RAAMSDONK KREEG NIEUWE HUISHOUDSCHOOL DE LEUGENAARS BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F 8 II 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 9 NOVEMBER 1959 2 Russische arbeider 64 roebel, een paar modelschoenen, vergelijkbaar met de Nederlandse schoen, is veel duurder. Het weekloon van de Russi sche arbeider bedraagt ongeveer 250 roebel. Stellen we het weekloon van de Nederlandse arbeider in de schoenindustrie op f 75.- netto per week en de gemiddelde prijs (in de winkel) van een paar schoenen op f 25. - dan valt de vergelijking wel ten gunste van de Nederlandse arbei der uit. Rijwielen ziet men in de Russische grote steden vrijwel niet, omdat de fiets in Rusland geen vervoermiddel is, maar alleen voor sport gebruikt wordt. In de provincie vindt men wel meer rijwielen. Een rijwiel, dat in Nederland f 130. - k f 140. - kost, moet in Rusland betaald worden met ca. 500 roebel. De import van schoenen in Rus land geschiedt voornamelijk vanuit de volksdemocratische landen. Voor al China importeert grote hoeveelhe den modelschoenen hoofdzakelijk herenschoenen -waarvan de prijs rond de 250 roebel ligt. De schoenproduktie wordt in Rus land geregeld door een Centraal Planbureau, waar ook de orders van daan komen. Er wordt in de schoen fabrieken meestal gewerkt in een tweeploegen-systeem, soms ook met drie ploegen, al naar gelang de pro- duktie dit eist. Voor de vaststelling van het mo debeeld ligt de zaak in Rusland uiter aard veel moeilijker dan hier, omdat de Sovjet-Unie bestaat uit 15 repu blieken met een totaal verschillend karakter, zodat ook de smaken ten aanzien van de mode zeer uiteenlo pen. (Zo is alleen al de Oekraine een zelfstandige provincie met 40 miljoen inwoners). De schoen- en textielof- fertes komen dan ook bijeen bij een gespecialiseerde instantie, waar men steeds op de hoogte is van de behoef ten en wensen in de diverse republie ken. Verder kan over het bepalen van de mode dit worden gezegd, dat alle grote steden (van 300.000 en meer inwoners) een soort modecentrum hebben, waar regelmatig shows van binnen- en ook wel buitenlandse mo dellen worden gehouden. Het succes van een bepaald model wordt dan ge meten door middel van handopste ken. RESULTATEN. Het interessante en prettige vra- genspel met de Russische gasten werd na het rondetafel-gesprek in de kan tine van Timtur, voortgezet aan het diner dat de directie van Timtur in Hotel Verwiel aan de gasten aan bood. Hoewel nog veel vragen omtrent de Russische schoenindustrie op ant woord lagen te wachten, maakte de heer Verschure tegenover de dele gatie het gebaar van de volmaakte gastheer door aan tafel een serie vra gen te stellen over landbouw en vee teelt in Rusland, waardoor ook de Russische landbouwdeskundigen een interessante bijdrage tot het gesprek konden leveren. De heer Moljako zegde gaarne toe, dat de vragen over de Russische schoenindustrie, welke niet aan de orde zijn gekomen, schriftelijk zullen worden beantwoord. Verder verklaar de de delegatieleider bij de Russische handelslegatie de aandacht te zul len vestigen op de Nederlandse schoenindustrie en hij hoopte op een tegenbezoek van Nederlandse des kundigen uit de schoenindustrie aan de Sovjet-Unie. Een nadere uitwisse ling zou zeker concrete resultaten kunnen opleveren, zo meende hij. Na mens de delegatie getuigde de heer Moljako van zijn waardering voor het bedrijf en het produkt van Timtur n.v. Het was ruim half tien toen de charmante Russische gasten hun be zoek aan Waalwijk afsloten, waarbij Olga Kijach op bescheiden en vrou welijk charmante wijze enige propa ganda bedreef met het uitdelen van vredesduif-speldjes en mapjes met ansichtkaarten van Moskou. Dat mag hier wel. Of misschien was het ook alleen maar een hartelijke groet, een recht gemeende wens, zoals die voor de heer Sluijmers gestalte kreeg in een witte olifant, het Russische symbool van het geluk. Geluk in het leven en geluk in zaken. Alleen tegen de Hollandse Jenever hebben de Russen „njet" gezegd. Kroon op het werk van burgemeester en pastoor Het was j.l. donderdag een be langrijke dag voor de gemeente Raamsdonk en zelfs een glorie dag voor burgemeester Prinssen en pastoor van Hcrpt, die enorm veel werk hebben verzet om voor Raamsdonk te komen tot wat er nu staat: een fraaie en moderne r.k. huishoudschool ten platte- lande, die onder de schutse werd gesteld van de Moeder van Bij stand. Belangrijk was deze dag tevens voor de directrice van de school, mej. J. v. Gestel uit Bavel, die voordien werkzaam was in het huishoudonderwijs te Baarle- Nassau en te IJzendijke. De feestelijke opening van deze moderne huishoudschool werd voorafgegaan door een H. Mis van dankbaarheid in de parochie kerk, waarna pastoor van Herpt de inzegening van het schoolge bouw verrichtte. Ook was pas toor van Herpt de eerste die ui ting mocht geven aan zijn vreug de en voldoening over de tot standkoming van deze school, die Feuilleton van „De Echo van het Zuiden" door Gerard A. J. van Schooten. 10). Ik weet niet, hoe het met Abel en de heren Ruigbold was gesteld maar het bottengekraak drong via mijn oren tot diep in m'n bin nenste. Ik had het gevoel, in een knekelhuis te zijn, waar bleke skeletten met een onzichtbare hand door elkaar werden geram meld. Ik huiverde en kuchte eens, in de hoop mijn lugubere gedach ten wat te kunnen verdrijven. Eindelijk was het Lucas zelf, die de stilte verbrak. Nog eenmaal kraakte een van zijn vele botten, voordat hij met een schorre stem zei: „En... weet u niet, hoe die wonderdokter dat deed?" Lucas keek mij aan en bleek als een lijk sloeg ik de ogen neer. Ik was vastbesloten dit leu genverhaal niet verder uit te breiden. Abel had die hele ge schiedenis opgehangen. Hij moest er zich maar uit redden ook. En Abel redde zich er uit! „Dit is 'n door aannemer Nelissen uit Ven- rav met hulp van de NCB werd gebouwd, onder leiding van de heer Olieslager, hoofd van de bouwkundige afdeling voor de agrarische sector. Tot de vele genodigden behoor den onder meer mej. E. Berger voet uit Arnhem, inspectrice voor het nijverheidsonderwijs, de heer L. Warnars uit Oosterhout, inspecteur van het l.o. in de in spectie Waalwijk, burgemeester van Erp van Waspik, het lid van Ged. Staten, mr. Th. Heeren uit Raainsdonksveer, kap. Merkx uit Tilburg, geestelijk adviseur van de NCB en de heren A. in 't Groen uit Dongen en J. Schoen makers uit Chaam, resp. namens de kring Breda van de NCB en 't hoofdbestuur van deze standsor ganisatie. ERKENTELIJK Burgemeester Prinssen, die me de als voorzitter van de plaatse- kiese zaak", vertrouwde mijn vriend zijn gehoor toe. „En daar bij dient bedacht te worden, dat het hemd nader is dan de rok. Hoezeer het mij ook spijt en hoe zeer ik ook uw gevoelens tot in de kleinste finesses kan ontleden, het zou ons, mijn vriend en mij, te veel levensgeluk kosten, als wij u deelgenoot van dit geheim zou den maken..." Op dit moment vroeg ik mij af hoe het mogelijk was, dat er een dergelijke, onde finieerbare stemming kan ont staan, zo maar op klaarlichte dag. In de ochtenduren nog wel. Abel bezat zeer suggestieve vermogens, dat wist ik. Maar dit! Eerst al die eigenaardige knekel huisgeluiden, die in mijn verbeel ding spookten, nu weer die moei lijk te ontwarren stemming, die zich van mij meester maakte. En kele binnenvallende zonnestralen schenen wazig en traag door de vreugdeloze kamer te dansen, een beetje treiterend alsof ze ons wil den beletten door het omhulsel van een vreemd soort spanning heen te breken. Kleine stofdeel tjes kringelden er in rond, als sterretjes aan een miniatuur he mel. Abel keek mij aan alsof hij mij een gunst wilde afdwingen. Iijke raad van de school sprak, toonde zich in hoge mate erken telijk jegens de NCB en hij onder streepte zijn dank met het voor stel om een telegram te zenden aan de heer J. Zegers te Schaik, algemeen voorzitter van de NCB, met de beste wensen voor zijn herstel. Deze sympathieke geste werd door de aanwezigen met een hartelijk applaus begroet. Vervolgens schetste burgemees ter Prinssen hoe er in de naoor logse jaren een grote behoefte aan huishoudonderwijs is ont staan. De stichting van een huis houdschool heeft echter nog heel wat voeten in aarde gehad, maar mede dank zij het initiatief van pastoor van Herpt én de mede werking van de NCB was men thans toch zover dat de nieuwe school in gebruik kon worden ge nomen, aldus de burgemeester. Spr. toonde zich bijzonder ver heugd over de bezetting van de school en aan het slot van zijn toespraak wenste hij de NCB ge luk met de ingebruikneming van deze school. De heer Schoenmakers noemde de school een rijk bezit en hoopte dat deze streekschool zich in een grote belangstelling uit de omge ving zou mogen verheugen. De heer in 't Groen kwam ook "met hartelijke gelukwensen en richtte tevens een warm woord van dank tot burgemeester Prins sen, die zich zo bijzonder voor de totstandkoming van de school heeft beijverd. Kapelaan Merkx wees op de noodzaak van een betere vorming en ontwikkeling van de meisjes van het platteland en hij consta teerde met voldoening dat de al gehele vorming in de school op katholieke grondslag berust. Hij wenste de directrice en haar staf veel succes toe en hoopte dat de totale vorming van de meisjes de streek en het gezinsleven ten goe de zouden komen. Mej. Bergervoet wees er op dat de tegenwoordige tijd van ieder een een algemene vorming en ontwikkeling eist en daartoe zal deze school veel kunnen bijdra gen, zo meende zij. Ook wees zij er op dat de leer krachten de taak hebben om de ouders bij de opvoeding van hun kinderen behulpzaam te zijn. Zij zag het ook als een basis voor de beroepsvorming, waarmee elk meisje op deze school zal worden geconfronteerd. Tenslotte richtte mej. Bergervoct woorden van dank en waardering tot mej. A. Dieleman, consulente van de NCB en tol de heer Olieslager. Ten soltte werd het woord ge voerd door de directrice, mej. v. Gestel, die er aan herinnerde, dat ongeveer dertig jaar geleden de eerste landbouwcursus werd ge geven. De directrice toonde zich bijzonder erkentelijk voor de steun en de medewerking welke de wereldlijke en geestelijke over heid aan de totstandkoming van deze sclïbol hebben gegeven. Aan het slot van deze officiële bijeenkomst kregen de aanwezi gen gelegenheid het gebouw te bezichtigen. GEW. ARBEIDSBUREAU WAALWIJK Toeneming werkgelenheid over '»959 concen treerde zich in bouw- en metaalnijverheid De ontwikkeling van de arbeids markt in het gewest Waalwijk blijft zich bewegen in een toenemende vraag naar arbeidskrachten en in di verse sectoren mag men dan ook al spreken van een stijgend tekort aan arbeidskrachten. Indien deze ont wikkeling blijft voortduren, zal de arbeidsmarkt in dit gewest zich in het komende voorjaar tegenover eenzelf de situatie gesteld zien als in 1957, toen ook de vraag het aanbod ver overtrof. In dit verband is het interessant om kennis te nemen van vergelijkend cij fermateriaal inzake beroepsbevolking en totale werkgelegenheid over de jaren 1958 en 1959. De beroepsbevolking vertoonde over het lopende jaar weer de normale aanwas en steeg van 31.840 in 1958 tot 32.410 in 1959, waarbij het voor dit jaar genoemde getal uiteraard een voorzichtige raming is. Ook de totale werkgelegenheid in het gewest Waalwijk gaf over dit jaar een stijging te zien en kwam van 32.301 inl958 tot 32.978 in dit jaar, een toename dus van 677. Verdeeld over de diverse sectoren heeft deze stijging zich als volgt voltrokken Verdeeld over de rayons valt de totale werkgelegenheid over 1959 als volgt uiteen rayon Waalwijk 15.720 rayon Dongen 9.811 rayon Almkerk 7.447 32.978 Ten opzichte van de nijverheid is het interessant op te merken dat deze gewestelijk gezien in de volgende percentages uiteenvalt 1958 1959 nijverheid 17.125 17.651 (plus 526) landbouw 6.345 6.290 (- 55) diensten 8.806 9.012 (plus 206) visserij 25 25 32.301 32.978 bouwnijverheid schoen- en leder metaalnijverheid overige sectoren 13 54 17 16 De groei van de totale werkgele genheid in de nijverheid over dit jaar met 526, valt als volgt te verdelen: bouwnijverheid 242, metaal 154 en overigp sectoren (waaronder ook de schoen- en lederindustrie) 130. De toeneming in de werkgelegenheid heeft zich dus voornamelijk gecon centreerd in de bouw- en metaalnij verheid. Tekenend voor de huidige situatie op de arbeidsmarkt zijn ook de per centages van de werkgelegenheid ten opzichte van de beroepsbevolking. Gewestelijk gezien bedraagt de werk gelegenheid 102 van de beroeps bevolking, hetgeen dus wil zeggen dat er meer wèrkgelegenheid is dan beroepsbevolking. Voor de diverse rayons zijn deze cijfers nog markan ter, namelijk: rayon Waalwijk 112%,, rayon Dongen 115 en rayon Alm- kek 77 Deze cijfers wijzen dus wat de rayons Waalwijk en Dongen betreft op betekenende arbeidstekor ten. Het gemiddelde cijfer voor het ar beidstekort kan voor het gewest Waalwijk over 1959 gesteld worden op 355, waarbij dan mag opgemerkt worden dat dit cijfer aan de lage kant is. Voor het rayon Waalwijk mag dit cijfer worden gesteld op 225, voor het rayon Dongen op 110 en voor het rayon Almkerk op 20. De verschuivingen in de ontwikke ling van de werkgelegenheid mani festeren zich ook duidelijk in een vergelijking tussen de jaren 1954 - men mocht ook toen spreken van een opgaande conjunctuur - en 1959. Ten aanzien van de werkgelegenheid in de nijverheid krijgen we dan de volgende cijfers. 1954 1959 nijverheid 15.749 17.651 bouwvakken 10,4 13 schoen- en leder 58,6 54 metaal 15.7 17 overige sectoren 15,3 16 Ten aanzien van de pendel over 1959 zijn de volgende cijfers interes sant Waalwijk Dongen Almkerk inkomende pendel 2070 1680 320 uitgaande pendel 815 440 1870 De geregistreerde arbeidsreserve ten aanzien van de mannelijke be roepsbevolking, uitgedrukt in percen tages, bedroeg over de jaren gewest Waalwijk provincie rijk 1957 1 1,8% 1,9% 1958 2,5% 4,1% 3,6% 1959 1,6% 2,9% De wekloosheid in het gewest Waalwijk ligt dus belangrijk onder het provinciaal gemiddelde. Ook in de afgelopen oktobermaand bleef het werkloosheidscijfer in het gewest Waalwijk weer ver beneden het provinciaal gemiddelde, n.l. 9 pro mille tegen 16 provinciaal. Het landsgemiddelde bedroeg 19. De drie rayons van het gewest gaven het vol gende werkloosheidscijfer te zien: Waalwijk 9, Dongen 6 en Alm kerk 10. 84) Óp het vorige plaatje hebben we allemaal duidelijk kunnen zien hoe diepe groeven van in spannend nadenken verschenen waren op de bij uitstek manne lijke gelaatstrekken van Vittorio Caccalobbo. De goede mensen kenner zal dan ook niet veel moeite hebben uit deze gelaats trekken af te leiden, dat de dap pere kapitein van plan was op vreselijke wijze een halt toe te roepen aan de snode indringers. Hel mocht voor zijn verdekt op gestelde manschappen dan ook geen verrassing baren, toen hij plotseling uitriep: „Kanonnen in stelling en kartetsen in de vuur monden brengen! Drukpunt ne men! Pief poefPAF!!" Jammer genoeg verzuimde de brave kerel te vermelden waar zijn artilleristen nu eigenlijk op moesten schieten. Maar dat gaf niet. Er waren er nog genoeg bij met ervaring van de laatste oor log en die kozen dus voor zich zelf een kerktoren en 'n school uit. Dat loonde tenminste de moeite, want in het vredige Com- panelia stond alles nog overeind. Daar moest dus nodig wat veran dering in gebracht worden. Doch er was één sufferd bij, die nog niet zo lang diende. Die vermors te een Kostbare granaat of twaalf op het verwoeste stationsgebouw tje, waar de vijand geacht werd te zitten. En werkelijk, na 'n mi nuut of zeven van ijverig probe ren slaagde de kerel er in een voltreffer te plaatsen midden in de reeds aanwezige puinhoop. De steenmassa spatte toen uit elkaar alsof het slechts een kinderbal- lonnetje was, waar men een si- garenpeukje tegenaan duwt. Doch gelukkig waren de twee Ita liaanse schavuiten met Karei Kleuntjes net uit de rommel weg toen die voltreffer geplaatst werd. Er vallen echter nog meer treffende gebeurtenissen te verhalen, want ergens anders aan het front schoot op dat moment een handbedieningswagentje uit de oude tunnel te voorschijn. Een soldaat, die aldaar in dekking lag achter een muurtje, schrok zich natuurlijk een aap, toen hij daar plotseling een aantal woestelin gen met snorren ep herenmutsen aan zich voorbij zag vliegen. „B...berenmutsen... ze z... zijner" stamelde de brave kerel. „Dat m... moet de kapitein weten..." Onverschrokken sprong hij over eind en luid gillend rende hij op Vittorio Caccalobbo af... „Gerard... Eh... Wat doen we? Wagen we het? Moeten we hen helpen? Kunnen we het risico ne men?" Mijn vriend schoot deze vragen op mij af en boorde er evenveel gaten mee in mijn ge weten. Ik staarde zwijgend naar een slijtgaatje in het kleurloze vloer kleed en dacht ineens aan mijn schooljaren, toen ik voor de klas stond om een gedicht van Goethe te citeren. „Der Fischer" heette het en het ging over een visser, die in zijn verbeelding een water- nymf ziet. Zij spreekt tegen hem en zingt voor hem. Zij verwijt hem, dat hij de visjes uit 't water slaat en lokt hem in het zilte nat, om de diertjes in hun element te zien. Ik dacht speciaal aan de laatste versregels: „Halb zog sie ihn, halb sank er hin, Und war nicht mehr gesehn." Niet dat Abel iets van een waternymf had, of ik van een visser, maar toch moet het onder invloed van deze regels geweest zijn, dat ik op al deze ernstige vragen van mijn vriend antwoordde: „Ja..." Abel zuchtte opgelucht. De Ruigbols keken hem hoop vol aan en Lucas vroeg gretig: „U kent dus het geheim, om ons weer haar te geven?" „Inderdaad „En wilt u dat prijs geven?" „Misschien..." „U zou ons erg verplichten..." meende Herman. „Wij hebben er veel voor over..." viel Lucas bij. Abel keek de broers ernstig aan, één voor één, en zei toen: „Eén grote schaduwzijde zit aan deze hele geschiedenis. Voor m'n vriend en voor mij... Eén heel grote schaduwzijde... Als de „Spaanse wonderdokter" waar heid heeft gesproken, zullen m'n vriend en ik, wanneer wij ons ge heim prijs geven, onze haren we derom verliezen..." De Ruigbolds keken hem ver bijsterd aan. „Als we dit zeker wisten, zou den mijn vriend en ik ons nog wel eens bedenken. Dat begrijpt u. Laten wij eerlijk zijn, 'n mens is tenslotte een mens en in hoge mate egoistisch. Zoals ik al zei, het hemd is nader dan de rok. Wij hebben er al dikwijls over gesproken, mijn vriend en ik, de zaak van alle kanten bezien. Maar tot op heden steeds ons ge heim weten te bewaren. U be grijpt, heren, dit is een moeilijk besluit, een heel moeilijk be sluit. Wij kennen u nog nauwe-* lijks. Eigenlijk nog maar weini ge minuten... en toch... het moe ten die orchideeën zijn, die onze zielen bijeenbrengen..." De Ruig bolds zagen ons dankbaar aan, met iets goedigs in hun ogen. Toen zagen ze elkaar aan en ze knikten bijna onmerkbaar. „Wij hebben geld..." zei Her man nuchter en Lucas knikte. „Wij ook..." zei Abel droevig. „Wij hebben veel geld..." zei Lucas en Herman knikte. „Wat is geld?" zei Abel min achtend. „Het gaat hier om de vraag, of de waarschuwende woorden van de „Spaanse won derdokter" op waarheid berus ten!" „Wij zijn rijk!" begon Herman weer. „Erg rijk!" meende Lucas en Herman knikte. „Het risico kan groot zijn, he ren!" Ahel stond op, toen hij de ze woorden sprak. Ons besluit staat nog niet ge heel vast. Ik moet nog denken. Ik moet nog diep nadenken. Wij moeten dit nog met ons zelf uit vechten... Kom, dan gaan we maar..." besloot hij aarzelend, „tot morgenavond negen uur..." „Eén ogenblikje nog" zei Lu cas, na een blik van verstandhou ding met Herman. Hij tastte in zijn binnenzak en bracht een ka le leren lap te voorschijn. Met een vreemde mengeling van hoop en valse schaamte wreef hij Abel 'n bankbiljet van honderd gulden onder de ogen. Abel keek er naar of het een bchangselpatroon was en haalde tegelijk zijn schouders en zijn neus op. „Nee, meneer Ruigbold", zei hij. „Als blijk van vertrouwen..." tergde Herman. „Wij zijn rijk..." fluisterde Lu cas. „Half negen..." zei Abel toon loos. Hij bleef dromerig voor zich uitstaren. En liet gewillig toe, dat Lucas Ruigbold het bil jet in zijn linkercolbertzak liet glijden. „Kom", zei Abel met gebroken stem, „tot morgen dan..." „Wij zijn schatrijk!" riepen de broers ons nog na. (Wordt vervolgd) CC?V»;GHT STUDtO AVAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1959 | | pagina 2