wAALwrjkse en UnqstRAAtse cour An t
VERLAGING VAN
DE INKOMSTEN- EN DE LOONBELASTING
BINNEN- EN BUITENLAND
SAMENVATTING MILJOENENNOTA 19G1
VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1960
83e JAARGANG No. 74
Dinsdag j.l. zijn bij de Tweede Ka
mer van de Staten-Generaal drie wets
ontwerpen ingediend, waarin een aan
tal belastingmaatregelen zijn vervat.
In de memorie van toelichting, be
horende bij een van de ontwerpen, n.l.
dat tot verlaging van de inkomstenbe
lasting en de loonbelasting, hebben
de minister en de staatssecretaris van
Financiën de volgende fiscale maat
regelen aangekondigd
1. verlaging van het tarief van de
inkomsten- en de loonbelasting;
2. terugkeer van het tarief van
de vennootschapsbelasting van 44 -
47 naar 40-43 waartegen
over een wettelijke beperking van de
investeringsaftrek van tweemaal 8
tot tweemaal 5
3- terugkeer van het tarief van de
vermogensbelasting van 6 °/oo naai
5 °/oo;
4. terugkeer van het tarief van
de omzetbelasting op sigaretten van
7 naar 5
5. vermindering van het tarief
van de omzetbelasting op personen
auto's, motorrijwielen en banden voor
deze voertuigen van 20 tot 18
6. verlenging van de vrijstelling
van omzetbelasting voor sigaren voor
een periode van 3 jaar;
7. permanent maken van enkele
tijdelijke belastingverhogingen op het
gebied der indirecte belastingen.
De totale belastingvermindering,
die uit deze veranderingen voort
vloeit, beloopt rond f 500 miljoen.
Dit bedrag zal eerst ten volle bereikt
worden nadat alle wijzigingen van
kracht zijn geworden en enige tijd
hebben gewerkt.
In de genoemde memorie van toe
lichting wijzen de minister en de
staatssecretaris van Financiën er op,
dat bij de bepaling van het tempo,
waarin de onderdelen van het com
plex van belastingmaatregelen zullen
kunnen worden verwezenlijkt, vooral
de conjuncturele situatie in het oog
dient te worden gehouden. Dit geldt
met name voor die maatregelen die
zullen leiden tot een belangrijke ver
mindering van de belastingdruk. Al
lereerst is dit de verlaging van het ta
rief van de inkomsten- en loonbelas
ting, en wel omdat een verlaging van
de belastingtarieven als conjunctuur
impuls grotendeels op één lijn moet
worden gesteld met een toeneming
van de voor besteding beschikbare
particuliere inkomens. Evenzeer is dit
het geval met de voorgestelde wijzi
ging van het tarief van de vennoot
schapsbelasting. Weliswaar wordt de
ze tariefsverlaging gecompenseerd
door de vermindering van de investe
ringsaftrek, doch, gelet op het feit dat
de investeringsaftrek thans reeds tij
delijk tot 5 is beperkt, zou de in
voering van het verlaagde tarief van
de vennootschapsbelasting feitelijk de
mogelijkheid scheppen in de sector
van de lichamen de ondernemingsbe
stedingen met een bedrag van f 115
miljoen te vergroten. De regering is
derhalve van oordeel dat het moment
van inwerking treden der onderschei
dene tariefswijzigingen op grond van
conjuncturele overwegingen nog na
der bij Koninklijk besluit zal moeten
worden vastgesteld.
Wat betreft de inkomstenbelas
ting en de loonbelasting is de rege
ring van plan de voorgenomen verla
ging te doen ingaan op 1 juli 1961,
tenzij een verdere verscherping van de
conjunctuur uitstel noodzakelijk
maakt. Zij is verder voornemens haar
standpunt aangaande het ingaan van
de verlaging te bepalen in de loop
van het eerste halfjaar 1961 aan de
hand van de haar dan ter beschik
king staande gegevens omtrent de
ontwikkeling van de conjunctuur.
Mocht zij daarbij tot de slotsom ko
men dat invoering van de verlaging
van de inkomstenbelasting en de loon
belasting per 1 juli 1961 niet ver
antwoord is, dan zullen de Staten-
Generaal daarvan onverwijld in ken
nis worden gesteld.
Voor zover thans kan worden over
zien zal eerst daarna het tijdstip kun
nen worden vastgesteld waarop de
tariefsverlaging van de vennoot
schapsbelasting in werking dient te
treden.
De verlaging van de belastingen
naar het inkomen dient volgens de
bewindslieden voorrang te krijgen
boven het laten vervallen van het ge
hele complex van de thans lopende
tijdelijke belastingverzwaringen.
Daarbij heeft in het bijzonder de
overweging gegolden dat deze belas
tingverhogingen, waarbij aan de sec
tor van de materiële eerste levensbe
hoeften geheel voorbij is gegaan, in
het algemeen, noch een inbreuk op
een sociaal rechtvaardige lastenverde
ling maken, noch ernstige economi
sche repercussies, met name voor het
bedrijfsleven, doen verwachten. De
bewindslieden zijn dan ook van oor
deel dat aan het complex van deze tij
delijke verhogingen in beginsel een
blijvend karakter dient te worden ge
geven, behoudens voor zover ten aan
zien van specifieke onderdelen daar
van bijzondere omstandigheden een
ander standpunt wettigen.
Verlaging van de inkomsten
belasting en de loonbelasting-
De minister en de staatssecretaris
van Financiën wijzen in de memorie
van toelichting op het ontwerp inza
ke verlaging van de inkomstenbelas
ting en de loonbelasting er op dat een
verlaging van het tarief van de belas
tingen naar het inkomen thans een
tweeledige prioriteit heeft. In de eer
ste plaats is het wenselijk de drukver-
zwaring weg te nemen die het gevolg
is van de sedert de laatste tariefsher
ziening opgetreden vermindering van
de koopkracht van de gulden. De an
dere leidende gedachte bij de tariefs
herziening is de wenselijkheid van
een verhoging van de minimum-inko
mens waarbij de belastingheffing aan
vangt. Met de voorgestelde tariefs
herziening is een bedrag van f 475
miljoen gemoeid.
De aanpassing aan de koopkracht
ontwikkeling komt hier op neer dat
het bestaande heffingspercentage bij
een gegeven inkomen zal komen te
gelden voor een inkomen dat 10
groter is. De tweede leidende gedach
te heeft er toe geleid, het belastbaar
minimum voor een echtpaar zonder
kinderen te brengen van f 2.100 op
f 2.700.
Teneinde een beeld te geven van de
voorgestelde tariefsverlaging is hier
na voor een aantal representatieve in
komens een overzicht opgenomen van
de belastingverlaging uitgedrukt in
absolute bedragen en in percentages
van de huidige belasting.
Gehuwden met aftrek voor
twee kinderen
Ongehuwden
Inkomen
Tarief
Tarief
in gld.
in
1960
wetsontw.
tar. '60
3000
265
187
78
29,4
4500
588
480
108
18,4
6000
976
836
140
14,3
7500
1413
1248
165
11,7
9000
1900
1702
198
10,4
12000
3007
2737
270
9,0
15000
4300
3937
363
8,4
18000
5761
5306
455
7,9
21000
7330
6803
527
7,2
24000
9000
8403
597
6,6
27000
10738
10082
656
6,1
30000
12531
11823
708
5,7
Gehuwden zonder kinderen
Verminderingen
Inkomen
Tarief
Tarief
in gld.
in
1956
wetsontw.
tar. '56
3000
142
62
80
56,3
4500
380
280
100
26,3
6000
660
536
124
18,8
7500
982
831
151
15,4
9000
1347
1164
183
13,6
12000
2215
1950
265
12,0
15000
3280
2910
370
11,3
18000
4518
4048
470
10,4
21000
5877
5326
551
9,4
24000
7329
6705
624
8,5
27000
8855
8168
687
7,8
30000
10434
9694
740
7,1
Verminderingen
Inkomen
Tarief
Tarief
in gld.
in
1956
wetsontw.
tar. '56
3000
4500
171
84
87
50,9
6000
390
279
111
28,5
7500
658
516
142
21,6
9000
976
796
180
18,5
12000
1752
1488
264
15,1
15000
2732
2359
373
13,7
18000
3909
3421
488
12,5
21000
5225
4643
592
11,1
24000
6640
5981
659
9,9
27000
8138
7407
731
9,0
30000
9693
8906
787
8,1
Gehuwden met aftrek voor
vijf kinderen
3000
4500
6000
67
67
100
7500
238
125
113
47,5
9000
478
316
162
33,9
12000
1114
858
256
23,0
15000
1960
1597
363
18,5
18000
3033
2522
511
16,8
21000
4271
3655
616
14,4
24000
5627
4922
705
12,5
27000
7082
6290
792
11,2
30000
8599
7746
853
9,9
Het overzicht toont dat over de ge
hele lijn een niet onbelangrijke verla
ging van de belastingdruk wordt ver
kregen. Voorts blijkt dat door de ex-
tra-verhoging van de belastingvrije
voet de tariefsherziening in het bij
zonder ten goede komt aan de minst
draagkrachtigen. Het effect hiervan
werkt door voor de midden-inkomens
en neemt geleidelijk af bij een verder
gaande stijging van het inkomen. De
belastingvermindering voor een ge
huwde met twee kinderen bedraagt
b.v. 40% bij een inkomen van
f 5000; 16,7 bij een inkomen van
f 10.000; 11,6 bij een inkomen
van f 20.000. Daarboven neemt het
percentage langzaam af tot 2,6 bij een
inkomen van f 140.000.
Wat betreft het tarief voor gehuw
den met kinderen is verder de kinder
aftrek eveneens aangepast op basis
van 10 De bewindslieden hebben
bovendien aanleiding gevonden de in-
validiteits- en ouderdomsaftrek van
f 624 per jaar met ongeveer 10 te
verhogen tot f 702 per jaar.
De vaste heffingspercentages voor
de loonbelasting over gratificaties cn
andere eenmalige beloningen zullen
geen wijziging ondergaan.
De verlaging van de vennootschaps
belasting en van de investerings
aftrek.
De minister en de staatssecretaris
van Financiën zijn van oordeel, dat
een meer evenwichtige verdeling van
fiscale lasten zowel tussen de onder
nemingen als ten opzichte van de ove
rige belastingplichtigen wordt be
reikt indien enerzijds voor het tarief
van de vennootschapsbelasting wordt
teruggekeerd van 44-47 naar het
niveau van 40-43 en anderzijds
de investeringsaftrek blijvend wordt
verlaagd tot tweemaal 5
Zij zouden het niet juist achten bij
de beoordeling van het tarief van de
vennootschapsbelasting geen rekening
te houden met het effect dat de inves
teringsaftrek in feite op dit tarief uit
komt. De investeringsaftrek is immers
een faciliteit, die voor het grootste
deel ten goede komt aan het in de
vennootschapsbelasting betrokken be
drijfsleven. Naar het gevoelen van de
bewindslieden is een zekere matiging
van de investeringsaftrek verant
woord, nu de ervaring heeft geleerd
dat de investeringsbereidheid groter is
dan destijds in 1953 bij de invoering
van de faciliteit werd verondersteld.
Sindsdien is tweemaal onder de in
vloed van een gunstige conjunctur het
investeringspeil tot zodanige hoogte
gestegen, dat beperking van de inves
teringsaftrek nodig bleek. Een derge
lijke toestand, waarbij telkens met vrij
korte tussenpozen wijziging in de re
geling van de aftrek wordt gebracht,
is voor de belastingplichtigen stellig
onwenselijk. De bewindslieden menen
dat een investeringsaftrek van twee
maal 5 nog een voldoende stimu
lans uit structureel oogpunt biedt.
Verder wijzen zij er op dat vooral bij
de verscherping van de concurrentie
als gevolg van de instelling van de
Euromarkt, met name de handelson
dernemingen met haar relatief weinig
omvangrijke investeringen in bedrijfs
middelen, van een verlaging van het
algemene belastingtarief voor haar
winsten een grotere stimulans tot ont
plooiing ontvangen dan van de inves
teringsaftrek.
Bij de persoonlijke ondernemers
kan tegenover de vermindering van
de investeringsaftrek een algemene
verlaging van het tarief van de in
komstenbelasting worden gesteld. De
terugkeer van het tarief van de ven
nootschapsbelasting van 44-47
naar 40-43 betekent een vermin
dering van de belastingmiddelen met
ongeveer f 115 miljoen per jaar. De
voorgestelde permanente, structurele
verlaging van de investeringsaftrek
die - tezamen met de verlaging van
de vennootschapsbelasting - eerst
kan ingaan wanneer zulks past in de
conjuncturele ontwikkeling, levert 'n
bate op van ongeveer f 150 miljoen
per jaar. Daarbij is in aanmerking
genomen dat de meeropbrengst uit de
thans bestaande beperking van de in
vesteringsaftrek zolang zij nog van
conjuncturele aard is, niet voor de fi
nanciering van overheidsuitgaven be
schikbaar is.
Terugkeer van het tarief van de
vermogensbelasting van 6 °/oo
naar 5 °/oo-
De minister en de staatssecretaris
van Financiën achten het niet in
overeenstemming met de plaats die
aan de vermogensbelasting in ons
belastingstelsel moet worden toege
kend, het tarief op het huidige ver
hoogde peil te handhaven. Dit stand
punt houdt in een terugkeer van het
tarief van de vermogensbelasting van
6 naar 5 °/oo-De bewindslieden heb
ben hierbij overwogen dat voor de
individuele belastingplichtige het ver
mogen als grondslag voor een hef
fing naar draagkracht ten opzichte
van het inkomen onder de huidige
maatschappelijke omstandigheden
aan betekenis heeft ingeboet.
De terugkeer naar het oude tarief
van de vermogensbelasting, die een
bedrag van f 30 miljoèn per jaar
vergt, zal gelden met ingang van het
belastingjaar 1962.
Tijdelijke maatregelen op het
terrein van de indirecte be
lastingen, die niet permanent
worden-
De minister en de staatssecretaris
van Financiën zijn van mening, dat
de tijdelijke verhoging van het tarief
van de omzetbelasting op sigaretten
van 5 tot 7 niet moet worden
bestendigd- Zij wijzen er op dat door
deze verhoging, mede als gevolg van
de cumulatieve werking van de ac
cijns en de omzetbelasting, wel een
bijzonder zware last op de sigaretten
industrie wordt gelegd. Vrees voor
repercussies op de omzet heeft deze
tak van industrie er destijds van
weerhouden de meerdere belasting
geheel in de prijzen door te bereke
nen. Gezien de aanzienlijke stijging
van de grondstoffenprijzen geduren
de de laatste jaren en de wenselijk
heid ruimte te scheppen voor een ver
betering van de winstmogelijkheden
voor de detailhandel in sigaretten,
zou de regering er akkoord mee kun
nen gaan, dat het vervallen van de
verhoging van de omzetbelasting niet
zal leiden tot een verlaging van de
consumptieprijzen van sigaretten.
De bewindslieden zijn verder van
mening, dat in de huidige situatie
voor een permanent, verhoogd weel-
detarief voor personenauto's, motor
rijwielen en de banden voor deze
voertuigen, geen goede gronden meer
bestaan. Zij stellen daarom voor het
20 pct.-tarief voor deze goederen te
doen vervallen en de goederen op te
nemen onder het permanent op 18
te stellen algemene weeldetarief
De vrijstelling van omzet
belasting voor sigaren.
De vrijstelling van omzetbelasting
voor sigaren dient volgens de bewinds
lieden nog met 3 jaren te worden ver
lengd. Zij zijn van oordeel dat het
doen aflopen van de vrijstelling on
der de huidige omstandigheden geen
gelukkige maatregel zou zijn. Gezien
de onzekere situatie op de tabaks-
markt met de daaruit voortvloeiende
stijging van de grondstoffenprijzen
en in aanmerking genomen de ver
scherping van de concurrentie, die
als gevolg van de totstandkoming van
de Euromarkt kan worden verwacht
bestaat het gevaar, dat bij wederin
voering van de omzetbelasting op si
garen per 1 januari 1961, het door
deze tak van industrie gewonnen ter
rein weer verloren zou gaan.
Tijdelijke maatregelen op het gebied
van de indirecte belastingen die
permanent gemaakt worden.
De bestaande tijdelijke belasting
verhogingen zouden bij gebreke van
nadere voorzieningen per 1 januari
1961 (wat de vermogensbelasting
betreft per 1 januari 1962) verval
len, hetgeen een vermindering van de
belastingmiddelen met f 325 miljoen
tot gevolg zou hebben. De onmoge
lijkheid om èn daarin te berusten èn
t/o&l hei fotebe. font
de fosie 24uUs
de druk van de inkomstenbelasting
en de loonbelasting wezenlijk te ver
lichten, maakt het doen van een keu
ze onvermijdelijk. De bewindslieden,
die de voorkeur geven aan de drin
gend noodzakelijke verlichting van
de loon- en de inkomstenbelasting,
stellen daarom voor de volgende tij
delijke verhogingen op het terrein
van de indirecte belastingen perma
nent te maken
1. de tijdelijke verhoging van het
bijzondere invoerrecht op benzine
van f 16.65 tot f 24,25 per hl. en
van de motorrijtuigenbelasting voor
dieselauto's etc.;
2. de tijdelijke verhoging van 't
tussentarief van de omzetbelasting
van 8 tot 10 en van het weel
detarief van 15 tot 18 als
mede de tijdelijke verhoging van de
omzetbelasting van enkele bijzondere
goederen;
3. de tijdelijke verhoging van de
omzetbelasting op televisietoestellen
van 10 tot 18
De voornaamste punten van de
miljoenennota 1961 zijn, kort sa
mengevat
1. De gewone dienst sluit met
een overschot van 1293 miljoen
gulden, de buitengewone dienst
inet een tekort van 1487 miljoen,
hieruit resulteert een tekort van
194 miljoen, inclusief additionele
posten komt het totale tekort
echter op 539 miljoen, tegen een
tekort van 579 miljoen volgens
de vermoedelijke uitkomsten van
1960.
2. De regering acht het met het
oog op de con junctuur noodzake
lijk van de begroting 1961 een
conjuncturele tegendruk te doen
uitgaan. Het beleid is er derhalve
O]) gericht de uitgaven minder te
doen stijgen dan het nationale
inkomen.
3. Voor de financiering van 't
tekort 1961 zal een bedrag van
750 miljoen moeten worden ge
vonden. Op voorinschrijfrekenin
gen komt 500 miljoen beschik
baar, daarnaast zal op de open
kapitaalmarkt nog 250 miljoen
moeten worden geleend.
4. Na correcties komen de ge
raamde kastekorten zowel voor
1960 als 1961 uit op 485 miljoen.
Voor 1960 krijgt 't Rijk 685 mil
joen aan langlopende middelen
ter beschikking. In 1961 zal aan
zienlijk meer op voorinschrijfre-
keningen beschikbaar komen dan
in 1960, zodat men mag aanne
men dat een gemakkelijker fi
nanciering verzekerd is.
5. Ingediend zijn wetsontwer
pen waarin een aantal belasting
maatregelen zijn vervat.
6. De regering heeft het priori
teit-probleem over de periode
1961 tm. '63 bezien. In deze peri
ode zal naar men aanneemt ca.
één miljard gulden meer kunnen
worden uitgegeven door de over
heid; voor civiele doeleinden is
daarvan in 1962 en 1963 gemid
deld 200 miljoen beschikbaar. De
regering hecht grote waarde aan
verlaging van belastingdruk,
welke verlaging met rond 500
ïïi9°?n m,°8eHjk is in de periode
1J61 t.m. '63. Voor de onvermij
delijke verhoging van uitgaven
zal m de komende jaren vooral
compensatie gezocht moeten wor
den in verlaging van prijssubsi-
dies.
7. 1961 zal hoogstwaarschijnlijk
uit een oogpunt van handhaving
van het economisch evenwicht 'n
moeilijk jaar zijn; in dat jaar
valt de beslissing over de vraag
of de voortgaande hoogconjunc
tuur zal leiden tot overspanning
en overbesteding. Een behoed
zaam beleid is geboden.
8. De overheid heeft in dit ver
band aanleiding gevonden tot een
zekere besturing van de econo
mie. De regering blijft in dit ka
der streven naar binding van li
quiditeiten: aan de kapitaal
markt worden meer middelen
onttrokken dan voor financie
ring van het tekort in de over
heidssector nodig zijn.
9. Naar verwachting zal de be
talingsbalans in 1961 opnieuw 'n
kleiner overschot vertonen dan
in het voorafgaande jaar. Voor
1960 wordt een overschot op de
lopende rekening verwacht van
1300 miljoen op transactiebasis
tegen 1800 miljoen in 1959.
10. De belastingraming voor
1961 bedraagt 9.973 miljoen, dat
is 1243 miljoen meer dan volgens
de oorspronkelijke raming 1960
en 713 miljoen meer dan volgens
de vermoedelijke uitkomsten
1960. Bij de belastingraming is
uitgegaan van een verdere ex
pansie van de Nederlandse volks
huishouding; rekening is gehou
den met de ingediende belasting
voorstellen.
11. Het woningbouwprogram
ma is evenals in 1960 weer op
80.000 woningen vastgesteld.
De staatsschuld is van 30 juni
1959 tot «30 juni 1960 gedaald met
259 miljoen tot in totaal 18.826
miljoen.
Over de voorstellen voor belas
tingverlaging zie men uitvoerig
elders in dit nummer.
DE VERENIGDE NATIES
Na het reuzendebacle in de
slotzitting der Ver. Naties voor
Rusland, is de nieuwe zitting ge-
oj>end, waar ook prominenten
zijn verschenen, als Kroesjef,
Nasser, Tito, Fidel Castro e.a.
Het had dan ook heel wat in eer
de vergadering kon beginnen,
daar de communistische afge
vaardigden Kroesjef en vooral
Castro luidruchtig moesten be
groeten.
Nadat de rust was weergekeerd
kon met een minuut stilte voor
gebed of meditatie de historische
vijftiende Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties begin
nen. 82 landen waren bij de ope
ning vertegenwoordigd, enkele
uren later waren het er 96, want
de Assemblée had veertien nieu
we leden, waarvan dertien uit
Afrika, toegelaten. Nimmer tevo
ren in haar vijftien jarige geschie
denis heeft de UNO meer leden
gehad, nooit ook waren zoveel
prominente wereldleiders (meest
uit het communistische blok,
aangevoerd door Kroesjef) aan
wezig of stonden meer en be
langrijker kwesties op de agenda.
„Een enkel woord kan vol-
tragische gebeurtenissen te ver
oorzaken. Beledigende uitspra
ken, voortkomend uit een hou
ding van ideologische onverzoen
lijkheid, kunnen in een enkel
ogenblik het werk van jaren van
toenaderingspogingen vernieti
gen". iDt was de ernstige waar
schuwing die de aftredende voor
zitter dr. Belaunde in zijn ope
ningsrede de afgevaardigden
voorhield. De zitting was echter
nog geen uur oud of reeds bleek
dat Oost en West nog altijd even
onverzoenlijk tegenover elkaar
staan.
Er moest een voorzitter geko
zen worden. Voorgesteld was een
Ier, maar de communisten stel
den een Tsjech voor en weer had
Kroesjef een echec. De Ier werd
gekozen, al was 't dan maar met
een meerderheid van 6 stemmen.
Er zal nog heel wat te beleven
vallen op deze 15e Assemblée-
vergadering.
De tcho vAn het Zuióen
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
HoofdredacteurJAN TIELEN
Gironummer 50798
Dit blad verschijnt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal f 2.85
f 3.10 franco p.p.
Advertentieprijs 10 cent por m.m.
Contract-advertenties speciaal tarief.
Opgericht 1878.
Bureaux: Grotestraat 205, Waalwijk - Tel. 041602621
KaatsheuvelDr. van Bcurdenstraat 8 - Tel. 04167 - 2002.
Telegram-adres „Echo'
Voorzieningen met betrekking tot de investeringsaftrek en de tijdelijke verhoging
van de vennootschapsbelasting.
Voorzieningen met betrekking tot de tijdelijke maatregelen op het gebied van de
indirecte belastingen.
Verminderingen
Verminderingen
Inkomen Tarief Tarief in gld. in
1956 wetsontw. tar. '56
MABKI 25 tHERIOGEN BOSCH