ilal
m
oerjansenV
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F
Binnen- en Buitenland
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 21 MAART 1960
2
vereniging wilden zich weer op
instrumentaal gebied gaan bege
ven. Al direct wilde men over
gaan tot de aankoop van instru
menten, maar waar en boe! De
ter ziele zijnde fanfare van Ne-
derhemert ruimde baar instru
mentarium op. Dit kwam enige
bestuursleden ter ore en met bei
de banden pakten zij deze gele
genheid aan. Een overeenkomst
werd bereikt en zodra de instru
menten in Loon op Zand arri
veerden, werd 's avonds al een
concert in de zaal van Frans
Schoenmakers ten beste gegeven.
Nog geruime tijd heeft de zang
geklonken, doch moest plaats
in aken oor de muziek. Zo kwam
de fanfare op 30 april 1910 onder
de bekwame leiding van de beer
A. Stravers, onderdirecteur van
„Euphonia" te Kaatsheuvel.
De naam
Het was niet moeilijk een wel
luidende naam voor het borc-
lingske te vinden, want de ge
noemde fanfare te Nederbemert
verkocht met baar instrumenten
ook baar vaandel. Hierop prijkte
trots de naam „Concordia" en
wat was er toepasselijker dan de
ze naam! Eensgezind en een
drachtig waren de oprichters en
gezamenlijk hebben zij en het
corns een weg weten te kiezen in
de Loon op Zandse gemeenschap.
Als „één hart" werkten bestuur
en leden aan de uitgroei van de
zangvereniging en fanfare, totdat
in 1920 dit corps in een harmonie
werd omgezet en in 1938 lid werd
van de R K. Federatie van Har
monie- en Fanfaregezelschappen.
De opmars
Vele concoursen werden be
zocht, te beginnen in 1912 te
Zaltbonnneï, waaraan werd deel
genomen door 17 muzikanten in
de 3e afdeling, om vervolgens in
de andere klassen en afdelingen
op te klimmen tot het huidige
peil als harmonie in de Superieu
re afdeling met het predicaat: de
finitief houdster van de Brabant
se Wimpel, de Grote Prijs van de
Provincie Noord-Brabant voor
Schone Kunsten voor de beoefe
ning van muziek uit liefhebberij,
met vier Fcderatiekampioens-
wimpels en diverse eerste prijzen
o.a. van het Wereldmuziekcon
cours te Kerkrade in Concours
en Ere-wedstrijd afdeling Supe
rieur.
Enige namen
Vijftig jaar lang is veel werk
verzet door de muzikanten met
de bezielende leiding van bestuur
en directeuren. Als voorzitters
noemen we respectievelijk de he
ren Martinus Schoenmakers, J.
M. Brands-Monchen, J. B. Ver
schuren, E. van Hoorn; als di
recteuren kennen we de heren
A. Stravers (1910), A. J. Roeien,
A. A. Groot, A. Molenschot
(1945) en Frans van Abeelen se
dert 1951. Het ledental bij de
stichting was 17, dat uitgroeide
tot soms 00 en later is aangevuld
met een drumband in 1955. Om
het geheel een waardig aanzien
te geven, is alles in 1955 geüni
formeerd, bij het 45-jarig bestaan
van het corps.
Jubilarissen
De stichters van de Kon. Erk.
Harmonie „Concordia" en thans
gouden jubilarissen zijn de he
ren A. P.. van Loon, C. v. Loon-
Pennings (thans erelid), Jac. van
Loon, L. v. d. Sanden.
Als 50-jarig lid vermelden wij
de heer C. van Loon-Beerens.
De 40-jarige jubilarissen zijn
de heren: H. M. v. Breugel, Adr.
Jos. van Loon, Corn. Jos. van
Loon, P. J. van Loon, G. W. v. d.
Louw, Norb. P. J. v. d. Sanden.
Tot de zilveren jubilarissen
behoren de herenC. M. v. Breu
gel, P. Coomans, J. H. Freijer, C.
M. Jansen, L. A. M. G. Jansen,
A. A. C. van Loon, L. J. J. van
Loon, A. H. A. Mutsaerts, C. H.
v. d. Sanden, J. L. A. v. d. Velden
en P. C. v. d. Velden.
Het programma
Om de feestviering te verho
gen, zal van 21 tot 29 mei a.s. een
groots muziekfeest worden ge
houden op de terreinen bij het
oude kasteel van Loon op Zand.
Hel programma volgt in een vol
gende publicatie. De opening van
het feest zal zijn op 21 mei, ter
wijl in de gehele week, waaron
der Hemelvaartsdag valt, festivi
teiten zullen worden gehouden.
Een volle week muziek in Loon
op Zand, waar het aangename
met het culturele verenigd zal
zijn in een ruim gaviërend pro
gramma. Wie Loon op Zand kent
weet ook dat daar muziek wordt
gemaakt op excellente wijze.
Loon op Zand, maart 1900.
MILJOENENORDER VOOR
AUTOSERVICEBEDRIJF IN
DOORN
Als in april het contract defi
nitief wordt getekend, zoals in de
bedoeling ligt, zal de onderne
ming „World Car Sales" in
Doorn jaarlijks minimaal vijf
duizend personenwagens aan
Amerikaanse toeristen gaan le
veren. De concept-contracten
tussen dit Nederlandse bedrijf en-
een der grote Amerikaanse maat
schappijen voor toeristisch ver
vier naar Europa zijn reeds uit
gewisseld en 14 april vertrekt de
verkoopleider de heer H. Hessel,
naar de V. S. voor de laatste fase
en voor het geven van de nodige
instructies. Met deze bestelling is
een bedrag van ruim 28 miljoen
per jaar gemoeid. Dank zij de
vlotte medewerking van de mi
nisteries van Financiën en Eco
nomische Zaken zijn de bespre
kingen over deze miljoenenorder
in snel tempo afgehandeld.
GROEI VAN TOERISME
Volgens gegevens van 't Cen
traal Bureau voor de Statistiek
zijn in het jaar 1959 in de Neder
landse hotels ruim 3 miljoen
overnachtingen van buitenlandse
gasten geregistreerd. Vergeleken
met 1958 betekent dit een toene
ming van het aantal overnach
tingen met bijna 140.000 of 5 pro
cent. Het aantal overnachtingen
is toegenomen voor bezoekers uit
Duitsland (stijging 154.000 of 19
pet.), België en Luxemburg
(15.000 of 10 pet.), Engeland en
Schotland (30.000 of 8 pet.), en
de Verenigde Staten (22.000 of 0
pet.). Het aantal overnachtingen
nam sterk af voor bezoekers uit
Zwitserland (19.000 of 16 pet.)
en Zweden (13.000 of 13 pet.).
Het bezoek van geallieerde mili
tairen liep in 1959 terug met
25.000 overnachtingen of 17 pet.
VLIEGRAMP IN V. S.
62 DODEN
Een Lockheed Electra van de
Amerikaanse North-West Airli
nes is donderdag op weg van
Minneajiolis naar Miami neerge
stort bij het plaatsje Odd aan de
grens tussen Kentucky en Indi
ana. Alle inzittenden van het
toestel -56 passagiers en een
bemanning van 6 koppen kwa
men bij de ramp om het leven.
Op de plaats waar het straal
vliegtuig neerkwam, is volgens
ooggetuigen slechts een diep gat
in de bodem. De slachtoffers lig
gen over grote afstand over het
dun bevolkte gebied verspreid.
Volgens de eerste berichten
zou de Lockheed Electra in bot
sing zijn gekomen met een straal
jager. Bij het onderzoek bleek de
jager echter onvindbaar. Aange
nomen wordt, dat ooggetuigen 'n
vleugel, die door het verkeerstoe-
stel werd verloren, voor een val
lende straaljager hebben aange
zien. De vleugel werd op vijf ki
lometer afstand van het gat, dat
de Lockheed in de grond sloeg,
teruggevonden.
Het gebied rond 't dorpje Odd
is vrij geaccidenteerd. Het plaats
je ligt aan de Ohio halverwege
lussen de steden Kentucky en
Evansville in Indiana.
DRIE DODE VROUWEN IN
AMERIKAANS PARK
In een groot staatspark bij Ot
tawa in de Amerikaanse staat Il
linois zijn woensdag de lijken ge
vonden van 3 vermoorde vrou
wen van middelbare leeftijd, die
gehuwd waren met vooraan
staande zakenlieden uit Chicago.
Zij waren sedert maandag ver
mist'. Op die uag gingen zij met
een auto naar het park voor een
voettocht. Van deze voettocht
zijn zij niet teruggekeerd.
Een ambtenaar van het parket
heeft meegedeeld dat een eerste
onderzoek heeft aangetoond dat
de drie vrouwen twee van 50
en een van 47 jaar zijn gesla
gen en naar een grol in een diep
dal zijn overgebracht. De lijken
werden dicht bij elkaar gevon
den.
RECHTSZAKEN
Drie jaar ontzegging van de
rijbevoegdheid en in totaal vijf
en een halve maand gevangenis
straf was het vonnis, dat de Bre
dase rechtbank heeft uitge
sproken legen T. W. D. te Kaats
heuvel voor het driemaal rijden
in een auto onder invloed van
drank. De eerste keer, op 17 mei
van het vorig jaar, had 1). in
Dongen op een brug een echtpaar
met een kind aangereden; er was
niemand ernstig gewond geraakt.
De tweede maal, op 7 december,
had D. slingerend door Tilburg
gereden, en de laatste keer, op 25
januari, was hij in Loonopzand
zelf gewond geraakt na een bot
sing.
De officier van justitie, mr. G.
Temmink, had in totaal 6 maan
den gevangenisstraf en vijf jaar
ontzegging van de rijbevoegdheid
geëist.
AFSCHEID VAN
GERRIT SCHULTE
Tijdens een grote wielergala,
die op vrijdag 25 maart in het
Sportpaleis te Antwerpen wordt
gehouden, zal Gerrit Schulte bij
gelegenheid van zijn afscheid als
actief wielrenner op grootse wij
ze worden gehuldigd. In 'n inter
nationaal wielerprogramma met
een ploegenomnium zal Schulte
zijn laatste wedstrijd rijden. Hij
stopt daarna definitief met wiel
rennen. Zijn racefiets zal in het
Antwerpse Sportpaleis gratis on
der het aanwezige publiek wor
den verloot. Hiermee wil Schulte
symbolisch zijn race-materiaal
overdragen aan het publiek, dat
hem gedurende bijna dertig jaar
zo spontaan heeft toegejuicht.
Sedert het bestaan van 't sport
paleis te Antwerpen heeft Gerrit
Schulte aldaar niet minder dan
133 wedstrijden gereden, de zes
daagsen inbegrepen. Hiermede is
hij houder van 't record, gevolgd
door Rik van Steenbergen met
110 wedstrijden. Steeds heeft
Gerrit Schulte het Antwerpse pu
bliek en de directie van 't Sport
paleis de hoogste voldoening ge
geven. Altijd is hij een voorbeel
dig en gewetensvol renner ge
weest.
NEDERLANDS ELFTAL GAAT
NAAR DE WEST
De trip van het Nederlands
voetbalelftal naar de West gaat
definitief door. De nationale
ploeg zal in de periode van 23 ju
ni (vertrek uit Nederland) tot 4
juli drie officiële landenwedstrij-
den spelen, namelijk op zondag
26 juni in Mexico-City tegen
Mexico, op woensdag 29 juni op
Curacao tegen de Nederlandse
Antillen en op zondag 3 juli in
Paramaribo tegen Suriname.
Een wedstrijd tegen Costa Ri
ca, waarover ook sprake geweest
is, is niet in het programma op
genomen.
De reis wordt ondernomen op
basis van wederkerigheid. Mexico
heeft al toegezegd de returnwed-
striid in mei 1962 in Nederland te
spelen, in aansluiting op de reis
naar Engeland. Ook de wedstrijd
tegen de Britten is een return
ontmoeting voor Mexico. De Mid-
denamerikaanse ploeg won in
mei 1959 namelijk verrassend
met 21 van Engeland.
Het vorig jaar bent u de lente
moeten binnenstappen zonder 'n
feestelijk, sterkend en verma
nend woord mijnerzijds. U bent
toen zogezegd zonder mentale
voorbereiding in een uitermate
turbulent jaargetijde geplaatst
en zonder nu te willen beweren,
dat dit voor velen funeste gevol
gen zou heben gehad, is mij ach
teraf toch wel ter ore gekomen
dat menige jongedochter en di
verse aankomende jongelingen
daardoor uit het nieuwe leven
niet hebben kunnen peuren wat
het hart zich had qewenst.
Wat is de lente eigenlijk?
„Wat heb ik aan een vrije
dinsdagmiddag? Ontvoer mij
s.v.'p., de ladder staat achter het
schuurtje!", zo schreef mij een
meisje uit de betere middenstand
en een eenvoudige kantoorbe
diende mèt SPD-boekhouden)
bekende mij alle boeken opge
pakt en met een dreun op het
bureau van zijn patroon te heb
ben gedeponeerd met de woor
den: „Er komen mij te veel
boekhouders voor 't hekje, geef
mij zo maar tien mille!" Hij
kreeg ze, trok zijn jas aan en
verdween fluitend in de voor
jaarszon. Een oude man, die be
halve de voetbalpool niets meer
te winnen had, hield mij op
straat staande en zei: „Ik zou
graag voor de ogen van de pers
een record willen breken." Hij
knielde neer in een denkbeeldig
startblok, zei zelf „pang!" en
verdween in een verrukkelijk
ritme in noord-oostelijke rich
ting.
Dat is onder meer de lente!
De extatische revolte tegen 't
gewone en het oude; het heerlij
ke breken met de loonslavernij
en de prikklok-dagen van deze
zo verlichte, maar o zo duistere
wereld; de renaissance van de
Wanderschaftdie ons met ge
vulde knapzak en een hart vol
muziek door velden en beemden
doet trekken, boerendeerntjes in
de wangen knijpend en onze
dorst lessend aan een klaterende
bron uit de geurende strohoed
van een lief herderinnetje.
Dat is de lente!
Maar zij is alleen voor de dap
peren, voor de roekelozen en
voor de eeuwige spoorzoekers
naar het geluk; alleen voor de
flierefluiters, die huis en haard
vaarwel kunnen zeggen om een
nieuwe kim te gaan verkennen;
alleen voor wie de hemel een dak
en het wuivende gras een bed
kan zijn.
- Voor ons niet. Wat zouden wij
moeten zonder de warme mok
thee aan de ontbijttafel, zonder
de bloemige aardappeltjes, de
lekkere vette jus en de bal ge
hakt, zonder onze pantoffels on
der de schoorsteen, zonder de
plaatjeskast en de muziekdoos
vlak onder ons bereik, zonder
onze pgama en ons kroeliq war
me bedje en ons hoestdrankje op
het nachtkastje? Voor ons is het
alleen nog lente via een min of
meer geslaagd stukje van een
krantenmeneer of -juffrouwvia
de echtgenotes, die de liefde voor
de schoonmaak hebben geruild,
via de knolletjes en de bolletjes
in het netjes geharkte tuintje,
via een zuilenkreunster voor de
microfoon, via een knipcursus,
waarbij de dames eens even goed
moeten opletten hoe we een rug-
décolleté moeten knippen. Ja, ik
weet het, we hebben onze roman
ces tussen jongere en oudere
mensen, avondlijke en zelfs nach
telijke wandelingen, maar we
kijken elkaar daarbij nooit hele
maal aan; het ene oog is altijd
op het horloge gericht, want het
is morgen immers weer vroeg
dag en de baas verstaat in dat
opzicht geen grapjes. Alsof het
er op dat ogenblik iets toe doet
wat er morgen gebeurt en alsof
de baas op dat ogenblik niet op
het allerhoogste dak kan gaan
zitten dat maar denkbaar is.
Dat is wat er voor ons nog
over is van de lente. Benauwde
romances in het kader van ar
beidscontract, vakantiegeld, ver
plichte of vrijwillige verzekering,
ongevallenwet, a.o.w. en pensi
oenfonds.
Boehl
Bah!
Arme mensen zijn we toch ei
genlijk, doodarme mensen!
En toch wordt het ieder jaar
weer lente.
Voor die handvol dapperen en
verrukkelijke dwazen, wier tévé
de hemel is.
cüml
123).
„Het is haast niet te geloven",
lachte brigadier Piet, die de kaart
van de grond had opgeraapt en
hem blij bekeek. „Dat is de aan
schrijving, waarin men Alfredo
Pinanti uitnodigt mee te doen
aan de wedstrijd van de Fioren-
za Boys. Die steek ik in mijn zak.
Wedden, dat ik dan het stadion
binnen kom?" Piet deed de
kostbare kaart heimelijk in zijn
zak verdwijnen en wierp toen een
blik op het achterbankje van de
luxe sportwagen van genoemde
Alfredo. Op dat bankje lag een
eenvoudig voetbalkoffertje, sterk
en sportief en afgesloten met
twee riemen. Onopvallend en
quasi onschuldig wandelde onze
brigadier nu om de auto heen en
lichtte de voetbalkoffer zó snel
van de achterbank af, dat nie
mand er iets van bemerkte. De
mensen waren ook zó in beslag
genomen door de glanzende aan
wezigheid van de grote Alfredo
Pinanti, dat ze alleen nog maar
oog hadden voor zijn handteke
ningen, die hij nog steeds gul uit
deelde. Intussen was Piet met
het voetbalkoffertje op de ingang
van het stadion atgelopen. „Ik ga
inplaats van Alfredo meedoen",
grijnsde hij. „En een knapperd,
die mij nu nog tegen houdt!"
Even later dook hij al op voor de
neus van inspecteur Alessandro
Fiasco, die stomverbaasd de man
herkende, met wie hij dezelfde
nacht broederlijk in één badkuip
geslapen had. „Ik eh... ik dacht,
dat u Pietro Brigandini heette?"
vroeg de inspecteur, toen Piet
hem lachend zijn aanschrijving
onder de neus hield. „Nee,
nee", zei Piet ondeugend. „Mijn
ware naam is Alfredo Pinanti!"
Feuilleton
van
„De Echo van het Zuiden"
GEHEIM
De allereerste Nederlandse
detoctive-roman uit de ijstijd
door
J. ERSEBEEK
28).
Zo experimenteerde Steenharses
uren lang. De afdrukken op de mys
terieuze derde borrelkom bleken
echter met geen enkele van die op
de serie van zes overeen te stem
men. Geen van die zes verdachten
was dus identiek met de onbekende
Iks.
De zon begon alweer naar 't wes
telijke oerwoud af te zakken, toen
de inspecteur zijn werkzaamheden
beëindigde. „Snap jij het, dan snap
ik 't, Marietje!" praatte hij tegen de
gezapig herkauwende geit. „Draden
genoeg, maar geen enkel knoop
puntDan herinnerde hij zich
de yoghurt. En het feit, dat hij
sinds de laatste keer niets meer ge
geten had
XlVde steen
LIEFDE IN IJS
Het uiltje, dat Steenharses zich
zelf beloofd had te knappen als
voorbereiding op z'n voorgeno
men avondtocht, kon hij maar
niet gevangen krijgen. En dat
ondanks de paradijselijke vrede
van zijn achtererf, waar hij zich
in de buurt van de geit op 't gras
te rusten had gevleid. Het aange
tekende re*u achter z'n tijger
huid lag hem even figuurlijk als
letterlijk zwaar op de maag.
Na een half uur van vergeefs
pogen tot abstractie van de raad
selachtige verwikkelingen rond
het verbaasde lijk, knipte Steen
harses zuchtend omhoog uit z'n
gestrekte rusthouding. Automa
tisch graaide z'n rechterhand
door het gras; met het splintertje
hout, dat die hand te voorschijn
grabbelde, begon de inspecteur
z'n nagels weer eens te bewerken.
Maar zijn gedachten waren aller
minst bij die manicure-oefening.
Het rijtje verdachten, van de bur
gervader tot de melkboer toe,
speelde alsmaar krijgertje in de
doolhof van zijn gepijnigde her
senen. En voor het aangetekende
reQU, zowel als voor de ongeïden
tificeerde vingerafdrukken op de
derde borrelkom konden maar
geen passende hoekjes gevonden
worden in de legpuzzle van de
vreemde gedragingen van al die
verdachten. Zoals de zaak er op
het ogenblik bij stond kon Steen
harses langs de lijnen der logica
niet anders komen dan tot de ver
bluffende conclusie, dat al die
verdachten tezamen en ieder voor
zich de eilandbewoner vermoord
konden hebben.
Het dringend gemekker van de
geil herinnerde hem plots aan z'n
nieuwe plicht. Toen het beest uit
gemolken was, had de moe ge
werkte zon inmiddels haar plaats
aan het verdonkerend hemel
blauw ingeruild voor de sinaas-
appelgele manenagel. Het uur der
gelieven had geslagen. En daar
mede voor deze keer ook het uur
van inspecteur Steenharses.
Het leek wel of de politieman,
nu het tijdstip voor de aanvang
van zijn avondlijke tocht daar
was, er niet toe kon besluiten
zijn plan tot uitvoering te bren
gen. Hij liep geruime tijd brom
mend rond te scharrelen over het
donkere erf, alsof hij met zich
zelf een strijd voerde om ja of
neen. In waarheid kwam het er
op neer, dat enerzijds zijn speur
dershartstocht hem aanzette tot
het volvoeren van zijn plan, ter
wijl dit hem anderzijds als recht
geaard mens tegen de borst stuit
te. Tenslotte won het detective-
bloed het van zijn morele tegen
zin. Als een man die plots de
knoop had doorgehakt en bang
was bij verdere weifeling van z'n
eigen besluit te zullen terug
schrikken, dook hij het hol bin
nen. Kort daarna kwam hij weer
naar buiten met sandalen aan de
voeten en een berenhuid over de
arm. Aldus gewapend ging hij 't
achtererf af en stapte over de
greppel, die als grensscheiding
diende. Zo kwam hij op de strook
kaal niemandsland tussen 't zui
delijke oerwoud en de aaneen ge
rijde achtererven der Hoiendam-
se koepelholen. Als vrije meent
was dit niemandsland in gebruik
bij de weinige dorpelingen, die er
een of enkele stuks vee op na
hielden.
Wanneer de inspecteur gewe
ten had, dat nog een andere per
soon op het niemandsland aan
wezig was, die zich gedekt hield
in de schaduw van de oerwoud-
zooin, zou hij misschien zijn plan
de campagne gewijzigd hebben.
Nu liep hij over de strook kale
grond parallel aan de dorpsstraat
in westelijke richting, zonder iets
te vermoeden van de fanatieke
blik uit een stel felblauwe ogen,
die hem in de rug priemde.
üiLLJ küJkl :.l d L .1 i i.i i L 8J
Steenharses had de weg ach
terom gekozen om de lastige
nieuwsgierigheid der straatslij-
pende dorpsgenoten te ontwijken.
Reeds te dikwijls had de gemoe
delijkheid van zijn medeburgers
hem een of andere naspeuring
verbroddeld. Bij het erf van Bei-
telmans gekomen, wipte de in
specteur wederom over de grens-
greppel en liep vrijmoedig over
de grond van zijn vriend op het
Marktplein af. Achter de steen
krant, een donkere massa onder
de tedere belichting van de jonge
manesikkel, koos hij zich een
plaatsje, vanwaar 't gehele plein
in het oog was te houden. Ken
nelijk had de inspecteur er op ge
rekend, dat Beitelmans niet thuis
zou zijn of althans zijn verstolen
gedoe niet zou opmerken. Want
hij toonde zich onaangenaam
verrast, toen hem opeens de stem
van de journalist in de oren
klonk: „Wat mot dat, steen?"
De inspecteur draaide zich zo
schielijk om, dat het aangeteken
de recu achter zijn tijgervel uit
schoot en in het zand aan zijn
voeten plofte. Hij talmde met het
kostbare stuk op te rapen. Want
zijn aandacht werd juist getrok
ken door een herhaalde uilen-
roep in de nabijheid, welke dui
delijk niet van een uil afkomstig
was.
De journalist betoonde zich
abnormaal voorkomend door di
rect op het gevallen re?u af te
schieten. „Je bent daar wel erg
zuinig op, Steentje, dat je het
door dik en dun op je hart mee
draagt!" zei hij zuur.
Het teruggeven van het voor
werp in kwestie geschiedde in een
dusdanig traag tempo dat de eer
lijke opraper ruimschoots de ge
legenheid had het van alle kan
ten te bekijken.
De inspecteur mompelde een
onverstaanbare verklaring voor
zijn aanwezigheid ter plaatse op
dit ongewone uur. Op het mo
ment, dat hij het regu onder een
vormelijk „dank je" weer achter
z'n tijgervel wegstak, werd zijn
aandacht opnieuw geprikkeld
door het verschijnen van 'n blank
figuurtje in het kruipgat van de
burgemeesterswoning. Buiten ge
komen stond dit figuurtje een
ogenblik stil, slank en bevallig
tegen de donkere achtergrond
van het grote koepelhol. Daarna
spoedde het zich op gracieuze
voetjes het westeinde van de
dorpsstraat in.
(Wordt vervolgd)
14J~
COPYttGHT STUCHO AVAN