5S»
wAAlwijkse en LanQStRAAtse couRant
WAALWIJK
jtsjMeiM in uitbreidingsplan Laageinde I
m
1
kinderldeurboek
IIW MENING
De Verenigde Waalwijkse Slagers
ct.
WEEKREKLAME van 24 febr. t/m 2 maart
100 gr. GEBR. GEHAKT) 7II
100 gr. ONTBIJTSPEK *J
TRIMBACH
en 337
pa-
Drommen van lijders
aan Brandend Maagzuur
GARAGE VAN MOSSEL
VERHUUR
BIJ ELK REUZENPAK
VOETBALVERSLAG
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1961 84e JAAKUAinu j*o. xo
De tcho van het Zuióen
Abonnement
84e JAARGANG No. 16
HoofdredacteurJAN TMLJBN
„nuouner 50798
b!ad versofaÜPt 2 x per week
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs: 10 cent per m.m.
Dontract-idvert an tiesspeciaal tarief
Telegram-adres „Echo"
fl^iiiii 111 Dr. van Beurdenstraat 8 Tel. 04Ï67
T«L 64160 - 2621
Bureaux: Grotestraat 265, Waalwijk
Opgericht
0
i an
;t U altijd
r: H.M1
'ongers
■s, Burg®
/IJK
VEN
n, Waalwijkse gemeenteraad heeft
5 h in zijn vergadering van gister-
Toiï bezig gehouden met de vast
te ling van 22 straatnamen voor t
'u„e uitbreidingsplan Laagem-
I In aansluiting op de reeds be-
-taande naam „Thorbeckelaan
«rd reeds eerder in principe be-
1 en hier een „staatsliedenbuurt
scheppen. Door het college van
b w. werden de volgende namen
voorgesteld:
van Hogendorplaan
Mr G K. graaf van Hogendorp
11762—1834), vervaardiger van
Schets van een Grondwet voor de
kreenigde Nederlanden" welke tot
Saad heeft gediend bij de tot
standkoming van onze eerste Grond
wet van 1814, was onder koning
Willem I vice-president van de Raad
van State; later afgezet, toen hij
zich tegenstander toonde van het
desüotische bewind van deze vorst;
daarna kamerlid tot 1825.
SchaepmanJaan
Mgr dr. H. J. A. M. Schaepman
(1844-1903) was de grote promo
tor van de politieke eenheid der ka
tholieken en van samenwerking met
de anti-revolutionairen, welke coa
litie hij nodig achtte om de over
macht der liberalen te breken. Groot
strijder voor algemeen kiesrecht en
voor toepassing der pauselijke en
cycliek „Rerum Novarum". Groot
redenaar.
N'olenslaan Colijnstraat
Mgr. dr. W. H. Nolens (1860-1931)
was een groot sociaal voorman, die
zeer gezien was bij de arbeiders.
Heeft in en buiten de Kamer krach
tig geijverd voor sociale wetgeving.
zijn lijders-al
,an de ene minuut op de andere.
Dat doen dan zo'n paar Rennies. Bij de
teute aanwijzing van overtollig maagzuur
- en dat stijgt dan snerpend op, soms tot
hoog in de keel - een of twee Rennies
laten smelten op de tong. En dat is dan
alles! Weg zuurland - weg pijn - weg
zorgen van een verstoord maal of angst
voor 'n nieuwe aanval, 'n Wonder wat Ren
nies voor U doen. Niet zonder reden hou-
den talloze zuurbrandlijders altijd een paar
Rennies bij de hand, waar ze ook zijn. En
zo smoren ze iedere brand in de kiem nog
vóór hij goed kans krijgt uit te barsten.
Voorzitter van de Hoge Raad van
Arbeid en van de Mijnraad en had
de eretitel Minister van Staat.
van Karnebeeklaan
Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek
(1874-1942) werd in 1911 burgemees
ter van Den Haag, was minister van
buitenlandse zaken in het 1ste mi
nisterie-Ruys de Beerenbrouck (1918
■1922), het 2de ministerie-Ruys de
Beerenbrouck (1922-1925), het 1ste
ministerie-Colijn (1925) en in het
2de ministerie-de Geer (1926-1929).
Vanaf 1921 voorzitter van de Vol
kenbondsvergadering; kreeg in 1927
de rang van Minister van Staat en
werd in 1928 benoemd tot Commis
saris der Koningin in Zuid-Holland.
Abraham Kuyperlaan
Dr. Abraham Kuyper (1837-1920)
richtte in 1872 „De Standaard" op
en bewerkte mede de oprichting van
het anti-schoolwétverbond, waarom
heen zich de in 1878 opgerichte
A.R.-partij zou ontwikkelen. In De
Standaard ontwikkelde hij de par
tijbeginselen. Kwam met velen in
conflict in zijn strijd om deze be
ginselen en in zijn politiek van
scheiding. Hij was de man van het
volk en van de „kleine luiden". Hij
stond op de bres voor sociale wet
geving. Was minister van binnen
landse zaken, doch bemoeide zich
sterk met de buitenlandse zaken
(minister van buitenlandse reizen).
Aalbersestraat
Prof. mr. P. J. M. Aalberse (1871-
1948) was een bekwaam staatsman.
In de opeenvolgende 1ste en 2de
ministeries-Ruys de Beerenbrouck
was hij onderscheidenlijk minister
van arbeid en minister van arbeid,
handel en nijverheid. Onder zijn
ministerschap kwamen tot stand de
Arbeidswet 1919, de Invaliditeits
wet, de Ouderdomswet, de Raden-
wet, de Warenwet 1919, de Gezond
heidswet 1919 en de Vleeskeurings-
wet 1919.
van Maanenlaan
Mr. C. F. van Maanen (1769-1846)
bekleedde tijdens de Franse Tijd
diverse hoge functies. Na de bevrij
ding lid der Grondwetscommissie
1814 en 1815. Stond op de bres voor
verwezenlijking van de eenheids
staat door bestuurscentralisatie, het
geen hij wilde bereiken door
machtsconcentratie in handen van
de vorst. Maakte zich in België
voorgoed gehaat door ingrijpen der
^gering in de onderwijsinstellingen,
trad in 1842 af als minister.
Ruys de Beerenbrouckstraal
Jhr. mr. C. J. M. Ruys de Beeren
brouck (1873-1936) was in het 1ste,
2de en 3de naar hem genoemde mi
nisterie (liggende in het tijdvak
1918-1933) minister van buitenland
se zaken en minister van buitenland
se zaken en landbouw. Onder hem
kwam het vrouwenkiesrecht en de
8-urige werkdag tot stand, terwijl
de woningbouw werd opgevoerd en
salarissen en pensioenen aanzienlijk
werden verhoogd. Zijn 3de minis
terie bracht de Ambtenarenwet, de
Winkelsluitingswet en de Arbeids-
bemiddelingswet.
WAALWIJK TEL. 04160-2519
AUTO- EN KAMPEERWAGEN-
Coalitiepad
Voor dit pad, de verbinding vor
mende tussen twee lanen, te noemen
naar Dr. Kuyper en Dr. Schaepman,
wordt deze naam alleszins toepasse
lijk geacht.
van degenen, die in beduidende ma
te vorm en gestalte gaven aan de
partij van de arbeid, waarin het
nieuwe socialisme een politieke bed
ding vond. Werd minister van so
ciale zaken in het mede naar hem
genoemde ministerie-Schermerhorn/
Drees (1945-1946). Kreeg vooral
naam door de bekende noodwet ou
derdomsvoorziening („wetje van
Drees"). Was minister-president en
minister van algemene zaken in het
lste ministerie-Drees (1948-1950), 't
2de ministerie-Drees (1951-1952) en
't 3de ministerie-Drees (1952-1956).
Dr. Drees is de personificatie van
de evolutie van het socialisme en
vormt de verbinding tussen twee
perioden in het socialisme. Daarom
is zijn naam ofschoon de naam
van een levend staatsman geko
zen.
Treubstraat
Prof. Mr. M. W. F. Treub (1858-
1931) werd minister van landbouw,
nijverheid en handel in het Kabinet-
Cort van der Linden (1913-1918).
Zijn als zodanig ondernomen arbeid
aan de sociale wetgeving werd on
derbroken door het uitbreken van
de wereldoorlog 1914-1918. Nam
toen de portefeuille van financiën
over (Posthuma kwam aan land
bouw, nijverheid en handel). Kweet
zich op voortreffelijke wijze van z'n
ministeriële taak door het totstand-
brengen van de door de buitenge
wone toestand vereiste economische
en financiële maatregelen.
Goeman Borgesiusstraat
Mr. H. Goeman Borgesius (1847-
1918) was minister van binnenland-
leer der Godssouvereiniteit verkon
digt.
Heemskerkstraat
Mr. J. Heemskerk Azn. (1818-1897)
en Mr. Th. Heemskerk Jzn. (1852-
1932).
Mr. J. Heemskerk Azn. was mi
nister van binnenlandse zaken in de
mede naar hem genoemde ministe-
riën v. Zuylen v. Nijevelt-Heems-
kerk (1866-1868) en Heemskerk-van
Lynden van Sandenburg (1874-1877)
en het 3de ministerie-Heemskerk
(1883-1888). Bracht in 1876 de ho
ger onderwijswet tot stand, welke
vrijheid bracht inzake oprichting
van bijzondere hogescholen. Belang
rijk was zijn aandeel in de totstand
koming van de grondwetswijziging
van 1887.
Mr. Th. Heemskerk was minister
van binnenlandse zaken in het naar
hem genoemde kabinet-Heemskerk
(1908-1913) en minister van justitie
in het lste kabinet-Ruys de Beeren
brouck (1918-1922). Was geen strij-
dersfiguur of wetenschappelijk den
ker, doch practisch politicus en
scherpzinnig jurist.
Donker Curtiusstraat
Dr. Donker Curtius (1792-1864)
werd minister van justitie in het
tijdelijk ministerie-Schimmelpen-
ninck (1848) en in het mede naar
hem genoemde ministerie de Kem-
penaer-Donker Curtius (1849). In
die tijd tegenstelling tussen Thor-
becke en Donker Curtius, die al
lengs was afgegleden in de conser
vatieve richting. Werd nog eenmaal
minister van justitie in het minis
terie van Hall-Donker Curtius (1853
-1856). Na het uiteenvallen van dit
25.000.- bij overlijden en 40.000.-
bij invaliditeit (uitkeringen ineens).
Hiervan werd aan de leden van het
personeel der vrijwillige brandweer
kennis gegeven bij schrijven van
b. en w. van 22 maart 1954.
Op 23 augustus 1958 is aan de
brandweerman W. van Son in de
uitoefening van zijn brandweerfunc-
tie een ongeval overkomen, ten ge
volge waarvan hij, wegens onvol
doende bruikbaarheid van een zij
ner benen, voor de uitoefening van
zijn beroep van boswachter, invali
de is geworden. Op grond van het
door hem ontvangen schrijven van
22 maart 1954 meent de heer v. Son
aanspraak te kunnen maken op een
uitkering ineens van 40.000.
In de polisvoorwaarden der N.V.
„Providentia" wordt evenwel het
'verlies van 't gebruik van één been
aangemerkt als gedeeltelijke invali
diteit, rechtgevende op een uitke
ring van 50% der verzekerde som
voor invaliditeit, derhalve f 20.000.-.
Dit bedrag werd dan ook van de
verzekeringsmaatschappij ontvan
gen en aan de heer van Son uitge
keerd.
De heer van Son heeft thans te
gen de gemeente een eis in rechten
ingesteld tot uitkering van het vol
ledige bedrag van 40.000.of zo
veel procent van dat bedrag als het
percentage van zijn invaliditeit zal
blijken te bedragen bij het instellen
van een ter zake in te stellen des
kundig onderzoek.
B. en w. zijn van oordeel dat de
gemeente tegen deze eis behoort op
te komen en hebben de raad voor
gesteld te besluiten tot verweer in
rechte tegen de door de heer van
Son ingestelde eis als vorenbedoeld.
dat daarop diverse Drunense spe
lers naar de „tros" stormden om
zich in de debatten te mengen. Dat
een speler in zijn op dat ogenblik
begrijpelijke verontwaardiging de
scheidsrechter tegen de grond ge
duwd heeft is niet goed te praten,
maar het is heel wat anders dan
wat U, geachte verslaggever, heeft
willen suggereren. De scheidsrech
ter heeft dit alles goed aangevoeld,
zodat het heel begrijpelijk is dat hij
het doelpunt op advies van de grens
rechter anuleerde en dat hij geen
speler naar de kleedkamer verwees.
2e. Een volgende zin uit het ver
slag: „Het spel werd hierdoor niet
gemoedelijker, doch DVC hield moe
dig stand".
In alle eerlijkheid, geachte ver
slaggever: Meent U dat? Zou U
niet beter DVC door RKC kunnen
vervangen? Een neutraal toeschou
wer zou daar meer vrede mee heb
ben. Ziet U de fouten van Uw eigen
favorieten niet meer, omdat men er
in Drunen een gewoonte van maakt
te „voetballen" op een wijze zoals
zondag j.l. gebeurd is? En komt het,
geachte verslaggever, niet meer voor
dat een ploeg die met normaal voet
bal niet kan winnen naar andere
buiten de sport en het fatsoen
liggende middelen grijpt om de
2 punten in de meest militaire zin
van het woord te „veroveren"?
3e. Ook deze zin komt in het
verslag voor: de keeper van
de gasten nam op een onsportieve
manier de centervoor van Drunen
voor zijn rekening".
Geachte verslaggever: Als U kee
per bent en er komt iemand als een
wilde op U toestormen, waardoor U
voor de keuze gesteld wordt: hij of
Dr. H. Colijn (1869-1944), beheer
de in het ministerie Th. Heemskerk
Jzn. (1908-1913) vanaf 1911 de por
tefeuille van oorlog. Als zodanig
bracht hij tot stand een wijziging
van de militiewet (1912), een land-
weerwet en 'n landstormwet (1913)
en een nieuwe legerorganisatie. In
het 2e ministerie Ruys de Beeren
brouck (1922-1925) werd hij in 1923
minister van financiën. Volgde als
zodanig een politiek van sterke be
zuiniging in uitgaven en verhoging
van inkomsten door belastingverho
ging ter bereiking van financieel
evenwicht. Was minister van kolo
niën in het 2de kabinet-Colijn (1933-
1935) en het 3de kabinet-Colijn
(1935-1937) en minister van alge
mene zaken in het 4de kabinet-Co
lijn (1937-1939). Colijn's eenzijdige
bezuinigingspolitiek kon op de duur
geen bevrediging schenken. Toen
ook op het onderwijs sterk werd be
zuinigd, wat opheffing van vele
scholen dreigde teweeg te brengen,
lieten ook partijgenoten hem in de
St66k
Kort na de inval der duitsers be
ging Colijn de fout, in een brochure
„Óp de grens van twee werelden"
uiting te geven aan de verwachting,
dat Duitsland op het vasteland van
Europa de grootste macht zou blij
ven. Ten onrechte heeft men hierin
een onvaderlandslievende houding
gezien. In 1941 is hij door de duit
sers gevangen genomen, werd te II-
menau geïnterneerd en overleed
daar plotseling in 1944.
Dr. de Visserstraat
Dr. J. Th. de Visser (1851-1932)
trad in 1918 toe tot he tie ministerie-
Ruys de Beerennbrouck en beheer
de daarin het nieuw-ingestelde de
partement van onderwijs, kunsten
en wetenschappen. Bracht als zo
danig de lager onderwijswet 1920 tot
stand, welke de financiële gelijk
stelling bracht tussen de openbare
en bijzonder eschool. Was ook in 't
2de ministerie-Ruys de Beeren
brouck minister van o.k.w. (1922
1925). Schreef een standaardwerk
„Kerk en Staat".
Talmastraat
Ds. A. S. Talm a (1864-1916) ijver
de voor sociale hervormingen en
vermeerdering van staatkundige
rechten voor de arbeiders. Werd mi
nister van landbouw, nijverheid en
handel in het ministerie Th. Heems
kerk (1908-1913). Het is in deze hoe
danigheid dat Talma baanbrekend
werk heeft verricht op sociaal ge
bied.
Dr. Dreesstraat
Dr. W. Drees, geboren in 1886,
was van 1907 tot 1919 als stenograaf
in dienst der staten-generaal. Was
voorzitter van de federatie Den
Haag van de s.d.a.p. In de na-oorlog-
se tijd stond hij mede aan het hoofd
<//J
se zaken in het ministerie Pierson-
Goeman Borgesius (1897-1901), in
welke functie door hem tót stand
werden gebracht de leerplichtwet,
de woningwet en de gezondheids
wet. Bekleedde van 1913-1917 het
voorzitterschap der tweede kamer.
van Bossestraat
Mr. P. P. van Bosse (1809-1879)
was een onzer meest verdienstelijke
financiers en zevenmaal minister.
Aan zijn beleid is mede te danken
de hervorming van het postwezen.
Als minister en ook als kamerlid
heeft hij geijverd voor hervorming
van het belastingstelsel in de geest
van afschaffing der accijnzen.
Ir. Lelystraat
Ir. C. Lely (1854-1929) kwam in
het ministerie van Tienhoven-Tak
van Poortvliet (1891-1894) aan het
hoofd van het nieuw-ingestelde de
partement van waterstaat, handel
en nijverheid. Bekleedde dezelfde
functie in het ministerie Pierson-
Goeman Borgesius (1897-1901) en
die van minister van waterstaat in
het ministerie Cort van der Linden
(1913-1918). Was vooruitstrevend
liberaal. Zijn naam is verbonden aan
de ongevallenwet 1900, de eerste wet
op het gebied der sociale verzeke
ring, de waterstaatwet 1900 en de
zuiderzeewet. Lely was van 1920
1925 gouverneur van Suriname.
de Savornin Lohmanstraat
Jhr. A. F. de Savornin Lohman
(1837-1924) heeft in het rechtse mi-
nisterie-Mackay (1888-1891) gedu
rende ruim 1 jaar het ministerschap
van binnenlandse zaken bekleed. In
1894 treedt de Savornin Lohman uit
de a.r.-partij en vormt de vrije an
tirevolutionaire partij, in 1908 met
andere groepen samengevoegd tot
de christelijk historische unie. Was
krachtig voorstander van financiële
gelijkstelling openbaar en bijzonder
lager onderwijs. Bekend is zijn boek
„Onze Constitutie", waarin hij de
ministerie wegens innerlijke ver
deeldheid, ging hij uit de politiek.
Cort van der Lindenstraat
Mr. P. W. A. Cort van der Linden
(1846-1935) werd minister van jus
titie in het ministerie Pierson-Goe-
man Borgesius (1897-1901). Bracht
als zodanig in 1901 de kinderwetten
tot stand. Toen in 1913 de verkie
zingen een linkse meerderheid op
leverden en nochtans geen links mi
nisterie kon worden gevormd door
dat de s.d.a.p. weigerde ministers
zetels te bezetten, vormde Cort van
der Linden zijn „kabinet van de
volkswil" (ministerie Cort van der
Linden, 1913-1918), waarin hij zelf
de portefeuille van binnenlandse
zaken bezette. Onder dit ministerie
kwam in 1917 de grondwetswijzi
ging tot stand, welke dank zij t
sluiten van een „godsvrede" tussen
rechts en links zowel het alge
meen kiesrecht en de evenredige
vertegenwoordiging als de financië
le gelijkstelling tussen de openbare
en bijzondere school bracht.
Piersonstraat
Dr. N. G. Pierson (1839-1909) was
minister van financiën in het mi
nisterie van Tienhoven-Tak van
Poortvliet (1891-1894) en in 't mede
naar hem genoemde ministerie Pier-
son-Goeman Borgesius (1897-1901).
Bracht in zijn ministertijd belastnig-
hervormingen tot stand en bevor
derde de oprichting van het cen
traal bureau voor de statistiek. Is
wellicht onze grootste economist ge
weest.
(Wanneer binnenkort de nieuwe
tot heden bijgewerkte plattegrond
van Waalwijk, door Waalwijks Be
lang wordt uitgegeven, zal men ook
deze straten vinden aangegeven).
INVALIDE BRANDWEERMAN
PROCEDEERT
TEGEN GEMEENTE
Op 28 september 1956 werd door
de gemeenteraad vastgesteld een
regeling inzake verzekering van het
personeel der gemeentelijke vrij
willige brandweer.
Deze regeling schrijft o.m. voor,
dat het personeel der gemeentelijke
vrijwillige brandweer voor rekening
der gemeente tegen ongevallen en
invaliditeit wordt verzekerd op de
voet van door burgemeester en wet
houders, de commandant der ge
meentelijke vrijwillige brandweer
gehoord, vast te stellen uitkeringen.
Deze uitkeringen bedragen, ingevol
ge een met de N.V. Algemene Ver
zekering Maatschappij „Providen
tia" te Amsterdam gesloten collec
tieve ongevallenverzekering ten be
hoeve van het brandweerpersoneel:
BUSVERBINDING
Naar aanleiding van „Uw Mening"
in dit blad van 17 dezer over de bus
verbinding, wil ik u het volgende
vragen: Indien Waalwijk een trein
verbinding had, dan zouden die
vriend en die aardige schoonmoeder
geen half uur hoeven te lopen. Wat
betreft de fietsen die daar staan te
wachten op de terugkomst van hun
bezitters, dat komt omdat er geen
fietsenstalling is. In Den Bosch, Til
burg en Breda gaan ook honderden
mensen met de fiets naar het sta
tion, maar daar heeft men een fiet
senstalling zoals vroeger hier, toen
de trein nog reed. Wat betreft die
bushalte dichter bij huis, we kun
nen toch niet verlangen dat de bus
door iedere straat komt, want dan
wil ik de mening wel eens horen
van de mensen die naar en van hun
werk gaan.
Vindt u het zo gek dat iemand uit
Baardwijk, die in Drunen werkt,
zijn fiets neemt? Ik zelf reis heel
veel met de bus en de trein, maar
ook in de trein moet men heel vlug
zijn, wil je een zitplaats hebben.
Een Waalwijker.
Naar aanleiding van het verslag
van de voetbalwedstrijd RKDVC
RKC in de Echo van maandag j.l.,
zou ik gaarne enige opmerkingen
willen maken.
Ie. In het verslag stond letterlijk
't volgende: „Op dat moment kreeg
hij (de scheidsrechter) een opdoffer
van een van de gasten, zodat hij te
gen de grond belandde. Na wat heen
en weer geduw, was alles weer
gesust en werd het spel tot ieders
verbazing hervat met een scheids
rechterbal in het doelgebied; dus
geen doelpunt, en zonder ook maar
iemand naar de kleedkamer te ver
wijzen".
Was het niet als volgt, geachte
verslaggever?
Een der Drunense voorhoedespe
lers stompte de bal met de volle
vuist naar het RKC-doel, iets wat
90% van de toeschouwers duidelijk
gezien heeft. Toen werd de bal nog
weggewerkt: is hij daarbij de doel
lijn gepasseerd? Nadat de scheids
rechter naar het midden had gewe
zen, vlogen alle RKC-spelers naar
hem toe: het bekende verschijnsel
bij een doelpunt waar een luchtje
aan zit, even normaal als het feit
ik, wat zou U dan doen? Durft U
vervolgens te zweren dat dit met
opzet gebeurd is? De scheidsrechter
heeft n.l. niets onreglementairs ge
constateerd!
4e. De slotfase van het verslag
luidt als volgt: „Al met al een wed
strijd die veel beter gespeeld had
kunnen worden als de gemoederen
niet zo heet waren geweest en de
spelers zich gedragen hadden zoals
dat een sportman behoort".
Zeer mooi geschreven, geachte
verslaggever, en volkomen waar.
Maar welke belangstellende lezer
kan uit een verslag opmaken dat
ook door de Drunense ploeg onspor
tief gespeeld is? Van ons elftal wor
den feiten genoemd met man en
paard. Mag ik dan op deze plaats
de lezer bekend maken met enkele
DVC-daden?
a. Toen onze midvoor op vrij
brutale wijze gevloerd werd door de
Drunense stopper, als gevolg waar
van hij even later het veld moest
verlaten, hoorde ik een andere
DVC-achterhoedespeler zeggen:
„Geeft niks, daar hebben we geen
last meer van".
b. Toen een Drunense achter
hoedespeler een bal naar voren
knalde, sprong een der voorhoede
spelers op onze stopper toe, nota-
bene nog vóórdat de bal in de buurt
was, op een manier die mij 'n ogen
blik deed denken: „Is er nou^ ineens
een stier mee komen doen?"
c. Na afloop van de wedstrijd
heeft onze doelman een ernstige po
ging gedaan heelhuids de kleedka
mer te bereiken, waar in hij on
danks enkele verwoede Drunense
aanvalspogingen wonder hoven
wonder geslaagd is.
Ik zou U tot slot nog een raad
willen geven, geachte verslaggever:
Wanneer U een verslag schrijft, doe
dat dan zo objectief mogelijk. Doe
het anders nooit meer!
F. PASSIER
Eerste elftalspeler van R.K.C.