LAATSTE BERICHTEN
ALLE SOORTEN
DRUKWERK
ANTOON TIELEN
voorbeelden
van fraaie
vormgeving!
cTkrol clubkampioen B.V. B.S.V.
Timmerlieden
Metselaars
Opperlieden
Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen
Fa. A. L. van WIJLEN Zn.
s^-<zbooi.td-kacLtt}iis
15
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 22 SEPT. 1961
15
Pluimvee
mechanische
Verloren,
WIELDOP VAN AUTO
Bouwbedrijf J. v. d. HOUT
Kom bij ons de nieuwe
Philips ornamenten eens
bewonderen. Wandlam-
pen, leeslampen, sfeer-
lampen wij hebben
keus te over!
Provinciaal nieuws
VOGELVRIJ
Waalwijkse Stoomdrukkerij
1 maandag zijn in het clublokaal
van de b.v. B.S.V., Ad van Crom-
voirt, de finalen gespeeld van de af
gelopen onderlinge competitie. Er
«rd in deze competitie in twee pou
les gespeeld, resp. e en A en B pou
le waarvan dan tenslotte de nummers
1 'van elke poule tegen elkaar uitkwa
men voor het clubkampioenschap.
In poule A had zich F. Slaats, een
nieuwe aanwinst voor onze vereni-
gin, de sterkste getoond en in poule
B eveneens een nieuwe aanwinst, de
heer C. Krol.
Deze beide spelers streden dus om
het kampioenschap, waaruit de heer
C. Krol zich uiteindelijk het sterkste
toonde. Na het behalen van het kam
pioenschap waren wij toe aan een
grootse huldiging.
Onze voorzitter de heer P. v. d.
Mee, sprak in zijn huldigingswoord
allereerst dank aan de heer P. Schel -
lekens, die hij dankte voor het prima
organiseren van dit toernooi, dat, zo
zei de voorzitter, al in jaren niet was
afgewerkt en nu puntje precies was.
Hij noemde de heer Schellekens dan
ook een grote aanwinst voor de ver
eniging. Na de heer Schellekens te
hebben bedankt, richtte de voorzitter
zich tot de kampioen; hij feliciteerde
de kampioen met dit succes en bood
hem een rokertje aan, waarna deze
met een versierde krans werd om
hangen. Mevr. Krol werd ook niet
vergeten en haar werd een ruikertje
aangeboden. Daarna sprak de voor
zitter de hoop uit dat de kampioen
steeds een goed lid moge zijn.
Daarna richtte de voorzitter zich
tot de tweede prijswinnaar. Hij feli
citeerde hem van harte en noemde
hem een sportief verliezer en bood
hem eveneens een rokertje aan.
Tenslotte sprak de voorzitter tot
alle leden van B.S.V., dat sinds haar
bestaan nog nooit zo groot was ge
weest als op het ogenblik en hoopte
dat de vier viertallen van BSV in de
a.s. competitie werkelijk van zich
zouden laten horen en dat allen hier
aan meewerken..
Nadat de voorzitter zijn huldigings
woord had beëindigd, werd deze
avond in een feestelijke stemming
voortgezet.
Wij verwachten dat de b.v. BVS
in de komende competitie degelijk van
zich zal laten horen en wij wensen
hen dan ook veel succes.
STAL-VENTILATIE
Via het Eindhovens Dagblad ont
ving ik een prospectus met diverse
bijlagen betreffende ventilatoren,
bestemd voor: ramen, muren, pla
fonds, enz., van de firma „Itho" uit
Schiedam. Aan 't bijgevoegde pers
bericht ontleen ik o.a.: „Wist u, dat
niet alleen de ventilatie van kan
toren, fabrieken en woonhuizen,
maar ook die van stallen in ons
land de grootste aandacht vereist?
Juist nu de vele boeren hun vee
weer moeten binnen halen, is het
probleem der stal-ventilatie bijzon
der actueel".
Verheugend is het feit, dat uit 'n
bijgesloten referentie-lijst blijkt, dat
honderden reeds tot de aanschaf zijn
Overgegaan.
Bij mijn bezoek aan diverse
pluimvee-bedrijven, is mij meerma
len gebleken dat de behuizing, wat
frisse lucht betreft, veel te wensen
overlaat. Men bedenke, dat het van
grote invloed is op de eierleg; dus
tot schade van de pluimveehoude
rij-
WIMDKERING
De heer G. A. v. d. B., Nijmegen.
Schaduw zullen de kippen bij U
op het terrein genoeg vinden, daar
aan de zuid-zijde hoog opgaand ge
boomte wordt aangetroffen. Alleen
aan de noord-kant, die niet beschut
is, zou ik aan de buitenkant van het
vlechtdraad iets aanbrengen om de
ruwe wind, die vlak op het terrein
staat, te keren. Sommigen raden
aan, daarvoor rietmatten te nemen,
doch goed afsluiten doen ze op de
duur niet; ook hebben de palen en
het gaas veel te lijden door de meer
dere winddruk. U moet een levende
haag zien te krijgen, die ontsiert
uw mooie omgeving niet en is niet
aan slijtage onderhevig. Liguster
komt mij voor U zeer doelmatig
voor. Deze plant blijft 's winters
groen, schiet vlug op en vormt spoe
dig een dichte haag. Ik raad U aan
op 15 cm. onderlinge afstand te
plaatsen, ook pi.m. 15 cm. buiten 't
vlechtwerk.
Rusland en de Verenigde Staten
hebben een gezamenlijke verkla-
nn2 gepubliceerd over ontwapening
en beschouwen dit als een belang-
njke^stap tot het uiteindelijk doel.
De Uno zal een commissie moeten
benoemen.
De Tunesische afgevaardigde
Mongi Slim is gekozen tot voor
zitter der Verenigde Naties. Ook
spreekt men over hem als opvolger
van Dag Hammersjöld.
Tsjombe heeft weer een be
stand gesloten met de Ver. Naties,
rnaar de eis tot vertrek der V.N.-
koepen is niet ingewilligd.
tussen Waalwijk en Haarsteeg
(Opel Kapteln)
Terug te bexorgen
H. DE VAAN
St. Antonlusstraat 50, Waalwijk
vraagt voor de bouw van 30 woningen en 12
garages te Kaatsheuvel, voor direct
Aanmelden: kantoor Leo XIII straat 31, Tilburg
Telefoon 0 4250 23792
Wij hebben een schitterende collectie
Monsterboeken gaarne ter inzage
Grotestraat 205 WAALWIJK
Ss
NT IA 29.»
Heistraat 211 Tel. 04617-2441
Sprang-Capelle
De P.T.T. heeft over 1960 een
winst gemaakt van 95 millioen, en
ondertussen worden alle tarieven
gehandhaafd. Over 1962 wordt een
winst geraamd van 111.2 millioen.
De Gaulle heeft 20 september
afstand gedaan van zijn bijzondere
volmachten, die hij in april gekre
gen had terzake de Algerijnse
kwestie.
De verzekering-mij. „de Bran-
daris" verkeert in financiële moei
lijkheden, die mogelijk aan fraude
zijn te wijten.
R.K. BOERINNENBOND
KRING DEN BOSCH
HIELD JAARVERGADERING
De afdelingsbesturen van de r.k.
Boerinnenbonden in de kring Den
Bosch hielden deze week hun jaar
lijkse besturendag. Deze dag werd
ingezet met een H. Mis in de St.
Jansbasiliek, opgedragen door de
geestelijk adviseur. In de kringjaar
vergadering, welke werd geopend
door de kringvoorzitster mevr. Ploeg
makers van Drunen, kwamen de di
verse jaarverslagen aan de orde. Het
reglement voor de kringen, dat de
afdelingsbesturen tevoren toegezon
den hadden gekregen, werd zonder
commentaar goedgekeurd. Twee af
tredende bestuursleden werden her
kozen, te weten mevr. Ploegmakers
van Drunen als voorzitster en mej.
Annie Mommersteeg als secretaresse.
In plaats van mej. Th. Rademakers,
die zich niet meer herkiesbaar had
gesteld, werd in het bestuur gekozen
mej. Jo van Steenoven van de afd.
Waspik.
In het middagprogramma werd een
toespraak gehouden door de geeste
lijk adviseur, rector J. Janssens, en
werd het voorlopige jaarprogramma
aan een nadere discussie onderwor
pen.
De opkomst bij deze jaarlijkse be
sturendag was zeer goed, 24 van de
25 afdelingen waren aanwezig^
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door
HENRIC VAN NORCH
11).
„Zullen we hem begraven?"
vroeg de scheper.
De wilddief glimlachte.
„Wil je met je handen een kuil
graven, manneke?" Hij nam het
geweer en de lood- en kruittas
van de verslagene en reikte die
aan de jongeman. „Ziezo, nu heb
jij ook een wapen."
Frankes wees nu op een drietal
boeren, die op een afstand het
gehele toneel hadden gadegesla
gen. „Die zorgen wel, dat miorgen
de gehele streek weet, dat de
scheper van Bakkeveen en Wil
lem Frankes hier een Gelderse,
soldaat hebben neergeslagen. We
gaan vertrekken."
De roodbaard sloeg met Fol-
kert de weg naar 't westen in.
Nadat ze een eindje gelopen
hadden, vroeg de wilddief: „Hoe
heet je, jongeman".
„Folkert, Folkert Martens".
„Welnu, Folkert, we gaan nu
rechts de heide in.JJaar ginds in
dat bosje heb ik mijn paard ver
borgen.
Ze liepen nu zwijgend in noor
delijke richting. De jonge sche
per was in diepe gedachten ver
zonken. Wat er heden gebeurd
was, had aan zijn leven waar
schijnlijk een grote wending ge
geven. Zijn drift en verontwaar
diging waren geheel geluwd en
hij begon zich rekenschap te ge
ven van de mogelijke gevolgen
van zijn daad.
Toen ze het bosterrein hadden
bereikt, waar het bruine paard
stond vastgebonden, vleide de
man met de rode baard zich op
de bemoste bodem neer en nood
de de schaapherder ook plaats te
nemen.
Folkert ging naast hem zitten.
„Laat ons een stukje eten", zei
de stroper.
Zijn jeugdige metgezel schudde
het hoofd. „Ik heb in het geheel
geen trek."
„Ik geloof het, jongen. Maar de
eetlust komt wel weer terug. Je
zult eerst aan de nieuwe toestand
moeten wennen en het zal gebeu
ren, hoe beroerd die ook kan
zijn. Wat ben je nu van plan?"
Folkert haalde de schouders
op.
„Je zult voorlopig niet naar
Bakkeveen kunnen terugkeren
Imen zal. op je loeren. Vertel me
'nu eens, hoe je er toe kwam om
met die kerel je schapen te drij
ven."
De scheper vertelde hem de ge
hele toedracht van de zaak.
„Dus negen mannen zijn door
gegaan naar Bakkeveen. Die zul
len vermoedelijk langs: dezelfde
weg terugkomen"., zei de wild
dief. Meer voor zichzelf mompel
de hij„Negen man is te veel."
Toen Frankes wat gegeten had
sprak hij„We zullen nu moe
ten opbreken, want we zijn hier
niet lang veilig.
„Kan ik met je meegaan, want
ik weet waarachtig niet wat ik
moet aanvangen. Of ga je te
paard?" vroeg Folkert.
„Neen, ik ga ook lopen".
Frankes knoopte zijn paard los
en ze gingen op weg, de heide op,
het noorden in, de beide mannen,
het paard en de hond.
I
visitekaartjes
verlovingskaart j es
tróuWkaarten
geboortekaart j es
rouwbrieven
dankbetuigingen
briefpapier
enveloppen
rekeningen
raambiljetten
lidmaatschapskaarten
circulaires
brochures
jaarverslagen
folders
periodieken
formulieren
couranten
leveren wij snel, onberispelijk, goedkoop
GROTE STRAAT 205, WAALWIJK
HOOFDSTUK VII
De schuilplaats
Gestadig stapten de beide man
nen met hun dieren over de grote
eenzame vlakte. De bruine ruin liep
vrij met zijn meester mee. Soms
stuitten de reizigers op een verra
derlijk veencomplex en waren ze
genoodzaakt een omweg te maken.
Rechts van hen zagen ze in de verte
de eiken en andere bomen om de
hoeven van de dorpjes Een en
Steenbergen. Links van hen strekte
zich tot aan de einder de bruine
vlakte van heide en veenmoerassen
uit. Ook voor hen, tot aan Leek, lag
een eenzaam gebied, waar Eriva en
Calluna met hun trawanten of de
veenmpssen de scepter zwaaiden.
Frankes had zijn makker verteld
dat het doel van zijn tocht thans
een kroeg in de buurt van Roden
gold. Daar zou hij morgen een jonge
kerel, Berend geheten, ontmoeten.
Deze was van plan zich ook bij hem
aan te sluiten. Hij was afkomstig
van een der Hondsrugdorpen. De
huurlingen hadden zijn vader ge
dood en hem bewusteloos geslagen,
toen ze zich hadden verzet als deze
hun vee wilden roven. Ze hadden
bovendien hun hoeve verbrand.
De jonge scheper was langzamer
hand weer tot rust gekomen; hij
was ook meer spraakzaam gewor
den. Hij had ook reeds alle vertrou
wen gekregen in zijn forse, sterke
kameraad.
De stroper had opgemerkt, dat
Folkert op een onhandige manier
zijn geweer droeg. „Kunt ge goed
schieten?" vroeg hij hem.
De schaapherder antwoordde ont
kennend.
„Nou, dat is niet erg, ik zal het je
spoedig leren. Maar we moeten
trachten een schuilplaats te vinden,
waar we ons veilig kunnen verber
gen en we ons, als het nodig is,
kunnen terugtrekken".
Na enige ogenblikken zeide Fol
kert: „Ik geloof, dat ik wel een ge
schikte plaats ken, waar we die
kunnen inrichten".
„Zo? Waar, meen je?"
„Op de Luttekehaer".
„Waar ligt die?"
Folkert wees in zuidwestelijke
richting over de vlakte. „Het is een
kleine zandkop temidden van mo
ren en veenpetten. En er is maar
één smalle toegang om er te komen.
Ik heb het terrein ontdekt, toen ik
aan het eierzoeken was. Ik heb lang
gezocht voor ik de toegang tot de
kop had gevonden. De toegang is
gemakkelijk te verdedigen".
„Als het dan maar meteen geen
muizeval kan worden", merkte de
wilddief op. „Mapr met een paar
dagen kunnen we het terrein opne
men".
Een paar dagen later bevonden
zich drie mannen en een hond op de
Luttekehaer. Het was een vlakke
zandkop, die naar alle zijden af-
glooide naar de omliggende moe
rassen. Hij was met hoge heide, ga
gelstruiken, brem en een grote groep
van jeneverbessen begroeid. Verder
groeiden er een paar vliegdennen,
enkele verwaaide berken en een
groepje lijsterbessen.
Het terrein lag temidden van de
schier onafzienbare vlakte, een half
uurtje gaans ten noorden van de
Drentse weg. De stroper inspecteer
de het terrein nauwkeurig
Inderdaad, er was slechts één toe
gangsweg, die zich tussen een plas-
sencomplex kronkelde en die hier
en daar zeer smal was. Hij moest
erkennen dat hier zeer geschikt een
schuilhut kon worden gebouwd. Het
enigste bezwaar was, dat men als in
een muizeval gevangen zat, als hun
schuilplaats en de enigste toegangs
weg daarheen zou worden ontdekt
en de vijand van die zijde zou aan
grijpen. Toen de wilddief dit be
zwaar aan zijn makkers kenbaar
maakte, zei Folkert, dat hij vrij ze
ker een nooduitgang zou vinden.
Frankes zag hem vragend aan.
„Komt maar met me mee", zei de
scheper. „We gaan naar het Doden-
moor".
„Dodenmoor?"
„Ja, de baggerlieden hebben daar
vroeger een tweetal dode mensen in
gevonden. Ze zijn daarvan zo ge
schrokken, dat ze direct het turf
graven daar hebben gestaakt en 't
veen die naam hebben gegeven".
De herder bracht Frankes en Be
rend, die de derde man was gewor
den, bij het grote veencomplex, dat
de Haer naar het oosten afsloot. Een
grote zwerm meeuwen vloog wild
krijsend op, over de verzameling
van veen en water.
„Vorige jaar ben ik om meeuwen
eieren te pakken te krijgen, tot over
de helft van het moor doorgedron
gen. Het was een zoeken en tasten
naar de ondiepe en veilige plaatsen,
maar het ging. Tot even over het
middel ging ik door de pap. Ik zal
de weg geheel er door vinden",
sprak Folkert met grote beslistheid,
„en die dan afbakenen door stok
ken, die even boven de oppervlakte
uitsteken".
De wilddief scheen bevredigd te
zijn; hij knikte goedkeurend. „We
moeten ons nu enig gereedschap
verschaffen en gaan dan een plag
genhut bouwen tussen 't bosje van
jeneverstruiken. En we graven een
dubbele landweer over de toegangs
weg".
De nu volgende dagen zag men
de drie mannen druk aan de arbeid.
Een kuil van een meter diep werd
gegraven, van 2% meter breedte en
ruim 4 meter lang. Daarop werden
zet. In de voorwand die naar het
de vier wanden van plaggen opge-
zuiden was gekeerd, werd een smal
le deuropening uitgespaard. Een
aantal boompjes in de omgeving
werd geveld en hieruit werden de
dakspanten gemaakt. De grootste
moeilijkheid was om het dak water
dicht te krijgen. Berend bleek ge
lukkig een deskundige op dit gebied
te zijn.
Toen de „woning" klaar was, wer
den de beide landweren gegraven
en werd de uitgeworpen aarde, die
als borstwering diende, met afge
sneden heidestruiken gemaskeerd.
Daarop werd de „woning" gestof
feerd. Planken en latten werden
aangesleept, die de vrienden bij
nacht uit een der naastbij gelegen
dorpen haalden. Hiervan werden
zit- en slaapgelegenheden gefabri
ceerd. In het midden van het dak
werd een rookgat gemaakt, waar
onder men het vuur zou laten bran
den. Om aan een pan, een ketel,
eetgerei en andere kleinigheden te
komen en aan dekking voor de
nacht, werden een paar inbraken
gepleegd.
Voor de nogal avontuurlijk aan
gelegde Folkert haddit leven 'n gro
te bekoring.
Frankes had zijn paard onderge
bracht bij een bevriende boer on
der Steenbergen. Toen hij deze na
hun woningbouw een bezoek bracht,
waarschuwde deze hem, dat de Gel
derse troepen hem, Frankes, zoch
ten en dat ook de Schuiten en Et-
ten moesten meewerken om hem te
vatten. Voor de kerkgebouwen was
de vorige zondag afgelezen, dat
„Rooie Willem" vogelvrij was ver
klaard en dat eenieder die hem
„husede of hovede" de dood schul
dig zou worden verklaard.
Dit bericht verwonderde de wild
dief helemaal niet. „Ik zal je niet
meer in gevaar brengen, Johannes,
en me hier niet meer laten zien".
„Je kunt gerust hier nog komen,
Willem. Maar kom dan bij nacht,
zodat de buren je niet zien kunnen.
Want men weet nimmer waar ver
raders schuilen. De tijden zijn zo
troebel".
„Ik zal er voor zorgen, Johannes".
(Wordt vervolgd)