Waalwijkse en Langstraatse Courani
EENZAAM
MAAR NIET ALLEEN
Ruimere kredietverlening
aan middenstand noodzakelijk
GEW. ARBEIDSBUREAU
Waalwijk
MAANDAG 9 FEBRUARI 1959
82e JAARGANG No. 12
Wilhelmina en Christus
H
Onze dagen zijn vol van het spre
ken over de rechten van de mens. Te
wijzen op ons aller plichten, is vrij
wel ouderwets geworden. De organi
satie van de Verenigde Naties is ge
fundeerd op de verklaring van de
rechten van de mens en het afkon
digen van deze verklaring werd nog
onlangs allerwege plechtig herdacht.
Thans is echter een boek van de
pers gekomen, dat weinig of niet
spreekt over de rechten van de mens,
maar veel, heel veel, over de rechten
van Christus. De titel van het boek
„Eenzaam maar niet alleen", zou in
het eerste woord nog de aandacht op
de mens Wilhelmina kunnen vesti
gen, maar doet in de laatste twee
woorden alle aandacht geheel van
zichzelf af trekken, om heen te wij
zen naar Diegene, Die de Bron van
kracht, de enige, fundamentele en
allesbeheersende, in heel haar ko
ninklijk leven is geweest.
Het boek van prinses Wilhelmina
is geen standbeeld geworden van een
der meest begaafde oranjevorsten,
welke ons land heeft gekend, maar
een monument van Gods grote daden
aan land, volk en koningin bewezen.
Een zelf getuigenis.
„Men verwachte niet, dat dit ge
schrift een politiek of historisch re
laas of een autobiografie zal bieden."
„Wat hier aan de orde is, is het door
God geleid zijn van ons volk, in ver
leden, heden en toekomst". Aldus
het zelf getuigenis van prinses Wil
helmina in de inleiding van haar
boek.
Het werk is opgedragen „aan de
Vader der Vaderlands en aan mijn
dochter koningin Juliana". Aan prins
Willem van Oranje weer niet om
zijns zelfs wil, maar „om wat hij deed
als dienaar van God en land". En aan
koningin Juliana als „naamgenote
van de moeder van de grondlegger
van onze onafhankelijkheid, die in
haar zoon die eigenschappen heeft
aangekweekt, die hem ondanks zijn
staatkundige en politieke opleiding
het heldere inzicht gaven in de
vaak troebele en onzuivere drijfveren
en overwegingen van dit bedrijf. Zo
dat hij eens en vooral deze verwierp
en afzwoer, om alleen de stem van
zijn geweten te volgen, bij alle beslis
singen die hij nam, en zich niet te
laten leiden door mensen en hun
overwegingen, maar door God al
leen".
oorlog. Koningin Wilhelmina maakte
zich bepaald bezorgd. Maar
„Achteraf besef ik zeer goed, dat
mijn ernstige bezorgdheid voor de
mensen misplaatst was en dat ik deze
gehele zaak in geloof en overgave
aan God had moeten overlaten. Dit
leerde ik eerst later". Weer: het pro
gram!
„De grote verdieping".
Tussen de beide wereldoorlogen is
er een grote verdieping in het leven
eerst van prins Hendrik en toen ook
in dat van zijn koninklijke gade ge
komen. „Waar Hendrik ook kwam,
is hij in de liefde voor de naaste het
voorbeeld van zijn Meester getrouw'
gevolgd". Na „de grote ommekeer"
in prins Hendriks leven „werd het
helpen van anderen het doel van zijn
leven. Hij troostte en steunde gees
telijk allen, die op zijn levensweg
kwamen en effende voor hen de weg
door Christus naar God.'
Dit liet niet na op koningin Wil
helmina grote indruk te maken.
„Waar ik van zo nabij getuige was
van een wonder, door Hem verricht
aan Wien ik mij had toevertrouwd,
zag ik van toen aan Christus in een
geheel nieuw licht; dat van Zijn al
omvattende macht en grootheid; als
de enige Bron waaruit al het goede
voortkomt."
Van een tweede beslissende bete
kenis was voor de schrijfster het le
zen van het geschrift „Keur uit de
toespraken van de Sadhu Soendar
Singh"Er ontwaakte iets „dat bijna
sterker ivas dan ik zelf een verlan
gen mij aan het werk voor Christus
en Zijn mensheid geheel te kunnen
geven. Dit verlangen heb ik steeds
diep in mijn hart omgedragen, maar
zolang mijn regeeriaak beslag op mij
legde, kon dit nimmer geheel worden
vervuld. Eerst daarna ben ik in deze
volkomen vrij geweest."
Gezegend einde.
Dan volgt een beschrijving van de
gebeurtenissen tijdens de tweede we
reldoorlog, het verblijf in Londen, de
reizen naar Canada en Amerika, de
toespraken tot het Nederlandse volk,
het verzet enz. Maar ook bij de be
schrijving hiervan blijft de prinses
trouw aan haar meergenoemd pro
gram. „Geen ogenblik stond ik mij
zelf toe mij een voorstelling te ma
ken van wat er aan noodlottigs zou
gebeuren, indien twijfel of ongeloof
mijn hart zouden binnensluipen.
Hem, Die mij daarvoor behoedde
en zodoende het ergste wat een mens
treffen kan, heeft voorkomen, zij
daarvoor lof en dank."
De heerlijke bevrijding komt en de
schrijfster van „Eenzaam, maar niet
alleen" eindigt met het hoofdstuk
„Wachtte mij nog een taak"
Na al het voorafgaande kan de be
antwoording van deze vraag noch
voor de koninklijke auteur noch voor
de lezer meer een probleem vormen.
Het boek eindigt met de woorden
„Ik bid, dat Christus' blijdschap over
Zijn hele mensheid kome en haar
blijdschap in Hem vervuld worde. Hij
staat aan de deur van haar hart en
klopt. Indien zij Zijn stem hoort en
de deur open doet, zal Hij tot haar
ingaan."
In „Eenzaam, maar niet alleen"
heeft prinses Wilhelmina aan ons
land en volk - moge het zijn aan
heel de wereld - een kostelijk en
kostbaar boek geschonken.
Over de verzorging ervan door
uitgeverij W. ten Have niets dan lof.
(Nadruk verboden)
Program.
„In zoverre ik daarin tijdens mijn
regering betrokken was, wil ik in dit
boek Zijn (Gods) bestel over mijn le
ven trachten te beschrijven. In die i
Leiding lag in zijn diepste grond de
band tussen ons volk en mij. De ver- j
bondenheid tussen het Nederlandse
volk en de Vader des Vaderlands en
ook mij, vindt in diepste wezen haar
oorsprong in gemeenschappelijk ver
trouwen in, en in een openstaan voor
die Leiding, die ons leven tot zijn
bestemming brengt." Dit is het pro
gram, dat prinses Wilhelmina in de
inleiding van haar boek aan ons be
kend maakt. En ieder die het werk
leest, zal dus al hetgeen in de 451
pagina's druks staat vermeld in dat
licht hebben te bezien.
Welnu, aan dit program heeft de
koninklijke schrijfster zich volledig
gehouden. Met een paar voorbeelden
willen wij dit illustreren. In het
hoofdstuk „Mijn jeugdjaren" wordt
gesproken over het door de jonge
Wilhelmina genoten onderwijs. De
geest van die tijd wordt dan als volgt
beschreven „De rede had het laat
ste woord en in laatste instantie stond
men in een houding van negatie te
genover God en het geloof in Hem."
En dan schrijft de prinses „Kwam
bij mijn onderwijs Gods Leiding (bij
voorbeeld in de geschiedenis) of Gods
Almacht voor mij in het gedrang, dan
deed dit mij pijn en nam ik het niet
en stelde mij innerlijk te weer. Dit
heeft grote invloed gehad op mijn
vorming."
In goede en kwade dagen.
Over haar catechetisch onderwijs
schrijft prinses Wilhelmina: „Hem,
op Wie het tenslotte in een mensen
leven aankomt, was beslist niet de
plaats en de aandacht gegeven die
Hem toekomt. Later, toen de Grote
Onbekende voor mij de Grote Beken
de werd, heeft Hij Zelf die leegte,
die geestelijke armoede, omgezet in
een rijke Volheid, ja meer nog toen
ik op rijpe leeftijd was gekomen, gaf
Hij mij te verstaan, dat Hij en God
Een en Dezelfde is.' En verder „De
lezer beseffe, dat deze gedachte dit
boek beheerst."
Hoe teer schrijft de prinses over
haar vader en moeder, hoe volkomen
onopgesmukt over haar eigen jeugd
jaren, haar huwelijk met prins Hen
drik, de geboorte van prinses Juliana
enz. enz. Dan komt de eerste wereld-
Binnenland
PRINS IN CHILI.
Prins Bernhard heeft woensdag een
beleefdheidsbezoek gebracht aan de
Chileense president Jorge Alessan-
dri. Het bezoek duurde twintig mi
nuten. Omtrent de inhoud van de be
sprekingen werd niets bekend ge
maakt. Na zijn bezoek keerde prins
Bernhard terug naar de badplaats
Vina del Mar, waar hij een interna
tionaal concours hippique bijwoonde.
127.843 WERKLOZEN
IN NEDERLAND.
Naar het ministerie van sociale
zaken en volksgezondheid meedeelt
is de stijging in januari van de gere
gistreerde arbeidsreserve van
Seizoenmatige werkloosheidsstijging
beïnvloedt werkgelegenheid.
Een seizoenmatige werkloosheids
stijging i9 oorzaak dat de cijfers ten
aanzien van de werkgelegenheid in
het gewest en in de diverse rayons
van het Gew. Arbeidsbureau Waal
wijk niet zo gunstig zijn als in de af
gelopen maand. Omdat het hier ech
ter een zuiver seizoenmatige stijging
betreft, mag men aan de vermeerde
ring van de werkloosheid in geen en
kel opzicht een verontrustend karak
ter toekennen.
De stijging in de werkloosheid in
de maand januari beperkte zich vrij
wel geheel tot de bouwnijverheid.
De geregistreerde werkloosheid steeg
hier van 290 in dec. tot 341 einde
jan. In de diverse rayons verliep de
ze stijging als volgt Waalwijk 11-
34, Dongen 25-40 en Almkerk 254-
267. In de schoen- en lederindustrie
bleef het gewestelijk werkloosheids
cijfer vrijwel gelijk: 27 in dec. en 26
in jan.; de metaalnijverheid steeg
een weinig (29-34); de landbouw
daalde aanzienlijk van 73 naar 38,
hetgeen zijn oorzaak vindt in een ver
ruiming in de werkgelegenheid in dc
griend- en rietbedrijven in het rayon
Almkerk. In de overige, niet gecate
goriseerde bedrijfstakken slecg de
werkloosheid van 189 tot 219. De
totale werkloosheid inclusief de ar
beiders op de aanvullende werken
bedroeg einde januari 812 (730 in
dec.); voor dc diverse rayons bedroe
gen deze cijfers: Waaldijk 1G1 (118),
Dongen 122 (97) en Almkerk 520
(515). Opvallend en verheug.nd is
echter wel dat deze cijfers lager lig
gen dan einde januari 1958, toen de
totale werkloosheid inclusief aan
vullende werken het vo'gende bcc'd
te zien gaf: Gewest 954, Waalwijk
218, Dongen 108 en Almkerk 628.
In het totale beeld van de werkgele
genheid is in vergelijking met begin
1958 duidelijk een verbeterende ten
dens merkbaar, die zich, naar men
verwacht, in de komende maanden
zal voortzetten.
Deze seizoenmatige stijging van 't
werkloosheidscijfer heeft zich over
het gehele land doen voelen, zij het
dan ook dat de omvang in Brabant
het sterkst is. Dientengevolge zijn
ook de pro millagecijfers hoger dan
einde december 1958, n.l.
Rijk 39 (dec. 35)
Provincie 43 (38)
Gewest 26 (24)
Rayon Waalwijk 12 (9)
Rayon Dongen 15 (11)
Rayon Almkerk 56 (55).
Met het cijfer 26 ligt het gewest
Waalwijk nog altijd het laagste in
onze provincie. Het wordt op de voet
gevolgd door Tilburg met 27. Het
ernstigst is werkloosheid in Bergen
op Zoom en Steenbergen waar einde
jan. het pro millagecijfer 92 werd
genoteerd.
Het aantal verkort gewerkte uren
is zo langzamerhand een te verwaar
lozen cijfer geworden. In het rayon
Waalwijk bedroeg het aantal verkort
gewerkte uren in de schoenindustrie
over december 640 (voor de leder
industrie ligt dit cijfer iets ongunsti
ger n.l. zo rond de 2000). In het ra
yon Dongen werden geen verkort ge
werkte uren meer genflteerd.
We mogen dus concluderen dat de
ontwikkeling van de werkgelegen
heid in gewest en rayon een steeds
gunstiger beeld te zien geeft.
116.371 tot 127.843, gezien de
tijd van het jaar relatief gering. Het
trendcijfer, (dit is het voor normale
seizoenschommelingen gecorrigeerde
cijfer van de geregistreerde arbeids
reserve van mannen) daalde dan ook
en wel van 86.000 tot 84.000.
De stijging van de geregistreerde
arbeidsreserve gedurende de afgelo
pen maand moet vrijwel geheel wor
den toegeschreven aan normale sei
zoeninvloeden. Aldus het ministerie
van sociale zaken.
TWEE JONGENS VERDRONKEN
Omstreeks half zes donderdag
avond zijn vijf personen in een afge
sloten rivierarm te Hendrik Ido Am
bacht door het ijs gezakt. Twee jon
gemannen, de 18-jarige J van den
Berg en de 19-jarige Joost de Graaf,
beiden uit Hendrik Ido Ambacht,
konden niet worden gered en zijn
verdronken.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur: JAN TIELEN
Dit blad verschijnt 2 x per week
DE ECHO HET ZODEN
Abonnement:
2?. cent per weeK.
3.1 franco p.fc.
per v taal 1 2.85
Gironummer 50798
Advertentieprijs: 10 cent 'i m.m.
Contract-advertenties: speciaa. 'ar v
BureauxGROTESTRAAT 205. WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT 1878
TEL.-ADRES ..ECHc
iuJ
De moeilijkheden in de middenstandsbedrijven liggen in hoofdzaak op
het terrein van de financiering. Enerzijds als gevolg van de hoge per
soneels- en exp'oitatiekosten, anderzijds bij gebrek aan liquide middelen,
welk gebrek concurrerend inkopen gemoeilijkt.
Het zal derhalve nodig zijn, dat de Overheid bij haar kredietverlening
aan de middenstand een ruimer standpunt gaat innemen. In de in 1959
te verwachten middenstandsnota van de Minister van Economische Za
ken ware hiermede, alsook met de fiscale problemen voor het klein- en
middengroot bedrijf, rekening te houden.
Ook een soepele regeling van de kinderbijslag voor kleine zelfstandi
gen zou voor vele middenstanders een belangrijke verlichting van de
zware lasten betekenen.
Aldus het jaarverslag over 1958 van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Noordelijk Noord-Brabant, dat ten aanzien
van de middenstand verder constateert
Liet de toestand in het begin van het
jaar mede als gevolg van verkorte werk
tijden in tal van bedrijven, zich minder j
gunstig aanzien en waren de verwachtingen
voor 1958 dan ook niet hoopvol, in de
loop van het jaar is hierin enige verbete
ring ingetreden. Zo zelfs, dat over het ge
heel genomen kan worden vastgesteld, dat
het geen slecht jaar is geweest voor de mid
denstand.
I
In enkele bedrijfstakken in de ambtelijke j
6ector hebben de gevolgen van de beste
dingsbeperking zich in sterkere mate doen
gevoden. Toch is ook hier enige opleving
te constateren, mede als gevolg van de par
ticuliere bouw, al kan ook daar niet ge
zegd worden dat er overvloed van werk is.
Was, zoals gemeld, in het eerste kwar
taal in de handelsbedrijven in consumptie
goederen enige teruggang ontstaan, in de
volgende periode trad herstel in, zodat over
het geheel gesteld kan worden, dat de gang
van zaken bevredigend is geweest.
Het verdag vervolgt dan met een be
schouwing over de gang van zaken in en
kele andere bedrijfstakken.
Schroevengieterij, metaalbedrijf.
De omzet van dit bedrijf in het district 1
der Kamer kon ook in 1958 worden ver
hoogd. Gerekend tegen een omzetcijfer 100
in 1957, bedroeg de omzet in 1958 130.
Voor de afzet van de produkten wordt wel
een grotere aktiviteit gevergd. Ook is de
concurrentie op de buitenlandse markt meer
voelbaar geworden. Gedurende 1958 wer
den moeilijkheden ondervonden, doordat de
overheid toestond afval-grondstoffen van
non-ferrometalen naar het buitenland te
exporteren, terwijl in de nabuurlanden een
uitdrukkelijk verbod van export van deze
grondstoffen bestaat; de exportmogelijkheid
van de grondstoffen is thans echter ook hier
aanzienlijk beperkt.
LXLt i
Scheepswerven.
Een in het district van de Kamer geves
tigde belangrijke scheepswerf meldt voor
1958 een zeer bevredigende gang van za
ken, terwijl ook de orderpositie voor 1959
gunstig is. De uitbreiding van het werven-
complex en de modernisering van de outil
lage beginnen langzamerhand haar voltooi
ing te naderen.
Met de aanvoer va nde voor het bedrijf
benodigde materialen werden in 1958 geen
moeilijkheden ondervonden.
De mogelijkheid van aantrekking van
vaklieden (ijzerwerkers, lassers e.d.) begon
in de loop van het jaar belangrijk gemak
kelijker te worden; de moeilijkheden bij de
woningvoorziening heeft echter een sterke
terugslag op de aantrekkingsmogelijkhe
den.
Apparatenfabricken.
De produktie bewoog zich op ongeveer
hetzelfde niveau als voorgaande jaren; de
binnenlandse afzet liep echter tijdelijk
enigszins terug door de maatregelen tot be
stedingsbeperking leverde geen bijzondere
moeilijkheden op.
Ventilatoren, Iuchtverhitters.
Vooral door de bestedingsbeperking liep
de afzetmogelijkheid in het binnenland in
het begin van het jaar terug, vooral in die
bedrijven, welke voordien vooral aan Rijk
en gemeenten leverden. Omdat veelal dc
afzet van installaties aan direkt verbruikers
iets hoger was dan in 1957 en ook de over
heid in de tweede helft van 1958 normaal
opdrachten gaf, bleek het mogelijk de to
tale binnenlandse afzet op peil te houden.
De export kon, naar gemeld wordt, door
levering van enige grote installaties worden
vergroot.
Schoenmachines, stanzmessen.
In vergelijking met voorgaande jaren is
in 1958 de nieuwbouw van machines terug
gelopen tengevolge van de verminderde be
drijvigheid in de schoenindustrie. De om
zetten in de reparatie-afdeling stegen, aan-
gezen eerder tot revisie werd overgegaan
dan in gunstiger jaren.
Ook de stanzmessenfabrieken melden een
kleine produktiestijging, daar veelal bij ver
mindering van de verkoop van schoenen
gezocht wordt naar nieuwe modellen en
snitten, waarvoor nieuwe stanzmessen moe
ten worden aangemaakt.
Het laat zich aanzien dat - zeker in dc
eerste maanden in 1959 weinig veran
dering in de huidige situatie zal komen.
Door het buitenland - vooral Tsjecho-
Slowakije en Oost-Duitsland wordt ernstig
getracht vaste voet op de Nederlandse markt
te krijgen. De export kon gehandhaafd blij-
De Meubelindustrie, (hout).
Hoewel men in het algemeen over de re
sultaten in 1958 in deze bedrijfstak wel
tevreden is, blijkt het aan het eind van
1957 veelal uitgesproken optimisme alleen
voor het eerste halfjaar 1958 volledig ge
rechtvaardigd te zijn geweest. De tweede
helft van 1958 bracht een teruggang welke
door verschillende faktoren werd veroor
zaakt. Als zodanig worden genoemd de nog
steeds voortschrijdende industrialisatie ge
paard gaande met de mindere arbeids
intensiviteit van het moderne meubel, de
nog steeds stijgende invoer van meubelen
uit nabuurlanden, m.n. Duitsland en Dene
marken, de toenemende vraag naar stalen
meubelen en de wijzigingen in de aard van
de nieuwgebouwde woningen, waarbij de
kleinere woonruimte in vele gevallen leidt
tot mindere aanschaffing.
De export van meubelen heeft bij de in
het district van de Kamer gevestigde be
drijven niet veel te betekenen. Export naar
België blijft mogelijk, maar hier speelt het
vraagstuk van de modellen een belangrijke
rol.
Voor afgewerkte meubelen ontstaan bij
export naar overzeese landen moeilijkheden
ten aanzien van het transport en de kosten
daarvan. Men ziet desondanks toch wel mo
gelijkheden, maar dan zou hiertoe een vorm
van internationale samenwerking tussen be
drijven moeten worden gevonden, welke
thans nog toekomstmuziek wordt geacht.
De personeelsvoorziening leverde in 1958
gcecn moeilijkheden op.
De verwachtingen voor 1959 zijn niet
ongunstig.
DE LEDERHANDEL.
De in 1957 uitgesproken verwachting,
dat de eerste maanden van 1958 voor som
mige bedrijven enige opleving te zien zou
den geven, is tot op zekere hoogte waar
heid geworden. De vraag naar verschillende
overledersoorten, speciaal voor dames
schoenen, was groter. Opvallend was het
zich handhaven van hunting voor het spor
tieve genre. Voor het overige damesschoei
sel kwamen de gladde ledcrsoorten meer in
trek, welke in diverse nieuwe modetinten op
de markt werden gebracht.
Het zoeken naar kleuren manifesteerde
zich ook in de overledersoorten voor jon
gens- en herenschoenen. Hiermede hoopt
men in tie hierin werkzame bedrijven meer
beweging n de verkoop van de produkten
te krijgen, die - zoals reeds bij de schoen
industrie werd vermc.d - zeer tiaag op
gang komt.
liet laatste kwartaal van 1958 trokken
de huidenprijzen steeds meer aan, terwijl
men voor kaitsvellen zelfs tot een zeer dras
tische stijging overg ng, waardoor ook dc
ovcrledertabrikantcn tot aanzienlijke prijs
verhogingen werden genoodzaakt.
In het algemeen bleven tie omzetten in
de lederhandel gelijk aan die in 1957 of
bleven zij hierbij iels achter. De afzetmo-
getij .heden voör geïmporteerd leder zijn
iets minder geworden. Dit is een gevo.g van
dc toegenomen verwerking \an gekleurd
leder, waarvan de schocniabrikanten geen
grote voorraden kunnen aanhouden en dus
bij herbcvoorrading veelal korte levertijden
- welke voor binnenlands leder beter be
reikbaar zijn - vragen.
Moeilijkbeden worden ondervonden bij 't
medenemen van monsters naar België, waar
nog steeds de normale invoerformaliteiten
ook voor monsters worden toegepast.
Uitbreiding van de regeling inzake de
Carnets E.C.S., waarbij de in- en uitvoer
van monsters aanzienlijk wordt vergemak
kelijkt, met België is dan ook zeer gewenst.
DE LOOISTOFFENHANDEL.
In het algemeen kan door de looistoffen-
handel worden teruggezien op een bevre
digende gang van zaken in 1958.
Met de aanvoer deden zich geen moei
lijkheden voor, terwijl de export- en tran
sitohandel zich in 1958 op een behoorlijk
nivéau wisten te handhaven.
In de loop van 1958 onderging de prijs
van quebracho een flinke daling, zodat het
verbruik hiervan steeg ten koste van ex
tracten die geen prijsdaling kenden, zoals
b.v. eikenextract.
Tegen het einde van 1958 werd de prijs
van het quebracho-extract weer verhoogd,
doch daar de lcderfabrikanten zich in het
algemeen vrij ruim gedekt hadden tegen dc
lage prijs, kan het nog wel enige tijd du
ren, voordat de hogere quebrachoprijzen
hun invloed op de binnenlandse markt gaan
uitoefenen. Hoe de prijs zich in de naaste
toekomst zal ontwikkelen hangt ten nauwste
samen met de monetaire ontwikkelingen in
Argentinië.
Ook de prijzen van enige andere extrac
ten (b,v. mimosa en myrabolanen) kwamen
op een iets lager niveau. Valopea-extract
bleef te duur voor de Nederlandse markt en
wordt dan ook vrijwel niet meer verwerkt.
Eind december 1958 vertoonde de looistof -
fenmarkt in het algemeen een vrij vaste
tendens, zodat in de naaste toekomst geen
prijsdalingen te verwachten zijn.
Verder kan nog worden opgemerkt, dat
de vraag van de lederfabrikanten zich
steeds meer richt op extracten, die licht van
kleur zijn en geleverd kunnen worden in
spraydried poedervorm. Geleidelijk aan zal
dit leiden tot een vermindering van het ver
bruik van vaste looistoffen, temeer nu het
prijsverschil tussen deze laatste en dc
spraydried poeders kleiner wordt.