrijding van 't zwarte ge vaar rood tegen zwart. De heer Romme heeft in een uit voerig betoog uiteengezet dat de so cialisten de brokken hebben gemaakt, door heen te gaan omdat een minis ter z'n zin niet kreeg. Zij moesten dus het gelag betalen. Dat doen ze niet, dus moet er kamer-ontbinding volgen. Ook de heren Bruin-Slot (A.R.) en Tilanis (C.H.U*.) spraken in de zelfde geest. Na een kort antwoord van prof. Beel werd de motie Burger verwor pen met 86 - 54 stemmen. Na het verwerpen van de motie- Burger kwamen de belastingontwer- pen in stemming, die eerder deze maand aanleiding waren tot het ont staan van de kabinetscrisis. Alleen van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" Door Ottwell Binns. 36) gon de motor weer te werken en het schip hernam zijn tocht met de cano op sleeptouw, leeg er achteraan dobberend. Op dit o- genblik herinnerde Harborough zich dat er 'n verrekijker bij de bagage was en snel liep hij naai de pakken om ze te halen. Ter wijl hij gejaagd zocht, deed een nieuwe kreet van Jules hem snel opkijken. De boor was onver wacht van koers veranderd en kwam nu schuin, over de stroom in de richting van het kamp. Ju les uitte een vertwijfelde verwen sing, greep een geweer en rende naar het bos, waar hij spoedig in verdwenen was. Daar Harborough het verstan dige van deze handelwijze inzag, wachtte hij er zich wel voor, de man terug te roepen. Hij gaf het zoeken naar de verrekijker op en wijdde zijn volle^ aandacht aan de naderende boot en aan diegenen van de bemanning die op dek te zien waren. Toen hij tenslotte hun gezichten kon onderschei den, ontdekte hij dat het allen blanken waren en geen Chinezen, zoals hij half en half verwacht had. Nog enkele ogenblikken la ter wist hij, dat het geen politie patrouille was, want de gebaar de man aan het stuur was ie mand, die hij reeds eerder gezien had Le Coq. Zijn hart sprong op van blijde verwachting toen hij tot deze ontdekking kwam. Misschien bracht deze man enig nieuws van zijn vriend! Meteen echter voel de hij weer een kleine angst; het zou ook slecht nieuws kunnen zijn! Misschien was Langdon weer gegrepen. In dat geval zou alles verloren zijn. Geen ogenblik dacht hij er aan, dat het mogelijk was, dat de komende helemiaal geen nieuws voor hem had. Maar plotseling hoorde hij Le Coq ver rast uitroepen: „Wel kijk, is u het, mijnheer!" De man had niet naar hem ge zocht! Hij voelde zich teleurge steld en tegelijkertijd opgelucht. Geen nieuws was goed nieuws maar het bericht dat de broeder schap Langdon gevonden had, zou hem welkomer geweest zijn. Le Coq uitte weer een kreet, de ze keer echter naar een van zijn tochtgenoten, want een van hen kwam hem terstond aan het roer aflossen. De nieuwe stuurman bracht het vaartuig met een han dige draai vlak langs de oever en met een lenige sprong kwam Le Coq aan land. „Kijk, mijnheer Harborough! Dat is pas een aangename ver rassing. Ik dacht dat u met uw jacht weggezeild was?" Harborough glimlachte. „Zo als u ziet is dat niet het geval. Als u daarginds in Cayenne uw oren de kost had gegeven, Le Coq, zoudt u gehoord hebben, dat ik op zoek was naar diaman ten". „Naar diamanten! U?" Le Coq lachte hardop. Dat is een keurige uitvlucht! Ik begrijp u, U bent op zoek naar uw vriend". „Juist. Heb je nieuws over hem, Le Coq?" „Niets, behalve het feit, dat hij nog niet gepakt is wat ook maar het beste voor hem is". „Zeer zeker". „Mijn mannen kijken naar hem uit en ik zal zelf ook op zoek gaan, als ik eerst een klein zaakje afgewerkt heb. U kunt misschien wel raden wat ik be doel". De man lachte cynisch en Har- boroukh keelc hem scherp aan. „Dat zaakje met Mimi de Fa- ramond?" „Goed geraden!" De schurk lachte nog harder. „Die idioot van een Jules heeft zijn wraak opgeofferd op het altaar van Cu pido en..." „Pas op je woorden, Le Coq", onderbrak Harborough waar schuwend. „De bomen hebben hier oren en Jules kon wel eens niet erg goed te vinden zijn voor de rol, die je hem laat spelen, zonder dat hij er iets van af weet". „Vervloekt!" Er verscheen een blik van uiterste verbazing in de ogen van de spreker. „Dus u heeft hem gevonden? Is hij hier?" „Binnen gehoorsafstand, denk ik. Hij was bang, dat je boot be mand was met een politiepa trouille". De verbazing in de ogen van Le Coq verdween, om plaats te de staatkundig gereformeerden, de communisten en de KVP-ers Weiter en Duynstee waren tegen. Dus de be lastingverhogingen, die met het oog op de bestedingsbeperking werden doorgevoerd, worden met één jaar verlengd, niet met twee jaar, zoals de socialisten wilden. PROF. ROMME no. 1 OP ALLE KVP-LIJSTEN. Prof. mr. C. P. M. Romme, frac tievoorzitter van de KVP in de Twee de Kamer, zal bij de komende ver vroegde verkiezingen landelijk lijst trekker zijn voor de KVP. De afge treden minister-president dr. Drees zal bij de komende verkiezingen geen lijstaanvoerder meer zijn voor de P. v. d. A. Wie dit wel zal zijn, zal de socialistische partij op 3 januari be slissen. KERSTBOODSCHAP VAN PAUS JOANNES. Paus Joannes XXIII heeft de chris telijke wereld opgeroepen tot eenheid en vrede. In zijn eerste kerstbood schap wees hij met ernst op „het be angstigende vraagstuk van de gesple ten eenheid van het erfdeel van Christus", die „een factor van ver warring en vooroordeel blijft". - Het bedroevende van dit pijnlijke feit verhindert ons niet en zal ons niet verhinderen daartoe vertrou wen wij op God om te trachten onze uitnodiging te handhaven tot diegenen van onze beminde afge scheiden broeders, die ook Christus' naam voeren en zijn heilig en geze gend woord lezen, en openstaan voor de ingevingen van godsdienstige vroomheid en weldoende en gezegen de naastenliefde". Met name wees de i Paus op de Kerken achter het ijzeren gordijn. MERGELGROT INGESTORT. Vier doden geborgen. Vermoedelijk 18 doden. Een vreselijke ramp heeft vlak voor Kerstmis de dorpjes Ziehen, Zussen en Bolder, in de provincie Belgisch Limburg, zeven km ten zuidwesten van Maastricht, in diepe rouw ge dompeld. Achttien bewoners van de ze dorpjes zijn het slachtoffer ge worden van een instorting in een deel van de uitgestrekte mergelgrotten bij Ziehen, die in gebruik zijn als cham pignonkwekerijen. Vier doden zijn reeds geborgen. Het reddingswerk werd 's avonds bij het licht van schijn werpers koortsachtig voortgezet, maar men heeft vrijwel geen hoop meer de slachtoffers nog levend te zullen aantreffen. Toen de enorme mergelrots over een oppervlakte van twee tot drie hectaren naar beneden kwam, waren op het terrein van de instorting en in de directe omgeving daarvan onge veer 50 mannen en vrouwen in de grotten bezig met het oogsten en sor teren van de champignons. Meer dan dertig personen wisten nog weg te komen. Vier van hen werden ernstig gewond naar het ziekenhuis in Ton geren vervoerd, waar het 20-jarige meisje Janine Brokken uit Bolder in de loop van de dag aan haar verwon dingen bezweek. De slachtoffers die nog zijn bedolven zijn allen mannen. Agenda en Pré-adviezen Agenda en pre-adviezen voor de openbare vergadering van de raad der gemeente Waalwijk, te houden op dinsdag 30 december 1958, te 19Vz uur, ten gemeentehuize. Punten van behandeling 1. Vaststelling van de notulen der openbare vergadering, gehouden 27 november 1958. 2. Ingekomen stukken a. Van de Gedeputeerde Staten Goedkeuringen van raadsbesluiten. b. Van de Regionale Brandweer commissie Midden-Brabant te Til burg Ontwerprekening over 1957 en ontwerpbegroting voor 1959. c. Van de Directeur van het Slachthuis en de Vleeskeuringsdienst alhier Verslag over 1957. Burgemeester en wethouders stel len voor, deze ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. 3. Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing en invor dering van een rioolbelasting in de gemeente Waalwijk. 4. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met D. Blanke voort N.V. inzake het storten van vuilnis. 5. Voorstel tot beschikbaarstel ling van een krediet voor het maken van een coupure in de Winterdijk nabij de Hertog Janstraat. 6. Voorstel tot beschikbaarstel ling van een krediet voor de aanleg van straten in het partieel uitbrei dingsplan St. Antoniusparochie. 7. Voorstel tot beschikbaarstel ling van een krediet voor de aanleg van straten in het partieel uitbrei dingsplan Baardwijk. 8. Voorstel tot onttrekking aan het openbaar verkeer van een gedeel te van de Zomerdijkweg. 9. Voorstel tot het huren van twee schoollokalen en ingebruikge- ving van die lokalen aan de r.k. kleu terschool Grotestraat 244. 10. Voorstel tot het verlenen van de gevraagde medewerking ingevolge artikel 72 van de lager onderwijswet 1920 voor de bouw van een zesklas- sige r.k. lagere school in het uitbrei dingsplan Baardwijk. 11. Voorstel tot het verlenen van de gevraagde medewerking ingevolge artikel 72 van de lager onderwijswet 1920 voor de aanbouw van een lokaal aan de r.k. meisjesschool Loeffstraat 72 a. 12. Voorstel tot aankoop van on roerend goed aan de Grotestraat. 13. Voorstel tot aankoop van woningen aan de René de Clercqstr. 14. Voorstel tot aankoop van een grondstrook aan de Grotestraat. 15. Voorstel tot verkoop van bouwterrein aan de Eerste Zeine. maken voor een uitdrukking van zich niet op zijn gemak gevoelen, toen hij in de richting van de bossen keek. Even later echter lachte hij zacht en vroeg hij op fluisterende toon „Maar hij weet toch zeker niets af van de verdwenen Mi mi?" „Alleen hetgeen je hem zoeven zelf mededeelde." Le Coq keek weer ongerust naar de donkere bomen. ,,U' hadt m!et moeten waarschuwen. Jules is een ware duivel met zijn mes. Ik denk dat het veiliger is, als ik maar meteen mijn reis vervolg". „Dat geloof ik ook. Jules mocht eens wraakzuchtig zijn en om wille van mijn vriend Lang don is het beter, vrede te hou den". „U heeft gelijk. En daar ik haast heb, zal ik maar meteen vertrekken". „Zoals u verkiest. Ik hoop dat het meisje geen leed is gedaan. Zij scheen mij een zeer behoor lijk kind toe, helemaal niet van het soort om de misdaden van haarv ader goed te keuren als zij ze kent, hetgeen ik betwijfel". Le Coy haalde de schouders op. „Zij weet er vrij veel van. U vergeet dat ze mij een grote som bood voor de bevrijding van..." „Je bedoelt: ze betaalde een grote som", onderbrak Harbo rough scherp. „Mijnheer heeft alweer gelijk". Le Coq was niet het minst in, de war. „Zij betaalde een aanzien lijk bedrag voor mijn diensten". „En nu wil je haar vader laten betalen voor haar vrijheid. Le Coq, je bent een aartsschurk". De man deed geen poging het te ontkennen. Hij haalde kalm zijn schouders op en glimlachte sluw. „Maar ik ben nuttig voor andere schurken, nietwaar? En de hoop van uw vriend, als ik zo onbescheiden mag zijn, mezelf die schone benaming te geven. Vergeet dat niet!" „Ik vergeet het niet", antwoord de Harborough koud. „En ik zal goed betalen als je hem vindt". „Daar twijfel ik niet aan!" meende Le Coq en gaf een teken naar de boot. „Ik zal hem; zeker vinden. De broederschap faalt nooit. Tot ziens, mijnheer." (Wordt vervolgd) het beste voor uw oliehaard of kachel en... uw portemonnaie.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 2