Uw BRIL
van MAAREN's
I
„Klein Brabants Orkest verrukte
Waalwijks concertpubliek
uir DE PROVINCIE
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F
OERJANSEN's
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 25 JANUARI 1960
2
met „Het lief der Liefde'
13 uit de H. Schrift.
1 Kor.
Nadat de voorzitter een dank
woord had gericht tot allen die
hun medewerking hadden ver
leend aan het welslagen van deze
avond, sprak ds. Vink een slot
woord, waarin hij wees op de
grote zegeningen Gods, waarin
ook het C.N.V. heeft mogen de
len. De arbeid is een grote zegen.
De mens werd in het paradijs ge
zet om deze hof te bebouwen en
te bewaren, maar door de zonde
val is deze zegen veranderd in
een vloek. Door Jezus Christus
echter is de arbeid weer in ere
hersteld en geadeld. Ieder mag
zijn arbeid verrichten als een
door God opgelegde roeping, al
dus Ds. Vink.
Hierna werd gezongen „Ik wil
U, o God, mijn dank betalen, dut
melden in mijn avondlied", waar
na ds. Schuurman voorging in
gebed. Het was een stijlvolle
avond, die door de aanwezigen
bijzonder op prijs werd gesteld.
Briljante vertolking van Mozarts concert voor fluit en harp
Omdat het Waalwijkse concert
podium ten enenmale niet geschikt is
om plaats te bieden aan een groot
symphonie-orkest in volledige bezet
ting - hoe lang zullen we deze te
leurstelling nog moeten vermelden?
-moet het Waalwijkse concert
publiek zich bij het jaarlijks concert
van Het Brabants Orkest telkenmale
tevreden stellen met de zg. „kleine
bezetting" van dit ensemble, dat zich
met grote nadrukkelijkheid en in
drukwekkendheid heeft geschaard
onder de beste symphonie-orkesten
van ons land.
Leeft dus in Waalwijk enerzijds het
gerechtvaardigde verlangen om het
eigen Brabants Orkest ook eens in
zijn volle luister te mogen aanhoren,
anderzijds is het toch niet zo dat men
zich met deze kleine bezetting be
kocht voelt als circuspubliek, dat in
plaats van de verwachte leeuwen ge
dresseerde dashonden krijgt voorge
zet. Het concert van Het Brabants
Orkest is telkenjare een precieus
hoogtepunt in de culturele manifesta
ties die jaarlijks in Waalwijk plaats
hebben. Men is telkens weer verrukt
over de immense rijkdom en stralende
vreugde, die Jordans met dit gehal
veerde orkest ten toon spreidt en ach
terlaat. Maar men voelt ondanks dat
toch ook de beperkingen in de actie
radius van het concertprogramma, die
het ontbreken van een goede concert
zaal met zich brengt. Nee, niet in de
kwaliteit, want waar zou men een ho
ger muzikale verrukking moeten zoe
ken dan bij Mozart, Haydn, Bach en
Schubert en in de werken voor klein
orkest van andere onsterfelijken.
Maar men wil in Waalwijk toch
wel eens een ander gezicht van Het
Brabants Orkest zien, zoals het dat
toont op de grote concertpodia van
ons land en waaraan het zijn snel stij
gende faam te danken heeft.
Met deze vrome wens in het hart
hebben we ons donderdagavond in
Musis Sacrum te luisteren gezet naar
de Sinfonia in Es voor dubbelorkest
van Joh. Chr. Bach, het concert voor
harp en fluit van Mozart, Schubert's
Vijfde Symphonie en Jeux d'Enfants
van Bizet. En opnieuw zijn we, alle
akoustische afgrijselijkheden en de
naargeestige kale, witte toneelruimte
met het irritante lampje boven de
achterdeur ten spijt, in de ban geraakt
van het briljante kunstenaarschap van
Jordans. Geen man van het grote ge
baar - moet deze muziek ook niet
hebben -maar tot aan de vinger
toppen geladen door de muziek die hij
dirigeert. Onder zijn teder bezweren
de handen, zijn openbloeiend handge
baar kregen de genoemde werken een
uitvoering die niets te, wensen over
liet, met daarin als hoogtepunt het
Andantino uit Mozarts concert voor
fluit en harp, dat van een onvergelij
kelijke en aangrijpende schoonheid
was.
In dit concert, dat volgde op een
vlekkeloze uitvoering van de Sinfo
nia in Es van Joh. Chr. Bach met zijn
pure en simpele melodiek, traden als
solisten op de harpiste van het orkest,
Annemarie van der Eerden-Bom en de
solo-fluitist Dick Mooy. Mozart
schreef dit concert in een tijd, waarin
hij moest ervaren, dat ook de zg.
„hogere standen" veelal bijzonder
slecht van betalen zijn en voor men
sen, wier muzikale prestaties evenre
dig waren aan hun verwaandheid.
Misschien dat hij de solistische delen
daarom zo moeilijk heeft gemaakt,
zich niet realiserende dat alle harpis
tes en fluitisten in de toekomst het
ongemak van deze kleine wraakne
ming zouden moeten dragen. Des te
meer spreekt dan ook aan de pres
tatie die Annemarie van de Eerden-
Bom en Dick Mooy met dit concert
hebben geleverd. Onder de volmaakte
ondersteunende begeleiding van het
orkest demonstreerden zij niet alleen
een gave en eminente techniek, maar
brachten zij ook alle facetten van de
muzikale bewogenheid van dit mees
terwerk op sublieme wijze tot klinken,
met - wij vermeldden het reeds -
als hoogtepunt het verrukkelijke An
dantino.
Na de pauze Schubert's Vijfde
Symphonie, een bijzonder melodieus,
eenvoudig en intiem klankjuweel met
de typisch korte inleiding van slechts
vier maten. Het is glanzend blijde
muziek, waarmee Schubert een ge
heel eigen symphoniestijl creëerde
de stijl waarin de melodie triomfeert.
Geheel aangepast bij het karakter van
deze muziek was de vertolking die
Jordans hiervan gaf, open, fris en
met een zingende jubelende toon.
En dan tot slot van dit verrukke
lijke concert de suite „Jeux d'En
fants" van Bizet. Een overrompelend
muzikaal beeld van een aantal kinder
spelen, prachtig van melodie en hart-
veroverend van orchestratie. In dit
werk bleek weer eens opnieuw hoe
subliem Jordans zijn orkest weet te
bespelen.
Het begeesterde applaus, waarmee
het Waalwijkse publiek dit concert
honoreerde - vier maal werden de
solisten en Hein Jordans teruggeroe
pen - was meer dan alleen maar de
waardering voor een glanzend en bril
jant concert. Het was de uitdrukke
lijke erkenning van een groot kunste
naarschap en de éclatante uiting van
vreugde, dat wij dit in eigen provin
cie mogen bezitten.
DE ZITTING DER
PROV. STATEN.
In ons vorig nummer hebben we
een en ander aangehaald uit de zit
ting der Provinciale Staten van
Noord-Brabant.
De nieuwe Commissaris der Konin
gin, mr. Kortmann, heeft verschillen
de sprekers beantwoord en zeide
o.m.:
„Tot onze vreugde heeft de waar
nemend commissaris van Zuid-Hol
land gezegd, alles in het werk te zul
len stellen om zoveel mogelijk indus
trieën af te leiden naar Noord-Bra
bant. Ik hoop dat dit Hollandse ge
luid ook door sommige centrale be
stuursorganen in ons land wordt ge
hoord".
Commissaris Kortmann stelde met
enige nadruk, dat het Kreekrakplan
niet in de bureauladen, maar in de
„broedstoof" zit. De commissaris
wilde „het broedsel niet verstoren"
en daarom zijn antwoord over deze
materie beperken. Mr. dr. Kortmann
wees er echter op, dat met Zeeland
intensief overleg plaatsvindt, dat
Zuid-Holland van het begin af in het
overleg is betrokken en dat hervat
ting van het - door bestuurswisse
ling onderbroken - gesprek met
laatstgenoemde provincie is aange
kondigd. De commissaris zei, dat
sommige facetten van het Kreekrak
plan duidelijk over de nationale gren
zen heen wijzen. De discussie daarover
is passend in de nationale organen.
Wat midden-Brabant betreft, moet
men zorgen dat men zich niet dood-
staart op een probleem n.l. West-Bra
bant, maar dat ook andere de volle
aandacht hebben en verdienen.
De heer Phillippart zei over de
Brabantse vaarwegen, dat deze ge
schikt moeten worden gemaakt voor
een frequente vaart met schepen tot
600 ton en voor incidentele vaart met
schepen tot 1350 ton. Voorts deelde
hij mee, dat de minister van Verkeer
en Waterstaat vermoedelijk op niet te
lange termijn in gunstige zin zal be
slissen over een van de twee moge
lijkheden die de Heusdense scheeps
werf van Verolme de nodige ruimte
kunnen geven. Door de lage bruggen
is men thans genoodzaakt in Heusden
gebouwde schepen van 20.000 ton
aan de Waterweg af te bouwen; voor
het afvoeren moet bovendien telkens
een "Speciale vaargeul gegraven wor
den. Al met al kost dit voor ieder
schip van deze afmetingen drie ton;
aangezien men thans jaarlijks in
Heusden 2 schepen van stapel laat
lopen kost dat 6 ton..
Maar met dat al hebben wij van de
problemen der Langstraat in 't ant
woord van de Commissaris en Gede
puteerden weinig vernomen!
Haarsteeg
Ontwikkelingsavond K.A.B.
Voor de bij de organisatie aange
sloten leden en verdere belangstel
lenden, belegde de K.A.B. alhier
vorige week dinsdagavond in café
M. Reuzer een ontwikkelingsavond,
waarvoor, gezien 't op het program
ma voorkomende onderwerp dat zou
worden behandeld, heel wat meer
belangstelling had moeten bestaan
dan thans het geval was.
Het zal -iedere werknemer toch
wel voldoende bekend zijn dat er
momenteel in verschillende bedrijfs
takken loonsverhogingen worden
toegepast en nieuwe C.A.O.'s in een
vergevorderd stadium van uitvoe
ring verkeren. De loonpolitiek staat
dan ook bij de aanvang van 1960 in
het middelpunt van de belangstel
ling, en om over dit onderwerp de
leden van voorlichting te dienen en
daarvan kennis te laten nemen, had
het bestuur van de K.A.B. de dis-
trictsbestuiwder van de R.K. Hout-
bewerkersbond, de heer v. Cuijk,
bereid gevonden om over dit actue
le onderwerp een spreekbeurt te
houden. Het is eigenhjk jammer dat
het vertrouwen in een actief be
stuur van een evenzeer actieve or
ganisatie, zoals de K.A.B. toch ge
rust mag worden genoemd, wordt
beschaamd, want 'n twintigtal aan
wezigen van een ledental van ver
over de 200 is toch wel weinig. De
wijze waarop de heer v. Cuijk dit
onderwerp behandelde en in details
uiteenzette, boeide toch in ieder ge
val de aanwezigen van het begin tot
het einde en zij hebben uit deze
leerzame uiteenzetting kunnen op
maken dat de vakbeweging in het
verleden reéds alles in het werk
heeft gesteld en dit momenteel nog
doet om de sociale toestanden van
de arbeiders steeds te verbeteren.
Om het zijn gehoor goed duidelijk
te kunnen maken, had deze wel
sprekende vakbondsbestuurder zijn
causerie in drie tijdperken ingedeeld
en wel, de toestand van vóór de
oorlog, de zgn. crisistijd, het tijd
perk direct na de voorbije wereld
brand en de periode waarin wij
thans verkeren. De loonpolitiek van
de regering en van de vakbonden
was dan het thema dat in 'n gloed
vol betoog aan de aanwezigen werd
uiteengezet en waarvan wij allen
weten dat dit in de vooroorlogse ja
ren eveneens een belangrijk punt
van het regeringsprogramma vorm
de, maar waarvan de uitvoering,
mede door de crisistijd, op zich
moest laten wachten.
Direct na 1945 bleken de toestan
den toch wel veranderd te zijn en
alhoewel ons land leeggeplunderd
en zwaar gehavend uit het strijd
perk te voorschijn was gekomen,
kon toch direct aan een algeheel
herstel worden begonnen. Omdat de
vraag naar arbeidskrachten overal
groot was, konden ook eisen wor
den gesteld, en het waren juist die
eisen die mede door dit tekort
meestal werden ingewilligd.
Om alles in goede banen te leiden
werd van regeringswege het College
van Rijksbemiddelaars ingesteld en
door gezamenlijk overleg kwamen
goede C.A.O.'s tot stand, dit tot heil
van de werknemers.
In enkele jaren tijds kwamen di
verse loonronden tot stand en over
het algemeen kan nu van behoor
lijke lonen worden gesproken.
Maar, aldus de heer v. Cuijk, de
vakbonden moesten steeds waak
zaam blijven én voor de arbeiders
op de bres staan. Daarom betreurde
hij het dat er nog zo velen langs de
weg staan en er toch de vruchten
van plukken. Hij hoopte echter dat
door het voeren van propaganda de
ongeorganiseerde leden toch een
maal het besluit zullen nemen om
toe te treden..
Met het stellen van vragen en 'n
dankwoord van de voorzitter van de
K.A.B., de heer J. Zeeuwen, werd
deze leerzame ontwikkelingsavond
gesloten.
Culturele avonden.
Dat de Culturele vereniging na 10
jaar activiteit, dit seizoen zo weinig
van zich heeft doen horen, is voor
namelijk te wijten aan de sterk ver
minderde belangstelling die zij de
laatste jaren heeft ondervonden.
Het leek 't bestuur daarom gewenst
haar werkzaamheden niet op de
zelfde wijze als vroeger voort te
zetten. Ter oorzake van de geringe
mogelijkheden die de vereniging
ten dienste staan, kon zij niet rea
liseren wat zij zelf graag wilde op
het gebied van toneel, muziek e.d.
Bovendien deed zich het verschijn
sel voor, dat de leden onvoldoende
reageerden op oproepen als deze om
zich tijdig op te geven, waardoor
van het bestuur werd gevorderd de
leden persoonlijk te „bewerken".
Zo kon het gebeuren dat het le
denaantal wel voldoende was om de
exploitatie lonend te maken, maai"
dat het bezoek aan „de avonden''
zeer gering te noemen was.
Nu het Van verschillende zijden
wordt betreurd, dat de Culturele
vereniging dreigt te verdwijnen,
kunnen wij u meedelen, dat zulks
niet het geval behoeft te zijn. Wij
hebben ons terdege beraden op de
stand van zaken, zoals die vroeger
'n VAN MAAREN's BRIL
was en hebben hieruit besloten dat
er zeker belangstelling zal bestaan
voor en geheel gewijzigd plan, dat
niet zo zeer de hoeveelheid als wel
de hoedanigheid beoogt te verbete
ren. Wij stellen ons voor in de ko
mende maanden 3 avonden te orga
niseren:
24 januari: zangavond, verzorgd
door An Schone, Udenhout, sopraan;
Joep Langenhoff, Tilburg, bariton;
Ad Kooymans, Sohijndel, tenor;
Mien v. Erven, Tilburg, piano.
14 februari: „De Brabantse Spe
lers" o.l.v. Leo Deriiks, met 't spel:
„Geld te geef"..
13 maart: Miep de Leeuw ver
zorgt met haar ensemble een pro
gramma van declamatie, zang en
solodans.
Het aanvangsüur voor de avon
den is: 7 uur.
Voorwaarden: 3.per persoon.
Meldt u aan bij een der navol
gende adressen:
Abdij „Mariënkroon", Nieuwkuiik.
P. v. d. Brandt, Nieuwkuijksestraat
140, Nieuwkuijk.
G. v. d. Heijden, Postkantoor, Haar
steeg.
C. de Wit, Mgr. v. Kesselstraat 9,
Vlijmen.
Biljarten.
Voor de competitie van de K.N.
B.B. speelden de biljartclubs D.E.S.
en D.V.K. ieder een wedstrijd, resp.
tegen D.V.S.A. uit Den Bosch en
Schuttershof uit Vught. De diverse
uitslagen waren als volgt:
D.E.S, 1 D.V.S.A.
C. v. d. Loo (250)-J. Verhagen (300)
173300 cadre
J. v. Bokhoven (150)-B. Oremans
(150) 150—127 libre
A. Treuren (135)-B. v. d. Heijden
(120) 135—67 libre
P. v. d. Loo (110)-J. Klunder (90)
8090 libre
De einduitslag werd 44, met
welke uitslag D.E.S. de leiding heeft
weten te behouden.
Er was blijkbaar écht niet meer
nodig om de suffe veldwachter
uit zijn slaap te doen ontwaken.
„Hè!? Wat mot dat!?" gromde
hij onvriendelijk en dat verbaast
ops niet, want een aantal lompe
oorvijgen zijn nu niet bepaald 'n
middel om iemand vriendelijk te
stemmen. „Wat dat mot, dat
zul je gauw genoeg zien, amico",
zei de uitsloverige officier en hij
ontrolde een zeer gewichtig do
cument. „Ik heb hier een verkla-
ring van kapitein Cacalobbo,
waarin hij mij machtigt om de
krijgsgevangenen uit de cel te
halen en ze over te geven aan de
generalissimo Mesjocco, die hier
bij mij staat. Neem dus snel de
nodige maatregelen, suffe dorps-
koddebeier!" „Goed, goed, ik
ga ze al halen..." gromde de veld
wachter, en hij slofte al weg. Bij
zichzelvc overwoog hij toen, dat
een paar oorvijgen en een enkel
scheidwoordje ruimschoots op
wogen tegen het feit, dat hij nu
bevrijd werd van de zorg voor z'n
gevangenen en dat hij nu dus fijn
naar huis en naar bed kon gaan.
liet duurde dan ook niet lang
ol hij was al weer terug met het
m lichte staat van ontkleding
verkerende viertal. „Hier zijn ze
al, hoge ome", zei hij vergenoegd.
„Neem ze maar gauw mee. Waar
hun andere kleren zijn, dat weet
ik niet en het kan me geen zier
schelen ook!" „Hm.,, een zie
lig stelletje", zei de gevolmach
tigde officier minachtend. „Voor
uit! Volg mij naar de auto! En
wee .je gebeente, als je minne
grapjes durft te maken tegen de
generalissimo Mesjocco, die jul
lie zal overnemen". „Och, óch,
och, wat zal ons nu weer boven
het hoofd hangen" jammerde op
perwachtmeester Zwiebelmann.
Doch niemand gaf antwoord op
deze vraag, want de officier was
al vooruitgelopen. „Daar komen
de schurken aan, generaal", zei
hij en hij bracht stram het sa
luut...
Feuilleton
van
„De Echo van het Zuiden"
GEHEIM
De allereerste Nederlandse
cletcctive-roman uit de ijstijd
door
J. ERSEBEEK
11).
Steenharses kreeg een kinder
achtige smaak in zijn mond van
dat gepieker. Dit was het juiste
moment geweest om zich met
zorg een saffiaantje te kiezen uit
een sigarettenkoker.
Aangezien echter de tijden in
dit opzicht nog niet vervuld wa
ren, vergenoegde hij zich met
rauwelings een grasspriet uit de
huid van moeder aarde te trek-
gen en dit ongefermenteerde
strootje tussen zijn lippen te ste
ken.
Hij verrolde zich een weinig op
een zijde, om niet al te lang een
en hetzelfde rughalfrond aan de
zonnekoestering bloot te stellen.
Opnieuw dook Steenharses daar
na onder in het probleem van het
dubbelafgesloten eiland. Hij tob
de zijn fantasie af met het beden
ken van manieren, waarop de on
bekende moordenaar het afge
sloten eiland verlaten zou kun
nen hebben, maar slaagde er niet
in zich een aannemelijke hypo
these te vormen. Ten einde raad
begon hij dan maar, naar vakge
woonte, een opsomming te ma
ken van al degenen, die, op be
kende motieven of in verband
met de onmiddellijke omstandig
heden van de moord, als verdach
te in aanmerking konden komen.
Met twee verticale strepen ver
deelde hij het nog blanco gedeel
te van zijn kladsteentje in drie
kolommen. De eerste kolom be
titelde hij met „verdachte", de
tweede met „motief", de derde
met „alibi". Steenharses was een
secuur politietambtenaar. Hij
placht geen enkele kleinigheid te
verwaarlozen. Die accuratesse
practiseerde hij zonder aanzien
des persoons. En aldus stelde hij
aan het hoofd van zijn zwarte
lijst de naam: Steenharses.
Hij was immers zelf een van
de weinigen, die de vermoorde
nog vlak voor zijn dood hadden
gesproken. En voor het tijdstip
van tweeentwintig uur precies op
de moordavond kon hij geen na
gelvast alibi aanvoeren, daar hij
omtrent dit tijdstip in een al te
benevelde toestand had verkeerd.
Een mens kan gekke dingen doen
in zo'n toestand. Onder de kolom
„alibi" kwam achter deze naam
dus -een streepje. Onder „motief"
eveneens.
Baviaanse. De brave inspec
teur had van wijlen zijn oude
leermeester en voorganger als de
gewichtigste les ingescherpt ge
kregen, dat een detective nooit of
te nimmer de slaaf mocht zijn
van zijn eigen theorie. Kortzich
tig zich baseren op een eenmaal
gevormde eigen mening deed im
mers blind worden voor later op
duikende blijkelijkheden, die de
ze aanvankelijke mening zouden
torpederen. Baviaanse behoorde
dus vooralsnog op de zwarte lijst
te paraderen. Motief: verstoord
heid vanwege Oerjansens afstam-
mingstheorie. Alibi: streepje.
Beitelmans. Een sombere trek
van tegenzin gleed bij 't opkras
sen van .die naam over Steenhar
ses' gelaat, voor zover de blonde
snorrebaardbebossing zulks toe
liet. Beitelmans had een zeer
sterk motief, dat juist de avond
tevoren nog zo duidelijk tot ui
ting was gekomen: broodnijd
vanwege de concurrentie met de
holle boomstam. Alibi? Dat dien
de nader onderzocht te worden...
Ergens heel achteraan op de
rommelzolder van z'n onderbe
wustzijn schemerde iets, waar
van Steenharses voelde dat het
tot Beitelmans' alibi zou hijdra-
gen. Hij kon die schim echter
niet in herkenbare omlijning
voor zijn thans nuchtere geest
opgevoerd krijgen. De journalist
zelf moest maar eens geïnterpel
leerd worden hieromtrent. Onder
„alibi" voorlopig dus 'n streepje.
Melkboer Watering. Op 't eer
ste gezicht een onbelangrijke fi
gurant op de achtergrond. Maar
houd ze in de gaten, juist die
schijnbaar onbelangrijke pion
nen op 't schaakbord des levens.
Iemand immers die, nog voordat
de politie zelf tot de ontdekking
is gekomen, reeds het woord
„moord" in de mond heeft, moet
er méér van weten. Steenharses
was erg trots op zijn scherpzin
nigheid in deze. Onder „motief"
en „alibi" streepjes.
Architect Scheeflood. Kon bo
gen op het motief der motieven:
minnenijd! De knappe Frya was
nu eenmaal een moordgriet, be
peinsde inspecteur Steenharses
dromerig. Het onlangs voorge
vallen kloppartijtje tussen Ocr-
jansen en de jonge architect,
waarin Steenharses persoonlijk
tussenbeide was gekomen, ge
tuigde van de bestaande rivali
teit. Oerjansen scheen op slinkse
wijze de knappe burgemeesters
dochter te hebben willen inpal
men. Een verzwarende omstan
digheid was de aanwezigheid van
Scheeflood en Frya, kort voor 't
moordtijdstip in de buurt van 't
eiland. De inspecteur herinnerde
zich de hotsing van de vorige
avond voor het bruggeetje. Ali
bi? Alles wat de jonge architect
kon beweren, zou wel hierin be
staan, dat hij met Frya aan de
wandel was geweest. Doch wat
voor waarde had het getuigenis
van gelieven voor elkander. Dus
voorlopig: streepje.
Burgemeester van Hameren.
Zonder veel géne kraste de poli- j
tieman de naam van zijn onmid-
dellijke chef op het lijstje van de I
verdachten. Hij mocht de la-
waaierige, maar laffe burgemees
ter helemaal niet. Van Hame-
ren's eventuele motief was meer
voudig. Vooreerst was het alge
meen bekend dat hij de vermoor
de persoonlijk een hartgrondige
kiSL.ÜJJJji.
haat had toegedragen, omdat
Oerjansen bij verschillende gele
genheden hem als autoriteit vol
komen genegeerd had. Oerjan-
sen's doordrijven van het uit
breidingsplan had de meeste
wrok gezet. Daarbij kwam, steu
nend op deze persoonlijke aver
sie, de wqede waarvan de burge
meester had blijk gegeven, nadat
hem Oerjansen's toenaderings
pogingen betreffende Frya ter
ore waren gekomen.
Overigens was de burgemees
ter tot nog toe de enige van de
mogelijke verdachten, die een
soort van alibi kon aanvoeren.
De gehele gemeenteraad, met uit
zondering van de oude Snoeper,
zou volgens Beitelmans kunnen
getuigen, dat Van Hameren op 't
tijdstip van de moord in verga
dering was geweest. Maar zo
gauw was Steenharses niet te
vreden. Hij herinnerde zich nog
uit de Holendamse politie-anna-
len liet geval van de linke krui
denier Strooplik, van wie drie
bridgepartners bij Walhalla en
inferno hadden bezworen, dat hij
tijdens de op z'n zwager gepleeg
de wurginoord met hen aan de
kaarttafel had gezeten in de zo
veelste robber.
(Wordt vervolgd)
óók
Goedkoop - Sterk - Modern
Alle kortingen direct afgetrokken
Uw Bril in één uur klaar I
ETUI GRATIS I
Brillen
Vughterstr. 25 Den Bosch
ccRygiGttTi sim>o,Ayyj
106).
fü.^Fr^TïTXi IS-*-"!* fl I <-