Lektuurvoorziening in Brabant volop in beweging MAC MUZZLE EN HET GEHEIM VAN DE GOUDEN B0EDI a STASSAR BRILLEN BETERE BRILLEN BUREAU JAN TUERLli DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 28 AUG. 1961 BIBLIOTEKEN IN BRABANT BIBLIOTEEK- ASSiSTENT(E)BOEIENDE EN INTERESSANTE TAAK Onder de titel ,,Entre Deux" heeft de Stichting Bibliotheekoplei ding in Noord-Brabant een voortreffelijk verzorgde brochure het licht doen zien over de opleiding tot bibliotheek-assistent(e). Omdat slechts weinigen zullen weten welk een belangrijke, boeien de en interessante taak er voor de jeugd in het bibliotheek-wezen in onze provincie ligt, menen wij er goed aan te doen aandacht te wijden aan de ontwikkeling van de lektuurvoorziening in onze pro vincie in het algemeen en aan de opleiding tot bibliotheek-assis- tent(e) in het bijzonder. BOEK WEINIG IN TREK Naar verscheidene onderzoekingen hebben aangetoond, is de kulturele ontwikkeling niet de sterkste kant van de Brabantse bevolking; men heeft hier tot voor enige tijd wel an dere zorgen gekend dan die voor zijn kulturele peil. De betrekkelijk gerin ge hoogte daarvan werd in een K.S. K.I.-rapport van januari 1957 over de Brabantse bevolking in vrije tijd en rekreatie geïllustreerd. Op het punt van lezen zonder meer vertoonde Brabant geen achterstand. Onder de 10 onderscheidene rekrea- tie-kategorieën (lezen, sport, muziek, handenarbeid, kaarten, etc.) droeg het lezen bij de mannen overal de hoogste - en bij de vrouwen in ieder geval hoge percentages weg. Maar waar het ging over het lezen van boe ken liep Brabant wel achter. Vooral arbeiders en boeren op het platteland hadden daarvoor weinig belangstel ling. Het eigen boekenbezit lag in onze provincie beduidend lager dan gemid deld in Nederland. De bibliotheken bevatten proportioneel minder boeken dan in de meeste andere provincies en het aantal uitleningen bleef procen tueel ook beduidend onder dat van Nederland in het algemeen. Tenslotte waren er in Brabant relatief maar weinig boekhandels. Alles bijeen vol doende reden dus om de lektuurvoor ziening eens goed onder handen te nemen, temeer omdat Brabant zich in de na-oorlogse jaren in een onver wacht hoog tempo ontwikkelde tot een krachtig industrieel gewest. EERSTE STOOT De Commissie Sociaal Plan Noord- Brabant gaf de stoot aan de ontwik keling middels haar plan voor lek tuurvoorziening in brabant. Daarin werd onder andere konkreet aange duid, in welke gemeenten bestaande openbare biblioteken of filialen dien den te worden uitgebreid en in welke gemeenten nieuwe openbare bibliote ken of filialen behoorden te worden opgericht, om het boek te brengen onder het bereik van de grote meer derheid van de bevolking. Dit plan wordt thans stap voor stap uitgevoerd door een hernieuwde stichting Platte- landslektuurvoorziening voor Noord- Brabant. Vanuit deze Centrale wordt het personeel in de nieuwe bibliote ken aangesteld en geleid, de boeken aangeschaft, gekatalogiseerd, geplas tificeerd, geadministreerd en naar de biblioteken verzonden (welke telkens een gedeelte van de voorraad kunnen laten vervangen, zodat die niet ver oudert) en wisselkollekties verstuurd naar plaatsen, die ofwel te klein ofwel nog niet rijp zijn voor een bibliotheek. Verder werd voorgesteld, in bra bant zelf een opleiding voor biblio- teekpersoneel te creëren, welke in feite twee jaar terug in Breda tot stand kwam en thans de eerste 15 kandidaten aflevert. PERSONEELSTEKORT Kortom, de lektuurvoorziening is in brabant volop in beweging. Er is echter op het gebied van het gewone bibliotheekwerk nog zeer veel te doen en dan spreken we nog niet eens over betere schoolbiblioteken, bedrijfsbi- blioteken, biblioteken voor bejaarde mensen, zieken, gevangenen, en zo meer. Voorts verheugt dit werk zich in een bijzonder grote belangstelling. In enkele jaren tijd kwamen in de klei nere plaatsen 7 biblioteken en 12 fi lialen tot stand, terwijl in 20 andere plaatsen overleg gaande is, om de lektuurvoorziening te verbeteren. In dit verband willen wij er nog op wijzen, dat ook in Waalwijk de plan nen tot stichting van een openbare leeszaal en uitleen-biblioteek reeds in een vergevorderd stadium zijn. Men hoopt nog dit jaar te kunnen starten. Vooral Op het platteland en dan met name onder de jeugd is de inte resse voor de bibliotheek bij het on stuimige af. Het vinden van een pas sende ruimte voor een op te richten bibliotheel levert in de praktijk door gaans geen onoverkomelijke moeilijk heden op. Geld is er voorts in toe reikende mate zowel om het perso neel behoorlijk te honoreren alsook om boeken aan te schaffen. Aan alle voorwaarden is dus voldaan, om dit stuk volksopvoeding in brabant op een aktieve wijze te behartigen, ware het niet dat een pijnlijk en chronisch personeelstekort de ontwikkeling da nig afremde. Het is dan ook niet overdreven te stellen, dat de mogelijkheden om dit belangrijke werk in stand te houden en naar behoren uit te breiden recht evenredig zijn met de aantallen jon gens en meisjes, die voor dit werk kiezen, l ONMISBARE VAKKRACHT Vroeger was een bibliotheek een soort heiligdom, althans in de stad en degenen, die daar de honneurs waar namen geleken op priesteressen van Apollo; het bestuur voerde de eer biedwaardige status van een kapittel. Het ging er stil en ingetogen toe in deze tempels der wijsheid en het had er soms iets van, dat de bibliotekares met enige wrevel een burger zag bin nenschrijden om een boek te lenen, want de man verstoorde de ritus van het katalogiseren. Overigens wisten deze niet zelden adellijke dames vaak heel wat van de boeken die zij beheerden. Wat haar honorering aanging namen zij veelal genoegen met een periodieke monde linge waardering voor hun werkzaam heden, eventueel aangevuld met een symbolische blik daarvan in pecunia. Het werk moest wel op deze kultu- reel-caritatieve basis geschieden, aan- FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" VOGELVRIJ door HENRIC VAN NORCH HOOFDSTUK I Het was aan de boerenruiter, die op een herfstdag van het jaar 1534 naar wild speurde in de buurt van het Drentse dorp Norg, niet bekend, dat reeds in 944 het jachtrecht in Drenthe door de Duitse koning Otto I werd afge staan aan de Utrechtse bisschop Balderik en dat in Drenthe nie mand zonder bisschoppelijke toestemming mocht jagen. Maar al had deze stroper het ook ge weten, het zou hem volkomen koud hebben gelaten. Hij had niet het minste wettige recht met zijn wapens over de akkers, de weiden en de heide te rijden en het wild neer te leggen. Dat de Etten en Schultes in Drenthe en de Grietmannen en Dorpsrech- ters in Friesland hem beschouw den als een geboren stroper, hij wist het, maar hij lachte er om. Wie van al die dikdoende magis traatspersonen had de moed om hem, Willem Frankes, te arres teren? Wellicht had het onze vriend meer geïnteresseerd, wat voor wild men volgens die oude schen- kingsacte in die dagen nog in Drenthe vond. Het waren herten, beren, everzwijnen en het waren de elc en de schele, met welke laatste dieren de eland en 't wil de paard bedoeld moeten zijn. In zijn tijd waren hiervan alleen nog over de herten en enkele wilde zwijnen. Verder waren er vossen en een enkele maal wol ven, maar welke stroper had bij deze dieren belang als jachtbuit. Van het kleinere wild als hazen, patrijzen en korhoenders sprak de oorkonde niet. Het was nog heel vroeg in de morgen dat Willem Frankes over de es reed. Naast het paard liep een lichtgebouwde hond. Maar deze morgen had de wild dief geen oog voor hazen, hij had een veel hoger doel. Sedert enige tijd had hij hier de sporen van een wild varken gezien. Het dier liet hem geen rust. Hij had de laatste tijd her haalde malen getracht het zwijn te verrassen, als het dier op de gezien de overheid zich bij traditie slechts weinig aan de kuituur liet ge legen liggen. In die houding is intussen zoveel ver betering gekomen, dat de biblioteken de gelegenheid kregen zich bij de he dendaagse behoeften op het stuk van lektuurvoorziening aan te passen. Langzamerhand kreeg iedereen toe gang tot de boekerijen en werden bi- blioteek-krachten uit alle lagen van de bevolking gerekruteerd. Het ging echter niet aan, dit werk - waarin men van lieverlede een stuk volks- opvoedingswerk van betekenis begon te zien - nog langer voor de aardig heid te laten doen. De krachten dien den voortaan een behoorlijke oplei ding te volgen. Hierdoor is de biblioteekfunktio- naris een sociaal-kulturele vakkracht geworden, zoals de funktiondrissen van het onderwijs, de volksgezond heid, het maatschappelijk werk vak krachten zijn. Wil een plaatselijke samenleving goed draaien, dan heeft zij vakkrachten op al die terreinen nodig. Onderwijzers worden ook fei telijk als onmisbaar beschouwd, een wijkverpleegster en een maatschappe lijk werkster kan men moeilijk meer missen, de bibliotheek-assistent(e) moet nog een stuk onmisbaarheid veroveren. AANTREKKELIJKHEDEN Welke zijn nu de aantrekkelijkhe den van dit beroep? De dagelijkse omgang met mensen van allerlei slag kan aantrekkelijk zijn, zeker wanneer men de gelegen heid heeft eigen kennis en ervaring niet op afstand en op goed geluk af, maar in een direkt mondeling kontakt aan anderen dienstbaar te maken. Het blijkt zeer wel mogelijk te zijn voor een assistent(e), die in staat is de mensen met enig begrip tegemoet te treden hen tot lezen en geleidelijk aan tot het lezen van betere boeken te brengen. De resultaten van een dergelijke invloed zijn met geen goud te betalen. In dit verband kan ook de faktor van de direkte voldoening meespreken, die men niet zelden^in dit werk ondervindt. Anderzijds kan een hoge mate van aantrekkelijkheid gelegen zijn in de dagelijkse omgang met boeken, dus met mensen die iets te zeggen hebben en wel over de gehele frontbreedte van het leven. Wie zonder ophouden met boeken verkeert, blijft onder alle opzichten op de hoogte, blijft up to date, blijft geestelijk fris. Ook de semi-wetenschappelijke funktie van het katalogiseren kan aantrekkelijkheden opleveren voor wie aardigheid vindt in het karakteri seren, samenvatten en beoordelen van een boek. Voor sommigen zal de mogelijk heid om met een ander samen te wer ken attraktief zijn, anderen daaren tegen begeren een hoge mate van zelfstandigheid en eigen verantwoor delijkheid. Vooral in de biblioteken buiten de grote steden liggen voor de laatsten kansen om van te water tanden. Wie die zelfstandigheid niet wenst en voor de verantwoordelijk heid terugschrikt kan evenwel, bij voorbeeld in de stadsbiblioteken, een zeer welkome zal zijn. In het algemeen kenmerkt zich dit beroep door een grote variatie van werkzaamheden. SALARIËRING akkers .aan 't wroeten was, maar tot dusverre zonder resultaat. Wel vond hij telkens nieuwe spo ren, die vertelden dat de ever ge regeld hier een bezoek bracht. De jager reed zeer langzaam over de rand van de es, die hier begrensd werd door een eiken- hakhoutbos. Hij had al lang vast gesteld, dat het zwijn vanuit deze bosschage de akker bezocht. Zijn zware geweer, met een kogel ge laden, hield hij tot schieten ge reed. De teugels lagen los op de hals van het paard, dat hij ipet de benen bestuurde. Elke lichte druk werd door het dier volko men begrepen. Willem Frankes was reeds in het donker uitgereden en 't was nog schemerig, toen hij de es be reikt had. Hij meende, dat de vroege morgenuren hem de mees te kansen zouden geven. Zodra er voldoende licht was gekomen, zette hij zijn rijdier in beweging langs de bosrand. Telkens als hij enkele meters had afgelegd, liet hij het paard stilstaan, ingespan nen over de akkers speurend en vervuld van ware jagers'harts- tocht. Zou het hem nu eindelijk gelukken deze buit te overmees teren? v De helft van de lange es had De salariëring van dit beroep is te genwoordig uitgesproken behoorlijk. Om te laten zien wat wij onder „be hoorlijk" verstaan, geven we een aan tal voorbeelden, die rechtstreeks zijn ontleend aan de officiële bezoldi gingsschalen. Een jongen of meisje, dat de op leiding met goed gevolg heeft door lopen en aangesteld wordt in de rang van 2e assistent met 0 dienstjaren, verdient een aanvangssalaris van f 300. - per maand. Bezit hij of zij een „jeugd-diploma", dan komen er f 18. - bij. Voor werkzaamheden in biblioteken en leeszalen buiten de ste den kan in vele gevallen een extra toelage worden gegeven, omdat die niet zelden zwaarder zijn dan 't werk in een stadsbiblioteek en ook meer zelf standigheid vergen Een eerste assistent verdient na 4 jaar bijna f 400. - per maand, het salaris van een 2e hoofdassistent be loopt na 4 jaar f 450. van een le hoofdassistent na 4 jaar f 510.- Het is ook een prettige gedachte, te weten, dat deze salarissen safe zijn ze worden door het rijk en de ge meenten gegarandeerd - en niet af hangen van fancy-fairs, soortgelijke particuliere akties, of weldadigheid van deze of gene vereniging. In dit verband dient nog de uitste kende regeling van het ouderdoms pensioen te worden vermeld; dit be draagt per jaar zoveel maal niet 1H doch 2 van het laatste salaris als men volle jaren in funktie is ge weest. Treedt men dus met zijn 25e jaar in dienst en blijft men tot zijn 65e jaar in funktie, dan beloopt het ouderdomspensioen (voor ieder vol gend jaar) 80 van het laatstgeno ten salaris (plus de volle A.O.W. na tuurlijk). Bij huwelijk of emigratie worden de gestorte premies terugbe taald. DE ASSISTENT-OPLEIDING Om tot de opleiding voor biblioteek- assistenten te worden toegelaten dient men in het bezit te zijn van een eind diploma gymnasium, h.b.s., m.m.s., een bewijs van toelating tot de derde klas van een kweekschool of een ont- wikkeling te hebben op het niveau van middelbaar onderwijs. Men richte zich in dat geval bij voorkeur tot de leidster van de biblioteekopleiding in brabant, mej. H. Schoonhoven, die tevens direktrice is van de Openbare Leeszaal en Biblioteek te Breda, van Coothplein 24, telefoon 01600- 37477. De opleidingscursus wordt ook in Breda gegeven en wel gedeel telijk in de genoemde Leeszaal, ge deeltelijk in de School voor Maat schappelijk Werk. aan de Oranjesin- gel. De opleiding tot bibliotheek-assis tente) duurt twee jaar en vangt 1 september aan. Het kursusgeld voor het eerste jaar bedraagt 100. - voor het tweede jaar 200. - Beide jaren krijgen de leerlingen één dag per week les te Breda, terwijl zij ver der praktisch werken aan of bij de Stichting Plattelandslektuurvoorzie - ning voor Noord-Brabant te Breda of Eindhoven. In bepaalde omstandigheden kan voor het praktische werk enige ver goeding worden gegeven; wanneer daartoe termen aanwezig zijn, kan ook worden tegemoet gekomen in de kosten van de kursus zelf en van de reiskosten, te maken in verband met het volgen van de kursus. Het programma van de opleiding tot biblioteek-assistent(e) is een uiterst gevariëerd program waarin tientallen vakken meer de revue pas seren dan wel onderwerp van diep gaande studie kunnen uitmaken. Het eerste jaar ligt het aksent op de bi- blioteek-techniek en de letterkundige vorming; in het tweede jaar wordt aan deze groepen van vakken nog ruime aandacht geschonken, doch er komen een aantal vakken bij, die op onderdelen van het biblioteekwerk betrekking hebben alsmede een aan tal algemeen vormende vakken. Het typische van de brabantse opleiding ligt in het gewicht, dat wordt gehecht aan deze algemeen vormende vakken, waaronder in beide jaren mede de maatschappelijke oriëntatie dient te worden gerekend. Vooral hiermede wordt beoogd de leerlingen een kijk te geven op wat zich in onze samen leving afspeelt en daarlangs hunk nis van mensen en verhouding^ verrijken. Jongelui, die voor het' blioteekvak voelen, kunnen aatj program hun hart ophalen. Wie in het bijzonder belangstel heeft voor het samenspel van kind boek, moet assistent(e) worden ine jeugdbiblioteek. De opleiding jeugdbibliotheek-assistent(e) duurt het geheel 2 jaar te weten 1 jaar gewone assistenten-opleiding en jaar een min of meer gespecialiset de opleiding in een jeugdbiblioteek jeugdleeszaal; in dat tweede jaar nen de leerlingen één dag per lessen te volgen in vakken als je»; psychologie, pedagogiek, beoordè en annoteren van het jeugdboek, l handeling van jeugdlektuur, veile! len, voorlezen, aktiveren van de jen; ontwikkeling van 't jeugdbiblioteei wezen, kontakten met scholen eer dere instellingen. Het kursusgej voor het eerste jaar bedraagt maal f 100. - dat voor het twee jaar f 150. - Raamsdonksveer Jongetje verdronken. Het tienjarig zoontje uit kinderrijke gezin van de Ij Dank uit Raamsdonksveer vrijdagmiddag jammerlijk on. leven gekomen. Het jongetje; raakte rond vier uur bij het s; len in het water van de rivier Donge. Aangezien het de zwtt kunst niet machtig was verdror het. Nadat eerst burgers pogi gen in net werk hadden geste het kind op het droge te brengt: slaagden later mannen van rijkspolitie uit Raamsdonksve en de watcrpolitie uit Drimi len er in het stoffelijk overscl op te halen. Voor advertenties en abonit' menten blijft ons adres te KAATSHEUm Dr. v. Beurdenstr. 8, Tel. 20112 KAATSHEUVEL Ook voor alle andere bladen worden advertenties tegen de geldende tarieven opgenomen. Klachten over bezorging en aanmelden nieuwe abonné's aan ons bureau Dr. van Beurdenstfaat 8 KAATSHEUVEL Voor zorgster ienote r Zij ge"" r.ié. hl' sen" te 1 TWEE ten I In e< durende nieenter nieuwe openbar Het zijn Hagedo< die 15 1 stemmei Fröger gemene Verder werking 30.001 uloscho meubils dere vo van de schoolg Ten s bedrag geld ka de maai en okt. 97). „Toen ik weer tot mijn positie ven kwam, zat ik opgesloten in een oude, vieze kelder", vervolg de de commissaris. „Mijn broer stond grijnzend voor me en was gekleed in mijn uniform. „Ik heb mijn sjieke snor afgeschoren", zei hij. „Da's jammer natuurlijk, maar nu lijk ik zóveel op je, dat niemand de verwisseling zal be merken. Dat zal me allemaal goed van pas komen." „De hoofdcommissaris heeft je direct door", riep ik hem toe. Maar hij lachte slechts en zei: „Met dat mannetje weet ik wel raad." Drie dagen later werd de hoofdcom missaris door een auto overre den. De auto noch de dader zijn ooit gevonden. Maar ik denk er het mijne van. Mijn broer heeft het gedaan, wat ik je brom. Toen was de kust vrij. Hij ging voor commissaris spelen en verzamel de een bende van voor niets te rugdeinzende mannen om zich heen. Hij kon doen wat-ie wou, want wie verdenkt er nu een commissaris van politie? Zijn laatste slag was het voor de twee de maal stelen van de gouden Boeddha. Die wilde hij natuurlijk opnieuw voor veel geld aan de man brengen. Maar dank zij slimme speurderswerk van del ren Pie Yah Ma en Mac Mus zit de gevreesde bende nu vet achter slot en grendel." de Kille en Heinrich na", Mac Muzzle aan. Net op dat® ment rinkelde de telefoon. I commissaris greep de hoorn w de haak en luisterde. „Wat!?"' hij. „Nergens te vinden? waarschijnlijk ontsnapt, keer dan dadelijk alle toegang tol de stad. Controleer de stat ons en zorg dat er geen kip onf zien in of uit het Krabbel komt!" hij nu reeds gehad en nog was er geen wild te bespeuren. Een paar hazen waren reeds opgeschrikt en zetten het op een lopen. Tel kens had Snel, zijn hond, hem daarbij verlangend aangezien, maar zijn baas had steeds „neen" geschud. Gehoorzaam vervolgde dan het dier zijn slakkengang naast het paard. Weer stond de ruiter een ogen blik stil en speurde en speurde. Eensklaps meende hij iets te ont dekken, dat zijn hart sneller deed kloppen. Nog eens tuurde hij scherp. Ja, daar zag hij het be geerde dier, woelende in 't jonge koren, ongeveer op honderd me ter afstand van de bosrand. Toen de stroper zekerheid had, zette hij het paard in snelle draf. Hij wilde trachten tussen het dier en de struiken te komen om de ever de pas af te snijden. Zijn prooi werd hem nu echter ook gewaar en vluchtte zo snel mogelijk naar het struikgewas. Dit gelukte niet meer. De ever weifelde nu een ogenblik, maar meteen knalde het schot uit het zware geweer. In de kop getrof fen wendde het dier toch nog en trachtte over de es te ontvluch ten. Zijn loop werd steeds onze kerder en langzamer. Willem Frankes wierp snel het geweer over de schouder en greep de lange lans, die aan het zadel was bevestigd. In een oogwenk had hij zijn paard vlak naast het zwaargewonde zwijn gestuurd, hoewel het rijdier een kennelijke angst voor de ever aan de dag legde. Een snelle beweging van de jager en hij had met volle kracht de lans achter het schou derblad van 't zwijn gedreven. Het was nu weldra afgelopen. Maar terwijl het nog in stervens nood terneer lag, gromde 't woe dend tegen de hond, die op korte afstand was genaderd. De wilddief sprong van zijn paard en wachtte tot de ever was gestorven. Hierop nam hij zijn grot-» jachtmes, sneed hem de buik ^pen en verwijderde de in gewanden. In de beste stemming wikkelde hij zijn jachtwild in 'n paar zakken, legde deze op zijn paard en bevestigde ze voor aan het zadel. Zijn rijdier bestijgend, reed hij over de akkers naar de zandweg. Het leek hem het beste om maar van dit toneel te ver dwijnen voor en aleer er nieuws gierige dorpelingen opdaagden. Hij sloeg de weg naar huis weer in. Toen hij naar zijn mening ver genoeg van het dorp was verwij derd, steeg 'hij weer af en 1» zijn paard vast aan een verM' de vliegden, die daar eeiffl» aan de dijk stond. Frankes de zijn geweer met hagel en git met Snel de vennelanden in, i hier lagen aan de oever van klein stroompje. Hij had maar een korte afstand afgeleg toen een haas een veertig met voor hem zich uit de voeten w de maken. Een knal, de 1" maakte een buiteling en bleef venloos, liggen. Meteen had tweede haas zich los gemaakt zette het op een lopen. MaarS® had dit ook opgemerkt en hem direct na. De jager raapte de eerstel op, nadat hij zijn geweer weer? laden had en liep in de richti»1 waarin Snel was verdwenen, spoedig zag hij de hond weer' zich toekomen; hij had de in de bek en bracht de buit n® zijn meester. „Braaf, jongen", sprak de st' per en hij klopte zijn kamer® liefkozend op de nek. Als h ning kreeg Snel een stuk van de baas. De beide hazen werden Frankes op het veld neerg® en de tocht werd voortgezet. (Wordt vervol? i AVAN/

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1961 | | pagina 2