Lektuurvoorziening in Brabant volop in beweging
MAC MUZZLE EN HET GEHEIM VAN DE GOUDEN B0EDI
a
STASSAR BRILLEN
BETERE BRILLEN
BUREAU JAN TUERLli
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 28 AUG. 1961
BIBLIOTEKEN IN BRABANT
BIBLIOTEEK- ASSiSTENT(E)BOEIENDE EN INTERESSANTE TAAK
Onder de titel ,,Entre Deux" heeft de Stichting Bibliotheekoplei
ding in Noord-Brabant een voortreffelijk verzorgde brochure het
licht doen zien over de opleiding tot bibliotheek-assistent(e).
Omdat slechts weinigen zullen weten welk een belangrijke, boeien
de en interessante taak er voor de jeugd in het bibliotheek-wezen
in onze provincie ligt, menen wij er goed aan te doen aandacht te
wijden aan de ontwikkeling van de lektuurvoorziening in onze pro
vincie in het algemeen en aan de opleiding tot bibliotheek-assis-
tent(e) in het bijzonder.
BOEK WEINIG IN TREK
Naar verscheidene onderzoekingen
hebben aangetoond, is de kulturele
ontwikkeling niet de sterkste kant
van de Brabantse bevolking; men
heeft hier tot voor enige tijd wel an
dere zorgen gekend dan die voor zijn
kulturele peil. De betrekkelijk gerin
ge hoogte daarvan werd in een K.S.
K.I.-rapport van januari 1957 over
de Brabantse bevolking in vrije tijd en
rekreatie geïllustreerd.
Op het punt van lezen zonder meer
vertoonde Brabant geen achterstand.
Onder de 10 onderscheidene rekrea-
tie-kategorieën (lezen, sport, muziek,
handenarbeid, kaarten, etc.) droeg
het lezen bij de mannen overal de
hoogste - en bij de vrouwen in ieder
geval hoge percentages weg. Maar
waar het ging over het lezen van boe
ken liep Brabant wel achter. Vooral
arbeiders en boeren op het platteland
hadden daarvoor weinig belangstel
ling.
Het eigen boekenbezit lag in onze
provincie beduidend lager dan gemid
deld in Nederland. De bibliotheken
bevatten proportioneel minder boeken
dan in de meeste andere provincies en
het aantal uitleningen bleef procen
tueel ook beduidend onder dat van
Nederland in het algemeen. Tenslotte
waren er in Brabant relatief maar
weinig boekhandels. Alles bijeen vol
doende reden dus om de lektuurvoor
ziening eens goed onder handen te
nemen, temeer omdat Brabant zich in
de na-oorlogse jaren in een onver
wacht hoog tempo ontwikkelde tot
een krachtig industrieel gewest.
EERSTE STOOT
De Commissie Sociaal Plan Noord-
Brabant gaf de stoot aan de ontwik
keling middels haar plan voor lek
tuurvoorziening in brabant. Daarin
werd onder andere konkreet aange
duid, in welke gemeenten bestaande
openbare biblioteken of filialen dien
den te worden uitgebreid en in welke
gemeenten nieuwe openbare bibliote
ken of filialen behoorden te worden
opgericht, om het boek te brengen
onder het bereik van de grote meer
derheid van de bevolking. Dit plan
wordt thans stap voor stap uitgevoerd
door een hernieuwde stichting Platte-
landslektuurvoorziening voor Noord-
Brabant. Vanuit deze Centrale wordt
het personeel in de nieuwe bibliote
ken aangesteld en geleid, de boeken
aangeschaft, gekatalogiseerd, geplas
tificeerd, geadministreerd en naar de
biblioteken verzonden (welke telkens
een gedeelte van de voorraad kunnen
laten vervangen, zodat die niet ver
oudert) en wisselkollekties verstuurd
naar plaatsen, die ofwel te klein ofwel
nog niet rijp zijn voor een bibliotheek.
Verder werd voorgesteld, in bra
bant zelf een opleiding voor biblio-
teekpersoneel te creëren, welke in
feite twee jaar terug in Breda tot
stand kwam en thans de eerste 15
kandidaten aflevert.
PERSONEELSTEKORT
Kortom, de lektuurvoorziening is
in brabant volop in beweging. Er is
echter op het gebied van het gewone
bibliotheekwerk nog zeer veel te doen
en dan spreken we nog niet eens over
betere schoolbiblioteken, bedrijfsbi-
blioteken, biblioteken voor bejaarde
mensen, zieken, gevangenen, en zo
meer.
Voorts verheugt dit werk zich in
een bijzonder grote belangstelling. In
enkele jaren tijd kwamen in de klei
nere plaatsen 7 biblioteken en 12 fi
lialen tot stand, terwijl in 20 andere
plaatsen overleg gaande is, om de
lektuurvoorziening te verbeteren.
In dit verband willen wij er nog op
wijzen, dat ook in Waalwijk de plan
nen tot stichting van een openbare
leeszaal en uitleen-biblioteek reeds
in een vergevorderd stadium zijn. Men
hoopt nog dit jaar te kunnen starten.
Vooral Op het platteland en dan
met name onder de jeugd is de inte
resse voor de bibliotheek bij het on
stuimige af. Het vinden van een pas
sende ruimte voor een op te richten
bibliotheel levert in de praktijk door
gaans geen onoverkomelijke moeilijk
heden op. Geld is er voorts in toe
reikende mate zowel om het perso
neel behoorlijk te honoreren alsook
om boeken aan te schaffen. Aan alle
voorwaarden is dus voldaan, om dit
stuk volksopvoeding in brabant op
een aktieve wijze te behartigen, ware
het niet dat een pijnlijk en chronisch
personeelstekort de ontwikkeling da
nig afremde.
Het is dan ook niet overdreven te
stellen, dat de mogelijkheden om dit
belangrijke werk in stand te houden
en naar behoren uit te breiden recht
evenredig zijn met de aantallen jon
gens en meisjes, die voor dit werk
kiezen, l
ONMISBARE VAKKRACHT
Vroeger was een bibliotheek een
soort heiligdom, althans in de stad en
degenen, die daar de honneurs waar
namen geleken op priesteressen van
Apollo; het bestuur voerde de eer
biedwaardige status van een kapittel.
Het ging er stil en ingetogen toe in
deze tempels der wijsheid en het had
er soms iets van, dat de bibliotekares
met enige wrevel een burger zag bin
nenschrijden om een boek te lenen,
want de man verstoorde de ritus van
het katalogiseren.
Overigens wisten deze niet zelden
adellijke dames vaak heel wat van de
boeken die zij beheerden. Wat haar
honorering aanging namen zij veelal
genoegen met een periodieke monde
linge waardering voor hun werkzaam
heden, eventueel aangevuld met een
symbolische blik daarvan in pecunia.
Het werk moest wel op deze kultu-
reel-caritatieve basis geschieden, aan-
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
VOGELVRIJ
door
HENRIC VAN NORCH
HOOFDSTUK I
Het was aan de boerenruiter,
die op een herfstdag van het jaar
1534 naar wild speurde in de
buurt van het Drentse dorp Norg,
niet bekend, dat reeds in 944 het
jachtrecht in Drenthe door de
Duitse koning Otto I werd afge
staan aan de Utrechtse bisschop
Balderik en dat in Drenthe nie
mand zonder bisschoppelijke
toestemming mocht jagen. Maar
al had deze stroper het ook ge
weten, het zou hem volkomen
koud hebben gelaten. Hij had
niet het minste wettige recht met
zijn wapens over de akkers, de
weiden en de heide te rijden en
het wild neer te leggen. Dat de
Etten en Schultes in Drenthe en
de Grietmannen en Dorpsrech-
ters in Friesland hem beschouw
den als een geboren stroper, hij
wist het, maar hij lachte er om.
Wie van al die dikdoende magis
traatspersonen had de moed om
hem, Willem Frankes, te arres
teren?
Wellicht had het onze vriend
meer geïnteresseerd, wat voor
wild men volgens die oude schen-
kingsacte in die dagen nog in
Drenthe vond. Het waren herten,
beren, everzwijnen en het waren
de elc en de schele, met welke
laatste dieren de eland en 't wil
de paard bedoeld moeten zijn. In
zijn tijd waren hiervan alleen
nog over de herten en enkele
wilde zwijnen. Verder waren er
vossen en een enkele maal wol
ven, maar welke stroper had bij
deze dieren belang als jachtbuit.
Van het kleinere wild als hazen,
patrijzen en korhoenders sprak
de oorkonde niet.
Het was nog heel vroeg in de
morgen dat Willem Frankes
over de es reed. Naast het paard
liep een lichtgebouwde hond.
Maar deze morgen had de wild
dief geen oog voor hazen, hij had
een veel hoger doel.
Sedert enige tijd had hij hier
de sporen van een wild varken
gezien. Het dier liet hem geen
rust. Hij had de laatste tijd her
haalde malen getracht het zwijn
te verrassen, als het dier op de
gezien de overheid zich bij traditie
slechts weinig aan de kuituur liet ge
legen liggen.
In die houding is intussen zoveel ver
betering gekomen, dat de biblioteken
de gelegenheid kregen zich bij de he
dendaagse behoeften op het stuk van
lektuurvoorziening aan te passen.
Langzamerhand kreeg iedereen toe
gang tot de boekerijen en werden bi-
blioteek-krachten uit alle lagen van
de bevolking gerekruteerd. Het ging
echter niet aan, dit werk - waarin
men van lieverlede een stuk volks-
opvoedingswerk van betekenis begon
te zien - nog langer voor de aardig
heid te laten doen. De krachten dien
den voortaan een behoorlijke oplei
ding te volgen.
Hierdoor is de biblioteekfunktio-
naris een sociaal-kulturele vakkracht
geworden, zoals de funktiondrissen
van het onderwijs, de volksgezond
heid, het maatschappelijk werk vak
krachten zijn. Wil een plaatselijke
samenleving goed draaien, dan heeft
zij vakkrachten op al die terreinen
nodig. Onderwijzers worden ook fei
telijk als onmisbaar beschouwd, een
wijkverpleegster en een maatschappe
lijk werkster kan men moeilijk meer
missen, de bibliotheek-assistent(e)
moet nog een stuk onmisbaarheid
veroveren.
AANTREKKELIJKHEDEN
Welke zijn nu de aantrekkelijkhe
den van dit beroep?
De dagelijkse omgang met mensen
van allerlei slag kan aantrekkelijk
zijn, zeker wanneer men de gelegen
heid heeft eigen kennis en ervaring
niet op afstand en op goed geluk af,
maar in een direkt mondeling kontakt
aan anderen dienstbaar te maken. Het
blijkt zeer wel mogelijk te zijn voor
een assistent(e), die in staat is de
mensen met enig begrip tegemoet te
treden hen tot lezen en geleidelijk
aan tot het lezen van betere boeken
te brengen. De resultaten van een
dergelijke invloed zijn met geen goud
te betalen. In dit verband kan ook de
faktor van de direkte voldoening
meespreken, die men niet zelden^in
dit werk ondervindt.
Anderzijds kan een hoge mate van
aantrekkelijkheid gelegen zijn in de
dagelijkse omgang met boeken, dus
met mensen die iets te zeggen hebben
en wel over de gehele frontbreedte
van het leven. Wie zonder ophouden
met boeken verkeert, blijft onder alle
opzichten op de hoogte, blijft up to
date, blijft geestelijk fris.
Ook de semi-wetenschappelijke
funktie van het katalogiseren kan
aantrekkelijkheden opleveren voor
wie aardigheid vindt in het karakteri
seren, samenvatten en beoordelen van
een boek.
Voor sommigen zal de mogelijk
heid om met een ander samen te wer
ken attraktief zijn, anderen daaren
tegen begeren een hoge mate van
zelfstandigheid en eigen verantwoor
delijkheid. Vooral in de biblioteken
buiten de grote steden liggen voor
de laatsten kansen om van te water
tanden. Wie die zelfstandigheid niet
wenst en voor de verantwoordelijk
heid terugschrikt kan evenwel, bij
voorbeeld in de stadsbiblioteken, een
zeer welkome zal zijn.
In het algemeen kenmerkt zich dit
beroep door een grote variatie van
werkzaamheden.
SALARIËRING
akkers .aan 't wroeten was, maar
tot dusverre zonder resultaat.
Wel vond hij telkens nieuwe spo
ren, die vertelden dat de ever ge
regeld hier een bezoek bracht.
De jager reed zeer langzaam
over de rand van de es, die hier
begrensd werd door een eiken-
hakhoutbos. Hij had al lang vast
gesteld, dat het zwijn vanuit deze
bosschage de akker bezocht. Zijn
zware geweer, met een kogel ge
laden, hield hij tot schieten ge
reed. De teugels lagen los op de
hals van het paard, dat hij ipet
de benen bestuurde. Elke lichte
druk werd door het dier volko
men begrepen.
Willem Frankes was reeds in
het donker uitgereden en 't was
nog schemerig, toen hij de es be
reikt had. Hij meende, dat de
vroege morgenuren hem de mees
te kansen zouden geven. Zodra
er voldoende licht was gekomen,
zette hij zijn rijdier in beweging
langs de bosrand. Telkens als hij
enkele meters had afgelegd, liet
hij het paard stilstaan, ingespan
nen over de akkers speurend en
vervuld van ware jagers'harts-
tocht. Zou het hem nu eindelijk
gelukken deze buit te overmees
teren? v
De helft van de lange es had
De salariëring van dit beroep is te
genwoordig uitgesproken behoorlijk.
Om te laten zien wat wij onder „be
hoorlijk" verstaan, geven we een aan
tal voorbeelden, die rechtstreeks zijn
ontleend aan de officiële bezoldi
gingsschalen.
Een jongen of meisje, dat de op
leiding met goed gevolg heeft door
lopen en aangesteld wordt in de rang
van 2e assistent met 0 dienstjaren,
verdient een aanvangssalaris van
f 300. - per maand. Bezit hij of zij
een „jeugd-diploma", dan komen er
f 18. - bij. Voor werkzaamheden in
biblioteken en leeszalen buiten de ste
den kan in vele gevallen een extra
toelage worden gegeven, omdat die
niet zelden zwaarder zijn dan 't werk
in een stadsbiblioteek en ook meer
zelf standigheid vergen
Een eerste assistent verdient na 4
jaar bijna f 400. - per maand, het
salaris van een 2e hoofdassistent be
loopt na 4 jaar f 450. van een le
hoofdassistent na 4 jaar f 510.-
Het is ook een prettige gedachte,
te weten, dat deze salarissen safe zijn
ze worden door het rijk en de ge
meenten gegarandeerd - en niet af
hangen van fancy-fairs, soortgelijke
particuliere akties, of weldadigheid
van deze of gene vereniging.
In dit verband dient nog de uitste
kende regeling van het ouderdoms
pensioen te worden vermeld; dit be
draagt per jaar zoveel maal niet 1H
doch 2 van het laatste salaris
als men volle jaren in funktie is ge
weest. Treedt men dus met zijn 25e
jaar in dienst en blijft men tot zijn
65e jaar in funktie, dan beloopt het
ouderdomspensioen (voor ieder vol
gend jaar) 80 van het laatstgeno
ten salaris (plus de volle A.O.W. na
tuurlijk). Bij huwelijk of emigratie
worden de gestorte premies terugbe
taald.
DE ASSISTENT-OPLEIDING
Om tot de opleiding voor biblioteek-
assistenten te worden toegelaten dient
men in het bezit te zijn van een eind
diploma gymnasium, h.b.s., m.m.s.,
een bewijs van toelating tot de derde
klas van een kweekschool of een ont-
wikkeling te hebben op het niveau
van middelbaar onderwijs. Men richte
zich in dat geval bij voorkeur tot de
leidster van de biblioteekopleiding in
brabant, mej. H. Schoonhoven, die
tevens direktrice is van de Openbare
Leeszaal en Biblioteek te Breda, van
Coothplein 24, telefoon 01600-
37477. De opleidingscursus wordt
ook in Breda gegeven en wel gedeel
telijk in de genoemde Leeszaal, ge
deeltelijk in de School voor Maat
schappelijk Werk. aan de Oranjesin-
gel.
De opleiding tot bibliotheek-assis
tente) duurt twee jaar en vangt 1
september aan. Het kursusgeld voor
het eerste jaar bedraagt 100. -
voor het tweede jaar 200. - Beide
jaren krijgen de leerlingen één dag
per week les te Breda, terwijl zij ver
der praktisch werken aan of bij de
Stichting Plattelandslektuurvoorzie -
ning voor Noord-Brabant te Breda of
Eindhoven.
In bepaalde omstandigheden kan
voor het praktische werk enige ver
goeding worden gegeven; wanneer
daartoe termen aanwezig zijn, kan
ook worden tegemoet gekomen in de
kosten van de kursus zelf en van de
reiskosten, te maken in verband met
het volgen van de kursus.
Het programma van de opleiding
tot biblioteek-assistent(e) is een
uiterst gevariëerd program waarin
tientallen vakken meer de revue pas
seren dan wel onderwerp van diep
gaande studie kunnen uitmaken. Het
eerste jaar ligt het aksent op de bi-
blioteek-techniek en de letterkundige
vorming; in het tweede jaar wordt
aan deze groepen van vakken nog
ruime aandacht geschonken, doch er
komen een aantal vakken bij, die op
onderdelen van het biblioteekwerk
betrekking hebben alsmede een aan
tal algemeen vormende vakken. Het
typische van de brabantse opleiding
ligt in het gewicht, dat wordt gehecht
aan deze algemeen vormende vakken,
waaronder in beide jaren mede de
maatschappelijke oriëntatie dient te
worden gerekend. Vooral hiermede
wordt beoogd de leerlingen een kijk
te geven op wat zich in onze samen
leving afspeelt en daarlangs hunk
nis van mensen en verhouding^
verrijken. Jongelui, die voor het'
blioteekvak voelen, kunnen aatj
program hun hart ophalen.
Wie in het bijzonder belangstel
heeft voor het samenspel van kind
boek, moet assistent(e) worden ine
jeugdbiblioteek. De opleiding
jeugdbibliotheek-assistent(e) duurt
het geheel 2 jaar te weten 1 jaar
gewone assistenten-opleiding en
jaar een min of meer gespecialiset
de opleiding in een jeugdbiblioteek
jeugdleeszaal; in dat tweede jaar
nen de leerlingen één dag per
lessen te volgen in vakken als je»;
psychologie, pedagogiek, beoordè
en annoteren van het jeugdboek, l
handeling van jeugdlektuur, veile!
len, voorlezen, aktiveren van de jen;
ontwikkeling van 't jeugdbiblioteei
wezen, kontakten met scholen eer
dere instellingen. Het kursusgej
voor het eerste jaar bedraagt
maal f 100. - dat voor het twee
jaar f 150. -
Raamsdonksveer
Jongetje verdronken.
Het tienjarig zoontje uit
kinderrijke gezin van de Ij
Dank uit Raamsdonksveer
vrijdagmiddag jammerlijk on.
leven gekomen. Het jongetje;
raakte rond vier uur bij het s;
len in het water van de rivier
Donge. Aangezien het de zwtt
kunst niet machtig was verdror
het. Nadat eerst burgers pogi
gen in net werk hadden geste
het kind op het droge te brengt:
slaagden later mannen van
rijkspolitie uit Raamsdonksve
en de watcrpolitie uit Drimi
len er in het stoffelijk overscl
op te halen.
Voor advertenties en abonit'
menten blijft ons adres te
KAATSHEUm
Dr. v. Beurdenstr. 8, Tel. 20112
KAATSHEUVEL
Ook voor alle andere bladen
worden advertenties tegen de
geldende tarieven opgenomen.
Klachten over bezorging en
aanmelden nieuwe abonné's
aan ons bureau
Dr. van Beurdenstfaat 8
KAATSHEUVEL
Voor
zorgster
ienote r
Zij ge""
r.ié. hl'
sen" te 1
TWEE
ten
I
In e<
durende
nieenter
nieuwe
openbar
Het zijn
Hagedo<
die 15 1
stemmei
Fröger
gemene
Verder
werking
30.001
uloscho
meubils
dere vo
van de
schoolg
Ten s
bedrag
geld ka
de maai
en okt.
97).
„Toen ik weer tot mijn positie
ven kwam, zat ik opgesloten in
een oude, vieze kelder", vervolg
de de commissaris. „Mijn broer
stond grijnzend voor me en was
gekleed in mijn uniform. „Ik heb
mijn sjieke snor afgeschoren",
zei hij. „Da's jammer natuurlijk,
maar nu lijk ik zóveel op je, dat
niemand de verwisseling zal be
merken. Dat zal me allemaal
goed van pas komen." „De
hoofdcommissaris heeft je direct
door", riep ik hem toe. Maar hij
lachte slechts en zei: „Met dat
mannetje weet ik wel raad." Drie
dagen later werd de hoofdcom
missaris door een auto overre
den. De auto noch de dader zijn
ooit gevonden. Maar ik denk er
het mijne van. Mijn broer heeft
het gedaan, wat ik je brom. Toen
was de kust vrij. Hij ging voor
commissaris spelen en verzamel
de een bende van voor niets te
rugdeinzende mannen om zich
heen. Hij kon doen wat-ie wou,
want wie verdenkt er nu een
commissaris van politie? Zijn
laatste slag was het voor de twee
de maal stelen van de gouden
Boeddha. Die wilde hij natuurlijk
opnieuw voor veel geld aan de
man brengen. Maar dank zij
slimme speurderswerk van del
ren Pie Yah Ma en Mac Mus
zit de gevreesde bende nu vet
achter slot en grendel."
de Kille en Heinrich na",
Mac Muzzle aan. Net op dat®
ment rinkelde de telefoon. I
commissaris greep de hoorn w
de haak en luisterde. „Wat!?"'
hij. „Nergens te vinden?
waarschijnlijk ontsnapt,
keer dan dadelijk alle toegang
tol de stad. Controleer de stat
ons en zorg dat er geen kip onf
zien in of uit het Krabbel
komt!"
hij nu reeds gehad en nog was er
geen wild te bespeuren. Een paar
hazen waren reeds opgeschrikt
en zetten het op een lopen. Tel
kens had Snel, zijn hond, hem
daarbij verlangend aangezien,
maar zijn baas had steeds „neen"
geschud. Gehoorzaam vervolgde
dan het dier zijn slakkengang
naast het paard.
Weer stond de ruiter een ogen
blik stil en speurde en speurde.
Eensklaps meende hij iets te ont
dekken, dat zijn hart sneller deed
kloppen. Nog eens tuurde hij
scherp. Ja, daar zag hij het be
geerde dier, woelende in 't jonge
koren, ongeveer op honderd me
ter afstand van de bosrand. Toen
de stroper zekerheid had, zette
hij het paard in snelle draf. Hij
wilde trachten tussen het dier en
de struiken te komen om de ever
de pas af te snijden.
Zijn prooi werd hem nu echter
ook gewaar en vluchtte zo snel
mogelijk naar het struikgewas.
Dit gelukte niet meer. De ever
weifelde nu een ogenblik, maar
meteen knalde het schot uit het
zware geweer. In de kop getrof
fen wendde het dier toch nog en
trachtte over de es te ontvluch
ten. Zijn loop werd steeds onze
kerder en langzamer.
Willem Frankes wierp snel het
geweer over de schouder en greep
de lange lans, die aan het zadel
was bevestigd. In een oogwenk
had hij zijn paard vlak naast het
zwaargewonde zwijn gestuurd,
hoewel het rijdier een kennelijke
angst voor de ever aan de dag
legde. Een snelle beweging van
de jager en hij had met volle
kracht de lans achter het schou
derblad van 't zwijn gedreven.
Het was nu weldra afgelopen.
Maar terwijl het nog in stervens
nood terneer lag, gromde 't woe
dend tegen de hond, die op korte
afstand was genaderd.
De wilddief sprong van zijn
paard en wachtte tot de ever was
gestorven. Hierop nam hij zijn
grot-» jachtmes, sneed hem de
buik ^pen en verwijderde de in
gewanden. In de beste stemming
wikkelde hij zijn jachtwild in 'n
paar zakken, legde deze op zijn
paard en bevestigde ze voor aan
het zadel. Zijn rijdier bestijgend,
reed hij over de akkers naar de
zandweg. Het leek hem het beste
om maar van dit toneel te ver
dwijnen voor en aleer er nieuws
gierige dorpelingen opdaagden.
Hij sloeg de weg naar huis weer
in. Toen hij naar zijn mening ver
genoeg van het dorp was verwij
derd, steeg 'hij weer af en 1»
zijn paard vast aan een verM'
de vliegden, die daar eeiffl»
aan de dijk stond. Frankes
de zijn geweer met hagel en git
met Snel de vennelanden in, i
hier lagen aan de oever van
klein stroompje. Hij had
maar een korte afstand afgeleg
toen een haas een veertig met
voor hem zich uit de voeten w
de maken. Een knal, de 1"
maakte een buiteling en bleef
venloos, liggen. Meteen had
tweede haas zich los gemaakt
zette het op een lopen. MaarS®
had dit ook opgemerkt en
hem direct na.
De jager raapte de eerstel
op, nadat hij zijn geweer weer?
laden had en liep in de richti»1
waarin Snel was verdwenen,
spoedig zag hij de hond weer'
zich toekomen; hij had de
in de bek en bracht de buit n®
zijn meester.
„Braaf, jongen", sprak de st'
per en hij klopte zijn kamer®
liefkozend op de nek. Als h
ning kreeg Snel een stuk
van de baas.
De beide hazen werden
Frankes op het veld neerg®
en de tocht werd voortgezet.
(Wordt vervol?
i
AVAN/