De Echo van het Zuiden
BINNEN- EN BUITENLAND
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F
Verstikkend fiscaal klimaat voor
het kleine bedrijf
irwm
MAANDAG 30 NOVEMBER 1959
82e JAARGANG No. 96
Feuilleton
DE LEUGENAARS
S
(Van onze belastingkundige)
Voordat minister Hofstra zijn bewind afbrak, diende hij een nieuw
ontwerp van wet in op de Inkomstenbelasting, dat vermoedelijk
spoedig in de Tweede Kamer aan de orde zou worden gesteld, als
zijn opvolger, minister Zijlstra, niet had aangekondigd dat hij
zich nog eerst wil beraden over de mogelijkheid om dit ontwerp
te wijzigen. Het is bijzonder nuttig dat de Raad voor het Mid
den- en Kleinbedrijf bijtijds een commissie heeft ingesteld, die
het bedoelde ontwerp ten behoeve van kleine zelfstandigen onder
de loupe heeft genomen. De conclusies van deze beschouwing
kunnen nu tijdig aan de minister worden bekend gemaakt, zo
dat hij er rekening mee kan houden bij de voorbereiding van de
wijzigingen, die hij wenst aan te brengen.
Voor het geval een ondernemer de
overdrachtsprijs in de vorm van een j
lijfrente incasseert, moet hij eerst j
over de gekapitaliseerde waarde van 1
het stamrecht de overdrachtswinst
betalen en later van de uitkeringen
nog eens inkomstenbelasting.
Een nieuwe hindernis
In het besluit op de Inkomstenbe
lasting treffen wij uiteraard veel be
palingen aan welke ten doel hebben
een bepaalde fiscale winst-vaststel-
ling voor het bedrijfsleven mogelijk
te maken. Daarbij wordt meestal uit
gegaan van de grotere bedrijven. Het
is bijzonder prijzenswaard dat de
Raad voor Midden- en Kleinbedrijf
nu eens de belangen van de kleine
zaak bepleit.
Het is niet mogelijk in kort bestek
alle wensen van genoemde commissie
te bezien. Reeds meermalen is er op
gewezen, dat de kleine bedrijven in
hun voortbestaan ernstig worden be
dreigd door de bestaande fiscale hef
fingen bij overdracht, likwidatie en
overlijden. De commissie laat over
dit vraagstuk onder meer haar licht
schijnen.
Bii een n.v. kunnen de zaken bij
het overlijden van een direkteur nor
maal doorgaan. Hetzelfde geschiedt
bij uittieden van een direkteur. De
continuïteit van een n.v. is, fiscaal
gezien, veel beter verzekerd dan de
eenmanszaak, terwijl de naamloze
vennootschap door haar over 't alge
meen grotere kapitaalkracht toch
reeds een voorsprong heeft op het
eenmansbedrijf. Genoemde commis
sie bepleit derhalve een regeling die
het voortbestaan van een kleine on
derneming beter waarborgt.
Onjuiste stellingen
De vrijstelling
He bedrag van de vrijstelling is
o.i. ook te laag. Dat is niet in elk ge
val te laag, zegt de commissie, bij
voorbeeld wanneer het bedrijf in het
zelfde jaar van aankoop weer wordt
afgestoten. De commissie acht de
vrijstelling te gering voor onderne
mers, die jaren lang een bedrijf heb
ben uitgeoefend. Zij bepleit een vrij-
stelling voor een bepaald bedrag per
jaar met een maximum van f 20.000. j
Vele kleine ondernemers zijn niet
in staat jaarlijks een bedrag aan hun
zaak te onttrekken voor oudedags
voorziening. Zij hebben het geld te
zeer in hun zaak nodig. Zodoende
kunnen zij van de aftrekmogelijkhe
den voor premiebetaling voor een
verzekering niet profiteren. Zij laten
dit geld uit economische noodzaak in
het bedrijf en moeten er dan later
overdrachts- of likwidatiewinstbelas-
ting over betalen. Om deze reden zou
een verruiming van de vrijstelling ze
ker te verdedigen zijn. Het is tegen
woordig al onaantrekkelijk genoeg
om met een beperkt bedrag als on
dernemer te gaan opereren.
Hier wordt dus een nieuwe dam
opgeworpen voor kleine ondernemers
om bij uittreden op 65-jarige leeftijd
een voorziening voor de oude dag te
treffen, die zij tijdens hun produktie-
ve jaren moesten uitstellen. De Raad
voor Midden- en Kleinbedrijf wenst
een vrijstelling van likwidatiewinst
tot een kapitaalwaarde van f 150.000
voor een lijfrente. Het wordt niet on
redelijk gevonden, wanneer bij het
verkrijgen van een lijfrente de vrij
stelling van f 20.000 wordt inge
kort.
De voorgestelde verbeteringen vor
men slechts een onderdeel van een
hele reeks van wensen ten behoeve
van de kleinere bedrijven. Mogelijk
worden alle wensen niet doelmatig
bevonden of mogelijk geacht. Niet
temin zijn zij het overwegen waard?
Veel meer zouden wij erop willen
aandringen deze fiscale hartekreet
voor het midden- en kleinbedrijf te
lezen en in brede kring in discussie
te brengen. Wij worden er door in
onze overtuiging gesterkt, dat de be
staande belastingwetgeving geen vol
doende gunstig klimaat schept voor
de eenmanszaak, die toch altijd nog
als basis dient voor elke onderne
mingsvorm. Tevens vinden wij in de
vele fiscale hindernissen voor het
voortbestaan van het kleinbedrijf een
der hoofdoorzaken waarom in een
aantal branches het aantal midden
standers, dat de toekomst in het win
kelbedrijf als zelfstandige durft te
aanvaarden, onrustbarend terugloopt.
drs. H.
(Nadruk verboden).
Naar onze mening zou er van be
lastingheffing bij overdracht en over
lijden pas sprake mogen zijn bij on
dernemingen met een bescheiden ka
pitaal, zodra dit kapitaal voor verte
ring beschikbaar komt, maar zover
gaat de commissie niet eens, al ver
werpt zij eveneens de fictieve stel
ling, dat een bedrijf een einde neemt
bij het overlijden of uittreden van de
eigenaar.
In het ontwerp van oud-minister
Hofstra wordt evenals thans aange
nomen, dat de opvolger, b.v. de zoon,
een nieuw bedrijf begint. Het ver
schil tussen overdrachtsprijs (voor de
berekening van successie) en de
boekwaarde is overdrachts- of likwi
datiewinst, die belast wordt naar het
bijzonder tarief van art. 48, dus ten
minste met 20 Daarbij wordt een
vrijstelling genoten van f 7500.-,
doch men zal daarop pas een beroep
mogen doen in het jaar waarin men
blijvend en voorgoed de onderneming
prijs geeft.
Dit laatste acht de commissie niet
juist omdat likwidatie of overdracht
ook wel geleidelijk geschiedt. In het
jaar waarin het laatste deel van het
bedrijf wordt overgedragen, is meest
al geen sprake meer van winst. De
vrijstelling kan dan niet worden uit
gebuit. Het is gewenst, dat de vrij
stelling ook in gedeelten kan worden
genoten, mits het totaal niet wordt
overschreden.
MGR. ALFRINK
TOT KLOOSTERZUSTERS.
Moderne activiteiten zonder hinder
voor de tradities.
Mgr. Dr. B. J. Alfrink, aartsbis
schop van Utrecht, heeft in 't Casino
in Den Bosch voor een gehoor van
honderden oversten van kloosterzus
ters gesproken.
De bijeenkomst werd geopend door
zuster Marie Huberte, algemeen
overste van de Zusters van Liefde uit
Tilburg en vice-voorzitster van de
Stichting Nederlandse Vrouwelijke
Religieuzen.
Zij gaf een overzicht van de ont
wikkeling welke de bezinning op het
wezen van het kloosterleven in de
na-oorlogs jaren had doorgemaakt.
In zijn toespraak noemde Mgr.
Alfrink de eigen heiliging en de
dienst aan de Kerk, de twee voor
naamste peilers van het kloosterle
ven. Uitvoerig ging de aartsbisschop
vervolgens hierop in. Hij wees er on
der meer op, dat voor de beoefening
van de evangelische raden duidelijk
inzicht in de positieve inhoud van de
aan God gewijde maagdelijkheid no
dig is.
Mgr. Alfrink pleitte voor een ge
zonde beleving van de evangelische
raden zonder overdreven zuinigheids-
armoede, overdreven stiptheid of
ogendienerij. Hij wees er voorts op,
dat de eigen geest van de congregatie
steeds ondergeschikt moet zijn aan
het wezen van het kloosterleven.
De aartsbisschop constateerde aan
zienlijke veranderingen in de wijze,
waarop de religieuze haar dienst aan
de Kerk kunnen bewijzen.
Onderwijs en ziekenverpleging,
aldus de aartsbisschop, zijn vandaag
meer beroep dan roeping geworden.
Hij sprak de hoop uit, dat deze
nieuwe vorm van activiteit voor veel
congregaties, het aantal roepingen
weer zal toenemen. Een andere vorm
van activiteit is gelegen in het maat
schappelijk werk, hetgeen eveneens
een hindernis voor de tradities der
congregaties betekent.
Nieuwe tijden eisen nieuwe wegen
en vormen. Wanneer de stichters of
stichteressen thans hadden geleefd,
dan hadden zij zich ook zeker or> de
huidige omstandigheden ingesteld.
De aartsbisschop noemde de cur
sus voor de religieuzen dan ook van
groot belang, met name ook ten aan
zien van een voortdurende aanpas
sing en soepelheid, welke deze tijd
vraagt ten opzichte van de jonge
vrouwen, die in het klooster treden.
VEROLME EN DETWILER
RICHTEN EEN NIEUWE
MAATSCHAPPIJ OP.
Door de heer L. E. Detwiler te
New York en Verolme Verenigde
Scheepswerven (Verolme United
Shipwards and Engineering Compa
ny „V.U.S.") te Rotterdam is opge
richt de Amerikaans Europese Trans-
portmaatschappij „American Europe
an Lines N.V." te 's-Gravenhage.
Deze heeft ten doel he t vervoer
van passagiers en vracht ter zee, te
land en in de lucht en in verband
daarmede de aan- en verkoop, huur i
en verhuur en exploitatie van schepen
en andere transportmiddelen, alsmede
havenetablissementen en dergelijke en
voorts het drijven van handel in de
ruimste zin van het woord en het ver
richten van alle handelingen, die tot
een of meer der bovengenoemde doel
einden bevorderlijk of dienstig kun
nen zijn.
Zoals bekend heeft de heer L. E.
Detwiler destijds plannen gelanceerd
voor de bouw van vier reuzen-passa
giersschepen, die een dienst zouden
moeten gaan onderhouden tussen
Amerika en Europa. Deze schepen
zouden meer dan 100.000 ton groot
moeten worden, terwijl de werf van
Verolme op Rozenburg de schepen
I zou moeten bouwen. Onlangs ver
telde de heer Detwiler dat hij over-
eenstemming had bereikt over de fi-
1 nanciering met een van de belang-
j rijkste groepen financiers in New-
York.
TWEE VERHOGINGEN
KINDERTOELAGE.
Twee cent per kind per 1 oktober '59
en per 1 januari I960.
De raad voor de burgerlijke rijks
dienst heeft besloten te bevorderen,
dat in verband met de afschaffing
van de subsidie op melk per 1 janu
ari 1960 voor het overheidspersoneel
een soortgelijke voorziening wordt
getroffen als voor de werknemers in
het particuliere bedrijfsleven, n.l. een
verhoging van de kindertoelage of
kinderbijslag met twee cent per kind
per dag, zulks gerekend van 1 okto
ber 1959.
ANTILLEN WILLEN BIJ
NEDERLAND BLIJVEN.
„Er is niemand hier in de Antillen
die de banden met Nederland wil
verbreken. Wij willen zo goed moge
lijke relaties met Venezuela, maar
geen aansluiting". Deze uitspraak
werd gedaan door de Antilliaanse mi
nister-president E. Jonckheer, tijdens
een onderhoud met een UPI-corres
pondent. De premier verklaarde dat
de huidige band met Nederland, het
vijf jaar oude uniestatuut, buitenge
woon goed heeft gewerkt. „Natuur
lijk zijn er strubbelingen geweest,
maar dat is nu eenmaal onvermijde
lijk."
AUTO-ONGELUK.
Twee doden en gewonden.
Bij een frontale botsing tussen een
grote Amerikaanse personenwagen
uit Amsterdam en een met houtmot
geladen zware vrachtauto uit Wor-
merveer zijn de 65-jarige aannemer
in de betonbouw J. Visser uit Am
sterdam en zijn 42-jarige zoon J.
Visser eveneens uit Amsterdam om
het leven gekomen. Een derde inzit
tende van de Amerikaanse wagen, de
26-jarige Gerard Schulker, werd ge
wond naar het Wilhelminagasthuis in
Amsterdam vervoerd.
118 BURGERS GEDOOD DOOR
DAROEL ISLAM.
Een uit 400 gewapende mannen,
vrouwen en kinderen bestaande ben
de van de Daroel Islam heeft bij een
nachtelijke overval op de kampong
Tjiboegel in West-Java 118 kam
pongbewoners vermoord en 70 ver
wond. 413 huizen gingen in vlammen
op. De kampong die 40 km ten oos
ten van Bandoeng in het regentschap
Soemedang ligt, werd volkomen leeg
geplunderd.
BANG JENSEN DOOD
IN PARK GEVONDEN.
Paul Bang-Jensen, de voormalige
staf-functionaris van de UNO, die
mede het onderzoek naar de Hon
gaarse opstand heeft geleid en later
ontslagen werd nadat hij de namen
van Hongaarse getuigen niet wilde
vrijgeven, is dood aangetroffen in
een New Yorks park. Bang-Jensen
werd sinds maandag vermist. Hij had
een revolver in de hand en een schot
wond in de rechterslaap. De politie
vond in zijn zakken een afscheids
briefje aan zijn vrouw. Aangenomen
wordt dat de 50-jarige Deen de hand
aan zichzelf heeft geslagen. Hij laat
vijf kinderen achter.
het goede anker-horloge
(kt op hel rode^Tdriehoekje)
SCHIP OVERVAART AUTO.
Vrijdag is de 51-jarige hout
handelaar P. Coppen uit Weert
door een verkeersongeval om het
leven gekomen. Hoe het ongeluk
zich heeft toegedragen, is niet be
kend. Het slachtoffer was 's mor
gens vroeg per auto van huis ver
trokken. Korte tijd later, waar
schijnlijk omstreeks zeven uur.
moet de heer Coppens onder Ne-
dcrweert in de Noordervaart zijn
gereden.
Het ongeluk werd ontdekt
doordat een passerend schip de
auto overvoer. Pas laat in de mid
dag had men de auto op het droge
gebracht en vrijdagavond slaagde
men er eerst in 't stoffelijk over
schot van de bestuurder die
waarschijnlijk uit de wagen ge
worpen is toen deze werd over
varen, uit het water te halen.
NOG STEEDS EXECUTIES IN
HONGARIJE.
De processen en terechtstellin
gen in Hongarije duren voort. Tot
(leze conclusie is Sir Leselie Mun-
ro gekomen in een rapport dat hij
in opdracht van de UNO-Assem-
blée heeft opgesteld. Tegelijker
tijd met het UNO-rapport ver
scheen in België een communiqué
van de federatie van Hongaarse
vluchtelingen, waarin wordt be
vestigd, dat 150 tot 350 Hongaar
se jongens en meisjes vastgehou
den worden om terechtgesteld te
worden zodra zij 18 jaar oud zijn.
In Boedapest is vrijdag hekend
gemaakt dat premier Krocsjef
zelf de sovjetdelegatie zal leiden
die naar het zevende congres van
de Hongaarse communistische
partij komt. Dit congres, het eer
ste sinds de opstand in 1956, be
gint maandag en zal de politiek
bespreken die in het land is ge
voerd sedert de revolte.
9ó.
Wel, lieve lezers. Alfredo Cap-
soni gaat u nu een treffend
staaltje vertonen van de metho
des, die een geslepen iemand zo
al kan toepassen omi zijn ster in
het leger snel te doen rijzen. Toen
zijn jeep eenmaal was weggere
den, mompelde hij arglistig: „Dat
is de kans van je leven, Alfredo!"
En toen begon hij met krach
tige hand een aantal winkelha
ken in zijn uniform te scheuren,
dewelke zijn elleboogjes en knie
tjes weliswaar opvallend, maar
toch decent bloot lieten. Vervol
gens wierp hij zich in een grote
plas water, die daar toevallig op
de weg lag, want het had in Cam-
panella juist enkele dagen gere
gend. Spartelend en trappelend
bleef hij daar enige minuten lig
gen en hij verspilde minstens
evenveel energie als een kanaal
zwemmer, die van Calais naar
Dover probeert te komen.
Toen hij tenslotte uit de plas
kwam, legde hij de laatste hand
aan zijn toilet door zijn fraaie
helm oj) de grond te leggen en
deze door middel van een aantal
ferme trappen van enkele opval
lende deuken te voorzien. Nu
begaf de listigaart zich op weg
naar de berghelling, waar de
bergjagers van kapitein Vittorio
Cacalobbo zo prachtig in geca
moufleerde egelstellingen lagen.
Hij speelde zijn spelletje goed, de
gladjanus, want iedereen, die
hem zag, moest wel denken, dat
hij op het punt stond van uitput
ting in elkaar te storten. „Ka...
ka... kapitein...", stamelde Alfre
do tegen zijn meerdere, die uit
veiligheidsoverwegingen dekking
had gezocht in een kundig ge
maakt loopgraafje. „Ka... kapi
tein..., de oorlog is v... voorbij.
Ik ben doo... doorgedrongen tot
die... diep in de v...v... vijande
lijke linies en ik heb een einde
aan der... rommelzooi gemaakt".
van
„De Echo van het Zuiden"
door
Gerard A. J. van Schooten.
17).
Melkwitte wolkjes hingen
als bleke sponsjes in de blauwige
ijlte van de lucht, waarin 'n pijl
snelle zwaluw onzichtbare krin
gen improviseerde. Pas de nade
ring van de stad dreef onze soe
zerigheid op de vlucht. „Ziezo!"
zei Abel gapend. „Nu moeten wy
het hazenpad kiezen, beste jon
gen. Het wordt nodig tijd, dat we
ons leven eens gaan beteren. En
waar zouden we dat eigenlijk be
ter kunnen doen dan aan de
Franse Rivièra?"
Ik glimlachte dankbaar tegen
mijn beste vriend, want met deze
woorden stal hij de laatste restjes
van mijn hart.
„Zijn onze passen nog geldig?"
vroeg mijn beste vriend.
Ik knikte energiek. „Nog drie
maanden!"
„Da's net genoeg om anderhalf
mille te verdoen!" vond mijn
vriend drastisch. We nemen de
trein van vier uur tien naar Brus
sel. En da's nog niks te vroeg ook
want als die stomdronken orchi-
deeënsnijder straks uit de lappen
komt, gaat ie natuurlijk een uit
gebreid verhaal over ons lance
ren. En zo gek lang zal ie niet
meer in z'n jeneverdut blijven.
Behalve de politie komt dan ook
onze haarwaterleverancier in het
geweer.
En de gedachte aan een
geweer met een Palinghand aan
de trekker doet me niet prettig
aan...
Abel huiverde. „En als die Rug-
bolten met hun woeste haardossen 'm
dan nog in de rug komen rekken met
een kromme karabijn..." Mijn vriend
brak zijn bespiegelingen af, om zon
der remmen een ernstige bocht te ne
men. Met de tong tussen zijn tanden
beheerste hij meesterlijk het stuur.
Toch vond hij nog even tijd, om op
een uithangende klok te kijken en te
gen mij te lispelen „Tien over drie
nog een uur?" Inderdaad, wij
hadden nog een uur.
Wat er in dit uur gebeurde, schijnt
even wonderbaarlijk als het verkopen
van twee maatjes waardeloze voch
tigheid voor vijftienhonderd gulden.
Deze wereld blijkt de in haar le
vende mensen echter inderdaad tot
wonderbaarlijke dingen in staat te
stellen. Abel en ik verzetten in dit
ene uur meer dan onder normale om
standigheden in een dag of acht, het
geen mij er voor de tweede keer die
dag toe bracht, werkelijk te geloven,
dat wij die 15 briefjes hadden ver
diend. En verdiend met een vette
streep eronder! Want met het zweet
van dit ene uur zouden wij zeker één
van 's Palings magische flesjes heb
ben kunnen vullen.
Maar wij kwamen op tijd. Wij
haalden de, trein van vier uur tien,
elk met 'n stijf burgerboordje om on
ze dorstende halzen en elk met een
tot over over de rand volgestampte
koffer in de hand. Wij hijgden, Abel
en ik, en wij snoven, maar waren ge
slaagd en konden terugzien op een
welbestede dag. Het vrouwtje Fortu-
na had ons met liefdevolle gebaren
een groot geluk in de schoot gewor
penEn met een vermoeide glim
lach om de droge lippen zakte wij elk
voor een coupé-raampje neer, om met
knipperende ogen het hollandse
landschap naast ons te zien wegglij
den
Hoofdstuk 12
Een ontmoeting in Brussel.
„Een van de nuttigste tradities,
die de mens er op na houdt, is het
bedachtzaam vullen van de maag!"
verkondigde Abel met breed gebaar,
toen wij die avond in de Belgische
hoofdstad voor een aantrekkelijk
restaurant stilhielden. Een verleide
lijk menu stond met dikke krijtletters
op een leien bord geschreven. Door
1 een sous-terrain-raam vingen wij een
i glimp op van de goedgevoede kok,
die aan het samenzijn van een beetje
vuur, een koekepan, een brok gestor
ven koe en een lik margarine zulke
hemelse geuren wist te ontlokken,
dat ons de francs in de zakken
brandden. „Hier moet het dan maar
zijn..." zuchtte Abel. „Die vette ke
rel zal me niet langer treiteren!"
Wij gingen naar binnen en von
den nog een tafeltje onbezet, met
vrij uitzicht op de toiletten. Mijn
vriend en ik bestelden 'n beschaafd
wijntje als aperitif en goten dit diep
in ons allerbinnenste, om de laatste
wrange nasmaakjes van ons haarwa
ter-avontuur in de eeuwige vergetel
heid te verspoelen. Wij zaten naast
elkaar, Abel en ik, en wij zogen aan
ons wijntje, of het ons laatste glas
was, voor wij naar het schavot wer
den geleid. Het is daarom bijna niet
te geloven, dat op zulk een moment
een gewone alledaagse gebeurtenis
als het openen van een deur je zo
volkomen van het ene levensuiterste
in het andere kan slingeren. Dat een
zo torenhoge zaligheidsstemming zo
plotseling te pletter kan vallen in de
bodemloze, inktzwarte diepten van j
een menselijke gemoedstoestand, die
de doodschrik benadert. Want toen
de deur van het toilet zo wijd was
geopend, dat er net een paling door
kon glippen, keken wij in een ge
zicht, dat wij gehoopt hadden nooit
meer te hoeven aanschouwen.
Het leed echter geen twijfel: de
Paling was in Brussel. Hij stond
daar grijnzend voor ons en vroeg,
aangenaam verrast: „Wat verschaft
mij het genoegen?" Wij voelden geen
behoefte tot spreken. Wij hadden al
leen maar behoefte, om zijn vale tan
den eens grondig door zijn huichel
achtige lippen te slaan.
„De heren schijnen het goed te
kunnen doen!" stelde de Paling vast.
„Moeten we samen een wijntje drin
ken?" Abel maakte een suggestieve
beweging met zijn strottenhoofd en
bracht eruit: „Liever afwaswater.
De Paling bleef beleefd. Hij in
formeerde: „Hoe staat het met de
proef flesjes, vrienden?"
„Diggels!" zei Abel hartgrondig.
„Wat je zegt!" deed de Paling
verbaasd. „Dat is diefstal!" Hij be
gon ernstiger te kijken. „Dat is dief
stal op grote schaal. Verregaande
ontvreemding van een andermans
goederen!"
De vent spleet zijn reusachtige lip
pen weer over de hele breedte van
zijn gezicht. „Ik eis schadevergoe
ding, jongeluiSchadevergoe
ding tot een bedrag van vijf maal vijf
en twintig gulden is honderd-vijfen
twintig gulden!" Abel nam een slok
van zijn wijn, stak langzaam een si
garet op en antwoordde somber:
„Palingen horen in het water. Er
gens diep langs de bodem glibberend.
Op zoek naar'een vies lijk!"
De misselijke kerel scheen het nu
over een andere boeg te willen
gooien en vroeg nieuwsgierig
„Waar gaan jullie eigenlijk heen?"
„Het graf van m'n ome Henk nog
es opknappen", zei Abel geestig.
„Hij stierf in de strijd tegen de Sara-
cenen en al die tijd heb ik er niks
meer aan gedaan!"
(Wordt vervolgd)