FILMJOURNAAL
Luxor
m SUNIL
WASDAG - SUNILDAG
Musis Sacrum
7 SUNIL
l/Uaalwy La aal&eh
m
MAC MUZZLE EN HET GEHEIM VAN DE GOUDEN D0EDH
1
5itannibal
AANBOD ARBEIDSKRACHT)
IETS BESTEGEN
WASMIDDEL
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 11 AUG. 1961
GARAGE VAN MOSSEL
VERHUUR
BUITENLAND
1
Abonneert U
op dit blad
DE VISSER VAN
FLORIDA
„GRENSPIRATEN"
Drie broers terroriseren een dorp
je ergens in het ruige Wilde Westen
van Amerika en Buchanan (Ran
dolph Scott), die vanuit Mexico in
SUN3I.1K50Q
JHHaHHBflHffBHBHHHHHHHHH
het plaatsje binnenkomt, moet al
spoedig ervaren wat dat betekent.
Een zoon van een der drie broers
heeft een Mexicaans meisje belaagd
en haar broer Juan komt genoeg
doening eisen. De belager valt in 't
gevecht met de jonge Mexicaan en
dan zijn de poppen aan het dansen.
De jonge Mexicaan wordt door een
der broers, die de functie van she
riff uitoefent, geyangen genomen
en door een ander van het illustere
drietal, die rechter is, ter dood ver
oordeeld. Buchanan, die de jonge
Mexicaan te hulp is gekomen, wordt
vrijgesproken, maar krijgt aanzeg
ging het dorp te verlaten. Bucha
nan gaat, maar komt natuurlijk te
rug. Inmiddels zijn de sheriff en de
rechter bezig om van de vader van
de jonge Mexicaan een hoog losgeld
in de wacht te slepen, waarbij ech
ter de een de ander een loer wil
draaien. De begeerte bij de drie
broers naar het geld wordt ten slot
te zo groot, dat zij elkaar in een
dodelijk gevecht te lijf gaan, waar
na het dorp voorgoed van alle na
righeid is verlost.
Een pittige western zonder de
traditionele mooie joffer als belo
ning voor de held van het verhaal.
Van vrijdag tot en met zondag.
Toegang 14 jaar.
„De KNEUSJES
VAN HET REGIMENT"
Vijf Britse soldaten en een majoor
worden er op uit gestuurd om sheik
Fazim te beschermen tegen de sno
de en ongezonde plannen van zijn
broer Mahmoud. Zij begeven zich
daartoe naar Darawa, maar omdat
het nachtleven daar zijn wildste
vorm vindt in zwijgende inboorlin
gen rond een Turkse pijp, sturen zij
alras een telegram naar de Britse
resident dat in Darawa alles rustig
is. Zij komen echter op hun visie
terug wanneer zij de harem van de
sheik ontdekken, via een onderaard
se gang daarin weten door te drin
gen en de daar aanwezige dames
met hun gezellige kout bezighouden.
Ze vinden het dan ook helemaal
niet leuk wanneer ze te horen krij
gen dat ze zullen worden terugge
roepen wanneer er in Darawa geen
olie wordt gevonden, want om de
olie is het de snode Mahmoud na
tuurlijk te doen. Het vijftal reikt
daarom moeder natuur de hand en
giet wat olie in het boorgat, waar
op Mahmoud met zijn wilde horde
natuurlijk direct in actie komt. Sol-
daten, harem en sheik weten echter
via een onderaardse gang 't Britse
fort te bereiken, waar zij zich moe
dig weren tegen de overvallers. De
rebellen blazen ten slotte de poort
op en boren daarmee meteen een
oliebron aan, hetgeen hen angstig
op de vlucht doet slaan, tot grote
vreugde van sheik, Engelsen en de
vrolijke dames.
Een amusante en dolle Engelse
soldatenklucht, waarmee men zich
uitstekend zal amuseren.
Maandag en woensdag.
Toegang alle leeftijden.
„HANNIBAL"
Een van de meest spectaculaire
figuren uit de grijze oudheid is on
getwijfeld de Carthaagse veldheer
Hannibal geweest, die legendarische
beroemdheid verwierf door zijn
stoutmoedige tocht over de Alpen
in 218 v. Chr. Met een enorme troe
penmacht en zelfs met olifanten
trok Hannibal na de 2e Punische
oorlog de Alpen over. Wel leed hij
zeer zware verliezen aan mensen
en materiaal, maar zijn strijdmacht
was nog sterk genoeg om de Romei
nen bij Trebia en later in de grote
slag bij Cannae vernietigend te ver
slaan. Op de duur echter was zijn
toestand onhoudbaar, want verbin
dingslijnen met het vaderland had
hij natuurlijk niet. Na zware ge
vechten en ernstige verliezen trok
hij zich terug in de zuid-west-hoek
van Italië, waar hij later door de
Romeinen werd verslagen.
Over Hannibal's stoutmoedige Al-
pentocht en zijn zegevierende veld
tocht hebben de Italianen een bij
zonder knappe film gemaakt, uiter-
WAALWIJK TEL. 04160-2519
AUTO- EN KAMPEERWAGEN.
SUN 31. IK 50 B
aard sterk geromantiseerd. Want
wanneer Hannibal in de Po-vlakte
aankomt, komt hij in contact met
de mooie Silvia (Rita Gam), nicht
van de Romeinse senator Fabius
Maximus. Hannibal (Victor Mature)
voelt zich direct tot haar aangetrok
ken en de liefde blijkt al spoedig
wederzijds. Het meisje keert weer
naar Rome terug, maar zij voelt
zich zo sterk tot Hannibal aange
trokken, dat zij weer bij hem te
rugkomt. Wanneer ten slotte echter
Hannibal's vrouw en zoontje op het
toneel verschijnen, is voor Silvia 't
geluk ten einde, ofschoon Hannibal
beweert dat hij omwille van haar
van alles afstand wil doen. Silvia
keert terug naar Rome, waar zij als
landverraadster ter dood wordt ver
oordeeld.
Een boeiende en avontuurlijke
film.
Toegang 14 jaar.
Van vrijdag tot en met zondag.
„DE ONSTUIMIGE REBEL"
Rock Hudson en Barbara Rush in
een spannend en avontuurlijk film
verhaal, dat zich afspeelt tijdens de
Ierse vrijheidsstrijd in 1815. Hud
son zien we als de jeugdige en on
stuimige rebellenkapitein en Barba
ra Rush als de dochter van de re
bellenleider Doherty (Jeff Morrow)
Dit drietal krijgt menig avontuur en
menig benauwd ogenblik te bele
ven, maar telkens weer opnieuw
weten zij te ontsnappen aan de En
gelse dragonders. De beloning voor
al het vechten is voor Rock Hudson
natuurlijk een huwelijk met de
knappe dochter van de „baas".
Zondagmiddag 3 uur.
Toegang 14 jaar.
„DE KINDERRECHTER"
Heinz Rühmann, die we kennen
uit talloze humoristische en licht
voetige filmverhalen, levert in deze
ernstige film een sublieme hoofdrol
vertolking als kinderrechter. We
zien hem als de fijnbesnaarde psy
choloog, die afschrikwekkende ver
oordelingen van de hand wijst en 't
zoekt in mild begrip voor zijn jeug
dige delinquenten. Wanneer hij
echter de jonge en knappe Inge
Schumann (Karin Baal), die door
louche vriendjes als lokvogel is ge
bruikt in een chantagegeval, tot de
zware straf van acht maanden ver
oordeelt, heeft hij daar een goede
reden voor. Hij wil haar voor lange
re tijd aan verderfelijke invloeds
sfeer van haar ontspoorde vrienden
onttrekken. Dat gebeurt ten slotte
echter toch niet via een gevangenis
straf, maar in het huis waar de kin
derrechter in pension is. Inge krijgt
hier een betrekking als dienstmeis
je en hier keert zij ook terug op
het goede pad.
Een bijzonder goede film, fijn van
toon en sfeer.
Maandag, dinsdag en woensdag.
Toegang 14 jaar.
„A C ALS LOODGIETERS"
Abbott en Costello storten zich in
dit dwaze verhaal met hartstocht op
het schone loodgietersvak, maar
nuttig effect hebben hun activitei
ten op dit gebied overigens niet.
Via enkele rare avonturen worden
zij uitgenodigd voor een vossen
jacht, maar in plaats van op vossen,
gaan zij ten slotte jagen op twee
schurken die een beroemd schilderij
gestolen hebben. Het wordt 'n even
sensationele als kostelijke achter
volging in een brandweerauto.
Voor de jeugd een film om het
hart aan op te halen.
Dinsdagmiddag 3 uur.
Toegang alle leeftijden.
„LEVEN IN DE BROUWERIJ"
In het kader van het vakantie
jeugdwerk „Vakantievreugd voor
Waalwijks jeugd", wordt op donder
dag 17 augustus a.s. in Musis Sa
crum een serie bioscoopvoorstellin
gen voor de jeugd gegeven, n.l. om
10, 2 en 4 uur. Vertoond zal worden
de film „Leven in de brouwerij",
met de beroemde komiek George
Formby in de hoofdrol. Er komt in
derdaad leven in ide brouwerij en
de jeugd zal zich met deze film dan
ook uitstekend amuseren.
EICHMANN ZETTE HITLERS'
MISDADEN VOORT
Gideon Hausner, de Israëlische
openbare aanklager in het proces
tegen Adolf Eichmann, is dinsdag
ochtend zijn requisitoir begonnen.
Hij vergeleek de beklaagde met Hit-
Ier. Eichmann leek op hem en han
delde als Hitier, zo verklaarde hij.
Het proces is dinsdagochtend her
vat na een onderbreking van vijf
tien dagen in verband met ziekte
van rechter Benjamin Halevi, een
van de drie Israëlische rechters.
Men verwacht dat het requisitoir
van Hausner drie dagen zal duren.
„Eichmann, die hier terecht staat,
zette de misdaad voort die Hitier
aan hem had toevertrouwd, aldus
Hausner; hij was het instrument
van de destructieve macht. De
schaduwen van Hitier en diens me
deplichtigen staan hier om ons
heen.
Eichmann, die er aanvankelijk
kalm en uitgerust uitzag, leunde
wat naar voren in zijn glazen ruim
te, toen de openbare aanklager zijn
misdaden opsomde: „vervolging,
marteling, onmenselijke behande
ling, vernedering van de joden".
Zenuwtrekken gleden over zijn ge
zicht, toen Hausner vervolgde
„Adolf Eichmann heeft dit allemaal
aangehoord, hier, uit de mond van
overlevenden, maar zelfs na zestien
jaar horen we geen enkel woord
van spijt of berouw. In plaats daar
van waren zijn verklaringen volle
dig in overeenstemming met de be
kende nazi-opvatting, met de cyni
sche verklaring dat de oorlog tegen
het jodendom aan het Duitse volk
was opgedrongen. 1
Het verkeer in onze te kleine Gro
testraat heeft nog nooit zo „lekker"
gezeten als in deze dagen, nu drie
kwart van onze goede medeburgers
in wollen borstrokken bruin zit te
worden in Zoutelande, Katwijk en
andere vaderlandse vakantiecentra.
Durven we in de overige weken van
het jaar de dag nooit te prijzen voor
de avond, vandaag gaan wij, achter
blijvers, extra vaak de Grotestraat in
om eens „lekker hard te doen'. Ik
ken automobilisten, die, geen vakan
tie hebbende, met enorm veel plezier
en zomaar een paar maal per dag de
Grotestraat nemen in een voor deze
straat alleen maar gedroomde snel
heid. „Heerlijk is dat!", vertrouwde
een van hen mij toe. „Je kunt er nu
zo lekker doorheen knallen zonder
op elke vijftig meter te moeten stop
pen voor alle mogelijke opstoppingen.
Het is de heerlijkste week van het
is»
jaar!
Ik kan daar volledig inkomen en
als ik automobilist was, zou ik nu
ook „wraak" nemen op die anders
zo vijandige 'en onhandelbare Grote
straat, die door onze voorouders in
een wat te krap pakje is gestoken en
voor ons wel altijd een zorgenkind
zal blijven. Maar eens per jaar wordt
zij voor luttele dagen een boulevard
en ik kan me dan ook voorstellen dat
de autobezitters dan hun karretje
briesend de weg oprijden met de ge
dachte „en nou neem ik 'm in één
ruk!" Ik hoop maar dat alle mensen
die nu weg zijn dit niet onder ogen
krijgen, want dan gaat 't volgend jaar
iedereen thuisblijven.
Chapiter twee van deze stille week
is - en nu voor de laatste maal -
de winkelsluiting, waarmee we dus
weer midden in de dorpse sfeer zit
ten. In mijn laatste dagboekblad heb
ik u meegedeeld dat het HKW het
betreurde nooit contact te hebben
kunnen krijgen met het bestuur van
de r.k. middenstandsvereniging om
eens over de personeelsbelangen te
praten in het kader van de winkel
sluiting. Er is ook nooit om dit con
tact gevraagd, zo heeft mij de voor
zitter van de middenstandsvereniging
thans verteld Waarmee de zaak dus
nog weer vreemder wordt, ofschoon
het er weinig toe doet of er nu wel
of geen contact met elkaar is opge
nomen. Hoofdzaak is dat dit contact
dan zo spoedig mogelijk tot stand
komt.
Verder ben ik in deze winkelslui
tingsmaterie op een eigenaardige te
genspraak gestuit. Bij enig terugbla
deren in de geschiedenis kwam ik na
melijk het verslag van de raadsverga
dering van 28 jan. 1960 tegen en
daarin las ik dat de heer van Mossel
veld, voorzitter van de KAB, aan de
voorzitter de vraag stelde waarom de
winkelsluiting niet verschoven kon
worden van dinsdagmiddag naar
maandagmorgen. Hij achtte dit na
melijk veel beter met het oog op het
bezoek van vreemdelingen aan Waal
wijk. Nu circa anderhalf jaar later
keert deze zelfde heer v. Mosselveld
zich tegen een winkelsluiting op
maandagmorgen. Hij was namelijk
een der tegenstemmers tegen het
voorstel van b w om tot een gedif
ferentieerde winkelsluiting te komen,
terwijl hei toch eigenlijk zo had moe
ten zijn dat de heer van Mosselveld
een warm pleidooi had moeten voe
ren voor de algehele winkelsluiting
op maandagmorgen
Kort van memorie of politieke
koerswijziging
Het tweede vreemde ding is, dat
in diezelfde raadsvergadering van
28 jan. 1960 de heer Meijs, voorzit
ter van de r.k. middenstandsvereni
ging, ook een lans brak voor de
maandagmorgensluiting. De midden
stand is daar altijd voor geweest, al
dus de heer Meijs, maar een desbe
treffend voorstel werd destijds getor
pedeerd.
Intussen zal de heer Meijs wel een
andere mening over „zijn" midden
standers gekregen hebben, misschien
ook wel helemaal geen mening, want
wie kan hier nu nog een touw aan
vastknopen
Wie zei er dat vrouwen wispeltu
rig zijn
Gew. Arbeidsbureau Waalwij
Evenals praktisch overal «u.
heeft zich ook in het district v,
Gew. Arbeidsbureau Waalwijk i»,
maand juli een kleine stijging
het aanbod van arbeidskrarb
voorgedaan. Deze stijging is eel
de maanden juli en augustus j
lijks voorkomend verschijnsel i
gevolg van het beëindigen I
schoolopleidingen. Het betreft h]
dus een aanbod van jeugdige)
beidskrachten en moet gezien J
den als een zuivere wrijvingsJ
loosheid, die heel spoedig zal
opgeheven. Het aanbod in het'1
west Waalwijk steeg in juli vair
naar 147. Deze stijging deed i
vooral in het rayon Almkerk vl
(van 36 naar 64) als gevolg vanll
gereedkomen van enkele kleW
grondwerken en het einde van S
erwtencampagne. In 't rayon fj
wijk was de stijging van geen-
tekenis (van 51 naar 56), event
als in het rayon Dongen (van
naar 27).
Als gevolg van deze stijging is
pro millage-cijfer der werkloos®
over de maand iets hoger komen
liggen; landelijk 10 p.m. (8) m,
vmciaal 9 (7) en gewestelijk 6
voor de drie rayons van het gei
Waalwijk lag het pro millage-c®
als volgt: Waalwijk 5 (5), Alml®
9 (5) en Dongen 4 (3). De cijfc
tussen haakjes geven het p.m.-cijt
over de maand juni aan. Het 1#
ste werkloosheidscijfer in de pi
vincie over de maand juli werdg
noteerd in Cuijk, n.l. 5 p.m.; daar
volgt Waalwijk met 6, Tilburg t1
7, terwijl de hoogste cijfers lagen
Helmond-Deurne (11) en Breda, I
ten en Bergen op Zoom (evenée;
De totale vraag in het district vj
het G.A.B. Waalwijk daalde t;
1811 naar 1790 (1170 in rayon Wai
wijk, 488 in rayon Dongen en 132:
rayon Almkerk). Voor de diver
bedrijfstakken lag het vraagcijfe
als volgt: bouwnijverheid 192 (211
schoen en leder 998 (1032), meter
nijverheid 353 (340), landbouw
(3), losse arbeiders 10 (6) en oir
rige beroepen 234 (229). De cijfer
tussen haakjes hebben betrekke!
op de maand juni.
Op het G.A.B. te Waalwijk mee
men dat er ten aanzien van
schoen- en lederindustrie sympt-
men zijn die wijzen op enige aam
ling in de conjunctuur.
92.
Intussen had inspecteur d'Houw-
deeghen rapport uitgebracht aan
commissaris Money de Pénoze.
„Goed werk, d'Houwdeeghen",
prees de commissaris. „Alleen
jammer, dat de Kille en Heinrich
ontsnapt zijn. Erg jammer zelfs.
Dat zijn immers de lui, die mij
in die holle boeddha hebben ge
stopt. Maar we krijgen ze nog
wel. Worden ze gezocht?" „Na
tuurlijk", antwoordde de inspec
teur. „We patrouilleren overal,
doen huiszoekingen op verdachte
adressen". „Gooi er ook een
paar razzia's in", stelde de com
missaris voor. „Die gaan er al
tijd in als koek". „Ik ga het
meteen doen, commissaris", zei
inspecteur d'Houwdeeghen. „U
hoort er nog wel van". En met
die woorden stoof de wakkere
kerel de kamer uit. „Opge
ruimd staat netjes", lachte de
commissaris en uit een kastje
haalde hij een fles, enkele g
en een kist sigaren te voorschijn.
„Eindelijk tijd voor een rustij
babbeltje. Kan ik U dienen?"
Dat was aan geen dovemansoren
gezegd en even, later zaten ze
lemjaal gezellig bij elkaar met
glaasjes en sigaren in mond en
hand. „Hoe wist U eigenpjl
dat ik in die holle Boeddha i
meneer Mie Yah Pa?" vroeg
commissaris tussen twee slokken
in.
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
RICHARD POWELL
50)
HOOFDSTUK IX
DE HAAI KRIJGT ZIJN DEEL
Ik vocht tegen de hand, die mijn
mond dicht hield, maar Harry was te
veel in het voordeel. Arab schreeuw
de:
„Bij Punta Rassa". Aan de mon
ding van de rivier. O, haal hem alsje
blieft binnen boord! Een kreek, vlak
bij de vissershuisjes. Ik kan je er
heen brengen!"
Ik staakte mijn pogingen. Ze was
bijdehand genoeg, zelfs als was ze
doodsbang. Ik had moeten begrijpen,
dat ze een valse inlichting zou geven.
Het betekende tijdwinst voor ons.
„Heb ik niet dadelijk gezegd, dat
ze het wist", mompelde Harry.
„Ik ken die kreek", zei Chuck.
„Hoe komt het, dat je de woonschuit
daar niet gezien hebt?"
„Dacht je soms", zei Harry, „dat
ik iedere kreek en geul in gevaren
ben? Dat zou me minstens een paar
dagen gekost hebben."
Hij liet mijn mond los, ik rukte
mijn hoofd opzij en riep
„Er is niks gebeurd met mij! Dat
schreeuwen was een foef van Harry!
Ik kon je niet waarschuwen - waar
om heb je 't ze verteld?"
„Ik kon er niets aan doen", sta
melde Arab. „Ik... ik..." Ze barste
in huilen uit.
„Zo, dat is dat," zei Harry. „Geef
me effe een anker, dan hang ik het
aan die kabel en kunnen we hem met
een lozen".
„Geen sprake van", zei Chuck,
„eerst die woonschuit. Haal hem op".
Harry gromde wat, maar haalde
me toch omhoog, waarna hij me weer
in de visstoel kwakte.
„Zal ik naar Punta Rassa varen?"
vroeg hij.
„Ik ga wel," zei Chuck. „Jullie
blijven hier. Da's veiliger. Ik neem
hun motorboot. Hij is niet erg ge
deukt."
„Zoals je wilt", zei Harry. „Ik
kon anders net zo goed gaan".
„Ik doe het", zei Chuck. „Help
me even die twee vrouwen en dat
kind hierheen te brengen, dan hoef
je maar naar één kant op te letten."
Ze gingen naar de brug, haalden
Georgia, brachten haar naar de an
dere visstoel en haalden daarna Arab.
Ik vroeg me af, waarom Chuck er
op stond, zelf naar Punta Rassa te
gaan. Daar moest iets achter zitten;
feitelijk had ik verwacht, dat hij zelf
op het jacht zou blijven om Arab en
Georgia lastig te vallen. Het kon wei
nig uitmaken of hij de woonschuit
vond of Harry. Misschien wilde hij
zich zelf overtuigen, voor het geval
de woonschuit er niet was. Hij was
wellicht bang dat Harry regelrecht
naar Cuba zou oversteken, indien het
er naar uitzag, dat de politie de
schuit had weggehaald. Misschien
had Chuck ook wel andere plannen
met Harry.
Ze legden Arab een paar voet van
mij vandaan op het dek en Sherry
een eindje verder. Zo vormden we
een kring, maar we bevonden ons
niet dicht genoeg bij elkaar om elkaar
los te maken.
Chuck nam het geweer en begon
de twee boten achter het jacht dich
terbij te trekken.
„Laat mij liever dat geweer hou
den" zei Harry. „Je hebt toch een
revolver".
„Wie weet of ik ze niet allebei
nodig heb", bromde Chuck.
„Dan houd ik niks over."
„Je hebt toch je mes en je speer",
snauwde Chuck. „Of is dat niet ge
noeg om twee vrouwen en een kind en
die sufferd van een Blake in bedwang
te houden, als ze bovendien nog vast
gebonden liggen?"
„Voor hen is het meer dan ge
noeg".
„Waarom heb je dan nog meer
nodig?" vroeg Chuck zacht.
„Nou", mompelde Harry, „als nou
stel eens dat de Kustwacht er
aan komt?"
„Die maak je toch niet bang met
een geweer. Tot over een uur".
Chuck liet zich langs de achter
steven in Harry's boot zakken, haal
de onze motorboot naar zich toe en
klom aan boord. De motor sloeg aan
en begon te ronken. Hij wierp de
vanglijn los en zwenkte weg in de
richting van het licht op Sanibel Ei
land. Harry keek hem zwijgend na.
Harry was niet achterlijk. Hij wist
wel dat hij er lelijk op stond, als de
politie de woonschuit te pakken had
gekregen, want het zou ze niet veel
tijd kosten om er achter te komen dat
hij er de eigenaar van was. En, afge
zien van ons vieren, was Harry de
enige, die Chuck in moeilijkheden kon
brengen. Dat maakte het nog lelijker
voor hem en daarvan moest hij zich
wel degelijk bewust zijn. Aan de an
dere kant zou Harry wel inzien, dat
indien Chuck de woonschuit met zijn
lading terug vond, zij met ons kon
den afrekenen en onbezorgd hun be
drijf voortzetten. Natuurlijk wist hij
niets af van de brief, die ik aan de
politie had geschreven.
Harry ging de kajuit in, haalde
zijn speer en ging een eindje van ons
vandaan op het dolboord zitten. Hij
haalde een wetsteentje uit zijn zak en
begon de weerhaken van de speer te
slijpen. Ik wrong weer totdat ik mijn
polsen op de rand van de stoel had
en begon langzaam op en neer te
wrijven tegen het korreltje vernis.
Boven mijn polsen begon een gevoel
van pijn door te breken.
„Wat die haaien aangaat..." zei
Harry. „Ik wist wel, dat zo'n kleine
je niks zou doen, maar als ik die
kleine aan mijn speer kan krijgen en
hem bloedend en wel in het water laat
drijven, dan zijn er zo een paar grote
in de buurt."
„Ik zou het restje van mijn leven
maar niet bezwaren met een moord",
zei ik.
„Geen sprake van. Steek die boot
van je in brand, laat 'm drijven en
zorg dat het vuur de benzinetank be
reikt. Wie zegt, dat je niet een onge
luk hebt gekregen? Zoiets gebeurt zo
vaak". Hij beeindigde het slijpen van
zijn speer, raapte de rest van de poon
op en haalde van beneden nog twee
vissen.
„Ik denk, dat ik die haai maar eens
te grazen ga nemen", zei hij. „Ik ga
naar de voorplecht. Ik kan alles zien
wat er hier gebeurt. Wie een gijntje
uithaalt, krijgt die speer in zijn lijf,
in plaats van de haai". Hij ging nai
voren.
Arab keek mij aan en zei
„Kon ik maar tegen je aan
nen".
„Niet proberen", fluisterde ik, „5
ben bezig met dat snoer om mijn
sen. Doe niks dat zijn argwaan ka
wekken of hem boos kan maken. Ei
blijf gewoon doorpraten."
„Als we hier ooit nog uitkomen
zei Sherry snikkend, „dan sturen»
me toch terug naar Cuba.
„Geen sprake van", zei Georgia
„We zullen je onder onze hoede ne
men, totdat we kunnen bewijzen dal
je een Amerikaanse bent."
i i
„Dat helpt toch niets", zei Sherry
„Ik zal natuurlijk vergissingen
gaan. Dat doe ik altijd. Zoals met da
woord W.C., of toen ik jullie verte!
de, dat mijn oom elft ving".
„Hoe kom je aan dat woord elft?!
vroeg Arab.
„O, dat weet ik niet."
„Dat soort vis komt toch in EurO'
pa niet voor, wel?" zei Arab.
„Ik kan er me niets van herin®
ren", zei Sherry. „Ik denk, dat mij'
vader me wel eens verteld heeft, h®
lekker elft was.
(Wordt vervolgd)