Uw BRIL van MAAREN's I „Klein Brabants Orkest verrukte Waalwijks concertpubliek uir DE PROVINCIE BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F OERJANSEN's 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 25 JANUARI 1960 2 met „Het lief der Liefde' 13 uit de H. Schrift. 1 Kor. Nadat de voorzitter een dank woord had gericht tot allen die hun medewerking hadden ver leend aan het welslagen van deze avond, sprak ds. Vink een slot woord, waarin hij wees op de grote zegeningen Gods, waarin ook het C.N.V. heeft mogen de len. De arbeid is een grote zegen. De mens werd in het paradijs ge zet om deze hof te bebouwen en te bewaren, maar door de zonde val is deze zegen veranderd in een vloek. Door Jezus Christus echter is de arbeid weer in ere hersteld en geadeld. Ieder mag zijn arbeid verrichten als een door God opgelegde roeping, al dus Ds. Vink. Hierna werd gezongen „Ik wil U, o God, mijn dank betalen, dut melden in mijn avondlied", waar na ds. Schuurman voorging in gebed. Het was een stijlvolle avond, die door de aanwezigen bijzonder op prijs werd gesteld. Briljante vertolking van Mozarts concert voor fluit en harp Omdat het Waalwijkse concert podium ten enenmale niet geschikt is om plaats te bieden aan een groot symphonie-orkest in volledige bezet ting - hoe lang zullen we deze te leurstelling nog moeten vermelden? -moet het Waalwijkse concert publiek zich bij het jaarlijks concert van Het Brabants Orkest telkenmale tevreden stellen met de zg. „kleine bezetting" van dit ensemble, dat zich met grote nadrukkelijkheid en in drukwekkendheid heeft geschaard onder de beste symphonie-orkesten van ons land. Leeft dus in Waalwijk enerzijds het gerechtvaardigde verlangen om het eigen Brabants Orkest ook eens in zijn volle luister te mogen aanhoren, anderzijds is het toch niet zo dat men zich met deze kleine bezetting be kocht voelt als circuspubliek, dat in plaats van de verwachte leeuwen ge dresseerde dashonden krijgt voorge zet. Het concert van Het Brabants Orkest is telkenjare een precieus hoogtepunt in de culturele manifesta ties die jaarlijks in Waalwijk plaats hebben. Men is telkens weer verrukt over de immense rijkdom en stralende vreugde, die Jordans met dit gehal veerde orkest ten toon spreidt en ach terlaat. Maar men voelt ondanks dat toch ook de beperkingen in de actie radius van het concertprogramma, die het ontbreken van een goede concert zaal met zich brengt. Nee, niet in de kwaliteit, want waar zou men een ho ger muzikale verrukking moeten zoe ken dan bij Mozart, Haydn, Bach en Schubert en in de werken voor klein orkest van andere onsterfelijken. Maar men wil in Waalwijk toch wel eens een ander gezicht van Het Brabants Orkest zien, zoals het dat toont op de grote concertpodia van ons land en waaraan het zijn snel stij gende faam te danken heeft. Met deze vrome wens in het hart hebben we ons donderdagavond in Musis Sacrum te luisteren gezet naar de Sinfonia in Es voor dubbelorkest van Joh. Chr. Bach, het concert voor harp en fluit van Mozart, Schubert's Vijfde Symphonie en Jeux d'Enfants van Bizet. En opnieuw zijn we, alle akoustische afgrijselijkheden en de naargeestige kale, witte toneelruimte met het irritante lampje boven de achterdeur ten spijt, in de ban geraakt van het briljante kunstenaarschap van Jordans. Geen man van het grote ge baar - moet deze muziek ook niet hebben -maar tot aan de vinger toppen geladen door de muziek die hij dirigeert. Onder zijn teder bezweren de handen, zijn openbloeiend handge baar kregen de genoemde werken een uitvoering die niets te, wensen over liet, met daarin als hoogtepunt het Andantino uit Mozarts concert voor fluit en harp, dat van een onvergelij kelijke en aangrijpende schoonheid was. In dit concert, dat volgde op een vlekkeloze uitvoering van de Sinfo nia in Es van Joh. Chr. Bach met zijn pure en simpele melodiek, traden als solisten op de harpiste van het orkest, Annemarie van der Eerden-Bom en de solo-fluitist Dick Mooy. Mozart schreef dit concert in een tijd, waarin hij moest ervaren, dat ook de zg. „hogere standen" veelal bijzonder slecht van betalen zijn en voor men sen, wier muzikale prestaties evenre dig waren aan hun verwaandheid. Misschien dat hij de solistische delen daarom zo moeilijk heeft gemaakt, zich niet realiserende dat alle harpis tes en fluitisten in de toekomst het ongemak van deze kleine wraakne ming zouden moeten dragen. Des te meer spreekt dan ook aan de pres tatie die Annemarie van de Eerden- Bom en Dick Mooy met dit concert hebben geleverd. Onder de volmaakte ondersteunende begeleiding van het orkest demonstreerden zij niet alleen een gave en eminente techniek, maar brachten zij ook alle facetten van de muzikale bewogenheid van dit mees terwerk op sublieme wijze tot klinken, met - wij vermeldden het reeds - als hoogtepunt het verrukkelijke An dantino. Na de pauze Schubert's Vijfde Symphonie, een bijzonder melodieus, eenvoudig en intiem klankjuweel met de typisch korte inleiding van slechts vier maten. Het is glanzend blijde muziek, waarmee Schubert een ge heel eigen symphoniestijl creëerde de stijl waarin de melodie triomfeert. Geheel aangepast bij het karakter van deze muziek was de vertolking die Jordans hiervan gaf, open, fris en met een zingende jubelende toon. En dan tot slot van dit verrukke lijke concert de suite „Jeux d'En fants" van Bizet. Een overrompelend muzikaal beeld van een aantal kinder spelen, prachtig van melodie en hart- veroverend van orchestratie. In dit werk bleek weer eens opnieuw hoe subliem Jordans zijn orkest weet te bespelen. Het begeesterde applaus, waarmee het Waalwijkse publiek dit concert honoreerde - vier maal werden de solisten en Hein Jordans teruggeroe pen - was meer dan alleen maar de waardering voor een glanzend en bril jant concert. Het was de uitdrukke lijke erkenning van een groot kunste naarschap en de éclatante uiting van vreugde, dat wij dit in eigen provin cie mogen bezitten. DE ZITTING DER PROV. STATEN. In ons vorig nummer hebben we een en ander aangehaald uit de zit ting der Provinciale Staten van Noord-Brabant. De nieuwe Commissaris der Konin gin, mr. Kortmann, heeft verschillen de sprekers beantwoord en zeide o.m.: „Tot onze vreugde heeft de waar nemend commissaris van Zuid-Hol land gezegd, alles in het werk te zul len stellen om zoveel mogelijk indus trieën af te leiden naar Noord-Bra bant. Ik hoop dat dit Hollandse ge luid ook door sommige centrale be stuursorganen in ons land wordt ge hoord". Commissaris Kortmann stelde met enige nadruk, dat het Kreekrakplan niet in de bureauladen, maar in de „broedstoof" zit. De commissaris wilde „het broedsel niet verstoren" en daarom zijn antwoord over deze materie beperken. Mr. dr. Kortmann wees er echter op, dat met Zeeland intensief overleg plaatsvindt, dat Zuid-Holland van het begin af in het overleg is betrokken en dat hervat ting van het - door bestuurswisse ling onderbroken - gesprek met laatstgenoemde provincie is aange kondigd. De commissaris zei, dat sommige facetten van het Kreekrak plan duidelijk over de nationale gren zen heen wijzen. De discussie daarover is passend in de nationale organen. Wat midden-Brabant betreft, moet men zorgen dat men zich niet dood- staart op een probleem n.l. West-Bra bant, maar dat ook andere de volle aandacht hebben en verdienen. De heer Phillippart zei over de Brabantse vaarwegen, dat deze ge schikt moeten worden gemaakt voor een frequente vaart met schepen tot 600 ton en voor incidentele vaart met schepen tot 1350 ton. Voorts deelde hij mee, dat de minister van Verkeer en Waterstaat vermoedelijk op niet te lange termijn in gunstige zin zal be slissen over een van de twee moge lijkheden die de Heusdense scheeps werf van Verolme de nodige ruimte kunnen geven. Door de lage bruggen is men thans genoodzaakt in Heusden gebouwde schepen van 20.000 ton aan de Waterweg af te bouwen; voor het afvoeren moet bovendien telkens een "Speciale vaargeul gegraven wor den. Al met al kost dit voor ieder schip van deze afmetingen drie ton; aangezien men thans jaarlijks in Heusden 2 schepen van stapel laat lopen kost dat 6 ton.. Maar met dat al hebben wij van de problemen der Langstraat in 't ant woord van de Commissaris en Gede puteerden weinig vernomen! Haarsteeg Ontwikkelingsavond K.A.B. Voor de bij de organisatie aange sloten leden en verdere belangstel lenden, belegde de K.A.B. alhier vorige week dinsdagavond in café M. Reuzer een ontwikkelingsavond, waarvoor, gezien 't op het program ma voorkomende onderwerp dat zou worden behandeld, heel wat meer belangstelling had moeten bestaan dan thans het geval was. Het zal -iedere werknemer toch wel voldoende bekend zijn dat er momenteel in verschillende bedrijfs takken loonsverhogingen worden toegepast en nieuwe C.A.O.'s in een vergevorderd stadium van uitvoe ring verkeren. De loonpolitiek staat dan ook bij de aanvang van 1960 in het middelpunt van de belangstel ling, en om over dit onderwerp de leden van voorlichting te dienen en daarvan kennis te laten nemen, had het bestuur van de K.A.B. de dis- trictsbestuiwder van de R.K. Hout- bewerkersbond, de heer v. Cuijk, bereid gevonden om over dit actue le onderwerp een spreekbeurt te houden. Het is eigenhjk jammer dat het vertrouwen in een actief be stuur van een evenzeer actieve or ganisatie, zoals de K.A.B. toch ge rust mag worden genoemd, wordt beschaamd, want 'n twintigtal aan wezigen van een ledental van ver over de 200 is toch wel weinig. De wijze waarop de heer v. Cuijk dit onderwerp behandelde en in details uiteenzette, boeide toch in ieder ge val de aanwezigen van het begin tot het einde en zij hebben uit deze leerzame uiteenzetting kunnen op maken dat de vakbeweging in het verleden reéds alles in het werk heeft gesteld en dit momenteel nog doet om de sociale toestanden van de arbeiders steeds te verbeteren. Om het zijn gehoor goed duidelijk te kunnen maken, had deze wel sprekende vakbondsbestuurder zijn causerie in drie tijdperken ingedeeld en wel, de toestand van vóór de oorlog, de zgn. crisistijd, het tijd perk direct na de voorbije wereld brand en de periode waarin wij thans verkeren. De loonpolitiek van de regering en van de vakbonden was dan het thema dat in 'n gloed vol betoog aan de aanwezigen werd uiteengezet en waarvan wij allen weten dat dit in de vooroorlogse ja ren eveneens een belangrijk punt van het regeringsprogramma vorm de, maar waarvan de uitvoering, mede door de crisistijd, op zich moest laten wachten. Direct na 1945 bleken de toestan den toch wel veranderd te zijn en alhoewel ons land leeggeplunderd en zwaar gehavend uit het strijd perk te voorschijn was gekomen, kon toch direct aan een algeheel herstel worden begonnen. Omdat de vraag naar arbeidskrachten overal groot was, konden ook eisen wor den gesteld, en het waren juist die eisen die mede door dit tekort meestal werden ingewilligd. Om alles in goede banen te leiden werd van regeringswege het College van Rijksbemiddelaars ingesteld en door gezamenlijk overleg kwamen goede C.A.O.'s tot stand, dit tot heil van de werknemers. In enkele jaren tijds kwamen di verse loonronden tot stand en over het algemeen kan nu van behoor lijke lonen worden gesproken. Maar, aldus de heer v. Cuijk, de vakbonden moesten steeds waak zaam blijven én voor de arbeiders op de bres staan. Daarom betreurde hij het dat er nog zo velen langs de weg staan en er toch de vruchten van plukken. Hij hoopte echter dat door het voeren van propaganda de ongeorganiseerde leden toch een maal het besluit zullen nemen om toe te treden.. Met het stellen van vragen en 'n dankwoord van de voorzitter van de K.A.B., de heer J. Zeeuwen, werd deze leerzame ontwikkelingsavond gesloten. Culturele avonden. Dat de Culturele vereniging na 10 jaar activiteit, dit seizoen zo weinig van zich heeft doen horen, is voor namelijk te wijten aan de sterk ver minderde belangstelling die zij de laatste jaren heeft ondervonden. Het leek 't bestuur daarom gewenst haar werkzaamheden niet op de zelfde wijze als vroeger voort te zetten. Ter oorzake van de geringe mogelijkheden die de vereniging ten dienste staan, kon zij niet rea liseren wat zij zelf graag wilde op het gebied van toneel, muziek e.d. Bovendien deed zich het verschijn sel voor, dat de leden onvoldoende reageerden op oproepen als deze om zich tijdig op te geven, waardoor van het bestuur werd gevorderd de leden persoonlijk te „bewerken". Zo kon het gebeuren dat het le denaantal wel voldoende was om de exploitatie lonend te maken, maai" dat het bezoek aan „de avonden'' zeer gering te noemen was. Nu het Van verschillende zijden wordt betreurd, dat de Culturele vereniging dreigt te verdwijnen, kunnen wij u meedelen, dat zulks niet het geval behoeft te zijn. Wij hebben ons terdege beraden op de stand van zaken, zoals die vroeger 'n VAN MAAREN's BRIL was en hebben hieruit besloten dat er zeker belangstelling zal bestaan voor en geheel gewijzigd plan, dat niet zo zeer de hoeveelheid als wel de hoedanigheid beoogt te verbete ren. Wij stellen ons voor in de ko mende maanden 3 avonden te orga niseren: 24 januari: zangavond, verzorgd door An Schone, Udenhout, sopraan; Joep Langenhoff, Tilburg, bariton; Ad Kooymans, Sohijndel, tenor; Mien v. Erven, Tilburg, piano. 14 februari: „De Brabantse Spe lers" o.l.v. Leo Deriiks, met 't spel: „Geld te geef".. 13 maart: Miep de Leeuw ver zorgt met haar ensemble een pro gramma van declamatie, zang en solodans. Het aanvangsüur voor de avon den is: 7 uur. Voorwaarden: 3.per persoon. Meldt u aan bij een der navol gende adressen: Abdij „Mariënkroon", Nieuwkuiik. P. v. d. Brandt, Nieuwkuijksestraat 140, Nieuwkuijk. G. v. d. Heijden, Postkantoor, Haar steeg. C. de Wit, Mgr. v. Kesselstraat 9, Vlijmen. Biljarten. Voor de competitie van de K.N. B.B. speelden de biljartclubs D.E.S. en D.V.K. ieder een wedstrijd, resp. tegen D.V.S.A. uit Den Bosch en Schuttershof uit Vught. De diverse uitslagen waren als volgt: D.E.S, 1 D.V.S.A. C. v. d. Loo (250)-J. Verhagen (300) 173300 cadre J. v. Bokhoven (150)-B. Oremans (150) 150—127 libre A. Treuren (135)-B. v. d. Heijden (120) 135—67 libre P. v. d. Loo (110)-J. Klunder (90) 8090 libre De einduitslag werd 44, met welke uitslag D.E.S. de leiding heeft weten te behouden. Er was blijkbaar écht niet meer nodig om de suffe veldwachter uit zijn slaap te doen ontwaken. „Hè!? Wat mot dat!?" gromde hij onvriendelijk en dat verbaast ops niet, want een aantal lompe oorvijgen zijn nu niet bepaald 'n middel om iemand vriendelijk te stemmen. „Wat dat mot, dat zul je gauw genoeg zien, amico", zei de uitsloverige officier en hij ontrolde een zeer gewichtig do cument. „Ik heb hier een verkla- ring van kapitein Cacalobbo, waarin hij mij machtigt om de krijgsgevangenen uit de cel te halen en ze over te geven aan de generalissimo Mesjocco, die hier bij mij staat. Neem dus snel de nodige maatregelen, suffe dorps- koddebeier!" „Goed, goed, ik ga ze al halen..." gromde de veld wachter, en hij slofte al weg. Bij zichzelvc overwoog hij toen, dat een paar oorvijgen en een enkel scheidwoordje ruimschoots op wogen tegen het feit, dat hij nu bevrijd werd van de zorg voor z'n gevangenen en dat hij nu dus fijn naar huis en naar bed kon gaan. liet duurde dan ook niet lang ol hij was al weer terug met het m lichte staat van ontkleding verkerende viertal. „Hier zijn ze al, hoge ome", zei hij vergenoegd. „Neem ze maar gauw mee. Waar hun andere kleren zijn, dat weet ik niet en het kan me geen zier schelen ook!" „Hm.,, een zie lig stelletje", zei de gevolmach tigde officier minachtend. „Voor uit! Volg mij naar de auto! En wee .je gebeente, als je minne grapjes durft te maken tegen de generalissimo Mesjocco, die jul lie zal overnemen". „Och, óch, och, wat zal ons nu weer boven het hoofd hangen" jammerde op perwachtmeester Zwiebelmann. Doch niemand gaf antwoord op deze vraag, want de officier was al vooruitgelopen. „Daar komen de schurken aan, generaal", zei hij en hij bracht stram het sa luut... Feuilleton van „De Echo van het Zuiden" GEHEIM De allereerste Nederlandse cletcctive-roman uit de ijstijd door J. ERSEBEEK 11). Steenharses kreeg een kinder achtige smaak in zijn mond van dat gepieker. Dit was het juiste moment geweest om zich met zorg een saffiaantje te kiezen uit een sigarettenkoker. Aangezien echter de tijden in dit opzicht nog niet vervuld wa ren, vergenoegde hij zich met rauwelings een grasspriet uit de huid van moeder aarde te trek- gen en dit ongefermenteerde strootje tussen zijn lippen te ste ken. Hij verrolde zich een weinig op een zijde, om niet al te lang een en hetzelfde rughalfrond aan de zonnekoestering bloot te stellen. Opnieuw dook Steenharses daar na onder in het probleem van het dubbelafgesloten eiland. Hij tob de zijn fantasie af met het beden ken van manieren, waarop de on bekende moordenaar het afge sloten eiland verlaten zou kun nen hebben, maar slaagde er niet in zich een aannemelijke hypo these te vormen. Ten einde raad begon hij dan maar, naar vakge woonte, een opsomming te ma ken van al degenen, die, op be kende motieven of in verband met de onmiddellijke omstandig heden van de moord, als verdach te in aanmerking konden komen. Met twee verticale strepen ver deelde hij het nog blanco gedeel te van zijn kladsteentje in drie kolommen. De eerste kolom be titelde hij met „verdachte", de tweede met „motief", de derde met „alibi". Steenharses was een secuur politietambtenaar. Hij placht geen enkele kleinigheid te verwaarlozen. Die accuratesse practiseerde hij zonder aanzien des persoons. En aldus stelde hij aan het hoofd van zijn zwarte lijst de naam: Steenharses. Hij was immers zelf een van de weinigen, die de vermoorde nog vlak voor zijn dood hadden gesproken. En voor het tijdstip van tweeentwintig uur precies op de moordavond kon hij geen na gelvast alibi aanvoeren, daar hij omtrent dit tijdstip in een al te benevelde toestand had verkeerd. Een mens kan gekke dingen doen in zo'n toestand. Onder de kolom „alibi" kwam achter deze naam dus -een streepje. Onder „motief" eveneens. Baviaanse. De brave inspec teur had van wijlen zijn oude leermeester en voorganger als de gewichtigste les ingescherpt ge kregen, dat een detective nooit of te nimmer de slaaf mocht zijn van zijn eigen theorie. Kortzich tig zich baseren op een eenmaal gevormde eigen mening deed im mers blind worden voor later op duikende blijkelijkheden, die de ze aanvankelijke mening zouden torpederen. Baviaanse behoorde dus vooralsnog op de zwarte lijst te paraderen. Motief: verstoord heid vanwege Oerjansens afstam- mingstheorie. Alibi: streepje. Beitelmans. Een sombere trek van tegenzin gleed bij 't opkras sen van .die naam over Steenhar ses' gelaat, voor zover de blonde snorrebaardbebossing zulks toe liet. Beitelmans had een zeer sterk motief, dat juist de avond tevoren nog zo duidelijk tot ui ting was gekomen: broodnijd vanwege de concurrentie met de holle boomstam. Alibi? Dat dien de nader onderzocht te worden... Ergens heel achteraan op de rommelzolder van z'n onderbe wustzijn schemerde iets, waar van Steenharses voelde dat het tot Beitelmans' alibi zou hijdra- gen. Hij kon die schim echter niet in herkenbare omlijning voor zijn thans nuchtere geest opgevoerd krijgen. De journalist zelf moest maar eens geïnterpel leerd worden hieromtrent. Onder „alibi" voorlopig dus 'n streepje. Melkboer Watering. Op 't eer ste gezicht een onbelangrijke fi gurant op de achtergrond. Maar houd ze in de gaten, juist die schijnbaar onbelangrijke pion nen op 't schaakbord des levens. Iemand immers die, nog voordat de politie zelf tot de ontdekking is gekomen, reeds het woord „moord" in de mond heeft, moet er méér van weten. Steenharses was erg trots op zijn scherpzin nigheid in deze. Onder „motief" en „alibi" streepjes. Architect Scheeflood. Kon bo gen op het motief der motieven: minnenijd! De knappe Frya was nu eenmaal een moordgriet, be peinsde inspecteur Steenharses dromerig. Het onlangs voorge vallen kloppartijtje tussen Ocr- jansen en de jonge architect, waarin Steenharses persoonlijk tussenbeide was gekomen, ge tuigde van de bestaande rivali teit. Oerjansen scheen op slinkse wijze de knappe burgemeesters dochter te hebben willen inpal men. Een verzwarende omstan digheid was de aanwezigheid van Scheeflood en Frya, kort voor 't moordtijdstip in de buurt van 't eiland. De inspecteur herinnerde zich de hotsing van de vorige avond voor het bruggeetje. Ali bi? Alles wat de jonge architect kon beweren, zou wel hierin be staan, dat hij met Frya aan de wandel was geweest. Doch wat voor waarde had het getuigenis van gelieven voor elkander. Dus voorlopig: streepje. Burgemeester van Hameren. Zonder veel géne kraste de poli- j tieman de naam van zijn onmid- dellijke chef op het lijstje van de I verdachten. Hij mocht de la- waaierige, maar laffe burgemees ter helemaal niet. Van Hame- ren's eventuele motief was meer voudig. Vooreerst was het alge meen bekend dat hij de vermoor de persoonlijk een hartgrondige kiSL.ÜJJJji. haat had toegedragen, omdat Oerjansen bij verschillende gele genheden hem als autoriteit vol komen genegeerd had. Oerjan- sen's doordrijven van het uit breidingsplan had de meeste wrok gezet. Daarbij kwam, steu nend op deze persoonlijke aver sie, de wqede waarvan de burge meester had blijk gegeven, nadat hem Oerjansen's toenaderings pogingen betreffende Frya ter ore waren gekomen. Overigens was de burgemees ter tot nog toe de enige van de mogelijke verdachten, die een soort van alibi kon aanvoeren. De gehele gemeenteraad, met uit zondering van de oude Snoeper, zou volgens Beitelmans kunnen getuigen, dat Van Hameren op 't tijdstip van de moord in verga dering was geweest. Maar zo gauw was Steenharses niet te vreden. Hij herinnerde zich nog uit de Holendamse politie-anna- len liet geval van de linke krui denier Strooplik, van wie drie bridgepartners bij Walhalla en inferno hadden bezworen, dat hij tijdens de op z'n zwager gepleeg de wurginoord met hen aan de kaarttafel had gezeten in de zo veelste robber. (Wordt vervolgd) óók Goedkoop - Sterk - Modern Alle kortingen direct afgetrokken Uw Bril in één uur klaar I ETUI GRATIS I Brillen Vughterstr. 25 Den Bosch ccRygiGttTi sim>o,Ayyj 106). fü.^Fr^TïTXi IS-*-"!* fl I <-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1960 | | pagina 2